Amendement van de leden Maatoug en Van der Lee over een uitbreiding van de schulden die in aanmerking worden genomen als regulier voordeel
Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Invorderingswet 1990 ter bestrijding van belastinguitstel en –afstel als gevolg van excessief lenen bij een eigen vennootschap (Wet excessief lenen bij eigen vennootschap)
Amendement
Nummer: 2022D23544, datum: 2022-06-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35496-19).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. Maatoug, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: T.M.T. van der Lee, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van kamerstukdossier 35496 -19 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Invorderingswet 1990 ter bestrijding van belastinguitstel en –afstel als gevolg van excessief lenen bij een eigen vennootschap (Wet excessief lenen bij eigen vennootschap).
Onderdeel van zaak 2022Z11500:
- Indiener: S. Maatoug, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: T.M.T. van der Lee, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
35 496 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Invorderingswet 1990 ter bestrijding van belastinguitstel en -afstel als gevolg van excessief lenen bij een eigen vennootschap (Wet excessief lenen bij eigen vennootschap)
Nr. 19 AMENDEMENT VAN DE LEDEN MAATOUG EN VAN DER LEE
Ontvangen 8 juni 2022
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel A, onder 3, wordt in het voorgestelde onderdeel f na «een aanmerkelijk belang heeft» ingevoegd «of bij schuldeisers ten gunste waarvan de aandelen of winstbewijzen van die vennootschappen rechtens dan wel in feite direct of indirect als onderpand dienen».
Toelichting
Met dit amendement wordt in de tekst tot uitdrukking gebracht dat schulden die de belastingplichtige heeft bij schuldeisers ten gunste waarvan de aandelen of winstbewijzen van de vennootschappen waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft rechtens dan wel in feite direct of indirect als onderpand dienen, eveneens in aanmerking worden genomen. Hiermee wordt voorkomen dat derdenleningen met aandelen in de eigen vennootschap als onderpand gebruikt kunnen worden om de belastingheffing zoals voorgesteld in het wetsvoorstel Excessief lenen bij eigen vennootschap te ontwijken.
Maatoug
Van der Lee