Lijst van vragen en antwoorden over het Jaarverslag Nationaal Groeifonds 2021 (Kamerstuk 36100-XIX-1)
Jaarverslag en slotwet Nationaal Groeifonds 2021
Lijst van vragen en antwoorden
Nummer: 2022D23660, datum: 2022-06-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36100-XIX-7).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: D.S. Nava, griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 36100 XIX-7 Jaarverslag en slotwet Nationaal Groeifonds 2021.
Onderdeel van zaak 2022Z11560:
- Indiener: M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-06-14 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-06-14 16:30: Procedurevergadering EZK (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-06-16 12:00: Jaarverslag Ministerie EZK 2021 en Jaarverslag Nationaal Groeifonds 2021 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
36 100 XIX Jaarverslag en slotwet Nationaal Groeifonds 2021
Nr. 7 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 9 juni 2022
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het Jaarverslag Nationaal Groeifonds 2021 (Kamerstuk 36 100 XIX, nr. 1).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 8 juni 2022. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Agnes Mulder
De griffier van de commissie,
Nava
1
Hoeveel procent van het bruto binnenlands product (bbp) werd er in 2021 besteed aan ontwikkeling en innovatie? Wat was het aandeel van het Nationaal Groeifonds hierin?
Antwoord
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) publiceert gegevens over de uitgaven aan Research & Development (R&D) in Nederland. Het meest recente jaar waarover deze beschikbaar zijn, is 2020. In 2020 bedroegen de publieke en private R&D-uitgaven tezamen € 18,4 miljard, wat 2,29% van het bbp is. Het CBS publiceert ook gegevens over uitgaven aan innovatie bij bedrijven met 10 of meer werkzame personen. De meest recente cijfers daarover hebben betrekking op 2018. Ze geven aan dat sprake is van een bedrag van ongeveer € 2,0 miljard aan innovatie-uitgaven die niet tot de R&D-uitgaven van bedrijven behoren, hetgeen 0,26% van het bbp in 2018 is.
Vanuit het Nationaal Groeifonds is er in 2021 nog weinig uitgegeven aan projecten op het terrein van R&D en innovatie. In 2021 is al wel voor een bedrag van € 216 miljoen onvoorwaardelijk toegekend aan vijf projecten binnen de pijler R&D en innovatie in de eerste ronde van het Nationaal Groeifonds. Het genoemde bedrag aan toekenningen is overgeboekt naar de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), waar het in 2021 heeft geleid tot € 9,4 miljoen aan kasuitgaven voor het project RegMed XB. Het restant van € 206,6 miljoen is beschikbaar voor kasuitgaven voor de vijf gehonoreerde projecten in volgende jaren.
In de tweede ronde zijn opnieuw projecten gehonoreerd. Dit gaat om in totaal € 4.544 miljoen, waarvan € 1.326 miljoen gaat om reserveringen. Deze bedragen worden, mits aan alle voorwaarden wordt voldaan, de komende jaren uitgegeven, waarbij de kasuitgaven doorlopen tot na 2030. Voor de derde, vierde en vijfde ronde is gemiddeld nog ca. € 2 miljard per jaar beschikbaar voor projecten in de pijler R&D en innovatie. Of dat bedrag ook wordt uitgegeven zal afhangen van de kwaliteit van de ingediende projectvoorstellen.
2
Aan welke voorwaarden van de reservering van € 63 miljoen om de producten uit het Nationaal Onderwijslab verder te ontwikkelen, wordt niet voldaan, gezien het feit dat er een nieuw plan uitgewerkt moet worden?
Antwoord
Het kabinet heeft het advies van de adviescommissie Nationaal Groeifonds omtrent dit project overgenomen. De commissie heeft geadviseerd om het deel van de aanvraag dat zag op het opschalen van prototypes nog niet toe te kennen, maar hier een reservering voor te treffen. De voorwaarde om deze reservering alsnog in een toekenning om te zetten is in de eerste plaats dat moet worden aangetoond dat er daadwerkelijk innovaties zijn ontwikkeld in het National Onderwijslab die in potentie opgeschaald kunnen worden. Daarnaast moet beter worden onderbouwd dat de voorgestelde aanpak doelmatig is om de innovatie op deze productmarkt te bevorderen.