[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitkomsten van de Conferentie over de Toekomst van Europa

Staat van de Europese Unie 2022

Brief regering

Nummer: 2022D24332, datum: 2022-06-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35982-5).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35982 -5 Staat van de Europese Unie 2022.

Onderdeel van zaak 2022Z11834:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

35 982 Staat van de Europese Unie 2022

Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juni 2022

Hierbij informeer ik uw Kamer, conform de informatie-afspraken betreffende de Conferentie over de Toekomst van Europa1, over de uitkomsten van de Conferentie. Een gelijkluidende brief is aan de Eerste Kamer verzonden.

Eindverslag Conferentie en bespreking Raad en Europese Raad

Op 9 mei jl. werd het eindverslag2 van de Conferentie overhandigd aan het gezamenlijk voorzitterschap van de Conferentie. Het eindverslag bevat 49 voorstellen en ruim 300 maatregelen, gestructureerd volgens de 9 thema’s van de Conferentie. Deze zijn gebaseerd op de uitkomsten van de Europese en nationale burgerpanels, waaronder de Nederlandse burgerconsultaties Kijk op Europa. De burgerdialogen Kijk op Europa hebben voorzien in een representatief, inclusief en open debat met oog voor politieke diversiteit overeenkomstig de motie van het Eppink.3 De Conferentie is een waardevol instrument geweest om burgers uit alle EU-lidstaten meer te betrekken bij de EU. Niet eerder is dit op deze manier in EU-verband georganiseerd. Een exercitie als deze is waardevol voor het gesprek over de toekomst van de Unie en voor de democratische legitimiteit.

De EU-instellingen (de Raad, het Europees Parlement en de Commissie) hebben afgesproken om te bespreken hoe doeltreffend gevolg kan worden gegeven aan het eindverslag, elk binnen hun eigen bevoegdheden en in overeenstemming met de Verdragen. Een eerste inhoudelijke bespreking binnen de Raad is voorzien tijdens de Raad Algemene Zaken van 21 juni 2022, ter voorbereiding van de Europese Raad van 23 en 24 juni 2022. Dit zal plaatsvinden op basis van een analyse van het Raadssecretariaat. Deze analyse zal via Delegates Portal voor uw Kamer beschikbaar komen. Wanneer op basis van dit proces wetgevingsvoorstellen vanuit de Commissie volgen zullen deze worden beoordeeld en wordt uw Kamer volgens de reguliere (BNC) procedures daarover geïnformeerd.

Middels deze brief informeer ik uw Kamer over de bevindingen van het kabinet na eerste bestudering van de voorstellen en maatregelen in het eindverslag.

Bevindingen betreffende eindverslag

Algemeen

Het kabinet leidt uit het eindverslag van de Conferentie af dat de burgers resultaten van de EU verwachten op terreinen die zij belangrijk vinden, zoals op het gebied van veiligheid, klimaat en migratie. Ook geven burgers een duidelijke boodschap dat zij betere betrokkenheid en transparantie wensen als het gaat om EU-besluitvorming.

Bij bestudering van de ruim 300 maatregelen valt op dat het merendeel daarvan in lijn is met bestaand beleid van de EU of binnen de kaders van de huidige verdragen gerealiseerd kan worden. Enkele maatregelen (circa 7 procent) op het gebied van gezondheidszorg, sociaal beleid, waarden en rechtsstaat, democratie en institutioneel, migratie, en onderwijs vergen mogelijk verdragswijziging. Deze maatregelen worden mede aan de hand van de nog te ontvangen analyse van het Raadssecretariaat nader uitgewerkt. Op basis daarvan zal het kabinet overwegen of de uitkomsten van de Conferentie aanleiding geven voor een verdragswijziging. Indien het verdrag wordt gewijzigd, zal naar alle waarschijnlijkheid het gehele verdrag en niet alleen de voorstellen uit de Conferentie ter discussie komen te staan. Overeenkomstig het coalitieakkoord staat het kabinet open voor verdragswijziging naar aanleiding van de Conferentie, mits dit in Nederlands en Europees belang is.

Het kabinet verwelkomt de maatregelen die in lijn zijn met het kabinetsbeleid. Voorkeur gaat uit naar maatregelen die te realiseren zijn op korte termijn danwel een grote impact hebben om zo snel en zichtbaar opvolging te geven aan de aanbevelingen van burgers. Ook wordt door het kabinet prioriteit gegeven aan maatregelen die in lijn zijn met de uitkomsten van de Nederlandse burgerdialogen Kijk op Europa. Onderstaande inzet en speerpunten zijn daarop gericht. Het kabinet pleit voor een ambitieus, tijdig en goed gestructureerd debat in de Raad over de uitvoering.

Voorstellen, maatregelen, inzet en speerpunten per thema

Uit het eindverslag van de Conferentie blijkt dat Europese burgers veel aandacht hebben voor de rol van de EU in de wereld. Zij vragen om een slagvaardige en daadkrachtige EU die snel en doeltreffend besluiten kan nemen, m.n. in het kader van het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB). Ook dienen de weerbaarheid en open strategische autonomie van de EU versterkt te worden in strategische sectoren, met name op het gebied van energieproductie en -voorziening. Het kabinet zal zich blijven inzetten voor open strategische autonomie van de EU en daarmee veiligheid van de EU en duurzame en inclusieve groei te garanderen,. Betreffende het buitenlands beleid weet uw Kamer dat het kabinet voorstander is van het gebruik van gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming (QMV) op sancties, mensenrechtenverklaringen in multilateraal verband en civiele GVDB-missies. Het kabinet blijft zich ervoor inzetten het draagvlak voor meer QMV op het Europees buitenlandbeleid stap voor stap te vergroten. Betreffende economisch beleid zet het kabinet in op een proactieve aansluiting van Nederland op het EU-industriebeleid om de concurrentiekracht te versterken en strategische afhankelijkheden te adresseren, onder andere via deelname aan diverse Important Projects of Common European Interest (IPCEI).

Op het gebied van klimaatverandering en milieu gaan de voorgestelde maatregelen vooral in op een duurzame voedselproductie die voedselzekerheid waarborgt, bescherming en herstel van biodiversiteit, versnelling van de groene transitie, het bevorderen van hernieuwbare energie, het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele energie, duurzame energie en infrastructuur en het bevorderen van de circulaire economie. Het kabinet is voorstander van ambitieus Europees klimaatbeleid en ondersteunt de duurzaamheidsambities en zet zich daarvoor in bij de uitwerking en implementatie van de Europese Green Deal-voorstellen. Zo zet Nederland in op snelle besluitvorming over de voorstellen in het Fit-for-55 pakket, met behoud van ambitie voor ten minste 55% broeikasgasreductie in 2030 en op weg naar klimaatneutraliteit in 2050. Ook is het kabinet positief over de Europese ambities op het gebied van milieu, waaronder de recente Europese Commissievoorstellen over circulaire economie en industriële emissies.

De Europese burgers achten een sterkere economie, sociale rechtvaardigheid en werkgelegenheid, van groot belang. Hierbij wordt aangeraden om de overgang naar een duurzaam en veerkracht groeimodel te ondersteunen, het concurrentievermogen te versterken, een inclusieve arbeidsmarkt te bevorderen, ongelijkheid en armoede te verminderen, sociale uitsluiting te bestrijden en het begrotings- en belastingbeleid te richten op groene en digitale transitie. Verder doen Europese burgers op het gebied van sociaal beleid verscheidene voorstellen die verdragswijziging zouden vergen, waaronder het opnemen van een protocol inzake sociale vooruitgang in de Verdragen en het versterken van bevoegdheden van de EU ten behoeve van geharmoniseerd wetgeving op dit terrein. Voor het kabinet blijven structurele economische hervormingen en verdere versterking van de interne markt de basis voor het versterken van de Europese concurrentiekracht. Daarnaast zet het kabinet zich in voor herziening van het EU mededingings- en staatssteunbeleid die geschikt is voor de groene en digitale transities; versterking van strategische waardeketens; snelle aanname van de EU standaardisatiestrategie. Het creëren van werkgelegenheid is van essentieel belang voor het structurele groeipotentieel van de EU. Het kabinet steunt daarom het doel van de Europese Commissie dat 78% van de bevolking tussen de 20 en 64 jaar oud een baan zou moeten hebben in 2030, zoals ook onderschreven door regeringsleiders tijdens de Sociale Top in Porto afgelopen mei. Voor wat betreft het bevorderen van een inclusieve arbeidsmarkt en het tegengaan van sociale uitsluiting zet het kabinet onder meer in op het bevorderen van de werkgelegenheid voor jongeren en kansarme groepen.

Met betrekking tot het thema waarden en rechten, rechtsstaat en veiligheid bevelen burgers aan om de rechtstaat in alle lidstaten systematisch te handhaven, desinformatie te bestrijden, onafhankelijkheid van media te bevorderen, leefomstandigheden in heel de EU te harmoniseren, sociaaleconomische levenskwaliteit te verbeteren en het bewerkstelligen van een efficiëntere uitvoering en handhaving van de gegevensbeschermingsregels. Verder doen Europese burgers verscheidene voorstellen die verdragswijziging zouden vergen, zoals het Handvest van de grondrechten van de EU universeel toepasbaar maken en het toepassingsgebied van de MFK-rechtsstaatverordening te vergroten. Ten aanzien van gegevensbescherming steunt het kabinet de specifieke aandacht die wordt gegeven aan tenuitvoerlegging van bestaande informatieverplichtingen en regels voor het geven van toestemming voor het verwerken van persoonsgegevens; dit zijn hoekstenen van een effectief gegevensbeschermingssysteem. Het kabinet onderschrijft dat het EU-rechtsstaatinstrumentarium, inclusief de MFK-rechtsstaatsverordening, zo adequaat en volledig mogelijk moet worden ingezet om de Europese waarden in alle lidstaten te handhaven, en blijft zich hier actief voor inzetten. Conform de toezegging gedaan op 8 februari jl. aan de uw Kamer heb ik hier op 8 april jl. ook voor gepleit tijdens de plenaire vergadering van de Conferentie.

Voor het thema van digitale transformatie stellen burgers versterking van de digitale infrastructuur en vergroting van digitale geletterdheid en vaardigheden van Europeanen. Ook wordt voorgesteld om de coördinatie op EU-niveau te versterken om cyberbeveiliging te verbeteren, cybercriminaliteit te bestrijden, cyberdreigingen van niet-overheidsactoren en autoritaire staten tegen te gaan en desinformatie aan te pakken. Het kabinet staat voor een open, duurzame economie, waarbij de kansen van digitalisering zoveel mogelijk worden benut. Nederland zet daarbij in op twee sporen 1) het versterken van het concurrentie-, innovatie- en verdienvermogen van Nederland en de EU en 2) het verder op orde brengen van de fundamenten voor digitalisering, zoals eerlijke concurrentie, (digitale) veiligheid, keuzevrijheid en grip op gegevens. Het kabinet verwelkomt in dit kader de aanname van de Digital Services Act en de Digital Markets Act en zet in op snelle afronding van de AI-verordening, de Data Act en de Cyber Resilience Act. Recent zijn op het gebied van digitale vaardigheden ook EU-doelstellingen voor 2030 afgesproken. Het kabinet verwelkomt uitwisseling van ervaringen en samenwerking tussen lidstaten, onder meer op basis van het Actieplan digitaal onderwijs en het Erasmus+ programma 2021–2027, gelet op de inzet van dit kabinet om ook nationaal in te zetten op digitale kennis en vaardigheden voor iedereen, zowel via het initiële onderwijs als via om- en bijscholing.

Op het gebied van migratie willen burgers de rol van de EU betreffende legale en irreguliere migratie versterken, de bescherming van de buitengrenzen van de EU verbeteren zonder afbreuk te doen aan mensenrechten en de gemeenschappelijke regels voor de eerste opvang van migranten in alle lidstaten uniform toepassen. Daarnaast vinden burgers dat het integratiebeleid in alle lidstaten moet worden verbeterd en het Europees asielstelsel hervormd dient te worden op basis van solidariteit en een eerlijke verdeling van verantwoordelijkheid. De wensen van de burger sluiten aan bij de inzet van het kabinet op dit terrein. Het kabinet zet daarbij in om structurele Europese verbeteringen en solidariteit hand in hand te laten gaan in een situatie waarin alle lidstaten verantwoordelijkheid nemen. Dat vormt tevens de basis voor de stap voor stap aanpak van het Franse voorzitterschap. Ook hecht het kabinet aan goede procedures aan de buitengrenzen en aan de versterking van het Schengengebied. Daar wordt ook op ingezet bij de wijziging van de Schengengrenscode. Daarnaast zet het kabinet in op versterkte samenwerking met landen van herkomst en transit via brede partnerschappen, zowel bilateraal als via de EU.

Met betrekking tot Europese democratie stellen burgers voor om burgerparticipatie en betrokkenheid te vergroten, de EU begrijpelijker en toegankelijker te maken, de Europese identiteit te versterken, de deelname aan EP-verkiezingen te bevorderen, het debat over transnationale lijsten te stimuleren, en het besluitvormingsproces van de EU te herzien. Europese burgers doen ook verscheidene voorstellen die verdragswijziging zouden vergen, zoals een door het EP geïnitieerd EU-wijd referendum in bepaalde gevallen, besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid voor alle gevallen waar nu met eenparigheid van stemmen wordt besloten en naamswijzigingen voor de EU-instellingen. Het kabinet acht het van belang om de burger dichter bij de EU te brengen en het draagvlak voor EU-besluitvorming te vergroten. Voor wat betreft de EP-verkiezingen heeft het Europees Parlement een aantal voorstellen gedaan om de huidige Kiesakte te herzien, waarmee ook de discussie over transnationale kieslijsten zal plaatsvinden. Een aantal voorgestelde maatregelen rondom het EU besluitvormingsproces raakt aan transparantie. Het kabinet voert een actieve agenda om het transparantiebeleid van de EU te moderniseren en de EU besluitvormingsprocedure inzichtelijker en toegankelijker te maken. De komende periode blijft de focus op de herziening van limité-richtsnoeren van de Raad, zodat minder documenten als vertrouwelijk bestempeld worden, de herziening van de Eurowob (verordening 1049/2001) om deze in lijn te brengen met het Verdrag van Lissabon en de totstandkoming van het EU-interinstitutionele database, het digitaal portaal van EP, CIE en Raad waar de voortgang van wetgevende onderhandelingen teruggevonden kan worden. Verder zal het kabinet op nationaal niveau de burgerdialogen over de EU blijven voortzetten onder dezelfde noemer (Kijk op Europa).

Op het thema gezondheid zijn de voorgestelde maatregelen van burgers gericht op gelijke en universele toegang tot gezondheidszorg. Burgers vinden dat zorgstelsels versterkt worden en ingezet moet worden op het waarborgen van strategische autonomie op het vlak van medische producten. Daarnaast wordt voorgesteld een bredere interpretatie van gezondheid te hanteren: gezondheid is meer dan de afwezigheid van ziekten en medische interventie, ook preventie en kennis zijn van belang. Tevens wordt versterking van Europese samenwerking op het vlak van preventie en toegang tot gezonde voeding voorgesteld. Europese burgers doen ook verscheidene voorstellen tot verdragswijzigingvergen, onder meer door het aanpassen van artikel 4 VWEU om gezondheidszorg tot een gedeelde bevoegdheid te maken. Het kabinet ziet dat zowel Nederlandse als Europese burgers het belangrijk vinden om op het gebied van grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen de samenwerking te versterken. Een deel van de voorgestelde maatregelen hiertoe is onderdeel van het EU-gezondheidsuniepakket4 dat momenteel wordt uitgewerkt. Voorgestelde maatregelen omtrent strategische autonomie van medische producten sluiten tevens aan bij de ontwikkelingen op EU-niveau. Europese samenwerking biedt hier meerwaarde gezien het grensoverschrijdende karakter, maar ook vanwege de grotere geopolitieke slagkracht die op EU-niveau kan worden bewerkstelligd. Maatregelen die nationaal en Europees inzetten op een bredere interpretatie van gezondheid door inzicht te verkrijgen, onderzoek te doen en bewustwording te creëren, sluiten in grote lijnen aan op het kabinetsbeleid en kunnen deels op korte termijn worden bewerkstelligd. De Europese burgeraanbevelingen die zich richten op gezonde voeding en een gezonde levensstijl sluiten aan op de nationale inzet om kinderen gezonde gewoonten aan te leren, de gezonde keuze te stimuleren en criteria voor voedselkwaliteit te hanteren. De maatregelen vormen daarnaast een mooie kans om Europese samenwerking op dit terrein te verstevigen, als onderdeel van de inzet voor een duurzaam voedselsysteem dat voldoende veilige en gezonde voeding levert (Europese van Boer tot Bord Strategie).

Europese burgers stellen op het gebied van onderwijs voor een Europese onderwijsruimte in te stellen, teneinde jongeren in best mogelijke omstandigheden te kunnen laten studeren, werken en zelfstandig te laten worden. Europese burgers doen ook verscheidene voorstellen die verdragswijziging zouden vergen, onder meer een EU-certificering voor digitale vaardigheden op school en het garanderen van een minimumniveau van onderwijs over de EU. Het kabinet zal samen met andere lidstaten vanuit een samenhangend beleids- en samenwerkingskader toewerken naar het realiseren van één Europese onderwijsruimte in 2025, overeenkomstig de resolutie van de Raad van februari 2021.5 Meer specifiek wat betreft grensoverschrijdende samenwerking en studentenmobiliteit zet het kabinet ook in op vormgeving van de Europese hoger onderwijsruimte in relatie tot het Bolognaproces, met aandacht voor onderlinge erkenning van diploma’s en kwaliteitszorg, en het verder vormgeven en implementeren van het Europese universiteiten initiatief. Het Erasmus+ programma zal het streven naar een Europese onderwijsruimte in de periode 2021–2027 ondersteunen.

Tevens stellen burgers voor de uitwisseling tussen culturen te bevorderen, cultureel erfgoed te beschermen en de Europese identiteit te stimuleren. Daarnaast dient de EU de rol van sport te promoten als cruciale rol in de samenleving. Het kabinet merkt dat op grond van het Verdrag de EU niet zozeer een rol heeft in het streven naar een gemeenschappelijke Europese identiteit, maar eerder naar ontwikkeling van de culturen van de lidstaten met respect voor nationale en regionale diversiteit en gemeenschappelijk erfgoed. Op grond van de bestaande programma’s en concrete initiatieven in dit kader is stimulering van uitwisseling tussen culturen mogelijk. Het kabinet wijst ook op de rol van de EU bij het beschermen van het erfgoed die onverminderd zal worden voortgezet, bijvoorbeeld bij het uitwisselen van ervaringen over beheer en behoud van erfgoed en bespreken van nieuwe uitdagingen op dit gebied6, concrete samenwerking binnen het werkplan cultuur van de EU en op het gebied van onderzoek.

Vervolg en betrokkenheid burgers

Binnen de Raad zal de komende tijd verder besproken worden hoe opvolging gegeven kan worden aan de voorstellen en maatregelen. Het kabinet acht het van belang de burgers hier over te blijven informeren en hen te betrekken. Het kabinet ondersteunt het idee van de Commissie voor een feedback evenement in het najaar van 2022 en stelt voor om de betrokkenen van de plenaire vergadering volgend jaar bijeen te laten komen om te bespreken wat er met hun voorstellen is gebeurd tot dan toe. Ook los van de Conferentie blijft het echter van belang de burger bij de EU te betrekken door deze te informeren, actief te luisteren naar wat de burger van de EU verwacht en draagvlak te creëren. Een brief hierover in antwoord op de motie van het Eerste Kamerlid Koole stuurde ik op 27 mei 2022 naar uw Kamer.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra


  1. Kamerstuk 35 663, nr. 3.↩︎

  2. Te raadplegen via: https://futureu.europa.eu/pages/reporting.↩︎

  3. Kamerstuk 35 663, nr. 12.↩︎

  4. Verordening Health Emergency Preparedness and Response (HERA) COM(2021) 577; Verordening ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen COM (2020) 727; Verordening uitbreiding EMA bevoegdheden COM(2020) 725.↩︎

  5. Te raadplegen via: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32021G0226(01).↩︎

  6. Zie o.a. verslag van de OJCS Raad d.d. 17 en 18 mei 2021 (Kamerstuk 21 501-34, nr. 359).↩︎