[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van een werkbezoek aan Irak, inclusief de Koerdische Autonome Regio

Terrorismebestrijding

Brief regering

Nummer: 2022D24968, datum: 2022-06-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29754-642).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29754 -642 Terrorismebestrijding.

Onderdeel van zaak 2022Z12095:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

29 754 Terrorismebestrijding

Nr. 642 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2022

Op 17 en 18 mei jl. bracht ik, samen met de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), een bezoek aan Irak, inclusief de Koerdische Autonome Regio. De relatie tussen Nederland en Irak is goed en veelzijdig. Belangrijke thema’s die tijdens dit bezoek centraal stonden zijn berechting in de regio, bewijsvergaring en berechting van leden van terroristische organisaties, zoals IS. Verder wil ik voorkomen dat er alleen aandacht is voor de daders en misdrijven. Daarom heb ik ook nadrukkelijk aandacht gevraagd voor slachtoffers van IS.

Uw Kamer heeft mij verzocht een brief te sturen over mijn bezoek aan Irak, voorafgaand aan het commissiedebat op 16 juni. Bij deze voldoe ik aan uw verzoek.

Iraakse autoriteiten

Mijn bezoek begon met een bezoek aan de voorzitter van de Supreme Judicial Council van Irak, rechter Faeq Zaidan. In dit gesprek heb ik het belang van samenwerking met Irak om straffeloosheid tegen te gaan benadrukt en gesproken over het belang van berechting in de regio. Daarbij is er een voorkeur voor berechting daar waar de misdrijven gepleegd zijn. Dhr. Zaidan merkte op dat de dreiging van IS nog steeds actueel is en onderstreepte de noodzaak van een goede samenwerking in de strijd tegen terrorisme.

Tevens sprak ik in Bagdad met de National Security Advisor (ONSA) van Irak, dhr. Qasam Al-Araji. De intentie is uitgesproken om de samenwerking op terrorismebestrijding tussen Nederland en Irak te versterken. Hier wordt spoedig gevolg aan gegeven middels een inkomend bezoek van ONSA aan Nederland. Tevens onderzoeken Nederland en Irak de mogelijkheden om een Memorandum of Understanding inzake CT-samenwerking te sluiten.

ONSA stelt zich op het standpunt dat landen hun eigen burgers moeten repatriëren en vervolgen. Eveneens benadrukte ONSA dat Irak alleen (buitenlandse) personen die zich hebben aangesloten bij terroristische organisaties in Syrië of Irak vervolgt voor misdrijven die begaan zijn op Iraaks grondgebied.

Van Nederlandse zijde is toegelicht dat Nederland eraan hecht dat personen die verdacht worden van het plegen van terroristische misdrijven worden berecht en dat Nederland om die reden een aantal vrouwen dat zich heeft aangesloten bij IS, heeft teruggehaald. Er is in het gesprek nadrukkelijk aandacht gevestigd op het belang van berechting in de regio.

Op basis van de gevoerde gesprekken tijdens mijn bezoek is de conclusie dat berechting van Nederlandse personen die zich hebben aangesloten bij terroristische organisaties in Syrië of Irak in Irak vooralsnog geen optie is. Niettemin blijft het kabinet de mogelijkheden van berechting in de regio aftasten.

Tijdens beide gesprekken met de Iraakse autoriteiten sprak ik ook over de steun van het Nederlandse kabinet voor de Yezidi-gemeenschap, bij de vervolging van de gruwelijke misdaden die tegen hen zijn begaan. De misdadigers mogen niet ongestraft blijven en daarom sprak ik mijn erkentelijkheid uit voor de samenwerking ten behoeve van gerechtigdheid.

UNITAD

In Bagdad bracht ik tevens een bezoek aan het bewijsvergaringsmechanisme van de Verenigde Naties ter bevordering van de strijd tegen straffeloosheid (accountability) van ernstige misdaden gepleegd door IS (UNITAD). De speciaal adviseur, Christian Ritscher, gaf mij een rondleiding en toonde mij het indrukwekkende werk dat het forensisch laboratorium van UNITAD doet in het kader van het vergaren van bewijs van gepleegde misdrijven door IS. Ik heb opgemerkt hoe cruciaal goede bewijsvergaring ter plaatse is en ik heb aangekondigd dat Nederland de samenwerking met UNITAD graag wil intensiveren. Ik wil snel werk maken van het mogelijk maken van justitiële samenwerking met UNITAD, onder meer met het oog op vervolging in Nederland. Daarnaast heb ik een bijdrage van EUR 150.000 toegezegd ter ondersteuning van activiteiten van UNITAD – ook richting Yezidi-organisaties – die zich met bewijsvergaring bezighouden. Tevens heb ik toegezegd de mogelijkheden om expertise vanuit Nederland te leveren te onderzoeken. Dit wordt in afstemming met het Ministerie van Buitenlandse Zaken opgepakt.

Maatschappelijk middenveld

Tot slot heb ik in Bagdad gesproken met vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld over de uitdagingen van de wederopbouw en het tegengaan van radicalisering in Irak. In het gesprek werd duidelijk dat Nederland een verschil kan maken waar het gaat om preventie van extremisme, het uitdragen van mensenrechten en vrouwenrechten, en accountability.

Koerdische Autonome Regio

Naast Bagdad heb ik een bezoek gebracht aan de Koerdische Autonome Regio, in het noorden van Irak. Daar sprak ik de premier van de Kurdistan Regional Government, Masrour Barzani. Ook hij bedankte Nederland voor de militaire steun aan zijn regio via de Anti-ISIS Coalitie. De dreiging van terrorisme in de regio is nog niet weg. Voor de Koerdische Autonomie Regio blijft het van belang om, naast het werk van de veiligheids- en inlichtingendiensten, in te zetten op het aanpakken van grondoorzaken van instabiliteit en economische instabiliteit.

Yezidi-gemeenschap

Ter afsluiting van mijn werkbezoek sprak ik met vertegenwoordigers van de Yezidi-gemeenschap. Ik had een bijzonder indringend gesprek met een aantal Yezidi-vrouwen uit Sinjar die na IS-gevangenschap terug waren gekeerd naar hun thuisland. Zij vertelden mij over de uitdagingen om hun levens weer te hervatten, na de gruweldaden die hun waren aangedaan. Deze verhalen gaan door merg en been.

Vervolgens had ik een rondetafelgesprek met vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties over het tegengaan van straffeloosheid. Veel van deze organisaties werken samen met UNITAD in het kader van bewijsvergaring en spraken de hoop uit voor de oprichting van een tribunaal. Deze organisaties wezen op de noodzaak van het bewerkstelligen van transitional justice, in de overgang naar een duurzame toekomst.

Ik heb benadrukt hoezeer Nederland belang hecht aan deze organisaties, die slachtoffers bijstaan bij het verwerken van de trauma’s. Tevens heb ik opgemerkt hoe belangrijk het is straffeloosheid tegen te gaan en aan bewijsvergaring te doen. Ik heb tot slot aangegeven dat de samenwerking met de Iraakse autoriteiten onontbeerlijk is om straffeloosheid tegen te gaan. Nederland blijft zich daarom inspannen voor versterking van deze samenwerking en zoekt daarbij ook nadrukkelijk de samenwerking met UNITAD.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius