[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Becker en Rajkowski over het bericht 'Erdogans Trolle Schwören sich auf Wahlkampf ein'

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2022D25162, datum: 2022-06-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-3146).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z06978:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

3146

Vragen van de leden Becker en Rajkowski (beiden VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties over het bericht «Erdogans Trolle schwören sich auf den Wahlkampf in Deutsland ein» (ingezonden 8 april 2022).

Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 15 juni 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2589.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Erdogans Trolleschwören sich auf den Wahlkampf in Deutsland ein»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 4

Hoe beoordeelt u het feit dat Turks-Duitse kiezers via Turkse verenigingen en social media, onder andere via influencers en trollen in aanloop naar de Turkse premier- en parlementsverkiezingen van 2023, beïnvloed worden in hun politieke keuzes?

Deelt u de mening dat het zeer onwenselijk en zorgelijk is dat Turkije via de Turkse diaspora in Europa haar invloed probeert uit te oefenen ten behoeve van de Turkse premier- en parlementsverkiezingen van 2023?

Antwoord 2 en 4

In het algemeen geldt dat het kabinet die vormen van buitenlandse inmenging waarmee statelijke actoren het fundament van de Nederlandse democratische rechtsorde en open samenleving kunnen aantasten, volstrekt ongewenst vindt (de integriteit van politieke en bestuurlijke besluitvorming, onafhankelijke rechtspraak, vrije en eerlijke verkiezingen en fundamentele vrijheden zoals persvrijheid en vrijheid van meningsuiting). Nederlandse burgers moeten, ongeacht hun achtergrond, in staat zijn in vrijheid eigen keuzes te maken als het gaat om de inrichting van hun leven, politieke voorkeur en de band met een land van herkomst of dat van hun ouders of grootouders. Mogelijke ongewenste activiteiten door vertegenwoordigers van de Turkse overheid en de veronderstelling dat deze activiteiten onderdeel zijn van een bewuste politiek, kunnen bij sommige Nederlanders van Turkse komaf voor een permanent gevoel van onveiligheid zorgen. Dit kan zo ver gaan dat deze mensen zich beperkt voelen in hun vrijheid van meningsuiting of zelfcensuur toepassen. Ook kan op deze wijze de export van spanningen vanuit Turkije naar ons land worden versterkt.

Dergelijke vormen van ongewenste buitenlandse inmenging zijn onacceptabel. Dit betekent dat de Turkse autoriteiten zich dienen te onthouden van ongewenste bemoeienis met de keuzes die Nederlandse burgers maken. Wanneer het kabinet constateert dat het Turkse diasporabeleid de grenzen van onze rechtsstaat overschrijdt, dan wel participatie van Nederlanders met een Turkse achtergrond belemmert, zal het kabinet niet aarzelen de Turkse autoriteiten op deze activiteiten aan te spreken. Dit optreden richting Turkije bij ongewenste buitenlandse inmenging past in de generieke – landen-neutrale – aanpak waarover uw Kamer in maart 2018 is geïnformeerd.2

Vraag 3 en 6

In hoeverre is in Nederland ook sprake van deze patronen van politieke beïnvloeding, al dan niet via social media in aanloop naar deze verkiezingen? Zo ja, welke signalen duiden hierop?

Welke signalen over deze aankomende verkiezingen zijn bekend als het gaat om het benaderen en zelfs trainen van Turkse-Nederlanders zoals wordt geschetst in het aangehaalde artikel, om de gunst van de Turkse gemeenschap te winnen voor de AKP-partij van president Erdogan?

Antwoord 3 en 6

Het is van belang een onderscheid te maken tussen het diasporabeleid van de Turkse overheid, dat onder meer wordt vormgegeven via Diyanet – het Turkse presidium voor Godsdienstzaken – en de verkiezingscampagne van de AKP in aanloop naar de verkiezingen in 2023. Het is bekend dat de AKP, net als andere Turkse partijen, steun hoopt te verwerven onder de stemgerechtigden die buiten Turkije wonen. Dat doen Nederlandse politieke partijen bij verkiezingen in Nederland ook in het buitenland, waarbij zij binnen de door dat land gestelde kaders dienen te blijven. Aangezien de AKP al lange tijd aan de macht is, bestaat er overlap tussen het diasporabeleid van de Turkse overheid en de uitgangspunten van de AKP. Er zijn ons op dit moment echter geen signalen bekend dat de Turkse overheid invloed probeert uit te oefenen ten behoeve van de verkiezingen in 2023. Uiteraard worden de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten gehouden.

Vraag 5

Wat is de huidige stand van zaken omtrent de contrastrategie om ongewenste bemoeienis uit Turkije jegens Nederlanders met een Turkse achtergrond tegen te gaan? Hoe vaak heeft u de afgelopen vier jaar de Turkse autoriteiten hierop aangesproken?

Antwoord 5

In maart 2018 is uw Kamer geïnformeerd over de aanpak van ongewenste buitenlandse inmenging. Deze aanpak is ook in 2022 onverminderd van kracht en er wordt doorlopend bekeken of de aanpak nog volstaat. De aanpak is landen-neutraal en bestaat uit de volgende drie onderdelen:

We verhogen de weerbaarheid van groepen in Nederland, die mogelijk negatieve gevolgen ondervinden van ongewenste buitenlandse inmenging. Het verhogen van de weerbaarheid van deze kwetsbare groepen is te allen tijde maatwerk.

We treden gecoördineerd en verstorend op bij actuele of dreigende incidenten, waarbij we in nauwe samenwerking tussen het nationale en lokale niveau een mix van bestuurlijke en strafrechtelijke maatregelen inzetten.

We gaan consequent de dialoog aan met landen die zich schuldig maken aan ongewenste inmenging in Nederland, waarbij we duidelijk aangeven wat we binnen de grenzen van de Nederlandse democratische rechtsorde toelaatbaar achten. Dit noemen we het diplomatieke spoor.

In de brede relatie tussen Turkije en Nederland vinden regelmatig gesprekken plaats tussen de Nederlandse en Turkse autoriteiten over diverse onderwerpen. Ook de relatie tussen de Turkse overheid en Nederlanders met een Turkse achtergrond is regelmatig het onderwerp van gesprek. De in het antwoord op vraag 2 en 4 genoemde boodschap wordt in deze gesprekken consequent uitgedragen.

Vraag 7, 8 en 9

Wat is de huidige stand van zaken van het weerbaarder maken van Nederlanders met een niet-westerse afkomst die kans lopen door middel van diasporapolitiek te worden benaderd voor bewuste politieke doeleinden in het land van herkomst?

Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot het ondersteuningsaanbod voor gemeenten en gemeenschappen ter bevordering van de sociale stabiliteit en versterking van de weerbaarheid?

Hoeveel gemeenten en gemeenschappen maken hier tot op heden gebruik van en wat doet u om dit aanbod onder de blijvende aandacht te brengen?

Antwoord 7, 8 en 9

De Ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en van Justitie en Veiligheid (JenV) (waaronder de NCTV en de Nationale Politie) spannen zich samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB) in om de sociale stabiliteit te bevorderen en de weerbaarheid van de samenleving in brede zin te versterken.

Binnen het Ministerie van SZW heeft de Expertise Unit Sociale Stabiliteit (ESS) de afgelopen jaren netwerken in verschillende gemeenschappen opgebouwd. Dit betreft onder andere de Turkse, Marokkaanse, Eritrese, Somalische, Syrische, islamitische en Afro-gemeenschap. ESS staat in contact met in totaal twaalf kennisnetwerken uit deze gemeenschappen. Hier worden expertise en handelingsperspectieven m.b.t. veerkracht en weerbaarheid gedeeld. Daarnaast adviseert ESS gemeenten over hoe om te gaan met onder andere polarisatie en spanningen in deze gemeenschappen. In 2021 is door negenenzeventig gemeenten een beroep gedaan op de kennis en kunde van ESS.

Gemeenten kunnen met hulpvragen onder meer terecht bij het Ondersteuningsnetwerk maatschappelijke onrust voor duiding of advies in gevallen van (dreigende) situaties van maatschappelijke onrust. Vanuit het netwerk is er in 2021 contact geweest met twintig gemeenten. Ook heeft de UvA in 2021 dertig cases van maatschappelijke onrust onderzocht. De bevindingen van dit onderzoek worden dit najaar gepubliceerd.

Om er voor te zorgen dat gemeenten en gemeenschappen zelf beter in staat zijn de sociale stabiliteit te bevorderen is het aanbod aan handreikingen, factsheets, opleidingen en contactpunten bij de rijksoverheid en andere partners op de brede thematiek van «maatschappelijke stabiliteit» sinds december 2021 gebundeld op de website https://maatschappelijkestabiliteit.nl/. Dit leeraanbod wordt periodiek geactualiseerd en samenwerkende partners onderhouden contacten met gemeenten en gemeenschappen om te signaleren op welke onderwerpen men extra ondersteuning wenst. De site is inmiddels 1700 keer geraadpleegd.

Naast bovenstaande wordt op dit moment gewerkt aan een nieuwe Agenda Veerkracht en Weerbaarheid. Zoals aangekondigd in de planningsbrief SZW zal de Minister van SZW uw Kamer hier na de zomer nader over informeren.3

Vraag 10

Is u bekend hoeveel kandidaten voor de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen zijn getraind door de Union of European Turkish Democrats (UETD)?

Antwoord 10

Deze cijfers zijn niet bekend bij de rijksoverheid.

Vraag 11

Wat doet u om te voorkomen dat post wordt gestuurd met een stemadvies vanuit de Turkse regering naar Nederlanders met een Turkse achtergrond?

Antwoord 11

In aanloop naar de Turkse verkiezingen in 2023 zal Nederland de boodschap overbrengen dat het geven van persoonlijk stemadvies door de Turkse overheid aan Nederlanders met een Turkse achtergrond niet gewenst is in welke vorm dan ook.

Vraag 12

Bent u bereid streng toe te zien op de richtlijn van Buitenlandse Zaken, die tot stand is gekomen naar aanleiding van onze Kamervragen, om campagnevoeren in de laatste drie maanden voor de verkiezingen door buitenlandse politieke ambtsdragers uit niet-EU-landen op Nederlands grondgebied te verbieden?

Antwoord 12

Absoluut. Sinds februari 2021 is het voor vertegenwoordigers van een buitenlandse overheid van buiten de EU niet meer toegestaan campagne te komen voeren in Nederland vanaf drie maanden voorafgaand aan verkiezingen in het desbetreffende derde land. Vertegenwoordigers van een buitenlandse overheid dienen daarnaast vooraf melding te maken bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken indien zij voornemens zijn naar Nederland af te reizen om een campagne-activiteit te ondernemen in de periode tot drie maanden voorafgaand aan verkiezingen in dat derde land. Buiten kijf staat dat het Nederlandse burgers is toegestaan om campagne-activiteiten en -bijeenkomsten te organiseren, ook over verkiezingen in derde landen. In aanloop naar de Turkse verkiezingen zal de Nederlandse overheid Turkije actief op de richtlijn van Buitenlandse Zaken wijzen.

Vraag 13

Welke mogelijkheden ziet u op korte termijn om buitenlandse/politieke beïnvloeding op sociale media platforms tegen te gaan wanneer het illegale content of desinformatie betreft, met het oog op verwachte wet- en regelgeving zoals de «Digital Services Act»?

Antwoord 13

In het algemeen is het kabinet van mening dat sociale media platformen een verantwoordelijkheid hebben om negatieve gevolgen van hun dienstverlening, zoals de verspreiding van desinformatie, aan te pakken. Op het gebied van desinformatie is het Europese uitgangspunt zelfregulering door online platformen (code of practice on online disinformation). Platformen als Facebook en Twitter hebben deze code ook ondertekend en committeren zich daarmee verschillende maatregelen te nemen om de verspreiding van desinformatie te verminderen. Deze code wordt naar verwachting voor komende zomer herzien.4 Wanneer de nieuwe gedragscode is gepubliceerd zal het kabinet uw Kamer informeren over het kabinetsstandpunt.

Daarnaast hebben de Europese Commissie, het Europees Parlement en de EU-lidstaten op 23 april een politiek akkoord bereikt over de zogenoemde Digital Services Act («DSA»). De DSA vervangt de Richtlijn Elektronische Handel en stelt aanvullende verplichtingen aan internet tussenpersonen om illegale content op onder meer platformen tegen te gaan. De DSA regelt onder meer dat internet tussenpersonen verplicht zijn om actie te ondernemen wanneer zij er weet van hebben dat hun diensten worden gebruikt voor het verspreiden of opslaan van strafbare of onrechtmatige content. Indien ze dit nalaten dan kunnen zij aansprakelijk worden gesteld voor die content.

Voor wat betreft schadelijke maar legale content bepaalt de DSA dat zeer grote online platformen onder meer verplicht zijn om jaarlijks te onderzoeken of de inrichting van hun dienst systemische risico’s met zich meebrengt. Zoals de verspreiding van desinformatie die democratische verkiezingsprocessen kan schaden. Als zij vaststellen dat dit het geval is dan moeten ze maatregelen nemen om dat te adresseren. Bijvoorbeeld door aanpassing van aanbevelingsalgoritmes of door deelname aan een gedragscode, zoals de genoemde vernieuwde gedragscode. De DSA verplicht niet tot het verwijderen van content die door sommigen weliswaar als ongewenst kan worden beschouwd, maar niet als illegaal (strafbaar of onrechtmatig) kan worden geclassificeerd. Zeer grote online platformen moeten deze maatregelen ook door externe onafhankelijke auditors laten onderzoeken en beoordelen. Het akkoord over de DSA wordt de komende tijd nog voor instemming voorgelegd aan de Raad van Ministers en het Europees Parlement. Na een overgangstermijn moet de DSA vanaf medio 2024 gaan gelden.


  1. https://www.welt.de/politik/deutschland/article237771983/Erdogans-Trolle-schwoeren-sich-auf-Wahlkampf-in-Deutschland-ein.html.↩︎

  2. Kamerstuk 30 821, nr. 42.↩︎

  3. Kamerstuk 35 925 XV, nr. 88.↩︎

  4. Kamerstuk 22 112, nr. 3139.↩︎