Gewijzigd amendement van het lid Bisschop ter vervanging van nr. 11 over het herinvoegen van het vereiste dat sprake moet zijn van een 'ernstig' in plaats van een 'redelijk' vermoeden van wanbeheer
Wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met onder andere de uitbreiding van het bestuurlijk handhavingsinstrumentarium (Wet uitbreiding bestuurlijk instrumentarium onderwijs)
Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)
Nummer: 2022D25452, datum: 2022-06-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-35920-20).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R. Bisschop, Tweede Kamerlid (Ooit SGP kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35920 -20 Wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met onder andere de uitbreiding van het bestuurlijk handhavingsinstrumentarium (Wet uitbreiding bestuurlijk instrumentarium onderwijs).
Onderdeel van zaak 2022Z12354:
- Indiener: R. Bisschop, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
35 920 Wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met onder andere de uitbreiding van het bestuurlijk handhavingsinstrumentarium (Wet uitbreiding bestuurlijk instrumentarium onderwijs)
Nr. 20 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID BISSCHOP TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 11
Ontvangen 16Ā juni 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel B, wordt in het voorgestelde artikelĀ 153a, eerste lid, onderdeelĀ b, Ā«redelijkĀ» vervangen door Ā«ernstigĀ».
II
In artikel II, onderdeel B, wordt in het voorgestelde artikelĀ 132a, eerste lid, onderdeelĀ b, Ā«redelijkĀ» vervangen door Ā«ernstigĀ».
III
In artikel III, onderdeel C, wordt in het voorgestelde artikelĀ 3.38a, eerste lid, onderdeelĀ b, Ā«redelijkĀ» vervangen door Ā«ernstigĀ».
IV
In artikel IV, onderdeel E, wordt in het voorgestelde artikelĀ 6.2.3c in het opschrift en in het eerste lid, onderdeelĀ b, Ā«redelijkĀ» telkens vervangen door Ā«ernstigĀ».
V
In artikel IV, onderdeel I, wordt in het voorgestelde artikelĀ 3.1.6, eerste lid, onderdeelĀ b, Ā«redelijkĀ» vervangen door Ā«ernstigĀ».
VI
In artikel V, onderdeel B, wordt in het voorgestelde artikelĀ 9.9b, eerste lid, onderdeelĀ b, Ā«redelijkĀ» vervangen door Ā«ernstigĀ».
VII
In artikel V, onderdeel E, wordt in het voorgestelde artikelĀ 10.3e1, eerste lid, onderdeelĀ b, Ā«redelijkĀ» vervangen door Ā«ernstigĀ».
VIII
In artikel V, onderdeel G, wordt in het voorgestelde artikelĀ 11.7b, eerste lid, onderdeelĀ b, Ā«redelijkĀ» vervangen door Ā«ernstigĀ».
IX
In artikel VI, onderdeel B, wordt in het voorgestelde artikelĀ 122a, eerste lid, onderdeelĀ b, Ā«redelijkĀ» vervangen door Ā«ernstigĀ».
X
In artikel VII, onderdeel D, wordt in het voorgestelde artikelĀ 6.2.6 in het opschrift en in het eerste lid, onderdeelĀ b, Ā«redelijkĀ» vervangen door Ā«ernstigĀ»
XI
In artikel VII, onderdeel H, wordt in het voorgestelde artikelĀ 10.1a, eerste lid, onderdeelĀ b, Ā«redelijkĀ» vervangen door Ā«ernstigĀ».
Toelichting
De mogelijkheid om reeds bij een redelijk vermoeden van wanbeheer een spoedaanwijzing te kunnen geven, verlaagt de drempel voor de Minister aanmerkelijk om preventief in te grijpen, terwijl daarvoor achteraf bezien onvoldoende grond bleek te bestaan. De Afdeling advisering van de Raad van State heeft daarom terecht gesteld dat sprake zou moeten zijn van een ernstig vermoeden van wanbeheer. Het komt niet alleen zwabberend over dat de regering het voorstel op dit punt opnieuw heeft aangepast, maar het vormt inhoudelijk gezien een te lichtvaardige inbreuk op de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. Dit amendement houdt daarom vast aan de lijn dat bij een spoedaanwijzing sprake dient te zijn van een ernstig vermoeden van wanbeheer.
Bisschop