[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Kennisgeving onderzoek naar mogelijkheid en wenselijkheid militaire bijdrage aan de NAVO-missie in Irak

Nederlandse deelname aan vredesmissies

Brief regering

Nummer: 2022D25752, datum: 2022-06-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29521-447).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29521 -447 Nederlandse deelname aan vredesmissies.

Onderdeel van zaak 2022Z12461:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies

Nr. 447 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 juni 2022

Zoals gemeld in de Kamerbrief Samenhangende Nederlandse inzet in het kader van de collectieve verdediging en in missies en operaties ter bevordering van de internationale rechtsorde 2022–2025 (d.d. 17 juni 2022, hierna: Samenhangbrief, Kamerstuk 29 521, nr. 446), die de Kamer gelijktijdig met deze kennisgevingsbrief toegaat, kiest het kabinet ervoor het mandaat voor de brede veiligheidsinzet in Irak te verlengen tot en met 31 juli 2025.

In de Samenhangbief staat eveneens dat het kabinet het zwaartepunt van de Nederlandse inzet wil verplaatsen van Operation Inherent Resolve van de anti-ISIS-coalitie, die in de laatste fase van de militaire campagne zit, naar de NAVO-missie in Irak (NMI), die gericht is op institutionele versterking van de Iraakse veiligheidssector. NMI voert activiteiten in steeds grotere mate onafhankelijk van OIR uit (zie ook Kamerbrief voortgang Nederlandse bijdrage anti-ISIS coalitie en brede veiligheidsinzet Irak, d.d. 18 mei jl.) (Kamerstuk 29 521, nr. 991). Hiervoor wordt doorlopend een beroep gedaan op capaciteiten van bondgenoten.

Wij melden u hierbij dat het kabinet, in het licht van het bovenstaande, en in overeenstemming met het Toetsingskader 2014, de wenselijkheid en mogelijkheid van een additionele bijdrage aan NMI onderzoekt. Concreet wordt daarbij gedacht aan een bijdrage met force protection en gepantserde transportcapaciteit in Bagdad en omgeving. Zodra daartoe aanleiding is, zullen wij u nader informeren.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra

De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren