Afschrift van de brief aan vicepresident Dombrovskis inzake actief EU-handelsbeleid
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Brief regering
Nummer: 2022D26011, datum: 2022-06-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2505).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2505 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .
Onderdeel van zaak 2022Z12580:
- Indiener: E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
- 2022-06-30 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-06-30 13:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
- 2022-10-19 13:00: Informele Raad Buitenlandse Zaken Handel (Commissiedebat), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
- 2022-11-10 14:45: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2505 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 juni 2022
Hierbij stuur ik u conform de afspraken omtrent de EU-informatievoorziening bijgevoegde brief aan Vicepresident Dombrovskis inzake EU-handelsbeleid. Op initiatief van Zweden hebben Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Malta, Portugal, Slovenië, Spanje, Tsjechië en Nederland deze brief op 20 juni 2022 aan Vicepresident Dombrovskis van de Europese Commissie gestuurd en met de Raad een afschrift gedeeld.
In de brief onderstrepen mijn collega’s en ik de noodzaak en het belang van weerbare waardeketens, strategische partnerschappen, kennisuitwisseling en open handel. De Russische agressie en invasie van Oekraïne, alsook de COVID-pandemie maken dat eens te meer duidelijk. Juist nu moet de EU beter gebruik maken van haar potentieel om de mondiale handelsagenda en handelsregels vorm te geven. Dit vraagt om een proactief, open en eerlijk handelsbeleid. Daarnaast wijzen de ondertekenaars erop dat EU-handelsbeleid niet in een vacuüm opereert. Andere landen sluiten met succes handelsakkoorden af om hun positie in de wereldeconomie geopolitiek te versterken. Volgens de ondertekenaars van de brief mag de EU hierin niet achterblijven. Daarom roepen zij op om voortvarender op te treden in het onderhandelen, ondertekenen en in werking laten treden van handelsakkoorden. Hierdoor verzekeren we ons van toegang tot belangrijke derde markten, garanderen we onze lange-termijn economische groei en versterken we ons geopolitiek gewicht in de wereld.
De brief is in lijn met het coalitieakkoord, waarin is afgesproken dat Nederland een actief handelsbeleid voert, waarbij handels- en investeringsverdragen een belangrijk instrument zijn. Ook sluit de brief aan op het verzoek in de motie van het lid Hammelburg (Kamerstuk 36 045, nr. 78) om een concreet plan voor het sluiten van handels- en investeringsakkoorden bij de diversificatie van handelspartners. Naast een algemene oproep om te komen tot meer handelsakkoorden, worden in de brief ook specifieke partners genoemd waarmee de onderhandelingen over een handelsakkoord zouden moeten worden versneld. Ook wordt verwezen naar een aantal door de Commissie onderhandelde akkoorden, die de EU, met robuuste en afdwingbare duurzaamheidsafspraken, zou moeten proberen aan te nemen en implementeren. Met het oog op de eerder door uw Kamer aangenomen gewijzigde motie over het EU-Mercosur akkoord1 hecht ik eraan te herhalen dat het kabinet pas een positie over dit akkoord zal innemen wanneer de Commissie de definitieve teksten voor besluitvorming voorlegt aan de Raad.
Met het ondertekenen van deze brief wordt niet vooruitgelopen op de uiteindelijke Nederlandse positie ten aanzien van een EU-Mercosur akkoord. Dat heb ik de Commissie ook laten weten.
De Minister voor Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
Kamerstuk 21 501-20, nr. 1521.↩︎