[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake Jaarverslagen en Slotwetten over het jaar 2021 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, B het Gemeentefonds en C het Provinciefonds (Kamerstuk 36100-VII)

Jaarverslag en slotwet Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2021

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2022D26184, datum: 2022-06-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D26184).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z08650:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2022D26184 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties enkele vragen en opmerkingen over de Jaarverslagen over het jaar 2021, hoofdstuk VII van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, B het Gemeentefonds en C het Provinciefonds.

De voorzitter van de commissie,
Hagen

De griffier van de commissie,
De Vos

Inhoudsopgave Blz.
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties 2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie 2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie 3
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie 5
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie 6
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie 8
II Antwoord/ reactie van de Minister 8
III Volledige agenda 8

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de jaarverslagen over het jaar 2021 Hfst. VII het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, B het Gemeentefonds, C het Provinciefonds. Deze leden hebben naar aanleiding van de geagendeerde stukken meerdere vragen en opmerkingen.

Jaarverslag en Slotwet Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2021

Artikel 1. Openbaar bestuur en democratie (p.32)

De leden van de VVD-fractie lezen dat er gewezen wordt op de monitor Democratie in Actie, een samenwerkingsprogramma van het Ministerie van BZK, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en beroeps- en belangenverenigingen in het decentraal bestuur. Is dit naar het oordeel van de Minister het voornaamste instrument om het vertrouwen in de overheid te vergroten, of zijn er andere projecten die zich hierop richten?

De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat de verantwoordingsstukken weinig inzicht bieden wat er in 2021 is gedaan om het vertrouwen in de overheid te vergroten. Uiteraard is herstel van vertrouwen een zaak van alle ministeries, maar de Minister van BZK heeft daarin wel een specifieke rol. Kan de Minister aangeven welke acties zijn ondernomen om het vertrouwen in de overheid te vergroten en wat de resultaten hiervan zijn?

De leden van de VVD-fractie lezen in het BZK-Jaarverslag over 2021 een overzicht van afgerond evaluatieonderzoek, waaronder de monitor Democratie in Actie. De leden van de VVD-fractie merken op dat de link waarnaar in het jaarverslag wordt verwezen weliswaar inzicht geeft in wat er binnen het project Democratie in Actie is ondernomen, maar biedt naar de opvatting van de VVD-fractie weinig inzicht in wat dat concreet heeft opgeleverd. Is hiermee het vertrouwen van burgers in de democratie of de overheid vergroot? Of was dat geen doel van dit project? Is de Minister het met de leden van de VVD-fractie eens dat er weinig zicht is op de operationele doelen en heldere indicatoren om te bepalen of de nagestreefde doelen zijn behaald? Zo ja, wat gaat zij doen om dat de komende jaren te verbeteren?

Artikel 3. Woningmarkt (p.53)

De leden van de VVD-fractie merken op dat indicatoren uit verschillende beleidsprogramma’s, zoals het aantal betaalbare woningen voor mensen met een middeninkomen, ontwikkeling van de huurquote voor diverse inkomensgroepen en het aantal nieuw gerealiseerde woningen inclusief het aandeel betaalbaar, vaak ontbreken in het jaarverslag of worden verstopt in de tekst. Kan de Minister de belangrijkste indicatoren uit de recente beleidsprogramma’s (zoals de programma’s betaalbaar wonen, een thuis voor iedereen etc.) op het gebied van wonen in toekomstige jaarverslagen opnemen, zodat de resultaten van de uitgaven in beeld komen?

Hoe beoordeelt de Minister de effectiviteit van de woningbouwimpuls in die zin dat deze leidt tot de bouw van extra woningen? Ziet de Minister mogelijkheden om de vormgeving op dit punt te verbeteren?

Aanbieding van het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2021 bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ontwikkelingen in de bedrijfsvoering (p.17)

De leden van de VVD-fractie merken op dat het aantal onvolkomenheden, zoals geoordeeld door de Algemene Rekenkamer, in 2021 is gedaald van tien naar vijf. Dat is een goede zaak, zo menen zij. Maar dat neemt niet weg, dat er nog steeds onvolkomenheden zijn op het gebied van IT-beheer, terwijl dat in deze digitale tijd zo belangrijk is. Welke verdere acties is de Minister voornemens te ondernemen om andere ministeries te stimuleren hun IT-systemen te verbeteren, opdat deze IT-systemen, inclusief informatiebeveiliging, voldoen aan de gestelde eisen? Graag krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de Minister.

Onvolkomenheden (p.23)

Verder constateert de Algemene Rekenkamer dat al vier jaar niet zeker is of de bedragen kloppen die de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) bij (overheids)organisaties in rekening brengt voor het gebruik van informatie uit de centrale databank met persoonsgegevens. In de reactie op het rapport van de Algemene Rekenkamer stelt de Minister dat gewerkt is aan het aantoonbaar maken van de betrouwbaarheid van het aantal uitgewisselde berichten. De Rijksdienst ontvangt nu voor alle partijen behalve DICTU jaarlijks derdenverklaringen om de juistheid en de volledigheid van de aantallen aan te tonen. Voor DICTU zal halverwege 2022 een derdenverklaring worden opgeleverd. Op deze wijze krijgt de RvIG eerder in het jaar zekerheid. In hoeverre is met deze derdenverklaring voor DICTU het probleem opgelost? Of zijn er nog andere problemen bij andere organisaties die om een oplossing vragen? Zo ja, welke? Graag krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de Minister.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken op de agenda en hebben naar aanleiding daarvan de volgende vragen. Deze leden zullen ingaan op vijf onderwerpen, die hierna nader worden toegelicht.

– Leesbaarheid van de verantwoordingsstukken;

– Uitvoeringsorganisaties;

– Rijksbrede rol Minister BZK op IT-terrein;

– Vertrouwen in de overheid (artikel 1);

– De woningmarkt (artikel 13).

Leesbaarheid verantwoordingsstukken: veel ruimte voor verbetering

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de verantwoordingsstukken. De begroting omvatte in 2021 een kleine 9 miljard euro aan uitgaven, ongeveer 2,7% van de totale rijksuitgaven over 2021. Deze leden vinden het belangrijk dat de Kamer deze uitgaven en de doelen die hiermee bereikt zijn goed controleert. Deze leden vinden het belangrijk de dat de verantwoordingsstukken (de Slotwet en bijbehorende memorie van toelichting, het Jaarverslag en het verantwoordingsonderzoek van de Algemene Rekenkamer) toegankelijk en inzichtelijk zijn. Het ontbreken van concrete doelen beperkt de informatiewaarde van de jaarverslagen. Deze leden vragen de bewindspersonen om bij volgende jaarverslagen en begrotingen in alle artikelen operationele doelen toe te voegen, en deze te voorzien van enkele indicatoren om de voortgang zichtbaar te maken. Daarnaast vragen de leden van de D66-fractie om in de toelichtende teksten een meer inhoudelijke in plaats van begrotingstechnische duiding te geven.

Meer inzicht in voortgang uitvoeringsorganisaties gewenst

De leden van de D66-fractie onderstrepen de conclusies uit het rapport «Klem tussen balie en beleid» van de Tijdelijke Commissie Uitvoeringsorganisaties (TCU). Tijdens het lezen van de verantwoordingsstukken viel het deze leden op dat er weinig inzicht wordt gegeven over de status van de uitvoeringsorganisaties die onder het beleidsterrein van de Minister vallen.

De leden van de D66-fractie vragen de Minister om in het volgende jaarverslag, ten aanzien van de uitvoeringsorganisaties die onder het ministerie vallen, een overzicht op te nemen met heldere operationele doelen en indicatoren die inzicht bieden in de stand van zaken per uitvoeringsorganisatie. Verder vragen deze leden dat bij het formuleren van de operationele doelen, nadrukkelijk het burgerperspectief mee te nemen.

Rijksbrede rol Minister BZK op IT-terrein behoeft versterking

De leden van de D66-fractie zijn verheugd te lezen dat de Algemene Rekenkamer in het Verantwoordingsonderzoek 2021 over het Ministerie van BZK vrij positief is over de financiële gang van zaken binnen het ministerie. Deze leden constateren dat dit jaar 5 van de 10 onvolkomenheden van het jaar daarvoor zijn opgelost. Verder constateren zij dat bij de 5 resterende «probleemgevallen» er een behoorlijke ontwikkeling gaande is in het oplossen ervan.

Toch hebben deze leden nog vragen die betrekking hebben op de rijksbrede rol van de Minister van BZK op IT-terrein. De Minister heeft op dat terrein een rijksbrede coördinerende taak. De Minister erkent dat, maar verschilt met de Rekenkamer van mening over de manier waarop deze rol moet worden ingevuld en de snelheid waarmee dat gebeurt. De Minister geeft aan via meerjarige plannen kaders op te gaan stellen met minimale eisen voor het beheer van IT-systemen bij alle ministeries. De leden van de D66-fractie vragen de Minister om een toezegging wanneer deze plannen gereed en uitgevoerd zijn. Ook horen deze leden graag hoe zij het toezicht op de uitvoering van deze plannen vorm gaat geven.

Vertrouwen in de overheid (artikel 1)

De leden van de D66-fractie constateren dat het vertrouwen in de overheid een belangrijk thema is binnen het maatschappelijke debat. Daarover wordt vaak gesproken, in deze Kamer en daarbuiten. De Minister van BZK heeft op dit terrein een bijzondere verantwoordelijkheid, gelet op onder meer het begrotingsartikel Openbaar bestuur en democratie (artikel 1) en de daaronder vallende beleidsprioriteiten, zoals een sterke en levendige democratie. Deze leden merken op dat in de verantwoordingstukken weinig inzicht wordt gegeven over wat er in 2021 is gedaan om het vertrouwen te vergroten. Kan de Minister aangeven welke acties zijn ondernomen om het vertrouwen in de overheid te vergroten en wat de resultaten hiervan zijn?

Deze leden merken op dat in de BZK-begroting (memorie van toelichting) van 2021 met name wordt gewezen op de monitor Democratie in Actie, een samenwerkingsprogramma van het Ministerie van BZK, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en beroeps- en belangenverenigingen in het decentraal bestuur. Is dit naar het oordeel van de Minister het voornaamste instrument om het vertrouwen in de overheid te vergroten, of zijn er andere projecten die zich hierop richten?

De leden van de D66-fractie merken op dat in het BZK-Jaarverslag over 2021 op p. 258 een overzicht van afgerond evaluatieonderzoek, waaronder de monitor Democratie in Actie wordt weergegeven. Deze leden merken op dat het nog steeds onduidelijk is of hiermee het vertrouwen van burgers in de democratie of de overheid vergroot? Of was dat geen doel van dit project? Deze leden vragen aan de Minister wat gaat zij doen om het vertrouwen in de overheid de komende jaren te verbeteren?

Verder constateren de leden van de D66-fractie dat de Algemene Rekenkamer in haar verantwoordingsonderzoek vaststelt dat ten aanzien van een aantal begrotingsartikelen er sprake is van begrotingsonrechtmatigheden en inkoop- en aanbestedingsfouten (p. 11). Onder andere is een mutatie ten onrechte niet (tijdig) gemeld aan de Kamer (p. 14). Deze leden zijn van mening dat dat niet bijdraagt aan het vertrouwen in de overheid. Wat gaat de Minister doen om niet tijdige meldingen in de toekomst te voorkomen? En hoe wordt voorkomen dat zich in het vervolg inkoop- en aanbestedingsfouten in deze mate kunnen voordoen?

Woningmarkt (artikel 3): beter inzicht in effectiviteit middelen mogelijk

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling specifiek gekeken naar artikel 3, waar het beleid voor de woningmarkt wordt verantwoord. Deze leden constateren dat de rode draad daarbij is de vraag in hoeverre het jaarverslag inzicht geeft in de resultaten die met het beleid en de middelen zijn behaald. Er is in 2021 5,4 miljard euro besteed op artikel 3; dat is 0,8 miljard euro meer dan in 2020. Over de paragraaf in het jaarverslag over wonen hebben deze leden nog de volgende vragen.

Kan de Minister de belangrijkste indicatoren uit de recente beleidsprogramma’s (zoals de programma’s betaalbaar wonen, een thuis voor iedereen etc.) op het gebied van wonen in toekomstige jaarverslagen opnemen, zodat de resultaten van de uitgaven in beeld komen?

Hoe beoordeelt de Minister de effectiviteit van de woningbouwimpuls in die zin dat deze leidt tot de bouw van extra woningen? Ziet de Minister mogelijkheden om de vormgeving op dit punt te verbeteren? Heeft de Minister een evaluatie van het Volkshuisvestingsfonds gepland, en zo ja, wanneer?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie danken de regering voor het antwoord op de gestelde vragen over de jaarverslagen van 2021 en merken tegelijk op dat zij betreuren dat hierover geen debat plaatsvindt. Zij zullen van de gelegenheid gebruik maken om desalniettemin enkele zaken te bespreken in deze schriftelijke ronde.

De leden van de fractie van de SP vroegen naar hoe burgersignalen die binnenkomen bij het ministerie wordt behandeld. Het antwoord laat echter in het midden of de signalen die binnenkomen bij Binnenlandse Zaken ook daadwerkelijk onder de aandacht van de Minister worden gebracht en of deze signalen ook inhoudelijk worden besproken. Hoeveel van de burgersignalen zijn bijvoorbeeld daadwerkelijk opgepikt en is actie op ondernomen? Hoe is dat beeld op andere ministeries?

De leden van de SP-fractie willen verder nog enkele opmerkingen maken over het openbaarmakingsbeleid van de agenda’s van bewindspersonen. Voor deze leden is het evident dat transparantie over de zakelijke agenda van bewindspersonen bijdraagt aan een sterke democratie. Zij betreuren dan ook dat bij grote lobbyevenementen, zoals het World Economic Forum of andere grootschalige lobbyaangelegenheden niet de noodzaak bestaat te openbaren met wie of op z’n minst waarover door bewindslieden wordt gesproken in formele overleggen. Bij dit soort evenementen is volgens de genoemde leden een melding van aanwezigheid bij een dusdanig evenement immers wat vaag; gezien de vele lobbyisten en de meerdere afspraken die bewindslieden daar naar alle waarschijnlijk zullen hebben. Kan de verplichting worden opgenomen dat bewindslieden ook de dit soort informatie openbaren? Zo nee, kan er uitgebreid toegelicht worden waarom niet?

De leden van de SP-fractie vragen verder naar de inzet van algoritmes binnen het departement. Nu er geen overzicht is welke algoritmes er worden gebruikt en het rapport over de vervuilde data nog niet naar de Kamer wordt gezonden, is er dus geen garantie dat op dit moment algoritmes worden gebruikt die verstrekkende onevenredige nadelige gevolgen voor mensen kunnen hebben. Klopt dit? Zo nee, kan er toegelicht worden waarom niet? Zo ja, waarom wordt het gebruik van algoritmes niet gestopt, tenzij zeker is dat er geen verstrekkende onevenredige nadelige gevolgen voor mensen uit voortvloeien? Genoemde leden lezen dat het rapport over het opruimen van vervuilde data voor de zomer naar de Kamer wordt gestuurd. Is het rapport wel klaar? Zo ja, waarom wordt het niet met de Kamer gedeeld? Zo nee, kan er worden aangegeven welk tijdspad is gevolgd bij totstandkoming van het rapport?

De leden van de fractie van de SP vragen verder naar de externe inhuur. Gezien het grote aantal communicatiemedewerkers in dienst van de overheid vragen deze leden waarom het noodzakelijk is ook een post voor externe inhuur voor communicatieadvies te hebben en te gebruiken.

De leden van de fractie van GroenLinks hebben met belangstelling kennisgenomen van het jaarverslag en het verantwoordingsonderzoek. Deze leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen aan de regering.

Allereerst zouden de leden van de GroenLinks-fractie graag een nadere reactie van de regering ontvangen over op welke wijze en met welk tijdspad de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer worden opgevolgd. Voor een aantal onderdelen zijn al meerdere jaren op rij onvolkomenheden geconstateerd en zijn ook al meerdere jaren op rij toezeggingen gedaan om de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer op te volgen. Wat gaat het kabinet eraan doen om ervoor te zorgen dat de aanbevelingen dit jaar wel voldoende worden opgevolgd? En kan de Minister van BZK hierbij ook ingaan op haar rol als coördinerend Minister voor de bedrijfsvoering van het Rijk waar het de aanbevelingen betreft over de bedrijfsvoering bij andere ministeries?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben eerder bij het debat over de Wet financiering politieke partijen hun zorgen geuit over de controle van het aantal daadwerkelijke subsidiabele leden van politieke partijen. Kan de Minister van BZK aangeven hoe we het toezicht hierop kunnen aanscherpen, zodat we er zekerder van kunnen zijn dat het aantal leden dat een politieke partij doorgeeft overeenkomt met het werkelijk aantal subsidiabele leden? En wanneer de Minister niet meer kan doen dan afgaan op de accountantsrapporten die politieke partijen zelf aanleveren, is zij dan bereid te onderzoeken hoe hier in de toekomst beter (toe)zicht op kan komen? Zo nee, waarom niet?

Ten aanzien van de woningmarkt hebben de leden van de fractie van GroenLinks ook enkele vragen. Kan de regering per provincie een overzicht geven van het aantal woningen dat voor 2021 gepland stond om te worden opgeleverd, het aantal woningen dat daadwerkelijk is opgeleverd en bij de verschillen duidelijk aangeven wat de redenen waren dat het aantal opgeleverde woningen is achtergebleven? En kan daarbij ook worden aangegeven wat de regering concreet gaat doen om deze achterstanden in 2022 in te lopen? Kan de regering ook aangeven hoeveel woningen er extra zijn gebouwd door de woningbouwimpuls in 2021?

Voorts willen de leden van de fractie van GroenLinks graag aandacht vragen voor huurders die wel recht hebben op huurtoeslag, maar hier geen gebruik van maken. Hoeveel mensen waren dit in het jaar 2021 en op welke wijze worden deze huurders actief gewezen op het alsnog aanvragen van huurtoeslag?

De leden van de GroenLinks-fractie hechten veel waarde aan goede huurbescherming. Zij vinden daarom dat de Huurcommissie laagdrempelig toegankelijk moet zijn. Kan de regering aangeven hoe zij aankijkt tegen de huidige wachttijden bij de Huurcommissie en of dit volgens de regering acceptabele wachttijden zijn? Nu er plannen zijn om het middensegment verder te reguleren komen er in de nabije toekomst mogelijk veel meer verzoeken bij de Huurcommissie terecht. Kan de regering hier een inschatting bij geven? Hoeveel extra zaken zouden er mogelijk bij de Huurcommissie worden aangedragen wanneer huren tot bijvoorbeeld 1.250 euro worden gereguleerd? Als deze cijfers niet precies gegeven kunnen worden, kan dan wel een globale schatting gegeven worden? En wat betekent dit volgens de regering voor de capaciteit en de doorlooptijden bij de Huurcommissie?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben zorgen over het aantal daklozen in Nederland. Kan de regering aangeven wat zij in 2021 concreet heeft gedaan en wat deze acties concreet hebben opgeleverd om dak- en thuislozen aan een dak boven het hoofd te helpen?

Zoals bekend hebben de leden van de fractie van GroenLinks zorgen over de invoering van de Omgevingswet. Nu de Omgevingswet al enkele keren is uitgesteld lopen ook de kosten voor het rijk en voor de medeoverheden op. Kan de regering een overzicht geven hoeveel extra kosten het rijk, provincies, gemeenten en waterschappen hebben gemaakt in 2021 als gevolg van het uitstel van de invoering van de Omgevingswet? Kan hierbij ook cumulatief worden weergeven hoeveel het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen tot nu toe hebben uitgegeven aan de invoering van de Omgevingswet en hoeveel euro er nog gereserveerd is voor de verdere invoering? Deelt de regering de mening dat door de problemen bij het DSO de medeoverheden hier niet voor mogen opdraaien als de vertraging niet aan hen te wijten is? Zo ja, kan de regering toezeggen dat de extra kosten die de medeoverheden moeten maken volledig gecompenseerd zullen worden? Zo nee, waarom niet?

Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie heeft met interesse kennisgenomen van de bij dit overleg horende documenten.

Het lid van de BBB-fractie hoort graag van de Minister of hij voornemens is om aan onderwijsinstellingen en universiteiten eisen te stellen op het gebied van studentenhuisvesting voor studenten met een andere nationaliteit dan de Nederlandse. En zo nee, waarom niet en hoe hij dan denkt te voorkomen dat onderwijsinstellingen en universiteiten ongebreideld buitenlandse studenten werven die vervolgens de woningmarkt verder verstoren en/of dakloosheid ingedreven worden.

Verder verneemt het lid van de BBB-fractie graag hoever het is met het mogelijk maken van subsidies voor isolatiemaatregelen bij doe-het-zelvers, nu de overspannen arbeidsmarkt en inflatie het voor honderdduizenden huishoudens niet mogelijk maken dat zijn dit door bedrijven uit laten voeren.

II Antwoord/ Reactie van de Minister

III. Volledige agenda

Beantwoording vragen commissie over het Jaarverslag Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2021 (Kamerstuk 36 100 VII, nr. 7) – Brief regering d.d. 08-06-2022, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot.

Jaarverslag Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2021 (Kamerstuk 36 100 VII, nr. 1) – Brief regering d.d. 18-05-2022, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot.

Jaarverslag Gemeentefonds 2021 (Kamerstuk 36 100 B, nr. 1) – Brief regering d.d. 18-05-2022,

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot.

Jaarverslag Provinciefonds 2021 (Kamerstuk36 100 C, nr. 1) – Brief regering d.d. 18-05-2022,

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot.

Aanbieding van het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2021 bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Kamerstuk 36 100 VII, nr. 2) – Rapport/brief Algemene Rekenkamer d.d. 18-05-2022, president van de Algemene Rekenkamer, A.P. Visser.

Aanbieding van het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2021 bij het Gemeentefonds (Kamerstuk 36 100 B, nr. 2) – Rapport/brief Algemene Rekenkamer d.d. 18-05-2022, president van de Algemene Rekenkamer, A.P. Visser.

Aanbieding van het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2021 bij het Provinciefonds (Kamerstuk 36 100 C, nr. 2) – Rapport/brief Algemene Rekenkamer d.d. 18-05-2022, president van de Algemene Rekenkamer, A.P. Visser.

Budgettaire mutaties van de begrotingen Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Staten-Generaal, Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad, Gemeentefonds en Provinciefonds sinds de tweede suppletoire begroting 2021 (Kamerstuk 35 925 VII, nr. 101) – Brief regering d.d. 13-12-2021, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren.