[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van een commissiedebat, gehouden op 22 juni 2022, over Hoofdlijnenbrief cultuur 2022: Herstel, vernieuwing en groei (tweede termijn)

Nieuwe visie cultuurbeleid

Verslag van een commissiedebat

Nummer: 2022D26573, datum: 2022-07-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32820-479).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32820 -479 Nieuwe visie cultuurbeleid.

Onderdeel van zaak 2022Z10183:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid

Nr. 479 VERSLAG VAN EEN COMMISSIEDEBAT

Vastgesteld 25 juli 2022

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft op 22 juni 2022 overleg gevoerd met mevrouw Uslu, Staatssecretaris Cultuur en Media, over:

de brief van de Staatssecretaris Cultuur en Media d.d. 14 juni 2022 inzake stand van zaken over de moties en toezeggingen met betrekking tot cultuur: Herstel, vernieuwing en groei (Kamerstuk 32 820, nr. 469);

de brief van de Staatssecretaris Cultuur en Media d.d. 23 mei 2022 inzake hoofdlijnen cultuur 2022: Herstel, vernieuwing en groei (Kamerstuk 32 820, nr. 467);

de brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 29 januari 2021 inzake beleidsvisie collecties uit een koloniale context (Kamerstuk 32 820, nr. 405);

de brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 13 december 2021 inzake onderzoeksrapport «Geven en werven in de culturele sector in Nederland 2011–2020» (Kamerstuk 32 820, nr. 454);

de brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 22 december 2021 inzake leenrechtvergoeding bij de Bibliotheek op school (Kamerstuk 33 846, nr. 68);

de brief van de Staatssecretaris Cultuur en Media d.d. 15 februari 2022 inzake beleidsreactie op het rapport «Naar een verbeterde registratie van de rijkscollectie» (Kamerstuk 32 820, nr. 461);

de brief van de Staatssecretaris Cultuur en Media d.d. 9 maart 2022 inzake toezegging, gedaan tijdens het wetgevingsoverleg van 16 december 2021, over het plan voor een tournee van het schilderij De Vaandeldrager (Kamerstuk 35 984, nr. 15);

de brief van de Staatssecretaris Cultuur en Media d.d. 25 mei 2022 inzake steun voor culturele makers op de vlucht vanwege Russische agressie in Oekraïne (Kamerstukken 32 820 en 36 045, nr. 468);

de brief van de Staatssecretaris Cultuur en Media d.d. 18 mei 2022 inzake verslag van de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed over het toezicht 2021 op basis van de Archiefwet, de Erfgoedwet en internationale verdragen (Kamerstuk 35 925-VIII, nr. 169).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.

De voorzitter van de commissie,
Michon-Derkzen

De griffier van de commissie,
De Kler

Voorzitter: Michon-Derkzen

Griffier: De Kler

Aanwezig zijn acht leden der Kamer, te weten: Martin Bosma, Kwint, Michon-Derkzen, Mohandis, Van Strien, Werner, Westerveld en Wuite,

en mevrouw Uslu, Staatssecretaris Cultuur en Media.

Aanvang 13.31 uur.

De voorzitter:

Ik open dit commissiedebat. We zijn hier bij elkaar met de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. We hebben een uur de tijd om in tweede termijn met de Staatssecretaris te spreken over de Hoofdlijnenbrief cultuur. De eerste termijn heeft al eerder plaatsgevonden. We hebben afgesproken dat alle leden maximaal twee minuten spreektijd in tweede termijn hebben. Vervolgens is het woord aan de Staatssecretaris voor haar tweede termijn.

Ik geef graag als eerste het woord aan de heer Kwint.

De heer Kwint (SP):

Dank u wel. Het voordeel van zo'n debat anderhalve week later doen, is dat je even de tijd hebt gehad om terug te kunnen denken over wat er wel en niet is blijven hangen. Wat mij in ieder geval een goed idee lijkt, is dat wij in de toekomst dingen geen «hoofdlijnenbrieven» meer noemen op het moment dat bij de antwoorden telkens blijkt dat het allemaal terugkomt in een begroting. Dat werkte in ieder geval voor mij verwarrend en irriterend in het vorige debat.

Wat voor ons een punt van zorg blijft, zijn die sectorplannen rond corona. We hebben daar natuurlijk anderhalve week geleden een flinke discussie over gehad. Ondertussen heb ik de kans gehad om ook iets mee te krijgen van het coronadebat. Ik zie mevrouw Westerveld zitten. Zij was daarbij. Ik kreeg daar nou geen gerustgesteld gevoel van. Ik krijg niet het gevoel dat er in een heel gecoördineerd team wordt samengewerkt op weg naar een mogelijk nieuwe golf in de pandemie. Ik zie het straks alweer gebeuren dat VWS het bij het Ministerie van Cultuur neerlegt, Cultuur het bij de sector neerlegt, de sector het al maanden geleden bij VWS heeft neergelegd en vervolgens niks te horen krijgt. Dat moet volgens ons echt beter.

Dan De Parade. Dat moet mij ook van het hart. Fijn dat de Staatssecretaris fan is, maar daar koopt dat festival niks voor. Ik vind het antwoord «ja, dat ligt bij een ander ministerie» te mager. U zegt zelf – daar ben ik blij om – dat u de gemeente en de provincie wel wil bellen. Dat is prima, maar laten we, als we toch mensen bellen, beginnen bij EZ. Daar ligt volgens mij echt een verantwoordelijkheid. Daar is de regeling echt te bureaucratisch geïnterpreteerd.

Ten slotte de afspraken met de publieke omroep. De Minister zegt: wij gaan nieuwe afspraken maken. Is de inzet dan wel dat je gewoon betaald krijgt als je optreedt?

Afgelopen weekend waren er de nodige festivals. Het was heerlijk weer. Het was heel erg warm. Ik kreeg heel veel berichten van mensen die heel veel moeite hadden om water te vinden. Dan zou je denken dat dat een heel klein dingetje is, maar met het oog op de overbelaste zorg en dat soort dingen zou ik het toch fijn vinden als er op een of andere manier met evenementenorganisatoren gekeken kan worden of er, zeker als het warm is, niet gewoon gratis waterpunten of zo beschikbaar gesteld moeten worden. Volgens mij wil je namelijk voorkomen dat mensen massaal in de ambulance terechtkomen voor iets wat heel makkelijk te voorkomen is.

Moet er nog een tweeminutendebat aangevraagd worden? Ik weet niet wat de formele …

De voorzitter:

Eventueel wel ja.

De heer Kwint (SP):

Dat weet je natuurlijk pas altijd achteraf, maar laten we het alvast doen.

De voorzitter:

Dank aan de heer Kwint. Dan geef ik het woord aan de heer Mohandis voor zijn tweede termijn.

De heer Mohandis (PvdA):

Voorzitter, dank u wel. Inderdaad, we zijn weer twee weken verder. Ik zal gelijk met een punt beginnen dat ik vorige keer al heb gemaakt, over de leenfaciliteiten voor cultuur, de Cultuur Opstart Lening, in het kader van corona. Die faciliteit sluit op 30 juni. De Staatssecretaris gaf aan dat we het daarover gaan hebben. Omdat 30 juni heel dichtbij is, ben ik benieuwd of er op dit punt nog iets nieuws op de planning staat. Dat even voor nu.

Ik heb behoorlijk wat tijd gestoken in het punt van de bibliotheken. Dat had alles te maken met de alinea in de hoofdlijnenbrief die daar iets over zei. Wat ons opviel – dat heb ik de vorige keer ook gezegd – was dat er een soort van voorzichtig wordt gesorteerd op onmogelijke aanscherpingen. Het rapport van de Raad voor Cultuur lijkt ver weg, maar 2020 is natuurlijk niet heel lang geleden. Er zijn in ieder geval twee punten essentieel. Daar hebben wij als fractie al eerder aandacht voor gevraagd en die komen ook terug in het rapport. Eén. Het aantal bibliotheken per gemeente blijft afnemen. De dalende trend blijft dalen. De weg omhoog is nog niet gevonden. Dat baart ons zorgen. Wij denken dat daar een aanscherping van de wet voor nodig is. Twee. De uitzonderingsclausule in de wet, zo noem ik ’m maar even, die gemeente de mogelijkheid geeft om … Hoewel de Kamer heeft gezegd dat iedereen tot de 18 jaar kosteloos toegang heeft tot bibliotheken, blijven er gemeenten die contributie heffen voor minderjarigen. Dit zijn voor ons twee hele belangrijke punten waarvan wij willen dat die worden betrokken bij datgene wat komen gaat. Dat is precies de vraag. Wat gaat er komen? Komt er een wetswijziging? Wat krijgen wij als Kamer? We weten alleen dat er iets wordt hervormd. In het regeringsakkoord staat «we gaan iets doen om het stelsel te versterken», maar ik wil gewoon preciezer weten wat we kunnen verwachten, ook met het oog op het tweeminutendebat straks.

Dank u wel.

De voorzitter:

Helder. Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Bosma. Hij spreekt namens de PVV.

De heer Martin Bosma (PVV):

Voorzitter, dank u wel. Dank ook aan de Staatssecretaris voor de antwoorden. Het meest interessante vond ik toch dat de Staatssecretaris toegeeft dat er geen slaven staan op de Gouden Koets. Dat is van groot belang. Ze zegt: er staan sporen op van koloniaal verleden. Dat is iets totaal anders. Dat is van groot belang, omdat de Gouden Koets nu aan de kant is geschoven omdat allerlei linkse actievoerders beweren dat er slaven op staan afgebeeld. Dat is dus gewoon niet het geval. Na de uitspraken van de Staatssecretaris kunnen we de Gouden Koets dus weer laten rijden. Dat is ontzettend goed nieuws. De Gouden Koets is in handen gevallen van een werkelijk extreemlinks museum, het Amsterdam Museum, vroeger het Amsterdams Historisch Museum, dat daaromheen ook actievoert. Dat valt helemaal onder dat «Black Lives Matter»-gedoe, onder die hele woke-idiotie. Nu de Staatssecretaris heeft opgehelderd dat er geen slaven staan op de Gouden Koets, kan de Gouden Koets weer gewoon weg bij dat extreemlinkse museum en kan die gewoon weer gaan rijden.

Voorzitter. Punt twee. Het is vandaag 20 juni. Op 20 juni 1667 vocht Michiel de Ruyter zijn grote slag rondom Chatham in Engeland. Onze vloot is gewoon de Theems opgevaren en heeft daar de Engelse marine zo ongeveer tot zinken gebracht. Een stukje van het vlaggenschip, de Royal Charles, staat nu nog in het Rijksmuseum. Michiel de Ruyter had een vlaggenschip, De Zeven Provinciën. Dat wordt nagebouwd in Lelystad bij Batavialand. Dat staat te verpieteren. Dat is een enorme schande. Ik heb daar vorige week de spinnenwebben mogen bekijken. Wil de Staatssecretaris iets doen om ervoor te zorgen dat de bouw van die replica alsnog wordt opgepakt? Het zou toch mooi zijn, zeker nu we een jubileum hebben – 355 jaar geleden was de slag bij Chatham – als ervoor wordt gezorgd dat De Zeven Provinciën daadwerkelijk wordt afgebouwd.

Ten slotte, punt drie. Het is toch goed dat we deel twee van dit debat even hebben uitgesteld, want we hebben nu het rapport van de commissie inzake MeToo. Ik heb het over het rapport-Sorgdrager. Dat speelt onder andere in de media, maar het speelt ook in cultuurkringen. Daar schrijft mevrouw Sorgdrager over. Ik wil hierop graag een eerste reactie hebben van de Staatssecretaris, want het is nogal wat wat daar gebeurt. Op welke manier wil zij ervoor zorgen dat men zich, zeker in deze sector die beheerst wordt door D66'ers en GroenLinksers, een beetje netter gaat gedragen?

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik geef het woord aan mevrouw Werner. Zij spreekt namens het CDA.

Mevrouw Werner (CDA):

Dank u, voorzitter. De Staatssecretaris constateert ongelijkheid binnen de cultuursector rond mensen met een handicap. Ik hoor en zie dat uiteraard ook. Te weinig mensen zijn zichtbaar en de toegankelijkheid van bijvoorbeeld festivals of voorstellingen is niet op orde. Het moet dus echt beter. Ik ben blij met de brief die de Staatssecretaris mij heeft toegezegd over de toegankelijkheid in de cultuursector. We krijgen die vóór de behandeling van de cultuurbegroting in 2023. Wil de Staatssecretaris in die brief meenemen hoe binnen de cultuursector de Code Diversiteit & Inclusie wordt toegepast, en ook hoe de implementatie van het VN-verdrag Handicap door gemeenten verloopt als het gaat om toegang tot het culturele leven?

Voorzitter. In de eerste termijn pleitte ik voor een cultuurjournaal. Dit deed ik omdat de Staatssecretaris in haar hoofdlijnenbrief zegt: «Ook wil ik culturele programmering bij de publieke omroep vergroten. Zo worden makers ondersteund en wordt tegelijkertijd een breder publiek gestimuleerd terug te keren naar theaters, musea en bioscopen.» Het zijn natuurlijk uitzonderlijke tijden. We moeten alles op alles zetten om het publiek weer terug te winnen. Een cultuurjournaal is hier bij uitstek geschikt voor, omdat we de cultuur dan in de breedte kunnen tonen, net zoals het sportjournaal dat met sport doet. Uiteraard kan en moet de Staatssecretaris zich niet bemoeien met de inhoud van programma's, maar dat doet ze hiermee ook niet. Het gaat hier om, zoals ze zelf in haar brief zegt, het vergroten van de culturele programmering, dus om de vorm en niet om de inhoud. Graag een reactie.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Anderhalve minuut, zeg ik richting mevrouw Werner. We hadden het daar aan het begin van dit debat over. Ik geef het woord aan mevrouw Wuite. Zij spreekt namens D66.

Mevrouw Wuite (D66):

Dank, voorzitter. Goedemiddag aan de Staatssecretaris en natuurlijk ook aan de collega's. We zijn terug voor de tweede termijn van het debat over het herstelplan voor de culturele en creatieve sector. Er zijn veel kortetermijnkwesties, maar ik kan me voorstellen dat het begrotingsdebat heel spannend wordt als het gaat om de visie voor de lange termijn. Graag bedank ik de Staatssecretaris voor haar brieven, de antwoorden, de vijf lijnen voor herstel, transitie en groei die ze heeft uitgezet en voor de keuzes en de aanknopingspunten voor de lange termijn.

Tempo, dialoog en samenwerking zijn voor D66 wel heel erg essentieel. We vinden het daarom ook mooi dat de Staatssecretaris met alle bewindspersonen, zoals ze zegt, cultuur bezoekt en het hele kabinet laat doordrenken van de waarde van de culturele sector. Het zijn dit soort initiatieven die bijdragen aan het gevoel voor waardering waar de hele sector met al zijn makers om vraagt en naar hunkert.

Over de waarde was er een vraag die naar mijn gevoel nog niet helemaal was beantwoord. Ik ben namelijk heel erg benieuwd hoe de Staatssecretaris de waarde van kunst en cultuur opnieuw vorm gaat geven en of zij bijvoorbeeld het recht op cultuureducatie sterker wettelijk wil verankeren. De PvdA vroeg iets soortgelijks inzake de bibliotheken.

Voorzitter. Daarnaast heeft de Staatssecretaris verteld dat ze met bestuursconvenanten de culturele sector op Caribisch Nederland verder tot bloei wil laten komen. Kan de Staatssecretaris aangeven wanneer we deze convenanten kunnen verwachten? En kan de Staatssecretaris ook aangeven welke middelen er dit jaar beschikbaar zullen zijn voor culturele instellingen en makers aan de andere kant van de oceaan, die het ook heel erg moeilijk hebben daar?

Dank, voorzitter, en ook dank voor uw voorzitterschap.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Wuite. Meestal doe je dat achteraf. Ik snap wel dat meneer Kwint zegt «ik doe het later, eerst maar eens even kijken». Mevrouw Westerveld, ik geef u het woord. Zij spreekt namens GroenLinks.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik had nog een aantal vragen. Ten eerste heb ik vragen over het bedrag dat naar cultuur gaat. In het coalitieakkoord staat 170 miljoen structureel per jaar. Dit jaar is dat 35 miljoen minder, dus er wordt 135 miljoen besteed. De Staatssecretaris zei: dat hebben we nou eenmaal zo afgesproken. Maar mijn vraag is: waarom? En waarom is dat dan niet gecommuniceerd? Want in de hoofdlijnenbrief van het Ministerie van 14 februari – zeg ik uit m'n hoofd – lees ik ook dat er 170 miljoen staat. Het is toch echt 35 miljoen minder.

Voorzitter. Ik maak me zorgen over het tempo waarin de plannen worden uitgevoerd. Neem bijvoorbeeld die campagnes. Als die in september beginnen, is het al te laat, want de culturele sector staat nu onder druk. Laten we ervoor zorgen dat mensen nú naar evenementen en activiteiten gaan. September is volgens mij te laat. We moeten daar eerder mee zijn. Datzelfde geldt voor de arbeidsmarktpilots. Als we daar in het derde of vierde kwartaal mee beginnen, zoals de Staatssecretaris aangaf, dan ben ik bang dat het voor deze makers te laat is. Zij hebben nu financiële nood. Zij hebben nu hulp nodig. Dus kunnen we deze plannen versnellen?

Dan kort over corona. Ik zat inderdaad bij het debat. Dat was een dag na het debat dat we hier hadden over cultuur. Daar hebben we ook aan de Minister van VWS gevraagd: hoe gaat u nou die verschillende sectoren helpen? Grappig genoeg pakte hij de culturele en creatieve sector eruit als een van de sectoren die al heel erg goede plannen hadden gemaakt. Maar het probleem is dat wij vanuit de sector horen dat ze hulp nodig hebben van het Ministerie van VWS en dus ook van deze Staatssecretaris. Ik hoop dat ze wat kan vertellen over hoe we dit nou de komende tijd gaan doen en over hoe we die sector echt kunnen helpen bij het maken van goede plannen. Ik wil daarbij nog wel de opmerking maken dat ik bang ben dat we het coronabeleid te veel afschuiven op sectoren, terwijl ik vind dat het kabinet eindverantwoordelijk is voor het voorkomen van die nieuwe lockdown en voor de volksgezondheid.

Ik ben het helemaal met de heer Kwint eens voor wat betreft gratis water op festivals. Dat is ontzettend hard nodig. Dat is op sommige plekken heel goed geregeld en op andere plekken is dat helemaal niet goed geregeld.

De voorzitter:

Dank, mevrouw Westerveld. Tot slot de heer Van Strien namens de VVD.

De heer Van Strien (VVD):

Dank, voorzitter. Allereerst dank aan de Griffie, de Staatssecretaris en de collega's voor het feit dat we op zo'n korte termijn deze tweede termijn hebben. Dat is mooi. Ik dank de Staatssecretaris ook voor de beantwoording in de eerste termijn. In diezelfde termijn heeft de VVD aangegeven te willen streven naar een sterke, ondernemende, impactvolle en innovatieve sector in het hart van de samenleving. Vanuit dat perspectief bezien, ben ik er na de beantwoording van de Staatssecretaris nog niet helemaal gerust op of we gaan verstellen in plaats van herstellen.

De volgende vragen liggen wat mij betreft nog open. Is het mogelijk om minder focus te leggen op de kwantiteit van productie en meer ruimte toe te staan voor maatschappelijke impact die aansluit bij de maatschappelijke opgaves? Wil de Staatssecretaris onderzoeken of innovatie, digitale strategie, culturele en creatieve bijdragen aan maatschappelijke opgaves opgenomen kunnen worden in de prestatieafspraken en kaders met instellingen en subsidiestromen? In de eerste termijn zei de Staatssecretaris op enig moment, geloof ik, dat dit geen toegevoegde waarde heeft, maar later wilde ze er toch nog op terugkomen. Ik ben dus benieuwd naar haar antwoord.

Ook wil ik weten hoe de Staatssecretaris cultureel ondernemerschap gaat stimuleren. In de eerste termijn leek het er even op dat zij zei: ik stimuleer toch via Cultuur+Ondernemen? Het geven van subsidies is echter iets anders dan echt het ondernemerschap in die sector stimuleren.

Ook heb ik gevraagd op welke wijze de Staatssecretaris mogelijkheden ziet om NPO-gelden óók voor de cultuursector en de bibliotheken in te zetten, gezien de rol die beide kunnen spelen bij het oplossen van de sociaaleconomische problemen en corona-achterstanden. Deze vraag zou ze overleggen met Minister Wiersma. Daar zou ze nog op terugkomen. De scholen moeten nu, in aanloop naar komend jaar, snel keuzes hierin maken. Kan de Staatssecretaris daar snel op terugkomen?

Ik sluit me aan bij de vragen die gesteld zijn over corona en in mijn geval vooral bij de vragen over de fieldlabs en de conclusies die daar zijn getrokken. Hoe gaat de Staatssecretaris die implementeren? Hoe gaat zij de sector helpen, ook in samenspraak met de plannen van VWS?

Tot slot. In het commissiedebat vroeg ik of de gelden voor DEN, een mooi instituut dat innovatie stimuleert, structureel zijn. De Staatssecretaris gaf aan ook hierop terug te komen. Ik sluit me aan bij wat de heer Kwint daarover kritisch zei, namelijk dat ze daar bij Prinsjesdag terugkomt. Maar ik kan wel alvast vragen naar een appreciatie van het instrument van DEN. Is de Staatssecretaris daar enthousiast over? Ziet ze de meerwaarde daarvan?

Ik kijk uit naar de beantwoording. Dank!

De voorzitter:

Dank u wel. Dat was de bijdrage van de zijde van de Kamer. Ik kijk naar de Staatssecretaris. Het gaat om allemaal antwoorden op vragen die al eerder gesteld zijn.

Staatssecretaris Uslu:

Ik heb even tijd nodig. Ik zou tien minuten wel fijn vinden. Dan blijven we hier.

De voorzitter:

Oké.

De vergadering wordt van 13.48 uur tot 13.55 uur geschorst.

De voorzitter:

We zijn hier bij elkaar voor het commissiedebat over de Hoofdlijnenbrief cultuur. Ik geef heel graag het woord aan de Staatssecretaris voor de beantwoording in de tweede termijn.

Staatssecretaris Uslu:

Dank u wel, voorzitter. Het is goed dat we het debat deze week kunnen afronden. Ik dank de commissie daarvoor. Allereest kom ik met de planning. In de brief die voorligt, heb ik geschetst welke zaken ik als eerste oppak, nu al, in 2022. Dit zijn dus maatregelen die ik snel kan invoeren, zodat de sector ook snel profijt daarvan kan hebben. Het geld voor deze maatregelen moet dit jaar ook worden uitgegeven, want anders moet het terug naar Financiën. Dat is een extra motivatie om heel snel aan de slag te gaan. We moeten dus tempo maken. We staan in de startblokken en hebben alles in voorbereiding.

De eerste maatregel start al op 8 juli, namelijk de tweede ronde van de innovatielabs. Sommige maatregelen lopen gewoon door, zoals de onlinebibliotheek. Andere campagnes, bijvoorbeeld publiekscampagnes, starten in de zomer. Enkele lopen al, bijvoorbeeld iktoon. Dat is een campagne die al loopt. Den Haag staat AAN is een andere campagne die loopt. Er zijn dus ook lopende campagnes. Daarnaast loopt Cultuur+Ondernemen ook door. Ik kom zo op de vraag van de heer Mohandis hierover. De continuïteitsregeling AV-producties start in de zomer. De cultuurprogrammering op NPO start ook in de zomer. De zichtbaarheid van speelfilms start ook in de zomer. Innovatieregelingen lopen door of starten in de zomer. Regelingen voor Groningen lopen door. Het Molenfonds start in de zomer. Op nieuwe regelingen, zoals pilots voor zzp'ers, kom ik straks terug. En ook voor de impuls voor startende makers en jongerencultuur heb ik iets meer tijd nodig. Dat zijn nieuwe regelingen. Daarover moet ik met de sector en met de gemeenten in gesprek. Ik moet die goed en gedegen uitwerken voor een efficiënte uitvoering. Die regelingen volgen in oktober en november, maar dus ook dit jaar.

Vervolgens kom ik op het belang van cultuur. Mevrouw Wuite vroeg hoe we dit kunnen verankeren en hoe cultuureducatie wettelijk verankerd kan worden. Mevrouw Wuite en ik delen hetzelfde doel. Als samenleving moeten we de waarde van cultuur herstellen. Het is goed dat ze dat punt hier inbrengt. Een van mijn grootste drijfveren als Staatssecretaris is de waardering van en voor cultuur en het herstel daarvan, dus om cultuur te erkennen en te koesteren. Dit gesprek moet dus ook gevoerd worden. Cultuur moet niet alleen wettelijk maar ook maatschappelijk verankerd zijn in onze samenleving. Op 30 juni, wellicht weet de commissie dit al, is er sowieso een conferentie bij de Boekmanstichting over de waarde van cultuur na corona. Ik ben een gelukkige, want ik mag daar ook iets zeggen. Dat is een startschot voor een landelijk debat met wetenschappers en maatschappelijke partijen over de waarde van cultuur. De waarde van cultuur is daarom mijn vertrekpunt. Cultuur is wat beschaving kenmerkt en zou bovenaan onze lijst van prioriteiten, bovenaan onze agenda moeten staan. Daar ga ik de komende tijd aan werken. Eigenlijk verheug ik me daar het meest op. Het is wel lastig, maar ik wil daar wel echt werk van maken. Ik hoop dat samen met u te doen.

Dan kom ik concreet op de mogelijkheid die mevrouw Wuite noemt, namelijk de verankering van cultuureducatie in de wetgeving. Cultuureducatie is al verankerd in onderwijswetgeving. Het is een verplicht leergebied in het onderwijs. De vraag of dit verder zou moeten gaan, vind ik interessant, eigenlijk heel interessant. Ik wil dat gesprek wel met Minister Wiersma voeren. Ik wil mevrouw Wuite bedanken voor deze suggestie.

Ik wil overgaan naar bibliotheken. Verschillende leden, de heer Mohandis en in het eerste deel ook mevrouw Werner, mevrouw Wuite en de heer Van Strien, hebben het belang van de openbare bibliotheek onderstreept. Ik ben het daar eigenlijk heel erg mee eens. Vandaag benoemde de heer Mohandis nog eventjes hoe de wetgeving zal gaan de komende tijd, in de toekomst of de volgende jaren. In het coalitieakkoord staat vrij helder dat we een toekomstbestendige bibliotheekvoorziening willen in elke gemeente. U stelt voor om dat met een wijziging van de Bibliotheekwet te doen. Ik zal daar serieus naar kijken, bijvoorbeeld in de vorm van een zorgplicht in de wet. Dit betekent wel een stevige investering. De plannen hiervoor, nogmaals, zo heb ik beloofd de vorige keer, komen in een bibliotheekbrief, rond Prinsjesdag, dus net voor of net na die datum, waarmee ik u hierover ga informeren.

Nog even het punt van de heer Van Strien: hoe geld uit het NPO, dus het Nationaal Programma Onderwijs, kan worden ingezet voor de cultuursector en bibliotheken. Ik gaf vorige week al aan dat dat op het terrein van Minister Wiersma ligt. Hij zei in een eerder debat hierover al dat hij hier open voor staat. Minister Wiersma en ik hebben de gezamenlijke ambitie om de plannen voor het onderwijs en voor de bibliotheken zo in te zetten dat ze elkaar versterken. Dat gebeurt sowieso op veel plekken. Maar Minister Wiersma en ik zijn in gesprek over hoe we dit verder kunnen ontwikkelen. En ik wil de heer Van Strien hier eigenlijk ook bedanken voor deze aansporing.

Arbeidsmarkt. Terecht hebben een aantal leden, zowel mevrouw Westerveld als de heer Kwint, aandacht gevraagd voor de kwetsbare arbeidsmarktpositie van de makers, als zzp'ers in de culturele sector. De heer Kwint en mevrouw Westerveld vroegen waarom ik eerst twee pilots laat doen en niet meteen structurele maatregelen neem. Dat was in het eerste deel. En u heeft nu gevraagd: het duurt te lang; waarom niet sneller? Ik heb net al aangegeven waarom ik dat graag wil: omdat ik dat zorgvuldig wil doen. Eigenlijk ben ik net zo ongeduldig als u, meneer Kwint en mevrouw Westerveld, maar ik kan natuurlijk ook niet in mijn eentje de arbeidsmarkt veranderen. En ik kies voor deze pilots, omdat daar geen wetgeving voor nodig is, en ik wil snel aan de slag. Met de pilots kan ik ook kijken of het voorziet in de behoefte, en ook of ze effectief zijn. Dit met betrekking tot flex naar vast, en dit inzetten voor de sociale verzekeringen. Daarnaast kan ik ook met pilots de kennis van de sector erbij betrekken. Dit zorgt ervoor dat het effectiever en efficiënter is. Dus deze pilots zijn uiteindelijk ook aansluitend op het beleid van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Mijn bijdrage ligt dan in de honorering, de positie en de wettelijke bescherming. De honorering is mijn deel, en het deel van de wettelijke bescherming en de positie volgt uit de wetgeving van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ik kan de heer Kwint en mevrouw Westerveld toezeggen dat ik in mijn brief van na Prinsjesdag serieus naar de honorering zal kijken, dus dat dat een belangrijk onderdeel zal zijn van het beleid. Ik denk dat ik dit deel hiermee wel heb behandeld, maar ik hoor het uiteraard straks als er meer vragen zijn.

Innovatie. Door de leden, met name de heer Van Strien, zijn vragen gesteld over innovatie, en hoe ik die zal stimuleren. Innovatie is natuurlijk heel erg belangrijk. Het houdt de sector actueel, weerbaar en opent nieuwe mogelijkheden. De sector zelf wil ook graag innoveren, zeker met de ervaringen van corona. Ik stimuleer dat dus via de voortzetting van de succesvolle innovatielabs. De call is 8 juli. En die labs voorzien echt in een behoefte. Digital is een ander voorbeeld dat ik ga ondersteunen. Dat is deze week voortgezet, of de verlenging daarvan is gelanceerd. DEN heeft de heer Van Strien genoemd. Daar investeer ik eigenlijk ook verder in. En volgens mij is de vraag ook: gaat u dat ook voor de volgende periode doen? Ja. Innovatie is een belangrijk onderdeel. Naast de arbeidsmarktpositie, zijn bibliotheken en innovatie alle drie speerpunten van het beleid de komende periode.

De suggestie van de heer Van Strien om innovatie bij de prestatieafspraken op te nemen in de subsidievoorwaarden, zodat daarover gestructureerd nagedacht en gesproken kan worden over innovatie, is interessant. Ik gaf dat al aan vorige week. Ik zal dat graag meenemen in het denken voor de volgende BIS-periode. Ik kan nu de voorwaarden niet veranderen, want alles draait al. Maar voor de volgende BIS-periode neem ik dat graag mee, en wil ik daarover nadenken en het een plek geven, wellicht. Dank voor dit idee.

Dan het publiek. De leden vroegen op welke wijze ik stimuleer dat het publiek terugkeert. Ik heb de publiekscampagnes net al genoemd. Misschien nog een paar opmerkingen daarover. De Uitmarkt is een mooi voorbeeld. Dat wordt ondersteund in augustus. Het Nationaal Theaterfonds, dat samen met de brancheverenigingen in de podiumkunsten een cultuurbrede campagne in voorbereiding heeft, is ook goed om even te melden. Ook de Nederlandse Museumvereniging staat in de startblokken om een campagne te starten; ook goed om hier even te noemen. En de cultuurprogrammering in de NPO, waarop ik straks nog terugkom met betrekking tot de betaling van de makers. En daarnaast het beoefenen en deelnemen aan cultuur; die campagne wil ik hier ook nog eventjes benoemen. Ook campagnes, dus niet alleen om dit aan het publiek bekend te maken, maar ook het steunen van campagnes die ouderen en jeugd stimuleren om bijvoorbeeld weer meer naar muziek-, toneel- en dansles te gaan. Dus ook het beoefenen van cultuur is een aandachtspunt. En eigenlijk ook de vraag aan u: ga vooral naar cultuur, naar festivals, naar films. Ga alsjeblieft, en vertel mooie verhalen, want als we dat niet doen... We kunnen het wel steeds verwachten van campagnes, maar we moeten het allemaal doen. En vertel erover, maak reclame!

De voorzitter:

Meneer Bosma, ik wil de vragen aan het einde doen.

Staatssecretaris Uslu:

Voorzitter, ik ben er bijna. Toegankelijkheid. Mevrouw Werner heeft terecht aandacht gevraagd voor toegankelijkheid. Dank daarvoor, dit heeft mij extra scherp gemaakt. Cultuur is voor ons allemaal. Kunst en erfgoed moeten openstaan voor iedereen, ongeacht achtergrond, leeftijd, fysieke of mentale gesteldheid. Het moet open zijn voor iedereen. Ik kan hier wel benoemen wat er allemaal wordt gedaan, maar meer aandacht is belangrijk en ook noodzakelijk. Dus ik neem dit punt van mevrouw Werner graag mee als een punt om meer aandacht aan te besteden. Wat mij opviel tijdens Oerol, waar ik vorige week was, is dat daar wel heel veel aan wordt gedaan. Dat doet mij ook wel wat. Bijvoorbeeld die voorstelling Kaapdiegoeiekoop. Bijvoorbeeld de routing, informatie op websites, gebarentolken, en voorstellingen waar daar dus rekening mee wordt gehouden, zowel voor als achter het podium. Dat geeft wel moed, maar het kan uiteraard beter. En ik heb het eigenlijk al gezegd, maar ik benoem het nog eventjes: over de implementatie van het VN-verdrag in de cultuursector, kom ik terug in een brief na de zomer. Ook zal ik diversiteit en inclusie meenemen in deze brief. Als ik mij niet vergis, vroeg mevrouw Werner hierom. Die zal ik daar ook in verwerken. Toegankelijkheid, het VN-verdrag en culturele diversiteit en inclusie krijgen aandacht in deze brief.

Cultureel ondernemen. De heer Van Strien vroeg terecht aandacht voor cultureel ondernemerschap, wat juist in deze tijd van belang is. Want culturele organisaties en makers die willen ondernemen, moeten ondersteund worden in deze periode. En op deze manier durven zij een stap te zetten op dit gebied, en krijgen ze advies en worden ze begeleid. Dit alles ondersteun ik natuurlijk door Cultuur+Ondernemen te subsidiëren. Zij zijn een kennisplatform voor ondernemerschap in de culturele sector. Er is een breed aanbod aan coachingtrajecten, adviestrajecten en cursussen. Daarnaast wordt het culturele ondernemerschap ondersteund door verschillende financieringsinstrumenten bij Cultuur+Ondernemen. Hier is grote behoefte aan. Ook de heer Mohandis constateerde dat. Zijn vraag over de verlenging van de leenfaciliteiten bij Cultuur+Ondernemen kan ik dan ook positief beantwoorden. De Cultuur Opstart Lening en de Cultuur Vermogen Lening verleng ik tot 31 december 2023. Voor beide leeninstrumenten geldt dat het nog steeds stormloopt. Heel succesvol, en enorme aanvragen... Nou goed, het draagt echt bij aan het herstel van de sector, en voorziet in een behoefte.

Tot slot op dit punt nog het opnemen van ondernemerschap in de prestatieafspraken met instellingen, zoals de heer Van Strien aankaartte. Dat vind ik ook een interessante gedachte. Ik neem deze ook graag mee voor de volgende BIS-ronde inderdaad. Want deze BIS-ronde loopt al, en ik kan niet spelregels veranderen in een lopende subsidieperiode. Dat is eigenlijk de reden waarom ik het de volgende periode meeneem.

Dan heb ik De Parade. De heer Kwint vroeg naar de positie van De Parade. Ik heb het al aangegeven, maar ik benoem het nog eventjes: ik zal mijn uiterste best doen om De Parade overeind te houden. Ik ga in overleg met de gemeenten of zij De Parade willen ondersteunen. Overigens heb ik wel al contact gehad met EZK. En De Parade heeft bezwaar gemaakt tegen de afwijzing. Daarnaast is de aanvraag voor De Parade in Rotterdam nog in behandeling. Beide zaken liggen bij de Minister van EZK. Ik denk dat het wijs en goed is om nog even de afhandeling daarvan af te wachten, maar ik kijk daar wel naar. Dat wou ik hier benadrukken.

Mevrouw Westerveld vroeg: waarom 135 miljoen, en waarom staat dat wel in het financiële overzicht, maar niet in de tekst? Er is gekozen om structurele bedragen in de tekst op te nemen, en niet de oploopbedragen, die dit jaar eigenlijk voor alle sectoren gelden. Er is een oploopperiode dit jaar, een opbouwjaar, en die bedragen zijn niet opgenomen in de tekst. Maar dus wel in een financieel overzicht, omdat het anders ook verwarrend is. Daarin zijn structurele bedragen opgenomen. En die MBO Card is niet genoemd. Wel de vorige keer, dus ik wil daar even aandacht aan geven. Het is niet een nieuwe pilot. Het is een bestaande pilot, die mbo-pilot, alleen was het mbo op verzoek van de Kamer ook meegenomen. 12.000 studenten zouden ook een cultuurbudget krijgen. Ik vond dat oneerlijk. Ik dacht: waarom hebben leerlingen van het voortgezet onderwijs nou wel een cultuurbudget, en niet alle mbo-leerlingen? Dus eigenlijk heb ik dat proberen recht te zetten met deze regeling.

Dan corona. Dat is een gevoelig punt. Ik wou dat ik meer kon zeggen, maar de Minister van VWS gaat daar uiteraard over. Ik vertegenwoordig de cultuursector. Ik ben de stem van de cultuur, en ik behartig de belangen van de cultuur in het kabinet. En ik hoop dat u ervan uitgaat, of in ieder geval het vertrouwen hebt, dat ik dat ook echt ferm doe. Vandaag heeft de Minister aangegeven dat de sectorplannen voor 1 juli binnen moeten komen, en dat er dan zo snel mogelijk een langetermijnstrategie volgt. Vandaag hebben we ook contact gehad met de taskforce, over of wij – en «wij» is cultuur – 1 juli gaan halen. Dat gaan we halen. Dus dat is al aangegeven, en cultuur komt met een sectorplan, een uitgewerkt plan. En zoals de Minister dat ook zo mooi heeft gedaan tijdens het debat, geeft de Minister cultuur ook steeds een prominente rol als het gaat om die sectorplannen, voor hoe vooruitstrevend en voorbeeldig cultuur eigenlijk is in het maken van die sectorplannen. Maar ik hoor uw zorgen, en het is ook mijn zorg, en ik ben ook echt in contact met de Minister van VWS om hier snel te schakelen, en met meer informatie ook meer regie te nemen.

Dan het cultuurjournaal. Ik heb het niet gehoord. Gaat mevrouw Werner dat presenteren of de heer Bosma?

De heer Martin Bosma (PVV):

Duopresentatie.

Staatssecretaris Uslu:

Ik vind het wel een leuk idee. Maar ik mag me niet mengen in de inhoud. Ik vind het een heel goed idee. Nogmaals, ik kan me niet mengen in de vorm en de inhoud, maar ik kan natuurlijk wel zeggen dat ik het een sympathiek idee vind en dat doorgeven aan de NPO. Dat kan ik met klem doen. Maar daar wil ik het bij laten. Nogmaals, het is een sympathiek idee, dat kan ik benoemen, maar over inhoud en vorm van het programma kan ik niets zeggen.

Meneer Kwint vroeg of je betaald krijgt als je optreedt bij de NPO. Met betrekking tot cultuur op NPO is het een onderdeel van de afspraken dat ze eerlijk worden betaald. Hier kan ik dus alleen maar volmondig ja op zeggen.

Mevrouw Wuite vroeg wanneer de convenanten met Caribisch Nederland worden gesloten. Die zijn bijna klaar. Er vindt een laatste check plaats. Misschien lukt dat nog voor de zomer, en anders direct daarna. Ik heb ook iets over de financiën gehoord: hoeveel gaat er eigenlijk naartoe? Dat kan ik nu niet zeggen, maar ik kan wel even op een rijtje zetten hoeveel geld er naar de overzeese eilanden gaat.

Meneer Kwint vroeg om gratis waterpunten op festivals. Als het warm is, moet je inderdaad veel water drinken. Dat is belangrijk. Ik ga natuurlijk niet over water op festivals, maar ik zal dit wel doorgeven aan de organisatoren.

De jeugdcontributie voor bibliotheken. Die wordt per 1 juli 2022 afgeschaft. Dat is dus zeer binnenkort. Er is een wetswijziging, die over tien dagen ingaat. Daar is gisteren nog iets over in de pers verschenen. Dat is dus actueel. Jongeren hoeven dan geen contributie meer te betalen.

Ik heb meneer Bosma tot het laatst bewaard: de replica van de Zeven Provinciën afbouwen. Ik zal bij Batavialand informeren naar de stand van zaken is. Dan kan ik daar ook de Kamer over informeren.

Meneer Bosma vroeg naar slaven op de Gouden Koets. Hiervoor moet ik toch mijn eerdere antwoord herhalen. De panelen op de koets bevatten sporen van het koloniale verleden. Het Amsterdam Museum vraagt echt op allerlei manieren aandacht voor dit aspect van de koets. Daar wil ik het bij laten.

Dan grensoverschrijdend gedrag. Ik heb gisteren het onderzoek gekregen. Daar zitten hele nuttige aanbevelingen in. Grensoverschrijdend gedrag is echt een groot maatschappelijk probleem. Dat vindt overal plaats en dit onderzoek laat zien dat het helaas ook in de cultuur- en mediasector plaatsvindt. Van de mediasector wisten we dat al door The Voice, maar over de cultuursector zijn nu ook cijfers bekend doordat dit onderzoek heeft plaatsgevonden. Ik heb het onderzoek nog niet gelezen. Er komt een reactie op. In die reactie zal ik ingaan op de aanbevelingen en uiteenzetten wat ik met die aanbevelingen ga doen. Ik zal gesprekken erover voeren, zeggen wat ik met de kennis ga doen en naar Mores.online en de kunstvakopleidingen kijken. We moeten er wel heel snel mee aan de slag. Het is een groot probleem.

De voorzitter:

Wanneer komt u daarmee?

Staatssecretaris Uslu:

Ik vermoed in het najaar. Ik reageer sowieso op vragen van de pers als die komen. Deze donderdag heb ik weer een rondetafelgesprek met de mediasector, maar ook met de Raad voor Cultuur en deskundigen, over grensoverschrijdend gedrag. Dat dat onderzoek er is gekomen, is alleen maar heel goed, maar laat ook weer zien hoe belangrijk en groot dit probleem is. We hebben het over patronen die moeilijk in beweging komen en moeilijk veranderen, maar het laat zien dat er wel echt een cultuurverandering nodig is.

Daarmee ben ik ook door mijn antwoorden heen.

De voorzitter:

Dank voor uw beantwoording. Ik heb ook de indruk dat u alle vragen hebt beantwoord. Ik kijk even naar de leden. Er is een tweeminutendebat aangevraagd door de heer Kwint. Ik kijk even of hij daarin persisteert.

De heer Kwint (SP):

Ja.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de leden voor een enkele, korte vraag. Meneer Kwint.

De heer Kwint (SP):

Ja, over de arbeidsmarkt. Ik snap dat dat niet allemaal nu tegelijk kan. Ik snap dat er nog een deel van terugkomt. Maar ik zou het wel fijn vinden als in die brief na de zomer duidelijk uitgewerkt staat wanneer welke stappen genomen gaan worden. Ik zou het zonde vinden als we pas aan het eind van het jaar een pilot gaan doen, waarvan we volgend jaar de resultaten krijgen, want dan zitten we zo in 2024 voordat er forse stappen gezet kunnen worden. Ik zie de Staatssecretaris al knikken.

Staatssecretaris Uslu:

Ja, ik kan me voorstellen dat er een brief komt over het proces en de planning.

De voorzitter:

Akkoord. Meneer Mohandis, u had eerder al een vraag. Is die inmiddels beantwoord?

De heer Mohandis (PvdA):

Ik wil de Staatssecretaris bedanken voor het doortrekken van die opstartlening. Ook hoorde ik een voorzichtige toezegging over een noodzakelijke wetswijziging voor het versterken van de bibliotheekvoorzieningen, met name in gemeenten die nu geen bibliotheek hebben en in gemeenten die haar dreigen te verliezen. Daar gaan wij van uit en komen wij nog op terug in het tweeminutendebat.

De voorzitter:

Zijn er nog andere leden met vragen? Ik snap dat u de Staatssecretaris wilt bedanken voor haar volledige beantwoording, maar ik wil me nu beperken tot de openstaande vragen. Mevrouw Wuite, u heeft een openstaande vraag?

Mevrouw Wuite (D66):

Ik heb geen openstaande vraag, maar vraag om een toezegging om het te bekrachtigen en helder te krijgen. Met betrekking tot haar bereidheid om met Minister Wiersma in gesprek te gaan over cultuureducatie vroeg ik me af of ze ons na afloop schriftelijk zou kunnen informeren over de uitkomst van die consultatie. De Staatssecretaris gaf ook een heel lang lijstje met wat er deze zomer allemaal gaat gebeuren. Dat vind ik ook heel informatief, maar ik kon het niet allemaal bijhouden en opschrijven. Zouden we daar bijvoorbeeld een kort overzicht van kunnen krijgen, want er start eigenlijk al vrij veel in de komende weken?

De voorzitter:

De vraag is of de Staatssecretaris dat ook nog op schrift kan zetten gezien de informatiedichtheid.

Staatssecretaris Uslu:

Ik begrijp de vraag. Mijn medewerkers zijn wel heel druk, maar ik denk dat we wel een overzichtje kunnen maken. Is het goed als dit meegaat in de Prinsjesdagbrief? Dan lopen al wel wat...

Mevrouw Wuite (D66):

Ik bedoelde niet de Prinsjesdagbrief, want dat is pas september. Ik kan me herinneren dat de Staatssecretaris begon met: dat start in juli, deze zaken lopen door enzovoorts. Dat waren een stuk of vijf, zes, zeven goede initiatieven. Ja, dat waren de planningsmaatregelen.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de Staatssecretaris. Er komt sowieso een verslag van dit overleg waar dat in staat. Dus alles wat de Staatssecretaris heeft gezegd kunt u daarin teruglezen.

Mevrouw Wuite (D66):

Prima, dan doen we het op die manier.

Staatssecretaris Uslu:

Een verslag lijkt mij heel fijn, want anders moeten wij weer iets op papier zetten. Wat mijn gesprek met Minister Wiersma betreft: daar kom ik nog op terug in een brief.

Mevrouw Werner (CDA):

Het gaat hier over de maatregelen, maar er zijn ook nog heel veel andere brieven toegezegd, bijvoorbeeld op het terrein van het VN-Gehandicaptenverdrag, de Code Diversiteit en ook de toegankelijkheid. Dat klopt dan toch? Oké. Excuus.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Ik heb gevraagd naar die 35 miljoen. De vorige keer zei de Staatssecretaris: dat hebben we zo afgesproken. Nu zegt ze: we communiceren alleen de structurele bedragen. Maar mijn vraag is telkens: waarom? Waarom is het 35 miljoen minder dan dat we overal lezen? Wat zijn de redenen daarvoor? Want het is nogal een bedrag.

Staatssecretaris Uslu:

Ik heb dit nog even uitgezocht. De reden is: het was al in gang en het jaar is voor een deel om. Het bedrag moet dan weggezet worden. Maar in het coalitieakkoord is het zo opgenomen. Het is gewoon zo opgenomen, dat het een opbouwperiode is voor alle sectoren. Voor bijna alle sectoren is in dit eerste jaar een minder hoog bedrag bepaald dan structureel, omdat het een opbouwjaar is, waardoor je waarschijnlijk niet alle bedragen kan wegzetten. Dat is ook mijn enige verklaring.

De voorzitter:

De heer Van Strien had ook een openstaande vraag?

De heer Van Strien (VVD):

Ja, over het gesprek dat de Staatssecretaris met Minister Wiersma gaat hebben over de rol van de bibliotheek en cultuur in relatie tot de NPO-gelden. Mij was niet helemaal duidelijk wat de toezegging nou precies was. Het zou worden opgepakt. Scholen gaan in september keuzes maken, dus ik heb graag duidelijkheid over wat de toezegging precies inhoudt.

Gezien alle aanscherpingen van de punten die zij gaat meenemen is het voor de VVD zo langzamerhand wel érg aantrekkelijk om niet voor een BIS-verlenging te gaan. Heel mooi dat de Staatssecretaris innovatie en ondernemerschap meeneemt, maar we hadden het over de derde component, maatschappelijke impact. Neemt zij dat ook mee bij het herzien van de structurering, prestatie-afspraken en de kaders? Laat ze dus naast cultureel ondernemerschap en innovatie óók maatschappelijke impact meewegen bij de herziening van de prestatieafspraken en de financiering?

Staatssecretaris Uslu:

Minister Wiersma stuurt de goede voorbeelden naar de Tweede Kamer. Dit zijn de goede voorbeelden van... de Vereniging van Openbare Bibliotheken, hoor ik. In de brief nemen we dit dus mee.

Er was nog een vraag die ik niet beantwoord heb. De vraag ging over toegezegde brievén. Ik ga alles bundelen in een brief.

De voorzitter:

Oké, misschien is het handig als ik mijn eigen administratie erbij pak. Misschien kunt u daarop dan reageren. Dat is altijd goed voor de verwachtingen.

Er is een tweeminutendebat aangevraagd, met als eerste spreker de heer Kwint.

– Rond Prinsjesdag ontvangen we een brief – we noemen dat hier de «Prinsjesdagbrief» – waarin wordt ingegaan op het vervolg van het herstelplan cultuur.

– De Kamer ontvangt na de zomer een brief over de arbeidsmarktpilot, inclusief proces en planning.

Is dat dezelfde brief? O, dat zijn twee brieven.

– De Kamer wordt schriftelijk geïnformeerd over verdere plannen van Minister Wiersma rond cultuureducatie en over de mogelijkheden van de gelden van het Nationaal Programma Onderwijs.

Dat zijn drie brieven.

– De Kamer ontvangt rond Prinsjesdag de bibliotheekbrief, met daarin aandacht voor de mogelijkheid van een zorgplicht van gemeenten voor voldoende bibliotheken per gemeente.

– De Kamer ontvangt een brief over de ontwikkelingen rondom de replica van De Zeven Provinciën.

Bij deze brief staat geen termijn. Wanneer kunnen we deze brief verwachten?

Staatssecretaris Uslu:

Zit ook in die brief. We maken er één brief van.

De voorzitter:

Die gaat mee in het geheel.

– De Kamer ontvangt een brief over de toegankelijkheid van de cultuursector, met daarbij tevens aandacht voor het VN-verdrag en diversiteit en inclusie.

Een aparte brief?

Staatssecretaris Uslu:

We maken er één brief van.

De voorzitter:

Heel goed.

– De Kamer wordt via een brief nader geïnformeerd over de financiële middelen voor cultuur en cultuurconvenanten in Caribisch Nederland.

– In het najaar ontvangt de Kamer een reactie op het rapport over grensoverschrijdend gedrag in de cultuursector, waar u als laatste over sprak in reactie op vragen van de heer Bosma.

Ik kijk even naar de leden. Heb ik het te pakken? Ja? Nou, meneer Van Strien!

De heer Van Strien (VVD):

Voorzitter, excuus. Het onderzoek dat de Staatssecretaris gaat doen naar cultureel ondernemerschap, innovatie en de maatschappelijke impact, heb ik niet teruggehoord. Dat gaat weliswaar over de volgende BIS-periode, maar dat kan hopelijk vroegtijdig. Dat zou meegewogen worden, gaf zij aan, maar ik heb het niet teruggehoord in de toezeggingen. Hoe heb ik nu de garantie dat dit ook daadwerkelijk wordt gedaan?

De voorzitter:

Meneer Van Strien wil graag de contouren van de nieuwe BIS, neem ik aan.

De heer Van Strien (VVD):

En de garantie dat deze drie elementen nadrukkelijk worden meegenomen, zoals de Staatssecretaris wel toezegde. Ik hoor dat niet terug. Ik snap dat dit punt lastig te vervatten is in een van de toezeggingen, maar het is wel zeer relevant.

De voorzitter:

Ik las de brieven voor die de Kamer krijgt, maar meneer Van Strien vraagt of dit een expliciete toezegging is...

Staatssecretaris Uslu:

Het is een expliciete toezegging dat ik dat meeneem in een volgende BIS-ronde. Ik zal kijken of dat tot de mogelijkheden behoort.

De voorzitter:

Dat is een heel subtiele toezegging. Meneer Van Strien knikt; hij doet het ervoor.

Ik dank de leden hartelijk. We hebben het binnen een uur gered. Ook veel dank aan de Staatssecretaris en haar ondersteuning. We gaan op dit onderwerp plenair verder in een tweeminutendebat.

Sluiting 14.31 uur.