Verslag
Voorstel van de commissie voor de Werkwijze tot vaststelling van de Regeling bezwaaradviescommissie Tweede Kamer
Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader)
Nummer: 2022D26728, datum: 2022-06-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36111-3).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.B. Hagen, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: A.C.W. de Vos, griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 36111 -3 Voorstel van de commissie voor de Werkwijze tot vaststelling van de Regeling bezwaaradviescommissie Tweede Kamer.
Onderdeel van zaak 2022Z10328:
- Indiener: V.A. Bergkamp, voorzitter van de commissie voor de Werkwijze
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-05-25 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-06-16 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-06-23 12:00: Voorstel van de commissie voor de Werkwijze tot vaststelling van de Regeling bezwaaradviescommissie Tweede Kamer (TK 36111) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-07-07 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-09-08 14:35: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-09-15 10:15: Hamerstuk: Voorstel van de commissie voor de Werkwijze tot vaststelling van de Regeling bezwaaradviescommissie Tweede Kamer (Kamerstuk 36111) (Hamerstukken), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
36 111 Voorstel van de commissie voor de Werkwijze tot vaststelling van de Regeling bezwaaradviescommissie Tweede Kamer
Nr. 3 VERSLAG
Vastgesteld 23 juni 2022
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel tot vaststelling van de Regeling bezwaaradviescommissie Tweede Kamer, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de commissie voor de Werkwijze op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen afdoende zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit voorstel voldoende voorbereid.
I. Algemeen
De leden van de D66-fractie hebben van dit voorstel tot vaststelling van de Regeling bezwaaradviescommissie kennisgenomen en zij hebben hierover geen aanvullende inbreng of vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel van de commissie voor de Werkwijze tot vaststelling van de Regeling bezwaaradviescommissie Tweede Kamer. Deze leden hebben over de voorgestelde bepalingen de volgende vragen.
De leden van de SP-fractie hebben het voorstel voor de Regeling rondom het instellen van een bezwaaradviescollege gelezen en hebben hierover nog een enkele vraag.
Het lid van de BBB-fractie heeft met belangstelling kennisgenomen van het voorstel van de commissie voor de Werkwijze tot vaststelling van de Regeling bezwaaradviescommissie Tweede Kamer. Dit lid heeft hierover nog enkele vragen.
II. Artikelsgewijs
Artikel 3. Samenstelling commissie
In artikel 3, derde lid wordt bepaald dat de leden van de commissie geen lid zijn van de Staten-Generaal en niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een fractie, groep of de ambtelijke organisatie van de Staten-Generaal. De leden van de CDA-fractie hechten aan een zo groot mogelijke onafhankelijkheid van de commissie en vragen in dit verband of het niet wenselijk zou zijn ook oud-leden van de Staten-Generaal uit te sluiten.
De leden van de SP-fractie begrijpen dat om de onafhankelijkheid te waarborgen er uitzonderingen zijn gemaakt wie er deel uit kunnen maken van deze commissie. Deze leden vragen waarom oud-Kamerleden hier geen uitzondering in vormen, zeker als zij recentelijk zijn afgetreden bijvoorbeeld. Zij stellen dezelfde vraag met betrekking tot personen die in een andere hoedanigheid dan voor een fractie, in dienst zijn van een politieke partij of groepering.
Het lid van de BBB-fractie wil graag horen welke eigenschappen, kennis en ervaring gevraagd worden van leden van de genoemde bezwaaradviescommissie en hoe wordt gewaarborgd dat deze commissie een goede afspiegeling is van de maatschappij. Verder wil dit lid graag aan de commissie voor de Werkwijze meegeven dat het lid van de commissie volgens haar niet alleen niet mag werken voor een fractie, groep of de ambtelijke organisatie, maar daar ook niet op een andere manier aan verbonden mag zijn. Hoe kijkt de commissie voor de Werkwijze hier tegenaan? Voorts zou het lid van de BBB-fractie graag net als bij bewindslieden spelregels willen introduceren in de trant van het lobbyverbod. Hoe kijkt de commissie voor de Werkwijze hier tegenaan en wil de commissie hiervoor regels opstellen?
Artikel 6. Jaarverslag
In artikel 6 wordt bepaald dat de commissie jaarlijks verslag uitbrengt van haar werkzaamheden. De leden van de CDA-fractie vragen of daarin ook wordt opgenomen welke kosten de commissie heeft gemaakt. Verder vragen deze leden op welke wijze wordt vastgesteld of de commissie voldoende functioneert. Hoe worden beoordelingsmomenten ingericht en vastgelegd?
Artikel 9. Ontvangst bezwaarschrift en toezending aan commissie
In artikel 9, tweede lid wordt bepaald dat indien de commissie gevraagd wordt over een bezwaarschift te adviseren, het bezwaarschrift met de daarbij behorende stukken door de Kamer onverwijld in handen van de commissie wordt gesteld. De leden van de CDA-fractie vragen of daarbij ook afspraken worden gemaakt over de termijn waarbinnen er een reactie moet komen op het bezwaarschrift.
De voorzitter van de commissie,
Hagen
De griffier van de commissie,
De Vos