Brief van het Presidium over instelling van een tijdelijke commissie corona
Instelling van een tijdelijke commissie corona
Brief Presidium
Nummer: 2022D26786, datum: 2022-06-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36142-1).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.A. Bergkamp, Voorzitter van de Tweede Kamer (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36142 -1 Parlementaire EnquĂȘte corona.
Onderdeel van zaak 2022Z12928:
- Indiener: V.A. Bergkamp, Voorzitter van de Tweede Kamer
- Voortouwcommissie: TK
- 2022-06-28 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (đ origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
36 142 Instelling van een tijdelijke commissie corona
Nr. 1 BRIEF VAN HET PRESIDIUM
Aan de Leden
Den Haag, 23Â juni 2022
Het presidium legt hierbij aan u voor een brief van de voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 9Â juni 2022 waarin wordt voorgesteld om een tijdelijke commissie in te stellen met als taak voorstellen te doen voor de opzet van een parlementaire enquĂȘte over corona.
Het presidium stelt u voor in te stemmen met het voorstel tot instelling van een tijdelijke commissie corona en daarbij de tijdelijke commissie te vragen in de planning van het onderzoek rekening te houden met het verloop van de reeds gestarte enquĂȘtecommissies in verband met de beschikbare ambtelijke capaciteit en in de planning ook de ontwikkelingen in verband met een mogelijke nieuwe coronagolf te betrekken. Het presidium verzoekt tevens dat de tijdelijke commissie in het aan de Kamer voor te leggen onderzoeksvoorstel voor een opzet van een parlementaire enquĂȘte, expliciet hierop in gaat.
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
Bergkamp
BIJLAGE BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan het presidium
Den Haag, 9Â juni 2022
Hierbij bied ik u namens de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een voorstel aan tot de instelling van een tijdelijke commissie, met als taak voorstellen te doen voor de opzet van een parlementaire enquĂȘte over corona. Dit betreft de nadere uitwerking van de op 4Â november 2021 aangenomen motie van het lid Aukje de Vries c.s. (Kamerstuk 25Â 295, nr. 1470), die uitspreekt dat een parlementaire enquĂȘte corona wenselijk is (Handelingen II 2021/22, nr. 18, item 5). De volgende zes fracties hebben laten weten voornemens te zijn deel te nemen aan de tijdelijke commissie: VVD, D66, PVV, CDA, PvdA en FvD. Andere fracties kunnen desgewenst nog aansluiten als de tijdelijke commissie wordt gevormd. Daarmee is de tijdelijke commissie naar het oordeel van de commissie VWS voldoende breed van samenstelling.
Namens de commissie verzoek ik u het voorstel ter besluitvorming door te geleiden naar de Kamer.
De bij dit voorstel behorende begroting voor de instelling van een tijdelijke commissie is ter advisering aan de stafdienst Financieel Economische Zaken (FEZ) van de Kamer voorgelegd en goedgekeurd.
De voorzitter van de commissie,
Smals
De griffier van de commissie,
Esmeijer
Voorstel tot instelling tijdelijke commissie corona
Aanleiding
Op 4Â november 2021 nam de Tweede Kamer de motie Aukje de Vries c.s. aan die uitspreekt dat een parlementaire enquĂȘte over corona wenselijk is.1 In de motie wordt het voornemen uitgesproken medio 2022 te starten met de voorbereidingen op deze parlementaire enquĂȘte.
De commissie voor VWS doet de Tweede Kamer hierbij het voorstel â onder verwijzing naar de Regeling parlementair en extern onderzoek en op basis van artikel 18 van het Reglement van Orde â een tijdelijke commissie in te stellen.
In deze brief treft u de opdracht aan, inclusief enkele suggesties die de commissie voor VWS de tijdelijke commissie wenst mee te geven, en de voorziene planning en organisatie van de tijdelijke commissie.
Opdracht aan de tijdelijke commissie
De opdracht aan de tijdelijke commissie is te komen tot een onderzoeksvoorstel voor een in te stellen parlementaire enquĂȘte.
Het doel van het onderzoek is te komen tot waarheidsvinding met betrekking tot de gebeurtenissen tijdens de coronacrisis en daaruit lessen te trekken voor de toekomst, om zo beter voorbereid te zijn op een eventuele volgende gezondheidscrisis. De commissie voor VWS hoopt dat de enquĂȘte zichtbaar maakt dat wordt geleerd van de crisis met het oog op de toekomst en dat dit een bijdrage levert aan de paraatheid voor een volgende gezondheidscrisis.
De meerwaarde van de parlementaire enquĂȘte ten opzichte van ander onderzoek naar de coronacrisis is volgens de commissie voor VWS met name gelegen in het trekken van lessen door en voor de Tweede Kamer, zodat ook deze beter voorbereid is op een volgende gezondheidscrisis. Belangrijke onderzoeksthemaâs die daarbij passen zijn de informatievoorziening aan de Kamer, de verhouding tussen Kamer en kabinet, de inrichting van de crisisorganisatie, de rol van de Tweede Kamer, de omgang met grondrechten en de juridische basis voor de getroffen maatregelen. In het onderzoek zou aandacht moeten zijn voor zowel meerderheidsbesluitvorming in de Kamer als voor de uiteenlopende standpunten in het debat.
Zoals de motie Aukje de Vries c.s. uitspreekt, zal de enquĂȘte aanvullend moeten zijn op het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV). De commissie voor VWS adviseert de tijdelijke commissie in overleg te treden met de OVV met het oog op een goede afbakening van de enquĂȘte.
De coronacrisis heeft de gehele samenleving getroffen. De commissie voor VWS is zich ervan bewust dat vele aspecten in het onderzoek kunnen worden betrokken en dat afbakening noodzakelijk is. De focus van de enquĂȘte zou volgens de commissie voor VWS moeten liggen op de volksgezondheid. Daarnaast zou de maatschappelijke impact van het gevoerde beleid in de enquĂȘte betrokken moeten worden, alsmede de wijze waarop afwegingen zijn gemaakt tussen volksgezondheid en andere maatschappelijke belangen.
De commissie voor VWS laat het aan de tijdelijke commissie over om verdere keuzes te maken. Daarbij zal de tijdelijke commissie ingewikkelde afwegingen moeten maken over lastige dilemmaâs, waarbij een evenwicht moet worden gevonden tussen onder meer reikwijdte en onderzoeksthemaâs, gewenste diepgang, eigen onderzoek versus gebruik van bestaand onderzoek en doorlooptijd van de enquĂȘte.
Met het oog op te trekken lessen voor de Nederlandse situatie acht de commissie voor VWS het zinvol dat in de enquĂȘte aandacht wordt besteed aan de wijze waarop regeringen en parlementen in enkele andere West-Europese landen tijdens de crisis hebben gehandeld. De commissie voor VWS denkt hierbij niet zozeer aan een diepgravend onderzoek naar de aanpak in het buitenland, maar aan vergelijking van bijvoorbeeld opname- en sterftecijfers, ic-capaciteit, beleidsmaatregelen en de inrichting van de crisisorganisatie.
De commissie voor VWS stelt voor dat het onderzoek zich richt op de periode vanaf de eerste signalen vanuit China over het nieuwe coronavirus (eind 2019) tot en met het afschalen van de maatregelen in het voorjaar van 2022. Voor het onderwerp pandemische paraatheid zal verder moeten worden teruggekeken.
Mocht er een nieuwe coronagolf komen waarbij opnieuw ingrijpende maatregelen moeten worden getroffen, dan kan de tijdelijke commissie in haar onderzoeksvoorstel het eindpunt van de onderzoeksperiode op een ander moment bepalen, zodat ontwikkelingen sinds het voorjaar van 2022 ook aan bod kunnen komen in de enquĂȘte.
Planning
De commissie voor VWS verwacht dat het uitwerken van een onderzoeksvoorstel door de tijdelijke commissie een aanzienlijke taak zal zijn, vanwege het veelomvattende karakter van de coronacrisis, de te verwachten omvang van het onderzoek en de lastige dilemmaâs waarover de tijdelijke commissie zal moeten besluiten. Daarom is in de planning rekening gehouden met een doorlooptijd van zes maanden voor de tijdelijke commissie. De commissie voor VWS acht het verstandig om de daadwerkelijke planning van werkzaamheden aan de tijdelijke commissie te laten, opdat deze naar bevind van zaken zelf kan bepalen welke planning realistisch en haalbaar blijkt en wanneer de werkzaamheden kunnen worden afgerond.
In de planning is voorts rekening gehouden met een inwerkprogramma voor de tijdelijke commissie, waarin de leden zich door externe deskundigen en aan de hand van werkbezoeken laten informeren, om zo een goed beeld te krijgen van de verschillende relevante aspecten van de coronacrisis.
De commissie voor VWS stelt voor de tijdelijke commissie voor het zomerreces te constitueren, zodat de leden zich in de zomer kunnen voorbereiden. De start van de werkzaamheden van de tijdelijke commissie zou vervolgens in september 2022 kunnen plaatsvinden, zodat de tijdelijke commissie haar voorstel tot het instellen van de enquĂȘtecommissie rond het krokusreces van 2023 kan aanbieden.
Samenstelling tijdelijke commissie
De commissie voor VWS geeft er de voorkeur aan dat de woordvoerders die lid worden van de tijdelijke commissie in beginsel tevens lid worden van de daarop volgende enquĂȘtecommissie. Dit was ook het geval bij voorgaande enquĂȘtes en heeft grote meerwaarde in verband met kennisopbouw en een efficiĂ«nte werkwijze.
Voldoende draagvlak is voor deze enquĂȘte van groot belang. Daarom zouden naar het oordeel van de commissie voor VWS ten minste zes, en bij voorkeur zeven, fracties moeten deelnemen aan een parlementaire enquĂȘte over corona.
Organisatie
De tijdelijke commissie krijgt ondersteuning van een ambtelijke staf die bestaat uit een griffier, een adjunct-griffier, een commissie-assistent, twee onderzoekscoördinatoren en een informatiespecialist. Waar nodig zal ondersteuning worden geboden door onder meer Bureau Wetgeving, de Dienst Communicatie en de Dienst Verslag en Redactie. In de begroting is daarnaast onder meer rekening gehouden met enkele werkbezoeken en de mogelijkheid om een externe klankbordgroep in te stellen. Het is aan de tijdelijke commissie om af te wegen of zij van deze mogelijkheden gebruik wenst te maken.
Begroting
De kosten en uitgaven voor het onderzoek van de tijdelijke commissie zijn voorgelegd aan de Stafdienst Financieel Economische Zaken (FEZ) van de Tweede Kamer. Aangezien parlementaire enquĂȘtes onder de Wet op de parlementaire enquĂȘte 2008 (Wpe) vallen, waarvoor het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) de financiĂ«le middelen beheert, worden de uitgaven van de tijdelijke commissie ter voorbereiding van de parlementaire enquĂȘte doorberekend aan BZK. De tijdelijke commissie heeft dus geen gevolgen voor de begroting van de Kamer.
Motie van de leden Aukje de Vries (VVD), Hijink (SP), Paternotte (D66), Kuiken (PvdA), Van den Berg (CDA), Westerveld (GL), Bikker (CU) en Van der Staaij (SGP) over een parlementaire enquĂȘte naar de aanpak van de coronapandemie, Kamerstuk 25Â 295, nr. 1470.â©ïž