[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over voorhang Besluit basisregistratie personen (BRP) in verband met de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (Kamerstuk Kamerstuk 35772-36)

Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met de invoering van een centrale voorziening ter ondersteuning van de colleges van burgemeester en wethouders bij het onderzoek of een persoon als ingezetene in de basisregistratie personen op een adres in de gemeente dient te worden ingeschreven alsmede naar de juistheid van de gegevens betreffende het adres van een ingezetene in de basisregistratie personen

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2022D27324, datum: 2022-06-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D27324).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z11850:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2022D27324 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties enkele vragen en opmerkingen over de brief van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 10 juni 2022 inzake Voorhang Besluit basisregistratie personen (BRP) in verband met de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (Kamerstuk 35 772, nr. 36).

De voorzitter van de commissie,
Hagen

De griffier van de commissie,
De Vos

Inhoudsopgave Blz.
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties 2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie 2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie 2
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie 3
Vragen en opmerkingen van de leden van de Groenlinks-fractie 3
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie 4
II Antwoord/ reactie van de Staatssecretaris 4

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit basisregistratie personen in verband met de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit. Zij hebben het wetsvoorstel inzake de Wet BRP met betrekking tot adreskwaliteit gesteund. Dat wetsvoorstel c.q. die wet wordt in deze AMvB nader uitgewerkt. Graag willen zij over het ontwerpbesluit enkele vragen stellen.

Allereerst merken zij op dat de juistheid van adresgegevens in de BRP om diverse redenen van groot belang is. Maar daarbij is het ook van groot belang om de privacy van mensen te waarborgen en om discriminatie te voorkomen. De leden van de VVD-fractie hebben de indruk dat het proces met betrekking tot de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit met alle zorgvuldigheid omgeven is. Zo is bij de ontwikkeling van profielen menselijke tussenkomst voorzien, worden er geen persoonsgegevens verwerkt voordat dit is besproken en wordt er geen gebruik gemaakt van kunstmatige intelligentie bij het genereren van signalen. De leden van de VVD-fractie krijgen hier graag een bevestiging van. Onder deze AMvB komt een ministeriële regeling te hangen. Graag ontvangen de leden van de VVD-fractie deze regeling voor inwerkingtreding.

Krachtens artikel 28b, tweede lid, wordt bij ministeriële regeling per bestuursorgaan vastgelegd welke categorieën gegevens de Minister kan ontvangen in het kader van een terugmelding door het bestuursorgaan. Waarom wordt dit per bestuursorgaan vastgelegd? Waarom wordt dit niet in het algemeen vastgelegd? Graag ontvangen deze leden een reactie van de regering.

Bij de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit spelen «patronen», «signalen», «profielen» en «gegevens» een grote rol. De basis van het proces is een onderzoek naar patronen. Wanneer wordt er besloten een onderzoek naar «patronen» uit te voeren? Graag krijgen de leden van de VVD-fractie een nadere verduidelijking.

Artikel 28f gaat over de terugkoppeling van de gemeente aan de Minister. Moet er in alle gevallen een terugkoppeling naar de Minister plaatsvinden, ook als er geen adresonderzoek heeft plaatsgevonden? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

Tijdens de behandeling van de wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit waren de leden van de D66-fractie erg kritisch. Als gevolg hiervan zijn een aantal amendementen en moties aangenomen waaronder het amendement van lid Dekker – Abdulaziz (Kamerstuk 35 772, nr. 34) over een verbod op discriminatoire selectie op grond van nationaliteit, geboorteplaats of daarvan afgeleide gegevens. De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de genoemde voorhang en willen de Staatssecretaris nog een enkele vraag voorleggen.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de adviezen en de consultatie, en specifiek de inbreng van de stichting Platform bescherming Burgerrechten. Deze leden hebben nog enkele vragen over de bewaartermijn van persoonsgegevens bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze leden vragen of de Staatsecretaris nader kan toelichten waarom de persoonsgegevens, die niet worden geselecteerd door de gemeenten, twintig jaar worden bewaard door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties? Aangezien de burgers niet actief worden geïnformeerd over het onderzoek, vragen deze leden of de Staatssecretaris nader kan toelichten of het bewaartermijn niet ingekort kan worden?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de fractie van de SP hebben het besluit met betrekking tot de basisregistratie personen gelezen en hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen. Deze leden hebben hun ernstige twijfels bij de nut en noodzaak van het onderliggende wetsvoorstel en hebben deze geuit tijdens het debat over deze voorgestelde wijziging. De leden van de SP-fractie betreuren het dat het delen van data met verschillende overheidsinstanties op vele punten niet wettelijk wordt verankerd maar in onderliggende besluiten en maatregelen wordt vervat. Dat geldt met name voor besluiten over welke factoren aanleiding geven tot het opstellen van risicoselectieprofielen en welke informatie een dergelijk profiel mag bevatten, zoals onder de artikelen 28c en d. Kan er nadere toelichting worden gegeven welke informatie het hier betreft, wat de grenzen zijn en welke andere voorwaarden er per ministeriële regeling worden gesteld? Waarom is er voor gekozen om dit niet al wettelijk in te kaderen maar dit per ministeriële regeling te doen?

De leden van de fractie van de SP vragen naar wat gebeurt er met de terugkoppeling vanuit gemeenten indien blijkt dat er vaker niet dan wel een juist vermoeden van onjuiste adresgegevens blijken te zijn. Welke evaluatiewaarborgen zijn er? Genoemde leden vragen verder naar de terugkoppeling naar mensen die onderwerp zijn geweest van adresonderzoek. Indien het adres blijkt te kloppen kan het ook van meerwaarde zijn dat mensen geïnformeerd worden; zo hebben zij immers meer inzicht in hoe de overheid met hun gegevens om is gegaan. Waarom wordt hier niet voor gekozen?

De leden van de fractie van GroenLinks hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende ontwerpbesluit. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.

Allereerst vragen de leden van de fractie van GroenLinks de Staatssecretaris helder uiteen te zetten op welke wijze zij de kritiek vanuit de Kamer bij de wetsbehandeling concreet heeft meegenomen bij de opstelling van het voorliggende besluit. Daarnaast vernemen de aan het woord zijnde leden graag of zij voornemens is de ministeriële regeling die onder het besluit komt te hangen voor inwerkingtreding aan de Kamer voor te leggen. Zo ja, op welke termijn verwacht het kabinet dit te doen?

De Staatssecretaris schrijft in de toelichting op het besluit: «Deze wijze van selectie heeft de voorkeur boven een willekeurige, steekproefsgewijze, selectie van adressen. Dit is ook in het belang van de privacy van de burger, die niet willekeurig en daardoor mogelijk onnodig een huisbezoek krijgt in het kader van een onderzoek naar de juistheid van diens adresregistratie in de BRP.» Wat betekent dit concreet, zo vragen de leden van de fractie van GroenLinks. Betekent dit dat ook een andere wijze van selectie – die niet de voorkeur heeft – zoals een willekeurige, steekproefsgewijze selectie juridisch nog steeds tot de mogelijkheden behoort?

Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de voorhang en de gedane voorstellen tot wijzigingen welke betrekking hebben op de BRP, welke in verband staan met de LAA, en acht het positief dat er wordt ingezet op een goede verwerking van adresgegevens. Daarnaast acht het lid van de fractie BBB het ook positief dat er werk in is gestoken om gedurende de analyses van gegevens de transparantie te behouden.

Meermaals wordt in het besluit verwezen naar profielen. Het is het lid van de fractie BBB nog niet helemaal duidelijk geworden wat zo’n profiel nu precies inhoudt en op basis van wat voor gegevens deze profielen tot stand kunnen komen. Hetzelfde geldt voor de onderliggende patronen die tot een profiel moeten resulteren. Kan het kabinet meer verduidelijking geven over wat voor informatie en categorieën ten grondslag kunnen liggen voor een profiel, evenals de patronen die tot een profiel dienen te resulteren?

Dit lid deelt daarnaast de zorgen van Stichting Platform Bescherming Burgerrechten, die in het kader van de consultatie zorgen hebben geuit over het schijnbare gebrek aan rechtsbescherming van de burger in dit proces. Kan de Staatssecretaris meer inzicht geven in de rechten van de burger als hun gegevens verwerkt worden voor de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit?

Tevens heeft het lid van de BBB-fractie een vraag over de bewaartermijn van 20 jaar. Kan de Staatssecretaris aangeven waarom er voor deze termijn gekozen is en niet een kortere? Is de termijn van 20 jaar wel proportioneel?

II Antwoord/ Reactie van de Staatssecretaris