[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Koerhuis over een brief van de Provincie Noord-Holland over geluidsregels van luchtvaart

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2022D27378, datum: 2022-06-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-3271).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z11521:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

3271

Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de brief van de Provincie Noord-Holland over geluidsregels van luchtvaart (ingezonden 8 juni 2022).

Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat), mede namens de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (ontvangen 27 juni 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met de brief van de provincie Noord-Holland over de geluidregels voor luchtvaart?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is uw reactie op deze brief?

Antwoord 2

Met deze brief wordt verzocht om op korte termijn met de BRS (Bestuurlijke Regie Schiphol) overleg te voeren over het onderwerp cumulatie van geluid. Het gevraagde Bestuurlijk Overleg is gepland op 12 juli 2022.

Vraag 3

Herinnert u zich de aangenomen motie-Koerhuis over het beleidsneutraal overzetten van geluidsregels van o.a. luchtvaart?2

Antwoord 3

Ja.

Vraag 4

Wat is de stand van zaken van de uitvoering van deze motie?

Antwoord 4

Bij de beantwoording van een gelijkluidende vraag van het lid Koerhuis aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Aanhangsel Handelingen II 2021/’22, nr. 1089) en een eveneens gelijkluidende vraag van de leden Minhas en Koerhuis aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Aanhangsel Handelingen II 2021/’22, nr. 1446) is toelichting gegeven op de wijze waarop het kabinet uitvoering geeft aan deze motie. Graag verwijs ik naar het gegeven antwoord.

Hierbij is aangegeven dat het overleg met de bestuurlijke partijen wordt voortgezet. Zoals bij de beantwoording van vraag 2 is aangegeven zal op 12 juli 2022 nader Bestuurlijk Overleg worden gevoerd.

Vraag 5

Wanneer gaat u in gesprek met de Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS) over de uitvoering van deze motie?

Antwoord 5

Het Bestuurlijk Overleg met de BRS is gepland op 12 juli 2022.

Vraag 6

In hoeverre worden huidige bouwprojecten rondom Schiphol vertraagd, doordat de uitvoering van deze motie nog niet is afgerond?

Antwoord 6

De wijziging van regelgeving heeft geen gevolgen voor bouwprojecten die in uitvoering zijn of waarvoor de besluitvorming plaatsvindt met toepassing van de huidige Wet ruimtelijke ordening en Wet geluidhinder. Ons bereiken signalen dat de doorgaande discussie over de nieuwe regelgeving over cumulatie leidt tot een afwachtende houding bij de ontwikkeling van nieuwe projecten binnen het gebied waarvoor deze regels gelden. Daarom is het van groot belang dat de discussie zo spoedig mogelijk wordt afgerond.

Vraag 7

Wanneer verwacht u dat de uitvoering van deze motie wordt afgerond en dat geluidsregels van o.a. luchtvaart beleidsneutraal worden overgezet zonder impact op bouwprojecten?

Antwoord 7

De rekenregels voor het betrekken van o.a. luchtvaartgeluid bij het berekenen van het gecumuleerde geluid waren al overgezet naar het stelsel van de Omgevingswet op het moment dat de motie werd ingediend. Die omzetting was beleidsneutraal ten opzichte van de aan de Kamer medegedeelde beleidsvoornemens over SWUNG-2 en inzichten over de mate van hinderbeleving van luchtvaartgeluid die in het luchtvaartbeleid al geruime tijd worden toegepast.

Uit de impactanalyse die gezamenlijk met de BRS naar de effecten van de cumulatieregeling is uitgevoerd blijkt niet dat de bouw van de woningen op het spel staat, wel dat gemeenten een nadere motivering moeten maken en dat zij daarbij belemmeringen ervaren. Zoals beschreven in de eerdere beantwoording van Kamervragen en in de brief van mijn ambtsvoorganger van 16 december 2021 (Kamerstuk 31 936, nr. 897) is het kabinet met de regio rondom Schiphol in gesprek hoe we deze problematiek kunnen oplossen. Ik verwacht de Kamer nog deze zomer over de uitkomsten hiervan te kunnen informeren.


  1. Afschrift brief provincie Noord-Holland, namens de BRS, aan de Ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties m.b.t. cumulatie luchtvaartgeluid.↩︎

  2. Kamerstuk 32 847, nr. 738.↩︎