[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg over o.a. het Fiche: Mededeling duurzame producten de norm maken en Kaderverordening Ecodesign voor duurzame producten (Kamerstuk 22112-3422)

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2022D27389, datum: 2022-06-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D27389).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z09402:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2022D27389 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het Fiche: Mededeling duurzame producten de norm maken en Kaderverordening Ecodesign voor duurzame producten (Kamerstuk 22 112, nr. 3422) en het Fiche: Mededeling Europese strategie voor duurzaam en circulair textiel (Kamerstuk 22 112, nr. 3423).

De voorzitter van de commissie,
Tjeerd de Groot

De adjunct-griffier van de commissie,
Koerselman

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Inhoudsopgave Blz.
Inleiding 2
VVD-fractie 2
D66-fractie 4
CDA-fractie 6
GroenLinks-fractie 8
Partij voor de Dieren-fractie 9
BBB-fractie 11

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het fiche Mededeling Duurzame producten de norm maken en Kaderverordening Ecodesign voor duurzame producten en het fiche Mededeling Europese strategie voor duurzaam en circulair textiel. Deze leden hebben daarover nog enkele vragen.

De leden van de D66-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van de stukken voor dit overleg. Deze leden zijn verheugd dat de Europese Commissie met deze twee mededelingen is gekomen en omarmen de ambitie van de Commissie en de regering. Zij hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het Fiche: Mededeling Duurzame producten de norm maken en Kaderverordening Ecodesign voor duurzame producten en het Fiche: Mededeling Europese strategie voor duurzaam en circulair textiel en hebben hierover nog enkele vragen.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met grote interesse kennisgenomen van de Mededeling om duurzame producten de norm te maken en de Kaderverordening Ecodesign voor duurzame producten en de Mededeling Europese strategie voor duurzaam en circulair textiel. Deze kunnen een belangrijke bijdrage leveren in het streven naar een circulaire economie. Desalniettemin willen deze leden de Staatssecretaris enkele vragen voorleggen.

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de voorliggende BNC-fiches en hebben hierbij nog enkele vragen en opmerkingen.

Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van het fiche Mededeling Duurzame producten de norm maken en Kaderverordening Ecodesign voor duurzame producten en het fiche Mededeling Europese strategie voor duurzaam en circulair textiel.

VVD-fractie

Fiche Mededeling Duurzame producten de norm maken en Kaderverordening Ecodesign voor duurzame producten

De leden van de VVD-fractie lezen dat de verordening een reikwijdte kent van alle fysieke producten (met uitzondering van onder andere voedsel, medicijnen voor mens en dier en levende planten of dieren) en dat dit betekent dat de focus op energieverbruik wordt verbreed naar ecologische voetafdruk. Deze leden vragen om dit te concretiseren. Wat verstaat de verordening onder «alle fysieke producten»?

De leden van de VVD-fractie lezen dat productpaspoorten worden verplicht. Kan de Staatssecretaris toezeggen dat er een impactanalyse per sector wordt gemaakt voor het bedrijfsleven, voordat het productpaspoort verplicht wordt?

De leden van de VVD-fractie lezen over maatregelen die het vernietigen van onverkochte consumentengoederen tegengaan. Kan de Staatssecretaris toezeggen dat voorkomen wordt dat onverkochte consumentengoederen alsnog gestort worden of jarenlang in opslagplaatsen worden opgeslagen? Zijn er uitzonderingen en, zo ja, welke?

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Commissie bevoegdheden krijgt om een minimumaantal fte aan lidstaten voor te schrijven. Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat de organisatorische consequenties van deze verordening voor de Nederlandse overheid zijn en dat een dergelijke verplichting onwenselijk is?

De leden van de VVD-fractie lezen dat uitvoering van de verordening in de komende 20 tot 30 jaar gestaag leidt tot een besparing van 117 Mton CO2-uitstoot en daarmee tot een besparing van 12 miljard euro. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe deze cijfers voor de Nederlandse situatie uitvallen? Is de besparing van ongeveer € 30 per inwoner over de periode van 20 tot 30 jaar in verhouding met de extra kosten voor producten? Deze leden lezen dat de bestaande Ecodesign-maatregelen al een besparing van 120 miljard opleveren, een factor tien hoger. Is daarmee deze extra maatregel proportioneel?

De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet in het bijzonder hecht aan het belang van het toepassen van recyclaat in nieuwe producten. In hoeverre zal een verplichting van een minimaal percentage recyclaat bijdragen aan het behalen van de doelstelling om in 2050 volledig circulair te zijn en is een dergelijke verplichting haalbaar in de praktijk?

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Staatssecretaris in algemene zin aandacht zal vragen voor producteigenschappen die gezondheids- en veiligheidsrisico’s kunnen veroorzaken. Deze leden lezen dat de Staatssecretaris zal vragen om een vermelding van kritieke grondstoffen en dat betere recycling van kritieke grondstoffen prioriteit dient te krijgen. Beschikt zij over een dergelijke lijst van kritieke grondstoffen? Welke maatregelen neemt zij om die recycling binnen Nederland en/of in Europa te organiseren?

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Staatssecretaris zal aandringen op een spoedige weergave van een indicatie van repareerbaarheid op producten. Is zij bereid de procedurele belemmeringen die repareerbaarheid benadelen, zoals de eindeafvalstatus, voor huishoudelijke apparaten weg te nemen? Is zij bereid voorstellen te doen om repareerbaarheid te bevorderen, bijvoorbeeld door reparatie in een lager btw-tarief op te nemen? Deze leden lezen dat het voorstel van de Commissie bijdraagt aan een betere werkgelegenheid door meer banen op het gebied van hergebruik en recycling. Hoe ziet de Staatsecretaris dat in relatie tot de huidige arbeidsmarkt? Kan zij een inschatting geven van de aantallen werknemers die hiervoor beschikbaar dienen te komen?

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Staatssecretaris de gevolgen voor de administratieve lasten voor ondernemers van de uitwerking van deze verordening nauwlettend zal volgen. Op welke manier gaat zij dat doen? Hoe bewaakt zij dat deze administratieve lasten beperkt blijven en wat gaat zij doen, mochten deze administratieve lasten onverhoopt toch substantieel blijken te zijn?

Fiche mededeling Europese strategie voor duurzaam en circulair textiel

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Staatssecretaris bijzonder belang hecht aan een verplicht aandeel recyclaat in nieuwe textielproducten. Hoe gaat zij dit in de praktijk vormgeven, rekening houdend met het feit dat veel textiel buiten de EU geproduceerd wordt? Deze leden lezen verder dat de Staatssecretaris positief staat tegenover voostellen om de uitdagingen bij het exporteren van textielafval tegen te gaan. Om welke uitdagingen gaat het dan precies? Hoe gaat de Staatssecretaris onderscheid maken tussen export van textiel als grondstof voor nieuw textiel om aan het verplichte minimale hergebruik te voldoen en export van textiel als afval?

De leden van de VVD-fractie lezen over de komst van een Europese uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) voor textiel. In hoeverre sluit deze UPV aan op de in voorbereiding zijnde Nederlandse UPV voor textiel?

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Commissie projecten in het kader van de voorliggende strategie wil ondersteunen door middel van cofinanciering via LIFE-financiering, via het Europese Regionale Ontwikkelfonds of via Horizon Europe. Dit betreft echter subsidiemogelijkheden voor Europese aanvragers. In hoeverre draagt de voorliggende strategie bij aan het verduurzamen van textiel dat geproduceerd wordt buiten de EU? In hoeverre is samenwerking met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking gezocht en waartoe zou een dergelijke samenwerking kunnen leiden?

D66-fractie

Textiel

De leden van de D66-fractie vinden het voorstel van de Commissie om de kledingindustrie duurzaam en circulair te maken veelbelovend. De kledingindustrie is één van de vervuilendste industrieën ter wereld en speelt wat deze leden betreft een sleutelrol in de transitie naar de circulaire economie en het aanpakken van het klimaatprobleem. Deze leden zijn dan ook verheugd te vernemen dat de Staatssecretaris het voorstel van de Commissie omarmt. Deze leden hopen dat Nederland zich er in Europa voor zal inzetten om de ambitie van dit voorstel overeind te houden en tegelijkertijd aan te scherpen en aan te vullen waar nodig. Zij hebben hiertoe nog enkele vragen en aanvullingen.

De leden van de D66-fractie omarmen het voorstel om ontwerpeisen op te stellen voor een verbetering van de kwaliteit van textiel in termen van levensduurverlenging, hergebruik, repareerbaarheid, vezel-tot-vezel recyclebaarheid, en verplichte toepassing van recyclaat en een verbod op de toepassing van zeer zorgwekkende stoffen. Wat de leden nog missen in de reflectie van de regering en in de plannen van de Commissie, is de erkenning dat de textielindustrie weg moet bewegen van virgin, op fossiel gebaseerde grondstoffen, en juist moet toe bewegen naar bronnen die hernieuwbaar of recyclebaar zijn. Dat betekent ook dat er duidelijke uitspraken en beleid moeten komen die bepalen wat wel en niet duurzaam is qua grondstoffen. Deze leden doelen hierbij bijvoorbeeld op een uitspraak, zoals het statement van de Commissie, dat het toepassen van gerecyclede PET-flessen in kleding niet past in een circulair model. Deze leden zien namelijk nog te vaak dat er misvattingen bestaan over wat nu wel en niet duurzaam en circulair is en dat dit problemen oplevert in de gehele keten. Kan hierop gereflecteerd worden? Welk aanvullend beleid ziet de Staatssecretaris hierop mogelijk? Op welke manier gaat zij dit aankaarten bij de Commissie? Ziet zij hier mogelijkheden voor een duidelijke set aan eisen aan wat «duurzaam», «circulair» of «groen» mag worden genoemd in marketing en communicatie? Zo nee, waarom niet? Hoe kan Nederland hierop koploper worden in Europa?

De leden van de D66-fractie hebben eerder hun zorgen uitgesproken over het grootschalig verschepen van tweedehands textiel van slechte kwaliteit naar derde landen, waar dit tot een groot afvalprobleem kan leiden. Ook in dit voorstel zien deze leden nog te veel de mogelijkheid om onverkochte en geretourneerde goederen weliswaar niet te vernietigen, maar wel te verschepen naar derde landen. Welke ruimte ziet de Staatssecretaris voor dit soort mogelijkheden? Hoe gaan we voorkomen dat we onze grondstoffen in de vorm van afval grootschalig verschepen, waarna deze alsnog vernietigd worden of een afvalprobleem veroorzaken in kwetsbare ecosystemen?

De leden van de D66-fractie zien graag dat ook aandacht komt voor het fundament achter de vernietiging van onverkochte en geretourneerde goederen, namelijk dat er op grote schaal te veel kleding wordt geproduceerd. Gaat de Staatssecretaris ook nog aanvullende voorstellen inbrengen om dit achterliggende probleem aan te pakken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke? Deze leden vinden het hierbij in het bijzonder belangrijk dat er aandacht komt voor de inkooppraktijken van grote kledingketens. Tijdens de coronacrisis zagen we bijvoorbeeld dat grote ketens de negatieve effecten via hun inkooppraktijken zoveel mogelijk afwentelden op de zwakkere schakels in de keten, namelijk de kledingfabrieken en hun werknemers. De onbalans in macht in de keten leidt ook tot lage productieprijzen en daarmee een prikkel tot overproductie. Deze leden willen hierbij ook hun zorgen delen dat mogelijk ook de eisen die uit de textielstrategie en het Ecodesign framework volgen, voornamelijk zullen worden afgewenteld op zwakkere schakels in de keten. Is de Staatssecretaris het eens met deze leden dat er meer aandacht moet komen in het voorstel van de Commissie voor eerlijke en duurzame inkooppraktijken? Zo ja, kan zij erop aandringen bij de Commissie dat dit een prominentere plek krijgt in het voorstel?

De leden van de D66-fractie delen de positieve houding die de Commissie en de regering hebben ten overstaan van het ondersteunen van circulaire businessmodellen. Ook zij denken dat de transitie niet mogelijk is als we niet ook kritisch durven te kijken naar onze bedrijfsmodellen, die nog veel te vaak een lineaire insteek hebben. Deze leden lezen echter zowel in het voorstel van de Commissie als de regering nog veel te weinig concrete beleidsvoorstellen of mechanismen om circulaire koplopers een competitieve voorsprong te geven op lineaire bedrijven. Kan de Staatssecretaris toelichten of zij hier nog aanvullingen op ziet? Op welke manier gaat zij deze inbrengen bij de Commissie?

De leden van de D66-fractie willen de opmerking uit het BNC-fiche benadrukken dat als we de transitie naar een groene en circulaire textielketen willen inzetten, er meer jonge makers nodig zijn. Deze leden zijn dan ook verheugd dat daar in het EU Pact for Skills aan gewerkt wordt. Zij denken dat er echter ook op nationaal niveau gewerkt moet worden aan de enthousiasmering voor werken in deze keten. Hoe zet de Staatssecretaris hierop in?

De leden van de D66-fractie delen de zorgen van de Staatssecretaris dat de voorgestelde rapportageplicht voor onverkocht en geretourneerd textiel onvoldoende effect zal sorteren. Zij steunen dan ook het voorstel van de Staatssecretaris dat vernietiging van onverkochte en geretourneerde goederen in principe niet toegestaan zou moeten worden, tenzij de ondernemer aannemelijk kan maken dat er geen andere optie is. Kan uiteengezet worden wat het politieke speelveld is met betrekking tot dit voorstel? Hoe groot acht de Staatssecretaris de kans dat dit voorstel wordt overgenomen? Als het voorstel niet op Europees niveau wordt overgenomen, is het dan mogelijk om hier op Nederlands niveau of met een groep vooruitstrevende Europese landen wel vast wetgeving voor op te stellen? Kijkt de Staatssecretaris ook naar een communicatieplicht voor (web)winkels om te laten weten wat er gebeurt met onverkochte en geretourneerde goederen? Zo nee, waarom niet?

De leden van de D66-fractie steunen het idee van een productpaspoort, omdat dit een betere informatievoorziening van zowel materiaalstromen als de ecologische voetafdruk mogelijk maakt. Graag horen zij meer van de Staatssecretaris over hoe zijzelf een niet fysiek verplicht labelsysteem voor zich ziet waarbij informatie over de sociale, milieu en dierenwelzijnsimpact van een product zichtbaar is voor de consument op het moment van aanschaf.

Ecodesign

De leden van de D66-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van de Kaderverordening Ecodesign voor duurzame producten. Zij zijn verheugd dat met deze wijziging, de reikwijdte van de verordening wordt verbreed, zodat straks hopelijk duurzame producten écht de norm worden in Europa. Zij hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de D66-fractie zijn verheugd dat een aantal van de tekortkomingen die zijzelf in het voorstel van de Commissie zagen, zoals een brede uitzondering voor het mkb in de rapportageplicht voor onverkochte of geretourneerde producten of het missen van een lijst van kritieke grondstoffen, door de Staatssecretaris ook als dusdanig wordt aangemerkt en zal worden geadresseerd. Zij ondersteunen deze lijn. Graag horen zij daarbij iets uitgebreider wat het politieke krachtenveld is. Ook ondersteunen deze leden de opmerking van de Staatssecretaris dat transparantie over de productieprocessen niet alleen nodig is over ecologische duurzaamheid, maar ook over sociale aspecten in de keten, zoals in welke mate inspanningen zijn verricht om slavenarbeid, kinderarbeid en andere sociale misstanden te weren uit productieketens. Hoe zet de Staatssecretaris precies in op een uitbreiding hiervan? Gaat zij bijvoorbeeld aandringen op het rapporteren over exacte productielocaties, inclusief onderaannemers, thuisarbeiders en spinnerijen, zodat mensenrechtenschendingen nog sneller kunnen worden gesignaleerd? Zo nee, waarom niet?

Ten slotte horen de leden van de D66-fractie graag welke tijdpaden de Staatssecretaris verwacht voor de verschillende maatregelen die worden aangekondigd in beide pakketten. Graag vernemen zij hierbij ook of de Staatssecretaris voornemens is om vooruitlopend op de Europese invoering vast bepaalde maatregelen in te voeren.

CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie merken op dat de effectbeoordeling van de Kaderverordening Ecodesign onder andere laat zien dat er bij producten die nu nog niet binnen de reikwijdte van de Ecodesign-richtlijn vallen een besparing van 117 Mton CO2-uitstoot mogelijk is. Zij missen bij deze effectbeoordeling echter de impact die de Ecodesign-verordening kan hebben op de biodiversiteit en het grondstoffengebruik. Zij vragen de Staatssecretaris hoe zij erop inzet om ook het verminderen van het grondstoffengebruik (en daarmee de Europese afhankelijkheid van derde landen) onderdeel te laten vormen van de Kaderverordening Ecodesign. Ziet de Staatssecretaris bijvoorbeeld mogelijkheden om het circulair gebruik van kritieke grondstoffen expliciet onderdeel te maken van de Kaderverordening Ecodesign?

De leden van de CDA-fractie lezen dat voor producten waarvoor op basis van de verordening specifieke maatregelen worden getroffen, een productpaspoort verplicht wordt. Deze leden achten het van belang dat er bij het ontwerpen van producten ook meer aandacht wordt besteed aan de mogelijkheden om deze te hergebruiken. Zij vragen de Staatssecretaris op welke wijze er bij de productpaspoorten aandacht zal worden besteed aan (het ontwerpen voor) hergebruik en hoe de productpaspoorten bij kunnen dragen aan het stimuleren van hergebruik van verschillende producten.

De leden van de CDA-fractie constateren dat de verordening bepalingen bevat met betrekking tot het tegengaan van vernietiging van onverkochte goederen, maar dat dit niet verboden wordt. Bedrijven die onverkochte goederen vernietigen, dienen daar vooralsnog alleen publiekelijk melding van te doen en daarbij de redenen vermelden. Deze leden lezen dat de Staatssecretaris in Europees verband de mogelijkheden wil verkennen om vast te leggen dat vernietiging van onverkochte goederen in principe niet is toegestaan, tenzij aannemelijk kan worden gemaakt dat er geen andere optie is. Zij ondersteunen deze inzet en moedigen de Staatssecretaris aan om daar steviger op in te zetten. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe andere lidstaten aankijken tegen het verbieden van het vernietigen van onverkochte goederen? Hoe ziet het speelveld op dit punt eruit en welke lidstaten ondersteunen de Nederlandse positie?

De leden van de CDA-fractie merken op dat de Europese Commissie via gedelegeerde handelingen nadere maatregelen kan nemen om de vernietiging van bepaalde producten te verbieden. Zij vragen de Staatssecretaris om te verduidelijken wanneer de Commissie daartoe zal overgaan. Onder welke omstandigheden zal de Commissie van deze mogelijkheid gebruik maken en bij welke producten kan dat aan de orde zijn?

De leden van de CDA-fractie lezen dat het kabinet, indien het vernietigen van onverkochte producten niet verboden wordt, er in ieder geval bij de Commissie op aan zal dringen om de mogelijkheid om dit via een gedelegeerde handeling voor specifieke producten te doen toe te passen op textiel. Deze leden steunen de Staatssecretaris hierin en vragen haar om te schetsen hoe andere lidstaten hier specifiek bij textiel over denken. Tevens vragen deze leden of er naast textiel nog andere specifieke producten zijn waar de mogelijkheid om middels een gedelegeerde handeling vernietiging te verbieden toegepast zou moeten worden.

De leden van de CDA-fractie merken op dat er onder andere in het Europees Parlement zorgen zijn geuit over de lasten voor mkb-bedrijven, met name met betrekking tot de vereisten die voortvloeien uit het digitale productenpaspoort. Zij vragen de Staatssecretaris of er een impactassessment is uitgevoerd van de gevolgen voor de administratieve lasten en kosten voor het mkb. Indien dat het geval is, wat waren

daarvan de uitkomsten? Kan de Staatssecretaris tevens aangeven welke stappen zij zet om het Nederlandse mkb te ondersteunen en extra lasten voor ondernemers zoveel mogelijk te voorkomen en/of verlichten? Deze leden constateren daarnaast dat de Staatssecretaris tijdens de Europese onderhandelingen de mogelijkheden wil verkennen om ook mkb-sectoren met een grote milieu-impact onder de maatregelen voor het tegengaan van vernietiging van onverkochte goederen te laten vallen. Deze leden begrijpen deze wens van de Staatssecretaris, maar horen graag van haar welke concrete maatregelen zij zal nemen om disproportioneel hoge administratieve lasten voor het mkb te voorkomen, indien deze verbreding plaatsvindt.

De leden van de CDA-fractie merken op dat Nederland in 2021 met een aantal andere lidstaten een non-paper aan de Commissie heeft aangeboden over een ambitieuze strategie voor duurzaam en circulair textiel. Zij vragen de Staatssecretaris in hoeverre de nu gepresenteerde Europese strategie volledig invulling geeft aan onder andere de oproep uit het non-paper. Kan de Staatssecretaris aangeven of er aspecten van de strategie zijn waarbij zij op meer ambitie van de Commissie had gehoopt en, zo ja, welke dat zijn?

Ten slotte constateren de leden van de CDA-fractie dat de vervuiling van microplastics uit textiel volgens de Staatssecretaris zal worden geadresseerd onder het Ecodesign-voorstel via ontwerpeisen. Zij vragen de Staatssecretaris om te verduidelijken op welke wijze dit plaats zal vinden en om welke concrete ontwerpeisen het daarbij gaat. Tevens merken deze leden op dat textiel waarschijnlijk zal worden opgenomen in het eind dit jaar verwachte Europese voorstel ter bestrijding van het onbedoeld vrijkomen van microplastics in het milieu. Directeur Ciobanu-Dordea van de Europese Commissie zou daarbij zelfs hebben gehint op een totaalverbod op het gebruik van microplastics in textiel. Deze leden zouden een dergelijk totaalverbod toejuichen. Uit recent onderzoek1 blijkt namelijk dat microplastics inmiddels aanwezig zijn in menselijk bloed. Een verbod op microplastics in textiel zou daarom volgens deze leden, ook vanuit het oogpunt van gezondheid, de juiste stap zijn. Zij vragen de Staatssecretaris op welke wijze zij van plan is om in Europees verband in te zetten op een verbod op het gebruik van microplastics in textielproducten.

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat er een productpaspoort geïntroduceerd wordt volgens het voorstel. Kan de Staatssecretaris nader toelichten hoe deze productpaspoorten eruit gaan zien? Welke informatie zal erin geregistreerd staan? Welke informatie is openbaar? Hoe kunnen mensen het productpaspoort inzien? Wordt de aanwezigheid van zorgwekkende stoffen ook in het paspoort opgenomen en wordt het daarmee mogelijk om die stoffen te traceren in de keten? Deze leden spreken hun waardering uit voor de inzet van de Staatssecretaris betreffende de sociale aspecten in de keten. Hoe hangt dit samen met de ambities omtrent internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen?

De leden van de GroenLinks-fractie lezen in de Mededeling Duurzame producten de norm maken en de Kaderverordening Ecodesign voor duurzame producten dat de Staatssecretaris zal aandringen op een ambitieuze en voortvarende uitwerking van productspecifieke maatregelen. Kan zij toelichten op welke concrete maatregelen zij zal aandringen? Zij schrijft dat de aspecten waarop deze maatregelen van toepassing zijn onder andere de levensduur van het product, herbruikbaarheid, repareerbaarheid, recyclebaarheid, het gebruik van gerecycled materiaal en beperking van de aanwezigheid van zorgwekkende stoffen zijn. Daarnaast gaat zij zich volgens haar brief ook op de sociale aspecten van de keten richten. Wordt bij de productspecifieke maatregelen ook rekening gehouden met het transport van het product en de verduurzaming hiervan?

De leden van de GroenLinks-fractie delen de kritische houding tegenover de vrijstelling van het mkb, zoals beschreven in de Mededeling Duurzame producten de norm maken en kaderverordening Ecodesign voor duurzame producten als geheel, gezien de grote omzet en milieu-impact van sommigen. Kringloopwinkels leveren een belangrijke bijdrage in een circulaire economie, aangezien ze producten een nieuwe levensduur geven bij een andere consument. Daarnaast bieden ze een mogelijkheid om de vernietiging van onverkochte goederen tegen te gaan. Deze leden missen een vermelding van deze sector in de Mededeling Europese strategie voor duurzaam en circulair textiel. Kan de Staatssecretaris toelichten welke houding zij aanneemt tegenover kringloopwinkels? Zou deze sector, zeker gezien de grote aanwezigheid van textielproducten middels tweedehands kleding, kunnen rekenen op investeringen vanuit EU-fondsen?

De leden van de GroenLinks-fractie zijn benieuwd naar de verdere uitwerking van naleving en handhaving van de maatregelen volgens de Mededeling Duurzame producten de norm maken en kaderverordening Ecodesign voor duurzame producten. Kan de Staatssecretaris nader toelichten hoe het toezicht vorm zal worden gegeven? Daarnaast wordt er iedere twee jaar een actieplan voor de handhaving van de productspecifieke maatregelen opgesteld. Kan de Staatssecretaris toelichten hoe een conceptplan eruit zou zien? Het kabinet is kritisch op het voorstel dat de Commissie de bevoegdheid zou krijgen om voor te schrijven hoeveel personele inzet lidstaten moeten leveren. Gaat de Staatssecretaris er ondanks dit bezwaar op aandringen dat lidstaten voldoende naleving regelen en dat de coördinatie tussen lidstaten op dit gebied niet inefficiënt verloopt als gevolg van gebrekkige personele inzet?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met enige verbazing kennisgenomen van de kritische houding tegenover verplichte inkoopcriteria, zoals beschreven in de Mededeling Duurzame producten de norm maken en Kaderverordening Ecodesign voor duurzame producten. Kan de Staatssecretaris voorbeelden geven van wanneer verplichte inkoopcriteria innovatie hebben geremd? Is zij bereid om een onderzoek met andere lidstaten uit te voeren om het succes van verplichte inkoopcriteria met hen te vergelijken? Zo nee, waarom niet? Is de Staatssecretaris bereid verplichte inkoopcriteria in te stellen als blijkt dat zelfregulering door de sector ontoereikend blijkt? Zo nee, waarom niet? Op welke criteria zou worden beoordeeld of zelfregulering voldoende effectief is geweest en in welk tijdsbestek?

Partij voor de Dieren-fractie

Fiche: Mededeling Duurzame producten de norm maken en Kaderverordening Ecodesign voor duurzame producten

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen dat met het voorliggende Europese voorstel het mogelijk zal worden om eisen te stellen aan het duurzaam ontwerp van vrijwel alle fysieke producten, waarbij het onder andere gaat om de herbruikbaarheid, repareerbaarheid, recyclebaarheid, het gebruik van gerecycled materiaal en de beperking van de aanwezigheid van zorgwekkende stoffen. Ook lezen deze leden dat voor producten waarvoor specifieke maatregelen worden getroffen, productpaspoorten verplicht worden en dat hiertoe een geleidelijke uitrol zal zijn. Deze leden zijn voorstander van strengere eisen voor het ontwerp van nieuwe producten, zodat deze producten lang meegaan, te repareren zijn en materialen eenvoudig hergebruikt kunnen worden. Wel vragen zij zich af hoe het tijdpad eruitziet: per wanneer zullen productpaspoorten in de praktijk door consumenten kunnen worden gebruikt? Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat het belangrijk is dat een productpaspoort zo snel mogelijk beschikbaar wordt en dat een «geleidelijke uitrol» geen urgentie uitstraalt? Hoe verhoudt het productpaspoort zich tot een materialenpaspoort dat gebruikt kan worden in de industrie en de bouw? Welke eisen zullen er gaan gelden voor zeer zorgwekkende stoffen in producten? En welk effect heeft dit voorstel op preventie, de vermindering van het aantal verkochte spullen?

Ook lezen de leden van de Partij voor de Dieren-fractie dat het kabinet voorstander is van het opnemen van verplichte doelen in het Europese voorstel. Kan de Staatssecretaris hier wat concreter zijn; welke doelen heeft het kabinet voor ogen? Welke mogelijkheden ziet de Staatssecretaris om op nationaal niveau ambitieuze doelstellingen te formuleren?

Verder constateren de leden van de Partij voor de Dieren-fractie dat in het Europese voorstel alleen wordt voorgesteld dat bedrijven die onverkochte producten vernietigen hier melding van moeten maken. Ook lezen deze leden dat het kabinet zal vragen «om de mogelijkheid te verkennen om vast te leggen dat vernietiging van onverkochte goederen in principe niet is toegestaan, tenzij de ondernemer aannemelijk kan maken dat er geen andere optie is». Waarom deze uitzondering? Er is toch altijd een andere optie te bedenken dan het vernietigen van onverkochte producten? Gaat de Staatssecretaris zich hard maken voor een algeheel verbod op het vernietigen van onverkochte producten? Zo nee, waarom niet? Welke mogelijkheden ziet de Staatssecretaris om een algeheel verbod op nationaal niveau in te stellen?

Fiche: Mededeling Europese strategie voor duurzaam en circulair textiel

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen dat de Europese Commissie wil onderzoeken hoe het hoge retourpercentage van online gekochte producten gereduceerd kan worden. Welke maatregelen heeft de Staatssecretaris al genomen om het retourpercentage van online gekochte producten in Nederland terug te brengen? Welke maatregelen is zij nog van plan om te nemen op dit gebied?

Daarnaast lezen de leden van de Partij voor de Dieren-fractie dat de vervuiling van microplastics uit textiel ook zal worden geadresseerd via ontwerpeisen. Klopt het dat textiel tot nu toe alleen onderdeel is van de restrictie van microplastics die onbedoeld vrijkomen, maar dat textiel nu waarschijnlijk ook zal worden toegevoegd aan de restrictie van bewust toegevoegde microplastics? Zo nee, hoe zit dit dan? Gaat de Staatssecretaris pleiten voor een verbod op het gebruik van microplastics in textielproducten? Zo nee, waarom niet?

Tot slot lezen de leden van de Partij voor de Dieren-fractie dat het productpaspoort ook kansen biedt om informatie over de dierenwelzijnsimpact zichtbaar te maken voor de consument. In hoeverre heeft de dierenwelzijnsimpact nu een plaats in het Europese voorstel? En kunnen deze leden uit de positie van het kabinet opmaken dat de Staatssecretaris zich hard gaat maken voor het opnemen van informatie over de dierenwelzijnsimpact in het productpaspoort? Welke informatie over dierenwelzijnsimpact wil zij laten opnemen in het productpaspoort?

BBB-fractie

Kaderverordening Ecodesign

Het lid van de BBB-fractie vraagt de Staatssecretaris of deze de ministeries van Economische Zaken en Klimaat, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie en Veiligheid al heeft betrokken of gaat betrekken bij de totstandkoming van de kabinetspositie over het digitale productpaspoort, wat in feite een ICT-project is, en in het bijzonder ten aanzien van de discussiepunten op het gebied van interoperabiliteit en gegevensbescherming. Is de Staatssecretaris voornemens ten aanzien van het digitale productpaspoort het belang van gegevensbeveiliging en -bescherming in de Milieuraad te benadrukken?

Verder wil het lid van de BBB-fractie graag weten of niet-EU-bedrijven ook aan de verplichtingen met betrekking tot het digitale productpaspoort moeten voldoen als hun producten op de Europese markt worden gebracht.

Op het gebied van administratieve lastendruk wil het lid van de BBB-fractie graag weten of de Staatssecretaris de zorgen deelt die diverse stakeholders en leden van het Europees Parlement hebben geuit over hoge administratieve lasten voor het mkb. Is er een impactassessment uitgevoerd van de gevolgen voor de administratieve lasten en kosten voor het mkb? Zo ja, wat zijn de uitkomsten hiervan? Wordt er gekozen voor uitvoeringsvarianten die niet meer administratieve lasten veroorzaken dan noodzakelijk?

EU-Strategie voor duurzaam en circulair textiel

Het lid van de BBB-fractie vraagt de Staatssecretaris of deze bereid is in de Milieuraad te pleiten voor een verbod op het vernietigen van onverkochte consumptiegoederen. Ook wil dit lid graag weten hoe de Staatssecretaris het feit beoordeelt dat in de voorstellen voor de sociale aspecten vooral wordt verwezen naar andere beleidskaders zoals de OESO-richtlijnen en de Richtlijn gepaste zorgvuldigheidsverplichting voor ondernemingen.

Algemeen

In het algemeen wil het lid van de BBB-fractie graag horen van de Staatssecretaris of men binnen EU-verband bereid is het principe te hanteren dat niet mag worden geïmporteerd wat binnen de EU geldende regels niet mag worden geproduceerd. Oftewel: producten die geïmporteerd worden, moeten volgens dit principe controleerbaar minimaal aan dezelfde productieregels voldoen als waaraan EU-producenten zich moeten houden.


  1. NOS.nl, «Microplastics voor het eerst aangetoond in menselijk bloed», 24 maart 2022 (https://nos.nl/artikel/2422543-microplastics-voor-het-eerst-aangetoond-in-menselijk-bloed)↩︎