Antwoord op vragen van het lid Goudzwaard over het dreigend belastingdrama voor zzp’ers
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2022D27569, datum: 2022-06-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-3300).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
- Mede namens: C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van zaak 2022Z08755:
- Gericht aan: C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
- Indiener: M. Goudzwaard, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
3300
Vragen van het lid Goudzwaard (JA21) aan de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen over het dreigend belastingdrama voor zzp’ers (ingezonden 4 mei 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst), mede namens de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen (ontvangen 28 juni 2022)Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2916
Vraag 1
Bent u ervan op de hoogte dat minder dan de helft van de zzp’ers die gebruik maakt van de fiscale oudedagsreserve (FOR) het belastinggeld reserveert dat met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd moet worden betaald over hun opgebouwde oudedagsvoorziening?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u in beeld om welke bedragen het gaat en wat de omvang is van de groep zzp’ers die het betreft?
Antwoord 2
Circa 300.000 ondernemers die belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting (IB-ondernemers) hebben een fiscale oudedagsreserve (FOR) op de balans staan. Dit is circa 30% van het totale aantal IB-ondernemers. Jaarlijks voegen gemiddeld 80.000 ondernemers een bedrag toe aan de FOR van in totaal gemiddeld € 470 miljoen en onttrekken gemiddeld 26.000 ondernemers een bedrag aan de FOR van in totaal gemiddeld € 370 miljoen. Gemiddeld wordt in 48% van de gevallen (bijna 13.000 ondernemers) waarin een bedrag aan de FOR onttrokken wordt gelijktijdig een premie voor een inkomensvoorziening betaald. Uitgedrukt in bedragen gaat het om gemiddeld 53% van het totale bedrag (€ 197 miljoen).2
Vraag 3
Dreigt voor zzp’ers een belastingdrama als ze nalaten geld apart te zetten voor de belasting op de FOR, of is het al met al niet zo’n ramp?
Antwoord 3
Het risico bestaat dat ondernemers die gebruikmaken van de FOR met een hoge belastingclaim te maken krijgen als op het moment van het vrijvallen van de FOR geen lijfrente wordt gekocht. De hoogte van de belastingclaim is afhankelijk van de hoogte van de FOR. Als het goed is heeft de ondernemer (en zijn adviseur) hier rekening mee gehouden. De ondernemer heeft gedurende die jaren uiteraard ook belastinguitstel genoten.
Als de FOR vrijvalt op het moment dat de onderneming wordt gestaakt (en niet gelijktijdig wordt aangewend voor een oudedagsvoorziening), kan het zijn dat een deel van de opbrengst van de verkoop van de onderneming kan worden aangewend voor de betaling van de belastingschuld.
Vraag 4
Overweegt u om de FOR te verbinden aan de voorwaarde dat het geld daadwerkelijk apart moet worden gezet?
Antwoord 4
Met de Wet toekomst pensioenen wordt de ruimte vergroot om in de derde pijler fiscaal gefaciliteerd een oudedagsvoorziening op te bouwen. Daarmee wordt een stap wordt gezet richting een arbeidsvormneutraal pensioenkader. Derhalve worden de mogelijkheden om als ondernemer te sparen voor de oudedag vergroot.
Mede in dat licht neemt het kabinet, zoals in de Voorjaarsnota 2022 is aangegeven, het advies van de Raad van State over om de FOR – die in veel van de gevallen uiteindelijk niet wordt benut om te voorzien in een oudedagsvoorziening – af te schaffen. Als onderdeel van het Belastingplan 2023 zal worden voorgesteld de FOR af te schaffen in de vorm van het, met ingang van 1 januari 2023, niet meer (verder) mogen opbouwen van de FOR, waarbij de tot en met 2022 opgebouwde FOR op basis van de huidige regels kan worden afgewikkeld.
Door het afschaffen van de aftrekbaarheid van toevoegingen aan de FOR wordt een meer gelijke fiscale behandeling van arbeid voor werknemers in loondienst, ondernemers en aanmerkelijkbelanghouders bereikt, wordt het gebruik van de FOR met het oog op belastinguitstel tegengegaan en kan er voor worden gezorgd dat reële oudedagsvoorzieningen extern dienen te worden ondergebracht (zoals ook bij de afschaffing van pensioen in eigen beheer is bewerkstelligd).3
De Telegraaf, 2 mei 2022, «Oudedagsreserve financiële valkuil zzp’ers», (Oudedagsreserve financiële valkuil zzp’ers» | Geld | Telegraaf.nl).↩︎
Op basis van aangiftegegevens 2008–2020.↩︎
Ook in de Kamerbief van 12 november 2021 naar aanleiding van de motie Essers en Geerdink wordt de optie van het afschaffen van de mogelijkheid om de oudedagsreserve op te bouwen aangehaald.↩︎