Antwoord op vragen van het lid Rudmer Heerema over het bericht 'Formule E-coureurs hopen op race in Eindhoven'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2022D27677, datum: 2022-06-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-3317).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Onderdeel van zaak 2022Z11644:
- Gericht aan: C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
- Indiener: R.J. (Rudmer) Heerema, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
3317
Vragen van het lid Rudmer Heerema (VVD) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over het bericht «Formule E-coureurs hopen op race in Eindhoven» (ingezonden 9 juni 2022).
Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 29 juni 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Formule E-coureurs hopen op race in Eindhoven»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Op welke manier heeft het kabinet contact onderhouden met de CEO van de Formule-E, Jamie Reigle, na het ondertekenen van de ondersteuningsbrief?
Antwoord 2
Het kabinet heeft geen contact gehad met de CEO van de Formule-E. Het is gebruikelijk dat dit contact verloopt via de nationale organisator, in dit geval de Stichting Formula-Eindhoven (hierna Stichting FE).
Vraag 3
Kunt u aangeven of het Ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport nog steeds betrokken is bij het overleg, aangezien het kabinet heeft aangegeven graag betrokken te blijven bij overleggen met de initiatiefnemers van de Formule E? Zo ja, wat is de rol van het ministerie in deze fase?
Antwoord 3
Het Ministerie van VWS spreekt regelmatig met de Nederlandse initiatiefnemers over de voortgang. Daaruit blijkt dat een aantal zaken nog niet zijn geconcretiseerd, waaronder de betrokkenheid van andere relevante partijen zoals de gemeente en de provincie. De rol van VWS is er vooral op gericht steun voor dit evenement te zoeken bij andere departementen.
Mijn voorganger heeft contact opgenomen met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, over het tekenen van een ondersteuningsbrief. In deze brief geven de betreffende bewindslieden aan dat de Nederlandse overheid zich in zal zetten om de lokale stichting, deelnemers en Formula E Operations Limited te ondersteunen.
Na het verzenden van de ondersteuningsbrief is contact onderhouden tussen de verschillende departementen en Stichting FE over de manieren waarop ondersteuning kan worden geboden. Ook heeft het Ministerie van VWS hen in contact gebracht met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zodat zij betrokken kunnen worden bij mogelijke maatschappelijke programma’s en marge van het evenement, gericht op technisch onderwijs.
Het is nu zaak dat er een concreet plan komt, met daarin duidelijkheid over de planning, een gedegen financiële onderbouwing en betrokkenheid van andere partijen, zodat de mogelijke betrokkenheid van de rijksoverheid concreet kan worden ingevuld.
Vraag 4
Is bekend aan welke eisen Nederland moet voldoen om een plek op de racekalender te krijgen?
Antwoord 4
Dit is bekend bij de Stichting FE. Er is een aantal standaardvoorwaarden zoals beschikken over een track en voldoende budget. De grootste eis voor Nederland is volgens de Stichting FE dat zij worden ondersteund door een host-city.
Vraag 5
Kunt u aangeven wat er vanuit de overheid nodig is om de Formule-E race in Nederland te kunnen laten plaatsvinden? En zijn er ook andere Nederlandse steden geïnteresseerd in het organiseren van de Formule-E?
Antwoord 5
Nee, tot nu toe heeft de organisatie nog geen concreet verzoek gedaan. Ook is mij niet bekend of ook andere Nederlandse steden geïnteresseerd zijn in het organiseren van de Formule-E.
Vraag 6
Is er interdepartementaal overleg tussen de Ministeries van Infrastructuur & Waterstaat en Economische Zaken & Klimaat over de Formule-E? Zo ja, op welke wijze is dit ingericht om de organisatie van Formule E in Nederland tot een succes te maken? Zo nee, kunt u dit overleg starten om te voorkomen dat er extra overleg nodig is op het moment dat de organisatie van de Formule E groen licht geeft?
Antwoord 6
Zie antwoord vraag 3.
Vraag 7
Welke andere topsportevenementen zou het kabinet in de komende drie jaren naar Nederland willen halen? Op welke wijze wordt dat vanuit betrokken ministeries georganiseerd? Heeft uw ministerie hierin de leiding en een coördinerende rol?
Antwoord 7
Het initiatief om internationale topsportevenementen naar Nederland te halen ligt bij de sportsector. Het kabinet is hierin ondersteunend. Ik heb samen met de VSG en NOC*NSF het Coördinatie en Informatiepunt Topsportevenementen (CIT) opgericht om de ambities van de sport, gemeenten en provincies beter op elkaar te stemmen. Vanuit de rijksoverheid heb ik daarin een coördinerende rol en betrek daar ook andere departementen bij. Daarnaast bekijk ik per evenement hoe ik het initiatief kan ondersteunen, bijvoorbeeld door samenwerking te faciliteren en de juiste partijen bij elkaar te brengen, door een ondersteuningsbrief, door het invullen van de randvoorwaarden en eventueel door financiële ondersteuning die past binnen mijn subsidieregeling voor topsportevenementen.
Vraag 8
Kunt u de Kamer een stand van zakenbrief over topsportevenementen sturen?
Antwoord 8
Ja. Zoals mijn voorganger heeft toegezegd stuur ik ieder halfjaar een update over internationale topsportevenementen aan uw Kamer. De laatste update vindt u in de bijlage van de meest recente brief over mijn sportbeleid.2
Vraag 9
Kunt u deze vragen voor het commissiedebat Sportbeleid d.d. 29 juni 2022 beantwoorden?
Antwoord 9
Ja.