Verslag van een commissiedebat, gehouden op 22 juni 2022, over Klimaat en energie (algemeen)
Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Verslag van een commissiedebat
Nummer: 2022D27687, datum: 2022-08-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32813-1083).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: D.S. Nava, griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 32813 -1083 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid.
Onderdeel van zaak 2022Z08221:
- Indiener: R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-05-10 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-05-17 16:30: Procedurevergadering EZK (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-06-22 17:30: Klimaat en energie (algemeen) (Commissiedebat), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-06-22 17:30: Klimaat en energie (algemeen) (Commissiedebat), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-06-30 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 1083 VERSLAG VAN EEN COMMISSIEDEBAT
Vastgesteld 3 augustus 2022
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft op 22 juni 2022 overleg gevoerd met de heer Jetten, Minister voor Klimaat en Energie, over:
– de brief van de Minister voor Klimaat en Energie d.d. 21 april 2022 inzake extern onderzoek koolstoflekkage non-ETS (Kamerstuk 32 813, nr. 1038);
– de brief van de Minister voor Klimaat en Energie d.d. 22 april 2022 inzake beleidsinzet biogrondstoffen (Kamerstukken 32 813 en 31 239, nr. 1039);
– de brief van de Minister voor Klimaat en Energie d.d. 31 mei 2022 inzake kabinetsappreciatie op IPCC-rapporten (Kamerstukken 31 793 en 32 813, nr. 207);
– de brief van de Minister voor Klimaat en Energie d.d. 2 juni 2022 inzake ontwerpbeleidsprogramma klimaat (Kamerstuk 32 813, nr. 1049).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de commissie,
Agnes Mulder
De griffier van de commissie,
Nava
Voorzitter: Kröger
Griffier: Reinders
Aanwezig zijn acht leden der Kamer, te weten: Bontenbal, Boucke, Dassen, Grinwis, Kops, Kröger, Teunissen en Van Wijngaarden,
en de heer Jetten, Minister voor Klimaat en Energie.
Aanvang 17.45 uur.
De voorzitter:
Ik open de vergadering van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat. Aan de orde is het commissiedebat Klimaat en energie (algemeen). Ik heet de Minister voor Klimaat en de leden hartelijk welkom. De aanwezige leden zijn de heer Boucke, de heer Bontenbal, mevrouw Teunissen, de heer Kops en de heer Van Wijngaarden. We hebben vijf minuten spreektijd. Ik stel vier interrupties voor, oftewel vier losse vragen. Ik geef de heer Kops het woord.
De heer Kops (PVV):
Sorry, ik heb even een verzoek aan de commissie. Ik moet er na mijn inbreng vandoor. Ik heb straks nog een plenair debat over mijn eigen initiatiefwet. Ik zou daarom willen vragen of ik na de heer Boucke als tweede zou mogen spreken.
De voorzitter:
Ik kijk de leden aan om te zien of iedereen daarmee akkoord is. Dat is het geval.
De heer Kops (PVV):
Dank u wel.
De voorzitter:
Ik geef heel graag het woord aan de heer Boucke.
De heer Boucke (D66):
Dank je wel, voorzitter. Ik zit hier vanmiddag met een zwaar gemoed. De energiecrisis wordt met de dag erger en het ergste, een mogelijke volledige afsluiting van Russisch gas, moet nog komen. Tegelijkertijd raast de klimaatcrisis op volle sterkte door. Laten we daar eerlijk over zijn: we gaan geen eenvoudige tijd tegemoet en zullen lastige keuzes moeten maken. Het is mijn overtuiging dat het bestrijden van de klimaatcrisis niet kan, niet mag en niet hoeft te lijden onder de energiecrisis. Het onderstreept het doel: zo snel als mogelijk naar een circulaire, schone en duurzame economie.
Voorzitter. Het is zonnig weer. De zomer is begonnen. Daardoor ontbreekt het aan een crisisgevoel en urgentie in de samenleving. Dat is zorgelijk. Ik denk dat het verstandig is als de Minister, desnoods in reguliere persconferenties, duidelijk maakt in wat voor crisis we zitten. Kan de Minister toezeggen zo snel als mogelijk wederom een persconferentie te houden, waarin hij Nederland heel duidelijk maakt dat wij in een hele grote crisis zitten?
Ik maakte eerder de vergelijking met corona: we moeten met 50% van de kennis 100% van de besluiten nemen. Het is daarom goed dat de eerste stap van het Bescherm- en Herstelplan Gas nu is geactiveerd. Maar anders dan bij de coronacrisis heeft D66 nu wél zorgen of we alle noodzakelijke besluiten en acties nemen.
Ik heb daarover een paar vragen aan de Minister. Kan hij toezeggen met de bouwsector afspraken te maken in een zogeheten versnellingsplan energiebesparing, waarmee zo veel als mogelijk prioriteit wordt gegeven aan energiebesparende klussen aan woningen, zoals isolatie? Is de Minister bereid stimuleringsbeleid of een campagne te ontwikkelen voor het inwisselen van bijvoorbeeld verouderde koelkasten, wasmachines of drogers? Welke instrumenten heeft hij om het gebruik van airconditioners deze zomer te beperken? Kan hij toezeggen een informatiecampagne te lanceren om autobanden op spanning te brengen en de uitrol van slimme pompen te faciliteren, zoals stichting Urgenda eerder heeft voorgesteld? En kunnen bedrijven die structureel energie besparen een bonus krijgen in de besparingstenders die de Minister heeft voorgesteld? We willen immers toe naar structurele maatregelen in de industrie.
We zitten niet alleen in een gascrisis, maar ook in een energiecrisis. Kan de Minister daarom toezeggen om de snelheid op onze A- en N-wegen te verlagen en autoloze zondagen in te voeren? Dat is goed voor de energiebesparing en het klimaat. De Minister zou al deze suggesties kunnen meenemen in de persconferenties waar ik eerder in mijn betoog om vroeg.
Voorzitter. Dan de klimaatcrisis. Ik zei het al: het bestrijden van de energiecrisis kan en moet hand in hand gaan met het bestrijden van de klimaatcrisis. Wetenschappers onderschrijven dat en slaan alarm. Het lukt ons niet om de temperatuurstijging te beperken tot 2 graden. U mag best weten – we hebben het er vanochtend al over gehad – dat ik wel echt buikpijn heb van de maatregel om de kolencentrales weer aan te zetten. Maar het is de prijs die we betalen voor onze steun aan Oekraïne. In het debat over leveringszekerheid heb ik eisen gesteld aan het aanzetten van de kolencentrales. We compenseren wat D66 betreft elke ton CO2-uitstoot en dan zijn er géén taboes.
En dat kan door de volgende lijst met maatregelen die ik de Minister wil meegeven.
Ik wil de Minister een lijst met maatregelen meegeven. Sluit eerder een of meerdere kolencentrales voor 2030. Voer in meer gemeentes zero-emissiezones in, zodat alleen schone voertuigen naar binnenkomen. Denk ook aan het versneld afbouwen van fossiele subsidies, het versneld uitrollen van het programma Groen Gas, het uitbreiden van de bijmengverplichting, het versnellen van maatwerkafspraken met de industrie en aan het toevoegen van het bespaarde geld aan de regelingen die duurzame energie stimuleren. Start niet over anderhalf jaar, maar al over een halfjaar met de volgende windopzeetenders, of ga tenminste processen parallel uitvoeren. Ten slotte, geef op de kortst mogelijke termijn duidelijkheid over het langetermijnbeleid op het gebied van waterstof, onder meer met een waterstofladder. Graag een reflectie van de Minister en een toezegging dat hij deze opties serieus zal meenemen in de plannen die hij nu ontwikkelt.
Voorzitter, ik sluit af. We gaan zware en onzekere tijden tegemoet. Maar we moeten niet vergeten dat de klimaatcrisis voor toekomstige generaties even groot is, zo niet groter, als we vandaag niet handelen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Ik zie geen interrupties. Ik zou namens GroenLinks zelf wel graag een interruptie willen plaatsen. Ik wil het voorzitterschap daarom graag even aan de heer Kops overdragen.
Voorzitter: Kops
De voorzitter:
Dan geef ik het woord aan mevrouw Kröger.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Het is goed en belangrijk om te horen dat ook D66 nu doordrongen is van het feit dat we in een crisis zitten. Daar zitten we al maanden in. Ik vind het persoonlijk pijnlijk dat de meest vervuilende maatregel als eerste genomen wordt en dat D66 nu komt met een hele lijst van maatregelen die genomen hádden kunnen worden. Waarom doen we die dingen allemaal niet eerst en open je die kolencentrales alleen als echt sluitstuk in een ladder?
De heer Boucke (D66):
Wat mij betreft nemen we deze maatregelen gelijktijdig. Ik vind het belangrijk dat wij er later dit jaar, in de winter, warm bij zitten en solidariteit kunnen tonen met andere landen in Europa als dat van ons gevraagd wordt. Tegelijkertijd vind ik dat wij de klimaatcrisis net zo hard moeten blijven aanpakken als we de afgelopen maanden hebben gedaan. Het is crisis in Europa. We hebben er een energiecrisis bij gekregen. Het is mijn overtuiging dat we beide crises gezamenlijk kunnen aanpakken. Dat kan met al die maatregelen die ik net noemde en door er inderdaad voor te zorgen dat we onze gasvoorraden sneller vullen.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Maar we hadden die maatregelen van de lijst van de heer Boucke toch gewoon begin maart moeten invoeren?
De heer Boucke (D66):
Dat had gekund. Maar we zitten nu in dit debat en ik vind het belangrijk dat we er nu alles aan doen om de komende maanden niet alleen onze CO2-uitstoot te beperken, maar ook onze leveringszekerheid te garanderen.
De voorzitter:
Mevrouw Kröger, heeft u een vervolgvraag? Nee? Dan is het voorzitterschap weer aan u.
Voorzitter: Kröger
De voorzitter:
Dan geef ik het woord aan mevrouw Teunissen voor een interruptie.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Als vervolg op de vraag van mevrouw Kröger: waarop baseert de heer Boucke het dat de maatregel om kolencentrales harder te laten draaien echt leidt tot resultaat? We hebben nu namelijk geen enkele garantie dat die gasvoorraden daadwerkelijk gevuld worden door die kolen. Het kan ook dat die gasvoorraden elders worden verkocht aan de hoogste bieder. Dat hebben we nu niet goed geregeld in Europa. Ziet de heer Boucke dat ook zo? Wat vindt hij daarvan?
De heer Boucke (D66):
We hebben dit debat vanochtend ook gevoerd en ik denk dat het goed is om dit debat ook vanavond te blijven voeren. We hebben het vanochtend gehad over het volgende. Het is belangrijk dat we er alles aan doen om de komende winter voldoende gas te hebben in Europa. Het kabinet heeft aangegeven dat het om die reden de kolencentrales de mogelijkheid geeft harder te draaien. Het kabinet heeft ook aangegeven dat het andere maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat het gas dat we daarmee besparen zo veel als mogelijk in de bergingen terechtkomt. De Minister heeft eerder aangegeven – ik neem aan dat hij daar ook later weer op zal ingaan – dat hij stimuleringsmaatregelen heeft ingevoerd. We zijn niet het enige land dat dit doet; dat is denk ik ook heel belangrijk. We hebben de luxe niet om niets te doen. Dat is het punt. Het is niet verstandig om alleen maar te focussen op één crisis. We moeten beide crises tegelijkertijd aanpakken.
De voorzitter:
Ik geef het woord aan mevrouw Teunissen voor een vervolgvraag.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
We hebben vanochtend de leveringszekerheid van de industrie besproken. Uit het debat bleek dat het risico met name bij de leveringszekerheid van de industrie zit. We hebben te weinig om de industrie te laten draaien. Is de heer Boucke het met mij eens dat we in ieder geval nu alles op alles moeten zetten om ook te kijken naar wat de industrie kan gaan besparen? We moeten nu snel met dat Bescherm- en Herstelplan aan de slag en inzicht krijgen in het besparingspotentieel daar.
De heer Boucke (D66):
Zeker.
De voorzitter:
Zijn er nog andere interrupties? Ik zie geen interrupties. Dan geef ik het woord aan de heer Bontenbal. Excuseer, de heer Kops.
De heer Kops (PVV):
Dank u wel, voorzitter. We weten het allemaal nog wel. Het is maart 2019: een foto op Twitter van de Minister die staat te juichen bij de sluiting van de Hemwegcentrale. Honderden mensen verloren hun baan, maar de duim ging omhoog. Hij was er heel blij mee, want minder CO2-uitstoot. Dan in juli 2019 kregen we het kolenverbod, want alle kolencentrales in Nederland moeten uiterlijk in 2030 worden gesloten. Dat er ondertussen honderden centrales in Azië worden gebouwd, doet er even niet toe. Die kolencentrales moesten dicht. Het is grenzeloze klimaatnaïviteit. Dan zijn we in mei 2021 beland. Het sluiten van de kolencentrales ging toch niet hard genoeg en daarom werd er besloten om de productie van die kolencentrales te beperken tot 35%. Wederom: want minder CO2-uitstoot. Kortom, kolen daar moesten we vanaf – dat was het idee – en met groene energie zouden we het zeker wel redden. Blijkbaar dus niet, want nu is duidelijk geworden dat de kolencentrales toch weer volledig gaan draaien. Waarom? Om gas te besparen en op die manier een gastekort te voorkomen.
Is de Minister dan werkelijk zo traag van begrip? De PVV heeft het hier al zo ontzettend vaak over gehad. We hebben dit al zo ontzettend vaak voorgesteld, twee weken geleden nog, drie weken geleden nog. Iedere keer was het antwoord: nee, het is niet nodig, want we hebben nog voldoende gas. En iedere keer was het antwoord: nee, het is ook niet gewenst, want die CO2-uitstoot moet omlaag. En nu gaat het opeens wel gebeuren. Had de Minister dit echt niet eerder zien aankomen? Want elke dag dat die centrales nog niet volledig heropend zijn, verspilt de Minister miljoenen kuub gas, pér dag, midden in een gascrisis.
En ook heb ik de volgende vraag. Waarom wisten de eigenaren van de kolencentrales van niets? Die werden door dit besluit totaal verrast. De Minister schudt nee, maar ik hoor dan graag zijn antwoord. Zij hadden zich dan allerminst al kunnen voorbereiden, want we weten dat het volledig heropstarten van die kolencentrales zomaar weken kan duren. We zien hier allemaal zwalkend, ondoordacht D66-klimaatbeleid. Ik vraag me oprecht af hoe je een land dat zich in een gascrisis bevindt, kunt besturen door in een paar weken tijd een complete draai te maken van het niet willen openen van de kolencentrales naar het wel openen. We kunnen concluderen dat de leveringszekerheid van energie bij dit kabinet echt in slechte handen is.
Over deze Minister gesproken: eens CO2-geobsedeerd, altijd CO2-geobsedeerd, want de Minister wil, zoals hij al in eerdere debatten heeft gezegd, als de kolencentrales volledig worden heropend, de CO2-uitstoot compenseren. En wat lezen we dan? Er wordt geopperd om die te compenseren op de snelweg door automobilisten niet alleen overdag, maar ook 's avonds en 's nachts 100 kilometer per uur te laten rijden. Dat kan toch niet waar zijn? Stel je eens voor dat je midden in de nacht over een lege snelweg met vier rijstroken rijdt en dat je dan 100 moet gaan tuffen, vanwege de klimaatobsessie, de CO2-obsessie van deze Minister. Als dit echt gaat gebeuren, worden de automobilisten opnieuw gepakt. Kan de Minister toezeggen dat dat niet gaat gebeuren?
Voorzitter. Toen de Minister in eerdere debatten zei «nee, die kolencentrales gaan we niet heropenen, want niet nodig», zei hij ook «nee, we gaan niet meer gas opboren in Groningen, want ook niet nodig». Gezien dat zwalkende beleid vraag ik me wel af wat nu eigenlijk het woord van deze Minister waard is als hij zegt dat er niet meer gas in Groningen opgepompt gaat worden.
Dat vraag ik ook zeker vanwege de Europese solidariteit. Enige tijd geleden vroeg Duitsland om meer gas van Nederland. Het kabinet was toen wel degelijk bereid om de gaswinning in Groningen op te schroeven, om dat gas vervolgens naar Duitsland te gaan exporteren. De PVV heeft toen gezegd: niet doen. De Staatssecretaris Mijnbouw zei toen: we moeten wel, want dat hebben we zo afgesproken in de contracten. Na doorvragen bleek dat helemaal niet zo concreet in die contracten te staan, maar bleek het te gaan om die Europese solidariteit. Met andere woorden: als een bevriend land om ons gas vraagt, gaan we dat gewoon leveren. En hoe gaat dat dan? Dat is de vraag, want ook andere landen krijgen ondertussen geen gas meer uit Rusland. Wat gebeurt er als wij netjes onze gasopslagen hebben gevuld, maar andere landen een gastekort hebben? Moeten wij ons gas, dat we met pijn en moeite netjes hebben geregeld, dan gaan leveren aan andere landen? En wat als uiteindelijk ook díé gasopslagen leeg zijn? Wordt de gaswinning in Groningen dan volledig opgeschroefd, om ook dat gas te gaan exporteren naar het buitenland? Kan de Minister toezeggen dat dat niet gaat gebeuren?
Ik ga afronden, voorzitter. Als we de gasopslagen eenmaal met pijn en moeite hebben gevuld, moeten we gewoon zeggen: dat gas is en blijft van ons, en de gaswinning in Groningen gaat niet omhoog.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Kops. Dan geef ik het woord aan de heer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Dank, voorzitter. Twee jaar geleden had Museum de Fundatie in Zwolle een tentoonstelling met onder andere werken van de Duitse schilderes Mirjam Völker. Ik moest aan haar schilderijen denken toen ik in de voorbereiding voor dit debat de appreciatie van het kabinet van het klimaatrapport van het IPCC las. Völker schildert op grote doeken boomhutten en krotten, zo echt als foto's. Deze bouwsels zijn vervallen, de natuur woekert er dwars doorheen en er is geen mens meer te bekennen. Sommige recensenten noemen haar werk «de restanten van een beschaving, overwoekerd door de natuur». De doeken zijn onheilspellend, verlaten en tegelijkertijd ook schitterend. Ik heb op Twitter een paar minuten geleden een fotootje gepost van een van haar werken, dus als u een indruk wil krijgen van wat voor prachtigs deze schilderes maakt, moet u daar even kijken.
Voorzitter. Wij mensen laten ons niet drijven door angstbeelden, maar toch vooral door de hoop, door de hoop dat het anders kan. De hoop ziet kiemen van verandering waar anderen alleen maar donkerheid zien. In onze klimaatvisie, die ik een jaar geleden mocht presenteren, citeerde ik de vorige Rijksbouwmeester, Floris Alkemade. Ik herhaal zijn woorden nog eens: «De politiek zou een taal moeten vinden die geen angst, maar een verlangen schept naar verandering. We zullen ons een toekomst moeten verbeelden waarnaar we kunnen verlangen.» Is het Beleidsprogramma Klimaat zo'n toekomstbeeld waarnaar we kunnen verlangen, zo vroeg ik me af bij de voorbereiding. Dat is het nog onvoldoende, maar het is er wel een goede aanzet toe, denk ik. Mijn vraag aan de Minister is: kunnen we het klimaatbeleid ook zo gaan uitleggen dat we er als samenleving echt zin in krijgen om ernaartoe te werken? En wat is daarvoor nodig?
Voorzitter. Naast deze metabeschouwing, deze metavraag, heb ik ook nog een aantal concrete vragen. Deze vragen moet u vooral zien als een aanvulling of aanscherping van het Beleidsprogramma Klimaat. Ik heb zeven vragen. Ik kijk wel hoever ik kom, gezien de tijd.
Eén. Nederland werkt aan een internationale klimaatstrategie, maar deze komt in het derde kwartaal. Zou deze internationale component al niet veel duidelijker in het beleidsprogramma moeten zitten? Want de ambitie van het kabinet is om als klein kikkerlandje, dat toch heel veel kan, ook wereldwijd impact te hebben, onder andere met onze groene industriepolitiek.
Het tweede punt is dat het beleidsprogramma de uitwerking bevat voor de komende tien jaar. Dat vind ik een gemiste kans. Dat is wat mij betreft nog steeds een te korte termijn. We moeten immers nu al nadenken over de periode 2030–2050. We willen immers systeemtransities in gang zetten en niet alleen maar incrementele stappen zetten. Hoe kijkt de Minister naar de periode na 2030?
Drie. Groene industriepolitiek betekent dat bedrijven de kans krijgen om de transitie mee te maken of anders verdwijnen, zo staat in het beleidsprogramma. Concreet betekent dat dat bedrijven via beprijzing en normering heel fors gestimuleerd worden om te verduurzamen. Maar wat als bedrijven niet in aanmerking kunnen komen voor voldoende stimulering of nieuwe energie-infrastructuur? We hebben dat al wel vaker laten passeren in deze debatten. Laten we die bedrijven dan maar gewoon kapotgaan? Kan de Minister garanderen dat elk bedrijf een kans krijgt?
Vier. In het beleidsprogramma staat gelukkig een aparte paragraaf over circulaire economie. Ik kom zelf ook steeds meer tot de conclusie dat we nog veel beter moeten nadenken over de grondstoffen- en materialentransitie. Ik mocht deze week aanschuiven bij Gideon, een club gepassioneerde mensen die bezig zijn om de bouwwereld te overtuigen om CO2-opslag in bouwmaterialen serieus mee te nemen in hun ontwerp. Is de Minister het met mijn fractie eens dat we klimaatbeleid niet alleen moeten beperken tot emissies binnen de landsgrenzen, maar ook in de ketens?
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik heb even een ander punt. Als de heer Bontenbal het niet erg vindt, dat plaats ik mijn interruptie nu.
De heer Bontenbal (CDA):
Het is aan u.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Oké. Ik heb een vraag over de kolencentrales. De Partij voor de Dieren en ook andere partijen hebben al heel snel bij de invasie van Oekraïne en zelfs ook daarvoor opgeroepen tot een noodplan om tot energiebesparing over te gaan. Nu zien we dat we in de problemen komen. Het CDA heeft destijds tegen al de moties gestemd die we daarover hebben ingediend. Ik vraag me af hoe de heer Bontenbal daar nu op reflecteert. Ziet hij niet dat we mogelijk eerder tot een noodplan hadden moeten overgaan?
De heer Bontenbal (CDA):
Ik heb tegen die moties gestemd omdat ik ze niet concreet genoeg vond. Dat is een ergernis van mij over dingen die hier vaker in de Kamer gebeuren. Het is heel makkelijk om te zeggen dat een doel omhoog moet, of dat iets sneller of harder moet gaan. Mijn oordeel bij die moties was steeds: ik vind het prima als u met dat soort ideeën komt, maar maak het dan concreet en kom dan zelf met een actieplan. Dat heb ik daar niet in gezien. Hadden die creatieve ideeën er wel gelegen, dan had ik daar welwillend naar gekeken.
De voorzitter:
Er is een vervolgvraag van mevrouw Teunissen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Een van de redenen waarom het geen concrete plannen waren, is dat we geen inzicht hadden in het besparingspotentieel van de industrie. We hebben gevraagd of de Minister kon komen met een gedetailleerdere uitwerking van het bescherm- en herstelplan. Mijn vraag is: hoe ziet de heer Bontenbal dat? Is hij nu alsnog bereid om samen op te trekken, zodat we inzichtelijk krijgen wat het besparingspotentieel is? Daar kunnen we volgens mij enorme stappen in zetten.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik heb daar zelf actie op ondernomen. De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie is met een actieplan gekomen en ik was de eerste die de Minister gevraagd heeft om daar snel op te reageren. Ik heb dus zelf meteen actie ondernomen om te bekijken of daar maatregelen tussen zitten die we zelf kunnen doen. Er liep een inventarisatie door Berenschot van al die bedrijven. Daar hadden we destijds de resultaten nog niet van. Ik vond ook dat we even moesten afwachten wat daartussen zat.
De voorzitter:
Roept dit nog vervolgvragen op? Nee? Dan kan de heer Bontenbal zijn betoog vervolgen.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik heb nog drie vragen. We zullen namelijk ook opnieuw moeten nadenken over het vestigingsklimaat voor nieuwe innovatieve en groene bedrijven in Nederland. Ik was onlangs op werkbezoek in de Eemshaven. Daar zie je dat het lukt om biobased en circulaire bedrijven aan te trekken. Dat doen ze heel bewust, daar in de regio. Hoe zorgen we ervoor dat het vestigingsklimaat voor groene bedrijven in heel Nederland beter wordt? Dit kabinet wil energie-innovatie stimuleren. Dat is terecht, maar dat willen we al wel heel lang. Kunnen we dat de komende maanden niet concreter maken? Het Nederlandse topsectorenbeleid, het Nationaal Groeifonds, missiegeoriënteerde innovatieprogramma's: het is nog steeds «laat honderd bloemen bloeien». Of is het «laat duizend bloemen bloeien», voorzitter?
De voorzitter:
Het is volgens mij van Mao.
De heer Bontenbal (CDA):
Voorzitter. Het is nog steeds: «Laat duizend bloemen bloeien.» Moeten we niet veel strakker sturen en veel meer focus aanbrengen in ons energie-innovatiebeleid? Dat betekent kiezen voor een beperkt aantal doorbraaktechnologieën en daar al het budget op richten, dus niet 25 of 26 thema's zoals nu, maar gewoon 5 of 6.
Tot slot, voorzitter. Ik mis een belangrijke pijler in het beleidsprogramma. Het is niet populair om te zeggen, maar dat is «schoon fossiel». In deze gascrisis merken we heel pijnlijk dat we onze huidige energievoorziening niet kunnen verwaarlozen. Ook de komende jaren zijn er nog fossiele brandstoffen nodig, maar daarbij zal onze ambitie ook moeten zijn om deze zo schoon mogelijk te winnen en te benutten. Ook daar moeten beleidsinspanningen voor plaatsvinden. Die mis ik nu in het programma.
Tot zover, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dat roept een vraag op van de heer Boucke.
De heer Boucke (D66):
Allereerst wil ik de heer Bontenbal bedanken voor zijn vragen. Ik ben heel erg benieuwd naar de antwoorden van de Minister op de zeven vragen van de heer Bontenbal. Hij focust inderdaad vooral op klimaatmaatregelen en hoe we die kunnen uitvoeren. Ik ben benieuwd hoe de heer Bontenbal denkt over mijn voorstel om met de bouwsector om de tafel te gaan zitten en afspraken te maken om te versnellen op het gebied van energiebesparing. We hebben het hierover in vorige debatten gehad. Ik was het toen ook wel met de heer Bontenbal eens dat het heel lastig is om te versnellen, omdat we een gebrek aan arbeidskrachten hebben. Omdat we in een nieuwe fase van deze crisis terechtkomen, denk ik dat het slim is om met de bouwsector om de tafel te gaan zitten om te kijken hoe we sommige projecten, met name isolatieprojecten, naar voren kunnen halen. Ik ben benieuwd hoe de heer Bontenbal over dat idee denkt.
De voorzitter:
Misschien kan het antwoord iets korter dan de vraag.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik vind dit een mooi idee, maar ik zou het dan meteen iets willen verbreden. Ik denk dat het goed zou zijn als de Minister voor Klimaat gewoon eens een besloten rondetafel zou organiseren met een heel aantal CEO's van grote bedrijven en met brancheorganisaties. En dan moeten hij hen gewoon eens vragen, met de benen op tafel: jongens, we zitten in een crisis; wat kunnen jullie extra doen voor Nederland en wat kan ik extra doen? Laat alle onconventionele maatregelen maar op tafel komen. Daar zitten dus ook het type maatregelen in die collega Boucke voorstelt.
De voorzitter:
Dit roept een vervolgvraag op van de heer Boucke.
De heer Boucke (D66):
Heel kort. Ik word een beetje uitgedaagd doordat de heer Bontenbal eerder tegen mevrouw Teunissen zei: ik heb voorstellen niet gesteund omdat ze niet concreet genoeg waren. Ik kom nu met een concreet voorstel en de heer Bontenbal maakt het minder concreet. Nogmaals, ik kan heel goed met de heer Bontenbal meegaan, maar ik neem aan dat steun voor mijn voorstel daar onderdeel van is.
De heer Bontenbal (CDA):
Volgens mij was het een heel concreet voorstel, namelijk: organiseer een meeting en ga bij elkaar zitten. Ik denk dat praten echt nodig is om gewoon te snappen of sectoren een tandje harder kunnen. U heeft net als ik ook contacten met de bouwsector en de installatiesector, denk ik. Ik vraag hen ook: kan het sneller? Zij geven terug dat zij al bijna op het maximaal haalbare zitten, gezien de schaarste aan materialen en mensen. Als u mogelijkheden ziet om dat nog sneller te doen, dan ben ik van de partij.
De voorzitter:
Er zijn geen andere interrupties. Dan geef ik graag het woord aan mevrouw Teunissen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Ik was afgelopen zondag namens de Partij voor de Dieren bij de klimaatmars in Rotterdam. De volgende dag kwam er een persconferentie van de Minister voor Klimaat. Die ging niet over het klimaat, maar over het harder laten draaien van kolencentrales. Daarmee wil ik allereerst gezegd hebben dat ik nog steeds een podium mis dat voldoet aan de urgentie van de klimaatcrisis. Vorige week kwam er een rapport van Nederlandse wetenschappers die zeggen: als we doorgaan op de huidige weg, met het huidige klimaatbeleid, dan stevenen we af op drie graden opwarming. En dat is nogal wat. Veel mensen worden ook een beetje apathisch van al die rapporten, die allemaal afkoersen op dat rampscenario. Ik vind dat de regering meer haar verantwoordelijkheid moet nemen door het organiseren van bijvoorbeeld een persconferentie, om mensen mee te nemen in de crisismaatregelen die we nu moeten treffen.
In dat licht vind ik dat het openzetten van kolencentrales zonder daarbij echt naar alternatieven te hebben gekeken en zonder veel eerder naar alternatieven te hebben gekeken zoals grootschalige energiebesparing... Daar vind ik van alles van, maar ik vind vooral dat het niet bijdraagt aan het draagvlak voor klimaatmaatregelen. Dat openzetten van kolencentrales staat niet op zichzelf. We zien dat het kabinet steeds een fossiele afslag neemt. We zien het aan meer gas boren in de Noordzee, de extra lng-terminal, de accijnsverlaging voor brandstof, meer aandelen van KLM kopen. En nu gaan dus ook die kolencentrales open. Mensen krijgen op een gegeven moment het idee dat die klimaatcrisis niet zo erg is en dat we wel maatregelen kunnen uitstellen. Ik vraag de Minister dus met klem om iets te doen aan het draagvlak voor klimaatmaatregelen. Wat vindt hij ervan om dat in de vorm van een persconferentie te doen? Ik zou dat ook echt op het niveau van de premier doen. Dat is hard nodig.
De heer Bontenbal (CDA):
Begint het er ook niet mee dat we tijdens een debat een eerlijk beeld schetsen van wat het kabinet aan het doen is? Dit is een kabinet dat een heel hoog klimaatdoel neerzet, waarvan het PBL zegt dat dit grenst aan het maximaal uitvoerbare. 34 miljard en een klein beetje gaan we aan klimaatmaatregelen verspijkeren. In de SDE-pot zat 13, 14 miljard. Bij de vorige begroting was er al in demissionaire status 7 miljard bijgeplust. We gaan een waterstofbackbone bouwen. We zijn met CO2-opslag bezig. We gaan hybride warmtepompen normeren. Dat is ook een maatregel die eerder niet aangedurfd is. Zo kan ik nog wel een uur doorgaan met allemaal vrij ingrijpende maatregelen die we op het gebied van klimaatbeleid nemen.
De voorzitter:
En de vraag is?
De heer Bontenbal (CDA):
Is het niet veel eerlijker om dan ook een eerlijk beeld te schetsen in plaats van te zeggen dat dit kabinet in een soort fossiele reflex schiet? Want de meeste effort zit nog steeds op ambitieus klimaatbeleid, en dat is heel terecht, zou ik zeggen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik denk dat de heer Bontenbal en ik op dit gebied toch van perspectief verschillen. Hij zegt: we grenzen aan het maximaal haalbare. Althans, dat zegt het PBL. Maar dat is op basis van de doorrekeningen die nu zijn gedaan op basis van de huidige beleidsvoornemens. We missen dat er radicalere politieke keuzes worden gemaakt, zoals krimp van de luchtvaart en gedragsverandering op het gebied van voedsel, dus dat we minder vlees en zuivel gaan eten. Daar pleit de Partij voor de Dieren al jaren voor, maar elke keer als wij dit soort fundamentele voorstellen doen, die echt leiden tot niet alleen een vermindering van de CO2-uitstoot – want je moet breder kijken – maar ook een verkleining van de ecologische voetafdruk, dan stemt het CDA tegen. We doen dus niet het maximaal haalbare.
Kijk naar de klimaatdoelen. De heer Bontenbal noemt die heel ambitieus, maar dat ligt eraan welke kans op een oncontroleerbare klimaatverandering je accepteert. De heer Bontenbal gaat uit van een kans van zo'n 60% dat we binnen de 1,5 graad blijven. Wij als Partij voor de Dieren gaan ervan uit dat die kans 80% moet zijn, dus wij zeggen: we moeten al in 2030 klimaatneutraal zijn. We moeten ook aan klimaatrechtvaardigheid doen, dus we moeten ook meer doen dan armere landen om de CO2-uitstoot uit het verleden te compenseren. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Kortom, dit is dus een heel ander perspectief. En ja, vanuit het perspectief van de Partij voor de Dieren – wij zetten een leefbare aarde voorop – vinden wij dat het kabinet nu onvoldoende stuurt op gedragsverandering, wat een van de meest effectieve manieren is om klimaatverandering aan te pakken. We kunnen dus veel meer doen.
De voorzitter:
Roept dit nog een vervolgvraag op? Ja, bij de heer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Het klopt dat daar verschillende visies achter zitten, over hoe haalbaar dingen zijn, over de mate waarin de overheid het gedrag van burgers kan veranderen of stimuleren. Maar een belangrijk ingrediënt van het verschil in visie is denk ik het volgende. Wij zien dat de uitstoot van Nederland wereldwijd 0,4% of iets minder is. Je kunt zeggen: moeten we dan niks doen? Nee, we moeten ambitieus zijn. Sterker nog, je moet meer willen, je moet hier dingen willen doen die wereldwijd impact hebben. Daarom zijn wij bijvoorbeeld gekomen met een visie op de groene industriepolitiek. We hebben straks technologieën nodig, voor bijvoorbeeld groene kunstmest, groene chemie, duurzaam staal voor de windmolens die we straks willen bouwen. Daarmee kunnen we wereldwijd echt verandering teweegbrengen. Ik denk dat de visie die wij neerleggen meer draagvlak heeft, wereldwijd, dan uw visie, waarin toch vooral «ont-groeien» zit. De bevolking in China zal niet snel de visie van de Partij voor de Dieren volgen. Als je verantwoordelijkheid voelt voor het klimaat …
De voorzitter:
Kunt u tot een vraag komen?
De heer Bontenbal (CDA):
Ja, bijna. Als je verantwoordelijkheid voelt voor het klimaat, is dat een veel realistischer optie. Is uw visie, die inderdaad heel erg verschilt van die van ons, niet zo onrealistisch dat u daarmee gokt op wat de wereld daadwerkelijk aankan aan verandering?
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik vind het een beetje te pessimistisch gedacht van de heer Bontenbal dat ons verhaal niet zo veel draagvlak zou hebben. Uiteindelijk hebben we geen keuze meer. Met de huidige beleidsmaatregelen, dus op basis van het huidige beleid, stevenen we, als je wereldwijd kijkt, af op 3 graden; en dat zeg ík niet, maar dat zeggen gerenommeerde wetenschappers. We moeten nu dus zo veel mogelijk doen om de kans zo groot mogelijk te houden dat we onder de 1,5 graden opwarming blijven.
Wat betreft de groene industriepolitiek van het CDA: daarmee wordt nog steeds ingezet op innovatie bij de bestaande fossiele bedrijven en wordt niets gedaan aan systeemverandering. We hebben gezien dat al die innovatieve maatregelen – daar hebben we het al 50 jaar over! – gewoonweg onvoldoende opleveren. Daarom pleit de Partij voor de Dieren wél voor een systeemverandering.
De voorzitter:
Dat levert nóg een vraag op?
De heer Bontenbal (CDA):
Zeker. Ik ben net in mijn betoog juist begonnen over systeemtransities. Ik denk dat innovatie ook een prachtig kenmerk is van de kracht van de menselijke geest. Volgens mij moet je die ook willen benutten. Ik denk dat onze visies op de manier waarop we de wereld naar een groenere toekomst denken te kunnen helpen, heel erg van elkaar verschillen. Het klopt dat daar gedragsveranderingen bij horen. Maar ik denk dat je met een groene industriepolitiek en een visie waarin je het groene industriebeleid koppelt aan het versterken van het verdienvermogen van Nederland een heel stuk verder gaat komen dan met de klimaatvisie van de Partij voor de Dieren.
Tot slot. De wetenschappers die u citeert, gaven een soort intuïtieve voorspelling bij Nieuwsuur, maar bijvoorbeeld Heleen de Coninck heeft die voorspelling niet gegeven. Zij zegt dat het technisch mogelijk is om de klimaatdoelen te halen en dat het onze opdracht is om daar zo hard mogelijk aan te werken. Volgens mij is dat een veel hoopvollere boodschap dan zeggen dat we afstevenen op 3 graden, want daar zijn we zelf bij.
De voorzitter:
Ik hoorde geen vraag, maar wel een heel betoog. Ik geef het woord aan mevrouw Teunissen voor de rest van haar eigen betoog.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
De Partij voor de Dieren wil heel graag dat de Minister nu hard aan de slag gaat met het in kaart brengen van het besparingspotentieel in de industrie en dat de Kamer daarover goed wordt geïnformeerd. We hebben daar vanochtend al het een en ander over gewisseld. De Minister zet nu in op kolencentrales. De Partij voor de Dieren wil graag weten of dat ook de hoeveelheid biomassabijstook vergroot. Als dat niet het geval is, als er geen biomassa bij komt en biomassa niet meer nodig is, is de Minister dan bereid om de subsidies voor biomassa af te schaffen voor de komende tijd?
Voorzitter. Ik heb nog een aantal opmerkingen over het beleidsprogramma. Dat sluit ook goed aan bij wat ik net wisselde met de heer Bontenbal. Wij zien daarin niet echt een systeemverandering. Het gaat er steeds over hoe we de bestaande bedrijven kunnen helpen om te verduurzamen. Dat is vooral de wortel. Er wordt vooral op zogenaamde innovaties ingezet, zoals CCS. Dat wordt vaak als excuus door de industrie gebruikt om hetzelfde te blijven uitstoten. Ik noem ook fossiele waterstof, biomassa en fossiele restwarmte. Wat de Partij voor de Dieren betreft missen we echt een systeemverandering.
Dat brengt mij op de eiwittransitie. Het is goed dat de Minister de conclusie van het IPCC omarmt in het beleidsprogramma. Er ligt veel reductiepotentieel bij gedragsopties, zoals een verandering van de vraag in de consumptie van dierlijke eiwitten. Maar ik zou heel graag zien dat de daad bij het woord wordt gevoegd. Vlak voordat deze Minister aantrad, werd bekend dat het Ministerie van Landbouw het advies om minder vlees te eten uit de klimaatcampagne Iedereen doet wat, had weten te lobbyen. Later werd dat advies in een uithoek van de website toegevoegd, maar daar heeft het grote publiek echt niets van meegekregen. Onze premier communiceert ondertussen totaal de andere kant op, met uitspraken als: we moeten gewoon blijven barbecueën. Ik denk dat hij daarmee niet bedoelt dat we maïskolven op de barbecue gaan leggen. Die klimaatcampagne zet nu geen zoden aan de dijk als het gaat om minder vlees eten. Daarom vraag ik aan de Minister of hij vanuit zijn regierol – het gaat niet alleen over energie, maar over klimaatoplossingen in brede zin – bereid is om eindelijk vaart te zetten achter de eiwittransitie, bijvoorbeeld door een gerichte publiekscampagne en het nadrukkelijk zetten van de spotlight op de voordelen van een sterk verminderde consumptie van vlees en zuivel. Graag een reactie.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Teunissen. Ik geef graag het woord aan de heer Van Wijngaarden.
De heer Van Wijngaarden (VVD):
Dank, voorzitter. De huidige energiecrisis onderstreept de urgentie van een sterk klimaat- en energiebeleid. Een sterk klimaat- en energiebeleid zorgt ervoor dat we ons land schoon kunnen doorgeven aan de volgende generaties en dat we onafhankelijk van onvrije landen gaan worden voor onze energievoorziening.
De VVD is blij dat het kabinet met het extra maatregelenpakket is gekomen om een mogelijk gastekort in de komende winter af te wenden. Dat is niet makkelijk, maar wel noodzakelijk. Het is goed dat de Minister die verantwoordelijkheid neemt. Ik wil daarover nog wel twee vragen stellen aan de Minister. Er zijn zorgen of er wel voldoende steenkolen beschikbaar zijn. Is de Minister bereid om samen met marktpartijen snel te inventariseren hoe de voorzieningszekerheid van steenkool voor de komende winter geborgd kan worden? Daarnaast wil ik van de Minister weten wat volgens hem het gewenste vulpercentage van de gasopslag Bergermeer is en hoe hij dat gaat behalen.
In het beleidsprogramma wordt het klimaatbeleid uit het coalitieakkoord uitgewerkt. Hierbij zijn voor het eerst in decennia geen taboes en maken we de juiste keuzes in onze energiemix. Er ontbreekt wat ons betreft nog wel een punt in het beleidsprogramma, namelijk de eerste contouren van de onafhankelijkheidsmonitor. We willen onze afhankelijkheid van onvrije landen afbouwen. De Minister heeft in het debat op 22 maart toegezegd dat hij nader terug zou komen op dit punt in het programma klimaat en energie. Kan de Minister concreet toezeggen dat dit zo snel mogelijk in een losse brief alsnog naar de Kamer komt?
De Minister is daarnaast voortvarend aan de slag gegaan met het uitwerken van alle ambities op het gebied van verduurzaming. De VVD maakt zich wel forse zorgen over de uitvoering. Ons elektriciteitsnet loopt volledig vast. Hoe ziet de Minister voor zich dat hybride warmtepompen uitgerold kunnen worden, dat de industrie kan elektrificeren en dat er laadpalen aangelegd kunnen worden, als het elektriciteitsnet dat niet toestaat? Dit toont wat de VVD betreft aan dat we de energie- en klimaattransitie moeten verbreden en dat we daarbij moeten inzetten op een gediversifieerde energiemix. We moeten van een enkelvoudige focus op de uitrol van wind en zon naar een bredere energiemix met aandacht voor nieuwe technieken, zoals waterstof, groen gas, aardwarmte en meer. Is de Minister het met de VVD eens dat het elektriciteitsnet hét grote obstakel kan vormen voor de klimaatambities van dit kabinet?
De VVD ziet wel dat Minister Jetten hier gelukkig werk van maakt. Ik heb hierover nog twee vragen. Wanneer komt hij met een Crisis- en herstelwetachtige aanpak om een forse versnelling van de netverzwaring te realiseren, zoals in het coalitieakkoord is aangegeven? Is hij ook bereid om snel aan te geven welk geld uit het klimaatfonds ingezet gaat worden voor het versterken van het elektriciteitsnet? En over welke versterking hebben we het eigenlijk? Moet het elektriciteitsnet drie keer zoveel capaciteit krijgen? En binnen hoeveel tijd? Hebben we het over een periode van tien of twintig jaar? Misschien kan de Minister daar wat meer kleuring aan geven, ook voor de mensen die dit anderszins volgen.
Voorzitter. Dan specifiek over de problematiek in Limburg en Brabant omtrent het net. In de komende jaren kunnen er geen nieuwe bedrijven bij komen, kunnen bestaande bedrijven niet uitbreiden en kan nieuwe hernieuwbare opwek niet worden aangesloten op het elektriciteitsnet.
De voorzitter:
Sorry, er is een interruptie van de heer Grinwis.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik zat al een tijdje te zwaaien.
Ik heb nog een vraag over het eerdere punt. Ik weet dat de heer Van Wijngaarden collega Erkens vervangt, dus hij is bij voorbaat verexcuseerd als er niet een precies antwoord op mijn vraag komt. Maar ik heb wel een principiële vraag. Het is duidelijk dat het niet goed gaat met ons stroomnet en dat we in de komende 10, 20, 30 jaar een enorm capaciteitsprobleem hebben. We kunnen ons enorm richten op de aanbodkant. We kunnen zeggen dat het stroomnet breder moet en dat alles door moet kunnen gaan, en we kunnen bij voorbaat vragen stellen over beleidsvoornemens, zoals de hybride warmtepomp. Maar we kunnen ons ook richten op de vraagkant en zeggen: we gaan sommige dingen gewoon niet meer aansluiten. We hebben eerder in deze commissie een discussie gehad over datacenters. Die kunnen we wat verder achteraan in de rij zetten, net als casino's of andere dingen die we niet zo goed vinden. Die duwen we lekker naar achter en we laten het principe dat nu in de wet zit, first come, first served, los. Durft de VVD daarin dappere keuzes te maken? Is zij daartoe bereid en is zij dat eens met de ChristenUniefractie?
De heer Van Wijngaarden (VVD):
Minister Jetten heeft vanochtend in hele stevige bewoordingen aangegeven dat we in een hele serieuze situatie zitten, waarbij voor heel veel maatregelen geldt: en-en-en. Ik vind het nogal wat om hier allerlei dingen meteen taboe te verklaren; dat ga ik niet doen. Het is erg makkelijk om te zeggen: we gaan sommige dingen niet meer aansluiten. De vraag is: wat dan en in welke volgorde? Zover ben ik nog niet. Ik vind het vooral ontzettend bedroevend dat er in een heel deel van Nederland sprake is van deze situatie, waarin het elektriciteitsnet overbelast is en bijna niks meer aankan. Ik denk dat de ambitie, de eerste prioriteit en de eerste discussie niet moet zijn «wat gaan we allemaal niet meer aansluiten?», maar: hoe gaan we er als de wiedeweerga voor zorgen dat de capaciteit wordt uitgebreid? Daar moet wat mij betreft de focus op liggen. Maar ik snap dat je vanwege de ernst van de situatie in het scenario terecht kunt komen waar u het over heeft.
De voorzitter:
Een vervolgvraag? Nee? Dan kan de heer Van Wijngaarden doorgaan met zijn betoog.
De heer Van Wijngaarden (VVD):
Ik moet even kijken waar ik was gebleven.
Het jaartal 2028 wordt genoemd. Dat is voor ons volledig onacceptabel. Kan de Minister een ambitieuzer doel stellen voor wanneer de problemen opgelost moeten zijn? Is de Minister bereid om pilots toe te staan met het zogeheten right to challenge?
Voorzitter. Ik heb met de ChristenUnie een voorstel gedaan om thuis- en buurtbatterijen uit te rollen. Het lijkt de VVD verstandig om deze opslag eerst uit te rollen in gebieden waarin sprake is van krapte op het net. Is de Minister daartoe bereid? En is hij daarnaast bereid om decentrale waterstofproductie te stimuleren, waardoor er meer ruimte op het net kan komen doordat de pieken in opwek afgevlakt kunnen worden? Kunnen we op deze vlakken actie verwachten?
Voorzitter. Daarnaast heeft de VVD behoefte aan een uitvoerig onafhankelijk onderzoek naar deze netcapaciteitscrisis. Werkt onze marktordening, met regionale en nationale monopolisten, nog wel in een systeem met minder constante opwek? Vergt het meer of minder marktwerking? Is het toezicht te streng of te soepel? De VVD is van mening dat de Minister een uitgebreid onderzoek moet laten uitvoeren om uit te vinden hoe de marktordening er in de toekomst uit moet komen te zien. De markt verandert immers enorm snel. Het lijkt ons niet meer dan logisch, ook gezien de huidige problematiek, om een proces in werking te zetten waarin we onze basisaannames nog eens tegen het licht houden. Is de Minister bereid om dit toe te zeggen?
Voorzitter. Ik heb nog een ander punt. De VVD vindt het belangrijk dat de Nederlandse industrie ambitieus gaat verduurzamen. De VVD wil een sterke industriële basis voor Nederland behouden. Dat betekent: verduurzamen wat we al hebben, maar ook industrie aantrekken en opbouwen die de bouwstenen voor ons duurzame-energiesysteem gaat leveren. De VVD vindt dat de Minister met meer beleid moet komen om dit mogelijk te maken. Hoe gaat hij er bijvoorbeeld voor zorgen dat we minder vervuilde Chinese zonnepanelen importeren en ze juist hier gaan produceren? Hoe gaan we de bouw van de auto's van de toekomst of van elektrolysers in Nederland laten plaatsvinden? Is hij bereid om hier samen met zijn collega's concreet beleid voor te formuleren? Want anders missen we de boot wederom.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Er is nog een vraag voor u van de heer Boucke.
De heer Boucke (D66):
We hadden een paar weken terug een debat. De collega van de heer Van Wijngaarden, Erkens, zei dat er geen taboes moeten zijn bij het bestrijden van de energiecrisis. Ik zie dat deze Minister de crisis vrij taboeloos te lijf gaat. Ik noemde al een pijnlijke maatregel. Die is niet alleen pijnlijk voor de Minister zelf, maar ook voor mijn partij. Is de heer Van Wijngaarden het met mij eens dat elke ton CO2 die extra de lucht in gaat door het harder laten draaien van de kolencentrales, net zo taboeloos gecompenseerd moet worden als de wijze waarop we nu de energiecrisis aanpakken?
De heer Van Wijngaarden (VVD):
U vraagt of dat gecompenseerd moet worden en in welke mate. Dat gaan we zien. Daar is het Planbureau voor de Leefomgeving naar aan het kijken. Als ze dat hebben gedaan, volgens mij in oktober, dan kunnen we ons over die vraag buigen.
De heer Boucke (D66):
De Minister heeft al aangegeven dat hij aan compensatie gaat doen. Hij heeft daar eventjes de tijd voor nodig. Wat mij betreft gaan we versnellen. Mijn vraag aan de heer Van Wijngaarden is of we daar taboeloos naar kunnen kijken, want we hebben naast de energiecrisis ook te maken met de klimaatcrisis. We kunnen het ons gewoon niet permitteren om meer CO2 uit te stoten. Dus: zonder taboes?
De heer Van Wijngaarden (VVD):
Volgens mij heeft de heer Boucke een heel spannend taboe in zijn binnenzak zitten en gaat hij dat zo zeggen, dus daarom twijfel ik een beetje om hier ja of nee op te zeggen. Voor het hele energie- en klimaatbeleid geldt dat we het proberen te doen op een manier die iedereen kan dragen, ook qua draagvlak. Wat voor de een misschien geen taboe is, ligt bij de ander weer heel zwaar op de maag. Volgens mij is de uitdaging voor ons allemaal om te proberen om het op zo'n manier te doen dat we de opdracht waar we samen voor staan met zo veel mogelijk mensen te kunnen meemaken. Vandaar dat ik eventjes wat voorzichtig ben om meteen te zeggen dat er geen enkel taboe is. Volgens mij is onze ambitie duidelijk. Daar bestaat geen misverstand over.
De voorzitter:
Is er nog iemand anders die behoefte heeft om naar de taboes van de VVD te vragen? Nee? Dan geef ik het woord aan de heer Dassen.
De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Tien jaar geleden klonken de waarschuwingen al: we moeten van onze afhankelijkheid van Russisch gas af. Wat deed de Nederlandse overheid? In plaats van minder, nam Nederland fors meer Russisch gas af. In 2012 kwam 1,5% van de totale gasinvoer uit Rusland. Dat is inmiddels flink opgelopen. Nu het gas uit Rusland schaarser wordt, kan en mag de Minister niet de makkelijke weg kiezen, namelijk kolencentrales weer vol aanzetten en extra lng uit andere landen importeren.
De ophef is nu gericht op het gebruik van kolencentrales, maar de Europese zoektocht naar lng is veel schadelijker voor het klimaat, omdat dit nieuwe gasboringen aanspoort. Israël kondigde eind vorig jaar nog aan niet verder te willen zoeken naar nieuwe gasvelden, maar geeft nu aan dat de recente gasdeal met de EU het extra interessant maakt om te onderzoeken of het meer gas uit de grond kan halen. Nog schadelijker is het besluit om extra Amerikaanse lng af te nemen dat voor ongeveer 80% uit schaliegas bestaat. Het op grote schaal winnen van schaliegas in de VS en Canada zorgt voor een grote piek in de uitstoot van methaangas. Methaan dat in de atmosfeer terechtkomt, verwarmt het klimaat vele malen sterker dan CO2 doet en is daarom een belangrijke versneller van de klimaatcrisis. De kolencentrales kunnen redelijk snel worden uitgezet, omdat ze op eigen bodem staan, maar alle gascontracten die we nu afsluiten zijn voor de lange termijn. Zo hebben Amerikaanse lng-producenten en -exporteurs al aangegeven dat Biden in maart voor zijn beurt sprak, en dat zij de productie- en opslagcapaciteit normaliter alleen verhogen bij contracten met een duur van ten minste twintig jaar.
Meer dan 400 wetenschappers schreven vorige week dat nieuwe gasvelden aanboren haaks staat op de klimaatambitie om de temperatuur op aarde met maximaal 1,5 graad te laten stijgen. Het meest recente IPCC-rapport geeft aan dat de verwachte emissies gedurende de levensduur van bestaande en geplande infrastructuur voor fossiele brandstoffen ons al boven de 1,5 gradendoelstelling zullen brengen.
Voorzitter. Hoe leggen we aan de toekomstige generatie uit dat wij de fossiele vraag tijdens crises telkens in stand bleven houden, met het bouwen van lng-terminals, het verlagen van de accijns, het aanboren van nieuwe gasvelden en nu ook met de kolencentrales? Wat zouden we wel kunnen doen om de energiecrisis aan te pakken zonder de klimaatcrisis te verergeren? Op korte termijn is er maar één echte oplossing: besparen, veel drastischer dan de Minister tot nu toe laat merken. Als hij eerlijk is, zou hij wellicht moeten toegeven dat we niet in fase 1 zitten. Het Internationaal Energieagentschap waarschuwde vandaag namelijk dat een volledige stop van de gastoevoer vanuit Rusland zeer aannemelijk is. Ik verwacht daarom ook veel urgentie van de Minister bij het besparen van energie. Zet de knop om, want het zijn ook kansen. Daarom ben ik benieuwd hoe de Minister tegen het plan van de NVDE aankijkt. We hebben daar enkele weken geleden al vragen over gesteld. De antwoorden zijn uitgesteld, maar gezien de urgentie vraag ik me toch af hoe hij kijkt naar het plan van thermische isolatie, led bij bedrijven en het beter inregelen van de cv.
Deze winter gaat voor iedereen een enorme uitdaging worden. Hoe meer we deze zomer besparen en voorbereiden, hoe beter we de crisis door kunnen komen. Daarom vroeg ik me ook af of het mogelijk is om bijvoorbeeld jonge mensen als vakantiebaan te laten meewerken aan het Nationaal Isolatieprogramma. Zijn Europese kwalificaties voor beroepsgroepen obstakels om dit te realiseren in de zin dat het obstakels zijn waardoor mensen niet over grenzen heen kunnen werken en hieraan kunnen bijdragen? Is er Europees een mogelijkheid om mensen die werkloos thuiszitten, ook in andere landen, op te leiden om zo te zorgen dat we meer klimaatbanen genereren om deze enorme transitie, die we nu in versneld tempo moeten uitvoeren, aan te kunnen gaan?
Is de Minister het met mij eens dat misschien ook niet alles meer kan, dat er wellicht ook pijnlijke besluiten genomen moeten worden, en dat dat voor niemand mooi is, maar dat het wel tijd wordt dat we daarover gaan communiceren en we die besluiten wellicht ook gaan nemen, willen we deze winter goed met elkaar doorkomen? Denk aan het stoppen met korteafstandsvluchten, het afschalen van luxeproducten van staal en aluminium, en het afschalen van onnodige luxeproducten, zoals bloemen. Zijn dit zaken waar de Minister naar kijkt? Zijn dit zaken die hij op korte termijn wellicht aanneemt? Dan is dit namelijk ook een mogelijkheid om een transitie te versnellen. Graag hoor ik daar een reactie van de Minister op.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dassen. Dan geef ik graag het woord aan de heer Grinwis, die ook is aangeschoven.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Ik sta op het punt om, na een bel, naar de plenaire zaal te gaan, dus dan stop ik misschien abrupt met mijn bijdrage; ik zie het wel.
Voorzitter. Twee weken geleden hebben we uitgebreid gesproken over leveringszekerheid. We zijn nauwelijks twee weken verder en de ontwikkelingen zijn elkaar zo snel opgevolgd dat we alweer in een andere wereld zitten, met misschien een beleidsprogramma dat weer moet worden geactualiseerd. Ik ben benieuwd hoe de Minister dat zelf ziet. We moeten in ieder geval adaptief zijn. Dat zie ik ook. Ik hoor de bel, maar ik ga nog even door, want volgens mij is dit de bel voor een schorsing, in afwachting van een reactie van een bewindspersoon.
Ik heb begrip voor het besluit en de overwegingen van de Minister over de kolencentrales eerder deze week. Al lijkt dit een onlogische keuze in de klimaatcrisis waarin we zitten, binnen het ETS en kijkend naar de effecten op het klimaat die de inkoop van lng heeft – de heer Dassen had het daar al over – bijvoorbeeld door de productie van schaliegas of het feit dat in Azië nu overgegaan wordt op vervuilende centrales, is het misschien toch de minst slechte keuze. Ik noem het nog steeds een «slechte keuze», en toch goed. Maar de klimaatdoelen staan en blijven ook staan, wat ons betreft en gelukkig ook wat de Minister betreft.
Ik heb een paar vragen. Ik ben blij dat de Minister niet 1,9 miljard over de schutting bij de kolenboeren gooit, maar daar verstandige dingen mee gaat doen. De eigenaren van kolencentrales gaan met deze hoge prijzen echter wel veel geld verdienen als ze weer op vol vermogen gaan draaien, terwijl Nederland in een energiecrisis zit, althans, dat geldt voor ons deel van de wereld. Ik vind dat er een vorm van solidariteit en rechtvaardigheid moet komen. Hoe kijkt de Minister aan tegen het schrappen van de vrijstelling in de kolenbelasting als een vorm van windfall tax? Is hij bereid erop aan te dringen en zich er hard voor te maken dat dat in het Belastingplan 2023 van collega Van Rij komt?
Hoe kunnen we isolatie voor huishoudens verder versnellen? Dat is een ander punt dat hierbij komt kijken. Welke versnelling is mogelijk op het Nationaal Isolatieprogramma? Kunnen maatschappelijke organisaties nog worden geholpen met bijvoorbeeld isolatieboxen, zodat buren, buurtverenigingen of andere clubs elkaar gaan helpen met isolatie? Is er nog iets mogelijk in de hoogte van de rente bij de Energiebespaarlening van het Warmtefonds? De rentes van hypotheken stijgen pijlsnel. Juist nu kan het aantrekkelijk zijn om zo'n Energiebespaarlening tegen een gunstige rente te krijgen. Ik weet dat die voor lage inkomens al op nul staat, maar voor de iets minder lage inkomens niet. Nou is nul misschien te weinig, maar het kan best wel wat aantrekkelijker.
Voor het debat heb ik gevraagd naar het uitwerken van verschillende scenario's. Nu zien we dat de ontwikkelingen tussen Rusland en Europa zo snel gaan dat het echt wel belangrijk is om die scenario's snel te hebben. Hoe staat het daarmee?
Meer kolen voor elektriciteit bespaart gas voor elektriciteit. Dat is logisch. Maar we hebben het over een Europese markt. Private partijen die een gascontract hebben gesloten voor hun gascentrales zullen het gas dat ze overhouden via de vrije markt weer verkopen aan de hoogste bieder. Hoe bevordert de Minister dat het bespaarde gas daadwerkelijk onze gasopslagen in gaat?
Hoe wordt bij de energiebesparingstender die de Minister van plan is, geborgd dat de afname structureel is en niet toch al vanuit de Wet milieubeheer gerealiseerd zou moeten worden? Ik wijs ook nog naar het plan van de NVDE. Wat kunnen we, als het gaat om de elektriciteitsvraagreductie, nog leren van andere landen? Daarbij gaat het om landen hier in Europa, maar bijvoorbeeld ook om Japan, dat na het uitvallen van Fukushima in 2011 in één jaar de elektriciteitsvraag met 20% wist te reduceren.
Biomassa. Ik ben blij met het definitief maken van de onmiddellijke stop op de subsidie voor de lageretemperatuurtoepassing van biomassa. In het coalitieakkoord hadden we een afbouwpad afgesproken. Dit is een lekker steil afbouwpad. De intrekking heb ik al gehad. Er is al een stop op subsidies voor verbranding van houtige biomassa in kolencentrales, maar wat doen we met de reeds vergunde subsidies voor de bijstook van geïmporteerde biomassa in de Nederlandse kolencentrales? Als die harder gaan draaien, gaat er dan ook meer gesubsidieerde biomassa verstookt worden?
Er zijn betere duurzaamheidscriteria voor biogrondstoffen nodig. De milieucommissie van het Europees Parlement heeft op 16 mei een advies gegeven. Daarin wordt primaire biomassa, biomassa direct geoogst uit het bos, uitgesloten van subsidie en telt primaire biomassa niet mee voor de doelen van hernieuwbare energie. Wil de Minister dit voorstel voor revisie van de RED steunen?
Ik ben blij dat de Minister spreekt over een uitgebreider stimuleringsinstrumentarium voor de hoogwaardige inzet van biogrondstoffen. Ik zou hem bij de uitwerking wel willen meegeven dat hij scherp moet zijn op greenwashing van zogenaamde reststromen. Ook wil ik de groeiende behoefte aan compost voor een goede bodem blijven benadrukken.
Hoe staat het met het crisisplan voor de glastuinbouw? Alle punten over het beleidskader laat ik nu maar eventjes liggen. Ik denk dat ik door mijn spreektijd heen ben.
De voorzitter:
Dank aan de heer Grinwis. Mevrouw Teunissen heeft een interruptie en ik zou zelf ook een vraag willen stellen, maar de heer Grinwis wil nu weg.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik moet naar een ander debat. In tweede termijn, kan dat?
De voorzitter:
Zeker. Dank u wel. Dan geef ik graag het voorzitterschap even aan de heer Boucke.
Voorzitter: Boucke
De voorzitter:
Mevrouw Kröger, u krijgt het woord van mij.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter. De transitie dreigt tot stilstand te komen. In Brabant en Limburg kunnen geen nieuwe duurzame energieprojecten worden aangesloten tot respectievelijk 2025 en 2027. Wij hebben de vakmensen niet om huizen te isoleren, zonnepanelen te plaatsen of elektriciteitsnetten aan te leggen. Er zit tot wel twee jaar tussen tenders voor nieuwe windparken op zee. Afgelopen maandag werd bekend dat de kolencentrales toch volop mogen stoken. De klimaatdoelen dreigen steeds verder weg te raken.
Volgens mij keken we allemaal reikhalzend uit naar de grote klimaatbeleidsbrief van deze Minister. Ons was een brief beloofd met doorrekenbare plannen die verder zouden gaan dan het coalitieakkoord. Het coalitieakkoord haalde immers de doelen van het kabinet niet. Maar in het beleidsprogramma stond in feite weinig nieuws. Op basis waarvan denkt de Minister dat dit beleidsprogramma wel optelt tot 60%?
Nu vrees ik dat we allemaal van tevoren kunnen uittekenen wat er gaat gebeuren. Uit de KEV in het najaar zal dan blijken dat de klimaatdoelen van het kabinet niet worden gehaald. Dan wordt er nagedacht over nieuwe maatregelen, is er veel politieke strijd en gebeurt er uiteindelijk te weinig of wellicht gebeurt er pas wat bij de Voorjaarsnota. Erkent de Minister dat we geen tijd hebben voor deze vertraging? De Minister moet nu met de vakministers werken aan een aanvullende lijst van maatregelen en die uitwerken, zodat ze per direct kunnen worden doorgevoerd als uit de KEV inderdaad blijkt dat we niet op koers liggen. Dat moet niet pas na de Voorjaarsnota gebeuren, maar per direct. Wil de Minister deze extra lijst uitwerken en met scenario's werken? Wanneer er bij de KEV dus een bepaalde uitkomst is, dan moet onmiddellijk een alternatief scenario in werking treden bij de begroting en mag er geen vertraging zijn.
Voorzitter. We hebben vanochtend al uitgebreid gesproken over het pijnlijke besluit om de kolencentrales weer aan te zetten. Ik was echt chagrijnig na dat debat. Ik vind het ongelofelijk pijnlijk dat de eerste echt harde maatregel die de Minister treft, meteen de meest schadelijke is voor het klimaat. Waarom wordt er niet eerst serieus werk gemaakt van energiebesparing, zeker bij de industrie? Er spreekt zo weinig urgentie uit. Waarom mogen die centrales meteen tweeënhalf jaar draaien als het om een crisis in deze winter gaat?
Voorzitter. Ik lees dat de Minister een tender uitschrijft voor bedrijven om minder gas te gebruiken. Kan hij mij garanderen dat bedrijven niet subsidie gaan krijgen voor maatregelen die ze onder de energiebesparingsverplichting sowieso al zouden moeten nemen? Wat vindt de Minister van het idee van een soort apk-keuring voor energie, waarbij bedrijven verplicht worden om zich te laten keuren aan de hand van een maatregelenlijst en waarbij ook extra energiebesparingsadvies kan worden gegeven?
Voorzitter. De Minister heeft aangekondigd extra maatregelen te nemen om te compenseren voor de 10 megaton extra uitstoot tot 2025 door de productiebeperking van de kolencentrales af te schaffen. Als wij in 2030 op 60% CO2-reductie willen zitten, dan kunnen we niet tot 2025 op die 25% van Urgenda blijven hangen. Ik wil de Minister dus vragen om bij Prinsjesdag, als hij met extra maatregelen ter compensatie komt, ook aan te geven wat hij de komende jaren additioneel gaat doen om elk jaar incrementeel meer dan die 25% CO2-reductie te behalen. Want anders vrees ik dat we tot 2025 op Urgendaniveau blijven hangen en dat het daarna wel een heel steil pad wordt.
Voorzitter, dan IPCC. In de kabinetsappreciatie ontbreekt wat mij betreft een afbouwpad...
De heer Bontenbal (CDA):
Ik verspeel graag mijn laatste interruptie hieraan. Mevrouw Kröger heeft de klimaatcrisis heel goed op het netvlies, maar ik vraag me af of ze de andere crisis dan wel goed op het netvlies heeft en de urgentie die daarbij hoort. Europa staat in de fik. We moeten inderdaad heel snel heel lastig uitvoerbare maatregelen nemen. We zitten anders gewoon in de kou. Daarnaast zou ik ook willen zeggen: kijk ook naar de bedrijven die al 25% minder productie draaien. Die bedrijven hebben al een gigantische prikkel om te verduurzamen, want de gasprijs is al vijf of acht keer zo hoog als die was. Ik vraag me dus af of u naast de klimaatcrisis ook de huidige gascrisis zelf wel serieus genoeg neemt, want daar hoort dit soort type rotmaatregelen inderdaad af en toe bij.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Dat is een wonderlijke vraag van de heer Bontenbal, want het was volgens mij vanaf de allereerste dag na de inval in Oekraïne dat wij deze Minister hebben gevraagd, gesmeekt bijna, om een noodplan voor energiebesparing. Ik weet niet hoe vaak ik heb gevraagd: noem het een energiecrisis, grijp in! Tweeënhalve maand is het antwoord geweest: nee, er is geen energiecrisis. En ja, er is een campagne gestart, «zet de knop omlaag»; maar dat was het ook zo'n beetje. Waar bleven die harde, pijnlijke maatregelen? En de allereerste pijnlijke maatregel die nu getroffen wordt, is het openen van de kolencentrales. Nou, dan is er een hele lijst van dingen die eerder hadden gekund. De heer Boucke heeft een prachtige aanzet gegeven, ik had gehoopt dat hij dat begin maart had gedaan. Maar ik vind ook dat het serieuze gesprek moet worden gevoerd. Daartoe hebben wij hele concrete voorstellen gedaan, in het vorige debat nog: roep die industrietafel uit het Klimaatakkoord bij elkaar en maak concrete, harde afspraken over hoeveel gas er de komende maanden bespaard kan worden. Het is allemaal niet gebeurd. Dus ik ben het geheel met de heer Bontenbal eens dat het een energiecrisis is. Dat is het al tweeënhalve maand. Dit kabinet heeft helaas te lang gewacht en neemt nu een echt hele pijnlijke maatregel, waarvan ik zou zeggen: die moet je alleen nemen als het onvermijdelijk is. En op dit moment gebeurt er een hele hoop nog niet, en dus vind ik deze maatregel nog niet onvermijdelijk. Die vraag stel ik aan de Minister.
De voorzitter:
U kunt uw betoog vervolgen.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Ik was bij het afbouwpad voor de fossiele winning. Dat mis ik in de kabinetsappreciatie. Er zijn winningsvergunningen afgegeven, zoals die voor gas net boven Schiermonnikoog of die voor olie in Schoonebeek in Drenthe, die in principe oneindig zijn. Dat is wat mij betreft absurd. 60% van de bekende olie en gas moet onder de grond blijven om onder die 1,5 graad te blijven. Erkent de Minister dit? De vorige Minister heeft mij niet heel veel goeds toegezegd op klimaatgebied, maar wel een afbouwpad in lijn met Parijs. Wanneer kan dat er liggen? En is de Minister voor Klimaat het met mij eens dat we geen vergunningen voor onbeperkte tijd meer moeten afgeven? Zeker aangezien bedrijven dan weer miljarden aan nadeelcompensatie kunnen eisen.
Voorzitter. In de brief over biogrondstoffen staat dat het SER-advies over biogrondstoffen de basis blijft. Dat betekent dus ook afbouw van laagwaardig biomassagebruik. Maar we zien dat er toch nog steeds subsidies zijn en ook dat subsidies worden opgeschroefd, en dan kunnen we nog jaren vastzitten aan biomassa. Erkent de Minister dat dit niet in lijn is met het SER-advies? En hoe gaan we zorgen voor een afbouwpad?
Voorzitter, ik rond af. De 1,5 graad hangt echt aan een zijden draadje. De keuzes die we de komende jaren maken zijn bepalend of we nog een kans hebben. Dus rust er op ons allemaal een grote verantwoordelijkheid.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank voor uw betoog. Dan geef ik het voorzitterschap terug aan u.
Voorzitter: Kröger
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan wij nu 45 minuten schorsen voor de dinerpauze en de beantwoording.
De vergadering wordt van 18.54 uur tot 19.38 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering voor de eerste termijn van de Minister voor Klimaat. We zijn met weinig leden en ik stel daarom voor dat we gewoon interrumperen wanneer dat gewenst is. Dan kijken we hoe we uitkomen in de tijd. Dank u wel.
Minister Jetten:
Bedankt, voorzitter. Allereerst heeft de premier in het debat over de Europese Raad zojuist toegezegd dat ik in dit debat zal reageren op de motie-Omtzigt. Die motie vraagt om in de tweede helft van de zomer open en duidelijk te informeren over de stand van zaken ten aanzien van de draaiboeken ingeval de crisis verergert. Laat ik allereerst zeggen dat ik het idee achter deze motie begrijp en ook volledig omarm. Wij hebben uw Kamer regelmatig geïnformeerd over het Bescherm- en Herstelplan Gas en de nationale crisisplannen voor elektriciteit en gas. Het is ook goed om daarover met elkaar te blijven spreken.
Ik heb de Kamer eerder toegezegd om deze zomer stresstesten uit te voeren op basis van de informatie die we nu recentelijk bij het bedrijfsleven hebben opgehaald, ook ten aanzien van het afschakelen van bedrijven in fase 3 van het Bescherm- en Herstelplan Gas. Ik wil daarom ook door op dit pad. Ik zal deze motie zo uitvoeren dat we uw Kamer aan het einde van de zomer uitgebreid zullen informeren wanneer we de stresstest hebben uitgevoerd. Daarmee geef ik de motie-Omtzigt, die vanmiddag is ingediend, oordeel Kamer. Zoals de premier ook heeft toegezegd, wordt de heer Omtzigt hierover geïnformeerd. Ik denk dat ik dat zo heel netjes heb gedaan.
De voorzitter:
Mag ik de Minister vragen om even de verschillende onderwerpen die hij gaat behandelen, te noemen, zodat de leden dat weten? Ik durf het woord bijna niet te gebruiken: blokjes!
Minister Jetten:
Voorzitter. Ik zal zo meteen starten met klimaatbeleid en de vragen die zijn gesteld over het programma klimaat. Dan ga ik verder met de netcapaciteit. Daarna kom ik bij het deel over de situatie op de internationale gasmarkt en de maatregelen die we moeten nemen. Daarbij kom ik ook te spreken over het belang van besparen, het belang van meer publieksinformatie, de noodzaak van compenserende maatregelen, de eventuele inzet van fossiele brandstoffen en tot slot de kolen.
Voorzitter. Ik heb onlangs namens het kabinet het conceptprogramma klimaat naar de Kamer gestuurd. Dat programma wordt nu nog doorgerekend. In dat programma zijn de klimaatambities van dit kabinet samengevat. Het zijn forse ambities en dat is ook nodig omdat, zoals u allen vandaag hebt aangegeven, de klimaatverandering eigenlijk sneller gaat dan eerder gedacht. Dat is alarmerend en niet voor niets trekken klimaatwetenschappers bijna wekelijks aan de bel. De verschrikkelijke oorlog in Oekraïne als gevolg van de Russische agressie heeft bovendien de noodzaak alleen maar vergroot om zo snel mogelijk onze afhankelijkheid van fossiel af te bouwen.
Het ontwerpbeleidsprogramma is samengesteld namens het hele kabinet, maar in het bijzonder namens de Ministers van Volkshuisvesting, Economische Zaken, Infrastructuur en Landbouw. Verder dragen ook verschillende Staatssecretarissen bij aan dit programma. Daarin hebben we de hoofdlijnen van onze ambities en het beleid beschreven langs de vijf klimaatsectoren die u ook kent uit het Klimaatakkoord.
We geven daarmee duidelijkheid aan bedrijven en burgers door het normeren van duurzame alternatieven als het verplichten van de hybride warmtepomp vanaf 2026, verplichte energielabels voor huurwoningen en utiliteitsbouw en scherpere normering voor zon op dak vanaf 2025. We zorgen ook voor betere beprijzing van vervuiling via een aanscherping van de CO2-heffing, het introduceren van een minimum-CO2-prijs, het aanpassen van de energiebelastingen en het verhogen van de vliegbelasting. En waar nodig helpen we burgers en bedrijven met subsidies bij de overstap, denk aan het isoleren van woningen, het opwekken van duurzame energie of de aanschaf van elektrische auto's.
Voor een deel komen de daarvoor benodigde middelen uit het klimaatfonds. Daarvoor krijgt u zo snel als mogelijk het wetsvoorstel, zodat we met elkaar op een goede manier de 35 miljard in het klimaatfonds kunnen verdelen. Maar dat geld is vooral bedoeld voor de snellere ontwikkeling van duurzame brandstoffen en de infrastructuur van de toekomst.
We verstevigen met dit beleidsprogramma ook de regie op de klimaattransitie, want de afgelopen jaren hebben we met talloze maatschappelijke partijen al samengewerkt aan het klimaatbeleid. We hebben daar goede stappen op gezet, maar willen we die ambitie van 55% tot 60% in 2030 halen, dan moet de regie strakker. Elke sector krijgt een restemissiedoel in 2030, het maximum dat dan nog mag worden uitgestoten. Ik zal de verantwoordelijke Ministers en Staatssecretarissen er ook twee keer per jaar aan houden dat ze het pad naar dat restemissiedoel ook daadwerkelijk halen.
Met een uitgebreide wetgevingsagenda weet u als Kamer ook wat er de komende jaren op u afkomt. Het is twaalf pagina's aan wetgevingsagenda! En binnenkort gaan de eerste wetsvoorstellen naar de Raad van State en naar de Kamer, zodat we hopelijk vaak op woensdag de plenaire zaal kunnen bezetten. Want ik heb vandaag geleerd dat woensdag «woensdag wetgevingsdag» is. U krijgt ook twee keer per jaar een uitgebreide rapportage over de voortgang van het klimaatbeleid met daarbij ook de voortgang bij de doelen voor CO2-reductie. Laat ik meteen tegen mevrouw Kröger het volgende zeggen, want dat zat heel goed in haar betoog. We kunnen dan niet tevreden zijn met 25% reductie, zoals dat uit het Urgendavonnis naar voren komt. We zullen een dalende lijn richting 2030 moeten inzetten en dus ook elk jaar meer moeten reduceren.
We gaan de komende tijd aan de slag om de wetenschap en burgers een prominentere rol te geven bij de ontwikkeling van ons klimaatbeleid. Dit najaar benoem ik een klimaatraad naar voorbeeld van de Climate Change Committee in het Verenigd Koninkrijk. Het wordt een klimaatraad met onafhankelijke wetenschappers die het kabinet beoordeelt en van advies voorziet. Daarnaast introduceren we een generatietoets waarin niet alleen de klimaattransitie een plek krijgt, maar natuurlijk ook de bredere welvaart voor toekomstige generaties, zoals mevrouw Teunissen dat regelmatig bepleit. Maar ik denk dat zeker het klimaatbeleid hét thema moet zijn waar we die generatietoets regelmatig op toepassen.
Tot slot zal ik uw Kamer binnenkort informeren over de manier waarop we de publieksparticipatie en -betrokkenheid gaan versterken. Daarbij schets ik ook de mogelijkheden om burgerfora in te zetten, om daarmee burgers nog intensiever te betrekken bij ons klimaatbeleid.
Tot slot, voorzitter. Ik ben bijna bij het einde van mijn inleiding. We zetten een hele belangrijke stap met dit klimaatbeleid, maar ik heb in de brief die bij het beleidsprogramma is meegestuurd, ook al meteen aangegeven dat we naar 55% streven. Dat is het wettelijke doel, maar we begroten ons beleid op 60%, zodat we een marge inbouwen om die 55% ook zeker te halen. Het planbureau beoordeelt nu dit beleidsprogramma, maar ik wil niet wachten op die doorrekening. Daarom starten we nu al met een werkgroep van ambtenaren van verschillende ministeries én met extern advies voor het opstellen van mogelijke beleidsaanscherpingen. Mevrouw Kröger vroeg daarnaar. Het betekent dat het PBL de KEV, de Klimaat- en Energieverkenning, in het najaar publiceert met daarbij mijn uitgebreide lijst van mogelijke maatregelen. Dat zijn maatregelen die we aan het beleidsprogramma kunnen toevoegen om die 55% tot 60% ook echt harder te gaan halen.
Dit is ook de begrotingscyclus die ik voor klimaat wil gaan aflopen. Net als bij het geld wil ik elk voorjaar en elk najaar op vaste besluitvormingsmomenten bekijken of we op koers liggen. En als dat niet het geval is, zal ik het beleid verder aanscherpen.
De heer Dassen (Volt):
Ik vind het natuurlijk mooi om te horen dat de Minister aan de slag is gegaan met burgerberaden. Ik vroeg me even af of hij daar iets meer context bij kan geven. Krijgen we dadelijk bijvoorbeeld te horen wat de mogelijkheden zijn of is de Minister zelf al daadwerkelijk bezig met een nationaal klimaatberaad?
Minister Jetten:
Ik heb de neiging om nu de hele brief te gaan verklappen, maar die moet nog door de onderraden en de ministerraad, dus dat ga ik nu niet doen. Laat ik het zo zeggen: we moeten burgers op meerdere manieren betrekken bij klimaatbeleid. Dat zit op participatie dicht bij huis. We hebben bijvoorbeeld heel veel energieprojecten en warmteprojecten die mensen echt in hun directe leefomgeving raken. Dan moet je zoeken naar de beste vorm van directe participatie, bijvoorbeeld bij de inpassing in het landschap of de manier waarop je zo'n warmtetransitie vormgeeft. Daar is het Nationaal Programma RES ook goed mee bezig.
De brief die u binnenkort van mij krijgt, gaat heel specifiek over het nationale klimaatbeleid en hoe je burgers daar beter bij kan betrekken. Er ligt nu een beleidsprogramma en we moeten er eerlijk over zijn dat ik dat ook gewoon ga uitvoeren. Het heeft dus niet zo veel zin om daar een burgerforum voor te organiseren. Ik schets wel een aantal onderwerpen die op wat langere termijn spelen en daar kan het wel van toegevoegde waarde zijn.
Op verzoek van mevrouw Agnes Mulder heeft de commissie-Brenninkmeijer een aantal suggesties gedaan – eigenlijk zijn het randvoorwaarden – over wanneer je wel of niet zo'n burgerforum moet inzetten. Een van de belangrijkste daarbij is dat zowel kabinet als Kamer aan de voorkant heel duidelijk met elkaar afspreken wat je met de uitkomsten van zo'n burgerforum doet. In de brief die u van mij krijgt, schets ik vooral zeer uitgebreid hoe die criteria eruitzien. Ik stel dan ook de open vraag aan de Kamer: durven we daar met elkaar ja tegen te zetten? Als we daar niet volmondig ja tegen zeggen, dan moeten we burgers geen teleurstelling gaan aandoen met een burgerforum dat nergens toe leidt. Het is dus wel een brief waarmee ik u als Kamer ga uitdagen. Ik ga daar graag na de zomer het debat over aan.
De voorzitter:
Roept dit nog een vervolgvraag op?
De heer Dassen (Volt):
Nee, alleen maar een aansporing. Ik vind het heel mooi om te horen dat de Minister de Kamer op deze manier gaat uitdagen. Ik kijk ernaar uit!
De voorzitter:
Ik heb zelf een interruptie en ik geef daarom de heer Boucke het woord als voorzitter.
Voorzitter: Boucke
De voorzitter:
Ik geef op mijn beurt mevrouw Kröger het woord.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb eigenlijk een heel korte vraag aan de Minister. Is er een kans dat die 60%met het huidige pakket, dat bij het PBL is ingeleverd, gehaald wordt?
Minister Jetten:
Ja, die kans is er, maar het PBL zal ons niet één hard cijfer geven maar een bandbreedte. Als ik zelf een inschatting zou moeten maken, dan zit die 60% wel aan de rand van die bandbreedte. Maar je wilt natuurlijk dat die 60% zo veel mogelijk in het midden van de bandbreedte komt te zitten, omdat je dan meer zekerheid hebt dat je de doelen ook daadwerkelijk gaat halen.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Is de Minister bereid om te zorgen dat er scenario's gereed zijn, zodat we voor die scenario's niet hoeven te wachten op de Voorjaarsnota 2023? We kunnen dan gelijk op het moment dat de bandbreedte aan de rechterkant wordt aangetikt, dat scenario in werking laten treden. Je wilt «m namelijk in het midden hebben.
Minister Jetten:
Nee, want dan zou ik niet voldoen aan de begrotingscyclus voor klimaat, die we in de Klimaatwet hebben afgesproken. Ik wacht niet op de KEV om daarna pas te gaan nadenken. We zetten het dus parallel uit. Dat zijn de ambtelijke werkgroepen en het externe advies. Zodra de Klimaat- en Energieverkenning wordt gepubliceerd en wij daarover, zoals in de Klimaatwet vastgelegd, plenair debatteren, zal ik inzicht geven in de inventarisatie die we hebben gemaakt. Maar de integrale besluitvorming vindt plaats bij de Voorjaarsnota, omdat ik dan eventueel meteen de financiering van dat soort aanvullende maatregelen kan regelen. Ik snap wel waarom mevrouw Kröger het vraagt, hoor, want er is inderdaad geen tijd te verliezen. Dat gevoel heb ik ook, maar we hebben ook met elkaar afgesproken dat we meer rust in het klimaatbeleid willen brengen. En daarom willen we aan die cyclus uit de Klimaatwet vasthouden.
Voorzitter: Kröger
Minister Jetten:
Voorzitter. Mevrouw Kröger vroeg ook of dit beleidsprogramma een-op-een het coalitieakkoord is. Op een aantal punten niet. In het beleidsprogramma zit namelijk een verhoogde ambitie voor de glastuinbouwsector. De Minister van LNV en ikzelf komen later dit jaar met de uitwerking. Nieuw in het beleidsprogramma is verder het klimaatdoel voor circulaire economie. De heer Bontenbal stond daar onder anderen bij stil. We hebben heel lang gedacht dat circulair een soort van rode draad door alles heen is en dat je er geen megatondoelen aan moet hangen. Nou, we zijn tot het inzicht gekomen dat het wel nuttig is om daar een megatondoel aan te hangen. Verder zijn in het beleidsprogramma ook de normering voor warmtepompen en de normering voor zon nieuw. We hebben in die eerste paar maanden dus al wel weer stappen gezet. Maar nogmaals, het is mogelijk niet genoeg en daarom hebben we de komende maanden parallel daaraan dat proces voor de inventarisatie van verdere maatregelen lopen.
De heer Bontenbal (CDA):
Overigens stond de normering van warmtepompen wel in het coalitieakkoord.
Minister Jetten:
Er stond geen jaartal bij.
De heer Bontenbal (CDA):
U heeft gelijk: er stond geen jaartal bij.
Die bandbreedte is voor de elektriciteitssector echt een groot ding. Ik pak uw tabel er even bij. Daarin loopt die van 20,5 megaton tot 6,1 megaton. Dat is niet een klein beetje en dat leidt tot best grote onzekerheid. En dat heeft weer best wel een forse impact op dat doel. Ik weet dat het heel moeilijk is door de import en de export van elektriciteit. U schrijft ook dat u iets wil met de motie van collega Erkens en mij over een correctie voor import en export. Maar het is natuurlijk best wel tricky om je klimaatbeleid te laten afhangen van die bandbreedte, al helemaal als je daar niet zoveel invloed op hebt. Kunt u erop reflecteren hoe we de onzekerheid eruit kunnen gaan halen? Anders is de vraag of wij het wel of niet gaan halen wel heel afhankelijk van wat Duitsland, België of het Verenigd Koninkrijk doen. En daar voel ik mij niet prettig bij.
Minister Jetten:
Dat zal de komende tijd moeten blijken wanneer ook de omliggende landen onder druk van Fit for 55 hun klimaatplannen concreter gaan maken. We zullen van jaar tot jaar moeten borgen dat die bandbreedte steeds kleiner en steeds steviger wordt. Het is volgens mij dan ook een van de vragen die we elk jaar bij de Klimaat- en Energieverkenning zullen moeten bekijken. Zit er nou ook meer comfort en ook meer zekerheid in dat we het daadwerkelijk gaan halen?
De heer Bontenbal begon zijn betoog met een opmerking over hoe we de import en de export daar beter in kunnen meenemen. Dat zijn we nog aan het uitwerken en in het najaar hebben we daar meer zicht op.
De voorzitter:
Er is geen vervolgvraag van de heer Bontenbal, maar er is wel een vraag van mevrouw Teunissen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Over normering gesproken: er moet iets staan tegenover die 880 miljoen uit het klimaatfonds die naar Defensie gaan. De Minister is bezig om tot normering te komen. Ik vroeg me af of hij daarin ook de optie van een klimaatplicht voor vervuilende bedrijven meeneemt en of hij dat meeweegt?
Minister Jetten:
Allereerst dank voor de vraag. Ja, het klimaatfonds is iets kleiner geworden door de extra Defensie-uitgaven. Ik heb daarbij ook meteen gezegd dat de wettelijke doelen blijven staan. Als er dus minder geld in het klimaatfonds zit, moet je de doelen beter borgen door meer of eerder te normeren. Ik denk dat er met name met eerder normeren heel veel winst te behalen valt. U vraagt naar een klimaatplicht. Minister Adriaansens heeft in het vorige debat aangegeven dat we bovenop de maatwerkafspraken eigenlijk geen meerwaarde zien van het introduceren van zo'n klimaatplicht. We maken afspraken met de grote uitstoters over hoe zij de komende acht jaar aan verduurzaming gaan voldoen. Dat zijn wederkerige afspraken. De overheid levert de energie-infrastructuur en eventuele subsidiëring en het bedrijfsleven moet leveren met investeringen die het zelf moet doen.
Voorzitter. De heer Bontenbal vroeg hoe je ervoor zorgt dat mensen weer meer zin krijgen hierin. Hij vroeg: hoe zorg je voor een wenkend perspectief? Ik vind dat heel mooi, want ook vandaag hebben we het weer heel vaak gehad over de klimaatcrisis, de gascrisis en de energiecrisis bovenop al de andere crisissen die ze in andere Kamercommissies ook met elkaar aan het bespreken zijn. Natuurlijk is de situatie extreem urgent en moeten we allerlei maatregelen nemen die we liever niet nemen, maar we willen ook met de Nederlandse samenleving en het bedrijfsleven praten over hoe een schoner Nederland eruitziet. Denk aan binnensteden met meer EV-vervoer, waar je schonere lucht hebt en dus ook gezonder kunt leven of aan een schone waterstofeconomie waarin je innoverende bedrijven hebt die deze innovaties exporteren naar de rest van de wereld en ook heel veel bedrijvigheid creëren. We zijn vanuit EZK bezig met de verhaallijn: Nederland gaat voor groen! Dat breidt zich steeds meer uit naar allerlei bedrijven, organisaties en inwoners die echt vooroplopen met groene oplossingen. Die worden daar in het zonnetje gezet om daarmee ook weer andere mensen te inspireren. We hebben ook eerder de publiekscampagne Iedereen doet wat gehad. Mevrouw Teunissen had daar net een paar kritische kanttekeningen bij en die begrijp ik ook wel. Want het was allemaal net even iets te klein en iets te weinig urgent. Ook zat er veel te weinig het wenkend perspectief van de heer Bontenbal in. We zijn die campagne nu nog aan het evalueren. Daarna willen we weer een nieuwe publiekscampagne starten, maar wat mij betreft is dat eigenlijk een combinatie van wat u beiden hebt ingebracht. We moeten niet bang zijn om de impact van gedragsverandering veel steviger aan te zetten in die publiekscampagnes, maar dat moet wel gebeuren op een manier dat mensen er zin in krijgen. Ik denk dat ik tijdens de Nationale Klimaatweek dit najaar de nieuwe campagneaanpak met u kan delen.
Voorzitter. De heer Bontenbal wees er terecht op dat het beleidsprogramma voor een groot deel gericht is op de komende tien jaar. Dat komt deels omdat de afspraken van het coalitieakkoord daarop toezien en het klimaatfonds ook voor die periode bedoeld is. Maar we moeten natuurlijk een doorkijk maken naar klimaatneutraal in 2050. Dat geldt zowel voor het energiesysteem van 2050, maar ook voor de vraag hoe de economie er in 2050 uitziet. Wat voor type industrie hebben we nog in 2050? Het gaat dan met name om energie-intensieve industrie. Ikzelf werk dat uit in het Nationaal Programma Energiesysteem, waarbij we vanuit 2050 de ideale energiemix terugredeneren naar nu en bekijken wat er stapsgewijs moet gebeuren. Minister Adriaansens werkt aan de verdere uitwerking van het investeringsklimaat en de industrie van de toekomst, waarbij we de blik echt voorbij 2030 werpen. Dat komt dus bij de uitwerking dit najaar. Het Nationaal Programma Energiesysteem is volgend jaar rond deze tijd afgerond. Ik zal dan mijn onderdeel van het energiebeleid verder op basis daarvan aanpassen.
De heer Dassen vroeg naar klimaatbanen. Daar hadden we het net ook even over in de schorsing. We gaan deze ambities alleen maar voor elkaar boksen als we ook genoeg mensen hebben die in de energietransitie aan het werk zijn. We werken met de Ministeries van EZK, OCW en SZW aan een actieplan groene en digitale banen, omdat dezelfde opgave er ook voor de digitale transitie ligt. Dit najaar zullen we dat plan met de vijf betrokken Ministers presenteren. We betrekken daar nu ook al de onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven bij. Het gaat er dan om dat we jonge mensen vanaf de basisschool veel meer in contact brengen met techniek. Ook gaat het om de opleidingskeuzes die mensen in mbo, hbo en wo maken en om een leven lang leren, zodat mensen die nu misschien in een fossiele baan zitten, worden verleid en opgeleid tot de groene banen die er de komende jaren in zeer grote mate gaan zijn.
De heer Dassen (Volt):
Ik heb een korte vraag, want ik stelde daar nog een vraag bij. We zitten nu met een heel grote uitdaging om richting de winter al grotere stappen te nemen dan we zouden willen. Ik ben benieuwd of de Minister creatieve ideeën heeft om de komende maanden heel grote stappen te maken, bijvoorbeeld door in deze zomer iedereen die tussen twee schooljaren in zit, het uitdagende perspectief te bieden om mee te helpen aan een van de grootste transities die Nederland in een heel hoog tempo moet doormaken. Dat kan bijvoorbeeld door jonge mensen vakantiebanen te geven en te trainen om ervoor te zorgen dat ze twee, drie maanden aan de slag kunnen om het huis mee te isoleren.
Minister Jetten:
Dat is iets waar de Minister voor Volkshuisvesting nu mee bezig is. Hij heeft Nationaal Isolatieprogramma gelanceerd met het doel om in de komende jaren echt grootschalig te isoleren en verduurzamen in de gebouwde omgeving. Onder druk van alles wat er nu gebeurt met Russisch gas, ben ik ook met hem in gesprek over wat je uit het Nationaal Isolatieprogramma in de komende twaalf maanden al kunt uitvoeren. Daar komt de Minister voor Volkshuisvesting binnenkort op terug. We zien wel dat heel veel gemeentes eigenlijk al aan het doen zijn wat de heer Dassen nu bepleit. Zij werken met fixteams en klusteams, waarbij vaak mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt zijn aangezocht om op de fiets of in de bus te stappen om mensen aan de deur te vragen: mag ik u komen helpen met het plaatsen van tochtstrips of bij het treffen van andere isolerende maatregelen? Dat soort mooie initiatieven die in allerlei gemeentes plaatsvinden, wil je eigenlijk op nationale schaal opschroeven. Ik zal uw suggesties dus ook aan de heer De Jonge overbrengen en aan hem vragen om daar zo snel mogelijk concreter in te worden.
De voorzitter:
Nog een vervolgvraag, meneer Dassen?
De heer Dassen (Volt):
Ja, want ik vind dit iets te vrijblijvend. Ik hoor de Minister zeggen: de Minister voor Volkshuisvesting komt er binnenkort op terug. Binnenkort zal dan ergens richting de winter zijn. Kan de Minister zelf een actieve rol gaan spelen, juist bij dit soort mooie initiatieven die al in de gemeentes plaatsvinden? Kan hij ervoor zorgen dat gemeentes daarin gestimuleerd worden, dat deze ideeën opgehaald worden en verspreid worden over gemeentes of dat de beperkingen waar men tegen aanloopt, weggehaald worden? Kan de Minister toezeggen dat hij daar even actief mee aan de slag gaat?
Minister Jetten:
In een van de vorige debatten heb ik gezegd – en dat heb ik sindsdien ook gedaan – dat ik dit soort voorbeelden in mijn overleggen met de VNG zal delen, zodat andere gemeentes die ook oppakken, voor zover ze dat nog niet doen. Ik ben ook met verschillende brancheorganisaties in gesprek, bijvoorbeeld met MKB-Nederland, over hoe we dit echt gaan targetten op het kleine mkb. Denk daarbij aan kleine winkels, restaurants et cetera die het vaak heel moeilijk vinden om zelf met verduurzaming aan de slag te gaan, omdat ze gewoon simpelweg geen tijd hebben. Daarvoor lanceer ik over een paar weken met MKB-Nederland een specifieke campagne en advies en ondersteuning die hierop gericht zijn. De heer Boucke deed net een aantal suggesties. Mijn gedachte daarbij is: laten we gewoon met de bouwbranche om tafel gaan om te kijken hoe die de komende tijd haar capaciteit nog meer kan richten op isoleren en verduurzamen en laten we daar de komende maanden even prio aan geven. Ik zou zeggen: wat de heer Dassen aan mij vraagt, is ongoing business.
De voorzitter:
De Minister vervolgt zijn betoog.
Minister Jetten:
De heer Bontenbal vroeg naar de internationale klimaatstrategie. Dat is een belangrijke pijler onder het klimaatbeleid. Ik heb eerder aan de heer Bontenbal toegezegd dat we scope 2 en 3 steeds meer in het nationale klimaatbeleid willen verankeren. De afgelopen tijd hebben wij bij het opstellen van dit beleidsprogramma wel al zo veel mogelijk rekening gehouden met de internationale beleidscontext. In het najaar volgt de internationale klimaatstrategie die ook door de Minister voor BuHa-OS wordt gemaakt, omdat daar heel veel verschillende aspecten aan zitten. Er zijn recentelijk ook een aantal moties van onder anderen de heer Bontenbal en Agnes Mulder over aangenomen, dus die nemen we mee in de uitwerking van de internationale klimaatstrategie.
De heer Bontenbal (CDA):
De reden dat ik er weer naar gevraagd heb, is het punt van circulariteit in ketens en het feit dat we 0,35% doen. Ik denk dat wij wereldwijd veel meer impact kunnen maken dan de 0,35% die we bijdragen aan CO2-uitstoot. Volgens mij zijn er drie pijlers. De eerste is gewoon je eigen straatje schoonvegen, dus ervoor zorgen dat je het thuis zelf op orde hebt. Daar zijn we mee bezig. De tweede is volgens mij klimaatfinanciering. De derde is technologieoverdracht. Over klimaatfinanciering heeft mevrouw Kröger vaak gesproken. Volgens mij hoort daar ook bij dat je netjes omgaat met de import van energie uit andere landen. Dat is ook vaak besproken. Maar kunnen we een keer wat dieper ingaan op het laatste punt, de technologieoverdracht? Het idee dat sommige landen kunnen leapfroggen, dus bepaalde stappen kunnen overslaan, omdat wij het hebben voorgedaan, vind ik wel een aantrekkelijke gedachte.
Minister Jetten:
Ik hoor hier net in mijn rechteroor dat u nog voor het zomerreces een brief van mij krijgt over technologieoverdracht. Ik ben nog heel veel brieven aan het afronden. Ik wist niet eens dat deze daar ook tussen zat. Maar u wordt op uw wenken bediend.
De heer Van Wijngaarden vroeg naar de monitor strategische onafhankelijkheid. Ik had inderdaad toegezegd om daar in het beleidsprogramma op terug te komen, maar ik heb dat gedaan in de brief over de contouren van het energiesysteem. Excuses dus voor de verwarring. Dat had ik conform de toezegging gewoon in het beleidsprogramma moeten doen, maar dat is om de een of andere reden in het Nationaal Plan Energiesysteem terechtgekomen. Dat zijn echt de hoofdlijnen daarvan. Ik weet dat de heer Erkens hier vaker voor pleit. Hij wil hier heel graag grip op krijgen en een gevoel krijgen bij hoe die monitor er uitziet. Daar is de Europese Commissie onder leiding van Ursula von der Leyen mee bezig, maar we willen het ook doorvertalen naar een nationale monitor. Bij het NPE dat in de eerste helft van volgend jaar, 2023, verschijnt, wil ik de eerste versie daarvan hebben uitgetest. Zoals ik al eerder aangaf, gaan we dan echt proberen om zo veel mogelijk cruciale strategische grondstoffen in kaart te brengen. Waar haalt Europa die vandaan? Hebben we een te grote afhankelijkheid van bepaalde landen of niet? Wat kun je aan beleid doen om dit verder te diversifiëren?
Ik denk dat het niet mevrouw Kröger, maar de heer Grinwis was die mij vroeg naar het crisisplan voor de glastuinbouw. Dat was de heer Grinwis volgens mij. Ja! Ik ben nu in gesprek met de Minister van LNV en de glastuinbouwsector over het programma voor de glastuinbouw, waarbij zij zeer grote ambities hebben voor versnelde stappen naar klimaatneutraliteit. We hopen dat dit jaar af te ronden en ook naar de Kamer te sturen.
In het kader van het beleidsprogramma vroeg de heer Bontenbal in hoeverre wij nadenken over het vestigingsklimaat voor innovatieve en groene bedrijven. De Minister van EZK, Minister Adriaansens is bezig met de uitwerking daarvan. Zij komt kort na het zomerreces, maar sowieso voor de begrotingsbehandeling van EZK, met haar vervolgbrief ten aanzien van het vestigings- en ondernemersklimaat.
De heer Van Wijngaarden heeft heel terecht gezegd dat de netcapaciteit een van de grote uitdagingen van het halen van de klimaatambities is. Je ziet nu eigenlijk een soort van dubbel succes ontstaan. Aan de ene kant gaat het heel erg hard met de opwek van duurzame energie, zowel op land als op zee. Er is een groot aanbod van duurzame energie. Bovendien gaat het heel hard met de elektrificatie in de mobiliteit en het bedrijfsleven, waardoor de vraag ook steeds groter is. Het knelt op steeds meer plekken. Willen we de doelen van 2030 halen, dan zullen we veel sneller dan nu het geval is, de energie-infrastructuur moeten uitbreiden.
Ik stuur binnenkort, nog voor het zomerreces, de nieuwe Energiewet naar de Raad van State voor advies. Ik hoop dat de Raad van State ook snel advies uitbrengt en we deze Energiewet na de zomer echt met spoed kunnen behandelen. Het is een uitgebreid wetsvoorstel, maar ik hoop dat u het als een spoedwet zult behandelen. Ik wil bij dezen ook aan de Kamercommissie aanbieden om dan via briefings, rondetafelgesprekken of wat dan ook zo snel mogelijk zo veel mogelijk informatie uit te wisselen, zodat we ook snel naar de wetsbehandeling kunnen overgaan. Want in die Energiewet zitten ontzettend veel belangrijke elementen om het bestaande net beter te benutten en meer tempo te maken in het realiseren van die projecten. Daarmee geven we de crisis- en herstelaanpak die de VVD in dit debat bepleitte, echt vorm.
Een van de onderdelen daarvan is: hoe kun je nu al meer tempo maken? De heer Van Wijngaarden stond stil bij de situatie in Limburg en Brabant. Diezelfde situatie doet zich eigenlijk ook voor in de regio Amsterdam. Daar is wat minder aandacht voor geweest, maar ook daar speelt dat. In beide regio's heb ik nu speciale coördinatoren aangesteld die bekijken hoe de druk op het net daar op korte termijn kan worden verlicht. Dat zit hem vaak in het slimme benutten van de beschikbare capaciteit. Dat zit hem ook in op een andere manier kijken naar de inzet van grote batterijen op dat net. Als de Energiewet dadelijk bij de Raad van State ligt, kunnen we kijken of we al een beetje in de geest van de nieuwe wet kunnen gaan handelen en een beetje de grenzen kunnen opzoeken van wat er onder de bestaande wet mag. TenneT kijkt daarbij ook naar de manier waarop we gereserveerde ongebruikte capaciteit opnieuw beschikbaar kunnen stellen voor bedrijven die nog niet zijn aangesloten. Ik zal de Kamer na de zomer informeren over de eerste bevindingen en acties van de twee speciale coördinatoren en de conclusies die zij hebben getrokken. In die regio's praat ik ook met de betrokken medeoverheden, want vaak is de vergunningverlening traag, maar de grondverwerving ook. Hier kunnen we heel veel tijd winnen als we dingen meer parallel gaan doen. Ik heb dus om tafel gezeten met een aantal provincies en gemeentes waar veel van die hoogspanningsstations moeten komen of waar nieuwe hoogspanningsleidingen moeten gaan lopen. We hebben met elkaar afgesproken dat we die gemeentes en provincies ook meer in capaciteit gaan ondersteunen, zodat de vergunningverlening en de grondverwerving sneller kan en TenneT en de regionale netbeheerders soms dus al veel eerder aan de slag kunnen dan nu het geval is. Op die manier proberen we dus echt te voorkomen dat het elektriciteitsnet in de komende jaren dé bottleneck van de energietransitie wordt.
Ik ben ook bezig met de uitvoering van de motie-Boucke over het right to challenge. In die motie is mij gevraagd om te kijken of marktpartijen aan de slag mogen in plaats van de netbeheerder als die marktpartijen in staat zijn om sneller dan de netbeheerder een aansluiting te realiseren. De uitwerking van die motie komt na het reces naar de Kamer toe.
De heer Van Wijngaarden vroeg ook naar het stimuleren …
De voorzitter:
De heer Bontenbal heeft een vraag.
De heer Bontenbal (CDA):
Mag ik daar wel een opmerking bij maken? Vaak worden dan natuurlijk wel dezelfde aannemers ingeschakeld. Ik denk dat dingen soms sneller kunnen dan de netbeheerders aankunnen. Maar als zij van dezelfde aannemers gebruikmaken, moet je ook uitkijken dat, even heel flauw gezegd, Facebook straks niet als eerste op het net zit, omdat ze het allemaal zo slim hebben geregeld, terwijl bedrijven die wat minder geld in kas hebben gewoon netjes de procedure moeten volgen en wat meer achteraan in de rij staan.
Minister Jetten:
Dat is een goede suggestie. Ik kan me voorstellen dat we bij de uitwerking van die motie inderdaad ook kijken wat de beschikbare aannemerscapaciteit is om het ook daadwerkelijk te realiseren. Ten aanzien van datacenters hebben we morgenavond ook een debat met de coördinerend Minister voor datacenters. We hebben er nu gelukkig voor gekozen dat dat soort centra eigenlijk alleen nog maar op één plek kunnen komen, waar dat duurzame energieaanbod ook daadwerkelijk beschikbaar is. Ik neem die suggesties dus mee bij de uitwerking van de motie-Boucke.
De heer Van Wijngaarden had mij gevraagd naar de stimulering van thuis- en buurtbatterijen. Ik heb gisteren toevallig echt een heel boeiend gesprek gehad met de brancheorganisatie Energy Storage NL. Zij hebben echt hele mooie ambities voor het opschalen van de batterijcapaciteit in Nederland richting 2030, 2040 en 2050. Zij richten zich daarbij overigens vooral op wat grootschaliger batterijen, die echt de transportschaarste kunnen helpen ontlasten. Maar ik heb met hen gisteren vijf concrete acties afgesproken waar we mee aan de slag gaan. In dezelfde brief waarin ik u de stand van zaken over de speciaal coördinatoren geef, zal ik ook aangeven wat ik met Energy Storage heb afgesproken en welke acties ik met hen ga oppakken. Thuis- en buurtbatterijen worden dus niet zozeer ingezet voor de congestieproblematiek, maar ze helpen natuurlijk wel om offgrid meer onafhankelijk te worden in de thuissituatie. Ik heb een actieplan van de ChristenUnie en de VVD gekregen met een aantal suggesties daarvoor. Binnenkort krijgt u van mij de aangepaste salderingsregeling. Ik stel voor dat we bij die wetsbehandeling ook de stimulering en ondersteuning van thuis- en buurtbatterijen bespreken.
De heer Van Wijngaarden noemde ook nog decentrale waterstofopwekking als manier om pieken op het net op te vangen. We hebben nu al een paar maatregelen afgekondigd om die pieken af te vlakken, namelijk zon op 50% van het piekvermogen aansluiten en een codewijziging van congestiemanagement, waardoor flexibiliteitsmaatregelen veel rendabeler businesscases krijgen. Dat zijn echt kortetermijnmaatregelen waarmee je een groot deel van die pieken kan afvlakken. Decentrale opwek van waterstof is op dit moment nog niet zo opgeschaald dat het echt een efficiënte manier is om die pieken verder af te vlakken. Het zou nu ook nog te veel geld kosten om dat via bijvoorbeeld de SDE financieel te ondersteunen. Maar ik heb in een eerder debat aan mevrouw Van der Plas toegezegd dat we kijken hoe we de komende tijd bijvoorbeeld decentrale waterstofproductie op het erf kunnen ondersteunen, met name met allerlei innovatieprogramma's die op dat gebied lopen. Dat is dus onderdeel van de uitwerking van het waterstofbeleid.
De heer Van Wijngaarden vroeg ook nog naar een onderzoek naar marktordening op de netcapaciteit. Ik zie eerlijk gezegd niet de meerwaarde daarvan, want ik denk dat het heel goed is dat we in Nederland onafhankelijke netbeheerders hebben met zeer streng onafhankelijk toezicht van de ACM. In het Nationaal Plan Energiesysteem 2050 kijken we natuurlijk wel hoe de hele marktordening goed en beter kan functioneren, maar specifiek voor de netbeheerders zie ik nu geen toegevoegde waarde.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik heb een vraag over te veel stroom en dat het nu nog te veel kost om dat op een andere manier op te lossen. Tegelijkertijd verandert de businesscase snel, denk ik. Als je ziet hoeveel TenneT kwijt is per jaar aan het betalen van afnemers van overmatige elektriciteit, dan neemt dat zo langzamerhand schrikbarende vormen aan. Als de Minister ons gaat informeren hierover, kan er dan ook inzicht worden gegeven in hoe snel de kosten van TenneT stijgen als het gaat om het betalen van bijvoorbeeld tuinders als ze alle lampen even vol aan moeten zetten? Dat zijn allemaal kosten die gesocialiseerd worden. Daar vind ik wel wat van.
Minister Jetten:
Zeer begrijpelijk, want u bent onlangs ook door TenneT zelf geïnformeerd over hoe snel die kosten nu stijgen. Dat is een extra reden om de netproblematiek zo snel mogelijk op te lossen. Ik zit even te denken hoe ik dit het beste kan accommoderen. Na de zomer kom ik met een brief over de bevindingen en acties die de twee speciale coördinatoren in Noord-Brabant, Limburg en Amsterdam hebben uitgewerkt. Daarin komt dit ook terug, vermoed ik, omdat dit een van de bottlenecks is die daar speelt. Ik zal proberen om daar dan verder op in te gaan.
De heer Van Wijngaarden vroeg in hoeverre het klimaatfonds wordt ingezet voor het versterken van het net. Ik ben van plan om dat op meerdere manieren te gaan doen, allereerst door financiering beschikbaar te stellen aan de medeoverheden voor hun capaciteit voor vergunningverlening. Terecht hebben de medeoverheden aangegeven dat zij dat niet allemaal zelf kunnen ophoesten, dus daarover heb ik bestuurlijke afspraken gemaakt met VNG, IPO en Unie van Waterschappen. Ik ben ook van plan om meer financiering aan de Raad van State toe te kennen. Dat klinkt misschien heel gek vanuit EZK, maar veel zaken bij de Raad van State duren een jaar of langer. Ik heb natuurlijk geen enkele invloed op de uitspraken van de Raad van State, maar ik kan de Raad van State wel helpen om zijn capaciteit uit te breiden zodat zaken daar sneller kunnen worden opgepakt. Zoals de heer Grinwis net al aanstipte, wordt een groot deel van het versterken van het net eigenlijk gefinancierd via de nettarieven. Dat zijn hele rendabele investeringen van de netbeheerders, die worden terugverdiend over een periode van 40 jaar. Geld is eigenlijk helemaal niet het issue. Geld is er voldoende. Het zijn vooral de vergunningverlening, de grondverwerving en de uitvoeringscapaciteit, maar ook wel het materiaal. Daarom is het ook zo belangrijk voor de netbeheerders dat we echt ver vooruit plannen. Mijn planning voor wind op zee is niet alleen bedoeld om de marktpartijen die windparken gaan bouwen meer duidelijkheid te geven over wat we wanneer doen, maar ook om TenneT in staat te stellen om alvast preventief inkoopcontracten af te sluiten om niet achter het net te vissen in een snel concurrerende internationale markt voor wind op zee.
Aan het eind van dit blok kom ik dan bij de beginvraag van de heer Van Wijngaarden. Kunnen we straks wel de industrie elektrificeren, hybride warmtepompen aansluiten et cetera, als het net het niet toestaat? Ik heb het al eens vaker gezegd: toen ik met deze baan begon, dacht ik dat netcapaciteit mijn grootste hoofdpijndossier zou zijn. Nu is er een oorlog in Oekraïne bij gekomen, dus die staat wel op één, maar de netcapaciteit volgt nog steeds met stip op twee.
Voorzitter. Dan zou ik willen overgaan naar de actuele situatie op de internationale energiemarkt. Daarbij komt alles aan bod wat ik nog niet heb behandeld. Het is voor een deel een herhaling van het commissiedebat van vanochtend, maar dat zult u mij vast vergeven. We zijn nu ook in een iets andere samenstelling bijeen. Ik heb afgelopen maandag in een persconferentie fase 1 van de gascrisis afgekondigd. In fase 1 zijn er geen acute risico's voor gastekorten voor huishoudens en bedrijven, maar zien we wel dat de internationale markt snel aan het verslechteren is. In fase 2 is er sprake van fysieke tekorten die door de markt kunnen worden opgevangen. In fase 3 zijn er fysieke tekorten waar de markt niet meer mee kan omspringen en neemt de overheid eigenlijk de grootste rol in die markt over. Dat is nu dus nog niet aan de orde, maar omdat we zien dat steeds meer landen worden afgeknepen van Russisch gas, is het risico dat de Europese gasopslagen niet tijdig zijn gevuld groter en groter geworden. Daar komt bij dat het Internationaal Energieagentschap vandaag heeft gewaarschuwd dat we wellicht op korte termijn überhaupt geen Russische export van gas meer hebben. Dat betekent 200 miljard kubieke meter minder gas van Rusland naar Europa. Dan hebben we echt een heel groot probleem met elkaar.
Daarom ook mijn continue oproep voor besparen, besparen, besparen. Besparen kan op heel korte termijn, eigenlijk elke dag. Op de website zetookdeknopom.nl vindt u alle praktische tips, zowel voor de zomer- als de wintermaanden, maar kunt u ook worden doorverwezen naar alle loketten waar u subsidies kunt aanvragen en advies kunt inwinnen om nu aan de slag te gaan met de structurele verduurzaming van uw woning of bedrijfspand. Het voelt misschien gek om in de zomer bezig te zijn met spouwmuurisolatie, maar hoe meer mensen dat deze zomer voor elkaar krijgen, hoe minder gas we deze winter met elkaar gebruiken. We gaan dat de komende tijd ook verder intensiveren. Ik heb net in een aantal andere antwoorden al aangegeven dat de «Zet ook de knop om»-campagne echt ging over de thermostaat, douchen en dat soort zaken. Nu loopt er een deel van een campagne vanuit Volkshuisvesting dat echt gaat over het aanvragen van isolatiesubsidies. We herstarten het campagnedeel met alle concrete acties die je van dag tot dag kunt toepassen. Binnen enkele weken lanceer ik samen met MKB Nederland een speciale campagne die is gericht op het isoleren en verduurzamen in het kleine mkb, met een beter toegankelijke website waarop je ook advies kunt aanvragen van adviseurs die ook bij het bedrijf op bezoek gaan, maar ook met een loket om de subsidies makkelijker te verkrijgen. Ook krijgt u binnen enkele weken van mij de brief over de aanscherping van de wet milieubesparingsplicht. Dat is een zeer uitgebreide brief met alles wat we gaan doen voor de ETS-sectoren om de energiebesparing daar fors te versnellen. Nu heeft de NVDE, maar hebben ook anderen eerder voorspeld dat je ongeveer 5 megaton CO2 en flinke bcm's gas kunt besparen als je dat voor elkaar bokst in de ETS-sectoren. Daar geven we dus concreet handen en voeten aan met de uitwerking van de brief die binnenkort uw kant op komt.
In dit debat hebben allerlei Kamerleden veel suggesties gedaan, van bandenspanning tot 100 kilometer per uur rijden tot andere zaken die je nog verder kunt aanscherpen en normeren. Ik dank alle Kamerleden voor de suggesties die zijn gedaan. Ik zeg toe dat ik al die suggesties meeneem in de uitwerking die u bij Prinsjesdag van mij krijgt om de extra uitstoot van de kolencentrales te compenseren. Ik was net vergeten te zeggen dat naast de campagnes die ik noemde, vanuit IenW ook de campagne «Kies de beste band» start, waarin allerlei tips zitten over hoe je je autogebruik zo kunt aanpassen dat je het brandstofgebruik vermindert.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik hoor de Minister zeggen: we moeten inzetten op besparen, besparen, besparen. De Partij voor de Dieren is het daar helemaal mee eens. Het is dus heel goed dat er heel veel maatregelen worden getroffen om mensen aan te sporen en te verleiden om meer te besparen, ook de ETS-sectoren. Neemt de Minister ook mee in zijn overwegingen dat het weleens zou kunnen gebeuren dat we bedrijven die heel gasintensief zijn en heel veel gebruiken, tijdelijk sluiten? Ik noem de sierteelt. Het is een beetje raar als huishoudens in de energiearmoede zitten en in de problemen komen in een koude winter, terwijl we wel gewoon bloemen exporteren. Neemt de Minister het tijdelijk sluiten van bedrijven dus ook mee in zijn overwegingen?
Minister Jetten:
Ja, dat doe ik. Dat moet ik ook conform het Bescherm- en Herstelplan Gas. In fase 3 van de gascrisis heb ik de wettelijke mogelijkheid om bedrijven verplicht af te sluiten van gasafname. Daarvoor hebben we de afgelopen tijd met externe bureaus heel veel gedetailleerde info opgevraagd bij die bedrijven. Hoe snel kan je worden afgesloten? Wat is dan de impact van afsluiting van zo'n bedrijf, niet alleen op de productielocaties maar ook qua keteneffecten? Die informatie gebruiken we in de simulatie die we deze zomer draaien zodat we het Bescherm- en Herstelplan Gas verder kunnen updaten. De maatschappelijke impact daarvan kan wel heel groot zijn. In deze debatten hebben we vaak de sierteelt als voorbeeld, maar er zijn ook bedrijven die producten maken die cruciaal zijn in de transportsector of die cruciaal zijn ten aanzien van verpakkingsmaterialen of medicijnen. Daarom zet ik niet nu al in op verplicht afsluiten. Dat is iets wat je zo laat mogelijk wilt doen, omdat de maatschappelijke impact en de keteneffecten heel groot kunnen zijn.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik ben het natuurlijk eens met wat de Minister zegt over de impact, maar mijn vervolgvraag is de volgende. De Partij voor de Dieren heeft al vanaf het begin van het uitbreken van de invasie van Oekraïne gezegd dat we moeten inzetten op besparen en dat het Bescherm- en Herstelplan Gas dus nu in werking moet treden, want we hebben nu een noodsituatie. De Minister heeft toen gezegd: dat is nu nog niet nodig, want we hebben nog voldoende voorraden. Nu pas zegt de Minister: we hebben wel een crisis en ik heb fase 1 van het noodplan in gang gezet. Mijn vraag is of we dan niet een beetje achter de feiten aan lopen. Moeten we nu niet eigenlijk al in fase 3 zitten? Ik hoor de Minister zelf zeggen dat de risico's zo enorm groot zijn dat we inderdaad tegen tekorten aan lopen. Waarom gaan we dan niet nu al in fase 3 zitten?
Minister Jetten:
Ik snap die vraag heel goed, maar in het Bescherm- en Herstelplan Gas – een Europese verordening die we hebben geïmplementeerd – is heel nauwkeurig omschreven wanneer je in welke fase zit. Fase 3 is echt als er acute fysieke tekorten zijn en je dus gas aan het rantsoeneren bent. Daar is gewoon absoluut geen sprake van. Daarom heb ik ook niet eerder fase 1 afgekondigd, want je wilt ook niet onnodige paniek veroorzaken terwijl er nog voldoende gas beschikbaar is. We zien nu dat het moeilijker wordt om de gasopslagen gevuld te krijgen, waardoor we steeds meer risico lopen dat we in de winter in tekorten terechtkomen. Daarom heb ik niet alleen fase 1 aangekondigd, maar heb ik ook een aantal maatregelen uit fase 3 preventief naar voren gehaald. De besparingstender en de kolenproductie zijn maatregelen uit fase 3 die ik dus preventief inzet om meer gas vrij te spelen voor de gasopslagen. Ik benadruk ook dat er al heel veel is gebeurd, ook op energiebesparing: 33% minder gasgebruik in de eerste vijf maanden van dit jaar ten opzichte van vorig jaar. 33%. Huishoudens en bedrijven zijn er dus zelf ook al mee aan de slag gegaan. Ja, we hebben campagnes gevoerd en die hebben mensen misschien bewuster gemaakt, maar bedrijven en huishoudens zijn vooral ook zelf aan de slag gegaan. 33% energiebesparing en 11% minder CO2-uitstoot in het eerste kwartaal. We moeten dus ook niet doen alsof er nog niks is gebeurd, maar ik ben het met u eens dat er nog meer moet gebeuren. Daarom doe ik ook alles wat ik net al heb gezegd.
De heer Bontenbal (CDA):
Voor een deel is het wel beantwoord, maar ik denk dat het wel even goed is om dit heel precies af te pellen. U heeft in een vorig debat gezegd dat je met het Bescherm- en Herstelplan Gas niet langdurig bedrijven kunt afschakelen. Dat is echt voor acuut, voor als we een probleem hebben. Dan komt die afschakeling. Maar u gaat dit Bescherm- en Herstelplan Gas niet weken of maanden inzetten. Daarom trekt u het naar voren. Is dat een correcte weergave? Ik denk wel dat het goed is om met elkaar nauwkeurig te weten hoe en wanneer u bedrijven wel of niet afschakelt.
Minister Jetten:
Dank voor deze vraag, want ik denk dat het inderdaad goed is om het nog eens te herhalen. In fase 3 kunnen we dus verplicht bedrijven afschakelen om schaarste van gas te verdelen over de partijen die het het meest nodig hebben. Maar omdat dat gewoon een hele grote impact heeft – het gaat dan wellicht ook om het voortbestaan van dat soort bedrijven of om hele grote keteneffecten – wil je dat verplichte afsluiten zo kort mogelijk laten duren. Dat is ook precies de reden dat we de besparingstender nu al aan het uitwerken zijn, want ik heb liever dat die bedrijven binnenkort met hele goede voorstellen komen, dus dat ze bijvoorbeeld zeggen: ik kan door nu over te stappen van een gasboiler naar een elektrische boiler structureel zoveel kubieke meter gas besparen. Dan hoef je zo'n bedrijf niet af te sluiten voor langere tijd, want dan heeft dat bedrijf op een andere manier zijn verantwoordelijkheid genomen.
Mevrouw Kröger stipte wel terecht aan dat de besparingstender aanvullend moet zijn op wat er in de wet milieubesparingsplicht sowieso al door de bedrijven moet worden gedaan. Als je rendabele verduurzaming hebt binnen een paar jaar, dan moet je die nemen. De besparingstender moet echt additioneel daaraan zijn, zodat het ook om additionele gasbesparing gaat. De Minister van Financiën heeft mij al een paar keer heel streng toegesproken dat Financiën er ook op zal toezien dat de besparingstender echt doelmatig en additioneel is. Daarvoor gebruiken we ook de komende weken in de uitwerking.
De voorzitter:
Ik zou heel graag het voorzitterschap even overdragen aan de heer Boucke, zodat ik een vraag kan stellen.
Voorzitter: Boucke
De voorzitter:
Dan geef ik het woord aan mevrouw Kröger.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Ik hoor de Minister zeggen dat we nu bepaalde maatregelen uit fase 3 naar voren halen om te voorkomen dat we andere vervelende maatregelen uit fase 3 moeten nemen. Het argument dat hij geeft is de maatschappelijke impact. Nou weet ik niet hoe de Minister de maatschappelijke impact van het openen van de kolencentrales valideert, gegeven de klimaatcrisis. Ik valideer die heel zwaar. Hoe weegt de Minister nou bloemen voor de export versus het openen van een kolencentrale?
Minister Jetten:
Ik weeg de toegestane productie van kolencentrales van 35% naar vol vermogen in de komende tweeënhalf jaar ook heel zwaar. Dat besluit heb ik absoluut niet lichtzinnig genomen, maar het is wel dé maatregel met een enorme impact op gasbesparing, veel meer dan het afschakelen van de sierteelt. Bovendien helpt het de leveringszekerheid in Noordwest-Europa en bovendien scheelt het me een enorm bedrag aan compensatie dat ik anders aan de kolencentrales had moeten betalen, geld dat we ook verstandiger kunnen inzetten om structurele maatregelen te treffen die ook na 2024 nog effect hebben. Had ik dit liever niet gedaan? Absoluut, absoluut. U weet wat ik vind van de houding van de kolencentrales de afgelopen tijd. Ik hoop dat u mij daarin vertrouwt: dat ik dit niet lichtzinnig heb gedaan en dat ik met u de maatschappelijke impact van meer kolenproductie heel zwaar opneem. Daarom heb ik ook gezegd dat ik bij Prinsjesdag compenserende klimaatmaatregelen zal aankondigen die de cumulatieve extra CO2-uitstoot van de kolencentrales gaan compenseren. We doen dit voor de kortetermijnleveringszekerheid, om er warm bij te zitten in de winter. Dat zijn we verplicht aan iedereen die nu in Nederland leeft. Maar we zijn het ook verplicht aan komende generaties om de klimaatschade dan weer te herstellen.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Ik vind het een moeizaam antwoord. We hebben in de afgelopen drie maanden, aldus de Minister zelf, 4 miljard kuub gas bespaard met z'n allen. Dat is niet in die berging terechtgekomen. En dan zegt de Minister nu dat hij de kolencentrale aan moet zetten, omdat anders die 1 miljard kuub – want daar gaat het om tot 1 januari; daarna geldt gewoon weer die 35% en kan je het produceren voor de maanden erna – niet in de berging verdwijnt. Dat is gewoon niet waar. De vraag is dus de volgende. Als die 4 miljard kuub niet in de berging terecht is gekomen, waarom is het nu dan zo cruciaal om die 1 miljard kuub vrij te spelen?
Minister Jetten:
Mevrouw Kröger, we voeren nu voor de derde keer vandaag dit debat. Als u mij woorden in de mond gaat leggen, ga ik ook niet meer zo veel moeite doen om alle vragen zo gedetailleerd te beantwoorden. Ik heb ook vanochtend en ook afgelopen maandag aangegeven dat er geen garantie op zit dat het gas dat we besparen, een-op-een naar de gasopslagen gaat. Daar moeten we gewoon eerlijk over zijn. We doen dit om de druk op de gasmarkt te verlichten, zodat het makkelijker wordt om op de gasmarkt gas in te kopen dat onder andere naar de bergingen kan vloeien. Dat heb ik deze week al vijf keer uitgelegd, dus ga me geen woorden in de mond leggen op dat punt. Dat vind ik echt heel vervelend.
Dan de vraag: waarom nu? Omdat het en-en-en moet, als we de waarschuwingen van de EIA echt serieus nemen. Wij hebben de afgelopen maanden te maken gehad met een betrouwbare levering van gas uit Rusland. Daarom hebben we in Europa ook een acute stop op kolenimport en een acute stop op olie-import dit jaar afgesproken, maar op gas gaan we «m rustig afbouwen, omdat anders de maatschappelijke impact in heel Europa te groot is. Over die situatie zijn we misschien iets te rooskleurig geweest. We houden nu rekening met een situatie waarin we 200 miljard kubieke meter Russisch gas gewoon gaan kwijtraken. Dan heb je dus niet meer de luxe om te kiezen uit al die maatregelen die we kunnen nemen. Dan is het en-en-en. Daarom komen we nu met energiebesparingstenders, de aanscherping van de energiebesparingsplicht en helaas het harder laten draaien van de kolencentrales, zodat we hopelijk niet bij extreem impactvolle maatregelen komen zoals het verplicht afsluiten van gasverbruikers in Nederland.
De voorzitter:
Mevrouw Kröger heeft een vervolgvraag.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Een korte vervolgvraag, zonder de Minister woorden in de mond te leggen. Mijn vraag was: als het met de 4 miljard kuub die we vrij hebben gespeeld in besparing, niet is gelukt om de gasberging sneller of beter te vullen, waarom zou dat nu met die 1 miljard van de kolencentrale wel lukken? Waarom zou dit bijdragen aan het sneller vullen van de opslagen?
Minister Jetten:
Laat ik daar dan twee dingen over zeggen. Aan de ene kant is dat omdat niet alleen Nederland, maar ook andere Europese landen nu fase 1 inroepen met preventieve maatregelen. We proberen dus eigenlijk Europabreed de druk op de gasmarkt te verlichten. Daarmee hopen we de markt enigszins te kalmeren, zodat de partijen die bezig zijn met het vullen van opslagen ook gewoon meer kans maken om dat op een goede manier te doen. We hebben als kabinet natuurlijk ook een aantal maatregelen getroffen om actiever die opslagen te vullen. Dat is niet alleen het afkondigen van een verplicht vullingspercentage, maar ook het in het leven roepen van een subsidieregeling, een tenderregeling, voor het vullen van Bergermeer. Daarover hoop ik u ook voor de zomer te informeren. Die tendering is al afgerond, maar nu loopt de juridische afhechting met de bedrijven. Zodra dat is gebeurd, kan ik de uitkomsten daarvan laten weten. Ook hebben we staatsdeelneming EBN opdracht gegeven om een deel van de gasopslagen te vullen door daadwerkelijk gas in kopen en dat naar Bergermeer te brengen. Ik ga dus niet beloven dat er allerlei een-op-eenrelaties zijn, maar ik geloof wel dat het totale pakket aan maatregelen gaat bijdragen aan het sneller vullen van de opslagen.
Voorzitter: Kröger
De voorzitter:
Ik neem het voorzitterschap weer over en geef het woord aan de heer Grinwis.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik ga nog even door op de vraag van mevrouw Kröger, nu weer voorzitter. Het verhaal van de Minister is helder. Hij zegt ook duidelijk dat die een-op-eenrelatie er niet heel precies is, zo van «hier gaat een kooltje op het vuur en daar gaat iets een gasopslag in», maar dat er een Noordwest-Europese markt is. Dat is een helder verhaal. Bij de kolencentrale en de uitstoot zeggen we: nee, in Nederland moeten we dat compenseren. Dat is ook een helder verhaal. Maar uiteindelijk is het toch zo dat die kolencentrales aangaan, er binnen het ETS-domein geen extra ruimte komt en er uiteindelijk dus geen extra CO2 de lucht in gaat, maar dat alleen de ETS-prijs omhoog zal gaan? Ook vanuit dat perspectief zal er dus nog een besparend effect optreden.
Minister Jetten:
Ja. Het klopt dat als in meerdere Europese landen de kolencentrales weer harder gaan draaien en zij dus ook allemaal ETS-rechten moeten inkopen, daar ook een marktmechanisme ontstaat. Daardoor kan de ETS-prijs stijgen en worden andere bedrijven weer meer geprikkeld om sneller te verduurzamen. Daarom heb ik ook aangegeven dat hierdoor maximaal cumulatief 10 megaton extra zal moeten worden gerealiseerd. Het kan ook minder zijn, als we zien dat de verschillende sectoren hier al op reageren en meer aan het besparen zijn. Dat klopt dus.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
De Minister kan natuurlijk niet helemaal een-op-eenrelaties leggen en moet een poosje monitoren wat er, door de besluiten die Duitsland en Nederland nemen, gebeurt met de Noordwest-Europese gasmarkt, de energiemarkt, de ETS-prijsontwikkeling et cetera. Wil de Minister toezeggen om in de brieven die hij hierover gaat sturen naar de Kamer, iets te zeggen over de monitoring van wat er als gevolg van deze nieuwe ontwikkelingen gebeurt op de Noordwest-Europese energiemarkt op aspecten als het kolengebruik, het vullen van de gasopslagen en ETS-prijsontwikkeling, en de energiebesparing die daardoor weer optreedt? Dan krijgen wij wat meer inzicht in deze mechanismes en in wat er daadwerkelijk gebeurt.
Minister Jetten:
Ik wilde eigenlijk ook nog antwoorden op mevrouw Teunissen en mevrouw Kröger. Hun vragen hangen hiermee samen, dus dat kan ik mooi combineren. Hoe zorgen we er nou voor dat niet alleen wij in deze commissie helemaal doordrongen zijn van fase 1 van de gascrisis, maar dat we de Nederlandse samenleving en het bedrijfsleven daar nog veel meer in meenemen? Dat vraagt de komende tijd, denk ik, heel veel actieve communicatie. Mensen gaan lekker op zomervakantie – ik hoop dat dat veel mensen gegund is – of zijn druk bezig met andere zaken die hen in het dagelijks leven bezighouden. Dan zakt zo'n gascrisis misschien wel naar de achtergrond.
Ik wil dus een paar dingen gaan doen. Er werd een aantal suggesties gedaan, zoals vaker persconferenties geven, campagnes intensiveren et cetera. Ik zit eraan te denken om de komende tijd op een aantal gezette tijden persconferenties of persgesprekken te beleggen. Dat doe ik dan zo veel mogelijk gekoppeld aan concrete maatregelen. Als we dadelijk bijvoorbeeld de wet energiebesparingsplicht hebben aangescherpt, ga ik dat uitgebreid uiteenzetten, zodat we op die manier een zo breed mogelijk publiek daarin kunnen meenemen. Dat wil ik dan doen op alle momenten die we de komende tijd hebben met alle concrete acties en aankondigingen. Ook denk ik aan een dashboard, een monitor of hoe je het ook wilt noemen, waar veel van de elementen in zitten die de heer Grinwis nu noemt. Hoever zijn we met energiebesparing? Hoever zijn we met het terugdringen van gasverbruik? Hoever zijn we met het vullen van de gasopslagen? Hoe staat het met de prijs van gas en elektriciteit op de internationale markt? Hoe ontwikkelt zich dat ook in de internationale context? We zijn er nog even over aan het nadenken of je dat dan elke week of elke twee weken moet doen, of één keer in de maand, dus wat daarbij behulpzaam is.
Samenvattend: ik pak de oproep op van mevrouw Kröger, mevrouw Teunissen en nu ook de heer Grinwis om dit met heel veel urgentie en ook structureel te communiceren. Ik hoop dat u daar misschien al volgende week de eerste acties van gaat terugzien.
De voorzitter:
Ik zie een interruptie van mevrouw Teunissen.
De heer Van Wijngaarden (VVD):
Mag ik een punt van orde maken?
De voorzitter:
Zeker.
De heer Van Wijngaarden (VVD):
Ik heb het idee dat we achter elkaar alleen maar interrupties aan het doen zijn. Is het niet een idee om de Minister even iets te laten vertellen en dat we daarna weer een rondje interrupties doen?
De voorzitter:
Als de commissie dat wil, dan zou ik zeggen: mevrouw Teunissen mag op dit punt nog een vraag stellen en dan maken we daarna de rest van het mapje af.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik had nog een vervolgvraag op de vraag van mevrouw Kröger van zojuist. Ik proef namelijk toch enige discrepantie in het verhaal van de Minister. We moeten natuurlijk wel kijken naar de doelmatigheid van het beleid. Er is steeds gezegd: we moeten uitkijken dat we niet met grote tekorten komen te zitten in Nederland qua energie, nu Rusland de gaskraan steeds meer dichtdraait. Nu hoor ik de Minister zeggen dat het doel van het harder laten draaien van de kolencentrales is dat we vooral in Europa, Europabreed, de gasmarkt verlichten. Maar dan kom ik toch weer op de vraag van mevrouw Kröger. Er is dus geen enkele garantie dat we die gasvoorraden met het opengooien van de kolencentrales hier in Nederland kunnen aanvullen? Is de Minister dat met mij eens? We moeten dus wel degelijk gaan kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat we garanderen dat er ook in Nederland wel voldoende energie is.
Minister Jetten:
Die een-op-eenrelatie is er inderdaad niet, maar omdat meerdere Europese landen fase 1-maatregelen en preventieve maatregelen nemen, ben ik er wel van overtuigd dat er meer ruimte ontstaat op de gasmarkt, wat ook de gasopslagen ten goede komt. Voor de Nederlandse gasopslagen geldt dat de laagcalorische gasopslagen vallen onder het Norg Akkoord, waardoor we voor Grijpskerk en Norg de verplichte vulgraden gewoon gaan halen. Daar hebben we namelijk afspraken over met de NAM. Voor Bergermeer is die tendering nu gewoon succesvol verlopen. Ik heb er dus vertrouwen in dat we daar ook het verplichte vullingspercentage gaan halen. De details daarvan mag ik u pas geven als dat juridisch ook is afgerond. Maar de tendering om marktpartijen te verleiden om Bergermeer te vullen en EBN voor een deel te laten vullen, lijkt voldoende om aan het Europese vuldoel te voldoen.
De voorzitter:
Nog één vervolgvraag. Dan vervolgt de Minister echt zijn betoog.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ja, nog een korte vervolgvraag. Ik heb van de Minister begrepen dat het in Nederland nu juist gaat om het risico op tekorten in de industrie. Dat gaat dus om hoogcalorisch gas. Klopt dat? Zo ja, dan is de vraag dus of het opengooien van die kolencentrales dé maatregel is of dat we toch moeten gaan kijken of de industrie kan besparen om die leveringszekerheid te garanderen.
Minister Jetten:
Dat klopt allebei, want in de gasgestookte centrales gebruiken we voor het grootste deel hoogcalorisch gas. Door die gasgestookte centrales minder hard te laten draaien omdat kolen het weer overnemen, spelen we hoogcalorisch gas vrij. Maar mevrouw Teunissen heeft ook gelijk dat die besparingstender en de wet milieubesparingsplicht er ook op gericht zijn om in het bedrijfsleven het gebruik van hoogcalorisch gas verder terug te dringen. Het is dus en-en.
De voorzitter:
De Minister vervolgt.
Minister Jetten:
De heer Dassen vroeg nog naar de lock-in van al die nieuwe fossiele contracten. Daar waarschuw ik ook in de Europese context steeds voor. Ik zie Europese landen lng-contracten voor twintig jaar afsluiten. Moet je dat nou willen? Of moet je ook contracten maken waarmee je tijdelijk lng-import naar Europa haalt en vooral ook aan de slag gaat om bijvoorbeeld groenewaterstofimportcontracten met die landen af te sluiten? We zijn ook samen met Duitsland bezig om die importstrategie voor waterstof vorm te geven. We kijken ook hoe je dat soort lock-ins kunt voorkomen en hoe je vooral nu langetermijncontracten kunt afsluiten waarin je afspraken maakt over de groene waterstof die je deze kant op gaat halen. Maar ik zie een aantal Europese landen nu wel de lock-in doen waar de heer Dassen voor waarschuwt.
Dan een aantal vragen over de milieubesparingsplicht. Die hebben we inmiddels wel gehad. Mevrouw Kröger had het daarbij nog heel specifiek over de apk-keuring. In de komende weken komt de brief over de milieubesparingsplicht. Daar zit echt een zeer uitgebreide Erkende Maatregelenlijst bij, op basis van actuelere prijzen. Toezichthouders gaan daar dus ook meer op controleren. Eigenlijk is die Erkende Maatregelenlijst wat mij betreft ook de apk-checklist die bedrijven gewoon af moeten lopen om te kijken welke maatregelen zij rendabel kunnen nemen.
De heer Grinwis vroeg naar lagere rentepercentages bij leningen uit het warmtefonds. U overvraagt mij nu een beetje. Die ga ik dus doorspelen naar de collega op Volkshuisvesting. Voor de laagste inkomens gaat het tarief al naar 0%. Maar u vraagt volgens mij: kun je de doelgroep voor dat 0%-tarief oprekken? Ik zal die suggestie overbrengen, net als alle andere suggesties die we onderdeel laten zijn van de lange lijst die we maken om verdere CO2- en gasbesparing voor elkaar te krijgen.
De heer Grinwis vroeg ook naar de scenario's rond de onafhankelijkheid van Rusland en hoe het daarmee staat. De Europese speler ENTSOG is nog bezig om die analyse af te maken in Europees verband. Die betrekken we dan ook bij de simulatie die we deze zomer nationaal doen, zoals ik u heb toegezegd. Na de zomer krijgt u de inzichten in die scenario's.
De vraag van mevrouw Kröger die ik hier op papier heb, heb ik net ook beantwoord. Die energiebesparingstender moet dus ook echt aanvullend zijn op alles wat bedrijven al verplicht moeten doen.
De heer Grinwis deed de suggestie om te kijken wat we kunnen leren van andere landen. Het Internationaal Energieagentschap heeft eigenlijk een hele mooie doorkijk gemaakt naar succesvolle aanpakken uit andere landen. Zij hebben ook een vrij toegankelijke instagrampagina met vaak hele concrete tips; die kan ik u zeker aanraden. De Japanse casus is natuurlijk echt uniek door de Fukushimaramp. Maar het lijkt me goed om nog eens te kijken wat er in Japan allemaal voor lessen te trekken zijn. Wellicht heeft de IAEA dat al voor ons gedaan, dus dat ga ik zelf even opzoeken op hun website.
De heer Boucke en de heer Bontenbal pleitten voor rondetafels: nog meer met de brancheorganisaties gaan zitten om te kijken wat je kunt doen. Dat waren we al aan het doen; dat heb ik al eerder aan de heer Thijssen geantwoord in het vorige debat. Dat zijn gesprekken die we continu voeren. Wat kan je in die branche doen? Waar lopen branches tegenaan? Een van de punten die we begin dit jaar hebben vastgesteld, is dat het klein mkb ertegen aanloopt dat ze door het bomen het bos niet meer zien. Daarom lanceren we binnenkort de nieuwe campagne voor het klein mkb.
Tot slot vroeg de heer Bontenbal: wat nou als bedrijven gewoon echt niet in aanmerking komen voor die stimulering, of op korte termijn geen mogelijkheden hebben? Laten we die bedrijven dan «kapotgaan»? Dat waren de woorden van de heer Bontenbal. Daarbij verwijs ik ook naar de uitwerking die Minister Adriaansens van EZK aan het maken is. Ik zal u binnenkort nader informeren over de stand van zaken van de clusterenergiestrategieën en het meerjarig investeringsprogramma. We proberen ervoor te zorgen dat we de energie-infrastructuur echt op tijd af hebben, zodat die bedrijven ook echt handelingsperspectief hebben. Ik zal in die brief aankondigen hoe ik er nog strakker op ga sturen om het tempo daar vast te houden.
De voorzitter:
Ik zag nog vragen. Eerst de heer Dassen en daarna de heer Boucke.
De heer Dassen (Volt):
Ik wil eerst nog even snel reageren op het lng-stukje, het Amerikaanse schaliegas. De Minister geeft aan dat er verschillende landen in Europa zijn die zichzelf in een lock-in zetten omdat ze met contracten van twintig jaar te maken gaan krijgen. Daar komt enorm veel methaanuitstoot vrij. Ik hoef niet te vertellen hoe schadelijk dat is voor de opwarming van de aarde. Ik ben nu een beetje zoekende. Nederland maakt daar geen gebruik van, als ik de Minister goed begrijp. Als dat wel zo is, dan hoor ik dat graag. Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat die contracten in Europa niet aangegaan worden? Want dan hebben we hier over tien jaar namelijk weer dezelfde discussie als die we nu hebben. We hebben hier tien jaar geleden al voor gewaarschuwd. We zitten daar twintig jaar lang aan vast. De Amerikaanse bedrijven zullen dan echt niet zeggen: dat was even een crisistijd; we zullen die contracten kwijtschelden. Of het gaat ons heel veel geld kosten – dan kunnen we nu beter anders investeren – of we zitten dadelijk vast aan contracten waar we echt niet aan vast willen zitten.
Minister Jetten:
Ik weet van mijn Europese collega's die hiermee worstelen dat zij dit debat ook met hun nationale parlementen hebben. De Duitse inkoopstrategie is er bijvoorbeeld op gericht om niet sec lng-contracten af te sluiten, maar lng-waterstofcontracten af te sluiten. Dan zeg je bijvoorbeeld tegen een land in het Midden-Oosten «de komende vijf tot acht jaar nemen we lng af, daarna willen we groene waterstof van u afnemen» om daarmee ook de waterstofmarkt in die landen echt van de grond te krijgen. Dat lijkt me een hele verstandige aanpak. Ik kan niet uitsluiten dat er Nederlandse bedrijven zijn die lng-contracten afsluiten. Ik sluit zelf als Minister geen contracten af, maar het kan zijn dat Nederlandse bedrijven dat wel doen. Maar het is dan ook hun verantwoordelijkheid en ook hun taak om als grote emitter uiteindelijk de doelen die we met hen afspreken te halen. Zij zullen dat dan dus zelf moeten opvangen. Wat ik wel weet, is dat schaliegas uit de VS erger is dan tweeënhalf jaar je kolencentrale wat harder laten draaien. Schaliegas uit de VS is erger dan even je kleine velden op de Noordzee wat langer laten draaien. Dat is dus denk ik de afweging die we als Nederland in ieder geval verstandig maken: op korte termijn wat dingen wat langer en wat intensiever toestaan om te voorkomen dat wij zelf aan dat soort nieuwe, langjarige lock-ins vast komen te zitten.
Dat brengt me bij een paar vragen die mevrouw Kröger en mevrouw Teunissen nog hadden gesteld over …
De voorzitter:
Volgens mij heeft de heer Dassen nog een vervolgvraag. Daarna de heer Boucke.
De heer Dassen (Volt):
Ik zie hier rechts van mij veel mensen enthousiast knikken, van: ja inderdaad, kolencentrales zijn beter dan dit schaliegas. Daar ben ik het natuurlijk mee eens. Want ja, dat is ook zo. Maar als ik de Minister dan hoor zeggen dat er bedrijven zijn, ook in Nederland, die hier toch mee aan de slag willen, dan maak ik me daar wel degelijk zorgen over. Ik hoor de Minister zeggen: dat zijn emitters; daar moeten ze dan voor compenseren. Maar er wordt hier niet gecompenseerd voor het methaan dat vrijkomt bij het frackingproces. Dat probleem zit dus ergens anders. Dan ben ik dus toch benieuwd hoe de Minister daarnaar kijkt. Want eigenlijk begrijp ik hier dat we dat toch op een bepaalde manier toelaten. Dan komt dit bovenop de kolencentrales. Dat is wel zorgwekkend.
Minister Jetten:
Het enige wat ik dan zou kunnen doen, is een wettelijk verbod instellen op het sluiten van importcontracten door bedrijven. Dat past denk ik ook niet helemaal bij de visie van de heer Dassen op hoe we de markteconomie in Nederland en in Europa vormgeven. Dus ja, het heeft impact elders in de wereld, maar dat is ook een verantwoordelijkheid die bedrijven zelf dragen. Wij moeten ervoor zorgen dat we in Europa en in Nederland met ons klimaatbeleid aan onze klimaatdoelen voldoen. Daar kan ik eigenlijk niet heel veel meer van maken.
Mevrouw Kröger vroeg naar …
De voorzitter:
Eén moment, Minister, want de heer Boucke heeft volgens mij ook nog een vraag. De heer Dassen kan die wellicht in de tweede termijn stellen.
De heer Boucke (D66):
De Minister deed een hele goede poging om mijn vraag te beantwoorden over afspraken maken met sectoren. Ik stelde die vrij specifiek. Ik ga het even heel bot zeggen: kunnen we niet beter ramen en daken isoleren in plaats van keukens en badkamers plaatsen? Ik vraag het volgende aan de Minister, gezien de crisis waar we in zitten. De Minister zei zelf ook al: we gaan misschien toe naar helemaal geen gas meer uit Rusland. Kan de Minister met de bouwsector om de tafel gaan zitten om afspraken te maken om te versnellen op het gebied van energiebesparing, om heel specifiek en heel gericht met de bouwsector tot afspraken te komen zodat ze gaan prioriteren in de klussen die ze doen?
Minister Jetten:
Volgens mij zitten de installatiebranche en de isolatiebranche overvol. Er zijn lange wachttijden, omdat gelukkig heel veel mensen bezig zijn. Uw vraag is eigenlijk: kunnen we mensen die bijvoorbeeld bezig zijn met andere zaken in de bouw daar ook voor inzetten? Dat is ook een uitstekende suggestie. Dat ga ik bespreken met de bouwbranche: wat kunnen zij doen om hun capaciteit de komende tijd nog meer te richten op isolerende maatregelen op korte termijn? Ik heb geen idee wat ze kunnen doen, maar dat ga ik gewoon met hen bespreken.
De voorzitter:
Nog andere vragen op dit punt? Anders gaan we naar het volgende mapje, toch?
Minister Jetten:
U had zelf nog een vraag gesteld over de fossiele lock-in, mevrouw Kröger. Dat was een vraag over de tijd waarvoor vergunningen in Nederland nog worden afgegeven voor fossiele winning. Het beleid van de Staatssecretaris voor Mijnbouw is dat hij alleen nog nieuwe mijnbouwvergunningen afgeeft voor bepaalde duur. Ik denk dat het meest recente voorbeeld de oliewinning in de regio Rotterdam is. Daar is een vergunning verleend met een harde einddatum. Dat is ook zoals we vanaf nu vergunningen gaan geven. Het klopt dat er in het verleden eigenlijk altijd vergunningen voor onbepaalde tijd werden afgegeven. Maar dat past inderdaad niet bij het IPCC, waar u ook terecht naar verwees. Het IPCC heeft echt aangegeven: wil je binnen dat 1,5 graaddoel blijven, dan zal een groot deel van de bekende olie- en gasvoorraden onder de grond moeten blijven. Dat krijg je alleen voor elkaar met «bepaalde tijd»-vergunningen.
Voorzitter. Het laatste blokje waar ik dan bij aankom, is eigenlijk nog een verdieping op kolen.
De voorzitter:
Ik zie dat de heer Dassen nog een vraag heeft.
De heer Dassen (Volt):
Ik had nog een andere, voor mezelf wat meer verduidelijkende vraag. Waarom stelt de Minister voor om ook grootverbruikers te compenseren voor het verminderen van hun gasverbruik? Is het niet zo dat deze eigenlijk al te lang op grote voet hebben geleefd en dat je nu ook ziet dat bepaalde grootverbruikers enorme winsten maken in deze crisis? Dan heb ik het bijvoorbeeld over de raffinaderijen die grootverbruikers zijn van gas. Begrijp ik het goed dat de Minister daar nu compensatie voor wil geven? Is dat logisch?
Minister Jetten:
Als we het op die manier gaan doen, is het inderdaad niet logisch. Vandaar dat ik net ook richting mevrouw Kröger antwoordde dat die besparingstender echt additioneel moet zijn aan zaken waarop bedrijven al verplicht moeten besparen vanuit de wet milieubesparingsplicht. Wij gaan die tender de komende weken met het Ministerie van Financiën uitwerken. Bedrijven kunnen aanbieden dat ze vrijwillig afgeschakeld willen worden in het kader van fase 3, waar ik het met mevrouw Teunissen over had. Maar ik hoop eigenlijk vooral dat we bedrijven kunnen verleiden om structureel meer te doen dan ze al moeten doen of zelf rendabel terug kunnen verdienen. Er zijn een aantal bedrijven of sectoren die echt profiteren van deze hoge prijzen op de energiemarkt en daardoor echt grote omzetten en winsten maken. Daarvoor is de Staatssecretaris van Financiën natuurlijk ook bezig met de uitwerking van mogelijkheden voor een windfall tax of andere manieren van een solidariteitsheffing, om te kijken of we een deel van die overwinsten kunnen afromen zodat we die voor andere zaken kunnen inzetten. De Staatssecretaris van Financiën zal dat ook meenemen bij de zomerbesluitvorming voor Prinsjesdag.
De heer Boucke (D66):
Ik heb een verhelderende vraag. Ik stelde de Minister eerder de vraag of hij bij die besparingstenders die hij heeft voorgesteld ook een bonus wil invoeren voor bedrijven die structureel energie besparen. Mijn vraag is: maakt hij onderscheid tussen structurele maatregelen en bijvoorbeeld gewoon het tijdelijk staken van de productie? We willen structurele maatregelen. Dat zou je met een bonussysteem kunnen aanmoedigen.
Minister Jetten:
We moeten die tender echt nog uitwerken, maar alles wat structureel kan, lijkt me beter dan alles wat tijdelijk kan. We moeten nu ook gewoon uitwerken hoe we dat moeten vormgeven in die tender. Maar structurele winst is denk ik altijd beter dan tijdelijke winst.
Voorzitter. We hebben heel veel vragen over kolen net al gedaan, maar er zijn nog wat vragen gesteld over met name de inzet van biomassa. Ik kijk nog even in dit mapje om te zien wat ik nog niet heb beantwoord.
Ik zeg tegen mevrouw Teunissen en meneer Grinwis: de productiebeperking gold voor de inzet van kolen. Er was geen wettelijke productiebeperking voor bij- en meestook van biomassa. Het intrekken van deze productiebeperking heeft dus ook geen gevolgen voor de hoeveelheid bij- en meestook. De al afgegeven subsidies, de oude afgegeven beschikkingen onder de SDE, blijven in stand. Maar er worden geen nieuwe subsidies voor laagwaardige inzet van biomassa afgegeven. Dat geldt zowel voor lagetemperatuurwarmte als voor elektriciteit.
Dan de aanscherping van de duurzaamheidseisen ten aanzien van de inzet van biomassa in de RED. Nederland is ook echt dé koploper in het verder aanscherpen van die eisen. Maar ik heb vanochtend in het debat ook aangegeven hoe moeilijk het krachtenveld wat dat betreft ligt in de EU.
De vraag van de heer Grinwis over de kolenbelasting is ook onderdeel van de uitwerking van Staatssecretaris Van Rij: aan welke knoppen in de fiscaliteit kun je nog draaien om eventuele overwinsten af te romen?
De VVD-fractie, de heer Van Wijngaarden, vroeg nog naar de marktpartijen met betrekking tot de kolencentrales. In hoeverre zijn ze er klaar voor? Hoe snel kunnen ze die voorraden weer aanleggen? Ook de heer Kops had daar nog een vraag over gesteld. Ik werp het beeld verre van me dat die kolenbedrijven zijn overvallen. Ze zijn in mei namelijk twee keer op hoog ambtelijk niveau uitgevraagd over de voor- en nadelen van het aanleggen van een strategische voorraad of de voor- en nadelen van het opheffen van de productiebeperking. Ze zijn er voorafgaand aan de persconferentie over geïnformeerd dat we het wetsvoorstel ook daadwerkelijk gaan intrekken. Verder leek het me beter om de volledige informatie daarover eerst in een Kamerbrief met uw Kamer te delen en daarna pas met het bedrijfsleven.
Het aanleggen van de steenkolenvoorraad is te doen. Dat is ook gebleken uit die gesprekken. De internationale kolenmarkt is een vrij grote markt, waarop Russische kolen bijvoorbeeld kunnen worden vervangen door kolen uit Canada, Colombia of Australië. Dat hebben andere grote kolenverbruikers in Nederland eerder ook gedaan, zoals een aantal industriële complexen die zelf veel kolen verstoken.
Tot slot wees mevrouw Kröger erop – die vraag hebben we ook vanochtend gehad – dat het fijner zou zijn geweest als we de productiebeperking alleen voor deze winter zouden opheffen, zodat die daarna weer geldt. Ik heb heel vaak gewenst dat het wetsvoorstel voor de productiebeperking iets meer knoppen zou hebben waaraan ik kan draaien, of dat nou gaat om het percentage productiebeperking of het even tijdelijk pauzeren van die productiebeperking. Maar helaas zit die mogelijkheid niet in de wet. Daarom is het: helemaal aan of helemaal uit. Ik heb de moeilijke beslissing moeten nemen om die productiebeperking helemaal uit te zetten.
De voorzitter:
Geen vragen op dit punt. Is de Minister klaar met zijn beantwoording? Dat is het geval. Dan gaan we naar de tweede termijn van de Kamer, met anderhalve minuut per spreker. Ik geef het woord aan de heer Boucke.
De heer Boucke (D66):
Dank je wel, voorzitter. Dank aan de Minister voor de beantwoording van de vragen. Kijk, deze Minister is Minister in crisistijd. Hij begon met één crisis, de klimaatcrisis. Hij heeft er nu een crisis bij gekregen.
Ik wil benadrukken dat het belangrijk is, en steeds belangrijker wordt, om het brede publiek mee te nemen in deze crisis. We hebben vandaag bij elkaar een flink aantal uren gedebatteerd. We gaan soms flink de diepte in. Daar ben ik heel blij om, want daar zijn we voor en dat vraagt dit onderwerp ook. Tegelijkertijd moeten de mensen die nu buiten op straat lopen wel weten wat er aan de hand is. Daarom riep ik de Minister aan het begin van mijn verhaal op om een persconferentie te houden. Hoe hij dat invult, is aan hem. Mijn oproep is en blijft dus: zorg ervoor dat je het grote publiek bereikt, want de crisis is groot en wordt groter, zowel de klimaatcrisis als die andere crisis, de energiecrisis.
Ik kijk uit naar de lijst van maatregelen die de Minister naar de Kamer zal sturen. Ik heb er een flink aantal genoemd. Ik hoop die terug te zien in de lijst van de Minister.
Voorzitter, ten slotte zou ik een tweeminutendebat willen aanvragen.
Dank je wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Dank, voorzitter. Ik had nog wat openstaande vragen, maar die vind ik nu wat minder relevant; ze komen in de toekomst wel weer aan bod. Mijn belangrijkste punt zou zijn: de gascrisis waarin we nu zitten, is gewoon een Europese crisis en die moeten we dus ook Europees aanpakken. Afstemming tussen lidstaten is cruciaal. Laten we ook eerlijk zijn: als wij de kolencentrales harder zitten, is er geen een-op-eenrelatie. Dat wisten we van tevoren. Maar we doen iets Europees. Daarom is het nog steeds zinnig, want als een land als Rusland de toevoer van gas op Europees niveau aanknijpt, gaat het aanbod naar beneden. Dat merkt heel Europa gewoon. Dus ja, het kan zo zijn dat het vrijkomende gas ergens anders wordt opgeslagen, maar dat geldt natuurlijk net zo hard voor de kolencentrales die in Duitsland harder gaan draaien. Daarom is het antwoord hierop dus: Europese coördinatie.
Ik ben dus blij dat de Minister deze acties heeft ondernomen, ook nadat Duitsland zelf vergelijkbare acties heeft gedaan. Het zou pas gek zijn als Nederland heel erg uit de pas ging lopen met de andere Europese lidstaten. Mijn warme pleidooi is dus vooral: laten we het solidair in Europa oplossen. Want als Duitsland een probleem heeft, kunnen wij heel stoer doen over 6 bcm die we hebben gereduceerd, maar hebben wij alsnog een levensgroot probleem. We moeten dit dus echt Europees aanpakken, waarbij we de aanpak van de lidstaten zo veel mogelijk harmoniseren.
Tot slot nog een pleidooi. Laten we proberen om alles wat we nu doen aan noodmaatregelen, waar best veel geld in zit, meteen te laten bijdragen aan het langetermijnprobleem dat net zo urgent is, namelijk het klimaatprobleem. Dit soort besparingstenders dat u nu heeft afgekondigd, ligt daar volgens mij heel goed mee in lijn. Ja, het is een noodmaatregel en het kost geld, maar we weten dat we er langjarig plezier van hebben als bedrijven structurele veranderingen doormaken om minder gas te verbruiken.
Tot zover.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Bontenbal. Dan mevrouw Teunissen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Ik wil de Minister ook hartelijk danken voor de zorgvuldige antwoorden die hij heeft gegeven. Ik was zo in de ban van de kolen dat ik een voor mij heel belangrijke opmerking van de Minister een beetje onderbelicht heb gelaten. Hij heeft ook gezegd dat hij van plan is om op gezette tijden persconferenties te organiseren en mensen mee te nemen, ofwel één keer in de twee weken, ofwel één keer per maand. Ik wil de Minister echt aansporen om daar een brede persconferentie over het klimaat van te maken, dus niet alleen over de gascrisis, want uiteindelijk hangen die twee erg met elkaar samen. Ik zou de Minister echt willen vragen om het een klimaatpersconferentie te noemen, om zo mensen mee te nemen in hoe urgent en hoe belangrijk de crisismaatregelen zijn, ook de maatregelen die er de komende tijd, in het najaar, aankomen.
We hebben het over het energieherstelplan gehad. De Minister gaat een aantal zaken naar voren halen en in kaart brengen wat het besparingspotentieel van de industrie is. Daar kijken wij naar uit.
Ik ben ook blij dat de Minister een en ander oppakt wat betreft de eiwittransitie, en dat er een nieuwe campagne komt. Ik wil hem ermee complimenteren dat hij dat gaat oppakken. Een van de zaken in het IPCC-rapport is dat gedragsverandering, met name de vermindering van vlees- en zuivelconsumptie, een van de meest effectieve manieren is om op korte termijn echt iets te doen aan de reductie van de uitstoot.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Dassen.
De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Bijzonder dank aan de Minister voor de beantwoording, ook van de vele interrupties. Het is toch fijn als je met elkaar een debat kunt voeren waarin iets meer ruimte is voor discussie. Het lijkt haast zo te werken dat het debat dan korter duurt dan normaal. Dus ook aan u, voorzitter, dank daarvoor.
Daarnaast ben ik het met de Minister eens dat je, om deze transitie goed te maken, mensen mee moet nemen op een positieve manier. Als het alleen maar kommer en kwel is, willen mensen niet snel veranderen. Op het moment dat je die transitie met elkaar aan het maken bent, je de doelen de hele tijd niet blijkt te halen of dat het allemaal toch niet snel genoeg gaat waardoor je extra moet bijschakelen, kan dat heel demotiverend werken. Ik wil de Minister dus nog wel uitdagen om te zorgen dat de ambities dusdanig goed zijn dat dit niet elke keer gebeurt.
Ik heb nog één aanvullend punt, waarmee ik het debat eigenlijk begon. Ik ben blij dat de Minister met het mkb aan het schakelen is, maar ik wil vragen of hij ook een koppeling kan maken tussen mkb-bedrijven en de bouw, en mbo's, eindexamenstudenten en eigenlijk iedereen die in de komende paar maanden kan meehelpen in de transitie met zaken die makkelijk te realiseren zijn, dus mensen die een bijbaan zoeken.
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Grinwis.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, dank. Ook dank aan de Minister voor zijn, zoals altijd, adequate en heel duidelijke beantwoording. Ik heb nog één vraag/idee. «Zet ook de knop om» richt zich echt op energiebesparing. Daar ontbreekt het ontspullen/ontmaterialiseren bij. Het past eigenlijk wel bij het betoog van collega Teunissen: heel veel energie gaat zitten in spullen die we misschien één keer dragen of gebruiken, die dus vervolgens in een hoek liggen en waarnaar nooit meer wordt omgekeken. Daar zit nog veel meer energie in dan in een keer de cv een graadje hoger of lager zetten. Ik geef het maar mee als idee. Volgens mij is de website Zetookdeknopom.nl nog lang niet vol. Dit kan er dus best bij. Dat even als idee.
Ik weet dat ik voor het volgende bij een collega van deze Minister moet zijn, maar circulariteit zit wel in het ontwerpbeleidsprogramma. Ik krijg fantastische actieplannen van verschillende bedrijven en sectoren aangereikt, zoals van Renewi, waar ik een poosje terug ben geweest. Zij hebben een actieplan opgesteld waarmee je bijna 2,8 megaton CO2 zou kunnen besparen. Ik ben benieuwd de Minister met dit soort initiatieven vanuit sectoren omgaat. Renewi richt zich natuurlijk enorm op recyclen en verminderen, maar ook op gescheiden inzamelen. Een ander punt was de productie en toepassing van cementloos beton. Nou, hele interessante ideeën, die moeten we niet links laten liggen. Ik weet niet, misschien gebeurt er al heel veel mee bij het Ministerie van deze Minister, of bij het Ministerie van IenW. Maar bij dezen warm aanbevolen.
En nog een laatste puntje, voorzitter. Of ben ik door de tijd? Een pietepeuterig puntje. Kijk, doordat we plotseling het afbouwpad voor biomassa heel steil hebben gemaakt – waar de ChristenUnie blij mee is – zijn sommige sectoren een beetje op achterstand gekomen omdat ze dachten: hé, we kunnen binnenkort een subsidie aanvragen. Nu dat ineens is gestopt, zijn er problemen en kunnen ze geholpen worden met snel de blik te verleggen naar andere bronnen. De weg daarvoor vinden ze naar de SDE.
De voorzitter:
Dank u wel, aan de heer Grinwis. Dan geef ik graag het woord aan de heer Boucke als voorzitter.
Voorzitter: Boucke
De voorzitter:
En dan geef ik mevrouw Kröger het woord.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter. Ik had nog wat openstaande vragen en opmerkingen. Een over die planning richting de KEV. Ik hoor de Minister eigenlijk zeggen dat hij de kans klein acht dat het op 60% uitkomt, maar dat hij parallel een traject doet. Ik zou de Minister toch willen vragen: wat is er mogelijk zodat we wel degelijk meteen al bij Prinsjesdag maatregelen kunnen nemen, op het moment dat uit de KEV komt dat het echt onder bijvoorbeeld de 50% schiet? Ik wil echt niet wachten tot de Voorjaarsnota. En dan hoor ik de Minister zeggen dat winningsvergunningen alleen nog maar voor bepaalde tijd worden afgegeven. Dat is volgens mij voor de vergunning voor boven Schiermonnikoog niet het geval; dat is wel een vergunning voor onbepaalde tijd. Hoe zit dat?
Dan in reactie op de heer Dassen over lng, dat dat de verantwoordelijkheid is van Nederlandse bedrijven. Het is toch EBN dat die terminals beheert, dus zit daar nou niet een mogelijkheid voor de Minister om wel degelijk te sturen op langetermijncontracten?
Dan over de gasopslag Bergermeer. Ik snap niet dat de Minister aan de ene kant eigenlijk zegt «de vulling loopt op schema door die subsidieregeling en die gasopslag Bergermeer wordt goed gevuld», terwijl er dan toch nu de noodzaak is om een kolencentrale te sluiten om die miljard kuub vrij te spelen.
En tot slot, wellicht, voorzitter. Ik had heel concreet gevraagd, om te voorkomen dat we blijven hangen op het niveau van Urgenda, met die 25% CO2-reductie: kan de Minister mij garanderen dat boven op de compensatiemaatregelen voor die 10 miljoen ton van de kolencentrales, nog extra dingen gedaan worden om boven het Urgendavonnis uit te komen? En betekent dat dus ook een doel voor 2023, 2024, dus dat het in een enigszins lineair pad naar 2030 gaat? Heel graag nog daar een reactie op.
De voorzitter:
Dan geef ik het woord als voorzitter terug aan mevrouw Kröger.
Voorzitter: Kröger
De voorzitter:
Dank u wel, voorzitter voor de voorzitter. Ik vraag aan de Minister hoeveel tijd hij nodig heeft voor zijn beantwoording. Of gaat hij meteen in één keer door? Oké.
Minister Jetten:
Dank u wel. En dank ook voor het voorzitten, voorzitter, want het gaat eigenlijk best goed. Ik vind het ook wel leuk dat we meer debat hebben in deze commissie, en dat het ook elke keer weer lukt om twee hele termijnen met elkaar vol te maken. Dat is toch best knap, want dat lukte vóór de verkiezingen nooit in deze commissie. En als de heer Van Wijngaarden nog meeluistert: hij heeft vandaag drie debatten gedaan voor de heer Erkens. Die wil ik via deze weg graag feliciteren met het heuglijke nieuws thuis. Maar de heer Van Wijngaarden doet gewoon mee alsof hij al dag en nacht lid is van deze commissie. Dat vond ik ook wel leuk.
Voorzitter. De heer Boucke en mevrouw Schouten en de heer Dassen en de heer Grinwis kwamen eigenlijk allemaal terug op die urgentie. Mensen meenemen in wat voor situatie we zitten, met een gascrisis, maar ook de potentie om met elkaar deze crisis te lijf te gaan door veel te besparen, door veel andere maatregelen te nemen, en dus ook met elkaar dat nieuwe perspectief op te bouwen. En ja, ik voel me nu gewoon ook weer uitgedaagd en geïnspireerd om de komende tijd niet alleen die persconferenties en die dashboards te benutten om de urgentie en de zwaarte van de acute gascrisis over het voetlicht te brengen, maar het ook te benutten als een podium om weer met elkaar dat wenkend perspectief van dat klimaatneutrale Nederland over het voetlicht te brengen. Dus dank voor die suggesties. Ik neem die zeker mee.
En mevrouw Teunissen kwam op een gegeven moment terug op de gedragscampagne: meer aandacht voor de gedragscomponent. Het gaat wat mij betreft echt breder dan alleen de eiwittransitie, dus gedrag in de breedte. Dat was ook het punt van de heer Grinwis, over de wegwerpmaatschappij en het hergebruik. Er komt een aparte strategie van de Staatssecretaris van IenW tegen dit soort wegwerpgedrag. Maar dat kunnen we ook heel goed meenemen in die brede gedragscampagne, waar mevrouw Teunissen over sprak.
De suggestie van de heer Dassen om te kijken hoe we mbo-scholieren nog meer kunnen verbinden aan het isolatieprogramma en alle andere acties die we met die brancheorganisaties doen, vind ik een goede suggestie. Ik ga bij alle gesprekken die ik heb met die brancheorganisaties gewoon vragen: kun je daar ook nog het onderwijs uit je eigen regio bij betrekken? En het lijkt me goed om in het actieplan voor groene en digitale banen, dat in het najaar komt, ook heel specifiek in te zoomen op hoe we opleidingen, stagiairs, studenten, bijbanen et cetera daarbij kunnen betrekken.
De heer Bontenbal stond nogmaals stil bij de Europese component van deze crisis. We hebben daar inderdaad echt met alle 27 lidstaten afstemming over. Maar ook met de Pentalanden in Noordwest-Europa stemmen we zo veel mogelijk van de acties en maatregelen op elkaar af. Zeker in deze fase 1, en voor Duitsland zelfs fase 2, moet je die afstemming ook goed met elkaar blijven zoeken de komende tijd.
De heer Grinwis vroeg heel specifiek naar de mogelijkheden om via circulair beleid vele megatonnen te besparen. De Staatssecretaris van IenW werkt aan het beleidsprogramma circulair, waaraan we ook een hard megatonnendoel gaan verbinden. Maar door mijn werkbezoeken van de afgelopen tijd ben ik eigenlijk vooral tot de overtuiging gekomen dat we een loket of zoiets moeten maken. Er zijn namelijk heel veel bedrijven die van hun afvalstoffen grondstoffen willen maken en daar zit een enorme besparingspotentie. Vaak moet daarvoor de wet- en regelgeving worden aangepast, om de inzet van zo'n grondstof dan ook daadwerkelijk toe te staan. Daar moeten we volgens mij helemaal geen ingewikkeld programma of wat dan ook voor optuigen. Je moet gewoon kijken: oké, je hebt een probleem; hoe denk je dat op te kunnen lossen en hoe kunnen we het faciliteren? Dus ik ben met Staatssecretaris Heijnen erover aan het nadenken hoe we dat het beste kunnen doen. En ja, doordat we biomassa met een heel steil afbouwpad niet meer subsidiëren, moeten sommige bedrijven een andere oplossing bedenken. Volgens mij zijn de hekjes die we vanaf volgend jaar introduceren en de SDE echt de geijkte weg om dat zo goed mogelijk te ondersteunen.
Voor de vraag van mevrouw Kröger ga ik even op mijn telefoon spieken op ik daar een antwoord op heb, over de vergunning die voor ONE-Dyas ten noorden van Schiermonnikoog is afgegeven. Dat ga ik gewoon even na. Ik ga gewoon even aan de Staatssecretaris vragen hoe dat zit. Als dat inderdaad een vergunning is voor onbepaalde tijd, dan ben ik ook benieuwd naar de argumentatie waarom dat verstandig was in dit geval. Dat antwoord moet ik u nu even schuldig blijven.
Mevrouw Kröger stelde ook een vraag over Gasunie en de Eemshaven. We hebben dit …
Voorzitter: Boucke
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Ik zou heel graag de Minister willen vragen of wij er als Kamer over geïnformeerd kunnen worden vóór het mijnbouwdebat, dat volgens mij volgende week is.
Minister Jetten:
Dat geef ik door aan de Staatssecretaris en het lijkt me dat dat te doen is, zeg ik bij dezen.
Voorzitter: Kröger
Minister Jetten:
Mevrouw Kröger ging even door op mijn interruptiedebatje met de heer Dassen over de langetermijn-lng-contracten. Die floating terminals in de Eemshaven gaan daar in principe niet voor vijftien jaar liggen. Die zijn nu gecontracteerd voor volgens mij vijf jaar om deze crisisfase van Russische afbouw door te komen. De marktpartijen die intekenen op die capaciteit bij de Eemshaven, weten dus ook dat dat tijdelijke capaciteit is. Dat is dus de invloed die we via Gasunie hebben op de looptijden van wat daar binnenkomt. We willen in de verschillende Nederlandse havens vooral ook importcapaciteit voor groene waterstof en andere groene energiedragers realiseren.
Over Bergermeer, in antwoord op mevrouw Kröger: dat loopt goed, in die zin dat de tendering succesvol is verlopen en EBN aan de slag is om zijn deel van Bergermeer te vullen. Waarom dan toch die noodmaatregelen? Omdat we door dat afknijpen van Rusland zien dat andere EU-landen die echt van plan waren om hun opslagen te vullen met Russisch gas, het heel moeilijk gaan krijgen om dat daadwerkelijk voor elkaar te boksen. Dus daar komt die Europese component van de heer Bontenbal weer om de hoek kijken.
Dan tot slot de eerste en de laatste vraag van mevrouw Kröger, over de KEV: wanneer tref je meer maatregelen en zijn dat maatregelen om de 25% aan te tikken of is het meer? Het moet echt meer zijn. Wil je uiteindelijk in 2030 55% tot 60% realiseren, dan kun je niet elk jaar op 25% blijven hangen om er dan in het laatste jaar 30 procentpunt bij te tikken. Dat moet echt een dalend pad zijn. We hebben afgesproken dat we alleen de doelen voor 2030 en 2050 echt in de Klimaatwet vastleggen, maar ik wil u de komende tijd in het dashboard van het beleidsprogramma klimaat en energie wel laten zien hoe de dalende lijn als gevolg van het geplande beleid eruitziet en in hoeverre we die dalende lijn dan ook daadwerkelijk te pakken hebben. Als we dan vinden dat het te langzaam gaat, moeten we opschalen. Bij Prinsjesdag hebben we een eerste beeld van het PBL. Maar ik heb bij Prinsjesdag ook het voornemen om die extra uitstoot uit de kolensector weer te compenseren. U krijgt dus bij Prinsjesdag van mij sowieso een aanvulling op het beleidsprogramma. De definitieve KEV, die we later in het najaar met elkaar bespreken, moet leiden tot de aanpassing bij de Voorjaarsnota. Het is in die zin dus een tweetrapsraket. Bij Prinsjesdag hoort u meer van mij.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik heb meer een technisch vraagje. Worden de veranderingen die nu nog worden doorgevoerd – het is inmiddels later dan 1 mei – nog wel verwerkt in de KEV en in het nieuwe soort basispad ervan?
Minister Jetten:
Die vraag stel ik ook elk jaar. Ik heb begrepen dat het PBL vrij actuele prijzen hanteert bij deze KEV. Dat is dus wel heel behulpzaam bij de voorspelling voor de komende jaren. Ik heb u het beleidsprogramma in de eerste week van juni aangeboden, maar in mei hebben we al heel veel data bij het PBL aangeleverd, zodat het PBL daarvan zo veel mogelijk in de KEV kan verwerken. Alles wat we nu of bij Prinsjesdag nog bedenken, zal niet in de doorrekening van het PBL zitten. Ik ga natuurlijk wel zo goed mogelijk proberen te onderbouwen hoeveel CO2-reductie die extra maatregelen moeten opleveren, zodat we die dan bij elkaar kunnen optellen. Dat mag dan vast niet officieel, maar het helpt wel bij het debat dat we dan met elkaar voeren.
De voorzitter:
De heer Grinwis knikt, maar de heer Bontenbal heeft nog een vraag.
De heer Bontenbal (CDA):
Die ligt in het verlengde van de vraag van broeder Grinwis. Wat betreft 2022 weten we natuurlijk heel slecht hoeveel megaton we tekortkomen. We kunnen niet een soort theoretische exercitie doen van: de kolencentrales draaien harder en de gascentrales draaien minder hard, dus dat levert x-megaton op. De Minister zegt zelf al – dat lees ik in de brief – dat het gaat om 25% tot 33% energiebesparing. Daar gaat dan ook een hele flinke tik extra CO2-reductie plaatsvinden. Dus voordat wij weten of we 10 of 5 megaton, of iets in die buurt, nodig hebben, moeten we wel weten wat we echt nodig hebben voor 2022, en daarna ook nog, als de gascrisis doorgaat. Het zou namelijk gek zijn als we er nu in één keer, bam, 10 megaton bovenop leggen, terwijl we ook al een vrij pittig klimaatprogramma hebben liggen.
Minister Jetten:
Het klopt natuurlijk dat 2022 echt een extreem gek jaar is. We weten dat we in het eerste kwartaal in ieder geval 11% CO2-reductie hebben ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar. Dat is heel veel. Maar hoe dat er aan het einde van het jaar uitziet, weten we pas in Q1 van 2023, want dan krijgen we de cijfers van het PBL. Tegelijkertijd – dat hebben we ook net met elkaar vastgesteld – hebben we nog wel wat extra werk te verzetten qua bandbreedte in dit beleidsprogramma. Ik denk dat de aanvullende maatregelen ter compensatie van de extra kolenuitstoot sowieso wel verstandig zijn voor het in wat veiliger vaarwater brengen van die bandbreedte. Laten we begin volgend jaar de balans opmaken en kijken hoe we op koers zijn wat betreft die dalende lijn, die mevrouw Kröger ook heeft bepleit. We gaan dus geen gekke dingen doen, denk ik, meneer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik heb nog een korte opmerking.
De voorzitter:
Ik voel dat het hele debat weer loskomt! Heel kort, meneer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Heel kort. Dan geef ik de Minister alleen een advies mee: betrek de Kamer er dan ook tijdig bij, zodat we een beetje weten waar het heen gaat.
De voorzitter:
Heeft de Minister daar nog een reactie op?
Minister Jetten:
Het is wel prettig dat de dingen die we bedenken in beide Kamers ook op een meerderheid kunnen rekenen. Dus dat ga ik doen.
De voorzitter:
Dan komen we aan het einde van de vergadering. Er is een tweeminutendebat aangevraagd door de heer Boucke.
Er is slechts één toezegging.
– De Minister informeert de Kamer voor het commissiedebat Mijnbouw/Groningen over de vraag of de vergunning van ONE-Dyas voor gaswinning boven Schiermonnikoog een einddatum heeft.
De Minister heeft verder vrij generiek gezegd: er zijn een heleboel goede suggesties en er komen ongelofelijk veel Kamerbrieven aan, waarin die suggesties betrokken worden. Zijn er nog leden die menen dat een toezegging niet genoteerd is? Nee? De Minister?
Minister Jetten:
Ik ben zelf ook een tijdje Kamerlid geweest – dat is de mooiste baan die er is – en ik vond het toen altijd best vervelend om één voor twaalf voor het zomerreces opeens een lading brieven over je uitgestort te krijgen. Maar ik ga nu hetzelfde doen: ik ga u als Minister voor Klimaat en Energie de komende weken met nog heel veel brieven overladen. Maar ik hoop dat u mij dat dit keer vergeeft, want mijn team heeft vanaf de start van dit kabinet echt keihard gewerkt om zo veel mogelijk van het coalitieakkoord al om te zetten in concrete beleidsbrieven. Een heel groot deel daarvan wordt de komende weken afgerond. Ik hoop dat we daar na het zomerreces snel over kunnen spreken. Het is geen kwade opzet dat u voor het zomerreces zo veel van mijn departement krijgt. Dit komt vooral omdat mijn team echt heel hard heeft gewerkt om in de eerste helft van het jaar keihard uit de startblokken te komen. Daarvoor wil ik alle ambtenaren bij EZK bedanken.
De voorzitter:
Ik zie welwillend geknik. Dan sluit ik daarmee de vergadering. Dank jullie wel.
Sluiting 21.23 uur.