Antwoord op vragen van de leden Kröger en Westerveld over het bericht 'Meer sterfgevallen door Groningse aardbevingsstress'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2022D27937, datum: 2022-06-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-3326).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Onderdeel van zaak 2022Z12152:
- Gericht aan: J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- Gericht aan: C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
- Indiener: S.C. Kröger, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
3326
Vragen van de leden Kröger en Westerveld (beiden GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over het bericht «Meer sterfgevallen door Groningse aardbevingsstress» (ingezonden 15 juni 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 29 juni 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Meer sterfgevallen door Groningse aardbevingsstress»?1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Wat is uw reactie op dit onderzoek waaruit blijkt dat er jaarlijks mogelijk 16 sterfgevallen te betreuren zijn als gevolg van stress door de aardbevingsproblematiek in Groningen?
Antwoord 2
Ik ben geschrokken van deze cijfers en ga in juli met de onderzoekers in gesprek. Dit onderstreept het belang de gaswinning zo snel mogelijk te beëindigen en de bewoners die te maken hebben met onveiligheid, schade of versterking aandacht en ondersteuning te bieden. Mijn uitgangspunt is in 2023 of 2024 tot het beëindigen van de gaswinning over te gaan.
Vraag 3 en 4
Welke acties zijn er de afgelopen jaren ondernomen om dit te voorkomen? Hoe zijn de onderzoeken van de Rijksuniversiteit Groningen op dit gebied vertaald naar beleid?
Hoe reageert u op de constatering van voormalige onderzoeksleider Tom Postmes dat er lange tijd beleid ontbrak om deze mensen te helpen? Klopt het dat ambtenaren van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat niet in gesprek zijn gegaan met onderzoekers over dit onderwerp?
Antwoord 3 en 4
De Rijksuniversiteit Groningen brengt sinds 2016 rapporten uit onder de naam «Gronings Perspectief». De resultaten uit de rapporten zijn steeds serieus genomen en hebben bijgedragen aan het kabinetsbeleid, zoals aan de beslissing van het kabinet in 2018 om zo snel als mogelijk de gaswinning af te bouwen, de versnelling van de versterkingsoperatie en schade-afhandeling, het ontzorgen van bewoners en het terugdringen van moeilijk uitlegbare verschillen.
Het Rijk en het NPG hebben in 2019 € 5,4 mln. geïnvesteerd in sociaal-emotionele ondersteuning door gemeenten. Dat is in de bestuurlijke afspraken van 6 november 2020 aangevuld met € 10 mln. voor de periode tot en met 2024. De gemeenten hebben daarvan veelal aardbevingscoaches aangenomen die mensen begeleiden of doorverwijzen naar gespecialiseerde hulp. Ook financiert het Ministerie van EZK al sinds 2018 de organisatie Geestelijke verzorging aardbevingsgebied (GVA). Deze organisatie gaat op locatie in gesprek met bewoners over de impact van de aardbevingsproblematiek op hun welbevinden. Bij de Voorjaarsnota 2022 is additioneel € 2,2 mln. aan GVA beschikbaar gesteld voor de periode 2022 tot en met 2025. Het Ministerie van VWS heeft € 2,75 mln. extra budget aan de GGD Groningen toegekend. Hiervan heeft de GGD onder meer geïnvesteerd in de begeleiding van de aardbevingscoaches en samen met de Hanze Hogeschool Groningen een online «Aardbevingsacademie» ingericht voor extra scholing voor zorgprofessionals.
De suggestie in het NOS-artikel dat ambtenaren van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat niet in gesprek zijn gegaan met onderzoekers over dit onderwerp, kan ik niet meer achterhalen. Zelf ben ik kort na mijn aantreden in gesprek gegaan met dhr. Postmes, in juli vindt er een vervolggesprek plaats.
Vraag 5
Kunnen deze psychische klachten ook worden meegenomen bij de beoordeling of een huis veilig is of niet?
Antwoord 5
In de versterkingsoperatie vindt de beoordeling of een huis al dan niet veilig is plaats aan de hand van de Meijdam-norm voor fysieke veiligheid2. Psychische klachten zijn geen onderdeel van het besluit om al dan niet te versterken. De NCG beschikt over budget om eventuele knelpunten op te lossen binnen de versterking. Hierbij kunnen sociaal-emotionele aspecten een rol spelen. Ook bij de schade-afhandeling kunnen psychische klachten een rol spelen. Bij de afhandeling van immateriële schade betrekt het IMG naast de omvang van de fysieke schade en de doorlooptijd, onder andere ook de veiligheidssituatie op het betreffende adres. Het IMG kijkt naar deze gegevens, omdat het IMG weet dat ze vaak gepaard gaan met leed en verdriet. Daarnaast bestaat de Commissie Bijzondere Situaties (CBS), die als vangnet dient voor mensen die niet alleen met de gevolgen van de gaswinning hebben te maken, maar ook met andere – vaak complexe, meervoudige – problematiek kampen, zoals schulden of (mentale) gezondheidsproblemen. Binnen de bestaande regels is voor hen niet altijd een passende oplossing beschikbaar. Voor deze groep voert de CBS de regeling Bijzondere Situaties uit. De hulp kan variëren van het inschakelen van praktische ondersteuning tot het toekennen van een financiële vergoeding.
Vraag 6
Deelt u de zorg dat deze gevolgen ook langere tijd doorwerken op de gezondheid van kinderen?
Antwoord 6
Ja, deze zorg deel ik. In mijn brief aan uw Kamer van 1 juni jl. ben ik uitgebreid ingegaan op mijn plan waarmee we mentale gevolgen van aardbevingen bij kinderen als gevolg van de aardbevingsproblematiek zo veel mogelijk kunnen voorkomen (Kamerstuk 33 529, nr. 1030). Als start van het plan van aanpak ga ik in september met kinderen in gesprek om te horen wat hen het meeste helpt. Kort daarna zal ik een werkprogramma met uw Kamer delen.
Vraag 7
Hoe is de met algemene steun aangenomen motie-Van der Lee c.s.3 over de gevolgen van mijnbouwschade op het welzijn van kinderen uitgevoerd?
Antwoord 7
In deze motie wordt de regering verzocht een opdracht te verstrekken aan een wetenschappelijk instituut om onafhankelijk te onderzoeken wat de gevolgen zijn van de mijnbouwschade voor het welzijn van kinderen, zoals het sociaal-emotioneel welbevinden van kinderen en mogelijke invloed op schoolprestaties. Ook wordt de regering verzocht, tevens op basis van dit onderzoek, mogelijke handelingsadviezen te laten opstellen, deze serieus te overwegen en te bezien welke daarvan tot uitvoering kunnen worden gebracht. Deze motie heeft ertoe geleid dat de NCG in 2018 een onderzoeksopdracht heeft versterkt aan de vakgroep Orthopedagogiek van de Rijksuniversiteit Groningen. Deze heeft het onderzoek »Een veilig huis, een veilig thuis?» uitgevoerd in samenwerking met het UMCG en de regionale jeugd-GGZ instelling Jonx, als onderdeel van het bredere onderzoekstraject «Gronings Perspectief». Uw Kamer is over de uitkomst van dit onderzoek op 1 april 2019 geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/2019, 33 529, nr. 592). Uw Kamer is op 11 december 2020 in de brief over de evaluatie van de activiteiten op het terrein van sociaal-emotionele ondersteuning geïnformeerd over hoe gevolg is gegeven aan de resultaten uit het onderzoek (Kamerstuk 33 529, nr. 833).
Vraag 8
Kunt u deze vragen voor het eerstvolgende commissiedebat Mijnbouw/Groningen beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
NOS, 10 juni 2022 (https://nos.nl/artikel/2432133-meer-sterfgevallen-door-groningse-aardbevingsstress).↩︎
Deze norm beschrijft de maximaal aanvaardbare kans dat een individu overlijdt in of bij een gebouw door een aardbeving en is gesteld op een kans van 1 op de 100.000 per jaar.↩︎
Kamerstuk 33 529, nr. 516.↩︎