Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de toelichting op de aangenomen moties ingediend tijdens het tweeminutendebat over de ministeriële regeling Inspectie Belastingen Toeslagen en Douane (IBTD)
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2022D28463, datum: 2022-07-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D28463).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën (VVD)
- Mede ondertekenaar: W.A. Lips, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2022Z11719:
- Indiener: S.A.M. Kaag, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2022-06-21 16:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2022-06-30 14:00: Toelichting op de aangenomen moties ingediend tijdens het tweeminutendebat over de ministeriële regeling Inspectie Belastingen Toeslagen en Douane (IBTD) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Financiën
- 2022-09-07 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-04-11 13:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2022D28463 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 1 juli 2022 enkele vragen en opmerkingen aan de Minister van Financiën voorgelegd over haar op 9 juni 2022 toegezonden brief inzake de Toelichting op de aangenomen moties ingediend tijdens het tweeminutendebat over de ministeriële regeling Inspectie Belastingen Toeslagen en Douane (IBTD)
De voorzitter van de commissie,
Tielen
De adjunct-griffier van de commissie,
Lips
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de «Toelichting op de aangenomen moties ingediend tijdens het tweeminutendebat over de ministeriële regeling Inspectie Belastingen Toeslagen en Douane (IBTD)» en hebben nog een enkele opmerking en vraag hierover.
De leden van de VVD-fractie blijven het belang van een echt onafhankelijke inspectie onderschrijven. Deze leden zijn daarom benieuwd naar de verdere uitwerking van de wet op de Rijksinspecties.
De leden van de VVD-fractie vragen of de Kamer kan worden geïnformeerd wanneer meer bekend is over de vaste systematiek om periodiek de voortgang (van verbeteringen) te volgen. En daarbij te kijken naar welke indicatoren worden toegepast.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de voorliggende stukken. Deze leden danken de Minister voor de wijze waarop zij opvolging geeft aan de moties en vragen met betrekking tot de IBTD, in het bijzonder die over het bekijken van autonome bevoegdheid van specifieke rijksinspecties om rapporten uit eigen naam naar de Kamer te sturen en de borging van een heldere verslaglegging van hoor en wederhoor tussen de IBTD en het departement. Deze leden hebben geen verdere vragen.
Vragen en opmerkingen van het lid Omtzigt
Het lid Omtzigt heeft met enige verbazing kennisgenomen van de brief op 9 juni jl. met daarin een reactie op de aangenomen moties, ingediend tijdens het tweeminutendebat op 10 mei jl. over de ministeriële regeling Inspectie Belastingen, Toeslagen en Douane (hierna IBTD).
Het lid Omtzigt leest met instemming dat er spoedig een wettelijke basis zal worden gecreëerd zodat ook bij domein Belastingen ontheffing kan worden verleend zodat gegevens die onder de geheimhoudingsplicht vallen en die nodig zijn voor onderzoek door de IBTD, kunnen worden gedeeld met de inspectie. Ook geeft de Minister aan dat de onafhankelijke positie wettelijk verankerd zal worden in het bredere kader van de wet op de rijksinspecties. Dit lid wijst op de initiatiefnota die dit lid hierover net heeft ingediend en hoopt dat die ter harte genomen wordt bij de voorbereiding van de wet.
Het lid Omtzigt is benieuwd of er inmiddels meer bekend is over op welke termijn de Kamer een voorstel van een wet op de rijksinspecties kan verwachten.
Het lid Omtzigt leest met verbazing dat de IBTD op het gebied van interventies slechts in de vorm van discussiestukken, studies of bijeenkomsten, workshops of interviews wil experimenteren. Het lid Omtzigt begrijpt niet hoe de Minister bovengenoemde voorbeelden onder «interventies» kan scharen. Dit bevestigt het beeld van een tandeloze inspectie met minimale bevoegdheden. Een eerste rapport van de IBTD met als titel «Startpunt voor dialoog» bevestigt de insteek van de nieuw opgerichte inspectie naar aanleiding van misstanden, zoals het toeslagenschandaal, om als praatclub te functioneren waarbij er voornamelijk gesprekken worden gevoerd. Het lid Omtzigt vraagt of de IBTD vindt dat zij inderdaad voor het enkel voeren van gesprekken in het leven is geroepen en welke mogelijkheden de inspectie ziet om effectief op te treden wanneer er een misstand bij een van de domeinen wordt geconstateerd. Graag ziet het lid Omtzigt dat de effectiviteit van de huidige werkwijze van de IBTD na 12 maanden wordt geëvalueerd.
Maar liefst dertien keer in zeven jaar tijd zijn door de Belastingdienst wetten overtreden – en waarschijnlijk veel vaker – waarbij individuele burgers groot onrecht is aangedaan, zo constateert het lid Omtzigt. Deze burgers staan onmachtig tegenover een machtige Belastingdienst met verstrekkende bevoegdheden. Het lid Omtzigt is daarom teleurgesteld in het feit dat individuele meldingen en casussen enkel onderzocht worden om structurele knelpunten te signaleren en te onderzoeken, zoals de Minister in reactie op de motie van het lid Van der Lee c.s. (Kamerstuk 31 066, nr. 1012) aangeeft.
Eén individuele melding waarbij een burger wordt benadeeld door een van de diensten (belastingen, toeslagen en douane) zou voldoende moeten zijn om deze serieus te nemen, te onderzoeken, te beoordelen en wanneer nodig te interveniëren. Niet enkel pas na meerdere meldingen wanneer de individuele burger al diep in de problemen is gekomen. Deze bevoegdheid zou volgens het lid Omtzigt bijdragen aan het uitgangspunt om gelijke gevallen een gelijke behandeling te geven en het vertrouwen in deze domeinen te versterken. Ziet de Minister alsnog mogelijkheid om de IBTD deze bevoegdheid te geven om zo daadwerkelijk effectief toezicht uit te oefenen? Zo niet, wat zijn de beweegredenen hiervoor? Ligt het bijvoorbeeld aan tekorten aan middelen en inspecteurs?
Het lid Omtzigt merkt op dat er bij de Belastingen, Toeslagen en Douane zichtbaar is dat grote processen uit de rails lopen. Dit lid wijst op de hersteloperatie toeslagen waar de wachttijd voor de integrale beoordeling nu vier jaar is en nieuwe trauma’s aan het ontstaan zijn. Dit lid wijst op de uitvoeringsproblemen bij box 3, hij wijst op de grote integriteitsproblemen bij de Douane. Dit zijn grote vraagstukken waar intern toezicht een belangrijke rol moet spelen. Dit lid sluit niet uit dat er nog meer processen zijn waar effectief toezicht ook werkelijk kan bijdragen.
Het lid Omtzigt is dus benieuwd of de inspectie begrepen heeft dat zij de inspectie is die de domeinen belastingen, toeslagen en douane moet inspecteren. Het eerste rapport met observaties doet in de ogen van dit lid anders vermoeden. Voornamelijk op systeem- en procesniveau worden nu knelpunten beschreven in het eerste rapport, zoals de vereenvoudiging van het belastingstelsel, de complexiteit van de hersteloperatie en de samenwerking van het Ministerie van Financiën met andere ministeries. Het lid Omtzigt is benieuwd of de inspectie vindt dat zij op het juiste niveau toezicht aan het houden is en of de IBTD hiermee daadwerkelijk verwacht herhaling van geconstateerde misstanden uit het recente verleden te voorkomen. De IBTD lijkt nu een denktank te zijn geworden om plannen uit het coalitieakkoord, bijvoorbeeld als het gaat om vereenvoudigingen op gebied van toeslagen, verder uit te werken en na te denken hoe deze verwezenlijkt kunnen worden. Het lid Omtzigt is van mening dat op deze manier rolvermenging plaatsvindt, waardoor verantwoordelijkheden van het Ministerie van Financiën en de inspectie door elkaar gaan lopen. Voor welk belang denkt de IBTD op te treden: het belang van de individuele burger of van de coalitie? Graag ontvangt het lid Omtzigt hierover opheldering.
Zou de Minister aan de inspectie willen verzoeken om een startnotitie te schrijven over welke visie de nieuwe inspectie heeft op toezicht, welke escalatieladders en toezichtspiramide van toepassing zijn, met welke andere inspecties en toezichthouders convenanten gesloten worden (zoals de met de Autoriteit Persoonsgegevens en zoals met de Inspectie J&V over FIOD/ECD) en hoe de capaciteit ingezet gaat worden?
Wanneer zal het eerste jaarplan verschijnen?