Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022
Deelnemingenbeleid Rijksoverheid
Brief regering
Nummer: 2022D28486, datum: 2022-07-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28165-370).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A.M. Kaag, minister van Financiën (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 28165 -370 Deelnemingenbeleid Rijksoverheid.
Onderdeel van zaak 2022Z13808:
- Indiener: S.A.M. Kaag, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2022-07-06 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2022-07-07 14:00: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-07-14 14:00: Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022 (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Financiën
- 2022-09-08 13:30: Nota Deelnemingenbeleid (Geannuleerd) (Technische briefing), vaste commissie voor Financiën
- 2022-09-12 13:30: Nota Deelnemingenbeleid (Notaoverleg), vaste commissie voor Financiën
- 2022-11-24 13:35: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
28 165 Deelnemingenbeleid rijksoverheid
Nr. 370 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2022
Hierbij bied ik uw Kamer de Nota Deelnemingenbeleid rijksoverheid 2022 (hierna: Nota 2022) aan. De Nota 2022 bevat het beleid voor de invulling van het aandeelhouderschap door de staat en vervangt de Nota Deelnemingenbeleid rijksoverheid 2013. Zoals ik heb toegezegd, wil ik uw Kamer nauw betrekken bij het deelnemingenbeleid en de invulling daarvan. Ik ga daarom graag met uw Kamer in gesprek over deze Nota. In deze brief licht ik mijn visie op het deelnemingenbeleid toe.
Publieke belangen
De enige reden voor de staat om een aandelenbelang in een onderneming te nemen, is het publieke belang. Maar wat we beschouwen als een publiek belang, is niet in beton gegoten en kan door de jaren heen veranderen. De wereld is veranderd sinds het verschijnen van de Nota in 2013 (Kamerstuk 28 165, nr. 165). Dit vraagt om een herwaardering van wat we als publieke belangen zien en de rol die staatsdeelnemingen moeten spelen. Meer dan voorheen zie ik een opdracht voor deelnemingen om bij te dragen aan de transformatie die de maatschappij en economie de komende jaren en decennia moeten ondergaan. Zo is het slagen van de energie- en klimaattransitie van essentieel belang voor de leefbaarheid voor toekomstige generaties en voor het in stand houden van de concurrentiekracht van de Nederlandse economie. Een ander terrein waar publieke belangen zich de laatste tijd steeds duidelijker aftekenen is economische veiligheid.
De staat kan publieke belangen op verschillende manieren borgen. Wet- en regelgeving en instrumenten als gedrags- en financiële sturing zijn hiervoor de eerstaangewezen instrumenten. Maar soms zijn publieke belangen zo veelzijdig en veranderlijk dat deze niet goed omschreven of afgebakend kunnen worden. Wet- en regelgeving zijn in die gevallen niet altijd voldoende flexibel om snel en slagvaardig in te kunnen spelen op ontwikkelingen. Het aandeelhouderschap van de staat in een onderneming kan in die gevallen bijdragen aan de borging van de publieke belangen. De Nota 2022 bevat een afwegingskader dat inzichtelijk maakt in welke gevallen ik vind dat aandeelhouderschap door de staat geschikt is om een publiek belang te borgen en in welke gevallen niet.
Actief aandeelhouderschap
Activiteiten die deelnemingen uitvoeren staan op afstand van de overheid en de politiek. De staat als aandeelhouder gaat niet over de dagelijkse bedrijfsvoering van deze ondernemingen, dat is aan de deelnemingen zelf. Maar als aandeelhouder heeft de staat in belangrijke mate invloed. Ik vind het dan ook de verantwoordelijkheid van de staat om al zijn bevoegdheden als aandeelhouder in te zetten om het publiek belang zo goed mogelijk te borgen. Deelnemingen zijn immers van ons allemaal. Dit kabinet vervult het aandeelhouderschap daarom op een actieve manier, waarbij het publieke belang centraal staat. Hieronder licht ik toe op welke wijze de staat als aandeelhouder dat doet.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Dit kabinet vindt maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) belangrijk. Ik leg de lat daarom hoog voor deelnemingen. Ik verwacht dat zij een voorbeeldrol vervullen in hun eigen sector bij het nastreven van een positieve impact op mens, maatschappij en milieu. Zo verlang ik bijvoorbeeld van deelnemingen dat zij internationale MVO-richtlijnen naleven en ambitieuze doelen stellen. Deelnemingen dienen aandacht te besteden aan de thema’s klimaat en milieu, veilige werkomgeving (inclusief brede diversiteit), mensenrechten en financiële transparantie & anti-corruptie. Bij het uitvoeren van de aandeelhoudersbevoegdheden, zoals het consultatierecht bij de strategie en het goedkeuringsrecht bij investeringen, wordt MVO sterk verankerd. Het ambitieniveau van deelnemingen op MVO zal ik periodiek toetsen.
Strategie en langetermijnwaardecreatie
Het bestuur ontwikkelt een visie op langetermijnwaardecreatie van de vennootschap en formuleert een daarbij passende strategie. Om de betrokkenheid van de staat als aandeelhouder te borgen bij de strategieherziening, wordt de staat geconsulteerd bij de strategie. Binnen langetermijnwaardecreatie komen brede maatschappelijke onderwerpen terug zoals MVO, werkgelegenheid in brede zin en verantwoordelijkheid nemen voor de hele keten waarin de organisatie zich bevindt. Daarnaast komen ook aspecten terug die zich richten op de werknemers van de deelnemingen (zoals acceptabele arbeidsvoorwaarden en een leefbaar loon). Het is aan het bestuur om deze onderdelen in te vullen. Maar in lijn met de motie van het lid Alkaya1 zal ik de deelnemingen hier nadrukkelijk op blijven bevragen en verwacht ik ook hier van deelnemingen een voorbeeldrol.
Investeringen en financiële positie
Ik vind dat investeringen van deelnemingen moeten bijdragen aan het publiek belang én tegelijkertijd financieel rendabel moeten zijn. Als aandeelhouder ga ik de investeringsvoorstellen daarop toetsen. Anders dan voorheen zal ik daarnaast aandacht besteden of de investeringen in lijn zijn met de voorbeeldrol die van deelnemingen mag worden verwacht op MVO-gebied. Ook voor investeringen in de energietransitie kijk ik in een breed perspectief naar de risico-rendementsafweging. Eventuele maatschappelijke gevolgen van het niet doorgaan van een investering worden meegewogen in de besluitvorming. De Nota 2022 bevat daarnaast een kader dat inzicht geeft in hoe ik naar branchevreemde of buitenlandse activiteiten kijk. Activiteiten die alleen een winstoogmerk hebben en niet ondersteunend zijn aan de publieke belangen of gelieerd zijn aan de Nederlandse kernactiviteiten, kunnen niet op mijn goedkeuring rekenen. Als aandeelhouder blijf ik oog houden voor een gezonde financiële positie van deelnemingen. Dat is belangrijk, omdat deelnemingen in staat moeten blijven om hun activiteiten ook op de langere termijn uit te kunnen voeren.
Benoemingen en beloningen
Mijn bevoegdheden rondom benoemingen en het beloningsbeleid wil ik aanwenden om ervoor te zorgen dat er deskundige commissarissen en bestuurders aan het roer van de deelnemingen staan. Bestuurders en commissarissen zijn immers cruciaal voor het functioneren van de onderneming. Het kabinet vindt het van belang dat de samenstelling van een raad van bestuur en een raad van commissarissen divers en evenwichtig is. Het gaat daarbij niet alleen om genderdiversiteit, maar ook om aspecten als culturele achtergrond, leeftijd, seksuele oriëntatie en arbeidsbeperkingen. De staat als aandeelhouder kan hier een positieve bijdrage aan leveren door hierover het gesprek aan te gaan met de deelnemingen.
Het succesvol uitvoeren van dit deelnemingenbeleid en de daarin vastgelegde ambities kan ik niet alleen. Een constructieve dialoog en samenwerking met de deelnemingen is essentieel. Ook zie ik ernaar uit om met uw Kamer in debat te gaan over de invulling van dit deelnemingenbeleid. Tot slot hecht ik er waarde aan dat landen van elkaar kunnen leren over het zo goed mogelijk borgen van publieke belangen via aandeelhouderschap van de staat. Daarom zal ik nog meer de samenwerking zoeken met andere landen en ga ik dit deelnemingenbeleid ook uitdragen in internationaal verband.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
Kamerstuk 36 108, nr. 9.↩︎