Appreciatie van de motie van de leden Haga en Smolders over het waarborgen van de onlineprivacy van burgers en bedrijven
Verwerking en bescherming persoonsgegevens
Brief regering
Nummer: 2022D28951, datum: 2022-07-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32761-241).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid (VVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 32761 -241 Verwerking en bescherming persoonsgegevens.
Onderdeel van zaak 2022Z14009:
- Indiener: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2022-07-07 14:00: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-09-07 11:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2023-09-07 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
32 761 Verwerking en bescherming persoonsgegevens
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 241 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juli 2022
Graag informeer ik u over de appreciatie van het kabinet bij de motie door de leden van Haga en Smolders, die in stemming zal worden gebracht (Kamerstuk 26 643, nr. 876).
De motie verzoekt de regering om de online privacy van burgers en bedrijven te waarborgen en hier strikt op toe te zien, gezien het belang van het recht op privacy.
Het kabinet is uiteraard gecommitteerd aan het beschermen van de grond- en mensenrechten van iedereen die zich in Nederland bevindt. Dit is ook benadrukt in onze Hoofdlijnenbrief digitalisering. Het recht op (online) privacy behoort eveneens tot de grondrechten; het vloeit voort uit het grondrecht van bescherming van het privéleven en de persoonlijke levenssfeer. Op dat terrein is een belangrijke stap gezet met de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Daardoor is er een versterking en uitbreiding van de privacyrechten en zijn er nu duidelijke, stevige bevoegdheden voor alle Europese toezichthouders zoals de Autoriteit Persoonsgegevens.
Het kabinet zet zich er vanzelfsprekend voor in dat wet- en regelgeving in overeenstemming is met de grond- en mensenrechten, en zal dat ook blijven doen. Als de motie mag worden geïnterpreteerd dat deze het kabinet aanmoedigt om kritisch te blijven kijken naar wetgevende voorstellen, nationaal en internationaal, dan kan ik deze oordeel Kamer laten.
De motie roept voorts overheden op het recht op online privacy te respecteren. Graag verwijs ik in dit verband naar de Kamerbrief d.d. 29 april jl. over monitoring sociale media en naleving AVG door overheden (Kamerstuk 32 761, nr. 224). In deze brief heeft de Minister voor Rechtsbescherming, met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris Digitalisering en Koninkrijksrelaties, het belang onderstreept dat juist overheden de AVG naleven. Om te onderzoeken waarom dit nog lang niet altijd goed gaat, is het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) momenteel doende met onderzoek hiernaar. De resultaten worden na de zomer verwacht.
Ten slotte wijs ik nog graag op de motie Leijten/Bosman die de regering dan verzoekt om namens Nederland in Europese onderhandelingen in te brengen dat zorgvuldigheid, menselijke maat en privacy voor moeten gaan op snelheid en/of concurrentiebelangen1.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
Kamerstuk 21 501-20, nr. 1658↩︎