[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nota naar aanleiding van het verslag

Goedkeuring van het op 1 juni 2021 te Nicosia tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Cyprus tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting, met Protocol (Trb. 2021, 80)

Nota n.a.v. het (nader/tweede nader/enz.) verslag

Nummer: 2022D29566, datum: 2022-07-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36053-9).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36053 -9 Goedkeuring van het op 1 juni 2021 te Nicosia tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Cyprus tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting, met Protocol (Trb. 2021, 80).

Onderdeel van zaak 2022Z12025:

Onderdeel van zaak 2022Z14362:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

36 053 Goedkeuring van het op 1 juni 2021 te Nicosia tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Cyprus tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting, met Protocol (Trb. 2021, 80)

Nr. 9 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 8 juli 2022

De leden van de fractie van de SP vragen of Cyprus op de lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden zou staan wanneer de criteria voor deze lijst ten aanzien van Cyprus zouden worden gehanteerd. Verder vragen deze leden welke criteria de Europese Unie (EU) hanteert bij deze lijst.

De lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden wordt samengesteld op basis van de criteria die zijn vastgelegd in bijlage V bij de conclusies van de Raad van 19 december 20171. Deze criteria zien op fiscale transparantie, billijke belastingheffing en de toepassing van BEPS-maatregelen2. De lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden is niet van toepassing op EU-lidstaten. De lidstaten voldoen al aan de gestelde fiscale voorwaarden nu de verscheidene BEPS-maatregelen door middel van verscheidene richtlijnen in de EU zijn ingevoerd.

De leden van de fractie van de SP vragen of bekend is of Cyprus of adequate wijze meewerkt aan de sanctiemaatregelen die de EU aan Rusland heeft opgelegd.

Het kabinet heeft geen signalen ontvangen dat Cyprus niet op adequate wijze mee zou werken aan deze sanctiemaatregen. Het kabinet heeft vernomen dat de Cypriotische regering een commissie in het leven heeft geroepen om de implementatie van de sancties te coördineren. Die commissie wordt voorgezeten door het Cypriotische Ministerie van Financiën, en bestaat verder uit afgevaardigden van verschillende departementen en ministeries, waaronder het Ministerie van Justitie, de Centrale Bank, de Securities and Exchange Commission (CySEC, the Law Office of the Republic, en de Unit for Combating Money Laundering (MOKAS).

De leden van de fractie van de SP vragen of het correct is dat in de toelichtende nota staat dat Cyprus in verband wordt gebracht met belastingconstructies en of bekend is in hoeverre belastingconstructies via Cyprus zijn beëindigd.

Cyprus wordt wel in verband gebracht met belastingontwijking vanwege de hoge inkomende en uitgaande directe buitenlandse investeringen, royalty's, rente- en dividendstromen.3

De Nederlandse inzet bij de onderhandelingen werd uitdrukkelijk mede bepaald door de wens oneigenlijk gebruik en misbruik van het belastingverdrag tegen te gaan. In lijn met het Nederlandse verdragsbeleid zijn in het verdrag alle maatregelen opgenomen waarvan in de BEPS-rapporten is geconcludeerd dat deze minimaal nodig zijn om verdragsmisbruik op een adequate manier te bestrijden (de zogenoemde «minimumstandaard»). Zo worden belastingontwijkingsconstructies onder andere voorkomen doordat in het verdrag een algemene bepaling is opgenomen die verdragsmisbruik beoogt te bestrijden.

De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rijk


  1. Pb EU 2017/C 438/04.↩︎

  2. Hiermee wordt verwezen naar de acties die zijn voortgekomen uit het G20/OESO-project tegen Base Erosion and Profit Shifting.↩︎

  3. Zie bijvoorbeeld de Resolutie van het Europees Parlement van 26 maart 2019 over financiële misdrijven, belastingontduiking en belastingontwijking (2018/2121(INI)) (2021/C 108/02), nummer 330 en het Country Report 2022 van de Europese Commissie, COM(2022) 604 final, blz. 59.↩︎