De Staat van Migratie 2022
Migratiebeleid
Brief regering
Nummer: 2022D30151, datum: 2022-07-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30573-190).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (VVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 30573 -190 Migratiebeleid.
Onderdeel van zaak 2022Z14632:
- Indiener: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-09-07 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-09-14 14:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-10-19 10:00: Vreemdelingen- en asielbeleid (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-12-15 13:05: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
30 573 Migratiebeleid
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 190 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juli 2022
Het migratiedomein is continu in beweging. Ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op en hebben vaak ook invloed op elkaar. Voorbeelden hiervan zijn de blijvende invloed van de COVID-19 pandemie, de komst van evacués uit Afghanistan en ontheemden uit Oekraïne en de huidige problematiek rondom de opvang van asielzoekers. Dergelijke gebeurtenissen zijn erg zichtbaar, hebben grote invloed op Nederland en vergen acuut handelen. Er gaat daardoor veel aandacht naar uit, terwijl het migratiedomein uit zoveel meer onderwerpen bestaat. In de Staat van Migratie wordt jaarlijks over de volle breedte van het migratiedomein gerapporteerd. Daarnaast beschrijft de Staat van Migratie de inzet van dit kabinet op nationaal, Europees en internationaal niveau om een rechtvaardig, humaan en effectief asiel- en migratiebeleid te realiseren.
Mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenleving, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening bied ik uw Kamer de Staat van Migratie 2022 aan.
De ambitie die het kabinet zichzelf in het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) heeft gesteld, is om meer grip op migratie te krijgen. Op dit moment is het migratiesaldo historisch gezien erg hoog. Daarom is het van belang om te weten wie er binnenkomt, wie mag blijven, wie moet vertrekken en waarom het migratiesaldo hoog is? De kabinetsinzet stoelt daarbij op twee pijlers die naast elkaar staan en gelijktijdig en in samenhang worden uitgevoerd: het verbeteren en versterken van legale migratie en parallel het beperken van irreguliere migratie, bestrijden van overlast en misbruik en bevorderen van terugkeer bij onrechtmatig verblijf. Het doel is om migratie zoveel mogelijk gestructureerd te laten verlopen en om ongewenste migratiebewegingen zoveel mogelijk te beperken. Dat is nodig om de druk op voorzieningen, zoals huisvesting, te beperken en het draagvlak voor migratie in de samenleving te behouden en versterken. Daarbij heeft het kabinet steeds oog voor de vraag in hoeverre migratie aansluit bij de draagkracht en behoefte van de Nederlandse samenleving.
Om grip te krijgen is het in de eerste plaats van belang om inzicht en overzicht te hebben: welke (cijfermatige) ontwikkelingen zijn er, wat is de inzet van beleid en wat is het effect daarvan? De tweede editie van de Staat van Migratie gaat, net als de vorige editie, in op al deze vragen. Zo beschrijft de rapportage de aantallen migranten op Nederlands, Europees en internationaal niveau; de migratiebewegingen van migranten naar Nederland voor bijvoorbeeld werk, gezin en studie van binnen de Europese Unie, van buiten de Europese Unie en asielmigranten; en de aantallen van vertrek, huisvesting, inburgering en naturalisatie in 2021. Daarbij worden ook de belangrijkste beleidsmatige ontwikkelingen in 2021 genoemd.
Nieuw aan deze editie is dat, naast een terugblik, ook een vooruitblik wordt gegeven. Waar de eerste editie tot stand kwam in een periode van een demissionair kabinet, is deze editie het product van een nieuw kabinet met nieuwe ambities en plannen, waaronder steun aan opvang in de regio, een focus op de brede migratiepartnerschappen1, inzet op het verbeteren van het Europese asielstelsel, aandacht voor een toekomstbestendige uitvoering in Nederland en de mogelijke ontwikkeling van een beleidsmatig richtgetal voor migratie. Om die reden wordt, zoals toegezegd in de Hoofdlijnennotitie van JenV,2 een eerste beeld geschetst van de uitwerking en realisatie van het nieuwe kabinetsbeleid op het terrein van migratie. Daarmee slaat deze editie voor het eerst een brug tussen toekomst en verleden, tussen ambitie en vertrekpunt.
Vanaf de start van de Staat van Migratie is het uitgangspunt geweest dat migratie veel raakvlakken heeft met meerdere beleidsdomeinen. Om die reden is de rapportage ook dit jaar weer een gezamenlijke productie van de Ministeries van Justitie en Veiligheid, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Buitenlandse Zaken en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ook de uitvoeringsorganisaties in de migratieketen zijn nauw betrokken bij de totstandkoming. Het resultaat is dat een breed scala aan onderwerpen een plek heeft gekregen in de Staat van Migratie, waardoor het dé rapportage op het terrein van migratie is.
Cijfermatige ontwikkelingen 2021
In de thematische hoofdstukken van de Staat van Migratie 2022 staan de cijfermatige ontwikkelingen in het jaar 2021 centraal. Deze ontwikkelingen worden vergeleken met 2020 en 2019. De cijfers van 2021 worden met twee voorgaande jaren vergeleken in plaats van met één voorgaand jaar zoals gebruikelijk is. De reden hiervoor is dat de COVID-19-pandemie grote invloed heeft gehad op het aantal migranten dat in 2020 van en naar de Europese Unie en Nederland is gegaan. Het jaar 2020 was ook voor migratie een uitzonderlijk jaar en vormt daarmee minder geschikt als referentiejaar. Om de ontwikkelingen in 2021 beter te kunnen duiden, wordt daarom eenmalig ook de data over 2019 getoond.
Terugkijkend op 2021 blijkt dat zowel reguliere migratie als asielmigratie naar Nederland rond het niveau van 2019 ligt. De COVID-19-pandemie zorgde in 2020 voor een sterke afname van migratie naar Nederland. In 2021 is het effect van de pandemie over het gehele jaar genomen minder zichtbaar. Alleen het aantal terugkerende vreemdelingen die onrechtmatig in Nederland verblijven was in 2021 nog fors lager dan voor de pandemie. De aanvullende maatregelen die landen namen om te voorkomen dat (nieuwe varianten van) COVID-19 het land binnenkomen, maakten het ook in 2021 moeilijker om terugkeer te realiseren.
Daarnaast is opvallend dat over geheel 2021 gezien asielmigratie naar Nederland het niveau van voor de COVID-19-pandemie heeft bereikt. De komst van asielzoekers is echter onevenwichtig over het jaar verspreid. Zo zijn in de tweede helft van het jaar drie keer zoveel eerste asielaanvragen ingediend als in de eerste helft van het jaar. Ook het aantal nareizigers dat in het kader van gezinshereniging naar Nederland is gekomen, is in de loop van 2021 fors toegenomen. De belangrijkste reden hiervoor is het wegvallen van veel COVID-reisbeperkingen in de loop van 2021.
Doorontwikkeling Staat van Migratie
Deze editie van de Staat van Migratie staat niet op zichzelf. Net als het migratiedomein is ook de rapportage continu in ontwikkeling. De ambitie hierbij is dat de Staat van Migratie jaarlijks wordt verrijkt met relevante informatie over migratie, in het bijzonder informatie over de invloed op de Nederlandse samenleving. Op basis van die nieuwe kennis en inzichten beoogt het kabinet ervoor te zorgen dat migratie aansluit op de draagkracht en behoefte van de Nederlandse samenleving.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg