[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Programmatische uitwerking van de Toekomstagenda: zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking

Gehandicaptenbeleid

Brief regering

Nummer: 2022D30177, datum: 2022-07-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24170-262).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 24170 -262 Gehandicaptenbeleid.

Onderdeel van zaak 2022Z14642:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

24 170 Gehandicaptenbeleid

Nr. 262 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juli 2022

Met deze brief informeer ik u over de programmatische uitwerking van de «Toekomstagenda: zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking» (hierna: Toekomstagenda 2022–2026). Dit is een uitwerking van de Toekomstagenda die door de toenmalige Minister voor Medische Zorg en Sport op 26 mei 2021 (Bijlage bij Kamerstuk 24 170, nr. 245) naar uw Kamer is gestuurd. Naast een toelichting op deze uitwerking ga ik in deze brief wat uitgebreider in op twee onderdelen van de Toekomstagenda: het thema levenslang, levensbreed Wmo en de borging van de pilots gespecialiseerde cliëntondersteuning.

Programmatische uitwerking Toekomstagenda

Nederland wil een inclusieve samenleving zijn, waar iedereen naar wens en vermogen mee kan doen. De basis hiervoor is de bekrachtiging van het VN-verdrag handicap door de Nederlandse overheid in 2016. De afgelopen jaren is daar via verschillende programma’s aan gewerkt, onder andere via het programma Onbeperkt Meedoen en het programma Volwaardig Leven. Met dit laatste programma is een succesvolle impuls aan de beweging richting toekomst-bestendige gehandicaptenzorg gegeven, gericht op mensen met een intensieve zorg- en ondersteuningsvraag. De partijen die betrokken waren bij het programma realiseerden zich dat het werken aan een toekomstbestendige gehandicaptenzorg gaat om een grotere en complexere opgave, waarvoor meer tijd nodig is om te komen tot structurele oplossingen die over domeinen heen kijken. Daarom hebben zij gezamenlijk de Toekomstagenda opgesteld, waarmee zij de noodzakelijke, volgende stap wilden zetten.

Sinds het aanbieden van de Toekomstagenda aan uw Kamer op 26 mei 2021 heeft de wereld niet stilgestaan. In afwachting van een nieuw kabinet zijn de partijen verder met elkaar in gesprek gegaan over de vraag hoe de Toekomstagenda in de praktijk vorm zou moeten krijgen. Daarnaast hebben Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) met elkaar bestuurlijke afspraken gemaakt, waarmee zij, over de as van de inhoud langs 5 kanslijnen, de transitie naar een duurzame, toekomstbestendige en betaalbare gehandicaptenzorg willen maken. Het huidige kabinet heeft dit voorjaar besloten middelen vrij te maken voor het uitvoeren van de Toekomstagenda. Deze ontwikkelingen waren voor de partijen van de Toekomstagenda aanleiding om te komen tot een concretisering van de Toekomstagenda 2021. Daarbij is ook het Visiedocument gehandicaptenzorg 2030 van de VGN betrokken.

Om de beweging naar een toekomstbestendige zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking nog robuuster te maken is vorig jaar in de Toekomstagenda 2021 gekozen voor vijf thema’s: complexe zorg, mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB)1, cliëntondersteuning, technologie & innovatie en vakmanschap & arbeidsmarkt. Aan deze vijf thema’s is nu, in de programmatische uitwerking van de Toekomstagenda, het thema «levenslang en levensbreed Wmo» toegevoegd, dat ik hieronder nader zal toelichten. Alle thema’s van de Toekomstagenda kennen onderlinge samenhang, hetgeen de complexiteit van de sector en de zorgvraag van mensen met een beperking illustreert. Juist vanwege de sterke onderlinge samenhang wordt de Toekomstagenda programmatisch uitgewerkt en uitgevoerd. Onderdeel daarvan is een governancestructuur die betrokken partijen in staat stelt de samenhang te bewaken. Ook zal er een jaarlijkse voortgangsrapportage worden gemaakt, die ik aan uw Kamer zal doen toekomen. In de bijlage treft u de programmatische uitwerking van de Toekomstagenda aan.

Het komende halfjaar zal bestaan uit het verder uitwerken van de acties en het zoeken van partnerschappen om die uitvoering te begeleiden. Zowel bij de uitwerking als tijdens de uitvoering van de acties in de komende jaren geldt nadrukkelijk dat de wijze waarop de acties worden uitgevoerd niet in beton is gegoten. Juist bij het verder op gang brengen van een beweging hoort dat er ruimte is om te leren en tussentijds bij te stellen. Daarbij speelt ook een rol dat in het karakter van de Toekomstagenda – het versterken van de beweging naar toekomstgerichte gehandicaptenzorg – verweven zit dat de acties zich richten op de middellange termijn. Ik ben me er terdege van bewust dat de gehandicaptenzorg echter ook een aantal urgente vraagstukken kent. De complexe zorg staat bijvoorbeeld onder druk en juist voor deze groep knellen de tekorten op de arbeidsmarkt. Daarover ben en blijf ik uiteraard in gesprek met de sector om te zoeken naar oplossingen.

Toevoeging thema Levenslang, levensbreed Wmo

Diverse partijen, waaronder cliëntorganisaties en betrokkenen uit de zorgsector, constateerden dat de Toekomstagenda aanvullingen vereiste voor de doelgroep mensen die een levenslange, levensbrede beperking hebben, thuis wonen en die zijn aangewezen op Wmo-ondersteuning om met eigen regie volwaardig te kunnen participeren in de samenleving. Denk aan dagbesteding of begeleiding. Om deze reden is er een hoofdstuk toegevoegd aan de Toekomstagenda: levenslang, levensbreed Wmo. Dit thema is gericht op deze groep «thuiswonenden». Dit is een grote en heterogene groep mensen met verschillende (ondersteunings)behoeften en een verschillende mate van zelfredzaamheid. De overeenkomst is dat ze een blijvende beperking hebben, zoals een fysieke beperking, autisme, niet aangeboren hersenletsel (NAH), een chronische ziekte, een ontwikkelingsstoornis die op jonge leeftijd is ontstaan of een licht verstandelijke beperking. Uiteraard heeft niet iedereen met een levenslange beperking Wmo-ondersteuning nodig, maar dit hoofdstuk richt zich op de groep die dat wél nodig heeft. Met name waar het gaat om mensen met een (licht) verstandelijke beperking zijn er sterke raakvlakken met het hoofdstuk over LVB en dit hoofdstuk. Bij de thuiswonende cliënt met een complexere ondersteuningsbehoefte zit er ook een raakvlak met de hoofdstukken complexe zorg en cliëntondersteuning, omdat het tijdig inzetten van de juiste zorg en ondersteuning kan voorkomen dat de situatie van mensen vastloopt en de zorgbehoefte als gevolg daarvan groeit.

Het zesde hoofdstuk heeft tevens een sterk raakvlak met de doelgroep jeugdigen met een levenslange en levensbrede beperking/aandoening die van invloed is op hun gehele levensloop. Binnen de Hervormingsagenda Jeugd worden, in samenhang en samenwerking met de Toekomstagenda, acties ontwikkeld voor het realiseren van een goede toegang en uitvoering van zorg en ondersteuning voor deze doelgroep. Zodat deze jeugdigen kwaliteit van leven ervaren en zich naar vermogen kunnen ontwikkelen en participeren in de samenleving. Hun gezinnen worden hierbij ondersteund, zodat de draagkracht van het gezin behouden blijft en de impact op het gezin, waar mogelijk, wordt verkleind.

Borging pilots gespecialiseerde cliëntondersteuning

Een van de onderwerpen die terugkomt in de Toekomstagenda betreft cliëntondersteuning. In 2018 is gestart met de vijf pilots gespecialiseerde cliëntondersteuning voor de doelgroepen: ZEVMB (zeer ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen), Autisme, NAH (niet-aangeboren hersenletsel), LVB met gedragsproblematiek en Naasten. Zowel het onderzoeksrapport van DSP over de vijf pilots gespecialiseerde cliëntondersteuning als de eindrapporten van de pilots laten zien dat de geboden ondersteuning meerwaarde heeft voor de deelnemers en wijzen op een positieve businesscase. Het kabinet geeft een vervolg aan de vijf pilots gespecialiseerde cliëntondersteuning (GCO) en stelt financiële middelen beschikbaar voor de borging.

In 2023 zal worden gebouwd aan het borgen van deze vorm van ondersteuning door middel van financiering van VWS voor de periode 2024–2028. In het bijzonder faciliteert deze wijze van borging het beoogde type ondersteuning van de pilots: domein overstijgende ondersteuning (over zorgdomeinen heen en levensbreed), ondersteuning van naasten, en mogelijkheden voor een landelijke signalerings- en leerfunctie. In de huidige wet- en regelgeving, met name in de Wlz, ontbreekt nu de mogelijkheid dit te borgen. De pilots worden verlengd tot eind 2023 om de structurele situatie te kunnen vormgeven. De uitvoerende organisatie wordt direct door VWS gefinancierd en dus niet via inkoop van gemeenten of zorgkantoren. Doelstelling is dat de GCO in 2024 volledig operationeel is en de gespecialiseerde cliëntondersteuning voor de verschillende doelgroepen gebundeld aangeboden wordt. Daarbij is het nadrukkelijk de bedoeling te komen tot een «leerloop» waarin de geleerde lessen uit de gezinspraktijk worden ingebracht bij gemeenten en bij verschillende instanties. Voor de pilot met de doelgroep autisme geldt dat de meeste mensen in aanmerking komen voor ondersteuning via de Wmo. Daar is geen wettelijke belemmering om de ondersteuning, vergelijkbaar met zoals die in de pilot is geboden, te organiseren. Voor die pilot zal ik in overleg met de VNG bezien hoe de wijze van ondersteuning zoals die in deze pilot werd geboden zo spoedig mogelijk in de reguliere ondersteuning vanuit gemeenten kan worden geborgd. Ik zal daarbij tenminste het concept van levensloopbegeleiding als best practice onder de aandacht brengen van gemeenten.

Het doel van de ondersteuning vanuit GCO is er op gericht om de kwaliteit van leven van cliënten en naasten te verbeteren. De deelnemers aan de pilots hebben een levenslange beperking waarbij er sprake is van een complexe zorgvraag in combinatie met een vastgelopen situatie. Bij de vormgeving en opschaling van de GCO vormen de huidige doelgroepen het vertrekpunt. De huidige deelnemers aan de pilots vallen automatisch onder de landelijke GCO, tenzij de ondersteuning voor de start van de GCO verantwoord afgesloten of overgedragen kan worden. De huidige deelnemers hoeven niet opnieuw door een toegangsprocedure.

De eerste stappen in de vormgeving van de borging van de gespecialiseerde cliëntondersteuning zijn in gang gezet. De Argumentenfabriek heeft in opdracht van VWS denksessies gefaciliteerd over de uitgangspunten van de vormgeving van GCO. Verschillende partijen hebben gezamenlijk twee overzichtskaarten opgesteld over de uitkomsten van de pilots en uitgangspunten om GCO succesvol landelijk te borgen. In de bijlage treft u beide overzichtskaarten, die ik gebruik als inspiratiebron bij de vormgeving van de GCO, aan.

Tot slot

Het nu voorliggende document is de programmatische uitwerking van de thema’s die vorig jaar in de Toekomstagenda zijn benoemd, waaraan het zesde hoofdstuk Levenslang, levensbreed Wmo is toegevoegd. Deze uitwerking is tot stand gekomen op basis van overleg met betrokken partijen. Met de programmatische uitwerking van de Toekomstagenda is een «bouwplaat» neergelegd waarin alle betrokken partijen zich herkennen. Deze biedt een goed fundament voor alle partijen om na de zomer te starten met het oppakken van de verschillende acties. Tegelijkertijd realiseren alle partijen zich dat de Toekomstagenda raakt aan andere trajecten (waaronder Onbeperkt Meedoen, de Hervormingsagenda Jeugd, de ambities uit de bestuurlijke afspraken die ZN en de VGN hebben gesloten, het Integraal Zorgakkoord (IZA), het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) of het thema behandeling in het Coalitieakkoord). De samenhang met andere trajecten moet worden geborgd. In het verlengde hiervan spelen ook thema’s die nadere uitwerking vragen; bijvoorbeeld de wijze waarop cliëntenorganisaties kunnen worden gefaciliteerd om inzet en betrokkenheid bij de Toekomstagenda te realiseren en het betrekken van ervaringsdeskundigen en hun naasten in de diverse acties. Zowel in deze gesprekken als in de uitwerking van de Toekomstagenda is de ambitie van alle betrokken partijen merkbaar om dit samen op te pakken en de zorg en ondersteuning voor mensen te verbeteren en toekomstbestendig te maken. Ik verheug mij dan ook op de samenwerking.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,
C. Helder


  1. Met het hoofdstuk over de LVB groep waarin we tevens een vervolg geven aan het onderwerp talentontwikkeling, wordt uitvoering gegeven aan mijn toezegging gedaan in mijn brief van 10-02-2021 (Kamerstuk 34 104, nr. 321) om beleidsmatig opvolging te geven aan het onderzoeksrapport over Parc Spelderholt.↩︎