Stand van zaken uitwerking COP26-verklaring
Internationale klimaatafspraken
Brief regering
Nummer: 2022D30204, datum: 2022-07-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31793-209).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Onderdeel van kamerstukdossier 31793 -209 Internationale klimaatafspraken .
Onderdeel van zaak 2022Z14649:
- Indiener: M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2022-09-08 14:35: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-09-15 09:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2023-02-23 13:00: Exportkredietverzekeringen/Handelsinstrumentarium (Commissiedebat), vaste commissie voor Financiën
- 2023-03-09 13:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
31 793 Internationale klimaatafspraken
Nr. 209 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juli 2022
Tijdens de COP26-conferentie heeft Nederland de verklaring ondertekend voor het in lijn brengen van internationale overheidssteun met de groene energietransitie («de COP26-verklaring»). Het kabinet heeft op 8 november 20211 aangegeven in overleg met stakeholders te werken aan een zorgvuldige implementatie met behoud van kennis en banen, in het bijzonder voor de exportkredietverzekering. Op 7 april jl. is een brief2 aan uw Kamer gestuurd, waarin de voortgang beschreven werd. Met deze brief informeer ik uw Kamer over het verdere proces en het internationale speelveld. Het kabinet streeft ernaar om tijdig voor COP27, een meer gedetailleerde invulling van het beleid aan uw Kamer te versturen. U ontvangt deze brief mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Minister voor Klimaat en Energie en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.
De COP26-verklaring biedt, onder erkenning van de bevindingen van de IPCC en IEA’s net zero analyse, richting voor nieuw beleid (beëindiging nieuwe directe overheidssteun aan de internationale unabated fossiele energiesector voor 1 januari 20233). De verklaring schrijft echter niet gedetailleerd voor welke fossiele activiteiten wel en niet meer door overheden gesteund kunnen worden. Dit betekent dat in de uitwerking interpretatieverschillen tussen de COP26-ondertekenaars kunnen ontstaan, die van invloed kunnen zijn op het gelijke speelveld. De Russische invasie in Oekraïne vraagt daarbij om een extra zorgvuldige uitwerking van de COP26-verklaring t.a.v. energiezekerheid.
Het kabinet heeft op basis van klimaatrapporten, gesprekken met stakeholders en beleid van landen die reeds voldoen aan de COP26-verklaring al veel stappen gezet, maar acht het met het oog op bovenstaande van belang om voldoende tijd te nemen voor een zorgvuldige uitwerking van het beleid. Hiermee houdt het kabinet ook rekening met moties die door uw Kamer zijn ingediend (Klink c.s.4; Sjoerdsma en Van Ojik5; Heinen c.s.6).
Uitwerking van de COP26-verklaring
Het kabinet heeft zich met het coalitieakkoord (bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) gecommitteerd de 1,5°C doelstelling van het Klimaatakkoord van Parijs na te streven. De implementatie van de COP26-verklaring kan een belangrijke bijdrage leveren aan de internationale inzet om dit doel te bereiken. Met bedrijven is onder de Rijkscommissie een publiek-private High Level Group (HLG) opgericht, die in het afgelopen halfjaar maandelijks bijeen is gekomen. In de HLG zaten vertegenwoordigers van grootverbruikers van de exportkredietverzekering voor wie de verklaring directe consequenties heeft7 en VNO-NCW, betrokken ministeries8, uitvoerder Atradius Dutch State Business en Invest International. Onder de HLG hebben twee publiek-private werkgroepen overleg gevoerd: één werkgroep over de interpretatie en de reikwijdte van de verklaring en één over flankerend overheidsbeleid.
Met Ngo’s9 heeft daarnaast maandelijks overleg plaatsgevonden, waarbij relevante aspecten rond de interpretatie van de COP26-verklaring zijn besproken. De inzichten uit de HLG en gesprekken met Ngo’s over de reikwijdte, interpretatie en flankerend beleid ter ondersteuning van Nederlandse bedrijven in de energietransitie leveren waardevolle inzichten op voor een zorgvuldige interpretatie van de verklaring. Dit geldt ook voor de gezamenlijke tripartiete sessie die half mei heeft plaatsgevonden met bewindspersonen, bedrijven en Ngo’s.
Internationaal speelveld
Het kabinet zet zich in voor een gelijk internationaal speelveld door zoveel mogelijk samen op te trekken met andere landen om publieke steun aan de fossiele energiesector stop te zetten en met huidige ondertekenaars af te stemmen over de interpretatie van de COP26-verklaring. Dit gebeurt door bilaterale contacten, maar ook in werksessies die door het Verenigd Koninkrijk zijn georganiseerd. Daarnaast heeft de Export Finance for Future coalitie10 (E3F) afgesproken dat de E3F-landen informatie gaan uitwisselen over de implementatie van de COP26-verklaring.
Uit deze contacten blijkt dat landen bezig zijn met de uitwerking van de verklaring, maar nog niet zo ver zijn dat ze nieuw beleid kunnen presenteren. Behalve het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Zweden, hebben andere ondertekenaars nog geen beleid gepresenteerd. Het is de verwachting dat hierover pas meer duidelijkheid ontstaat in het najaar. Het kabinet zal de komende periode zijn inspanningen voor afstemming met het oog op een eerlijk speelveld onverminderd voortzetten en hierbij in het bijzonder oog hebben voor België, Frankrijk en Duitsland. Via klimaatdiplomatie wordt daarnaast ingezet op verdere uitbreiding van de groep ondertekenaars van de COP26-verklaring. Tot slot heeft ook de G7 de doelstellingen van de COP26-verklaring opgenomen in hun communiqué.
Vervolgproces
Op basis van overleg met andere landen wordt het beleid nader uitgewerkt. Hierover zal uw Kamer in het najaar geïnformeerd worden. De aanpassingen voor de exportkredietverzekering als gevolg van de COP26-verklaring zullen breed geconsulteerd worden door Atradius Dutch State Business.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
Kamerstuk 31 793, nr. 202.↩︎
Kamerstuk 31 793, nr. 205.↩︎
Met uitzondering van beperkte en duidelijk gedefinieerde omstandigheden die consistent zijn met 1,5°C opwarming en de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs.↩︎
Motie van het lid Klink c.s. (Kamerstuk 35 925 XVII, nr. 23).↩︎
Motievan de leden Sjoersma en Van Ojik (Kamerstuk 35 570 V, nr. 40).↩︎
Motie van het lid Heinen c.s. (Kamerstuk 26 485, nr. 387).↩︎
Bodewes Shipyards; Boskalis; DAMEN; Van Oord; en Royal IHC.↩︎
Ministeries van Financiën, Buitenlandse Zaken, Economische Zaken en Klimaat en Infrastructuur en Waterstaat.↩︎
BothENDS; Milieudefensie; en Oil Change International.↩︎
De landen die deelnemen aan E3F zijn: Nederland, Frankrijk, Duitsland, Zweden, Denemarken, Italië, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Finland en België.↩︎