Uitstel beantwoording vragen van het lid Van Nispen over de noodzaak tot het wettelijk verankeren van zaakstoedeling in de rechtspraak
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2022D30224, datum: 2022-07-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-3457).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Onderdeel van zaak 2022Z12156:
- Gericht aan: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Indiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
3457
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de noodzaak tot het wettelijk verankeren van zaakstoedeling in de rechtspraak (ingezonden 15 juni 2022).
Mededeling van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 7 juli 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «De regeling van toedeling van zaken aan rechters»?1 Wat is daarop uw reactie?
Vraag 2
Deelt u de mening dat zaakstoedeling de rechterlijke onafhankelijkheid en onpartijdigheid beïnvloed en dat rechters daarom altijd aselect moeten worden toebedeeld aan zaken? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 3
Bent u het met de auteur eens dat het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EVRM) inderdaad heeft vastgesteld dat het ontbreken van een wettelijke regeling voor zaakstoedeling een inbreuk vormt op artikel 6 EVRM? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 4
Deelt u de mening dat de Code zaakstoedeling geen enkele juridische betekenis heeft omdat het wordt vastgesteld in de vergadering van de presidenten van de gerechten, terwijl die vergadering geen wettelijke verankering kent?
Vraag 5
Bent u bereid een wetsvoorstel aan de Staten-Generaal toe te zenden om de Code zaakstoedeling wettelijk te verankeren van rechtbanken, gerechtshoven, de Centrale Raad van Beroep, het College van Beroep voor het bedrijfsleven, de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de Hoge Raad?
Vraag 6
Hoe kijkt u aan tegen het Duitse model zoals door de auteur geschetst?
Vraag 7
Bent u in ieder geval bereid in objectieve criteria vast te leggen welke zaken niet aselect te hoeven worden toebedeeld in artikel 4 van de Code? Kunt u uw antwoord toelichten?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Nispen (SP), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over de noodzaak tot het wettelijk verankeren van zaakstoedeling in de rechtspraak (ingezonden 15 juli 2022) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
NJB, 2022(20), De regeling van toedeling van zaken aan rechters, 10 juni 2022.↩︎