Besmetting met Afrikaanse varkenspest op een varkensbedrijf in Emsbüren Duitsland en aanvullende inzet in Nederland
Dierziektebeleid
Brief regering
Nummer: 2022D30574, datum: 2022-07-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29683-260).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Onderdeel van kamerstukdossier 29683 -260 Dierziektebeleid.
Onderdeel van zaak 2022Z14836:
- Indiener: H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2022-09-07 11:15: Procedurevergadering LNV (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2022-09-07 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-09-19 14:00: Landbouw- en Visserijraad 26 september (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2022-10-13 16:30: Zoönosen en dierziekten (Commissiedebat), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2022-12-15 13:05: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
29 683 Dierziektebeleid
Nr. 260 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juli 2022
Met deze brief informeer ik de Tweede Kamer over de recente uitbraken met Afrikaanse varkenspest (AVP) op twee varkenshouderijen in Duitsland. Eén daarvan ligt in Emsbüren, net over de grens met Overijssel. In deze brief ga ik ook in op acties in Nederland die al lopen en die ik nu in gang zet, en de risicobeoordeling van de deskundigengroep dierziekten gedaan op 5 juli jl.1
Informatie over de uitbraak in Duitsland
Er zijn op 2 juli jl. twee uitbraken met AVP op varkenshouderijen in Duitsland gemeld. De dichtstbijzijnde betreft een besmetting op een zeugenbedrijf met 280 zeugen in Emsbüren, in de landkreis Eemsland, in de deelstaat Nedersaksen. Deze locatie ligt op ongeveer 15 km van de Nederlandse grens, ter hoogte van Denekamp in Overijssel. De Duitse autoriteiten hebben direct na de bevestiging door het nationaal referentielaboratorium maatregelen ingevoerd, conform de Europese regelgeving (Verordening (EU) 2020/687), waaronder het instellen van een beperkingszone van 10 km rond de uitbraak. De beperkingszone ligt niet op Nederlands grondgebied. Er hoeft daarom in Nederland geen gebied met vervoersbeperkingen te worden ingesteld. Dat kan anders worden als AVP op grotere schaal in de omgeving verspreid is dan nu bekend is.
Op basis van wat we nu weten lijkt de besmetting het gevolg van menselijk handelen, gezien de afstand van deze uitbraak tot andere besmette locaties en besmette wilde zwijnenpopulaties. Emsland is een bedrijfsdicht gebied met veel varkenshouderijen in de 10km-zone; de kans bestaat daarom dat virusverspreiding tussen bedrijven optreedt. De Duitse autoriteiten doen onderzoek naar de mogelijke route van besmetting en zullen omliggende bedrijven screenen, conform de Europese regelgeving. Er zijn op dit moment nog geen aanwijzingen dat wilde zwijnen in de regio besmet zijn met AVP.
Een tweede uitbraak werd op dezelfde dag bevestigd. Dit is een vleesvarkensbedrijf met 1.300 vleesvarkens in de deelstaat Brandenburg. Hiervan is ook niet bekend hoe het virus daar terecht is gekomen. Dit bedrijf ligt in de regio waar AVP al langere tijd bij wilde zwijnen voorkomt.
De risicobeoordeling die conform staand beleid door de NVWA wordt uitgevoerd heeft geen aanwijzingen opgeleverd van transporten van varkens vanuit die regio’s de afgelopen zes weken.
Epidemiologische situatie in de Europese Unie
In Duitsland zijn, sinds de introductie van AVP in september 2020, enkele bedrijven besmet geraakt; drie in het oosten, één in Mecklenburg-Vorpommern, één in het zuidwesten in Baden-Württemberg in juni dit jaar, en nu dus twee nieuwe uitbraken. Er zijn ook besmette wilde zwijnen, in het oosten van het land. In Italië zijn op diverse locaties wilde zwijnen besmet, rond Rome en in Piëmont. Ook is onlangs een kleinschalige varkenshouderij nabij Rome besmet geraakt. Verder zijn ook besmettingen in Estland, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Bulgarije, Hongarije, en Slowakije, veelal bij wilde zwijnen maar ook bij, meestal kleinschalige varkenshouderijen. Vanuit Griekenland zijn recent geen meldingen gedaan.
De Europese Commissie heeft onlangs nog weer gezegd dat er geen aanwijzingen zijn dat de verspreiding van AVP virus de afgelopen jaren het gevolg is van de legale handel in dieren of dierlijke producten. Illegale handel of onachtzaamheid van mensen bij het vervoer, gebruik en achterlaten van met virus verontreinigd materiaal is vaak de bron van een introductie op houderijen en deels ook bij wilde zwijnen. Dit is in elk geval aan de orde bij de verspreiding van het virus over grote afstanden, zoals we de laatste tijd hebben gezien, in bijvoorbeeld Duitsland en Italië.
De situatie in de Europese Unie wordt maandelijks besproken bij de Standing Committee on Plants, Animals, Food and Feed, van de Europese Unie. Ook gebeurt dit bij meetings van de Chief Veterinary Officers (CVO’s), bij de Landbouwraad, en andere gremia. Er is nauw contact tussen de CVO’s van de EU hierover, zo ook nu tussen de Nederlandse en de Duitse CVO.
Eerder ingezette acties ter preventie van AVP in Nederland
Ik heb sinds de eerste besmetting met AVP virus zich heeft voorgedaan in de oostelijke lidstaten van de Europese Unie, in 2014, en vooral na de besmetting in België in september 2018, meerdere acties in gang gezet. Ik heb de Tweede Kamer daarover geregeld geïnformeerd (Kamerstukken 28 286 en 29 682, nr. 1230; Kamerstukken 28 286 en 29 683, nr. 1207; Kamerstuk 29 683, nr. 251, Kamerstuk 28 286, nr. 1062; Kamerstukken 29 683, nrs. 244, 245, 246 en 253). Ik noem hieronder enkele van deze acties.
Draaiboek bestrijding AVP bij wilde zwijnen
Ik heb in 2018 een draaiboek voor de aanpak van AVP bij wilde zwijnen gepubliceerd. Dit heb ik afgestemd met de provincies waar veel wilde zwijnen voorkomen. Het draaiboek ten behoeve van de bestrijding bij gehouden varkens, en bij wilde zwijnen, is aangepast naar aanleiding van de nieuwe diergezondheidsverordening ((EU) 2016/429). Ik verwacht deze draaiboeken op korte termijn te publiceren en aan de Tweede Kamer aan te bieden.
Preventieteam
Er is in september 2018 een preventieteam opgericht, met veel sectorpartijen (Producentenorganisatie varkenshouderij POV, Centrale organisatie voor de vleessector COV, Vionfood, RoyalGD, Hobbyvarkenvereniging (HVV), Jagersvereniging, Vee en Logistiek Nederland V&LNL, Koninklijke Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD), de NVWA en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)noord b) die geregeld overleggen, nieuwe doelgroepen identificeren om deze te informeren over de risico’s van varkenspestverspreiding, en voorlichting en communicatie op elkaar afstemmen. Er is aandacht voor reizigers, chauffeurs en werknemers uit landen met AVP. Er wordt in dit gremium ook veel aandacht besteed aan het belang van hygiënemaatregelen, en het risico van het achterlaten van varkensvleesproducten en keukenafval in de natuur, met name in gebieden met wilde zwijnen. De deelnemende sectorpartijen informeren hun achterban hierover zo goed mogelijk.
Werkgroep met provincies
Er is op ambtelijk niveau een werkgroep met LNV en provincies waar veel wilde zwijnen voorkomen, over het beheer van wilde zwijnen. Dit zijn Gelderland, Overijssel, Limburg en Noord-Brabant. Eén van de afspraken die ik in oktober 2018 met de deze provincies heb gemaakt is een actieve inzet op het reduceren van het aantal wilde zwijnen buiten de aangewezen leefgebieden.
Taskforce preventie AVP
Er is in 2019 een taskforce opgericht die een roadmap preventie introductie AVP heeft opgesteld. De Taskforce bestaat uit de POV, vier provincies (Noord-Brabant, Limburg, Overijssel en Gelderland), drie terreinbeherende organisaties (Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en LandschappenNL) en het Ministerie van LNV. Deze roadmap heb ik eind mei 2020 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken 29 683 en 28 807, nr. 251). Hierin staan 16 acties en aanbevelingen die als doel hebben om de kans op introductie verder te verkleinen. De aanbevelingen en acties gaan over het verbeteren van de bioveiligheid op varkensbedrijven en voorlichting over de risico’s, reductie van het aantal zwijnen in de vier provincies en een risicogebaseerde en daarmee gebiedsgerichte aanpak van het beheer van wilde zwijnen en ten slotte het inventariseren van mogelijke routes van besmetting door menselijk handelen, het geregeld informeren van diverse doelgroepen waaronder werknemers uit andere landen en reizigers, en het, waar nodig, verbeteren van de communicatie naar diverse sectorpartijen en andere belanghebbenden. Ik verwacht op korte termijn een update te geven van de resultaten van de acties die de afgelopen twee jaar in het kader hiervan zijn uitgevoerd en de Tweede Kamer hierover te informeren.
Monitoring wilde zwijnen
In Nederland worden wilde zwijnen in verschillende populaties in de provincies steekproefsgewijs bemonsterd voor onderzoek op antistoffen tegen onder andere AVP virus. Dit programma dient om de gezondheidsstatus van wilde zwijnen te monitoren en eventuele trends te onderkennen. Naast deze «serologische» monitoring op geschoten wilde zwijnen, die al een aantal jaren wordt uitgevoerd, is er voor de grofwildcoördinatoren van de wildbeheereenheden (WBE) ook een protocol «dood-gevonden wild zwijn» beschikbaar. In dit protocol staat hoe grofwildcoördinatoren monsters kunnen afnemen van een gevonden dood wild zwijn. Dit is een vorm van early warning om een besmetting bij een wild zwijn sneller te kunnen opsporen dan via het serologische programma.
Gevolgen van de uitbraken in o.a. Duitsland voor Nederland
Er hoeven in Nederland vanwege het instellen van de beperkingszone in Duitsland (Verordening (EU) 2020/687) geen beperkingszones te worden ingesteld. Het voorkómen van besmettingen, bij gehouden varkens en bij wilde zwijnen in Nederland, is van het grootste belang. Onze aandacht is gericht op beide type varkens, gehouden en wild. De kans dat nu een besmetting in Nederland optreedt is nu niet significant verhoogd, maar de ontwikkelingen baren mij en ook de varkenshouders veel zorgen. De kans van een besmetting hangt mede af van de situatie bij de varkenshouderijen in de beperkingszone rond de uitbraak in Emsbüren en in de wilde zwijnenpopulatie net over de grens. Als daarover meer bekend is, zal ik mij beraden op additionele maatregelen.
De kans dat Nederland de komende maanden tot jaren ook wordt geconfronteerd met een uitbraak van AVP hebben de deskundigen in december 2021 ingeschat als klein-matig tot matig-hoog, afhankelijk van de tijdspanne waarvoor de inschatting is gedaan en afhankelijk van de wijze van verspreiding. In de brief van 23 februari 2022 (Kamerstuk 29 683, nr. 258) heb ik de Tweede Kamer daarover geïnformeerd. De deskundigengroep dierziekten is op 5 juli jl. bijeen geweest om een nieuwe beoordeling te geven.
Risicobeoordeling door de Deskundigengroep Dierziekten
De deskundigen stellen vast dat het virus recent over grote afstanden is verspreid, wat gebeurt door menselijk handelen. Dit maakt dat de kans op infectie van een varkensbedrijf in Nederland is toegenomen ten opzichte van de inschatting gedaan in december 2021, ook als de uitbraak in Eemsland niet wordt meegewogen. Als de uitbraak in Emsbüren een geïsoleerd geval is dat door Duitsland snel wordt gecoupeerd, schatten de deskundigen de kans op besmetting van een varkensbedrijf in Nederland de komende weken in als klein, tot maximaal medium; de kans is dan iets toegenomen ten opzichte van de inschatting in december 2021, en is gebaseerd op de bovengenoemde bewegingen van het virus in Europa en mogelijke Nederlandse contacten in de besmette regio. Als er virusverspreiding tussen bedrijven in Duitsland is of een besmetting bij wilde zwijnen, dan wordt de kans aanzienlijk hoger ingeschat.
De kans van verspreiding door wilde zwijnen in Nederland achten de deskundigen nu klein, tot maximaal medium, omdat er nog geen aanwijzing is dat er een infectie zit bij zwijnen in het aan Nederland grenzende deel van Duitsland. Als die populatie wel besmet raakt of al is, dan is de kans zeer groot dat ook de wilde zwijnen in Overijssel besmet raken.
Varkenshouderij
De verspreiding van AVP virus in andere lidstaten is vaak het gevolg van nalatigheid van mensen, door menselijk handelen dus. Ook de besmettingen in Emsbüren, Baden-Württemberg en vermoedelijk ook Brandenburg, lijken op die manier te zijn binnengebracht. Varkenshouders zijn zelf verantwoordelijk om de ziekte buiten hun stallen te houden. Het is van het grootste belang dat alle houders van varkens, commercieel en hobbymatig, passende bioveiligheidsmaatregelen toepassen. Dat betekent bijvoorbeeld het wisselen van schoeisel en kleding bij het betreden van de stal of andere verblijfsruimten van varkens, een doucheprotocol volgen, en geen materialen bij de varkens gebruiken die mogelijk verontreinigd zijn met virus, zoals stro afkomstig uit besmette gebieden. Het is al decennia verboden keukenafval te voeren. Ik verwacht dat varkenshouders hierin hun verantwoordelijkheid nemen. Ik wijs hier zowel de professionele houders als de hobbyhouders, en ook erfbetreders geregeld op. Met voorlichting proberen we zoveel mogelijk mensen te bereiken. De meldplicht blijft natuurlijk van kracht. Practici kunnen daarnaast monsters in sturen om AVP te kunnen uitsluiten. Dit is een laagdrempelige manier om varkenshouders er toe te bewegen om bij twijfel zo snel mogelijk te kunnen uitsluiten dat AVP op hun bedrijf circuleert.
Om de handel in de EU en met derde landen te faciliteren heeft de Europese Commissie het concept van regionalisatie ingevoerd. Dat betekent dat bij een besmetting er vrije regio’s en besmette regio’s worden onderscheiden. Hoewel volgens de standaard van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (WOAH, voorheen OIE) de status van een land niet verandert als er een besmetting is bij wilde zwijnen, blijkt uit het verloop van de epidemie in de EU dat derde landen toch vaak de grenzen sluiten voor varkens en varkensproducten, uit regio’s met besmette wilde zwijnen maar ook uit vrije regio’s in deze lidstaten, ook als er geen besmettingen bij varkenshouderijen zijn vastgesteld. De gevolgen voor de houderij zijn dus groot, zowel als er sprake is van uitbraken bij gehouden varkens als alleen bij wilde zwijnen.
Wilde zwijnen
Wilde zwijnen kunnen besmet worden door het AVP-virus. Dat komt vaak door menselijk handelen, bijvoorbeeld door het achterlaten van varkensvleesproducten, afkomstig van besmette varkens, in natuurgebieden. Daarnaast spreidt het virus ook door contacten tussen wilde zwijnen onderling en migratie. Het uitroeien van de ziekte bij wilde zwijnen is een moeilijke opgave, wat wordt geïllustreerd door de situatie in Europese lidstaten. Alleen Tsjechië en België hebben daarin succes gehad, door de gebieden af te sluiten en alle zwijnen in het besmette gebied te doden en de karkassen te verwijderen. Daar is lange tijd overheen gegaan. In de overige lidstaten komt AVP nog altijd voor bij wilde zwijnen, sinds de eerste besmettingen in 2014. Een besmetting bij zwijnen heeft veel gevolgen voor de populaties en ook voor omliggende varkenshouderijen. Het voorkómen van een besmetting van zwijnen is daarom van groot belang, ook vanwege het de optredende sterfte bij deze dieren wat leidt tot aantasting van het dierenwelzijn.
Overige acties die in gang zijn gezet na de besmettingen op 2 juli in Duitsland
• De provincies zijn het bevoegd gezag als het om het beheer van wilde zwijnen gaat. De provincie Overijssel zet extra in op het zoeken van kadavers van wilde zwijnen op migratieroutes van wilde zwijnen tussen Overijssel en Duitsland. Deze kadavers zullen worden onderzocht op AVP. We zullen in gezamenlijkheid en met Duitsland kijken hoe we de monitoring en het beheer op elkaar kunnen afstemmen.
• Ook besteedt Overijssel extra aandacht aan voorlichting over de risico’s van menselijk handelen bij de verspreiding van het virus, vooral met het oog op het grensverkeer (waarschuwingsborden, check parkeerplaatsen, etc.). Op korte termijn laat ik een pilotstudie (desktop) uitvoeren, waarbij in beeld wordt gebracht wat nodig is voor het plaatsen van hekken om migratie van (besmette) wilde zwijnen te vertragen. Op dit moment beziet de provincie Overijssel al de mogelijkheden voor extra afrastering op migratieroutes van wilde zwijnen in het gebied.
Met de vele betrokkenen uit de varkenshouderij en andere organisaties deel ik de zorgen over de besmettingen met AVP, niet alleen in Duitsland maar nu al jaren achtereen in de Europese Unie. Ik weet dat vele belanghebbenden hun uiterste best doen om besmetting te voorkomen. Desondanks doe ik wederom een dringend beroep op varkenshouders, erfbetreders en anderen die op varkenshouderijen komen om de aandacht niet te laten verslappen, alert te blijven, de noodzakelijke hygiënemaatregelen toe te passen en een verdenking van AVP onmiddellijk te melden bij de NVWA. Daarnaast wil ik bezoekers van natuurgebieden of reizigers uit besmette landen opnieuw verzoeken geen afval achter te laten in de natuur, zodat ook de kans dat wilde zwijnen worden besmet zo klein mogelijk blijft.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
H. Staghouwer
Zie bijlage.↩︎