[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitkomsten evaluatie Convenant Werken aan een Solide personeelsbestand

Justitiële Inrichtingen

Brief regering

Nummer: 2022D30580, datum: 2022-07-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24587-854).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 24587 -854 Justitiële Inrichtingen.

Onderdeel van zaak 2022Z14839:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

24 587 Justitiële Inrichtingen

Nr. 854 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2022

Op 28 november 2017 is door de vakbonden, de Centrale Ondernemingsraad DJI en de hoofddirecteur DJI het convenant «Werken aan een solide personeelsbeleid» ondertekend. Dit convenant liep af in 2021. In mijn brief van 10 november 20211 heb ik uw Kamer aangegeven de evaluatie van het convenant te willen afwachten alvorens te besluiten over een eventueel vervolg. Inmiddels heeft DJI het convenant geëvalueerd (bijlage 1) en bericht ik u graag over het vervolg hierop.

Achtergrond

De inzet van het convenant was drieledig: het verbeteren van het vakmanschap van het DJI-personeel, het verlichten van de werkdruk en het vergroten van de veiligheid. Dit ook tegen de achtergrond van de nieuwe visie op het gevangeniswezen «Recht doen, Kansen bieden» uit het voorjaar van 2018 (Kamstuk 29 279, nr. 439). Onderdelen van deze visie zijn: straf is straf (waaronder inperken van de voorwaardelijke invrijheidstelling), gedrag telt en een veilige terugkeer. Bij het uitbrengen van deze visie is benadrukt dat de basis op orde moet zijn met een solide personeelsbeleid. Dit betekent dat er voldoende en vakbekwaam personeel moet zijn.

Uitkomsten evaluatie

DJI heeft met het convenant een extra impuls gegeven aan de opleidingen van personeel van DJI. Dit om te zorgen dat medewerkers goed zijn opgeleid voor de steeds ingewikkelder omstandigheden en doelgroepen binnen de justitiële inrichtingen. De baanonzekerheid bij de sluiting van vier vestigingen/locaties in 2018 is voorkomen. Verder zijn vrijwel alle verplichte VWNW-kandidaten succesvol herplaatst en is het aanwijzen van nieuwe te herplaatsen VWNW-kandidaten vermeden.

De werving is geïntensiveerd en vanuit het convenant is aan verschillende dienstonderdelen financiële steun geboden voor het compenseren van afwezigheid van medewerkers die gebruik maken van de PAS-regeling en ouderschapsverlof.

Het convenant was eind 2017 een goede manier om een financiële impuls te geven aan de personeelsproblematiek die toen speelde. Ondanks alle goede inspanningen blijkt uit de evaluatie dat met name de problematiek rondom de werkdruk niet is opgelost. Dit vraagt een forse gezamenlijke inspanning gezien de huidige krappe arbeidsmarkt. Thema’s zoals verlagen werkdruk en vergroten van de veiligheid, zoals benoemd in het convenant, zijn helaas nog steeds actueel.

Uitkomsten evaluatie in relatie tot de uitkomsten van het PwC-onderzoek

In mijn brief van 20 mei jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek van PwC naar de financierbaarheid van DJI.2 In dit onderzoek heeft PwC ook gekeken naar de onvermijdbare kosten rondom de opleidingen van personeel binnen DJI. Zoals eerder aan uw Kamer gemeld, worden momenteel diverse maatregelen verder uitgewerkt, daarbij wordt ook naar het opleidingsbudget gekeken. De uitkomsten van de evaluatie van het convenant worden meegenomen in deze uitwerking. Zoals eerder ook besproken in het commissiedebat Gevangeniswezen en tbs (Kamerstukken 29 911, 29 279 en 24 587, nr. 359) worden de uitwerkingen en conclusies uiterlijk met Prinsjesdag aan uw Kamer toegezonden.

De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind


  1. Kamerstuk 24 587, nr. 812.↩︎

  2. Kamerstuk 24 587, nr. 833.↩︎