35594, bijgewerkt t/m nr. 10 (tweede nota van wijziging d.d. 3 oktober 2022)
Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers
Bijgewerkte tekst
Nummer: 2022D30945, datum: 2022-10-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2020Z18293:
- Indiener: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-10-13 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-10-27 16:30: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-11-19 14:00: Wijziging Elektriciteitswet 1998 en de Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering afbouw salderingsregeling voor kleinverbruikers (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-01-26 16:30: Extra-procedurevergadering commissie EZK (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-02-02 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2021-09-14 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-02-01 16:30: Procedurevergadering EZK (digitaal) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-02-15 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-07-05 16:30: Procedurevergadering EZK (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-07-06 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-10-11 16:30: Procedurevergadering commissie EZK (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2023-01-17 15:45: Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35594) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2023-01-26 13:21: Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35594) (antwoord 1e termijn + rest) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2023-01-31 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2023-02-07 15:10: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (đ origineel)
Bijgewerkt t/m nr. 10 (tweede nota van wijziging d.d. 3 oktober 2022) 35 594 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het stellen van regels noodzakelijk is ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I De Elektriciteitswet 1998 wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt: 1. In het eerste lid wordt âhet bepaalde bij of krachtens deze wetâ vervangen door âhet bepaalde bij of krachtens deze wet, met uitzondering van de artikelen, bedoeld in het zevende lid,â. 2. Na het zesde lid wordt een lid toegevoegd, luidende: 7. Onze Minister wijst bij besluit de ambtenaren aan die toezicht houden op de naleving van artikel 26aa, tweede lid, en 78, vijfde lid. B In artikel 5a wordt âhet bepaalde bij of krachtens deze wetâ vervangen door âhet bepaalde bij of krachtens deze wet, met uitzondering van de artikelen, bedoeld in artikel 5, zevende lid,â. C Artikel 26aa wordt gewijzigd als volgt: 1. Voor de tekst van het artikel wordt de aanduiding â1.â geplaatst. 2. Na het eerste lid wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. Een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, beschikt over een geĂŻnstalleerde meetinrichting die de elektriciteit die van het net wordt afgenomen en de elektriciteit die op het net wordt ingevoed afzonderlijk kan meten, tenzij: a. die afnemer blijkens de voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdelen a of b, beschikt over een onbemeten aansluiting; b. de netbeheerder na het tijdstip waarop de periode, bedoeld in artikel 26ae, eerste lid, aanvangt de afnemer nog geen geĂŻnstalleerde meetinrichting die de elektriciteit die van het net wordt afgenomen en de elektriciteit die op het net wordt ingevoed afzonderlijk kan meten ter beschikking heeft gesteld; c. de netbeheerder redelijkerwijs niet in staat is een dergelijke meetinrichting te plaatsen en de oorzaak daarvan niet in de macht van de afnemer ligt. D Artikel 26ae wordt gewijzigd als volgt: 1. In het eerste lid wordt âtenzij die afnemer blijkens de voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdelen a of b, beschikt over een onbemeten aansluiting.â vervangen door âtenzij: a. die afnemer blijkens de voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdelen a of b, beschikt over een onbemeten aansluiting; b. de netbeheerder redelijkerwijs niet in staat is een meetinrichting te plaatsen die de elektriciteit die van het net wordt afgenomen en de elektriciteit die op het net wordt ingevoed afzonderlijk kan meten; c. die afnemer reeds de beschikking heeft over een geĂŻnstalleerde meetinrichting die de elektriciteit die van het net wordt afgenomen en de elektriciteit die op het net wordt ingevoed afzonderlijk kan meten.â. 2. In het vierde lid wordt: a. âeen eerder tijdstipâ gewijzigd in âeen ander tijdstipâ; b. âeen meetinrichting ter beschikking wordt gesteld die ten minste voldoen aan de krachtens artikel 95la, eerste lid, gestelde eisenâ gewijzigd in âeen meetinrichting als bedoeld in het elfde lid ter beschikking wordt gesteldâ. 3. In het elfde lid wordt âIn dat geval wordt door de netbeheerder een niet op afstand uitleesbare meetinrichting ter beschikking gesteld.â vervangen door âIn dat geval wordt door de netbeheerder een niet op afstand uitleesbare meetinrichting ter beschikking gesteld die de elektriciteit die van het net wordt afgenomen en de elektriciteit die op het net wordt ingevoed afzonderlijk kan meten.â. 4. Na het veertiende lid worden twee leden toegevoegd, luidende: 15. De netbeheerder zendt Onze Minister de persoonsgegevens van een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, indien de netbeheerder deze afnemer een geĂŻnstalleerde meetinrichting als bedoeld in artikel 26aa, tweede lid, ter beschikking heeft gesteld maar dit niet heeft geleid tot installatie van de meetinrichting. 16. De netbeheerder kan een leverancier verzoeken het correspondentieadres van een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, te verstrekken indien dit noodzakelijk is ten behoeve van de taak, bedoeld in het eerste lid. Een leverancier verstrekt deze gegevens. E Artikel 31c wordt gewijzigd als volgt: 1. Het eerste en tweede lid komen te luiden: 1. Voor afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, die duurzame elektriciteit invoeden op het net, berekent de leverancier het verbruik ten behoeve van de facturering en inning van de jaarlijkse leveringskosten door de in het jaar aan het net onttrokken elektriciteit te verminderen met het van toepassing zijnde percentage, genoemd in artikel 50, tweede lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag, van de op het net ingevoede elektriciteit, voor zover de hoeveelheid ingevoede elektriciteit niet meer bedraagt dan de hoeveelheid aan het net onttrokken elektriciteit. 2. Voor afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, die niet-duurzame elektriciteit invoeden op het net, berekent de leverancier het verbruik ten behoeve van de facturering en inning van de jaarlijkse leveringskosten door de in dat jaar aan het net onttrokken elektriciteit te verminderen met het van toepassing zijnde percentage, genoemd in artikel 50, tweede lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag, van de op het net ingevoede elektriciteit, met een maximum van 5000 kWh aan op het net ingevoede elektriciteit, voor zover de hoeveelheid ingevoede elektriciteit niet meer bedraagt dan de hoeveelheid aan het net onttrokken elektriciteit met een maximum van 5000 kWh. 2. Na het derde lid worden twee leden toegevoegd, luidende: 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de hoogte of de berekening van de redelijke vergoeding en de berekening van de jaarlijkse leveringskosten. 5. Indien de leveringsovereenkomst, bedoeld in artikel 95m, eerste lid, voor afloop van het jaar als bedoeld in het eerste of tweede lid wordt beĂ«indigd, worden de leveringskosten in afwijking van het eerste of tweede lid berekend over het deel van het jaar waar de overeenkomst op van toepassing is, tenzij de opvolgende overeenkomst wordt afgesloten bij dezelfde leverancier. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing. F Artikel 77h wordt gewijzigd als volgt: 1. Voor de tekst van het artikel wordt de aanduiding â1.â geplaatst. 2. In het eerste lid wordt âen 26ae, tiende lid,â vervangen door â, 26ae, tiende en vijftiende lid, en 78, vijfde lid,â. 3. Na het eerste lid wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. Onze Minister kan in geval van overtreding van artikel 26aa, tweede lid, en 78, vijfde lid, de overtreder een last onder dwangsom opleggen. G Na artikel 78, vierde lid, wordt een lid toegevoegd, luidende: 5. Onze Minister kan een leverancier verzoeken de persoonsgegevens van een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, te verstrekken indien deze afnemer blijkens de door de netbeheerder op grond van artikel 26ae, vijftiende lid, verstrekte informatie niet beschikt over een geĂŻnstalleerde meetinrichting als bedoeld in artikel 26aa, tweede lid. Een leverancier verstrekt deze persoonsgegevens. ARTIKEL II In artikel 50, tweede lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag wordt âde via de aansluiting ingevoede elektriciteitâ vervangen door âeen percentage van de via de aansluiting ingevoede elektriciteit. Dit percentage bedraagt in: a. de kalenderjaren tot en met het kalenderjaar 2024 100%; b. het kalenderjaar 2025 64%; c. het kalenderjaar 2026 64%; d. het kalenderjaar 2027 55%; e. het kalenderjaar 2028 46%; f. het kalenderjaar 2029 37%; g. het kalenderjaar 2030 28%; h. de kalenderjaren vanaf 2031 0%.â ARTIKEL IIA Onze Minister voor Klimaat en Energie zendt in overeenstemming met Onze Minister van FinanciĂ«n uiterlijk 1 maart 2025 aan de Staten-Generaal een verslag over de effecten van deze wet op de terugverdientijden van investeringen in zonnepanelen door afnemers, als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998. Artikel III Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister van Economische Zaken en Klimaat, De Staatssecretaris van FinanciĂ«n, PAGE PAGE 1