[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Adviesrapport van de Zorginstituut Nederland over 'Kennisinfrastructuur Langdurige Zorg'

Langdurige zorg

Brief regering

Nummer: 2022D30951, datum: 2022-07-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34104-361).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 34104 -361 Langdurige zorg.

Onderdeel van zaak 2022Z14980:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

34 104 Langdurige zorg

Nr. 361 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juli 2022

In de hoofdlijnenbrief ten behoeve van het debat op 4 april jl.1 heb ik aangegeven dat er een nadere visie op de kennisinfrastructuur in de langdurige zorg wordt ontwikkeld. De afgelopen periode is er gewerkt aan de versterking van de kennisinfrastructuur in de langdurige zorg, maar nadere stappen zijn zowel voor de ouderenzorg als de gehandicaptenzorg noodzakelijk. Het gaat daarbij om het aanbrengen van meer samenhang tussen wat verschillende partijen doen als onderdeel van de kennisinfrastructuur en het verbinden met de opgave voor de toekomst van de langdurige zorg. In genoemde brief heb ik aangegeven dat het Zorginstituut een advies over de gewenste samenhang en versterking van de kennisinfrastructuur zal opstellen en voor het zomerreces aan mij zal doen toekomen. Bij deze brief treft u dit advies aan2. Ik zal dit advies betrekken bij de nadere visie op de kennisinfrastructuur, waarvan ik verwacht u deze voor eind 2022 te kunnen doen toekomen. In deze visie zal ik dan ook de beleidsreactie op het advies opnemen.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,
C. Helder


  1. Kamerstuk 35 925 XVI, nr. 170.↩︎

  2. Zie bijlage.↩︎