Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over d geannoteerde agenda van de informele Raad voor Concurrentievermogen van 20 en 22 juli 2022 (Kamerstuk 21501-30-561)
Raad voor Concurrentievermogen
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2022D30956, datum: 2022-07-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D30956).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: D.D. van Dijke, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2022Z14564:
- Indiener: M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-07-12 12:00: Raad voor Concurrentievermogen / Interne Markt & Industrie / Onderzoek (informeel) d.d. 19-22 juli 2022 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-09-06 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-09-13 16:30: Procedurevergadering commissie EZK (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
Preview document (🔗 origineel)
2022D30956 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voorgelegd over de geannoteerde agenda van de informele Raad voor Concurrentievermogen van 20 en 22 juli 2022 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 561), het fiche Verordening bescherming oorsprongsaanduiding ambachtelijke en industriële producten (Kamerstuk 22 112, nr. 3431), het verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda Raad voor Concurrentievermogen van 9 en 10 juni 2022 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 559), het verslag Raad voor Concurrentievermogen van 9 en 10 juni 2022 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 560) en de Herijking inzet interne markt (Kamerstuk 22 112, nr. 3437).
De voorzitter van de commissie,
Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie,
Van Dijke
Inhoudsopgave | Blz. | |
I | Vragen en opmerkingen vanuit de fracties | 2 |
II | Antwoord / Reactie van de Minister | 3 |
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de onderhavige stukken en hebben de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie delen de mening dat de weerbaarheid van de interne markt moet worden bevorderd door duidelijke afspraken in geval van crises. De Europese Unie (EU) heeft met een interne markt van 500 miljoen consumenten een sterke positie op de wereldmarkt maar is gebleken toch kwetsbaar te zijn, wat de strategische autonomie in gevaar kan brengen.
De leden van de CDA-fractie delen de mening dat nieuwe wetgeving niet altijd het beste antwoord is op problemen en dat het wenselijk kan zijn om eerst huidige regels goed te laten werken alvorens met nieuwe regels over de interne markt te komen. Dit wordt dan ook gezien als een welkome ontwikkeling. Daarbij zijn de leden van de CDA-fractie positief gestemd over het belang van regeldrukvermindering. De leden zijn van mening dat informatievoorziening en het gebruik van digitalisering hierin een belangrijke rol kan spelen. In de interne-marktactieagenda over het versterken van de interne markt staat dat het kabinet zich specifiek inzet op meer doelgerichte en meer uniforme toepassing en naleving. Heeft het kabinet al specifieke regels voor ogen? Welke rol speelt de lokale overheid hierin?
De leden van de CDA-fractie lezen in de interne-marktactieagenda dat het kabinet samen met buurlanden gaat verkennen of nadere harmonisatie in verplicht gestelde verzekeringen mogelijk is. Hierbij wordt met name naar de bouwsector en de architectenbranche gekeken. Welke signalen heeft het kabinet ontvangen die het heeft doen besluiten met name naar deze twee sectoren te kijken?
De leden van de CDA-fractie nemen daarnaast kennis van de inzet op een gelijk speelveld op EU-niveau wanneer het gaat om regels over restricties van milieu en zero-emissiezones. Wat zal dit voor Nederland betekenen? Zal de regelgeving hierdoor aangescherpt worden in Nederland?
De leden van de CDA-fractie willen de Minister vragen wat de op 5 juli 2022 uitgebrachte Europese innovatieagenda voor Nederland zal betekenen. Heeft de Minister er zicht op of Nederlandse bedrijven kunnen profiteren van de ontwikkeling en opschaling van de reeks maatregelen die gepresenteerd zijn in de nieuwe Europese innovatieagenda? Zo ja, welke Nederlandse bedrijven?
De leden van de CDA-fractie zien met de geografische oorsprongsaanduiding van ambachtelijke en industriële producten een goede kans om meer toerisme te stimuleren. In welke mate zal het kabinet de aanvragers begeleiden in het aanvraagtraject?
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de onderhavige stukken en heeft nog een paar vragen.
Het lid van de BBB-fractie neemt kennis van de inzet van het kabinet in EU-verband op een sterkere politieke sturing voor het versterken van de interne markt, waarbij het kabinet voorstander is van een jaarlijkse cyclus waarin de Europese Commissie aan het begin van het jaar een compleet overzicht van het functioneren van de interne markt met aanbevelingen voor acties presenteert. Op basis hiervan kan de Raad van Concurrentievermogen prioriteiten voor de EU-lidstaten vaststellen. In hoeverre zullen deze prioriteiten bindend zijn? Dient het meer als een vrijblijvend advies of als een verplichting aan de lidstaten? In hoeverre houdt Nederland invloed op de eigen markt als dit plan wordt doorgevoerd?
Het lid van de BBB-fractie heeft ook nog wat vragen over het voorlopig politiek akkoord over de verordening betreffende buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren. Welke verschillen zijn er tussen de Nederlandse positie, de Raadspositie en het uiteindelijke onderhandelingsresultaat? Wanneer zal de Raad het voorlopige politieke akkoord naar verwachting definitief goedkeuren? Wat is de appreciatie van de Minister van het voorlopige politieke akkoord tussen de Raad en het Europees Parlement over de verordening betreffende subsidies op de interne markt?
Het lid van de BBB-fractie leest tenslotte dat de Europese Commissie een nieuwe Europese innovatieve agenda heeft gelanceerd, welke inzet op de versnelling van de ontwikkeling en opschaling van innovatie in de EU. Daarbij lijkt er specifiek aandacht te zijn voor deep-tech innovatie. Welke kansen ziet de Minister voor Nederland met deze agenda en diens inhoud in het achterhoofd? Wat zijn de vervolgstappen die Nederland gaat ondernemen naar aanleiding van deze agenda?