Uitstel inwerkingtreding Besluit SUWI en het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen inzake de inkomstenverhouding
Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)
Brief regering
Nummer: 2022D31220, datum: 2022-07-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-26448-684).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 26448 -684 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI).
Onderdeel van zaak 2022Z15079:
- Indiener: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-09-07 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-09-13 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-03-30 13:00: Uitvoering sociale zekerheid (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-04-06 14:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)
Nr. 684 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juli 2022
In november 2021 is aangekondigd inwerkingtreding van het besluit tot wijziging van het Besluit SUWI en het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen inzake de inkomstenverhouding (hierna: Besluit IKV) met een jaar uit te stellen naar 1 januari 20241. Met dit uitstel werd extra ruimte gecreëerd om samen met betrokken partijen te kijken naar een praktische invulling op één onderdeel van het besluit, namelijk werkgeversbetalingen op grond van uitkeringen van de Ziektewet (ZW) en de Wet arbeid en zorg (WAZO) tijdens de dienstbetrekking.
Ik heb samen met de uitvoering, softwareontwikkelaars en werkgevers onderzocht hoe de regels die zien op het opgeven van werkgeversbetalingen op een voor betrokken partijen praktische wijze ingevuld kunnen worden. In de afgelopen periode zijn hierbij stappen gezet. Gebleken is echter dat de complexiteit groter is dan verwacht, wat het vinden van een praktische invulling bemoeilijkt. De uitwerking van een oplossing vereist daardoor meer tijd dan was voorzien. Voor werkgevers en softwareontwikkelaars is het belangrijk om bij deze complexe materie in juli 2022 duidelijkheid te hebben om het Besluit IKV per 2024 te kunnen implementeren. Het is helaas niet mogelijk gebleken om deze duidelijkheid nu te verschaffen. Daarom voel ik me genoodzaakt inwerkingtreding van het Besluit IKV met één extra jaar uit te stellen naar 1 januari 2025.
Het uitstel biedt niet alleen de mogelijkheid om de praktische invulling verder uit te werken, maar ook om te onderzoeken hoe de complexiteit van de werkgeversbetaling van een uitkering in combinatie met loon verminderd kan worden. Een vermindering van de complexiteit zou de impact voor werkgevers verkleinen en zorgt ervoor dat de gegevens meer uniform worden aangeleverd. Hierdoor zijn de gegevens beter bruikbaar voor de uitvoering, bijvoorbeeld voor het vaststellen van uitkeringen.
Uitstel van het Besluit IKV betekent helaas ook dat de verbeterslag die met het besluit beoogd is, later zal worden gerealiseerd. Het uitstel heeft ook gevolgen voor de handhaving van onder andere de gedifferentieerde AWf- (WW) en Aof-premie. Door het uitstel kan de Belastingdienst de juistheid van deze gedifferentieerde premies een jaar langer niet goed controleren.
Het uitstel zal worden gerealiseerd door een wijziging van het inwerkingtredingsbesluit, waarin de inwerkingtredingsdatum wordt gewijzigd in 1 januari 2025. Ik ben erop gebrand om samen met betrokken partijen ervoor te zorgen dat dit de laatste keer uitstel is en dat het besluit in 2025 in werking treedt.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
Kamerstuk 26 448, nr. 662.↩︎