Archief commissie Dossier J.A. Poch
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2022
Brief regering
Nummer: 2022D31240, datum: 2022-07-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35925-VI-161).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid (VVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 35925 VI-161 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2022.
Onderdeel van zaak 2022Z15082:
- Indiener: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-09-08 14:35: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-09-14 14:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-09-05 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
35 925 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2022
Nr. 161 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juli 2022
Op 1 februari 2021 heeft de Commissie Dossier J.A. Poch (hierna: de Commissie), onder leiding van de heer Machielse, haar rapport aangeboden en is dit rapport aan uw Kamer verstrekt.1 Op 1 maart 2021 heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd ook het archief van de Commissie aan uw Kamer te verstrekken.2 Het archief is op 4 juni 2021 overgedragen aan mijn departement.
Ter voorbereiding op de verstrekking van het archief aan uw Kamer is gedurende de afgelopen maanden informatie in het archief beoordeeld, ten einde te bepalen in welke gevallen het belang van de staat zich tegen openbaarmaking van de betreffende informatie verzet.
Het archief in zijn geheel overziend heb ik echter moeten concluderen dat het archief op dit moment niet gereed is om aan uw Kamer te verstrekken. Na het zomerreces zal ik uw Kamer nader informeren over vervolgstappen in deze.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius