Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de evaluatie Internationaal cultuurbeleid 2017-2020 (Kamerstuk 31482-115)
Cultuursubsidies
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2022D31250, datum: 2022-07-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D31250).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.H. Kuiken, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken (Ooit GroenLinks-PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: A.W. Westerhoff, griffier
Onderdeel van zaak 2022Z12137:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Medeindiener: G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2022-06-29 14:05: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-06-30 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2022-07-14 17:00: Evaluatie Internationaal cultuurbeleid 2017-2020 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
2022D31250 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over de brief van deze Minister en Staatssecretaris inzake de Evaluatie van het Internationaal Cultuurbeleid 2017–2020 (Kamerstuk 31 482, nr. 115).
De voorzitter van de commissie,
Kuiken
De griffier van de commissie,
Westerhoff
Inhoudsopgave | Blz. | |
I | Vragen en opmerkingen vanuit de fracties | 2 |
II | Antwoord / Reactie van de Minister | 3 |
III | Volledige agenda | 3 |
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de evaluatie van het internationaal cultuurbeleid 2017–2020. Hierover hebben zij de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de evaluatie van het internationaal cultuurbeleid en de begeleidende brief. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de voorgelegde aanbevelingen uit de evaluatie al zijn gerealiseerd in het huidige beleidskader. Kan het kabinet middels enkele voorbeelden toelichten hoe de aanbevelingen zijn verwerkt en wat dit in de praktijk betekent?
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat meerjarenplannen en concrete beleidsdoelen helpen bij een effectief cultuurbeleid. Toch zijn er meerdere factoren die een cultuurbeleid volledig op zijn kop kunnen zetten, denk aan bijvoorbeeld oorlog of andere veiligheidsproblemen en – veranderingen. Op welke manier worden dergelijke onzekerheden meegenomen in deze meerjarenplannen? Zijn de beleidsdoelen en plannen voldoende flexibel?
Deze leden constateren dat aan doelstelling 1 ruim 43 miljoen euro werd besteed, aan doelstelling 2 ruim 26 miljoen euro en aan doelstelling 3 ruim 2 miljoen euro. Daarnaast werd ruim 7 miljoen euro besteed aan internationale erfgoedsamenwerking. Tegelijkertijd is er door de oorlog in Oekraïne sprake van een geopolitieke aardverschuiving. Cultuurbeleid kan helpen om de diplomatieke relatie met landen te verbeteren, juist in deze geopolitieke turbulentie waarin dit zo belangrijk is. Vindt het kabinet daarom dat er relatief meer budget besteed zou moeten worden aan doelstellingen 2 en 3?
De leden van de VVD-fractie lezen dat er sprake is van 23 prioriteitslanden. In de evaluatie staat dat «de argumentatie voor de prioriteitslanden ontbrak en de keuze werd gezien als arbitrair. Daarnaast kwam de keuze als een verrassing voor de betrokkenen. Zodoende is er wel behoefte bij de partijen aan uitleg waarom er voor landen gekozen is». Wat gaat het kabinet doen met deze constatering? Welke criteria worden gehanteerd in de keuze voor prioriteitslanden? Wordt de huidige keuze voor prioriteitslanden opnieuw overwogen? Zal deze heroverweging met enige regelmaat plaatsvinden? Zo ja, in hoeverre wordt daarbij rekening gehouden met Nederlandse belangen en diplomatieke prioriteiten?
Ten slotte merken de leden van de VVD-fractie op dat Rusland nog een focusland was in de periode 2017–2020. Beschouwt het kabinet Rusland nog steeds als focusland, ondanks de invasie van Oekraïne? Zo ja, waarom en wat hoopt Nederland hiermee te bereiken? Ook wat betreft China vragen deze leden welke doelstellingen Nederland met het cultuurbeleid nastreeft en in hoeverre dit wordt beïnvloed door de toenemende agressie en dreigingen van China. Ziet Nederland ook in de toekomst China nog als focusland? Zo ja, waarom?
De leden van de D66-fractie vragen het kabinet hoe de kwaliteit van overdrachten in de toekomst beter gewaarborgd en vastgesteld kan worden?
Deze leden vragen tevens hoe de rol van DutchCulture zichtbaarder en duidelijk gemaakt kan worden? Waarom werd het als ongewenst ervaren dat DutchCulture geoormerkte programmamiddelen beheerde? Wat is de algemene afdronk van de rol van DutchCulture en hoe kan deze rol versterkt worden?
De leden van de D66-fractie vragen het kabinet of het niet deels een bijkomstigheid van culturele activiteiten is dat doelmatigheid en doeltreffendheid moeilijk te meten zijn? Of heeft dit te maken met het feit dat doelstelling 1 niet concreet genoeg is? Is het kabinet voornemens deze doelstellingen te concretiseren? Zo ja, hoe gaat het kabinet dit doen?
II Antwoord/ Reactie van de Minister
III Volledige agenda
De brief van de Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra, en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, G. Uslu, over de Evaluatie Internationaal Cultuurbeleid 2017–2020 (31 482, nr. 115)