[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Stand van zaken droogteproblematiek

Waterbeleid

Brief regering

Nummer: 2022D32119, datum: 2022-08-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27625-586).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 27625 -586 Waterbeleid.

Onderdeel van zaak 2022Z15423:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

27 625 Waterbeleid

Nr. 586 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 augustus 2022

Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken van de huidige droogteperiode en over het feit dat de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) per 3 augustus is opgeschaald naar niveau 2 «feitelijk watertekort» (op bovenregionale/landelijke schaal).

Door de aanhoudende droogte en doordat de landelijke vraag naar water groter is dan het aanbod, is er sprake van een watertekort. Door dit tekort is vandaag besloten om de komende weken de waterverdeling vanuit het Managementteam Watertekorten (MTW) te coördineren en op te schalen van niveau 1 (dreigend watertekort) naar niveau 2 (feitelijk watertekort). Dit betekent dat de waterschappen, de provincies, de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat, Economische Zaken en Klimaat, en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de koepelorganisatie voor de drinkwaterbedrijven VEWIN in gezamenlijkheid zowel nationaal als regionaal de verdeling van het water bespreken en dit zorgvuldig op elkaar afstemmen. In de Droogtemonitor treft u een uitgebreide analyse van de huidige droogtesituatie aan. Deze Droogtemonitor wordt wekelijks, op dinsdag, geactualiseerd en gepubliceerd.

De scheepvaart, de landbouw en intussen ook de natuur lijden zichtbaar onder de uitzonderlijke droogte en de lage rivierafvoeren. De droogte manifesteert zich met name in het Zuiden, Oosten en Zuidwesten van Nederland. Zo gelden er in sommige regio’s onttrekkingsverboden van de waterschappen waardoor er niet overal meer gesproeid mag worden. Voor de scheepvaart geldt dat schepen door de lagere waterstand niet meer optimaal kunnen worden beladen en dat ook de wachttijden bij de sluizen toenemen.

Ook de waterkwaliteit staat onder druk vanwege de geringe aanvoer in combinatie met een verhoogde watertemperatuur. In West-Nederland is sprake van toenemende verzilting omdat minder water vanuit de rivieren beschikbaar is om het zeewater terug te dringen. Door de droogte laten de grondwaterstanden nagenoeg overal een dalende trend zien. Met name in Zuid-Nederland zijn de grondwaterstanden zeer laag voor de tijd van het jaar. Voor de landbouw dreigt de gewasgroei te stagneren, met name in gebieden waar geen wateraanvoer en beregening mogelijk is.

Tot nu toe zijn de gevolgen voor de natuur beperkt gebleven maar die worden, nu de droogte aanhoudt, wel steeds zichtbaarder. Dat is o.a. te zien bij beken, vennen en nevengeulen waar het waterleven droog valt. De zwemwaterkwaliteit is de afgelopen periode in algemene zin stabiel gebleven ondanks het feit dat op sommige plaatsen sprake is van botulisme en blauwalg. Dat laatste treedt in de zomer overigens altijd in enige mate op.

De watervoorraad op het IJsselmeer neemt af. Maar het huidige peil van NAP – 0,22 m (peildatum 2 augustus) ligt nog binnen de bandbreedte van het dynamische zomerpeil van NAP – 0,10 m/– 0,30 m. Er is dus voorlopig voldoende voorraad in het IJssel- en Markermeer om aan de vraag te voldoen.

Het is overigens goed om te benadrukken dat er elke zomer lokaal of regionaal in zekere mate sprake is van droogte en soms ook van watertekort. Immers, er verdampt meer water dan er neerslag valt. De genoemde niveaus «dreigend watertekort» en «feitelijk watertekort» betreffen situaties met een groter bovenregionaal c.q. landelijk watertekort dan in een gemiddelde zomer. De Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) en het Managementteam Watertekorten (MTW) worden actief als die situatie zich voordoet.

Verdringingsreeks droogte

De effecten van de droogte worden dus steeds meer merkbaar, op dit moment met name voor de scheepvaart, de agrarische sector en de natuur. Alle horen thuis in categorie 4 van de in de Waterwet vastgelegde verdringingsreeks, behoudens een aantal kwetsbare natuurgebieden die tot categorie 1 behoren.

Voor het goede begrip: voor de zwaarwegender categorieĂ«n 1–3 uit deze verdringingsreeks doen zich nu geen grote bovenregionale vraagstukken voor. In bijlage 1 treft u de verdringingsreeks aan; deze reeks geeft de rangorde van maatschappelijke belangen aan die bij de verdeling van het beschikbare water in acht wordt genomen.

Door de verdringingsreeks is op voorhand duidelijk welke functies vóórgaan als onvoldoende water beschikbaar is voor alle functies. Binnen deze kaders maken Rijkswaterstaat, provincies en waterschappen regionaal en lokaal maatwerkafspraken, die recht doen aan de per regio verschillende kenmerken zoals de mogelijkheden tot aanvoer van water, bodemgesteldheid, type natuur en economische belangen. Het doel is daarbij om maatschappelijke en/of economische schade zoveel mogelijk te beperken.

Genomen maatregelen

Naar aanleiding van de droogte in 2018 heeft de Beleidstafel Droogte in 2019 een groot aantal verbetermaatregelen geformuleerd. Veel daarvan zijn inmiddels gerealiseerd, bijvoorbeeld betere informatievoorziening over verzilting en de grondwatersituatie. Uw Kamer is daar op verschillende momenten over geĂŻnformeerd.1 Voor de overige, meer structurele maatregelen is het helaas nog te vroeg om er nu al de vruchten van te kunnen plukken.

Het watertekort zou op basis van de huidige ontwikkelingen uiteindelijk meer maatschappelijke belangen kunnen gaan raken. Voor sommige gebieden die volledig afhankelijk zijn van neerslag (de hogere gronden in het midden, oosten en zuiden van Nederland) kan helaas niet veel méér gedaan worden dan het zo veel mogelijk vasthouden van water.

De waterschappen en Rijkswaterstaat houden door middel van waterpeilbeheer en extra wateraanvoer de situatie beheersbaar. Daartoe zijn de volgende maatregelen genomen:

– Op dit moment wordt het IJsselmeer op een zo hoog als mogelijk waterpeil gehouden, zodat de noord(westelijke) waterschappen dit water kunnen inlaten.

– De Klimaatbestendige wateraanvoer (KWA) is sinds 18 juli opgestart om water aan te voeren naar West-Nederland. Dat betekent dat extra water vanuit het Amsterdam Rijnkanaal en de Lek het gebied van de West Nederland wordt ingelaten om de verzilting te bestrijden.

– Er zijn tijdelijk pompen geplaatst om de Twentekanalen van extra water uit de IJssel te voorzien.

– Bij diverse sluizen gelden schutbeperkingen voor de scheepvaart om water vast te houden en verzilting tegen te gaan.

– Via Teletekst wordt informatie voor de scheepvaart uitgegeven over de waterstand ten opzichte van de rivierbodem (de zogenaamde Minst Gepeilde Diepten) op de Waal, de Lek en de IJssel.

– Drinkwaterbedrijven roepen klanten op om in warme periodes bewust en zuinig om te gaan met drinkwater. Het drinkwaterverbruik is afgenomen en nu normaal voor de tijd van het jaar.

– In grote delen van het zuiden en oosten van het land (met name Zeeland, Limburg en de Achterhoek) hebben de waterschappen een verbod ingesteld voor het onttrekken van oppervlaktewater. Dat treft vooral de agrarische sector.

Opschaling van niveau 1 naar niveau 2

Vanwege de toenemende risico’s op watertekorten was er per 13 juli 2022 al opgeschaald naar niveau 1 («dreigend watertekort»). Dat betekent dat er al is overgegaan naar landelijke coördinatie en advisering op de verdeling van het beschikbare water. Vanwege het nu geconstateerde feitelijke watertekort op bovenregionale/landelijke schaal, wordt nu verder opgeschaald naar niveau 2. Dat betekent dat de besluitvorming over de te nemen maatregelen op een hoger niveau wordt neergelegd, namelijk bij het MTW. Het MTW wordt voorgezeten door de directeur-generaal van Rijkswaterstaat met als deelnemers o.a. de Unie van Waterschappen, het KNMI, het IPO, de ministeries van IenW, LNV, EZK, en Vewin. In bijlage 2 is de crisisstructuur rond de droogteproblematiek weergegeven.

Hoe verder?

Het KNMI verwacht dat het neerslagtekort de komende weken doorzet. Het Water Management Centrum Nederland (WMCN) monitort de situatie nauwlettend. Met de genomen maatregelen slagen we er op dit moment in om de situatie beheersbaar te houden. Dat doen we in goede samenwerking met alle betrokken partijen. In gezamenlijkheid wordt er alles aan gedaan om de droogte het hoofd te blijven bieden en de effecten voor de maatschappij zo beperkt mogelijk te houden. Vanzelfsprekend houd ik uw Kamer hierover op de hoogte.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers

BIJLAGE 1 VERDRINGINGSREEKS DROOGTE

BIJLAGE 2 CRISISSTRUCTUUR DROOGTE


  1. Kamerstuk 27 625, nrs. 468, 469 en 489↩