[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

De situatie in Suriname

Schriftelijke vragen

Nummer: 2022D32288, datum: 2022-08-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2022Z15486).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z15486:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022 Vragen gesteld door de leden der Kamer

2022Z15486

Vragen van het lid Sylvana Simons (BIJ1) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de situatie in Suriname (ingezonden 9 augustus 2022).

Vraag 1

Zijn de Ministers bekend met de situatie in Suriname met betrekking tot de grote wateroverlast en de schrijnende gezondheidszorg?

Vraag 2

Zijn de Ministers op de hoogte van de grote overstromingen, die het land teisteren, waardoor mensen huis en haard kwijtraken?

Vraag 3

Zijn de Ministers op de hoogte van de precaire situatie van de gezondheidszorg, waardoor de afgelopen maanden baby’s zijn gestorven door een gebrek aan materieel, verpleegkundigen en plaats op de Neonatale Intensive Care Unit (NICU)?

Vraag 4

Zijn de Ministers bekend met het feit dat er slechts een NICU is in Suriname en dat de capaciteit van tien bedden op deze afdeling op dit moment is gehalveerd?

Vraag 5

Zijn de Ministers op de hoogte van het enorme gebrek aan zorgpersoneel in Suriname en dat er door Nederlandse en Caraïbische ziekenhuizen, waar de arbeidsomstandigheden beter zijn, actief gespecialiseerde verpleegkundigen worden geworven in Suriname?

Vraag 6

Zijn de Ministers bekend met het rapport «Een Belaste Relatie», een analyse van Dirk Kruijt en Marion Maks over 25 jaar ontwikkelingssamenwerking Nederland-Suriname, waarin zij beschrijven dat de Verdragsmiddelen incidenteel zijn ingezet en eigenlijk een «Verkapte vormen van begrotingssteun» waren?

Vraag 7

Weten de Ministers dat ruim de helft van de Nederlandse Verdragsmiddelen ter beschikking kwam van het zogeheten RLA-project (Regeling Laagfrequente Aandoeningen) en dat met deze regeling Surinaamse patiënten die niet in Suriname behandeld konden worden doorverwezen werden naar Nederland, waardoor de verdragsmiddelen terugvloeiden naar Nederlandse ziekenhuizen?

Vraag 8

Zijn de Ministers het met Kruijt en Maks eens dat er geen sprake was van duurzame projecten, maar de hulp bestond uit een grote verscheidenheid aan projecten zonder duidelijk samenhangend doel?

Vraag 9

Zijn de Ministers voornemens om Suriname te helpen op het gebied van watermanagement en gezondheidszorg? Zo ja, zijn de Ministers van plan dat op duurzame wijze te doen in plaats van investeren in losse projecten?