[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Vestering over de uitblijvende maatregelen om dieren te beschermen tegen stalbranden

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2022D32700, datum: 2022-08-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-3720).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z14801:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

3720

Vragen van het lid Vestering (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de uitblijvende maatregelen om dieren te beschermen tegen stalbranden (ingezonden 8 juli 2022).

Antwoord van Minister Staghouwer (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 19 augustus 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3634.

Vraag 1

Wat ging er door u heen toen u onlangs vernam dat er 200 kalfjes zijn omgekomen bij weer een nieuwe stalbrand?1

Antwoord 1

Iedere stalbrand is verschrikkelijk voor alle betrokken. Dit sterkt mij in de noodzaak van het nemen van maatregelen om stalbranden tegen te gaan en het doel van halvering van het aantal stalbranden per 2026 per sector te halen.

Vraag 2

Wat voor gevoel riep het bij u op toen u las hoe de journalist beschreef dat de kalfjes als «ratten in de val» zaten omdat ze in boxen in de brandende loods stonden en niet konden ontsnappen?

Antwoord 2

Vreselijk, iedere stalbrand is er een teveel.

Vraag 3

Heeft u gezien dat vier dagen later nog eens 7.000 eenden zijn verbrand bij een stalbrand in Markelo, die eveneens geen kant op konden omdat ze permanent in een dichte stal moeten leven?2 Wat dacht u toen u dit las?

Antwoord 3

Wederom een verschrikkelijk bericht.

Vraag 4

Heeft u zelf ook het rapport gelezen dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) vorig jaar uitbracht, waarin werd geconcludeerd dat er vanuit de overheid tot nu toe altijd te weinig aandacht is geweest voor de brandveiligheid van dieren in de steeds groter wordende stallen?34

Antwoord 4

Ik ben bekend met de inhoud en de bevindingen van het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Dit heeft ten grondslag gelegen aan de aangescherpte aanpak van stalbranden zoals mijn voorganger die heeft aangekondigd en die ik nu voortzet.

Vraag 5

Heeft u gezien dat de OVV concludeerde dat de aanpak van stalbranden altijd is gedomineerd door bedrijfseconomische afwegingen en dat de intrinsieke waarde van dieren geen volwaardige rol heeft in de afwegingen rond brandveiligheidseisen van veestallen?

Antwoord 5

Ja, deze conclusie heb ik gezien.

Vraag 6

Heeft u gezien dat de OVV in dit rapport waarschuwde dat gesloten huisvesting van vaak grote aantallen dieren in de intensieve veehouderij een inherent risico oplevert voor de brandveiligheid van dieren?

Antwoord 6

Ja, deze conclusie heb ik gezien.

Vraag 7

Kunt u bevestigen dat uw voorganger op basis van dit rapport besloot tot een aangescherpte aanpak voor het terugbrengen van het aantal stalbranden en voor het snel verkleinen van het aantal dodelijke dierlijke slachtoffers dat daarbij valt?5

Antwoord 7

Ja, dat kan ik bevestigen.

Vraag 8

Erkent u dat uw voorganger voornemens was om een maximumnorm te stellen aan het aantal dieren per brandcompartiment, zoals de OVV heeft aanbevolen?6

Antwoord 8

Mijn voorganger heeft daarover het volgende gezegd: «Het is daarom van belang dat er een norm wordt gesteld voor het aantal dieren dat in een brandcompartiment mag staan. Deze norm moet worden uitgewerkt in samenhang met andere relevante aspecten daarbij zoals de bedrijfsvoering op de veehouderij, dierenwelzijn en diergezondheid. Dit kan eveneens worden betrokken bij de omgang met het amendement op de Wet dieren van het lid Vestering over huisvesting waarvan ik momenteel werk aan de juridische analyse en de impactanalyse.»

Hier sta ook ik achter.

Vraag 9

Erkent u dat deze maatregel het aantal dieren dat levend verbrandt of stikt bij een stalbrand, sterk zou kunnen verlagen?

Antwoord 9

Ja, hoe minder dieren er in een stal staan, hoe minder dieren er kunnen omkomen bij een eventuele brand. Uiteraard blijft de inzet om de kans op brand te verkleinen van groot belang, zodat er sowieso minder dierlijke slachtoffers kunnen vallen.

Vraag 10

Erkent u dat uw opmerking dat het vanwege de lasten voor veehouders niet proportioneel is om een maximumgrens te stellen aan brandcompartimenten in stallen met dieren, precies het probleem laat zien waar de OVV in haar rapport op wees, namelijk dat bedrijfseconomische afwegingen altijd het zwaarst zijn meegewogen in de aanpak van stalbranden?7

Antwoord 10

Nee. Ik begrijp dat het verband dat wordt getrokken in de vraagstelling, deze schijn wekt. Echter, de uitspraak van de OVV ziet op het feit dat de balans van de totale aanpak van stalbranden niet goed was. Dat onderken ik. Dat neemt niet weg dat de overheid per maatregel alsnog een afweging moet maken wat hiervan de effectiviteit en proportionaliteit is, waarbij de bedrijfseconomische gevolgen meegewogen moeten worden. Het gaat hierbij om het maken van de juiste afwegingen, zoals ook is gedaan bij de genoemde maatregel. Overigens was het stellen van een maximumgrens aan brandcompartimenten ook geen aanbeveling van de OVV.

Vraag 11

Erkent u dat het voornemen van uw voorganger om het compartimenteren van de technische ruimte(s) met ten minste 60-minuten brandwerend materiaal verplicht te stellen voor grotere veehouderijen, volgens het Economisch Instituut van de Bouw (EIB) dat in 2018 onderzoek deed naar de kosteneffectiviteit en uitvoerbaarheid van brandpreventiemaatregelen, één van de maatregelen is die de meeste dierenlevens zou redden?8

Antwoord 11

Ja.

Vraag 12

Kunt u zich voorstellen dat uw aankondiging dat zal worden onderzocht of voor bestaande stallen ook andere schadebeperkende maatregelen mogelijk zijn die wellicht efficiënter en effectiever zijn, de indruk wekt dat u zoekt naar mogelijkheden om ook onder deze maatregel uit te komen? Zo nee, kunt u dit toelichten?

Antwoord 12

Dat is niet hoe de aankondiging gelezen moet worden. Het doel is om bestaande stallen, vergund vóór 2014, brandveiliger te maken. Preciezer gaat het om een schadebeperkende maatregel, die ervoor zorgt dat mocht er brand ontstaan, deze minder snel overslaat naar het dierenverblijf. Het uitgangspunt is, zoals aangekondigd in de Kamerbrief van 8 oktober 2021 door mijn voorganger, om dit te doen door middel van verplichte compartimentering van de technische ruimte met ten minste 60-minuten brandwerend materiaal. Dit heeft de OVV aanbevolen. Om deze maatregel zorgvuldig uit te kunnen werken, heb ik Wageningen University & Research (WUR) opdracht gegeven onderzoek te doen bij verschillende staltypen en sectoren om in kaart te brengen wat hierbij de impact is voor de veehouder. Dit onderzoek loopt nog. Eerste bevindingen wijzen echter uit dat voor sommige veehouderijen het compartimenteren van de technische ruimte onhaalbaar of ineffectief is. Denk hierbij aan veestallen waarbij de techniek zich niet tot een aparte ruimte beperkt is, maar door de hele stal loopt, of waarbij de technische ruimte buiten onder een afdak in geplaatst. Op dit punt is er veel variatie in stallen en dit vraagt dus ook om maatwerk. Om ervoor te zorgen dat de veehouder in staat is om de juiste maatregel te nemen met gelijkwaardig resultaat, bezie ik momenteel dus ook op welke wijze we dit maatwerk mogelijk kunnen maken binnen de wetgeving. Een voorbeeld waaraan gedacht wordt is branddetectie en blussystemen. Ik wil hiermee absoluut niet afdoen aan het doel én de effectiviteit van de maatregel, maar tegelijktijdig ook voorkomen dat we maatregelen verplichten zonder het gewenste resultaat.

Vraag 13

Kunt u zich voorstellen dat uw brief het gevoel oproept dat dit dossier weer terug bij af is en dat de levens van dieren wederom – of nog altijd – ondergeschikt worden gemaakt aan kostenafwegingen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 13

Ik ben niet van mening dat met de aangekondigde maatregelen het stalbrandendossier terug bij af zou zijn. Zoals namelijk ook in de brief terug te lezen is, wordt op dit moment onder andere regelgeving voorbereid op drie punten, namelijk de brandcompartimentering van de technische ruimte(s) voor bestaande stallen (zoals toegelicht bij vraag 12), verplichte jaarlijkse visuele keuring met educatief karakter én verplichte drie- of vijfjaarlijkse elektra en zonnestroominstallatiekeuring volgens de best beschikbare norm voor alle veehouderijen. Ik deel het standpunt dat er afgelopen jaren onvoldoende door de overheid is gedaan om stalbranden te verminderen. Daarom is ook besloten tot wijziging van het beleid in een stevige aanpak door de overheid.

Vraag 14

Kunt u deze vragen één voor één en voor het einde van juli beantwoorden?

Antwoord 14

In verband met het zomerreces was het niet mogelijk de vragen eerder te beantwoorden.


  1. NOS, 15 juni 2022, Tweehonderd kalveren dood bij stalbrand Streefkerk (https://nos.nl/artikel/2432758-tweehonderd-kalveren-dood-bij-stalbrand-streefkerk).↩︎

  2. RTV Oost, 19 juni 2022, 7000 eenden omgekomen bij stalbrand Markelo (https://www.rtvoost.nl/nieuws/2113653/7000-eenden-omgekomen-bij-stalbrand-markelo).↩︎

  3. Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 149.↩︎

  4. Onderzoeksraad voor Veiligheid, 10 oktober 2019, Stalbranden (https://www.onderzoeksraad.nl/nl/page/15347/stalbranden).↩︎

  5. Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 7.↩︎

  6. Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 89.↩︎

  7. Kamerstuk 28 286, nr. 1261.↩︎

  8. Bijlage bij Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 71.↩︎