[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op de brief van het Presidium over een adviesaanvraag over het objectief vaststellen van de kwaliteit van wetenschap

Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Advies van andere adviesorganen

Nummer: 2022D32748, datum: 2022-07-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31288-971).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31288 -971 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid.

Onderdeel van zaak 2022Z15651:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 971 BRIEF VAN DE ADVIESRAAD VOOR WETENSCHAP, TECHNOLOGIE EN INNOVATIE (AWTI)

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juli 2022

Recentelijk ontving ik het verzoek van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan de Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie (AWTI) om advies uit te brengen over hoe de kwaliteit van wetenschap op objectieve wijze vastgesteld kan worden (Kamerstuk 31 288, nr. 965).

lk kan u informeren dat de raad op het verzoek van de Tweede Kamer ingaat. De AWTI ziet mogelijkheden voor een adviestraject van beperkte omvang en duur en zal een informerend en verduidelijkend briefadvies uitbrengen.

In de adviesvraag wordt gesproken over een objectieve wijze om wetenschappelijke kwaliteit vast te stellen. De AWTI wil daarbij opmerken dat de inkleuring van wetenschappelijke kwaliteit afhankelijk is van de context waarin onderzoek plaatsvindt: het vakgebied, de discipline, het profiel van de onderzoeker, maar ook of onderzoek fundamenteel is of meer toepassingsgericht is. Manieren om kwaliteit van wetenschap in kaart te brengen moeten betrouwbaar zijn en recht doen aan die pluriformiteit van wetenschap. De AWTI zal in het briefadvies dan ook schetsen welke verschillende manieren er zijn om de kwaliteit van wetenschap te duiden en wat voor- en nadelen en mogelijke effecten daarvan zijn, afhankelijk van doelen (bijvoorbeeld personeelsbeleid en toekenning onderzoeksfinanciering), typen onderzoek, typen profielen van onderzoekers, vakgebieden en disciplines.

Verder zal de raad bekijken hoe wetenschappelijke kwaliteit in andere landen en bij internationale fondsen voor onderzoek wordt vastgesteld en op welke wijze dit invloed kan hebben op de internationale positie van de Nederlandse wetenschap. Daarbij zal de AWTI kijken naar de aanpak in een beperkt aantal landen en zich concentreren op de belangrijkste financiers en fondsen voor onderzoek.

De raad merkt verder op dat de AWTI geen staand beleid evalueert. De raad zal de Tweede Kamer informeren over wat bekend en in ontwikkeling is over het duiden van wetenschappelijke kwaliteit en daarin ook relevante inzichten uit het lopende adviestraject van de KNAW over «Waarde van wetenschap» meenemen.

De AWTI zal na het zomerreces starten met de voorbereidingen en streeft ernaar het briefadvies eind van dit jaar uit te brengen.

De voorzitter van de Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie,
E. Bruins