Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda informele Raad Buitenlandse Zaken Gymnich van 30-31 augustus 2022 (Kamerstuk 21501-02-2519)
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2022D32940, datum: 2022-08-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D32940).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.H. Kuiken, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken (Ooit GroenLinks-PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: A.W. Westerhoff, griffier
Onderdeel van zaak 2022Z15611:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2022-08-24 12:00: Raad Buitenlandse Zaken (informeel) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2022-09-06 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-09-15 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
2022D32940 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de geannoteerde agenda van de informele Raad Buitenlandse Zaken Gymnich van 30 en 31 augustus 2022 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2519), het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 18 juli 2022 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2514), het verslag van het schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 18 juli 2022 en over het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 20 juni 2022 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2516).
De voorzitter van de commissie,
Kuiken
De griffier van de commissie,
Westerhoff
Inhoudsopgave | |
I | Vragen en opmerkingen vanuit de fracties |
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie | |
Vragen en opmerkingen van het lid van de GL-fractie | |
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie | |
II | Antwoord / Reactie van de Minister |
III | Volledige agenda |
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) Gymnich van 30 en 31 augustus 2022. Zij hebben hierover de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda informele Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) van 29-30 augustus. Deze leden hebben nog enkele vragen aan de Minister.
De leden van de PVV-fractie hebben de volgende vragen aan de Minister over de geannoteerde agenda van de informele Raad Buitenlandse Zaken.
Precies een half jaar geleden, op 24 februari, is Rusland Oekraïne binnengevallen. Precies op deze dag is er informeel overleg over de Raad Buitenlandse Zaken. De leden van de CDA-fractie hebben nog enkele vragen over de geannoteerde agenda daarvan.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de informele RBZ van 30 en 31 augustus. De bijeenkomst heeft volgens deze agenda tot doel «ruimte te bieden voor strategische discussie». In dat licht zouden deze leden een breder palet aan onderwerpen op de agenda verwachten. De leden van de SP-fractie voelen de noodzaak om meerdere onderwerpen te bespreken en vragen het kabinet om zijn opvatting over een aantal ervan.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de informele Raad Buitenlandse Zaken op 30 en 31 augustus. Zij hebben hierover de volgende vragen en opmerkingen.
Het lid van de BBB-fractie heeft de volgende vragen aan de Minister over de geannoteerde agenda van de informele Raad Buitenlandse Zaken.
EU-Afrika relatie
De leden van de VVD-fractie vinden het onvoorstelbaar dat migratie niet expliciet op de agenda staat bij de aankomende bespreking van de EU-Afrika relatie en dat Nederland niet voornemens is om dit expliciet aan te kaarten. Is de Minister bereid alsnog naar voren te brengen dat het bestrijden van irreguliere migratie en het terugnemen van uitgeprocedeerde onderdanen van cruciaal belang is voor de relatie tussen Europese en Afrikaanse landen? En dat de Europese Unie (EU) zowel positieve als negatieve drukmiddelen moet inzetten tegen Afrikaanse landen die niet bereid zijn om hierin effectief samen te werken? En in meer algemene zin: hoe wil de Minister deze bespreking binnen de RBZ gebruiken om de instroom van asielzoekers uit Afrikaanse landen naar Nederland omlaag te brengen?
De leden van de VVD-fractie delen de zorgen over de toegenomen invloed van het Russische narratief in Afrikaanse landen en de verslechterde invloedspositie van Westerse landen. Wat stelt het kabinet concreet voor om dit Russische narratief te bestrijden? Wat moeten Westerse landen hierin anders doen dan in het verleden? Op welke manier moeten projecten als onderdeel van de Global Gateway anders zijn dan de vele ontwikkelings- en infrastructuurprojecten in het verleden? Deelt het kabinet de mening van deze leden dat daarbij zowel positieve drukmiddelen als negatieve drukmiddelen moeten worden ingezet?
De leden van de D66-fractie vragen wat de Nederlandse inzet is bij de diplomatieke inspanningen binnen de EU-Afrika relatie om het Russische narratief over de Russische oorlog in Oekraïne tegen te gaan? Op welke manier wordt met Afrikaanse landen en hun burgers gecommuniceerd dat Rusland een energie- en hongercrisis veroorzaakt?
De leden van de PVV-fractie stellen dat het continent Afrika een nog grotere puinhoop wordt dan het al was. Het aantal islamitische terreuraanslagen rijst er de pan uit, corrupte leiders zijn er de baas en het wemelt er van de Russische Wagner-huurlingen. Dat laatste is een probleem dat steeds groter wordt. Kan de Minister aangeven in hoeveel Afrikaanse landen de Wagner Group inmiddels actief is? Hoe worden deze landen diplomatiek onder druk gezet om de samenwerking met de Wagner Group stop te zetten? Waarom dreigt Nederland niet met het annuleren van investeringen en ontwikkelingshulp in de desbetreffende landen?
De leden van de PVV-fractie zien Nederland en de EU consequent achter de feiten aanlopen als het gaat om Afrika. Nu weer. Er wordt weliswaar gesteld dat het allemaal slechter gaat, maar verder lezen deze leden niets meer dan dat «we» maar moeten focussen op een «gelijkwaardige dialoog» en «blijvende investeringen.» Het is te pijnlijk voor woorden, aldus deze leden, hoe een concreet probleem zoals de relatie met Afrika, bestreden wordt met abstracte termen en algemene plannetjes. Waar blijft de radicale koerswijziging waar de huidige situatie om schreeuwt? Waar is de visie? En waarom bekijkt de Minister de relatie met Afrika niet vanuit een nationaal perspectief, maar wordt de relatie met Afrika in een EU-jasje gestoken?
De leden van de PVV-fractie maken zich ernstig zorgen over de negatieve impact die de recente ontwikkelingen in Afrika hebben op onze nationale veiligheid. Specifiek willen deze leden weten hoe de Minister aankijkt tegen de islamitische terreuraanslagen die deze zomer in Afrika zijn gepleegd. In landen zoals Nigeria, Mali en Somalië was het raak en zaaiden islamitische terreurbewegingen dood en verderf. Neemt deze islamitische terreur nu in omvang toe, of ziet de Minister dat anders? Wat is zijn analyse? Hoe groot acht de Minister de kans dat islamitische terroristen via de migratiestromen vanuit Afrika naar ons land komen?
De leden van de PVV-fractie stellen dat alle ingrediënten die van Afrika een puinhoop maken, praktisch samenkomen in Mali. Het is niet voor niets dat de Fransen het land militair opgeven en na negen jaar zijn vertrokken. En terecht, want de coupplegers die nu aan de macht zijn, houden iedereen voor de gek en zitten er puur uit eigenbelang, aldus deze leden. Helaas lijkt Nederland dat niet in de gaten te hebben. Waarom blijven we anders in Mali actief met militairen en adviseurs op verschillende posten? Waarom trekt de Minister onze militairen en adviseurs niet terug uit Mali, en welk geloofwaardig perspectief op verbetering is er nog?
De leden van de PVV-fractie willen tevens weten of er nog steeds een verzoek aan Nederland ligt om meer militairen te leveren aan de VN-missie MINUSMA? Of is dat inmiddels afgewezen? De leden van de PVV-fractie hopen het laatste, omdat het in Mali al jarenlang dweilen is met de kraan open.
De leden van de CDA-fractie hechten waarde aan het coördineren van diplomatieke inspanningen van de EU en haar lidstaten. Hoe ziet de Minister de coördinatie van inspanningen om het Russische narratief over de oorlog in Oekraïne in Afrikaanse landen tegen te gaan? Staan alle lidstaten hier hetzelfde in? En kunnen wij bondgenoten in Afrikaanse landen helpen tegen ongewilde inmenging in hun land?
De oorlog in Oekraïne heeft grote gevolgen op het Afrikaans continent, zeker op het gebied van energie, voedselzekerheid, en het aangehaalde Russische narratief. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister of het inzichtelijk is in welke landen deze ontwikkelingen voor een verscherping in de relatie met het westen hebben gezorgd.
Met betrekking tot de relatie EU-Afrika delen de leden van de SP-fractie de analyse dat meerdere grootmachten invloed in Afrika proberen te verwerven. Op zich vinden deze leden dat hun goed recht: Europa heeft er geen alleenrecht en Afrikaanse landen maken hun eigen afwegingen. Het is een goede zaak dat de EU daar een positieve investeringsagenda tegenover zet. Het blijft evenwel van belang, ook voor de geloofwaardigheid van de EU in Afrika, dat EU-beleid ten aanzien van Afrika coherent is c.q. dat innerlijke tegenstrijdigheden tussen bijvoorbeeld hulp en handel eruit worden gehaald. Heeft het kabinet deze (in-)coherentie scherp in beeld en wordt hier actief aan gewerkt, zo vragen de leden van de SP-fractie?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat de Raad zal spreken over het coördineren van de diplomatieke inspanningen van de EU en EU-lidstaten om het Russische narratief over de Russische oorlog in Oekraïne in Afrikaanse landen tegen te gaan. De leden zijn benieuwd welke concrete diplomatieke inspanningen het kabinet voornemens is voor te stellen in deze discussie? Op welke manier is het stimuleren van vrije media, onafhankelijk van Russische invloed, in Afrikaanse landen een onderdeel van deze strategie?
In navolging van de motie van onder andere het lid Van der Lee d.d.7 juli 2022 (36 045, nr. 99) over de rol van vier grote multinationals in de voedselprijzencrisis, zijn de leden benieuwd of de Minister bereid is om dit onderwerp te agenderen tijdens de Raad en te onderzoeken welke maatregelen er in EU-verband kunnen worden getroffen om de speculatie op belangrijke commodities, zoals bijvoorbeeld graan, tegen te gaan. De leden zijn benieuwd welke specifieke maatregelen de Minister in dit opzicht voor zich ziet en ontvangen hierop graag een toelichting.
De leden van de GroenLinks-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat het kabinet voornemens is te pleiten voor zichtbare en consistente uitvoering van het EU-Afrika Global Gateway investeringspakket. Deze leden zijn positief over het feit dat het kabinet wil bijdragen op het gebied van voedsel- en energiezekerheid in Afrika. Maar toch zijn de leden van de GroenLinks-fractie bezorgd over de mate waarin deze langetermijninvesteringen ook daadwerkelijk ten goede zullen komen aan hen die het nu het hardste nodig hebben. Aangezien de samenwerking zich vooral richt op samenwerking met grote agrobedrijven, is het nog maar de vraag in hoeverre deze hulp terecht komt bij de mensen op het platteland die nu juist het hardst hulp nodig hebben en in acute nood verkeren. Deze leden vragen het kabinet daarom om tevens in EU-verband te onderzoeken wat gedaan kan worden aan acute verlichting van honger in de Hoorn van Afrika en daarvoor extra middelen uit te trekken. De leden van de GroenLinks-fractie vragen het kabinet tevens naar de inzet om te bewerkstelligen dat een groot deel van de investeringen ook juist gaat naar kleinschaligere boeren. Investeren in hulp en handel voor de burgers die dit het hardst nodig hebben, maakt ons tevens een meer geloofwaardige partner in het tegengaan van bovengenoemd Russisch narratief, zo stellen de leden van de GroenLinks-fractie.
Wat het lid van de BBB-fractie betreft moet de stabiliteit van Afrika prioriteit zijn. Stabiliteit zorgt voor economische ontwikkeling en beperkt vluchtelingenstromen, zo meent zij. Wel deelt dit lid de visie van de Minister dat de invloed van Europa in Afrika afneemt ten gunste van China. Vandaar dat het goed is om een nieuwe, meer open, strategie richting Afrika te voeren. Het risico van toenemende Chinese invloed in Afrika is dat onze Zuidflank strategisch kwetsbaar wordt; zo zou China een vluchtelingencrisis kunnen uitlokken op het moment dat Europa zich politiek niet schikt naar China, aldus het lid van de BBB-fractie. Zij vraagt de Minister om in deze strategie het belang van stabiele voedselvoorziening mee te nemen. Hopelijk kan de Minister tijdens de informele RBZ inbrengen dat Nederland en andere Europese landen buitengewoon veel kennis hebben die kan worden ingezet om Afrika te helpen in het ontwikkelen van een sterke landbouwsector, wat de stabiliteit veel goed zou doen.
Russische agressie tegen Oekraïne
De leden van de VVD-fractie steunen de inzet van het kabinet om Oekraïne te blijven ondersteunen en de militaire steun aan Oekraïne voort te zetten. Zij zijn dan ook positief over de recent aangekondigde extra steun aan Oekraïne.
De leden van de VVD-fractie volgen met interesse de discussie rondom restricties inzake visumverstrekking aan Russische staatsburgers. Wat is het standpunt van het kabinet hierover en wat zal de Nederlandse inzet zijn in deze discussie? Welke gewenste en ongewenste effecten verwacht de Minister van deze maatregel?
De leden van de VVD-fractie steunen de inzet van het kabinet om de druk op Rusland maximaal te houden. Wat is de inzet van het kabinet ten aanzien van een volgend sanctiepakket? Welk type aanvullende sancties vindt het kabinet wenselijk? En is het kabinet bereid om in de EU te pleiten voor sancties ten aanzien van derde landen en entiteiten die het Russische leger direct steunen met wapens, technologie en grondstoffen?
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de Amerikaanse oproep aan haar burgers om Oekraïne te verlaten, omdat zij hevige aanvallen rond onafhankelijkheidsdag verwachten. Bent u bekend met de informatie waarop de Amerikanen deze oproep baseren en heeft u hierover contact gehad met uw Amerikaanse collega? Hoe schat u deze toegenomen dreiging in, ook voor Nederlanders in Oekraïne? Hoeveel Nederlanders bevinden zich op dit moment nog in Oekraïne?
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat de persoonsgerichte sancties tegen de kliek rondom Poetin nog niet volledig worden benut. Is de Minister bereid in de Raad te pleiten voor een nieuwe ronde persoonsgerichte sancties en daarin gebruik te maken van de lijst van corrupte individuen in Rusland, opgesteld door de Russische oppositieleider Alexei Navalny? Is hij in het verlengde daarvan bereid om in de Raad opnieuw te pleiten voor een nieuw sanctieregime op basis van corruptie, zoals verzocht in de motie-Sjoerdsma (Kamerstuk 35 925 V, nr. 71) en daartoe concrete voorstellen te doen? Klopt het dat de Commissie momenteel aan een uitwerking van een dergelijk regime werkt?
De leden van de D66-fractie lezen dat er in de Raad gesproken wordt over restricties inzake visumverstrekking aan Russische staatsburgers. Wat is hierbij de Nederlandse inzet? Is de Minister bereid te pleiten voor een beperkte stop op toeristenvisa? De leden van de D66-fractie zijn van mening dat een beperkte toeristenvisastop gerechtvaardigd is. Het geeft een duidelijk signaal aan de Russische elite dat het handelen van de Russische regering in Oekraïne alle perken te buiten gaat en consequenties heeft. Daarnaast zijn er ook signalen dat de toegang tot de EU en Schengen veiligheidsrisico’s met zich brengt. Zo is er het zeer recente voorbeeld van twee Russische spionnen in Albanië die op toeristenvisa binnenkwamen en worden beschuldigd van het verzamelen van inlichtingen over een wapenfabriek. Hoeveel Russische geheim agenten zijn er de afgelopen jaren Nederland en de EU binnengekomen op toeristenvisa? En hoe schat het kabinet dat risico in? Het voorstel van de leden van de D66-fractie is om de volgende visa niet meer af te geven: Type C kort verblijf, Type D (met uitzondering van familie/studie/onderzoek) en Type B. Humanitaire visa, 3/5 multi-entry visa en lange termijn emigratie/hervestigingsvisa moeten uiteraard mogelijk blijven. Is de Minister het eens met dit voorstel? Zo nee, waarom niet?
De leden van de D66-fractie willen tevens aandacht vragen voor het feit dat Griekse bedrijven, als «ultimate owner», nog steeds grote hoeveelheden Russische olie verschepen. Hoe oordeelt de Minister hierover en waarom wordt dit niet via de Raad gestopt? Is de Minister bereid dat op te brengen?
De leden van de D66-fractie vragen de Minister hoe het staat met de uitwerking van de motie-Sjoerdsma (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2499) om de wapenleveranties en militaire steun aan Oekraïne op korte termijn verder op te schroeven en daarnaast bij bondgenoten aan te dringen met spoed meer te leveren en beloofde leveranties uit te voeren. Is de Minister bereid te pleiten voor een intensivering van Europese middelen naar Oekraïne via de Europese vredesfaciliteit (EVF)? Kan hij daarbij pleiten voor een vereenvoudiging van de EVF-procedures? Kan hij daarnaast aangeven of het kabinet overweegt een deel van de financiering van de door Oekraïne bestelde houwitsers op zich te nemen? Wordt er daarnaast overwogen om 152mm artilleriemunitie in te kopen bij derde landen zoals Egypte en Jordanië om vervolgens door te spelen aan Oekraïne? Wordt er werk gemaakt van een deal om Nederlandse uitgerangeerde F-16»s te leveren aan een EU-bondgenoot, zodat zij hun Sovjetgevechtsvliegtuigen aan Oekraïne kunnen schenken? Wordt er daarnaast gewerkt aan meer munitie voor de Nederlandse en Duitse houwitsers die reeds aan het werk zijn gezet in Oekraïne? Zo nee, waarom niet?
De leden van de D66-fractie spreken hun steun uit voor het vasthouden en bestendigen van een zo breed mogelijk front van landen tegen Rusland, ook bij de Algemene Vergadering van de VN. Op welke manier probeert de EU het gezamenlijk front tegen Rusland zo groot mogelijk te maken en wat is daarbij de Nederlandse inzet?
De leden van de D66-fractie zijn het eens met het grondig herzien van de vijf guiding principles die tot 24 februari jongstleden het kader vormden voor de EU-relatie met Rusland. Wanneer is de Raad voornemens hier een officieel nieuw standpunt op te formuleren?
Tot slot lezen de leden van de D66-fractie in de geannoteerde agenda over de informele lunch met de Minister van Buitenlandse Zaken van Oekraïne, Moldavië en Georgië. Hierbij geeft de Minister aan dat de absorptiecapaciteit van de Unie om nieuwe leden op te nemen in overweging moet worden genomen. Kan hij dat nader verklaren? Wat verstaat hij onder de absorptiecapaciteit? Hoe wordt dit bepaald, gemeten en gebruikt? Is de Minister het met deze leden eens dat de absorptiecapaciteit geen onderdeel is van de officiële toetredingsprocedure tot de Europese Unie?
De leden van de PVV-fractie lezen dat er tijdens de informele Raad wordt gesproken over inreisbeperkingen voor Russische staatsburgers. In de media lezen deze leden dat de EU-lidstaten verschillend denken over het instellen van restricties inzake visumverstrekking. Tsjechië leidt het pleidooi voor een volledige stop op het verstrekken van visa aan Russische staatsburgers, terwijl lidstaten zoals Duitsland terughoudender zijn. Maar waar staat Nederland op dit specifieke punt? En wat betekenen eventuele restricties voor de Nederlandse belangen en zijn er al signalen opgevangen over schadelijke tegenmaatregelen van Russische zijde, indien er een volledige stop komt?
De leden van de PVV-fractie vrezen dat we steeds verder een zinloze (en economische) sanctieoorlog ingezogen worden. Dat, terwijl de burgers en huishoudens in Nederland nu al de eindjes niet aan elkaar kunnen knopen. Zijn extra maatregelen zoals visumrestricties – die de Russische historische missie niet hinderen – dan wel zinvol? De leden van de PVV-fractie denken van niet. Waarom blijft het kabinet daarnaast beweren dat ten aanzien van nieuwe sanctiepakketten alle opties op tafel blijven liggen? Hoe kan dit als beleid worden aangehouden tegen de achtergrond dat één op de drie huishoudens in Nederland volgens het NIBUD nu al niet meer rond kan komen en onze eigen economie door de koopkrachtcrisis de vernieling in draait?
De leden van de CDA-fractie lezen dat het instellen van visumrestricties voor Russische staatsburgers als een mogelijke sanctie wordt gezien. Kan de Minister nader uitwijden waaraan wordt gedacht? Worden hier specifieke selectiecriteria aan gekoppeld? Hoe worden Russen die Rusland ontvluchten, beschermd? Kunnen wij een visumstop realiseren? Wat is het kabinetsstandpunt hierin, zo vragen deze leden.
De herziening van de five guiding principles voor de relatie met Rusland kan een groot effect hebben op de verhoudingen tussen de EU en Rusland. De leden van de CDA-fractie kunnen zich vinden in de inzet van het kabinet, maar vragen de Minister in hoeverre er like-minded countries zijn om deze inzet te steunen in de RBZ. Kan de Minister inschatten of de lidstaten hier op één lijn liggen?
Ook hechten de leden van de CDA-fractie veel waarde aan coördinatie niet alleen binnen de Europese Unie, maar ook buiten de Europese Unie. Hoe gaat de inzet gecoördineerd worden met andere landen. Kan dit gecoördineerd worden met de G7?
Deze leden lezen dat er mogelijk gesproken zal worden over de gevolgen van de Russische agressie en de toekomst van het Oostelijk Partnerschap met Georgië, Moldavië en Oekraïne. Kan de Minister duiden wat de kabinetsinzet hier gaat worden? Wordt er op dit punt al gesproken over een verdieping van de partnerschappen, zo vragen de leden van de CDA-fractie.
Ten aanzien van Rusland nemen de leden van de SP-fractie met interesse kennis van de voorgenomen discussie over de five guiding principles van de EU-Rusland-relatie. Kan de Minister toelichten wat zijn inzet is in deze discussie? De leden van de SP-fractie onderkennen volledig de huidige problematische relatie met Rusland, maar vinden het van belang om oog te houden voor een toekomst na de Oekraïne-oorlog en/of na Poetin. De EU en Rusland zijn geografisch en historisch met elkaar verbonden en het is daarom van belang om fora voor samenwerking zoals de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en de Raad van Europa open te houden en te revitaliseren.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de oprichting door het Verenigd Koninkrijk een internationaal fonds om Oekraïne, in nauwe samenwerking met de defensie-industrie, van materieel te voorzien. Nederland onderzoekt deelname aan dit fonds, zo hebben deze leden begrepen. Kan de Minister hierop een toelichting geven? Wat zou dit betekenen voor Nederlands publiek geld in relatie tot de defensie-industrie?
Tot slot hebben de leden van de SP-fractie vragen over het preaccessie-traject van Oekraïne, Moldavië en Georgië. De Minister schrijft, naar het oordeel van deze leden terecht, dat «de absorptiecapaciteit van de Unie om nieuwe leden op te nemen in overweging genomen [dient] te worden». Kan de Minister toelichten uit welke elementen dit begrip bestaat en welk (relatief) gewicht de regering eraan hecht?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn positief over het feit dat het tegengaan van sanctie-ontwijking voor het kabinet een belangrijk aandachtspunt is bij de totstandkoming van nieuwe maatregelen. Tegelijkertijd zijn deze leden ook bezorgd over de mate waarin de bestaande loopholes voldoende gedicht zijn. Kan het kabinet aangeven wat op dit moment de belangrijkste loopholes zijn in het Europese sanctiebeleid? En wat zal de Nederlandse inzet zijn als het gaat om het dichten van deze loopholes in het reeds bestaande sanctiepakket?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen aan de Minister of hij inzicht kan geven in de manier waarop op dit moment de oppositie in Rusland nog wordt gesteund door Europa. Welke initiatieven lopen er op dit moment en kan de Minister iets zeggen over het verwachte effect van deze steun? Deze leden achten het van groot belang om ook in Rusland tegenstemmen tegen Poetin te blijven steunen.
De leden van de GroenLinks-fractie achten het net als het kabinet van groot belang om stil te staan bij diplomatieke inspanningen om een einde te maken aan de Russische agressie, ook richting derde landen. Daarom zijn de leden benieuwd naar de appreciatie die het kabinet heeft van de onderhandelingsgesprekken die vorige week werden geleid door de Turkse president Erdogan. Is het kabinet op de hoogte van eventuele volgende stappen in dit overleg? En hoe kijkt de Minister aan tegen het feit dat Turkije niet deelneemt aan de sancties tegen Rusland, maar, sterker nog, dat de handel tussen Rusland en Turkije echter is toegenomen het afgelopen half jaar?1
Het lid van de BBB-fractie stelt dat Europa voor grote uitdaging staat deze zomer. Alle prioriteit moet wat dit lid betreft uitgaan naar het gezamenlijk bestrijden van de consequenties van de Russische invasie van Oekraïne, zoals stijgende gasprijzen, inflatie en stijgende voedselprijzen. Deze zaken dreigen van de aankomende winter een koude winter te maken. Graag ziet het lid van de BBB-fractie een overzicht van welke non-Russische gasbronnen de Europese Unie overweegt en al inzet. Ook krijgt dit lid graag een update van de graanevacuatie uit Oekraïne. Hoeveel ton graan is er sinds het recente bestand geëxporteerd, hoeveel denkt de Minister dat er nog geëxporteerd kan worden en hoe kan de Europese Unie daar een bijdrage aan leveren? Deze graantransporten zijn volgens het lid van de BBB-fractie essentieel om hongersnoden in Afrika en het Midden-Oosten te voorkomen, maar het extra graan op de wereldmarkt kan ook onze eigen voedselprijzen drukken. Ook hoopt het lid van de BBB-fractie dat de Minister met zijn collega's bespreekt of er opties zijn om inflatie te dempen met het Europese handelsbeleid.
Het lid van de BBB-fractie hoopt dat de Minister tijdens de lunch met de collega’s van Oekraïne, Moldavië en Georgië kan inbrengen dat Nederland veel waarde hecht aan de Kopenhagen Criteria. Volgens dit lid zou de Minister moeten zeggen dat, als deze landen ooit willen toetreden tot de Europese Unie, zij eerst grote stappen moeten zetten om in de buurt te komen van deze criteria.
Overig
Helemaal tot slot willen de leden van de D66-fractie hun ongenoegen uitspreken over de actie van het Israëlische leger om de deuren van zeven ngo’s hardhandig te sluiten. Deze leden vinden het goed dat Nederland een verklaring heeft afgegeven, maar missen het handelingsperspectief. Wat gaat Nederland, met of zonder bondgenoten, doen om Israel te bewegen haar maatschappelijk middenveld met rust te laten?
Tot slot Iran, dat niet op de agenda staat maar wel besproken dient te worden volgens de leden van de PVV-fractie. Deze leden hebben kennisgenomen van de reactie van de Minister naar aanleiding van de moordaanslag op Salman Rushdie. Het was een aanslag op de vrijheid van meningsuiting, zoals de Minister terecht stelde in zijn verklaring. De Minister voegde er strijdbaar aan toe dat hij de vrijheid van meningsuiting zal blijven verdedigen. De leden van de PVV-fractie willen dat hij die belofte meteen in de praktijk waar gaat maken. Is de Minister daarom bereid de moordaanslag nog eens extra onder de aandacht te brengen tijdens de informele Raad Buitenlandse Zaken? Zo nee, waarom niet?
Ook willen de leden van de PVV-fractie weten wat de Minister gaat doen om de oorzaak van deze aanval op de vrijheid van meningsuiting aan te pakken en te veroordelen: het islamitisch staatsterrorisme van Iran. Dat terrorisme kent namelijk geen grenzen. Ook in Nederland werden eerder twee tegenstanders van het regime in Teheran geliquideerd. En dan waren er recent nog berichten over verijdelde aanslagen op de Iraans-Amerikaanse journaliste Masih Alinejad en de voormalig nationale veiligheidsadviseur van de Verenigde Staten, John Bolton. Dat constaterende, hebben de leden van de PVV-fractie nog twee vragen: wanneer gaat Nederland in woord en daad optreden tegen het Iraans islamitisch staatsterrorisme? En hoe kan het dat de EU – alsof er niets aan de hand is – met Iran blijft onderhandelen over een nucleair akkoord zonder dit staatsterrorisme ter sprake te brengen?
De leden van de SP-fractie stellen vragen over de volgende onderwerpen, die niet in de geannoteerde agenda staan. Ten eerste Syrië. Hoe beschouwt het kabinet de aanzetten in Turkije om toenadering te zoeken tot de regering van Syrië? Deelt de Minister de opvatting dat de EU deelgenoot zou moeten zijn in besprekingen over beëindiging van de burgeroorlog in Syrië? Wat is volgens de regering het perspectief op het einde van deze oorlog? Deelt het kabinet de zorgen van diverse bevolkingsgroepen in Syrië en Turkije (met name Koerden en de vele vluchtelingen uit Syrië die in Turkije verblijven)?
Ten tweede stellen de leden van de SP-fractie vragen over Israël/Palestina. Het kabinet heeft meermaals gesteld het Palestijnse maatschappelijk middenveld te steunen. Is het kabinet dus ook bereid de recente invallen van het Israëlische leger bij zes Palestijnse burgerorganisaties krachtig te veroordelen? Is het kabinet bovendien bereid om Israël tot de orde te roepen inzake bombardementen van burgerdoelen in Gaza? Wanneer komt het moment dat het kabinet de mooie woorden kracht bij zet met daden, zo vragen de leden van de SP-fractie.
Ten derde stellen de leden van de SP-fractie een vraag over Jemen. In juni werd met een overweldigende meerderheid een motie van de SP-fractie en de CU-fractie over straffeloosheid in Jemen aangenomen (21 501-02, nr. 2498). Op welke wijze werkt de Minister aan uitvoering van deze motie en neemt de Minister de rest van de EU hierin mee? In de brief over de Nederlandse inzet in de AVVN d.d. 15 juli (26 150, nr. 199) staat geen woord over deze motie, merken de leden van deze fractie met verbazing op.
Graag vragen de leden van de GroenLinks-fractie aandacht voor het feit dat vorige week het Israëlische leger invallen heeft gedaan bij zes prominente Palestijnse organisaties, die vorig jaar door Israël, zonder enig bewijs, als terroristisch bestempeld waren. Ondanks internationale kritiek, gaat Israël onverminderd door met het bestrijden van deze organisaties. De leden van de GroenLinks-fractie vinden het goed dat Nederland zich vorige maand samen met andere EU-landen uitsprak tegen de beschuldigingen aan het adres van deze organisaties, maar dit blijkt niet genoeg geweest om de invallen te voorkomen. Daarom vragen de leden van de GroenLinks-fractie aan het kabinet om tijdens de Raad erop in te zetten dat de EU als geheel deze daden door de Israëlische regering veroordeelt en eveneens te bespreken hoe de EU, als geheel of in een coalitie van gelijkgestemde landen, openlijk deze Palestijnse organisaties beter kan steunen en beschermen, zodat zij hun werk kunnen blijven voortzetten.
Tot slot vragen de leden van de GroenLinks-fractie graag aandacht voor de schrijnende situatie in Myanmar, waar eind juli vier van de belangrijkste voorvechters van de democratie in het land zijn geëxecuteerd door de militaire junta, meer dan 2000 onschuldige burgers zijn vermoord, en waar ruim een miljoen mensen op de vlucht zijn. Deze leden vragen de Minister om deze situatie te agenderen tijdens de Raad Buitenlandse Zaken. De leden van de GroenLinks-fractie willen bepleiten dat Nederland zich er hard voor maakt dat de EU als geheel de executies nadrukkelijk zal veroordelen en dat aanvullende internationaal gecoördineerde maatregelen tegen het regime zullen worden genomen. Is het kabinet bereid om deze punten actief uit te dragen in de Raad?
II Antwoord/ Reactie van de Minister
III Volledige agenda
– de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken met de geannoteerde agenda van de informele Raad Buitenlandse Zaken Gymnich van 30 en 31 augustus 2022 (21 501-02, nr. 2519);
– de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken met het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 18 juli 2022 (21 501-02, nr. 2514)
– de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken met het verslag van het schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 18 juli 2022 en over het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 20 juni 2022 (21 501-02, nr. 2516).
https://www.ft.com/content/caee1ae3-41c5-4c85-8d66-a8d3eea3112d.↩︎