Het bericht 'ING te druk met witwasonderzoek, weert stichtingen en verenigingen'
Schriftelijke vragen
Nummer: 2022D33093, datum: 2022-08-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2022Z15805).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: L. van Raan, Tweede Kamerlid (Ooit PvdD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2022Z15805:
- Gericht aan: S.A.M. Kaag, minister van Financiën
- Indiener: L. van Raan, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2022Z15805
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Minister van Financiën over het bericht «ING te druk met witwasonderzoek, weert stichtingen en verenigingen» (ingezonden 26 augustus 2022).
Vraag 1
Kent u het NOS-bericht «ING te druk met witwasonderzoek, weert stichtingen en verenigingen» van vrijdag 19 augustus 2022?1
Vraag 2
Bent u van mening dat de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (de WwFt) dermate zware eisen stelt aan financiële instellingen dat die daardoor genoodzaakt zouden kunnen worden tot een – al dan niet tijdelijke – cliëntenstop? Zo ja, acht u de eisen van de WwFt in dat kader proportioneel? Zo nee, hoe beoordeelt u dan de cliëntenstop van ING voor wat betreft nieuwe rekeningen voor stichtingen en verenigingen?
Vraag 3
Zijn er meer financiële instellingen die een cliëntenstop hebben voor een bepaald type klanten, gerelateerd aan de WwFt of anderszins? Zo ja, welke? Zo nee, hoe beoordeelt u de uitzonderingspositie die ING op dit punt kennelijk inneemt en hoe beoordeelt u de precedentwerking daarvan op andere financiële instellingen?
Vraag 4
Geldt het verscherpt toezicht op bestuurders van stichtingen waarin zogeheten PEP's (Politically Exposed Persons) bestuursfuncties bekleden en hun familieleden, ook het toezicht door financiële instellingen op medebestuurders van PEP's? Hoe ver strekt dergelijk verscherpt toezicht?
Vraag 5
Is het waar dat van bestuurders van stichtingen en verenigingen waar PEP's bestuursfuncties bekleden, door financiële instellingen van medebestuurders is gevraagd hun aangifte inkomstenbelasting van een aantal jaren te delen met de financiële instelling in kwestie? Zo ja, in hoeverre acht u een dergelijk onderzoek proportioneel en kunt u zich voorstellen dat medebestuurders op grond van dergelijke vraagstellingen minder enthousiast zullen zijn in besturen plaats te nemen waar PEP's in vertegenwoordigd zijn?
Vraag 6
Deelt u de mening dat de maatregel van ING onnodig discriminerend is jegens verenigingen en stichtingen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid de ING en eventueel ook andere financiële instellingen die dergelijke toegangsbelemmeringen voor groepen klanten hanteren, daarop aan te spreken en op welke termijn en wijze?
Vraag 7
Vindt u het redelijk dat stichtingen en verenigingen meer dan 100 procent toeslag moeten gaan betalen boven de nu in rekening gebrachte kosten door de financiële instelling, louter vanwege de intensiteit of zelfs omslachtigheid van door de overheid geëist financieel toezicht?
Vraag 8
Is het waar dat uit het onderzoek dat Ernst & Young in opdracht van het Ministerie van Financiën heeft uitgevoerd, blijkt dat de financiële instellingen het verscherpte onderzoek naar de financiële achtergronden van PEP's als disproportioneel wordt gezien en het verscherpte toezicht weinig oplevert?2 Zo ja, is dat voor u reden het verscherpte toezicht op de financiële situatie van PEP's te wijzigen tot meer proportionele eisen? Zo nee, wat zijn dan de conclusies van het EY-rapport in termen van proportionaliteit en effectiviteit?
Vraag 9
Deelt u de mening dat proportionele eisen van overheidstoezicht niet tot een verhoogd tarief van de dienstverlening van financiële instellingen zou moeten leiden, vooral niet voor non-profit of not-for profit instellingen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze wilt u daaraan invulling geven en op welke termijn?
Vraag 10
Bent u bereid de gehele wet- en regelgeving ten aanzien van PEP's op korte termijn te evalueren en de uitkomsten van die evaluatie met de Kamer te delen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Inge van Dijk (CDA), ingezonden 25 augustus 2022 (vraagnummer 2022Z15672).