[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van een schriftelijk overleg over de toelichting op de aangenomen moties ingediend tijdens het tweeminutendebat over de ministeriële regeling Inspectie Belastingen Toeslagen en Douane (IBTD) (Kamerstuk 31066-1097)

Belastingdienst

Verslag van een schriftelijk overleg

Nummer: 2022D33334, datum: 2022-08-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31066-1109).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31066 -1109 Belastingdienst.

Onderdeel van zaak 2022Z15903:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

31 066 Belastingdienst

Nr. 1109 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 16 september 2022

De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over de brief van 9 juni 2022 over de toelichting op de aangenomen moties ingediend tijdens het tweeminutendebat over de ministeriële regeling Inspectie Belastingen Toeslagen en Douane (IBTD) (Kamerstuk 31 066, nr. 1097).

De vragen en opmerkingen zijn op 1 juli 2022 aan de Minister van Financiën voorgelegd. Bij brief van 30 augustus 2022 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie,
Tielen

De adjunct-griffier van de commissie,
Lips

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de «Toelichting op de aangenomen moties ingediend tijdens het tweeminutendebat over de ministeriële regeling Inspectie Belastingen Toeslagen en Douane (IBTD)» (Kamerstuk 31 066, nr. 1097) en hebben nog een enkele opmerking en vraag hierover.

De leden van de VVD-fractie blijven het belang van een echt onafhankelijke inspectie onderschrijven. Deze leden zijn daarom benieuwd naar de verdere uitwerking van de wet op de Rijksinspecties.

De leden van de VVD-fractie vragen of de Kamer kan worden geïnformeerd wanneer meer bekend is over de vaste systematiek om periodiek de voortgang (van verbeteringen) te volgen. En daarbij te kijken naar welke indicatoren worden toegepast.

De werkwijze die de inspectie zal hanteren om de voortgang en veranderingen rond onderzochte thema’s te monitoren moet nog worden uitgedacht. De eerste onderzoeken van de inspectie zijn de afgelopen maanden formeel in gang gezet. Ik zal de inspectie vragen me ongeveer een jaar na de afronding van haar eerste onderzoeken te informeren over de werkwijze die ze heeft ontwikkeld voor de monitoring en u daarover berichten.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de voorliggende stukken. Deze leden danken de Minister voor de wijze waarop zij opvolging geeft aan de moties en vragen met betrekking tot de IBTD, in het bijzonder die over het bekijken van autonome bevoegdheid van specifieke rijksinspecties om rapporten uit eigen naam naar de Kamer te sturen en de borging van een heldere verslaglegging van hoor en wederhoor tussen de IBTD en het departement. Deze leden hebben geen verdere vragen.

Vragen en opmerkingen van het lid Omtzigt

Het lid Omtzigt heeft met enige verbazing kennisgenomen van de brief op 9 juni jl. met daarin een reactie op de aangenomen moties, ingediend tijdens het tweeminutendebat op 10 mei jl. (Handelingen II 2021/22, nr. 77, item 32) over de ministeriële regeling Inspectie Belastingen, Toeslagen en Douane (hierna IBTD).

Het lid Omtzigt leest met instemming dat er spoedig een wettelijke basis zal worden gecreëerd zodat ook bij domein Belastingen ontheffing kan worden verleend zodat gegevens die onder de geheimhoudingsplicht vallen en die nodig zijn voor onderzoek door de IBTD, kunnen worden gedeeld met de inspectie. Ook geeft de Minister aan dat de onafhankelijke positie wettelijk verankerd zal worden in het bredere kader van de wet op de rijksinspecties. Dit lid wijst op de initiatiefnota die dit lid hierover net heeft ingediend en hoopt dat die ter harte genomen wordt bij de voorbereiding van de wet.

Het lid Omtzigt is benieuwd of er inmiddels meer bekend is over op welke termijn de Kamer een voorstel van een wet op de rijksinspecties kan verwachten.

Er is door verschillende leden gerefereerd aan het in voorbereiding zijnde voorstel voor een wet op de rijksinspecties. Het lid Omtzigt heeft gevraagd wanneer de Kamer het wetsvoorstel kan verwachten. Uw Kamer heeft op 7 juli jl. de Minister van BZK verzocht om een kabinetsreactie op de initiatiefnota die het lid Omtzigt (Kamerstuk 36 149) op dit terrein heeft ingediend. Daarbij is haar gevraagd aan te geven wat het traject is met betrekking tot het in voorbereiding zijnde wetvoorstel. U zult door de Minister van BZK over dit onderwerp verder worden geïnformeerd.

Het lid Omtzigt leest met verbazing dat de IBTD op het gebied van interventies slechts in de vorm van discussiestukken, studies of bijeenkomsten, workshops of interviews wil experimenteren. Het lid Omtzigt begrijpt niet hoe de Minister bovengenoemde voorbeelden onder «interventies» kan scharen. Dit bevestigt het beeld van een tandeloze inspectie met minimale bevoegdheden. Een eerste rapport van de IBTD met als titel «Startpunt voor dialoog» bevestigt de insteek van de nieuw opgerichte inspectie naar aanleiding van misstanden, zoals het toeslagenschandaal, om als praatclub te functioneren waarbij er voornamelijk gesprekken worden gevoerd. Het lid Omtzigt vraagt of de IBTD vindt dat zij inderdaad voor het enkel voeren van gesprekken in het leven is geroepen en welke mogelijkheden de inspectie ziet om effectief op te treden wanneer er een misstand bij een van de domeinen wordt geconstateerd.

De IBTD is een rijksinspectie die toezicht houdt op «eigen diensten» van het Ministerie van Financiën. Net als de in dat opzicht vergelijkbare Inspectie Justitie en Veiligheid en Inspectie Veiligheid Defensie zal de IBTD signaleren, onderzoeken en agenderen. Vervolgens is het de verantwoordelijkheid van de uitvoeringsdiensten zelf om de kwaliteit van de uitvoering te verbeteren en is het aan de verantwoordelijke bewindspersonen om waar nodig te interveniëren. In het advies «Toezicht als tegenkracht» hebben externe deskundigen geadviseerd een inspectie op te richten zonder sanctionerende bevoegdheid, die haar gezag ontleent aan de kwaliteit en continuïteit van de oordeelsvorming. Aanvullende interventie- of sanctiebevoegdheden achten deze deskundigen niet passend of zinvol. Op basis van dit advies en de Kamerbrieven die u daarna over de inspectie heeft gekregen, is de IBTD vormgegeven.

De publicatie «Startpunt voor dialoog» betreft de eerste observaties van de inspectie. Ik ondersteun het belang van een dialoog over de door de inspectie genoemde belangrijke onderwerpen tussen kabinet, Kamer en inspectie. Het kabinet wacht de resultaten van de eerste onderzoeken en andere toezichtsactiviteiten van de IBTD af. De IBTD geeft haar toezicht op onafhankelijke wijze vorm.

Graag ziet het lid Omtzigt dat de effectiviteit van de huidige werkwijze van de IBTD na 12 maanden wordt geëvalueerd.

Het kabinet zal conform het advies van de externe deskundigen binnen een periode van vijf jaar op basis van een evaluatie bezien of de beëindiging, continuering of aanpassing van de taken van de inspectie wenselijk is.

Maar liefst dertien keer in zeven jaar tijd zijn door de Belastingdienst wetten overtreden – en waarschijnlijk veel vaker – waarbij individuele burgers groot onrecht is aangedaan, zo constateert het lid Omtzigt. Deze burgers staan onmachtig tegenover een machtige Belastingdienst met verstrekkende bevoegdheden. Het lid Omtzigt is daarom teleurgesteld in het feit dat individuele meldingen en casussen enkel onderzocht worden om structurele knelpunten te signaleren en te onderzoeken, zoals de Minister in reactie op de gewijzigde motie van het lid Van der Lee c.s. (Kamerstuk 31 066, nr. 1018) aangeeft.

Eén individuele melding waarbij een burger wordt benadeeld door een van de diensten (belastingen, toeslagen en douane) zou voldoende moeten zijn om deze serieus te nemen, te onderzoeken, te beoordelen en wanneer nodig te interveniëren. Niet enkel pas na meerdere meldingen wanneer de individuele burger al diep in de problemen is gekomen. Deze bevoegdheid zou volgens het lid Omtzigt bijdragen aan het uitgangspunt om gelijke gevallen een gelijke behandeling te geven en het vertrouwen in deze domeinen te versterken. Ziet de Minister alsnog mogelijkheid om de IBTD deze bevoegdheid te geven om zo daadwerkelijk effectief toezicht uit te oefenen? Zo niet, wat zijn de beweegredenen hiervoor? Ligt het bijvoorbeeld aan tekorten aan middelen en inspecteurs?

In mijn brief van 9 juni heb ik aangegeven dat de IBTD individuele meldingen zal gebruiken om structurele knelpunten te signaleren en te onderzoeken. Eén individuele melding kan dus aanleiding zijn voor een dergelijk onderzoek.

Voor wat betreft rechtshulp aan individuele belastingplichtigen is het kabinet – zoals opgenomen in het coalitieakkoord – voornemens een laagdrempelige, onafhankelijke fiscale rechtshulp naar voorbeeld van de Amerikaanse «Taxpayers Advocate Service» in te richten. Uw Kamer wordt eind dit jaar geïnformeerd over het vervolgtraject.

Ook de Nationale ombudsman kijkt naar individuele gevallen. Het is een bewuste keuze geweest dat de IBTD dat niet doet en structurele knelpunten op systeemniveau onderzoekt. Zo wordt voorkomen dat de inspectie dubbel werk gaat doen met reeds bestaande toezichthouders.

Het lid Omtzigt merkt op dat er bij de Belastingen, Toeslagen en Douane zichtbaar is dat grote processen uit de rails lopen. Dit lid wijst op de hersteloperatie toeslagen waar de wachttijd voor de integrale beoordeling nu vier jaar is en nieuwe trauma’s aan het ontstaan zijn. Dit lid wijst op de uitvoeringsproblemen bij box 3, hij wijst op de grote integriteitsproblemen bij de Douane. Dit zijn grote vraagstukken waar intern toezicht een belangrijke rol moet spelen. Dit lid sluit niet uit dat er nog meer processen zijn waar effectief toezicht ook werkelijk kan bijdragen.

Het lid Omtzigt is dus benieuwd of de inspectie begrepen heeft dat zij de inspectie is die de domeinen belastingen, toeslagen en douane moet inspecteren. Het eerste rapport met observaties doet in de ogen van dit lid anders vermoeden. Voornamelijk op systeem- en procesniveau worden nu knelpunten beschreven in het eerste rapport, zoals de vereenvoudiging van het belastingstelsel, de complexiteit van de hersteloperatie en de samenwerking van het Ministerie van Financiën met andere ministeries. Het lid Omtzigt is benieuwd of de inspectie vindt dat zij op het juiste niveau toezicht aan het houden is en of de IBTD hiermee daadwerkelijk verwacht herhaling van geconstateerde misstanden uit het recente verleden te voorkomen. De IBTD lijkt nu een denktank te zijn geworden om plannen uit het coalitieakkoord, bijvoorbeeld als het gaat om vereenvoudigingen op gebied van toeslagen, verder uit te werken en na te denken hoe deze verwezenlijkt kunnen worden. Het lid Omtzigt is van mening dat op deze manier rolvermenging plaatsvindt, waardoor verantwoordelijkheden van het Ministerie van Financiën en de inspectie door elkaar gaan lopen. Voor welk belang denkt de IBTD op te treden: het belang van de individuele burger of van de coalitie? Graag ontvangt het lid Omtzigt hierover opheldering.

Zoals eerder benoemd is de vormgeving van de IBTD tot stand gekomen conform het advies «Toezicht als tegenkracht» en de Kamerbrieven die u daarna over de inspectie heeft gekregen. De IBTD houdt toezicht op «eigen diensten» van het Ministerie van Financiën. Dit doet zij door te toetsen of deze diensten mensen en bedrijven rechtvaardig behandelen wanneer zij te maken hebben met belastingzaken, toeslagen of de douane. Daarbij worden structurele risico’s onderzocht en wordt gekeken naar het hele proces van totstandkoming van wetten en regels tot en met de uitvoering daarvan. De rol van de inspectie is niet om individuele gevallen te beoordelen, maar om het perspectief van burgers en bedrijven beter te borgen door als onafhankelijke toezichthouder op te treden. Dit doet zij door vanuit het perspectief van burgers en bedrijven knelpunten op systeemniveau te signaleren, te onderzoeken en te agenderen en zo het leervermogen van de diensten van Financiën te vergroten.

De IBTD geeft haar toezicht, binnen deze kaders, op onafhankelijke wijze vorm. Ze heeft nog geen rapporten uitgebracht. De publicatie «Startpunt voor dialoog» betreft de eerste observaties van de inspectie. Het kabinet wacht de resultaten van de eerste onderzoeken en andere toezichtsactiviteiten van de IBTD af.

Zou de Minister aan de inspectie willen verzoeken om een startnotitie te schrijven over welke visie de nieuwe inspectie heeft op toezicht, welke escalatieladders en toezichtspiramide van toepassing zijn, met welke andere inspecties en toezichthouders convenanten gesloten worden (zoals de met de Autoriteit Persoonsgegevens en zoals met de Inspectie J&V over FIOD/ECD) en hoe de capaciteit ingezet gaat worden?

De inspectie heeft haar visie vastgelegd in haar werkprogramma voor 20221. Eind dit jaar zal het werkprogramma van de IBTD voor 2023 verschijnen. Het is aan de inspectie zelf of zij een aanvullende startnotitie wenst te schrijven.

Wanneer zal het eerste jaarplan verschijnen?

Hiervoor verwijs ik u naar het werkprogramma Inspectie belastingen, toeslagen en douane 2022.2


  1. Kamerstukken 31 066 en 31 934, nr. 931.↩︎

  2. Kamerstukken 31 066 en 31 934, nr. 931.↩︎