[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over het bericht 'Meeste scholen overtreden wet door te verhullen dat ouderbijdrage vrijwillig is’

Primair Onderwijs

Brief regering

Nummer: 2022D33994, datum: 2022-09-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31293-642).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31293 -642 Primair Onderwijs.

Onderdeel van zaak 2022Z16166:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

31 293 Primair Onderwijs

31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 642 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 september 2022

Hierbij stuur ik u de reactie op het verzoek van de vaste commissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om te reageren op het bericht «Meeste scholen overtreden wet door te verhullen dat ouderbijdrage vrijwillig is» dat op 7 juli 2022 in de Volkskrant verscheen.1

In het bericht van de Volkskrant wordt vermeld dat een meerderheid van de scholen de wet vrijwillige ouderbijdrage overtreedt door niet duidelijk te communiceren aan ouders dat de financiële bijdrage die zij vragen voor bijvoorbeeld excursies of extra vakken vrijwillig is. Deze berichtgeving is gebaseerd op een interview met de Inspectie van het onderwijs (hierna: inspectie) waarin de inspectie aangeeft deze uitspraak te baseren op een representatieve steekproef onder 160 middelbare scholen, waarbij schoolgidsen zijn geanalyseerd. De inspectie publiceert de definitieve analyse dit najaar, maar vindt de resultaten zo zorgelijk dat ik het verstandig vind dat zij aanleiding zag aandacht te vragen via dit interview. Ook heeft de inspectie een brief gestuurd aan alle middelbare scholen waarin zij opgeroepen zijn nog eens kritisch te kijken naar alle communicatie over de kosten die aan ouders worden gevraagd voor activiteiten die binnen en buiten het verplichte lesprogramma plaatsvinden. Desondanks kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat de bijdrage door scholen mogelijk wordt benut als toegangseis. Hier mag geen enkele plek voor zijn. Voor welke school je kunt kiezen mag niet afhangen van de portemonnee van je ouders.2

Op 1 augustus 2021 trad de initiatiefwet van leden Kwint (SP) en Westerveld (GL) (Kamerstuk 35 063) in werking over de vrijwillige ouderbijdrage. Deze wetswijziging schrijft scholen voor dat leerlingen niet meer mogen worden uitgesloten van extra activiteiten die door de school worden georganiseerd (buiten het reguliere lesprogramma), wanneer ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet betalen. Tot dat moment was het voor scholen toegestaan om in zulke gevallen een kosteloos alternatief aan te bieden aan leerlingen. De wetswijziging had als doel kansengelijkheid te bevorderen. Met deze wet voorkomen we uitsluiting van kinderen en voorkomen we verschillen tussen kinderen op school.

Uit de voorlopige resultaten van de steekproef van de inspectie blijkt dat niet alle scholen zich aan deze wet houden en dat is onacceptabel. De regels zijn helder. De vrijwillige ouderbijdrage is nooit verplicht. Iedere leerling moet altijd kunnen meedoen aan de extra activiteiten die de school organiseert. Ook als zijn ouders geen vrijwillige ouderbijdrage betalen. Scholen mogen een leerling nooit uitsluiten en daarom ook geen vervangende activiteit aanbieden.

Het is op dit moment aan de scholen om een keuze te maken over de hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage. In de schoolgids moet duidelijk vermeld staan hoe hoog de vrijwillige ouderbijdrage is, voor welke extra activiteiten het geld wordt gebruikt, dat de ouderbijdrage voor extra activiteiten altijd vrijwillig is en dat leerlingen altijd mogen meedoen met alle extra activiteiten die het bevoegd gezag organiseert. Ook als de ouders niet betalen. De medezeggenschapsraad moet instemmen met de hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage en aan welke activiteiten het geld wordt besteed. Als scholen zich hier niet aan houden is het aan ons om de komende tijd samen met de inspectie hier hard tegen op te treden. Ik ben er wel klaar mee.

Afgelopen voorjaar heb ik scholen via een brief over deze kaders geïnformeerd en zijn informatie en praktijkvoorbeelden opgesteld en onder de aandacht gebracht. Er zijn via de website van de rijksoverheid brochures, posters, pdf-bestanden, visuals, afbeeldingen voor social media en een video over de vrijwillige ouderbijdrage op basisscholen en middelbare scholen beschikbaar gesteld voor scholen.3

De inspectie ziet toe dat deze regels omtrent de vrijwillige ouderbijdrage worden nageleefd. Wanneer schoolbesturen zich niet aan de wet houden, dan worden ze door de Inspectie aangesproken. Besturen krijgen een herstelopdracht als ze niet aan de wet voldoen. Dat is tot op heden niet eerder gebeurd, wat wat mij betreft vrij onvoorstelbaar is. Ik heb deze opvatting opnieuw onder de aandacht gebracht en ben blij met de verscherpte aandacht van de inspectie.

Voor de zomer heb ik uw Kamer een rapport van Regioplan aangeboden over de vrijwillige ouderbijdrage in het primair en voortgezet onderwijs.4 Dit naar aanleiding van de aangenomen motie van Kamerlid De Hoop (PvdA) (Kamerstuk 35 063, nr. 17) die de regering verzoekt een limiet te stellen aan de vrijwillige ouderbijdrage.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,
A.D. Wiersma


  1. https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/onderwijsinspectie-meeste-middelbare-scholen-houden-zich-niet-aan-de-vrijwillige-ouderbijdrage~b63fd092/.↩︎

  2. https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/het-is-mijn-taak-om-leraren-te-helpen-als-schoolbesturen-daar-niet-aan-meehelpen-zal-ik-ingrijpen~b2543e98/.↩︎

  3. https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/financiering-onderwijs/documenten/publicaties/2022/04/19/documenten-vrijwillige-ouderbijdrage-po-en-vo.↩︎

  4. Kamerstukken 31 293 en 31 289, nr. 625.↩︎