[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2023

Memorie van toelichting

Nummer: 2022D34468, datum: 2022-09-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-XIII-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36200 XIII-2 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2023.

Onderdeel van zaak 2022Z16150:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022–2023
36 200XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2023
Nr. 2

Memorie van toelichting

Geraamde uitgaven en ontvangsten

Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln). Totaal € 15.954,5 mln.

Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln). Totaal € 17.064,9 mln.

A. Artikelsgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstel

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

Wetsartikel 2

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en de lasten, het saldo van de baten en de lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de in de staat opgenomen baten-lastenagentschappen voor het onderhavige jaar vastgesteld. De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (Begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake de agentschappen.

Mede namens de Minister voor Klimaat en Energie,

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

M.A.M. Adriaansens

B. Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen

Het Ministerie van Ecomische Zaken en Klimaat heeft twee begrotingen:

  1. de beleidsbegroting (Hoofdstuk XIII van de Rijksbegroting) en
  2. de begroting van het Nationaal Groeifonds (NGF) (Hoofdstuk L van de Rijksbe­groting).

Voor u ligt de beleidsbegroting Hoofdstuk XIII.

1. Leeswijzer

De leeswijzer gaat in op de volgende onderwerpen:

  1. Begrotingsstructuur;
  2. Prestatiegegevens;
  3. Groeiparagraaf;
  4. Verwerking motie Schouw en motie Hachchi c.s.;
  5. Ondergrenzen toelichtingen.

1. Begrotingsstructuur

Beleidsagenda

De beleidsagenda begint met het onderdeel beleidsprioriteiten. Aansluitend bij de missie van EZK hebben de beleidsprioriteiten de volgende opbouw: Inleiding, Economisch beeld en lange termijn verdienvermogen, Duurzaam Nederland, Ondernemend Nederland, Digitale economie, Mededingings- en consumentenbeleid, Gaswinning Groningen en Europese en regionale samenwerking. Na het onderdeel beleidsprioriteiten volgen: een overzicht coronamaatregelen, de belangrijkste begrotingsmutaties voor de uitgaven en de ontvangsten, de openbaarheidsparagraaf, de Strategische Evaluatie Agenda, het overzicht van de risicoregelingen en tenslotte de overzichtstabel bedrijfslevenbeleid en Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid.

Beleidsartikelen

Aansluitend op de beleidsagenda volgt de toelichting op de beleidsartikelen. Per beleidsartikel is een algemene doelstelling en een beschrijving van de rol en verantwoordelijkheid van de bewindspersonen opgenomen. Voor elk beleidsartikel zijn de belangrijkste beleidswijzigingen apart opgenomen onder het kopje «beleidswijzigingen». De financiële instrumenten zijn voorzien van een korte toelichting. Waar mogelijk wordt, voor een meer inhoudelijke en gedetailleerde beleidstoelichting, verwezen naar de relevante beleidsnota’s of brieven die al naar de Tweede Kamer zijn gestuurd.

In de budgettaire tabellen van de beleidsartikelen zijn de financiële instrumenten onderverdeeld naar de volgende categorieën: subsidies, opdrachten, garanties, leningen, bekostiging, bijdrage aan agentschappen, bijdrage aan ZBO’s/RWT’s, bijdrage aan (inter)nationale organisaties en bijdragen aan medeoverheden. Deze onderverdeling komt ook terug in de structuur van het beleidsartikel.

In de begroting zijn verder de volgende bijlagen opgenomen: (bijlage 1) een overzicht van de ZBO’s/RWT’s vallend onder het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, (bijlage 2) een overzicht met de specifieke uitkeringen van EZK, (bijlage 3) een toelichting op de mutaties ten opzichte van de stand Voorjaarsnota en Incidentele Suppletoire begrotingen, (bijlage 4) Moties en toezeggingen, (bijlage 5) het subsidieoverzicht met hyperlinks naar de betreffende subsidie, de meest recent uitgevoerde evaluatie en geprogrammeerde eerstvolgende evaluatie en de geplande einddatum van de subsidie, (bijlage 6) een nadere uitwerking van de Strategische Evaluatie Agenda en de meest recent uitgevoerde en geprogrammeerde beleidsdoorlichtingen en evaluaties met hyperlinks naar de betreffende rapporten, (bijlage 7) een overzicht van de uitgaven ten behoeve van Caribisch Nederland, (bijlage 8) een overzicht met de projecten op de EZK-begroting, gefinancierd uit het Nationaal Groeifonds (NGF) en (bijlage 9) een overzicht met de middelen uit het Klimaatfonds die aan de EZK-begroting zijn toegevoegd.

Begrotingsreserves

Een begrotingsreserve mag met toestemming van de Minister van Financiën ten laste van een begrotingsartikel worden aangehouden (artikel 2.21, lid 1 Comptabiliteitswet 2016). De begrotingsreserves zijn bestemd voor een concreet doel en kunnen alleen voor dat doel worden gebruikt. De begrotingsreserves op de EZK-begroting worden ingezet voor de volgende doelen:

  1. Als borg voor de afgegeven garantstellingen (Borgstelling MKB-kredieten (inclusief het Corona en Groen luik), Garantie Ondernemingsfinanciering (inclusief Corona luik), Groeifaciliteit, Klein Krediet Corona, MKB financiering, garantieregeling Aardwarmte). Uit deze begrotingsreserves kunnen eventuele mismatches in de tijd tussen (premie-) inkomsten en uitgaven (verliesdeclaraties) worden opgevangen;
  2. De uitfinanciering (op kasbasis) van reeds aangegane en deels nog aan te gane verplichtingen (reserve voor duurzame energie en klimaattransitie en lening ECN). Via de reserves blijven de middelen beschikbaar voor het specifieke doel tot het moment van uitbetaling.
Borg garanties Duurzame energie en klimaattransitie Lening ECN
Artikel 2 617,6 100% 617,6
Artikel 4 4.003,9 100% 18,1 3.979,2 6,6
Totaal 4.621,5 100% 635,6 3.979,2 6,6

In de 1e suppletoire begroting 2022 zijn enkele onttrekkingen aan de begrotingsreserves op artikel 2 verwerkt. In het kader van de herijking van de kasbuffer van de verschillende Coronaregelingen is er geld onttrokken aan de volgende begrotingsreserves: Er is € 5 mln onttrokken aan de begrotingsreserve Klein Krediet Corona. Er is € 10 mln onttrokken aan de begrotingsreserve BMKB-Corona. Ook is er € 35 mln onttrokken aan de begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering Corona. Daarnaast wordt er in 2022 een storting gedaan van € 5 mln in de begrotingsreserve BMKB voor het nieuwe luik (De BMKB-Groen) binnen de BMKB.

Daarnaast is in de 1e suppletoire begroting 2022, als uitwerking van wat hierover in de Startnota van het kabinet was opgenomen, € 1.572 mln onttrokken aan de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie ter financiering van de subsidie-uitgaven van de SDE, de SDE+ en de SDE++ in de jaren na 2025 en voor de (toen nog voorgenomen) nadeelcompensatie van de productiebeperking van de Nederlandse kolencentrales.

In de betreffende beleidsartikelen (2 en 4) van deze begroting worden de bovengenoemde begrotingsreserves apart toegelicht (conform artikel 2.21, lid 2 Comptabiliteitswet 2016). Naar aanleiding van de toezegging van de Minister van Financiën aan de Algemene Rekenkamer en de aangenomen motie Ronnes c.s. (Kamerstuk 34 475, nr. 20) wordt het percentage juridisch verplicht voor de begrotingsreserves in de beleidsartikelen 2 en 4 toegelicht. Daarnaast zijn conform de motie Van Veldhoven en Koolmees (Kamerstuk 34 475, nr. 12) de eventuele aanvullende afspraken over de begrotingsreserves opgenomen . Als opvolging van de motie Geurts (Kamerstuk 34 000 XIII, nr. 64) worden de geraamde wijzigingen gedurende het begrotingsjaar in de 1e en 2e suppletoire begroting inzichtelijk gemaakt. 

Overzicht maatregelen ten behoeve van het Klimaatakkoord

Conform de motie Leegte (Kamerstuk 2014-2015, 30 196, nr. 278) is in beleidsartikel 4 (Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering) een totaaloverzicht opgenomen van alle maatregelen van alle ministeries ten behoeve van het Klimaatakkoord (inclusief de CO2-reducerende maatregelen die genomen zijn om te voldoen aan het Urgenda-vonnis van de Hoge Raad).

2. Prestatiegegevens

In de beleidsartikelen wordt onder de algemene doelstelling aangegeven waar de Minister van EZK en de Minister voor Klimaat en Energie voor verantwoordelijk zijn. Indien voor deze doelstellingen een directe relatie gelegd kan worden tussen het gevoerde beleid en de gewenste (maatschappelijke) uitkomst, zijn prestatie-indicatoren opgenomen. De voorwaarde voor het opnemen van een indicator is een (doen) uitvoerende rol van de Minister. Bij de doelstellingen waarbij EZK een belangrijke bijdrage kan leveren door de juiste randvoorwaarden te creëren en het resultaat afhankelijk is van externe factoren, is het niet of beperkt mogelijk om prestatie-indicatoren op te nemen en wordt volstaan met kengetallen over ontwikkelingen op het betreffende beleidsterrein. Daarnaast zijn, waar mogelijk, prestatie-indicatoren en kengetallen opgenomen op instrumentniveau, die inzicht geven in het bereiken van specifieke resultaten.

3. Groeiparagraaf

EZK hecht aan hoogwaardige, betrouwbare informatievoorziening om de impact van haar beleid en de voortgang op doelen te monitoren. Uitvoeringsorganisaties worden aangestuurd om relevante monitoringsinformatie te verzamelen over de voortgang en impact van beleid voor burgers en bedrijven. Daarnaast zet EZK in op gebruik van onafhankelijke voortgangsinformatie zoals van het Planbureau voor de Leefomgeving, het Centraal Planbureau, de EU en de OESO. EZK communiceert thematisch over beleidsvoortgang op websites als www.bedrijvenbeleidinbeeld.nl, dashboardklimaatbeleid.nl en dashboardgroningen.nl. Daarnaast is informatie, zoals ook genoemd in de toelichting bij de beleidsartikelen, te vinden op websites van betreffende uitvoeringsorganisaties. Tot slot wordt op rijksfinancien.nl alle budgettaire data verzameld. Deze website biedt ook de mogelijkheid om gerelateerde informatie toe te voegen aan de reguliere begrotingsinformatie. Dat zijn bijvoorbeeld beleidsevaluaties, visualisaties van financiële tabellen, bijbehorende officiële stukken, en links naar aanvullende beleidsinformatie.

EZK tracht de informatiewaarde van de begrotingsstukken voor de Kamer stelselmatig te verbeteren. Er lopen rijksbreed verschillende initiatieven om de informatie toegankelijker te maken. Hierover lopen de gesprekken tussen de Commissie voor de Rijksuitgaven van de Tweede Kamer en het Ministerie van Financiën. Qua informatiewaarde van de begrotingsstukken zijn de rijksbrede trajecten te zien als de aangewezen plek waar meer grootschalige en verstrekkende veranderingen kunnen worden gerealiseerd. EZK spant zich in om hier volop in te participeren. Voor het begrotingsjaar 2023 speelt specifiek voor EZK de opzet van het Klimaatfonds als actiepunt. De instellingswet wordt voorbereid en op Prinsjesdag 2022 levert EZK een «Proeve van Begroting» op voor dit fonds, aan de hand waarvan met de Tweede Kamer het gesprek aangegaan kan worden over de inrichting en de informatiewaarde van deze nieuwe fondsbegroting.

Voor verdere verbeteringen in de informatiewaarde van de EZK-begroting voert EZK, op basis van een gezamenlijk werkprogramma, een ambtelijke dialoog met de ondersteuning van de vaste Kamercommissie voor Economische Zaken en Klimaat om de informatiebehoefte verder in kaart te brengen en te verkennen of en op welke wijze EZK hier invulling aan kan geven. Aangezien dit moet passen binnen het kader van de rijksbegrotingsvoorschriften, is het Ministerie van Financiën hier bij betrokken.

Nieuw voor de ontwerpbegroting 2023 is de openbaarheidsparagraaf (onder het onderdeel beleidsagenda). Dit naar aanleiding van het besluit tot actieve openbaarmaking van informatie, verbetering van de informatiehuishouding bij de ministeries en artikel 3.5 van de Wet open overheid (Woo) dat bepaalt dat een bestuursorgaan in de jaarlijkse begroting en verantwoording aandacht besteedt aan de beleidsvoornemens, uitvoering van de Woo en andere inspanningen rondom informatiehuishouding en openbaarmaking.

Vanaf de ontwerpbegroting 2023 wordt de informatieverstrekking over budgetflexibiliteit uitgebreid en opgenomen onder onderdeel Budgettaire gevolgen van beleid van de desbetreffende beleidsartikel. Er wordt ingegaan op de geschatte budgetflexibiliteit en inzicht gegeven in de categorieën juridisch verplicht, bestuurlijk gebonden, beleidsmatig gereserveerd en nog niet ingevuld/vrij te besteden. Met deze wijziging is het totaaloverzicht ‘niet-juridisch verplichte uitgaven’ komen te vervallen.

Ten opzichte van de vorige begroting is artikel 6 aan de begroting toegevoegd. Dit artikel is het ‘voedingsartikel’ voor het Nationaal Groeifonds (NGF). Het NGF zal vanaf 2023 een begrotingsfonds zijn, als bedoeld in artikel 2.11 van de Comptabiliteitswet 2016, waarmee er een einde komt aan de vormgeving van het fonds via een niet-departementale begroting. Een begrotingsfonds wordt ‘gevoed’ door het moederdepartement, in dit geval het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

EZK neemt de tabel Aansluiting raming begroting agentschappen met financiering door moederdepartement EZK in het hoofdstuk «Begroting agentschappen» met ingang van de ontwerpbegroting 2023 niet meer op. Door de verschillen in bekostiging van het moederdepartement (begroting gefinancierd) en de agentschappen (tarief gefinancierd) kunnen bijdragen aan en omzet bij agentschappen verschillen. Een aansluitingstabel kan dan onbedoeld veronderstellen dat deze aan elkaar gelijk zouden moeten zijn.

Vanaf de ontwerpbegroting 2023 neemt elk departement een gedetailleerd overzicht van de eigen specifieke uitkeringen op als bijlage bij zijn eigen begroting. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen met de specifieke uitkeringen van EZK.

Nieuw vanaf de ontwerpbegroting 2023 is Bijlage 9 Klimaatfondsprojecten EZK. Hierin staan, uitgesplitst per begrotingsartikel, alle projecten van EZK welke financiering hebben ontvangen uit het Klimaatfonds.

4. Verwerking motie Schouw en motie Hachchi c.s.

Motie Schouw

In juni 2011 is de motie Schouw c.s. ingediend en aangenomen (Kamerstuk 2010-2011, 21 501-20, nr. 537). Deze motie zorgt er voor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen.

In de landspecifieke aanbevelingen van de Europese Commissie voor Nederland in 2022-2023 wordt onder andere aanbevolen om meer overheidsinvesteringen te doen voor de groene en digitale transitie (COM(2022) 621 final). Extra investeringen vanuit het National Groeifonds in R&D en innovatie en de beschikbaarstelling van middelen vanuit het fonds voor onderzoek en innovatie voor versterking van faciliteiten voor toegepast onderzoek en voor versterking van Europese partnerschappen dragen bij aan extra overheidsinvesteringen voor de groene en digitale transitie en sluiten daarmee aan bij de landspecifieke aanbeveling. Daarnaast draagt met name het missiegedreven innovatiebeleid bij aan investeringen in de genoemde richtingen. In de beleidsartikelen 1 (Goed functionerende economie en markten), 2 (Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei) en 4 (Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering) wordt op deze aanbeveling ingegaan.

Motie Hachchi c.s.

Ter uitvoering van de motie Hachchi c.s. (Kamerstuk 33 000 IV, nr. 28) brengen departementen in kaart welke uitgaven zij doen in Caribisch Nederland, uitgesplitst per instrument. Hiervoor geldt een ondergrens van € 1 mln. De totale uitgaven van EZK voor Caribisch Nederland in 2023 bedragen € 16,0 mln. Deze uitgaven zijn verdeeld over de beleidsartikelen 1, 2, en 4.

In bijlage 6: Rijksuitgaven Caribisch Nederland zijn alle uitgavenreeksen van het Ministerie van EZK ten behoeve van Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba ofwel BES-eilanden) opgenomen, ongeacht de hoogte van de uitgaven.

5. Ondergrenzen toelichtingen

Voor wat betreft het toelichten van significante verschillen in de uitgaven, ontvangsten en verplichtingen zijn de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 10
=> 1000 10 20

In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.

2. Beleidsagenda

Beleidsprioriteiten

Inleiding

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) staat voor een duurzaam en ondernemend Nederland. Het jaar 2023 zal voor EZK in het teken staan van een duurzaam herstel uit de coronacrisis, het voortvarend voortzetten van de klimaat- en energietransitie en het monitoren van en omgaan met de gevolgen van de oorlog in Oekraïne.

Samen met zijn partners werkt EZK aan de brede welvaart van alle Nederlanders, nu en later. Wij werken aan de klimaatambities, op weg naar een duurzame samenleving met schone, betrouwbare, veilige en betaalbare energie. We staan voor een open economie met een sterke internationale concurrentiepositie en oog voor economische veiligheid. We stimuleren innovatie en benutten de economische en maatschappelijke kansen van digitalisering. We geven ondernemers de ruimte en borgen de balans tussen de belangen van bedrijven en burgers. We streven naar een economie die aansluit op de draagkracht van de leefomgeving, en tegelijkertijd kan groeien. Juist ook om de transities waar we voor staan succesvol door te maken, hebben we een sterke economie met vindingrijke ondernemers hard nodig.

Economisch beeld

De impact van de coronacrisis op de economie was in Nederland vergeleken met veel omliggende landen relatief klein, maar de crisis was niettemin zeer ingrijpend. Om de economische schok op te vangen en ondernemers en bedrijven door die zware tijd heen te helpen heeft EZK zich samen met andere departementen ingezet voor adequate steunmaatregelen. En met resultaat: bedrijven bleven overeind, het aantal faillissementen bleef laag en een groot deel van de banen en inkomens zijn behouden. Het verloop van een pandemie is onvoorspelbaar, maar de vooruitzichten omtrent corona lijken nu beter dan voorheen. De vaccinatiegraad is hoog en de omikronvariant is minder ziekmakend. Bovendien hebben we beter met het virus om leren gaan. Tegelijkertijd is corona nog niet verdwenen en moeten we rekening blijven houden met een opleving van het virus.

Inmiddels is de Nederlandse economie goed hersteld van de pandemie, en heeft ze sinds het derde kwartaal van 2021 haar pre-pandemische niveau weer bereikt. Ook is de werkloosheid laag en groeit de uitvoer gestaag. Dit is te danken aan de veerkracht van de Nederlandse economie in samenhang met de effectiviteit van de overheidssteun aan werkenden en ondernemers.12 Ook de relatief vergevorderde digitalisering van de Nederlandse economie en samenleving heeft hieraan bijgedragen.3 Deze langetermijntrend van digitalisering is bovendien als gevolg van de pandemie in een verdere versnelling geraakt. Het herstel is dusdanig dat het Centraal Planbureau (CPB) nu inschat dat de coronacrisis geen permanente macro-economische schade heeft toegebracht.4

Omdat de rationale voor steunpakketten is weggevallen, is de coronasteun in 2022 stopgezet. Dit zal de economische dynamiek herstellen, wat belangrijk is voor het aanpassingsvermogen en de modernisering van de economie. Dit is temeer het geval vanwege de grote krapte op de arbeidsmarkt. Deze krapte is een gevolg van de goede stand van de economie, maar leidt wel tot serieuze problemen. Het maakt het lastiger voor bedrijven om te groeien, bemoeilijkt publieke dienstverlening en kan belangrijke transities in de weg staan. Dat de economie op macroniveau hersteld is, neemt niet weg dat een mogelijke heropleving van het virus voor sommige ondernemingen een risico is. De gesprekken tussen het kabinet en sectoren zorgen ervoor dat we hierop voorbereid zijn. Daarnaast zijn er ondernemers voor wie de gevolgen van corona nog niet voorbij zijn. Daarom heeft het kabinet onder meer besloten om schulden intensief te monitoren en opties te verkennen die bij zouden kunnen dragen aan het verder ondersteunen van ondernemers met hoge coronaschulden.

In 2022 is Europa opnieuw opgeschud door een crisis: de Russische aanval op Oekraïne. De oorlog in Oekraïne is uiteraard in de eerste plaats een catastrofe voor de Oekraïense bevolking. Naast het grote leed aldaar heeft de oorlog economische gevolgen in de hele wereld, waaronder in Nederland. Het voornaamste gevolg is een verdere stijging van de inflatie, die al was opgelopen door de coronacrisis en bijbehorende problemen in internationale waardeketens. De inflatie zal in 2022 naar verwachting 9,9 procent bedragen.5 De oorlog beïnvloedt de inflatie met name via de energieprijzen. De doorwerking van energieprijzen in de inflatie is zowel direct als indirect, via de hogere prijzen van andere goederen en diensten vanwege energiegebruik in het productieproces. De inflatie leidt tot een geschatte daling van mediane koopkracht in 2022 van 6,8 procent.6 De hogere energieprijzen zijn in het bijzonder problematisch voor huishoudens met lagere inkomens, die een relatief groot deel van hun inkomen uitgeven aan energie en de prijzen van producten zien stijgen, en voor bedrijven in de in Nederland belangrijke energie-intensieve industrie die hogere prijzen niet kunnen doorberekenen.

Het economisch perspectief in 2023 is onzeker. De verdere ontwikkeling van de inflatie is immers moeilijk te voorspellen, temeer omdat het in grote mate afhangt van zeer volatiele energieprijzen. Als gevolg hiervan is ook de ontwikkeling van de koopkracht van burgers met onzekerheid omgeven. In de Macro-Economische Verkenningen, een raming van het Centraal Planbureau (CPB) uit september 2022, is de geraamde mediane koopkrachtstijging in 2023 3,9 procent. Energieprijzen die (fors) hoger of lager uitvallen dan verwacht kunnen de koopkracht echter ten goede of ten slechte beïnvloeden. Ook de economische impact van de stikstofproblematiek is een onzekere factor. De economie groeit in 2022 naar verwachting wel sterk, met 4,6 procent, al valt de groei in 2023 terug naar 1,5 procent.7

De ambitie van dit kabinet is een sterke, vernieuwende en duurzame economie. Een economie die bijdraagt aan ons (toekomstig) verdienvermogen en tegelijkertijd bijdraagt aan het oplossen van de grote vraagstukken van deze. Een economie, kortom, die bijdraagt aan brede welvaart in Nederland. De Nederlandse economie en maatschappij hebben zich de afgelopen jaren veerkrachtig getoond, en het kabinet vertrouwt erop dat de economie deze veerkracht zal behouden. Evenwel vraagt het behoud van onze welvaart om niet-aflatende aandacht. Daarom zal EZK zich ook in 2023 weer inzetten om de uitdagingen waar het voor staat het hoofd te bieden.

Lange termijn verdienvermogen

Een groot deel van de groei die de Nederlandse economie de afgelopen decennia heeft doorgemaakt vloeide toe naar de stijgende kosten van collectieve voorzieningen en het beheersen van de staatsschuld, waardoor veel mensen te weinig van deze economische groei hebben kunnen merken in hun portemonnee. Om te borgen dat in de toekomst niet alleen de collectieve voorzieningen kunnen worden blijven betaald, maar ook de bestedingsruimte voor huishoudens wordt gecreëerd, richt EZK zich ook op het lange termijn verdienvermogen zoals beschreven in de Groeistrategie. EZK streeft naar economische groei die aansluit op de andere beleidsdoelen die EZK en het Rijk hebben, in het bijzonder een succesvolle en tijdige energie- en klimaattransitie en de transitie naar een circulaire economie. Met deze duurzame groei kunnen het streven naar materiële welvaart en het beschermen van de leefomgeving worden samengebracht. Concreet geeft EZK hier vorm aan via onder andere het missiegedreven innovatiebeleid en het Nationaal Groeifonds.

EZK zet zich in voor een blijvend sterke economie, waarin innovatieve koplopers vernieuwing aanjagen en een brede basis van bedrijven werkgelegenheid biedt aan velen. Het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid van EZK benut de innovatiekracht van de topsectoren om belangrijke bijdragen te leveren aan het vermarkten van vernieuwingen en het aanpakken van sociale en maatschappelijke vraagstukken. De creativiteit en innovatiekracht van startups en scale-ups en andere partners in het ecosysteem zijn de banenmotor van de toekomst en dragen met hun innovatieve producten en diensten bij aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Nederland scoort internationaal goed op het gebied van concurrentiekracht (World Economic Forum) en innovatie (Global Innovation Index). Om op wereldniveau mee te blijven doen zal Nederland het van innovatie moeten hebben. Daarom zal het kabinet stijging van de R&D-uitgaven door bedrijven en kennisinstellingen extra stimuleren.

Ook in 2023 zal het Nationaal Groeifonds bijdragen aan het vergroten van het Nederlands verdienvermogen. Het Nationaal Groeifonds richt zich vanaf de derde ronde van het Groeifonds op investeringen op twee terreinen: Kennisontwikkeling enerzijds en Onderzoek, ontwikkeling en innovatie anderzijds. In 2021 besloot het kabinet bij de eerste ronde van het Nationaal Groeifonds om voor ruim € 4,1 mld (al dan niet voorwaardelijk) toe te kennen en te reserveren. In 2022 werd voor de tweede ronde besloten tot het (al dan niet voorwaardelijk) toekennen van € 5 mld en het reserveren van € 1,3 mld, voor in totaal 28 projecten. Hiermee wordt fors geïnvesteerd in duurzame economische groei in Nederland.

Een dwarsdoorsnijdende uitdaging bij alle opgaven waar EZK voor staat is de grote krapte op de arbeidsmarkt. Zo vormen personeelstekorten op dit moment een grote belemmering voor de klimaat- en digitale transitie. Maar ook voor het realiseren van duurzame groei zijn de tekorten een probleem. Deze kabinetsperiode wil EZK daarom, samen met SZW en OCW, de tekorten aan technici en ICT’ers terugdringen. Dat doet het kabinet middels het Actieplan Groene en Digitale Banen.8 Doel is om met dit actieplan tot aanvullend beleid te komen. Tegelijkertijd ligt er ook een kans besloten in de arbeidsmarktkrapte. Door voortvarend aan de slag te gaan met digitalisering en andere technologische vernieuwing kunnen we onze productiviteit verhogen, en daarmee onze welvaart. De vindingrijkheid van bedrijven is hierbij onmisbaar.

Duurzaam Nederland

Vanuit onze nationale verantwoordelijkheid om de mondiale temperatuurstijging te beperken, heeft Nederland in 2019 een Klimaatwet vastgelegd. Deze wet biedt een kader voor beleid gericht op het terugdringen van de emissies van broeikasgassen in Nederland, tot klimaatneutraliteit in 2050. Inmiddels heeft de EU overeenstemming bereikt over verhoging van het 2030-doel van ten minste 40 procent reductie van broeikasgassen ten opzichte van 1990 naar ten minste 55 procent. In het in 2022 gepubliceerde coalitieakkoord is ook voor Nederland het doel van ten minste 55 procent reductie in 2030 opgenomen, en klimaatneutraliteit in 2050. Daarnaast streeft Nederland naar een circulaire economie in 2050.

Nederland staat voor een ongekende transitie op het gebied van duurzaamheid en een klimaatneutrale economie. De oorlog in Oekraïne heeft het belang van een succesvolle energie- en klimaattransitie nader onderstreept. EZK zet zich in voor het combineren van het streven naar duurzame groei en een sterke economie met het verbeteren van het milieu, middels reductie van broeikasgasemissies en andere schadelijke emissies, aanpak van de stikstofproblematiek en circulariteit. Ook leveringszekerheid van energie en onafhankelijk worden van Russisch gas en olie zijn belangrijke doelen. Verder is leveringszekerheid van kritieke metalen van cruciaal belang voor de energietransitie. Een circulaire economie draagt daaraan bij, evenals aan het verlagen van broeikasgasemissies in de hele keten.

Klimaat

Het kabinet heeft in het Coalitieakkoord verschillende maatregelen aangekondigd om invulling te geven aan de aangescherpte klimaatdoelen. Het ontwerp-beleidsprogramma, dat op 2 juni jl. naar de Tweede Kamer is gestuurd bevat de uitwerking van het klimaatbeleid uit het Coalitieakkoord en beschrijft de belangrijkste instrumenten en doelstellingen voor de verschillende sectoren.

De doorrekening door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) bij de Klimaat- en Energieverkenning 2022 zal uitwijzen of het ontwerp-beleidsprogramma de 55% reductiedoelstelling met een grote mate van zekerheid kan realiseren. Ter ondersteuning van het ontwerp-beleidsprogramma loopt een Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) in samenwerking met externe onderzoeks- en planbureaus. Dit IBO moet in kaart brengen welke aanvullingen op het beleidsprogramma denkbaar zijn, inclusief uitvoeringsaspecten en wetstechnische aspecten.

In Europees verband zal afronding van de trilogen en implementatie van plannen als RePowerEU en Fit for 55 hoog op de agenda staan. Deze plannen moeten bijdragen aan het reduceren van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, specifiek die van Rusland, en bijdragen aan het behalen van de klimaatdoelstellingen.

Additioneel aan andere klimaatmaatregelen komt er een Klimaatfonds voor de periode tot en met 2030. Dit fonds stelt middelen beschikbaar voor additionele maatregelen om de reductiedoelstellingen in de Klimaatwet te behalen. De uitwerking geschiedt via een begrotingsfonds, op te richten met een instellingswet. Deze wet zal in het najaar van 2022 aan de Tweede Kamer worden aangeboden.

Energie

Het is van groot belang dat Nederland minder afhankelijk wordt van de import van aardgas uit Rusland, de energievoorziening klimaatneutraal maakt en het toekomstige energiesysteem efficiënt vormgeeft. Hiervoor is een breed scala aan maatregelen nodig. Een belangrijk onderdeel van de Nederlandse aanpak voor de energietransitie is de inzet op extra windenergie op zee. Om dit mogelijk te maken zijn er in het Programma Noordzee 2022-2027 windenergiegebieden aangewezen waarin ruimte is voor 10,7 GW extra windenergie tot en met 2030. Bovenop de huidige plannen komt het dan tot een totale capaciteit van circa 21 GW rond 2030. Ook is een forse inzet nodig op de ontwikkeling van groene waterstofproductie in Nederland. De huidige ambitie is 500 MW elektrolysecapaciteit in 2025 en 3 tot 4 GW in 2030. Tevens wordt ingezet op de ontwikkeling van een landelijk dekkende infrastructuur en de stimulering van de import van groene waterstof. In het geheel aan opties voor CO2-vrije elektriciteitsproductie kan ook kernenergie een hernieuwde rol spelen. Het kabinet zet daarom in op verlenging van de levensduur van de kerncentrale in Borssele. Daarnaast stimuleert het kabinet de bouw van twee nieuwe kerncentrales. Ook wordt bezien of kleinschaliger centrales die een kortere realisatietermijn vergen een goede optie zijn, rekening houdend met ruimtelijke ordeningsaspecten.

Om de transitie naar een klimaatneutraal energiesysteem in 2050 vorm te geven is behoefte aan regie en coördinatie door het Rijk. Hiertoe wordt een visie op het energiesysteem in 2050 ontwikkeld in de vorm van een Nationaal Plan Energiesysteem, inclusief een vertaling naar systeemkeuzes in het heden. Om te kunnen sturen op systeemkeuzes wordt een aantal financiële instrumenten en regelingen uitgevoerd, waaronder de SDE++, en wordt gestuurd op de ruimtelijke kant van het energiebeleid door middel van onder andere het Programma Energie Hoofdstructuur (PEH) en de inzet voor de Omgevingswet.

Nederland heeft de ambitie om voor het einde van 2022 van Russische fossiele bronnen onafhankelijk te zijn. Het Rijk biedt ondersteuning zodat met een aantal drijvende LNG-terminals in de Eemshaven meer LNG naar Noordwest-Europa kan worden vervoerd. Ook wordt via verschillende maatregelen zorg gedragen voor het vullen van de gasopslagen. Ook de winning van olie en gas op de Noordzee is in dit licht belangrijk, in het bijzonder voor de leveringszekerheid van gas in de winter van 2023/2024. De olie- en gassector gaat met producenten in andere sectoren werken aan een transitieplan Noordzee, waarin de winning van fossiele brandstoffen op middellange termijn zal verminderen en de toenemende productie van hernieuwbare energie gestalte krijgt.

Een ander belangrijk doel is energiebesparing. Minder energiegebruik betekent minder noodzaak van duurzame opwek, transportcapaciteit en import. De energiebesparingsplicht voor maatregelen die een terugverdientijd kennen van vijf jaar of minder wordt in 2023 uitgebreid naar vergunningsplichtigen en ETS-bedrijven. Daarnaast wordt de zogenaamde Erkende maatregelenlijst geactualiseerd en wordt de monitoring en het toezicht op de besparingsplicht geïntensiveerd.

Ondernemend Nederland

Om onze welvaart ook in de toekomst te behouden zijn een excellent vestigings- en investeringsklimaat, vernieuwing, innovatie en verduurzaming cruciaal.

Strategisch industriebeleid en economische veiligheid

Het kabinet heeft in het Coalitieakkoord aangekondigd meer regie te willen voeren middels een strategisch industriebeleid. Dat zal op verschillende manieren in 2023 tot uiting komen in navolging op de industriebrief die juli 2022 aan de Kamer is gestuurd. EZK zal het belang van een sterke industriële basis van Nederland onderstrepen, onder andere via Nationale Groeifonds projecten en de maatwerkaanpak (Klimaatfonds), bedrijven ondersteunen in hun ambities om te verduurzamen, digitaliseren en hun positie in de internationale waardeketens beter te borgen. Dit betekent een beweging van louter faciliterend beleid naar regisserend beleid via stimuleren, normeren en beprijzen. Deze steun is overigens niet onvoorwaardelijk: de industrie moet zich aanpassen aan de eisen van de tijd, zoals verduurzaming en IMVO-verplichtingen. EZK zal haar private partners wijzen op het belang van wederkerigheid, en ook vanuit eigen inkoop- en aanbestedingsbeleid het goede voorbeeld geven.

In 2023 zal ook actiever worden ingezet op de Europese markt en internationale samenwerking, samen met onze publiek-private partners. Ook economische veiligheid kan in 2023 vanuit deze samenwerking worden bestendigd, door het vergroten van de kennisbasis rond sensitieve technologieën en versterking van het technologisch leiderschap in sectoren zoals halfgeleiders, telecom, energie en defensie-industrie. Via de Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Vifo) wordt zorg gedragen voor het voorkomen van ongewenste investeringen en samenwerkingsverbanden.

Duurzame industrie

Een belangrijk onderdeel van het Klimaatakkoord is verduurzaming van de industrie. De energie-intensieve industrie staat voor een grote transitieopgave naar een CO2-neutrale, schone en circulaire industrie. In april 2022 heeft het kabinet in een Kamerbrief9 haar plannen hiervoor uiteengezet. Verduurzaming wordt ten eerste gestimuleerd middels normering en beprijzing. Dit gaat onder andere om aanscherping van de CO2-heffing, invoering van een CO2-minimumprijs, aanpassing van de Energiebelasting en Opslag Duurzame Energie- en Klimaattransitie en aanscherping van de energiebesparingsplicht.

Ten tweede wordt ingezet op het stimuleren en faciliteren van verduurzaming bij bedrijven die dat willen. Dit geschiedt zowel middels intensivering van bestaande generieke subsidie-instrumenten als het versterken van de regie op en realisatie van duurzame infrastructuur. Ten derde wil het kabinet maatwerkafspraken maken met individuele bedrijven uit de top-20 grootste industriële uitstoters van Nederland. Dit betreft wederkerige afspraken over ambitieuze verduurzaming en de kwaliteit van de leefomgeving, de langetermijnplannen ten aanzien van klimaatneutrale en circulaire productie, het langjarig investeren in Nederland en over goed werkgeverschap. Ook met het industrieel mkb wordt overleg gevoerd over verduurzaming. Een belangrijke uitgangspunt hierbij is wederkerigheid. Tegenover de inzet voor een krachtig bedrijfsleven staat een verantwoordelijkheid van bedrijven om rekening te houden met mens, milieu en klimaat in hun waardeketens en bedrijfsvoering. Om dit te stimuleren ondersteunt EZK samen met andere ministeries het opstellen van effectieve (I)MVO-wetgeving, die het doorlichten van waardeketens en het mitigeren van misstanden verplicht maakt voor een groep bedrijven.

Ten slotte worden stappen gezet om de circulaire economie te versterken, in samenwerking met andere betrokken departementen. Hierbij wordt op normering, beprijzing en stimulering ingezet, onder meer door verbetering van de subsidieregelingen voor opschaling van circulaire projecten. De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat stuurt in het najaar het Nationaal Programma Circulaire Economie 2023-2030 naar de Tweede Kamer, waarin het kabinet hierop in zal gaan.

Innovatie

Innovatie betekent vooruitgang, het creëert nieuwe oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. Zo vergroot innovatie de brede welvaart en het verdienvermogen. Hierbij heeft ondernemerschap een belangrijke rol om te zorgen dat uitvindingen leiden tot innovaties die daadwerkelijk worden vermarkt. EZK stimuleert innovatie door middel van innovatiebeleid. Waar mogelijk doen we dat in Europese samenwerking, bijvoorbeeld door te investeren in gezamenlijke Europese innovatietrajecten.10

Naast het generieke innovatiebeleid, bestaande uit stimulerend beleid en kapitaalmarktinstrumenten zoals micro-financiering bevordert EZK innovatie met specifiek beleid, zoals het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid. Het gaat daarbij om uitdagingen op het gebied van de energietransitie en duurzaamheid, landbouw, water en voedsel, gezondheid en zorg, en veiligheid. Het doel van dit beleid is het verbinden van maatschappelijke uitdagingen aan verdienvermogen en op belangrijke sleutelgebieden wereldspeler te blijven of te worden. Door Europese innovatiesamenwerking voorkomen we ongewenste toekomstige strategische afhankelijkheden, ter bevordering van de Nederlandse en Europese open strategische autonomie. We gaan als EZK door met publiek-private samenwerking via onderzoeks- en innovatie-ecosystemen en de Topsectoren, en leggen daarbij meer nadruk op valorisatie en marktcreatie. Voor een zo breed mogelijke invulling van dit innovatiebeleid, waarover eind 2022 een brief aan de Kamer wordt gestuurd, werkt EZK nauw samen met andere betrokken departementen.

Het kabinet heeft in het Coalitieakkoord het fonds voor onderzoek en wetenschap aangekondigd. Als onderdeel hiervan heeft het kabinet € 500 mln beschikbaar gesteld voor versterking van de faciliteiten voor toegepast onderzoek bij de TO2 en Rijkskennisinstellingen voor de komende 10 jaar.11 In 2022 wordt gestart met de voorbereidingen voor tweejaarlijkse toekenningen waarvan de eerste in 2023 zal plaatsvinden. Hiertoe zal een Strategische Agenda worden opgesteld die als inventarisatie (‘landschapsanalyse’) zal dienen. Met hoogwaardige, moderne en toekomstbestendige onderzoeksfaciliteiten kunnen TO2-instellingen en Rijkskennisinstellingen kennis en toepassingen ontwikkelen voor gewenste maatschappelijke oplossingen en transities, het opschalen van (sleutel)technologie richting economische marktkansen, beleidsopgaven en wettelijke taken; ook in internationaal verband. Vanuit het fonds komen ook middelen beschikbaar om Nederlandse deelname aan Europese partnerschappen zoals Horizon Europe te versterken.

Midden- en kleinbedrijf

Het Kabinet ziet het mkb, startups en scale-ups als belangrijke aanjagers van vernieuwing die bijdragen aan brede welvaart. Deze groep bedrijven zorgt met haar innovatieve en vaak digitale oplossingen voor economische groei en nieuwe banen en draagt bij aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. Het huidige beleid omtrent startups en scale-ups dateert uit 2019 en loopt medio 2023 af. Daarom werkt EZK aan een nieuwe aanpak voor het startupbeleid, en zal het begin 2023 met een nieuwe aanpak komen. De aanpak beschrijft wat de ambitie van het kabinet is, wat nodig is om die ambitie te realiseren en welke concrete initiatieven EZK neemt of voorbereidt om het ondernemingsklimaat voor startups en scale-ups merkbaar en meetbaar te versterken.

Twee belangrijke onderwerpen voor het mkb zijn momenteel passende financiering en arbeidsmarktkrapte. Eerstgenoemde is belangrijk opdat ondernemers kunnen investeren in herstel, groei, vernieuwing en transities. Daar waar ondernemers belemmeringen ervaren, streeft het kabinet ernaar om deze zo veel mogelijk weg te nemen. Daarom worden bijvoorbeeld de mogelijkheden verkend voor de BMKB-Groen, een borgstellingskrediet voor het mkb dat erop gericht is om groene investeringen van het mkb te bevorderen. Verduurzamen gaat vaak gepaard met relatief hoge investeringsbedragen en lange terugverdientijden. Het is niet wenselijk als ondernemers duurzame investeringen gaan uitstellen of afstellen.

Digitale economie

De digitale transitie levert ongekende kansen op voor economie en samenleving. Het kabinet wil die kansen benutten. Op die manier zorgen we voor duurzame economische groei en de aanpak van maatschappelijke uitdagingen rond onderwijs, zorg, klimaat en vergrijzing. Vertrouwen is bij de digitale transitie van essentieel belang. Daarom moeten belangrijke randvoorwaarden als innovatie, veiligheid, eerlijke concurrentie en grip op gegevens geborgd zijn. Zowel het nationale als het Europese handelingsniveau is daarbij relevant. Het kabinet wil in 2023 de samenwerking met Europese lidstaten daarom versterken en risicovolle afhankelijkheden tegengaan. Op die manier kunnen wij een rol spelen bij de mondiale standaarden voor een open, eerlijke en veilige digitale economie.

De digitale economie biedt kansen, maar kan ook leiden tot te sterke machtsposities van grote platforms. Consumenten en ondernemers kunnen vaak niet om deze platforms heen. Daarom wordt in 2023 in Europees verband gewerkt aan de implementatie van de Digital Markets Act (DMA) die de markt- en datamacht van grote tech- en platformbedrijven aanpakt ten behoeve van concurrentie en de bescherming van platformgebruikers. Daarnaast wordt in 2023 de implementatie van de Digital Services Act (DSA) voorzien, die ervoor gaat zorgen dat tussenpersonen, zoals platformbedrijven, verantwoord omgaan met content van hun eindgebruikers. Daarnaast heeft de Europese Commissie recentelijk de Data Act gelanceerd waarin belangrijke stappen worden gezet om de data-economie beter te laten werken voor consumenten en ondernemers. EZK zal aandacht houden voor de macht van grote platforms, en waar nodig actie ondernemen aanvullend op de genoemde Europese initiatieven.

Digitale vaardigheden en de toepassing van nieuwe digitale technologieën zijn essentieel voor de digitale transitie en het verdienvermogen van Nederland. Om de ambities van het kabinet op dit terrein te realiseren zijn onder andere investeringsvoorstellen op het terrein van artificial intelligence (AI) en cloud-technologie (IPCEI Cloud) in voorbereiding. Op het terrein van digitale vaardigheden is het kabinet voornemens best practices op het terrein van human capital op te schalen en om via het Nationaal Groeifonds te investeren in onderwijsinnovaties. Op Europees niveau is de AI Act in voorbereiding die beoogt een Europese markt voor betrouwbare en innovatieve AI te creëren.

Nederland is binnen Europa een belangrijk digitaal knooppunt. Het is van belang dat ook in 2023 weer stappen worden gezet om te zorgen dat alle delen van Nederland robuust, snel en veilig internet krijgen. Daartoe wordt onder meer een verkenning opgestart waarin de visie op de digitale infrastructuur wordt uitgewerkt. Om de mobiele connectiviteit op niveau te houden wordt deze kabinetsperiode gewerkt aan het verdelen van de 3,5 GHz-12 en 26 GHz-banden. Ook zet EZK in op het mede vormgeven van de Europese aanpak op het gebied van 5G en veiligheid, waaronder het in kaart brengen en eventueel verminderen van ongewenste afhankelijkheidsrelaties.

Ten slotte is digitale veiligheid een speerpunt van EZK. Voor het veilig houden van de digitale infrastructuur wordt gewerkt aan de nieuwe Netwerk- en Informatie Beveiligingsrichtlijn waarmee beveiligingseisen van toepassing worden op een groter aantal partijen. Ook consumentenbescherming en de versterking van de cyberweerbaarheid van het bedrijfsleven zijn van belang voor digitale veiligheid. Daartoe wordt kennisontwikkeling en innovatie rondom cybersecurity gestimuleerd en ingezet op een veiliger aanbod van ICT-producten en diensten via de Cyber Resilience Act die de Europese Commissie naar verwachting eind 2022 zal presenteren.

Mededingings- en consumentenbeleid

Ook in 2023 zet EZK zich er voor in dat de concurrentie tussen bedrijven wordt geborgd, consumenten zoveel mogelijk waar voor hun geld krijgen en consumenten worden beschermd. Een goed werkend mededingingsbeleid is een belangrijke randvoorwaarde voor het generieke vestigingsklimaat in Nederland en hangt nauw samen met de rest van ons economische beleid.

Een goed functionerende interne markt is niet vanzelfsprekend, zoals in de coronapandemie onder andere bleek uit grenssluitingen. Daarnaast staat de interne markt in toenemende mate onder druk van oneerlijke concurrentie van binnen en buiten de EU. Digitalisering en vergroening leiden eveneens tot nieuwe uitdagingen. Via een actieagenda voor de interne markt voor de kabinetsperiode wordt ingezet op het wegnemen van belemmeringen, het verbeteren van de toepassing van interne-marktregels en het versterken van de weerbaarheid van de interne markt. Enkele verwachte Europese wetsvoorstellen zoals het interne-marktnoodinstrument (Single Market Emergency Instrument) en herziening van het mededingingskader13 dragen hieraan bij, net als de recentelijk door de Europese Commissie gepubliceerde standaardisatiestrategie. EZK zal waar nodig en mogelijk dergelijke Europese besluitvorming beïnvloeden.

Bij de economische relatie met derde landen (buiten de EU) speelt - naast de nationale veiligheid - het behoud van een eerlijk speelveld een belangrijke rol. Daarbij draait het onder andere om het tegengaan van oneerlijke concurrentie en van verstorende effecten op de interne markt door subsidies uit derde landen.14 Er lopen diverse Europese trajecten om de genoemde problemen en risico’s aan te pakken, zoals de ontwerpverordening rondom marktverstorende subsidies uit derde landen. Hiermee voorkomen we dat bedrijven uit derde landen op oneerlijke wijze kunnen meedingen bij overheidsaanbestedingen. Daarnaast werken we aan goede kaders om met aanbestedingen bij te dragen aan maatschappelijke doelen als klimaat en duurzaamheid en zorgen we voor een goede rechtsbescherming voor ondernemers.

Een andere prioriteit op het gebied van mededinging- en consumentenbeleid betreft het versterken van de positie van consumenten ten opzichte van de bedrijven waar zij producten en diensten van afnemen. Versterking richt zich enerzijds op het zorgen voor een goede informatiepositie van consumenten en anderzijds op het toekennen van bepaalde rechten of bescherming. De komende jaren zal de positie van de consument in de steeds meer online wordende wereld wederom centraal staan bij EZK. De belangen van de consument moeten in de online wereld eenzelfde niveau van bescherming krijgen als in de offline wereld. Concreet zet EZK zich onder andere in voor het behartigen van consumentenbelangen in een AI-gedreven wereld en het zorg dragen voor veilige producten bij aankopen via platforms buiten de EU.

Gaswinning Groningen

De veiligheid van de bewoners in het aardbevingsgebied in Groningen staat bij de keuzes rondom gaswinning op de eerste plaats. De gaswinning in Groningen heeft tot veel schade geleid en heeft een grote maatschappelijke impact. Ondanks de onzekere geopolitieke situatie als gevolg van het uitbreken van de oorlog in Oekraïne, blijft het kabinet inzetten op het zo snel als verantwoord kan stoppen van de gaswinning in Groningen. Dit is noodzakelijk voor de veiligheid van de mensen in het aardbevingsgebied en biedt hen rust en duidelijkheid. De verwachting is dat het gasveld vanaf gasjaar 2022-2023 op de ‘waakvlam’ zal draaien en alleen als laatste redmiddel wordt ingezet voor gaswinning.

Het kabinet blijft inzetten op een ruimhartige vergoeding van de schade in Groningen. Het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) handelt als zelfstandig bestuursorgaan schademeldingen af en compenseert bewoners onder andere voor herstel van de fysieke schade en voor waardedaling van hun woningen. De regeling voor vergoeding van immateriële schade die sinds 2021 fasegewijs per postcodegebied is opengesteld, komt in 2023 voor bewoners in alle aardbevingsgemeenten beschikbaar. Ook komt er in 2023 meer ruimte om schade duurzaam te herstellen en kunnen bewoners die van de NAM in het verleden een vergoeding voor waardedaling ontvingen een herbeoordeling bij het IMG aanvragen. Knelpunten, onuitlegbare verschillen en vastgelopen dossiers krijgen extra aandacht en waar mogelijk een maatwerkoplossing.

Woningen en gebouwen die mogelijk niet voldoen aan de veiligheidsnorm worden zo snel mogelijk beoordeeld. De Nationaal Coördinator Groningen (NCG) krijgt de opdracht om de opname en beoordeling van de resterende gebouwen in de scope van de versterkingsopgave, met uitzondering van enkele speciale (agro-)adressen, in 2023 af te ronden. Het versnellen van de uitvoering van de versterking houdt prioriteit om de operatie conform de planning in het Meerjarenversterkingsprogramma in 2028 af te kunnen ronden. De beschikbare bouwcapaciteit en beoordelingsmethoden hebben hierin aandacht. Andere prioriteiten in 2023 zijn onder andere de verbeteringen in de communicatie naar bewoners zoals in 2022 door NCG gestart, en het realiseren van één aanspreekpunt voor bewoners. Met gemeenten en de provincie wordt verder gewerkt aan uitvoering van de bestuurlijke afspraken uit 2020 en het bieden van nieuw toekomstperspectief aan de regio. Zo heeft het kabinet € 3 mld gereserveerd om, met aanvullingen vanuit Europese en regionale fondsen, de aanleg van de Lelylijn mogelijk te maken.

Europese en regionale samenwerking

De inval van Rusland in Oekraïne heeft verstrekkende gevolgen voor veel thema’s van EZK. In de eerste plaats moet de EU op korte termijn aan de directe en indirecte gevolgen van het conflict het hoofd bieden. Maar de situatie werpt ook grote vragen op waar de komende tijd een antwoord op moet worden gevonden: over de weerbaarheid van de EU, open strategische autonomie en de energietransitie. 2023 zal in de EU vooral in het teken staan van de afbouw van de energieafhankelijkheid van Rusland, een versterkte inzet op de groene en digitale transitie en om gezamenlijk de menselijke en economische gevolgen van de pandemie en de oorlog in Oekraïne zo goed mogelijk op te vangen. In 2023 zullen ook de voorbereidingen gestart worden voor de start van een nieuwe Europese Commissie in 2024 en verkiezingen van het Europees Parlement. Hier wordt invulling aan gegeven door in samenwerking met andere departementen de Nederlandse beleidsprioriteiten voor de nieuwe Commissieperiode te formuleren.

In 2023 zullen de trilogen plaatsvinden over het eerdergenoemde interne-marktnoodinstrument. Ook zullen in 2023 de transitiepaden afgerond worden die de Commissie voor alle 14 industriële ecosystemen heeft geïdentificeerd,. Hierin wordt uiteengezet hoe zij succesvol de digitale transitie en klimaattransitie kunnen doorstaan en hun weerbaarheid kunnen vergroten. Daarnaast zullen verschillende IPCEI-projecten (Important Project of Common European Interest), waaronder Waterstof en Microelectronica 2, van start zijn gegaan of gaan. Onder de noemer van de Chips Act zal er verder worden gewerkt aan het versterken van de microelectronica-industrie. Verder zal internationaal de samenwerking worden gezocht om afhankelijkheden te adresseren, bijvoorbeeld via samenwerking met de Verenigde Staten in de Trade & Technology Council.

Er is sprake van toenemende ruimtedruk in Nederland. Urgente opgaven zoals de woningbouw, de energietransitie, bedrijvigheid en natuurbehoud concurreren om de schaarse ruimte. Samen met de regio en andere departementen werkt EZK aan een programma werklocaties. Doel is het stimuleren van de juiste condities waardoor er voldoende en gevarieerd aanbod is op de juiste plek op het juiste moment. Op het economisch domein wordt in 2023 voortgebouwd op de samenwerkingen met regionale partners op thema’s als het MTIB, energietransitie, verduurzaming van de industrie, scholing, digitalisering van het mkb en valorisatie en toepassing van innovaties. Deze samenwerkingen zijn gericht op het maken van slimme en effectieve koppelingen tussen beleidsaanpakken en instrumenten, die steeds vaker met een bovenregionaal perspectief worden ingekleed. Ook geeft de landelijke dekking van het Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM)-netwerk in 2023 een verdere impuls aan de inzet van de ontwikkelfunctie van de ROMs op dit bovenregionale niveau.

Tot slot

De Nederlandse economie en maatschappij hebben een zware periode achter de rug, waarin onze veerkracht op de proef is gesteld. De realiteit is dat een nieuwe uitdaging zich heeft aangediend, waarvan de duur en ernst ongewis zijn. Evenwel stemmen de afgelopen jaren hoopvol: Nederland heeft laten zien tegen grote klappen bestand te zijn. Deze veerkracht zal ook in toekomstige tijden van grote waarde blijven, en het bestendigen van die veerkracht is daarom van groot belang. In de verantwoordelijkheden van EZK komen grote uitdagingen samen, van de klimaat- en energietransitie tot het realiseren van duurzame groei. Dit is een zware opgave, maar ook een kans om het verschil te maken. Niet alleen, maar juist in brede samenwerking met burgers, werknemers, ondernemers, maatschappelijke organisaties, de verschillende ministeries, de regio, de EU en andere landen.

Overzicht coronamaatregelen

De periode van voorjaar 2020 tot en met het eerste kwartaal van 2022 was voor een belangrijk deel getekend door de coronacrisis. Het kabinet heeft diverse (nood)maatregelen genomen om de crisis het hoofd te bieden. Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die op de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat zijn genomen. Een uitgebreid overzicht is te vinden op https://www.rijksfinancien.nl/corona-visual.

1 Telecom Caribisch Nederland 3 Kamerstuk 35 420, nr. 25, Kamerstuk 35 420, nr. 105
2 Mentale steun ondernemers 1 3 Kamerstuk 25 295, nr. 998
2 Noodloket (TOGS) 0 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 217
2 Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) 5.461 3.609 300 Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42, Kamerstuk 35 420, nr. 81, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 214, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 226, Kamerstuk 35 420, nr. 237, Kamerstuk 35 420, nr. 247, Kamerstuk 35 420, nr. 248, Kamerstuk 35 420, nr. 270, Kamerstuk 35 420, nr. 314, Kamerstuk 35 420, nr. 273, Kamerstuk 35 420, nr. 458, Kamerstuk 35 420, nr. 462, Kamerstuk 35 420, nr 466, Kamerstuk 35 420, nr. 479
2 Tegemoetkoming vaste lasten starters 13 35 Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 479
2 Omscholing naar tekortsectoren 0 40 Kamerstuk 35 420, nr. 105
2 Herstructurering winkelgebieden en binnensteden 0 9 17 20 19 26 Kamerstuk 31 757, nr. 105
2 Subsidieregeling R&D mobiliteitssectoren 8 38 38 38 13 15 Kamerstuk 35 420, nr. 248
2 Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 (TRSEC) 79 50 Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 354
2 Subsidieregeling Evenementengarantie 2022 (SEG22) 475 Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 354
2 Aanvullende tegemoetkoming evenementen 120 Kamerstuk 35 420, nr 454, Kamerstuk 35 420, nr 462
2 Omzetderving Limburg 24 Kamerstuk 32 698, nr. 63
2 Vaste lasten nachtsluiting (VLN) Kamerstuk 35 420, nr. 414, Kamerbrief Aanpassingen van het steunpakket in het vierde kwartaal
2 Voucherkredietfaciliteit/Leningsfaciliteiten reissector 188 4 Kamerstuk 35 420, nr. 72, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 252
2 Qredits 38 103 100 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 277
2 BMKB-Corona 1 Kamerstuk 35 420, nr. 1, Kamerstuk 35 420, nr. 16
2 Garantieregeling Klein Krediet Corona 1 Kamerstuk 35 420, nr. 31, Kamerstuk 35 420, nr. 462
2 Groeifaciliteit Kamerstuk 35 420, nr. 314
2 Storting in de begrotingsreserve Groeifaciliteit 50 Kamerstuk 35 420, nr. 314
2 Garantie ondernemersfinanciering (GO-Corona) 0 50 50 25 25 25 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 462
2 Storting in de begrotingsreserve GO-Corona 40 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16
2 Bijdrage RVO.nl 59 60 18 0 0 0 0 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 248
2 FieldLab Evenementen en Fieldlab Café's 2 Kamerstuk 25 295, nr. 1178
3 Versterken fondsvermogen Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen 150 Kamerstuk 35 420, nr. 105
3 Corona Overbruggingslening (COL) 33 Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42
3 Dutch Future Fund 0 10 7 6 2 Kamerstuk 33 009, nr. 96
3 Deep Tech Fund 0 35 25 25 25 65 Kamerstuk 33 009, nr. 96
3 Fonds Alternatieve Financiering (Dutch Alternative Credit Instrument) 0 20 10 10 10 Kamerstuk 33 009, nr. 96
4 Verlaging netbeheertarief Caribisch Nederland 8 0 Kamerstuk 35 420, nr. 25, Kamerstuk 35 420, nr. 105
Totaal 6.135 4.684 564 123 93 131 0
  1. De aanvullende middelen voor EU-cofinanciering zijn niet in deze tabel opgenomen, aangezien deze maar ten dele corona-gerelateerd zijn. Bedragen onder de € 0,5 mln zijn in het overzicht reklenkundig afgerond naar nul.

Toelichting op coronamaatregelen

Telecom Caribisch Nederland

De coronamaatregel is met ingang van 1 januari 2022 omgezet in een structurele subsidie. De subsidie vanuit artikel 1 van de EZK-begroting heeft te maken met de Rijkstaak om de Telecom/Internetaansluiting betaalbaar te maken en te houden. De subsidie betreft 25 USD per aansluiting per maand voor Bonaire en 35 USD voor Eustatius en Saba en is structureel.

Mentale steun ondernemers

In het kader van het Programma Mentale steun ondernemers is het Programma Emotie en Perspectief opgezet binnen het door EZK beschikbare gestelde budget van € 5 mln. In dit programma werken KVK, Ondernemersklankbord (OKB) en VNO-NCW/MKB-NL samen om mentale steun aan ondernemers in zwaar weer te geven. Dit gebeurt door middel van klankbordtrajecten voor ondernemers, trainingen van adviseurs, brancheaanpak, ontwikkeling van tools zoals de Toekomstcheck. De looptijd is verlengd tot 31 december 2022.

Noodloket (TOGS)

De TOGS, voorheen noodloket genoemd, is een belastingvrije gift van € 4.000 voor ondernemers die een dominant effect zien op hun bedrijfsvoering door het wegblijven van de consument als gevolg van de kabinetsmaatregelen in verband met COVID-19.

Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)

De TVL bood bedrijven in sectoren die hard geraakt zijn door de overheidsmaatregelen ter bestrijding van het coronavirus een tegemoetkoming voor de vaste lasten. De TVL heeft gelopen van 1 juni 2020 tot en met 31 maart 2022. De reguliere openstellingen zijn hiermee gestopt. In 2023 is nog circa € 300 mln nodig voor betalingen in verband met vaststelling van de subsidie, en voor bezwaar en beroep.

Tegemoetkoming vaste lasten starters

Een separate regeling voor bedrijven die tijdens de coronacrisis zijn gestart, biedt een tegemoetkoming voor de vaste lasten in het vierde kwartaal van 2021 en het eerste kwartaal van 2022.

Omscholing naar tekortsectoren

In 2022 is € 40 mln (incl. uitvoeringskosten) beschikbaar voor de subsidieregeling Omscholing naar kansrijke beroepen in de ICT en techniek. Hiermee kunnen werknemers met een subsidiebedrag van maximaal € 3.750 per stuk worden omgeschoold, zijnde 50% van de verwachte kosten van een omscholingstraject van € 7.500 per individu. De werkgever draagt zelf zorg voor de overige 50% (d.w.z. uit eigen middelen, sectorale opleidings- en ontwikkelingsfondsen of andere samenwerkingsverbanden).

Herstructurering winkelgebieden en binnensteden

Het kabinet investeert de komende jaren € 100 mln in het realiseren van toekomstbestendige winkelgebieden en in vitale binnensteden. Deze aanpak herstructurering van winkelgebieden in binnensteden en kernen start in de zomer van 2021. De uitgaven zullen verspreid over enkele jaren plaatsvinden. 

Subsidieregeling R&D mobiliteitssectoren

Met deze regeling, die is opengesteld op 17 mei 2021, wordt beoogd de teruggang in R&D-investeringen in de Nederlandse automotive, luchtvaart en maritieme industrie, die het gevolg is van de coronacrisis, te mitigeren door het stimuleren van R&D-projecten. Tevens wordt hiermee een bijdrage geleverd aan de transities op het gebied van duurzaamheid en digitalisering. Consortia van MKB, grootbedrijf en/of kennisinstellingen kunnen gezamenlijk projectvoorstellen indienen. Het budget bedraagt € 150 mln.

Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 (TRSEC)

Aanvullende tegemoetkoming evenementen (ATE)

Met de TRSEC, die in de Kamerbrief van 21 januari 2021 (Kamerstuk 35 420, nr. 217) is aangekondigd, staat het Rijk garant voor de gemaakte kosten wanneer een evenement door coronabeperkingen van de Rijksoverheid niet door kan gaan. De ATE is voor bedrijven die door bepaalde voorwaarden niet in aanmerking kwamen voor de TRSEC.

Subsidieregeling Evenementengarantie 2022 (SEG22)

De regelingen ATE en TRSEC zijn in 2022 samengevoegd tot de Subsidieregeling Evenementengarantie 2022 (SEG22). De SEG22 is de garantieregeling voor de evenementensector in 2022 en loopt van 1 januari tot en met 30 september 2022.

Omzetderving Limburg

Dit betreft een specifieke uitkering aan de provincie Limburg ten behoeve van bedrijven die omzetderving hebben geleden ten gevolg van de waterschade tijdens de overstroming in juli 2021.

Voucherkredietfaciliteit/Leningsfaciliteiten reissector

Dit betreft een faciliteit van € 400 mln voor Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR) voor liquiditeitsleningen (voucherkredieten) aan reisorganisaties die onvoldoende middelen hebben om vouchers terug te betalen aan consumenten. Daarnaast is in 2020 een budget van € 160 mln beschikbaar gesteld voor leningsfaciliteiten aan garantiefondsen voor de reissector. Hiervan is een leningsfaciliteit van € 150 mln beschikbaar gesteld aan SGR, waarmee SGR consumenten schadeloos kan stellen bij faillissement van aangesloten reisorganisaties. Voor kleinere garantiefondsen VZR Garant en het Garantiefonds voor Gespecialiseerde Touroperators (GGTO) is een leningsfaciliteit beschikbaar gesteld voor respectievelijk € 2,5 mln en € 4 mln.

Qredits

Qredits heeft in 2020 een achtergestelde lening van € 25 mln ontvangen voor het verstrekken van Corona-overbruggingskredieten. Deze lening is in 2021 verhoogd met 30 mln. Daarnaast is in 2021 € 40 mln in de vorm van een lening aan Qredits beschikbaar gesteld voor overbruggingskredieten aan starters. Qredits heeft met deze leningen tot 30 juni 2022 Corona-overbruggingskredieten verstrekt aan ondernemers. Daarnaast wordt in de jaren 2021-2023 in totaal € 200 mln aan Qredits ter beschikking gesteld in het kader van het TOA-krediet gericht op ondernemers die met gebruikmaking van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) hun mkb-bedrijf willen doorstarten.

BMKB-Corona

Het kabinet heeft een tijdelijke faciliteit onder de BMKB opengesteld voor door de Coronacrisis getroffen mkb-bedrijven om liquiditeitsproblemen op te vangen. Hierbij staat de overheid voor per saldo 67,5% borg op krediet aan in de kern gezonde mkb-bedrijven. De BMKB-Corona heeft in 2022 gebruik gemaakt van het garantiebudget van de reguliere BMKB (€ 765 mln). De BMKB-Corona was opengesteld tot 1 juli 2022. Voor eventuele verliesdeclaraties in 2022 en de komende jaren als gevolg van faillissementen is een risicovoorziening beschikbaar (zie de toelichting op de risicovoorzieningen in beleidsartikel 2 van de EZK-begroting).

Garantieregeling Klein Krediet Corona (KKC)

Om getroffen ondernemers te helpen die geen kredietrelatie hebben met een bank of maar een kleine kredietbehoefte hebben, is de garantieregeling KKC gestart voor kredieten tot € 50.000, met een looptijd van 5 jaar, 95% garantie en een premie van 2%. De KKC is in 2022 opengesteld voor € 100 mln. Ter afdekking van eventuele verliesdeclaraties in 2022 en volgende jaren als gevolg van faillissementen is een risicovoorziening beschikbaar (zie de toelichting op de risicovoorzieningen in beleidsartikel 2 van de EZK-begroting).

Groeifaciliteit

In het kader van een initiatief van de banken voor een Dutch Post-Covid Growth Fund, waarvoor de Groeifaciliteit zal worden ingezet, is een kasbuffer beschikbaar gesteld van € 50 mln. De Groeifaciliteit richt zich op buffervermogen – zoals aandelenkapitaal van participatiemaatschappijen en achtergestelde leningen door banken – en is vooral gericht op de groei- en expansiefase van een bedrijf of voor opvolging/overnames. Achtergestelde leningen en aandelenkapitaal verstrekt door participatiemaatschappijen en banken vallen tot maximaal € 25 mln per financier onder de garantieregeling. In totaal kan er voor € 50 mln per bedrijf onder garantie worden gebracht. De garantie van de overheid bedraagt 50%.

Storting in de begrotingsreserve Groeifaciliteit

In 2021 is circa € 50 mln afgestort in de begrotingsreserve Groeifaciliteit, ter afdekking van eventuele toekomstige schades als gevolg van faillissementen.

Garantie ondernemingsfinanciering (GO-Corona)

Het kabinet heeft tijdelijk een corona-module voor garantie op bankleningen aan de GO opengesteld (GO-Corona), met 80% garantie voor grootbedrijf en 90% voor mkb-ondernemingen. Het totale garantieplafond voor de GO (incl. de GO-Corona) is voor 2022 gesteld op € 300 mln. Ter afdekking van eventuele verliesdeclaraties in 2022 en volgende jaren als gevolg van faillissementen is een risicovoorziening beschikbaar en is voor de komende jaren een kasbuffer op de begroting beschikbaar (zie ook de toelichting op de risicovoorzieningen in beleidsartikel 2 van de EZK-begroting).

Storting in de begrotingsreserve GO-Corona

In 2021 is ca. € 40 mln afgestort in de begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering, ter afdekking van eventuele toekomstige schades op de coronamodule van de GO als gevolg van faillissementen. Bij de Voorjaarsnota 2022 is er € 35 mln aan de begrotingsreserve GO-Corona onttrokken.

Bijdrage RVO.nl

Dit betreft de uitvoeringskosten van RVO.nl voor de uitvoering van de coronamaatregelen.

FieldLab Evenementen en Fieldlab Café's

In het FieldLab Evenementen is in praktijktesten de inzet van sneltesten, testbewijzen, crowdcontrol en andere opschalingsvragen onderzocht. In het FieldLab Cafe's zijn inzichten vergaard over bezoekersgedrag en naleving van de maatregelen door bezoekers. Deze informatie heeft bijgedragen aan een veilige en verantwoorde heropening van café's.

Versterken fondsvermogen Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

Het kabinet heeft in 2021 € 150 mln beschikbaar gesteld om het fondsvermogen van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) te versterken. Door het fondsvermogen van de ROM’s te versterken, kunnen de ROM’s ook het eigen vermogen van veelal innovatieve mkb-ondernemingen versterken. Daarmee wordt de solvabiliteitspositie van deze bedrijven verstevigd. Voorwaarde is wel dat de regio’s zelf cofinanciering verschaffen.

Corona Overbruggingslening (COL)

Het kabinet heeft de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) een lening van in totaal € 300 mln verstrekt voor de uitvoering van de Corona overbruggingsleningen. De ROM’s verstrekten tot en met 30 juni 2021 overbruggingskredieten tussen de € 50.000 en € 2 mln. Ondernemers die gefinancierd zijn met (extern) eigen vermogen (startups en scale-ups) en intern eigen vermogen die geen bankrelatie hebben (familiebedrijven en maakindustrie) kunnen een COL-aanvraag doen.

Dutch Future Fund

Het Dutch Future Fund (DFF) met een omvang van € 300 mln wordt uitgevoerd door het EIF in samenwerking met Invest-NL. Het fonds investeert in andere risicokapitaalfondsen zodat via die investeringsfondsen de beschikbare hoeveelheid kapitaal voor Nederlandse innovatieve groeibedrijven wordt vergroot. EZK heeft € 25 mln voor dit fonds beschikbaar gesteld.

Deep Tech Fund

Het Deep Tech Fonds betreft een fonds dat investeringen in bedrijven met innovatieve complexe technologie mogelijk maakt. Voor innovatieve ondernemingen die zowel kennis- als kapitaalintensief zijn, is het vaak moeilijk om financiering te vinden. Vaak gaat het om nieuwe technologieën die zich nog niet bewezen hebben en waar relatief grote risico’s aan kleven. Het fonds is uitgewerkt als co-investeringsfonds en als separaat fonds ondergebracht bij Invest-NL. De omvang van het fonds bedraagt € 250 mln, waarvan € 175 mln door de EZK is ingebracht en € 75 mln door Invest-NL.

Fonds Alternatieve Financiering (Dutch Alternative Credit Instrument)

Samen met Invest-NL en het EIF is een fonds opgericht voor de funding van alternatieve financiers. De fondsomvang bedraagt € 200 mln, waarvan € 50 mln door EZK wordt ingebracht. Met het fonds kan het aanbod van funding voor alternatieve financiers worden vergroot. Hierdoor verkrijgen alternatieve financiers meer slagkracht om leningen te verstrekken aan ondernemers en kunnen zij een aantrekkelijk alternatief bieden voor bancaire financiering. Zo draagt het fonds bij aan een divers financieringslandschap.

Verlaging netbeheer Caribisch Nederland

Als specifieke maatregel voor de bewoners van de eilanden Bonaire, Saba en Sint-Eustatius is aan de energiebedrijven van deze eilanden subsidie verstrekt, zodat de netbeheertarieven in 2020 en 2021 op € 0 gesteld konden worden en de bewoners dus minder geld kwijt zijn aan hun energierekening.

2 Noodloket (TOGS) 1 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 217
2 Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) 155 115 200 Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42, Kamerstuk 35 420, nr. 81, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 214, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 226, Kamerstuk 35 420, nr. 237, Kamerstuk 35 420, nr. 247, Kamerstuk 35 420, nr. 248, Kamerstuk 35 420, nr. 270, Kamerstuk 35 420, nr. 314, Kamerstuk 35 420, nr. 273, Kamerstuk 35 420, nr. 458, Kamerstuk 35 420, nr. 462, Kamerstuk 35 420, nr 466, Kamerstuk 35 420, nr. 479
2 Tegemoetkoming vaste lasten starters 0 Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 479
2 Voucherkredietfaciliteit/Leningsfaciliteiten reissector (Bedrijfssteun) 1 28 43 42 40 39 6 Kamerstuk 35 420, nr. 72, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 252
2 BMKB-Corona 126 Kamerstuk 35 420, nr. 1, Kamerstuk 35 420, nr. 16
2 Onttrekking reserve BMKB-Corona 10 Kamerstuk 35 420, nr. 1, Kamerstuk 35 420, nr. 16
2 Klein Krediet Corona 141 Kamerstuk 35 420, nr. 31, Kamerstuk 35 420, nr. 462
2 Onttrekking begrotingsreserve Klein Krediet Corona (KKC) 5 Kamerstuk 35 420, nr. 31, Kamerstuk 35 420, nr. 462
2 GO-Corona 15 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 462
2 Onttrekking begrotingsreserve GO-Corona 35 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 462
2 Bijdrage RVO.nl 3 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 248
3 Corona Overbruggingslening (COL) 20 30 30 30 210 Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42
Totaal 462 223 273 72 250 39 6
  1. Bedragen onder de € 0,5 mln zijn in het overzicht rekenkundig afgrond naar nul.

Toelichting ontvangsten

Noodloket (TOGS)

In 2021 is voor de TOGS € 1,0 mln terugontvangen, in verband met onder meer gecorrigeerde overboekingen en terugvorderingen.

Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)

De ontvangsten houden met name verband met terugvorderingen in geval de omzetderving lager is dan door de aanvrager geraamd en in geval van geconstateerd misbruik.

Tegemoetkoming vaste lasten starters

Eventuele ontvangsten houden met name verband met terugvorderingen in geval de omzetderving lager is dan door de aanvrager geraamd en in geval van geconstateerd misbruik.

Voucherkredietfaciliteit/Leningsfaciliteiten reissector

Dit betreft de geraamde ontvangsten in het kader van de leningfaciliteit aan SGR en de kleine garantiefondsen en de voucherkredietfaciliteit. De daadwerkelijke ontvangsten hangen af van de uiteindelijke benutting van deze faciliteiten. Op basis van deze benutting zal de raming van de ontvangsten worden geactualiseerd.

BMKB-Corona

Er is in 2021 een bedrag van € 1,2 mln aan afsluitprovisie ontvangen voor BMKB-Corona aanvragen. Ook is er in 2021 € 125 mln aan de begrotingsreserve BMKB-Corona onttrokken.

Onttrekking reserve BMKB-Corona

Naar aanleiding van een herijking van de kasbuffer voor de garantieregeling BMKB-Corona als gevolg van de lager dan geraamde benutting is er in de 1e suppletoire begroting 2022 € 10 mln onttrokkken aan de begrotingsreserve KKC.

Klein Krediet Corona (KKC)

Naar aanleiding van een herijking van de kasbuffer voor de garantieregeling KKC als gevolg van de lager dan geraamde benutting is er in 2021 € 140 mln onttrokkken aan de begrotingsreserve KKC. Hiernaast hebben er ook provisieontvangsten plaatsgevonden bij de KKC.

Onttrekking begrotingsreserve Klein Krediet Corona (KKC)

Naar aanleiding van een herijking van de kasbuffer voor de garantieregeling KKC als gevolg van de lager dan geraamde benutting is er in de 1e suppletoire begroting 2022 € 5 mln onttrokkken aan de begrotingsreserve KKC.

GO-Corona

Er is 2020 een bedrag van € 15 mln aan provisie ontvangen voor GO-Corona aanvragen.

Begrotingsreserve GO-Corona

Naar aanleiding van een herijking van de kasbuffer voor de garantieregeling GO-Corona als gevolg van de lager dan geraamde benutting is er in de 1e suppletoire begroting 2022 € 35 mln onttrokkken aan de begrotingsreserve GO-Corona.

Bijdrage RVO.nl

Dit betreft een terugbetaling door RVO aan het kerndepartement omdat de kosten van uitvoering van de coronamaatregelen lager zijn geweest dan geraamd.

Corona Overbruggingslening (COL)

Dit betreft de geraamde ontvangsten in het kader van de Corona Overbruggingsleningen die door de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen zijn verstrekt. De daadwerkelijke ontvangsten hangen af van de terugbetalingen, in 2021 waren de terugbetalingen € 20 mln.

Belangrijkste beleidsmatige mutaties

Totaaloverzicht belangrijkste beleidsmatige mutaties t.o.v. vorig jaar

In deze paragraaf wordt op hoofdlijnen inzicht gegeven van de belangrijkste mutaties die zijn opgetreden tussen de begroting 2022 (incl. amendementen en Nota’s van Wijziging) en de begroting 2023.

Stand ontwerpbegroting 2022 (inclusief NvW en amendementen) 9.836.617 8.007.318 7.692.593 6.952.135 6.717.158
Belangrijkste mutaties
NGF-projecten EZK 1, 2 en 4 52.065 579.217 370.442 276.642 138.902
Tegemoetkoming vaste lasten 2 1.563.000 300.000
Diverse mutaties coronasteun 2 731.000 17.700
Brexit Adjustment reserve 2 187.800 62.200
Dekking generale problematiek 4 ‒ 500.000
SDE++ 4 532.000 119.000
Kasschuif binnen SDE+-budget 4 67.792 ‒ 262.656 ‒ 188.676 50.081 149.953
Waterstof transport 4 840 234.160 100.000 100.000 100.000
Vulmaatregelen gasopslagen 4 625.000
Lening EBN voor vullen Bergermeer 4 2.300.000
Klimaatfonds: Wind op Zee 4 64.700 67.800 67.400 16.400
Klimaatfonds: ISDE regeling 4 100.000
Klimaatfonds: IPCEI waterstof 4 145.000 290.000 625.000 395.000
Klimaatfonds: Maatschappelijke investeringssubsidie Warmtenetten 4 130.000 70.000
Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden 4 282.500 482.500 702.500 772.500
Herverkaveling Groningen 5 1.520.608 831.919 778.271 760.737 758.580
Raming schade en versterken 5 ‒ 339.708 190.488 315.379 255.141 119.836
Vergoeding Norg akkoord 5 8.530.500 2.613.600 943.800
Uitwerking Bestuurlijke afspraken 5 68.250 189.975 151.185 72.480 10.000
Kapitaalinjectie EBN 5 0 ‒ 397.264 ‒ 387.880 ‒ 317.930 ‒ 317.530
Duurzaam herstel 5 10.000 125.000 125.000 90.000 0
Nationaal Groeifonds 6 1.572.633 2.602.163 2.584.862 2.592.876
Apparaatsmiddelen NCG 40 132.380 133.227 127.208 113.348 101.905
Overige mutaties 498.610 409.803 259.375 219.816 154.335
Stand ontwerpbegroting 2023 25.191.754 15.954.520 13.799.160 12.552.212 11.828.915 11.228.882

Toelichting

NGF-projecten EZK

Bij de 1e suppletoire begroting 2022 vonden mutaties plaats voor vijf NGF-projecten. Voor de projecten QuantumDeltaNL en RegMedXB werden voorwaardelijke toekenningen omgezet in een definitieve toekenning. De reservering voor project Health-RI werd gedeeltelijk omgezet in een definitieve toekenning. Tot slot leverde de tweede ronde van het NGF nieuwe definitieve toekenningen op voor de projecten Groenvermogen II en Oncode-PACT. De bijbehorende budgetten zijn meerjarig overgeheveld van het Nationaal Groeifonds naar de EZK-begroting.

In deze ontwerpbegroting zijn daarnaast nog omzettingen verwerkt voor drie NGF-projecten uit de tweede ronde: voor de EZK-projecten Circulaire Plastics (voorheen Duurzame MaterialenNL), NXTGEN HIGHTECH en Nieuwe Warmte Nu! werden voorwaardelijke toekenningen omgezet in definitieve toekenningen. De bijbehorende budgetten zijn meerjarig overgeheveld van het Nationaal Groeifonds naar de EZK-begroting.

Tegemoetkoming vaste lasten

Het budget voor de Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) is in 2022 per saldo met € 1,6 mld verhoogd in verband met nieuwe openstellingen van de TVL in 2022. In 2023 is het budget met € 0,3 mld verhoogd ten behoeve van vaststellingen van TVL-subsidie en nabetalingen in verband met bezwaar en beroep.

Diverse mutaties coronasteun

In 2022 is het budget voor diverse steunmaatregelen in verband met de coronacrisis (naast de TVL) verhoogd met € 731 mln. Dit betreft € 645 mln voor garantieregelingen voor de evenementensector (TRSEC en ATE), € 59 mln voor uitvoeringskosten van RVO, € 23 mln voor Qredits en € 4 mln voor bedrijfssteun in de reissector. In 2023 is € 17,7 mln beschikbaar gesteld voor uitvoeringskosten van RVO.

Brexit Adjustment reserve

De EU heeft geld beschikbaar gesteld om organisaties die op een negatieve manier geraakt zijn door Brexit te ondersteunen. Dit budget betreft het deel van de Brexit Adjustment Reserve dat bestemd is voor de bedrijfslevenregeling. Hiervoor is in 2022 (€ 188 mln) en 2023 (€ 62 mln) budget beschikbaar.

Dekking generale problematiek

Door het intrekken van de productiebeperking bij kolencentrales ontstaat er ruimte binnen de SDE+(+). Binnen deze ruimte wordt € 500 mln ingezet ter dekking van de generale problematiek van de rijksbegroting.

SDE++

Aan het SDE++-budget 2022 is vanuit de reserve duurzame energie en klimaattransitie € 532 mln toegevoegd, met name ter financiering van de kolenmaatregelen in 2022. Deze € 532 mln maakt deel uit van de totale onttrekking en toevoeging aan het SDE++-budget van € 1.572 mln waartoe het nieuwe kabinet heeft besloten (Startnota kabinet Rutte-IV, pag. 46). De overige € 1.040 mln is toegevoegd aan het SDE++-budget in de jaren 2026 en verder.

Kasschuif binnen SDE+-budget

Als gevolg van de gestegen energieprijzen is de verwachte uitputting van het SDE+- budget in de jaren 2023 en 2024 lager dan oorspronkelijk geraamd. Het overschot wordt voor een klein deel naar 2022 geschoven ter financiering van de kolenmaatregelen en voor het grootste deel naar de jaren 2025 en verder ter dekking van de verwachte tekorten in die jaren.

Waterstof transport

In 2022 is meerjarig budget overgeheveld van de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën naar de begroting van het Ministerie van EZK voor investeringen in transport van waterstof (de «waterstof-backbone»).

Vulmaatregelen gasopslagen

In de 6e incidentele suppletoire begroting (ISB) heeft de Tweede Kamer goedkeuring gegeven voor het aangaan van verplichtingen en doen van uitgaven voor de Vulmaatregel gasopslag, zoals voorgesteld in de Kamerbrief Onafhankelijkheid van Russische olie, kolen en gas met behoud leveringszekerheid van 22 april 2022 (Kamerstuk 29 023, nr. 302).

Lening EBN voor vullen Bergermeer

Voor het gas waarmee gasopslag Bergermeer verder gevuld wordt, ontvangt het staatsbedrijf in 2022 een lening ter hoogte van € 2,3 mld

Klimaatfonds: Wind op zee

Om een verantwoorde inpassing van de windparken en de bijbehorende infrastructuur van het net op zee mogelijk te maken, heeft het kabinet bij het aanwijzen van de nieuwe windenergiegebieden in het Programma Noordzee 2022-2027 besloten tot een maatregelenpakket en daarvoor in totaal € 1,69 mld gereserveerd uit het Klimaatfonds. Hiervan is € 260 mln toegevoegd aan de EZK-begroting in de jaren 2023 tot en met 2030.

Klimaatfonds: ISDE-regeling

Om een extra impuls te geven aan isolatiemaatregelen in de gebouwde omgeving, wordt vanuit het Klimaatfonds € 100 mln toegevoegd aan het ISDE-budget 2023.

Klimaatfonds: IPCEI Waterstof

Met de 7e incidentele suppletoire begroting (ISB) is voor de jaren 2023 tot en met 2027 in totaal € 1.385 mln vanuit het Klimaatfonds toegevoegd aan de EZK-begroting ten behoeve van de 2e en 3e golf van IPCEI-projecten (Important Projects of Common European Interest). Voor de 4e golf van IPCEI-projecten wordt additioneel € 199 mln vanuit het Klimaatfonds toegevoegd.

Klimaatfonds: Maatschappelijke Investeringssubsidie Warmtenetten

Vanuit het Klimaatfonds wordt € 200 mln beschikbaar gesteld voor de Maatschappelijke Investeringssubsidie Warmtenetten (MIW), waarmee het Ministerie van EZK beoogt de aanleg van warmtenetten in de gebouwde omgeving te stimuleren.

Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden

Om gemeenten en provincies in staat te stellen de komende jaren extra arbeidskrachten aan te trekken om het Nederlandse klimaat- en energiebeleid uit te kunnen voeren, is in het coalitieakkoord in totaal € 5,6 mld uitgetrokken voor de jaren 2023 tot en met 2030.

Herverkaveling Groningen

Bij het aantreden van het kabinet is besloten om de uitgaven en ontvangsten voor de schadeafhandeling en versterkingsoperatie in Groningen onder te brengen op één begroting. De middelen die voor de versterkingsoperatie op de BZK-begroting stonden zijn overgeheveld naar EZK.

Raming schade en versterken

De ramingen voor schade en versterken zijn in het voorjaar van 2022 geactualiseerd. De mutaties die daaruit voortvloeien zijn bij Voorjaarsnota 2022 verwerkt.

Vergoeding Norg akkoord

Conform de afspraken in het Norg akkoord betaalt de Staat een vergoeding aan NAM. De berekeningswijze van de vergoeding is vastgesteld in arbitrage, de hoogte van de vergoeding is afhankelijk van de gasprijs. Over de vergoeding moet btw worden betaald (Kamerstuk 33 529, nr. 997).

Uitwerking bestuurlijke afspraken

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 waren middelen gereserveerd op de Aanvullende Post van het ministerie van Financiën. De middelen die nog op de Aanvullende Post resteerden zijn bij Voorjaarsnota overgeheveld naar de EZK-begroting.

Kapitaalinjectie EBN

De geraamde kapitaalinjectie van EBN is bij Voorjaarsnota geactualiseerd naar aanleiding van de aangepaste ramingen voor schade en versterken. Daarnaast is in de actualisatie rekening gehouden met de ruimte die EBN heeft om deze kosten uit het lopende resultaat te dekken, als gevolg van de huidige marktomstandigheden.

Duurzaam herstel

Duurzaam schadeherstel van fundamenten zal deel gaan uitmaken van de versterkings- en hersteloperatie (Kamerstuk 33 529, nr. 948). Met de inwerkingtreding van de Tijdelijke wet Groningen (onderdeel versterken) krijgt het IMG de wettelijke bevoegdheid om deze schade duurzaam te herstellen.

Nationaal Groeifonds

Voor het Nationaal Groeifonds is in 2023 een budget van € 1,6 mld opgenomen, voor de periode 2024-2026 € 2,6 mld per jaar en tot slot 2,5 mld voor 2027. Het Nationaal Groeifonds wordt ‘gevoed’ vanuit artikel 6 van de EZK-begroting. Deze kasbudgetten zijn ten eerste bestemd voor de geraamde uitgaven voor de Subsidieregeling Nationaal Groeifonds (de ‘subsidieroute’) en ten tweede voor de geraamde uitgaven voor voorwaardelijke toekenningen via de departementale route.

Apparaatsmiddelen NCG

Vanuit BZK is er in 2022 € 110,4 mln toegevoegd aan de apparaatsmiddelen in het kader van de herverkaveling van de Nationaal Coördinator Groningen. Daarnaast is er in 2022 € 22 mln toegevoegd aan de middelen in het kader van de bijstelling van de uitgavenraming voor de uitvoeringskosten van de versterkingsoperatie Groningen.

Stand ontwerpbegroting 2022 (inclusief NvW en amendementen) 5.559.237 5.188.422 5.086.416 4.946.357 4.339.455
Belangrijkste mutaties
Tegemoetkoming Vaste Lasten 2 ‒ 350.000 200.000
Brexit Adjustment Reserve 2 485.000 215.000 186.000
Onttrekking reserve Duurzame Energie 4 1.572.000
Opbrengst heffing ODE 4 214.000 ‒ 2.613.300 ‒ 3.057.000 ‒ 3.198.000 ‒ 2.983.000
ETS-ontvangsten 4 400.000 540.000 430.000 370.000 1.110.000
Heffing leveringszekerheid 4 157.750 158.500 158.500
Terugbetaling lening EBN Bergermeer 4 2.300.000
Herverkaveling Groningen 5 490.000 661.000 661.000 661.000 661.000
Dividenduitkering EBN 5 2.586.000 5.074.500 3.285.500 1.264.000 450.000
Mijnbouwwet 5 3.670.000 5.361.000 1.804.000 202.000
Raming schade en versterken 5 ‒ 78.221 80.094 291.446 276.040 163.685
Eindejaarsmarge Groningen 5 1.160.096
Apparaatsmiddelen NCG 40 130.875 112.254 108.298 102.698 94.033
Overige mutaties 85.726 ‒ 54.045 ‒ 53.025 ‒ 53.023 ‒ 57.831
Stand ontwerpbegroting 2023 15.924.713 17.064.925 8.714.385 4.915.572 3.935.842 3.775.902

Toelichting

Tegemoetkoming Vaste Lasten

De ontvangsten voor de TVL houden met name verband met terugvorderingen in geval de omzetderving lager is dan door de aanvrager geraamd en in geval van geconstateerd misbruik. De mutaties in 2022 en 2023 hangen samen met de actualisatie van ramingen.

Brexit Adjustment Reserve

De EU heeft geld beschikbaar gesteld om organisaties die op een negatieve manier geraakt zijn door Brexit te ondersteunen. Het betreft in totaal € 886 mln waarvan € 485 mln in 2022. EZK is als Management Autoriteit verantwoordelijk voor het beheer en financiële verantwoording van de regeling aan de EU en ontvangt daardoor het volledige budget. Voor de bedrijfslevenregeling van de BAR die EZK uitvoert is in 2022 (€ 188 mln) en 2023 (€ 62 mln) budget beschikbaar. De overige onderdelen vallen onder de ministeries LNV en Financiën.

Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie

Aan de begrotingsreserve is op basis van wat in de Startnota van het nieuwe kabinet is afgesproken bij Voorjaarsnota 2022 € 1.572 mln extra onttrokken, deels om de tekorten op de uitfinanciering van de lopende SDE+(+)-subsidies vanaf 2026 te dekken en deels om middelen te reserveren voor de (op dat moment voorgenomen) productiebeperking in kolencentrales, als onderdeel van het Urgenda-maatregelenpakket.

Opbrengst heffing ODE

In recente jaren zijn de ODE-ontvangsten hoger uitgevallen dan oorspronkelijk begroot. Dit komt doordat de verhoging van de belastingvermindering alleen ten laste van de Energiebelasting (EB) is gebracht en niet (ook) ten laste van de ODE. Daarom zijn de huidige (netto) ontvangsten in 2022 met € 214 mln opgehoogd naar de daadwerkelijk verwachte (bruto) ontvangsten. Omdat het kabinet besloten heeft de ODE met ingang van 2023 af te schaffen en te incorporeren in de OB, zijn de ODE-ontvangstenreeksen vanaf 2023 verlaagd naar de ontvangsten die nog op basis van de aanslagen over 2022 verwacht worden.

ETS-ontvangsten

Door de gestegen prijzen voor emissierechten wordt de raming van de ETS-ontvangsten verhoogd.

Heffing leveringszekerheid

Gegeven het open en grensoverschrijdende karakter van de Europese gasmarkt dragen de Nederlandse gasopslagen en het vullen ervan bij aan de leveringszekerheid van de gehele Europese Unie en met name de ons omringende landen. Uitgangspunt is dat de kosten die met hiervoor genoemde maatregelen gemoeid zijn via een heffing worden gedragen door zowel de gebruikers in Nederland als daarbuiten: een heffing op het gebruik van het gastransportnet. Met de 6e en 8e ISB is daarom een aparte ontvangstenreeks hiervoor aan de EZK-begroting toegevoegd.

Terugbetaling lening EBN Bergermeer

EBN betaalt de in 2022 ontvangen lening van € 2,3 mld voor het verder vullen van de gasopslag in Bergermeer in 2023 in zijn geheel terug.

Herverkaveling Groningen

Bij het aantreden van het kabinet is besloten om de uitgaven en ontvangsten voor de schadeafhandeling en versterkingsoperatie in Groningen onder te brengen op één begroting. De middelen die voor de versterkingsoperatie op de BZK-begroting stonden zijn overgeheveld naar EZK. De uitgaven die in rekening worden gebracht bij NAM leiden tot ontvangsten op de EZK-begroting.

Dividenduitkering EBN

Als gevolg van de hoge gasprijs verwacht EBN een hoger positief resultaat en daarmee een hogere dividenduitkering. Ook de vergoeding uit het Norg akkoord leidt tot een hogere dividenduitkering van EBN.

Mijnbouwwet

Als gevolg van de hoge gasprijs en vanwege de vergoeding uit het Norg akkoord zijn er extra opbrengsten onder de Mijnbouwwet. Door verhoging van de cijns in 2023 en 2024 kunnen extra ontvangsten ter hoogte van € 2.787 mln worden gerealiseerd, verspreid over de jaren 2023 tot en met 2025.

Raming schade en versterken

De ramingen voor schade en versterken zijn in het voorjaar 2022 geactualiseerd. De mutaties die daaruit voortvloeien zijn bij Voorjaarsnota verwerkt. Omdat de uitgaven bij NAM in rekening worden gebracht, leidt de actualisatie ook tot aanpassing van de geraamde ontvangsten.

Eindejaarsmarge Groningen

Een deel van de ontvangsten van de NAM die samenhangen met de uitgaven van het IMG en de NCG zijn in 2021 uitgesteld. De ontvangsten die worden verwacht in 2022 worden nu geboekt op de EZK-begroting. Hiermee vult EZK de negatieve eindejaarsmarge van vorig jaar in.

Apparaatsmiddelen NCG

Vanuit BZK is er in 2022 € 70 mln en vanaf 2023 € 90 mln toegevoegd aan de apparaatsmiddelen in het kader van de herverkaveling van de Nationaal Coördinator Groningen. Daarnaast is er in 2022 € 60,9 mln (2023 € 22,2 mln, 2024 € 18,2 mln, 2025 € 12,7 mln en 2026 € 4,0 mln) toegevoegd aan de middelen in het kader van de bijstelling van de ontvangstenraming voor de uitvoeringskosten van de versterkingsoperatie Groningen.

Openbaarheidsparagraaf

Dit is de openbaarheidsparagraaf van het Ministerie van EZK en de bijbehorende dienstonderdelen. De paragraaf komt voort uit het besluit tot actieve openbaarmaking van informatie, de plannen ter verbetering van de informatiehuishouding bij de ministeries en artikel 3.5 van de Wet open overheid (Woo).

Context

De kinderopvangtoeslagaffaire heeft veel schade berokkend en een vergrootglas gelegd op het tanende vertrouwen in de overheid. Ook het achterstallig onderhoud op het gebied van informatiehuishouding en transparantie werd hierdoor duidelijk zichtbaar. De thema’s blijven om die redenen onderwerp van gesprek in de samenleving, media en politiek.

Als belangrijke stap in het herstel van het vertrouwen wordt ingezet op openbaarheid. Een goede informatiehuishouding is hierin een essentiële randvoorwaarde. We werken hieraan op basis van de Wet Open Overheid, de Beleidslijn Actieve Openbaarmaking Beslisnota’s en de interdepartementale programma’s Open op Orde en Werk aan Uitvoering.

Deze openbaarheidsparagraaf beschrijft op hoofdlijnen de activiteiten die in 2023 worden uitgevoerd op de thema’s 1) de verbetering van de informatiehuishouding; 2) actieve openbaarmaking en 3) passieve openbaarmaking. Het geheel van deze activiteiten is erop gericht om de omslag te maken naar een meer open departement dat zo veel mogelijk transparantie biedt in het handelen, de besluitvorming en de verantwoording. Deze omslag is een lang traject, wat continu in ontwikkeling blijft.

Verbetering informatiehuishouding

De versnelde inhaalslag om de informatiehuishouding op orde te brengen is een stap in de juiste richting. Het Departementaal Actieplan Informatiehuishouding vormt het kader voor deze inhaalslag, waarin de belangrijkste doelstellingen zijn opgenomen. Relevante kaders zijn daarnaast: de I-Strategie EZK/LNV, Versnelling Digitale Agenda onder programma Werk aan uitvoering, het CIO-kader en de routekaarten voor de informatievoorziening.

In 2023 ligt de focus op de volgende activiteiten:

  1. Berichtenapparchivering. Er worden strakkere richtlijnen doorgevoerd voor het archiveren en verwijderen van berichtenapps. Hiervoor wordt een campagne opgezet binnen de organisatie.
  2. E-mailarchivering. Met de implementatie van de nieuwe richtlijn e-mailarchivering wordt een volgende stap gemaakt in het eenvoudiger ontsluiten en in context bewaren van e-mails.
  3. Webarchivering. Binnen het concern worden vervolgstappen ondernomen voor de verdere inbedding van het websitebeheer volgens de juridische eisen.
  4. Nieuwe Archiefwet. Met de nieuwe archiefwet wordt de overbrengingstermijn teruggebracht van 20 naar 10 jaar voor gericht en eenduidig archiveringsbeleid.
  5. Implementatie en ontwikkeling Informatiesysteem. Eind 2022/begin 2023 zal het informatiesysteem SIRIS worden geïmplementeerd en verder worden ontwikkeld om sneller, gerichter en gebruiksvriendelijker informatie te kunnen opslaan, verwerken en terugvinden.
  6. Aansluiting Platform Open Overheidsinformatie (PLOOI). Binnen het concern wordt verder gewerkt aan de technische aansluiting van PLOOI voor het actief openbaar maken van informatie onder de Woo. In een later stadium geldt deze technische aansluiting ook voor de openbaarmaking van alle overheidsinformatie.
  7. Intuïtieve tooling. Er wordt extra ingezet op het gebruik van intuïtieve tooling om sneller en gebruiksvriendelijker te werken met informatie. Een prioriteit hierin is het breed implementeren van Woo-tooling.
  8. Data en Algoritme. Op verschillende plekken in de organisatie wordt in samenwerking gekeken hoe data en algoritme op een veilige en verantwoorde manier kunnen bijdragen aan betere beleidsvorming en dienstverlening.
  9. Risicodossiers. Risicodossiers zijn dossiers waarbij we op voorhand veel aandacht vanuit politiek en samenleving verwachten. Voor passieve openbaarmaking rondom deze dossiers werken we aan een aanpak, waarbij voor geselecteerde risicodossiers de basis op orde wordt gebracht. Zodat er sneller gehandeld wordt bij informatieverzoeken op deze dossiers.

Actieve openbaarmaking

Actieve openbaarmaking houdt in dat de overheid uit eigen beweging informatie openbaar maakt voor de samenleving en politiek. Dit is een thema dat in ontwikkeling is en waarbij we zo goed mogelijk willen aansluiten op de behoefte van samenleving, politiek en media.

In 2023 ligt de focus op de volgende activiteiten:

  1. Beleidslijn Actieve Openbaarmaking Beslisnota’s. Vanaf september 2022 gaat een nieuwe fase in en wordt bij alle Kamerstukken een beslisnota meegestuurd aan de Eerste en Tweede Kamer. In 2023 ligt de focus op het begeleiden van medewerkers bij het schrijven van beslisnota’s, het evalueren en waar nodig bijstellen van de werkwijze en instructies. Aandachtspunt blijft dat de beslisnota’s ook daadwerkelijk meer inzicht bieden in het handelen van het ministerie. Hier wordt interdepartementaal actief op ingezet.
  2. Actieve openbaarmaking onder de Woo. Belangrijk onderdeel van de Woo is de actieve openbaarmaking van diverse categorieën informatie. De categorieën zijn opgenomen in de wet, waarbij per Koninklijk Besluit de fasering voor de openbaarmaking wordt beslist. Afhankelijk van de exacte fasering wordt gewerkt aan de openbaarmaking van nieuwe categorieën.
  3. Fundamenteel andere aanpak openbaarmaking. Naast de verplichtingen op openbaarmaking vanuit de Woo en de Beleidslijn Actieve Openbaarmaking Beslisnota’s, verkennen we ook andere manieren van openbaarmaking. Op basis van pilots en een verkenning naar best practices, werken we toe naar nieuw beleid in 2023.
  4. Agenda’s en bestuurskosten bewindspersonen. Van de bewindspersonen worden de wekelijkse agenda’s en bestuurskosten actief openbaar gemaakt.
  5. Het gesprek met media en burger. In 2023 zetten we verder in op het gesprek met de media en burger over de informatievoorziening vanuit de overheid.

Passieve Openbaarmaking

Passieve openbaarmaking is openbaarmaking van informatie op verzoek. Dit kan een specifieke vraag naar informatie zijn via Burgercorrespondentie of een verzoek om informatie in documenten op basis van de Woo, een Woo-verzoek.

In 2023 ligt de focus op de volgende activiteiten:

  1. Terugbrengen afhandeltermijnen Woo-verzoek. Het niet halen van de afhandeltermijnen van de Woo-verzoeken is een groot aandachtspunt. Voortbouwend op de optimalisatieslag op het proces voor de afhandeling van Woo-verzoeken in 2022, wordt ook in 2023 gewerkt aan het beter en sneller afhandelen van de Woo-verzoeken. Dit gebeurt door en extra capaciteit, ondersteunende tooling, een sneller proces met duidelijke taakverdeling, meer contact met de verzoeker, meer sturing op managementniveau en het op orde brengen van de informatiehuishouding.
  2. Contactpersoon Woo. In 2022 is voor iedere organisatie binnen het concern een contactpersoon Woo georganiseerd, zoals dat verplicht is gesteld. In 2023 bouwen wij hier op voort, zodat burgers en media sneller van informatie worden voorzien.

Overkoepelende inspanningen

Naast bovenstaande activiteiten op de drie onderdelen werken we overkoepelend aan:

  1. Inzet extra capaciteit. De inspanningen op informatiehuishouding en openbaarheid vragen veel tijd en energie van medewerkers. Met een integrale aanpak op capaciteit zorgen we voor extra ondersteuning in de organisatie in samenhang met betere informatiehuishouding, optimalisatie van processen en tooling.
  2. Communicatie en Begeleiding. We zetten in op het goed informeren en begeleiden van medewerkers door gerichte communicatie, het ontwikkelen van instructies en het organiseren van trainingen en opleidingen op de verschillende onderdelen. Zo zorgen we dat elke professional in het bezit is van de juiste kennis en competenties.

Financiële toelichting

De activiteiten op het gebied van openbaarmaking en verbetering van de informatiehuishouding worden deels gefinancierd uit de POK-gelden (vanaf 2021) en Woo-gelden (vanaf 2022) en deels uit eigen middelen van het departement.

De Woo-gelden zijn reeds meerjarig toegekend. De vaststelling en toekenning van de POK-gelden voor 2023 vindt in het najaar van 2022 plaats. Er is een Planning, Monitoring & Control-cyclus ontwikkeld voor de interne allocatie van POK- en Woo-gelden richting dienstonderdelen en afzonderlijke directies binnen het kerndepartement. Onderdeel hiervan is de monitoring en verantwoording op inhoudelijke en financiële voortgang.

In samenhang met de POK- en Woo-gelden worden voor 2023 door dienstonderdelen van EZK bestedingsplannen ontwikkeld voor het thema Versnelling Digitale Agenda binnen de WAU.

De activiteiten op deze thema’s worden bij de ministeries EZK en LNV in samenwerking uitgevoerd door stafdirecties, beleidsdirecties, dienstonderdelen en de programma’s Informatiehuishouding van de Toekomst en Programma Transparantie in Informatie.

Strategische Evaluatie Agenda

In het kader van operatie Inzicht in Kwaliteit van het kabinet wordt het gebruikelijke overzicht met een planning van beleidsdoorlichtingen omgevormd tot een Strategische Evaluatie Agenda (SEA). Richten beleidsdoorlichtingen zich primair op de doorlichting van afzonderlijke begrotingsartikelen, in de SEA staan de beleidsthema’s van de missie van EZK centraal. Daarmee komt het vizier meer te liggen op de integrale en samenhangende beleidsaanpak van een beleidsthema (zoals energietransitie of innovatie) en minder op de afzonderlijke beleidsonderdelen. Met de SEA wordt tevens beoogd onderzoeken beter te laten aansluiten op de beleidscyclus en wordt meer recht gedaan aan ontwikkelingen op een beleidsveld. Op deze wijze kunnen ook leerervaringen benut worden om het beleid tussentijds bij te sturen als dat nodig blijkt. Net als voorgaande twee jaren betreft 2023 nog een leerjaar met de SEA.

Strategische Evaluatie Agenda (SEA)

De SEA is gericht op onderstaande beleidsthema’s die het merendeel van de EZK-begroting afdekken. Hierbij is met name ingegaan op onderdelen waar geen recente beleidsdoorlichting of ander integraal onderzoek is ingepland/uitgevoerd en waar behoefte is aan nader inzicht. Deels gaat het om het verbeteren van methoden van onderzoek en opzetten van monitors en deels om het verkrijgen van inzicht in effecten van belangrijke beleidsmaatregelen. In bijlage 6 wordt toegelicht welke onderliggende evaluatieplanning hiermee samenhangt.

Goed functionerende markten voor bedrijven en consumenten Synthese 2022 In 2021 heeft de beleidsdoorlichting van artikel 1 van de EZK-begroting plaatsgevonden. Deze is eind juni 2022 inclusief kabinetsreactie aan de Kamer aangeboden. 1 Kamerstuk 30 991, nr. 37
Toelichting met stand van inzicht:
De beleidsdoorlichting inzake beleidsartikel 1 goed functionerende economie en goed functionerende markten, waar digitalisering ook een belangrijk onderdeel van is, is afgerond en is eind juni 2022 inclusief kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. Voor enkele recente beleidsinitiatieven op het terrein van digitalisering kwam deze beleidsdoorlichting te vroeg om betrouwbare uitspraken te doen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid. Wel is waar mogelijk gereflecteerd op de stand van zaken en de manier waarop dit beleid kan worden gemonitord ten behoeve van toekomstige evaluaties.
Goed werkende (digitale) economie en markten Synthese 2027 1
Toelichting met stand van inzicht:
De beleidsdoorlichting inzake beleidsartikel 1 goed functionerende economie en goed functionerende markten is in 2022 afgerond. Een belangrijk deel van het digitale economie beleid is hierin meegenomen. Een ander deel, het ICT-innovatiebeleid, was betrokken in de beleidsdoorlichting van artikel 2 en 3 van de EZK begroting in 2020. Inmiddels is een groot deel van het digitale economie beleid samengebracht op artikel 1 van de EZK begroting. In een volgende periodieke evaluatie van beleidsartikel 1 kan het beleid van de digitale economie daarom beter worden meegenomen. Het digitale economie beleid is verwoord in de hoofdlijnenbrief EZK. In 2027 kan een synthese-evaluatie plaatsvinden op basis van onderliggende evaluaties.
Steun- en herstelbeleid Corona Synthese 2026 Dit beleid dient ter ondersteuning en herstel van het bedrijfsleven tijdens en na Covid-19. Hierbij wordt samen opgetrokken met FIN en SZW. Ieder departement neemt de verantwoordeljikheid voor de eigen maatregelen. 2 en 3
Toelichting met stand van inzicht:
De overheid heeft meer dan 200 financiële steunmaatregelen getroffen om werkenden en bedrijven door de coronacrisis te helpen. Eind 2020 verstuurden de ministers van Financiën (FIN), Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een Kamerbrief met daarin een eerste uitwerking van de evaluatieplanning (Kamerstuk 35 420, nr. 227). Het gaat daarbij vooralsnog om een planning van de evaluaties van individuele steunmaatregelen, zoals de NOW, TOZO en TVL/TOGS. Ook bevat de brief een overzicht van de monitoringsactiviteiten. De ministeries werken de evaluatie-aanpak verder uit met behulp van enkele onafhankelijke deskundigen vanuit de wetenschap en de planbureaus. Hiernaast heeft het CPB in 2021 een eerste analyse van macro-economische effecten opgeleverd (Kamerstuk 35 420, nr. 453) en gaat het CPB in 2022 een vervolgonderzoek uitvoeren. Vooralsnog richt dit evaluatietraject zich op de kern van de steunmaatregelen: de budgettair meest omvangrijke maatregelen op het terrein van SZW, EZK en FIN die zich primair richten op baanbehoud en het steunen van ondernemers die geraakt zijn door de coronacrisis. Hieronder wordt ingegaan op de stand van kennis, kennisbehoefte en evaluatieplanning van de belangrijkste maatregelen die door EZK zijn opgesteld. Vanwege de aard van diverse EZK-coronamodules (o.a. leningen en garanties met een langere looptijd) zijn enkele evaluaties ten opzichte van de brief van december 2020 later ingepland. Hiervoor vindt tussentijdse monitoring plaats via de algemene monitor Coronamaatregelen. De evaluaties zijn ingedeeld bij het thema Steun- en herstelbeleid Corona. Kamerstuk 35 420, nr. 227 en Kamerstuk 35 420, nr. 453
Ondernemerschap Synthese 2025 2
Toelichting met stand van inzicht:
In 2020 heeft een doorlichting plaatsgevonden van artikel 2 en 3. Daarnaast heeft ook een meta-evaluatie van het kapitaalmarktinstrumentarium plaatsgevonden. De conclusie daarbij is dat het deel van de beleidsmix dat de toegang tot kapitaalmarktfinanciering beoogt te vergroten (met garanties en kredietenfaciliteiten) er in slaagt additionaliteit bij de ondersteunde bedrijven te realiseren. Bedrijven verwerven op de kapitaalmarkt additionele financiering voor hun bedrijfsactiviteiten, die zonder overheidsondersteuning niet verworven zouden zijn. Op het terrein van de fiscale ondernemerschapsbevordering is relatief weinig bekend over de additionaliteit. Dialogic stelde eerder vast dat additionaliteit niet aannemelijk lijkt op het terrein van fiscale ondernemerschapsstimulering, in de zin dat het niet bijdraagt aan meer innovatie en ondernemersgroei. Deze instrumenten richten zich echter niet louter op innovatiebevordering, maar zijn ook bedoeld om ondernemerschap in algemene zin te bevorderen. De evaluatieplanning is er op gericht om in 2025 een nieuw synthese onderzoek te doen naar de thema’s op het gebied van ondernemerschap. Kamerstuk 32 359, nr. 4 – bijlage Innovatieve Samenleving
Innovatiebeleid Synthese 2025 2 en 3
Toelichting met stand van inzicht:
In 2020 heeft een doorlichting plaatsgevonden van artikel 2 en 3. Innovatie is van groot belang voor het welzijn en de welvaart van alle Nederlanders. Het beeld dat uit de evaluaties naar voren komt over de beleidsmix van het bedrijvenbeleid bevestigt in grote lijnen het beeld dat ook al de voorgaande beleidsdoorlichting naar voren is gekomen. Van instrumenten die zich direct richten op R&D- en innovatiebevordering (Innovatiekrediet, WBSO, Innovatiebox, MIT en SBIR) is het aannemelijk dat de interventies doeltreffend zijn. Vooral voor de fiscale innovatiestimulering (WBSO) en ook voor de Innovatiekredieten zijn substantiële additionele effecten van het beleid vastgesteld. Ook van de innovatiemaatregelen die zich richten op kennisoverdracht tussen onderzoeksinstellingen en bedrijven en op publiek-private onderzoeksamenwerking (PPS, zoals de TKI’s), een kerndoel van het beleid en een belangrijk middel om innovaties tot stand te laten komen, is het aannemelijk dat ze in meer of mindere mate additionaliteit realiseren, zo laten de evaluaties zien. De evaluatieplanning is erop gericht om in 2025 opnieuw een syntheseonderzoek uit te kunnen voeren voor het thema innovatie. Kamerstuk 32 359, nr. 4 – bijlage Innovatieve Samenleving
Expertcommissie evaluatiemethoden (Theeuwes 2.0) Overig: Ontwikkeling evaluatie-aanpak 2022 1/2/3/4
Toelichting met stand van inzicht:
Als vervolg op de aanbevelingen van de beleidsdoorlichting van het bedrijvenbeleid. Onderzoek staat in het teken van een doorontwikkeling en aanvulling van bestaande evaluatiepraktijk met evaluatieaanpakken die kunnen worden benut voor systeem- en transitie-evaluaties, zoals het missiegedreven innovatiebeleid (inclusief de bijdrage hieraan van de topsectoren) en het CO2-reductiebeleid. Dit wordt nader toegelicht in bijlage 6.
Lerende evaluatie Klimaatbeleid Synthese 2024 4
Toelichting met stand van inzicht:
De Klimaatwet bepaalt dat iedere vijf jaar een herijking van de opgave plaatsvindt op basis van een evaluatie. Er is voor gekozen om dit te doen via een «lerende evaluatie» (zie: Kamerstuk 32 813, nr. 901). In deze lerende evaluatie worden in 2022 in samenspraak met betrokken partijen de scope en evaluatievragen gespecificeerd en wordt dit vervolgens in 2023 en 2024 uitgevoerd. Jaarlijks wordt bij de Klimaatnota gerapporteerd over de uitvoering van de lerende evaluatie. In 2027 is bovendien een ex-post/ex-durante evaluatie van het Klimaatfonds ingepland. Zie bijlage 6 voor een nadere toelichting.
Evaluaties van herziening in regelgevend kader (o.a. Energiewet en Warmtewet) Synthese 2029 Betreft synthese van evaluaties van gewijzigde Elektriciteit- en gaswet en Warmtewet. 4
Toelichting met stand van inzicht:
De nieuwe Energiewet (wetsvoorstel tot vervanging van de Elektriciteit en Gaswet) is in voorbereiding. Deze wet zal naar alle waarschijnlijkheid vijf jaar na inwerkingtreding (ca. 2024) geëvalueerd worden. Dit zal waarschijnlijk in 2029 gebeuren. Ook de nieuwe Warmtewet (Wet Collectieve Warmtevoorziening) is nog in voorbereiding en zal naar verwachting medio 2024 in werking treden. Deze wet zal net als de Energiewet naar alle waarschijnlijkheid vijf jaar na inwerkingtreding geëvalueerd worden.
Een veilig Groningen met perspectief Overig 2023 Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen 5
Toelichting met stand van inzicht:
In verband met de parlementaire enquête aardgaswinning Groningen is de geplande beleidsdoorlichting komen te vervallen. De parlementaire enquêtecommissie die onderzoek gaat doen naar de aardgaswinning in Groningen is op 11 februari 2021 ingesteld. De commissie voert haar werkzaamheden uit op basis van een onderzoeksvoorstel (Kamerstuk 35 561, nr. 2) dat op 9 februari 2021 is goedgekeurd door de Tweede Kamer. Kamerstuk 35 561, nr. 2

Voor een verdere onderbouwing van de meerjarenprogrammering zie Bijlage 6: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda.

Voor het meest recente overzicht van afgeronde evaluaties en doorlichtingen, zie: Jaarverslag EZK 2021, bijlage 2: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek. Een interactieve weergave van de SEA is beschikbaar op www.rijksfinanciën.nl.

Overzicht risicoregelingen

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei BMKB 1.594.291 715.000 425.000 1.884.291 665.000 425.000 2.124.291 665.000
BMKB-Groen 50.000 50.000 100.000 150.000 100.000
BMKB-Corona 322.462 0 100.000 222.462 100.000 122.462 735.000
Garantie Ondernemingsfinanciering 337.816 400.000 60.000 677.816 400.000 21.500 1.056.316 400.000
Garantie Ondernemingsfinanciering Corona 392.925 300.000 177.000 515.925 100.000 415.925 2.100.000
Groeifaciliteit 72.418 85.000 3.000 154.418 85.000 8.000 231.418 85.000
Klein Krediet Corona garantieregeling 55.775 100.000 13.000 142.775 15.000 127.775 250.000
Qredits 129.980 0 0 129.980 129.980 130.000
MKB financiering 228.200 0 3.200 225.000 225.000 268.200
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering Aardwarmte 22.211 44.200 6.000 60.411 44.200 16.200 88.411 66.600
Totaal 3.156.078 1.694.200 787.200 4.063.078 1.294.200 685.700 4.671.578 1.316.600 3.483.200
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei BMKB 22.494 21.941 125.178 ‒ 553 36.674 30.500 125.178 ‒ 6.174 40.328 28.000 125.178 ‒ 12.328
BMKB-Groen 950 2.500 0 1.550 1.900 5.000 5.000 3.100
BMKB-Corona 1.332 1.175 89.479 ‒ 157 89.479 79.479
Garantie Ondernemingsfinanciering 4.641 7.524 72.916 2.883 11.745 13.000 72.916 1.255 11.745 13.000 72.916 1.255
Garantie Ondernemingsfinanciering Corona 14.721 216.720 14.721 50.000 181.720 216.720 131.720 50.000 181.720 ‒ 50.000
Groeifaciliteit 15 1.753 67.646 1.738 8.172 8.000 67.646 ‒ 172 8.222 8.000 67.646 ‒ 222
Klein Krediet Corona garantieregeling 522 461 24.702 ‒ 61 5.000 24.702 5.000 19.702
Qredits 433 433
MKB financiering 355 20.932 355 20.932 20.932
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering Aardwarmte 557 18.056 557 557 18.613 557 18.613
Totaal 29.004 48.920 635.629 19.916 107.541 241.277 636.186 133.736 112.195 54.000 591.186 ‒ 58.195

Toelichting

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)

De BMKB biedt zowel banken als niet-bancaire financiers een borgstelling voor leningen aan midden- en kleinbedrijven (≤ 250 werknemers) voor zover deze bedrijven onvoldoende zekerheden kunnen bieden aan de bank. Het knelpunt dat met de BMKB wordt bestreden is het verschijnsel dat in de kern gezond MKB – met voldoende zicht op rentabiliteit en continuïteit – niet of onvoldoende in een kredietbehoefte kan voorzien door een tekort aan zekerheden (onderpand).

De gemiddelde eenmalige premie voor het borgstellingskrediet bedraagt 4,8%, waarbij de premie afhankelijk is van de looptijd van het krediet. Er zal gedifferentieerd worden tussen de premies voor enerzijds startende en gevestigde bedrijven (gemiddeld 4,65%) en anderzijds voor innovatieve bedrijven (gemiddeld 6,65%). Hierbij wordt de mogelijkheid geboden de premiebetaling gedeeltelijk over de looptijd van het krediet te voldoen.
De BMKB is sinds 2016 kostendekkend. Op de begroting is vanaf 2023 € 11 mln per jaar (inclusief uitvoeringskosten) beschikbaar ter dekking van de schades en uitvoeringskosten die niet door premie-ontvangsten worden gedekt. In 2022 is de BMKB geëvalueerd en met een jaar verlengd tot 1 juli 2023. In de periode tot 1 juli 2023 zullen de aanbevelingen van de evaluatie in de BMKB worden verwerkt.

Per 16 maart 2020 was de regeling verruimd met een coronaluik dat openstond tot 1 juli 2022. Onder dit luik werden borgstellingen gebracht voor bedrijven met een rekeningcourant-krediet en overbruggingskrediet met een looptijd van maximaal vier jaar, die negatieve economische gevolgen ondervonden van de coronacrisis. Het hogere borgstellingspercentage van per saldo 67,5% werd gehanteerd. De premie voor het coronaluik is 2% voor kredieten met een looptijd tot en met 2 jaar en 3% voor kredieten met een looptijd van 2 jaar tot en met 4 jaar.

In 2022 is de BMKB verruimd met een Groen luik. Dit luik is voor borgstellingen met een looptijd tot 12 jaar, voor duurzame investeringen in bedrijfspanden voor eigen gebruik en verduurzaming van bedrijfsmiddelen. Een hoger garantiepercentage van per saldo 67,5% wordt gehanteerd, 90% garantie op 75% borgstellingskrediet. Een hoger borgstellingspercentage draagt bij aan een positieve(re) krediettoets bij de financiers, waardoor de BMKB-Groen investeringen mogelijk maakt die een financier anders te risicovol vindt. De horizonbepaling is gelijk aan die van de reguliere BMKB, namelijk 1 juli 2023.

Er is een begrotingsreserve (risicovoorziening) voor de BMKB waardoor een verevening mogelijk is van premie-inkomsten en schade-uitgaven over een reeks van jaren. De regeling is namelijk conjunctuurgevoelig (in tijden van krimp en recessie hogere verliezen) waardoor uitgaven en inkomsten kunnen fluctueren. Er is ook een begrotingsreserve aangelegd voor de BMKB-Corona en de BMKB-Groen.

Klein Krediet Corona (KKC)

De garantieregeling KKC was voor kleine ondernemers met kredietaanvragen van € 10.000 tot € 50.000. Er was een grote kans dat juist dit type bedrijven als gevolg van de coronacrisis extra liquiditeit nodig had, maar hiervoor niet bij een financier terecht kon. De regeling stond open voor ondernemers met een omzet vanaf € 50.000,-, die voor de coronacrisis voldoende winstgevend waren en die voor 1 januari 2019 waren ingeschreven bij de KvK. De Staat garandeerde 95% van het kredietbedrag dat kredietinstellingen verstrekken aan mkb-ondernemingen. De Staat ontving een eenmalige premie van 2% voor deze garantie. De kosten die financiers aan de ondernemers mogen doorrekenen als zij gebruik maken van deze garantieregeling was gemaximeerd op 4% van het kredietbedrag. Er is een begrotingsreserve voor de KKC en de horizonbepaling van de KKC was 1 juli 2022.

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

De garantieregeling GO is bestemd voor ondernemers die financiering willen aantrekken bij banken en is gericht op (middel)grote ondernemingen met substantiële activiteiten in Nederland en met bevredigende rentabiliteits- en continuïteitsperspectieven. De GO is voor nieuwe bankleningen en/of bankgaranties van minimaal € 1,5 mln en maximaal € 150 mln met een garantie van 50% door de overheid. De overheid deelt mee in de opbrengsten uit zekerheden. De GO is door het huidige kabinet structureel gemaakt met een jaarlijks garantieplafond van € 400 mln.
Het kredietbeheer ligt primair bij de bank. De bank heeft geen ander belang bij de betaling van rente en aflossing dan de overheid. Naast de 50% garantie van de overheid draagt de bank namelijk zelf eveneens 50% risico. RVO.nl beoordeelt de kredietaanvragen en wijziging van kredieten. Daarnaast is een kredietcommissie met externe deskundigen geïnstalleerd, die de kredietvoorstellen eveneens beoordeelt. De commissie toetst – additioneel aan RVO.nl – het risico van het betreffende voorstel en bij fiattering wordt de premie bepaald op basis van het risico. De premie bestaat in hoofdzaak uit de provisie op de rentemarge voor het debiteurenrisico van de bank, onder aftrek van 0,25% die de bank voor haar beheersactiviteiten mag behouden. Andere bronnen van inkomsten zijn bijvoorbeeld afsluitprovisies en fees die ten gunste van bank en overheid komen. Uitgangspunt is dat de GO-regeling kostendekkend is. Een eventueel verschil tussen premieontvangsten, schades en uitvoeringskosten in enig jaar worden afgestort naar dan wel onttrokken aan de begrotingsreserve.
De horizonbepaling voor de GO is 1 juli 2023.

GO Corona

De GO was tot en met 31 december 2021 verruimd met een GO-coronamodule (GO-C), met als doel te voorzien in de liquiditeitsbehoefte als gevolg van de coronacrisis. In tegenstelling tot de reguliere GO konden landbouwsectoren eveneens aanspraak doen op de GO-C. Met de GO-C konden leningen tot een maximum van € 150 mln worden gegarandeerd, met een staatsgarantie van 90% voor het mkb met een omzet tot € 50 mln en 80% voor het (middel)grootbedrijf met een omzet vanaf € 50 mln.

De Staat ontving een garantieprovisie naar rato van het garantiepercentage. Dit is dezelfde provisie als die de financier ontvangt over het niet-gegarandeerde deel van de lening, onder aftrek van 0,5% die de bank voor haar beheeractiviteiten mag behouden. De afsluitprovisie komt geheel ten goede aan de bank. Deze zal nooit meer bedragen dan 1,0%. Naast de begrotingsreserve is er ook kasbudget gereserveerd voor GO-C. De horizonbepaling van de GO-C was 1 juli 2022.

Groeifaciliteit

De regeling Groeifaciliteit helpt bedrijven bij het aantrekken van risicodragend vermogen door garanties te geven op achtergestelde leningen verstrekt door banken en op aandelen verstrekt door participatiemaatschappijen aan ondernemingen. De Groeifaciliteit kan ondernemingen in een groeifase, bij bedrijfsovernames en bij herstructureringen helpen bij het aantrekken van risicokapitaal. De regeling wordt ook opengesteld voor bedrijven uit de agrosector.
Alleen deelnemende financiers kunnen een garantieaanvraag bij de overheid indienen. Achtergestelde leningen en aandelenkapitaal verstrekt door participatiemaatschappijen en banken vallen tot maximaal € 25 mln per financier onder de garantieregeling. In totaal kan er voor € 50 mln per bedrijf onder garantie worden gebracht. De garantie van de overheid bedraagt maximaal 50%.
Financiers betalen om de garantie te verwerven in ieder geval een eenmalige premie van 1% van het garantiebedrag vooraf en vervolgens een premie van 3% over het uitstaande garantiebedrag. Het uitgangspunt is dat de Groeifaciliteit hiermee kostendekkend is. Deze jaarlijkse premie kan gedurende de looptijd van de garantiemaatregel worden herzien en zo nodig naar boven worden bijgesteld om ervoor te zorgen dat de premies de kosten van de regeling blijven dekken. Een eventueel verschil tussen premieontvangsten, schades en uitvoeringskosten in enig jaar wordt afgestort in de begrotingsreserve.
De horizonbepaling voor de Groeifaciliteit is verlengd naar 1 juli 2023.

MKB-financiering

In het kader van het aanvullend actieplan MKB-financiering van 8 juli 2014 heeft het kabinet inmiddels € 268,2 mln aan garanties verstrekt om de funding van nieuwe aanbieders van MKB-financiering mogelijk te maken. Naast alle andere initiatieven en plannen was er behoefte aan nieuwe financiers en nieuwe financieringsmogelijkheden voor het verstrekken van vreemd vermogen aan het MKB. Het vinden van funding hiervoor was echter, bij gebrek aan voldoende track-record van dergelijke financiers, lastig. Met het Aanvullend Actieplan MKB-financiering is er daarom voor goede initiatieven ruimte beschikbaar gesteld om die funding te vereenvoudigen met behulp van een overheidsgarantie. De verstrekte overheidsgaranties zijn kostendekkend en mogen geen staatssteun inhouden. Er is een begrotingsreserve voor de verevening van premie-inkomsten en schade-uitgaven.

Qredits

Er is een eenmalige garantie verstrekt aan de Europese Investeringsbank van € 86,7 mln op de funding van Qredits met € 100 mln voor de verstrekking van micro- en MKB-krediet. Voor deze garantie is een premie van 0,4% verschuldigd. Daarnaast is een garantie van € 13,3 mln verstrekt aan de Council of Europe Bank (CEB) voor de funding van Qredits met een bedrag van € 16,6 mln waarvoor eveneens een premie van 0,4% is verschuldigd. Een garantie van € 25 mln is verstrekt aan het BNG voor € 50 mln funding van Qredits. Qredits is een premie van 0,4% verschuldigd op de garantie. In 2020 is een garantie van € 5 mln aan CEB verstrekt ten behoeve van de funding van € 10 mln aan Qredits. Voor de CEB garantie is Qredits een premie van 0,4% verschuldigd.

Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Aardwarmte

Aardwarmte wordt gezien als een kosteneffectieve duurzame energiebron met potentie. Het draagt bij aan het halen van de duurzame energiedoelstelling van Nederland. Aardwarmte is een belangrijke optie voor het behalen van energie- en klimaatdoelen. Stimuleren van aardwarmte was al een prioriteit uit het energieakkoord, de warmtevisie, de beleidsbrief tuinbouw en de meerjarenafspraak energietransitie glastuinbouw 2014–2020. Ook het Klimaatakkoord zet fors in op de ontwikkeling van geothermie in Nederland om de klimaatdoelen in 2030 te kunnen halen.

Het doel van de garantieregeling aardwarmte is het afdekken van het geologisch risico dat het boren van de putten voor de toepassing van aardwarmte, niet succesvol is. Het gaat om het risico dat de volgens het plan aangeboorde aardlaag minder warmwaterproductie oplevert en/of water van lagere temperatuur oplevert dan op basis van een gedegen geologisch vooronderzoek verwacht werd.

Het ontbreken van een (betaalbare) particuliere verzekering is nog steeds een belangrijk knelpunt voor de toepassing van aardwarmte. Door dit risico af te dekken wordt de toepassing van aardwarmte gestimuleerd. De garantieregeling dekt het risico dat een boring niet in een goede watervoerende laag uitkomt, waardoor het vermogen dat vooraf verwacht werd niet wordt behaald. In dat geval wordt voor een deel van de gemaakte kosten een subsidie uitgekeerd, gerelateerd aan de mate waarin de aardwarmteboring mislukt is.

Er wordt een premie van 7% gevraagd.

De garantie wordt uitgekeerd wanneer projecten (deels) mislukken. Met de garantstelling worden projecten uitgelokt met een relatief klein risico (eis 90% slaagkans). Het verwacht vermogen dat aan de bodem onttrokken wordt (dit is het vermogen dat bij de aanvraag is opgegeven) is maximaal het vermogen dat met 90% zekerheid aan de ondergrond kan worden onttrokken (op basis van een locatiespecifiek geologisch onderzoek dat moet zijn opgesteld door een ISO 9001 gecertificeerde onderneming).

EZK maakt een garantieplafond en het maximaal te garanderen bedrag per boring bekend. EZK neemt binnen acht weken na de indiendatum een besluit op de aanvraag. De aanvrager moet binnen 12 maanden na goedkeuring van de aanvraag starten met het boorproject. Na de aanvang van de aardwarmteboring heeft de aanvrager een jaar voor de voltooiing. Het aardwarmteproject moet binnen twee jaar leiden tot toepassing van aardwarmte in Nederland.

De premieontvangsten worden gestort in de begrotingsreserve. Eventuele schade-uitkeringen komen ten laste van deze reserve. De horizonbepaling is 2023.

1 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei B.V. Finance Continuïteit IHC 121 n.v.t. n.v.t. n.v.t.
2 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei Biopartner 13.524 1-7-2021 0% Door middel van vervreemding van belangen
3 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei LIOF BioMedbooster 3.000 31-12-2020 n.v.t. Voor zover LIOF bedragen ontvangt van BioMedbooster
4 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei MARIN 6.807 1-1-2500 n.v.t. n.v.t.
5 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei Microkrediet Ned (Qredits) 44.630 1-4-2045 1% vanaf 2025 Vanaf 2045 in halfjaarlijkse termijnenvan € 4,5 mln afhankelijk van de liquiditeitspositie
6 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei Microkrediet Ned (SZW) 270 onbepaald 1% vanaf 2025 Vanaf 2045 in halfjaarlijkse termijnenvan € 4,5 mln afhankelijk van de liquiditeitspositie
7 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei One Logistics 4.543 2-1-2025 6,50% In vijf jaarlijkse termijnen van 1 mln vanaf 2021
8 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei Provincie Limburg 15.882 31-12-2023 n.v.t. Na afwikkeling van de grondexploitatie
9 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei Qredits 1.765 1-2-2026 n.v.t. Aflossing in 2026
10 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei Stichting Qredits Microfinanciering 47.500 15-6-2030 n.v.t. Aflossing van alle opbrengsten minus de kosten tussentijds of aan het einde van de looptijd
11 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei B.V. Finance Continuïteit IHC 5.000 onbepaald
12 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei Stichting Garantiefonds Reisgelden Voucherfonds 187.000 8-4-2028
13 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei Stichting Qredits Microfinanciering Nederland Corona overbruggingskrediet starters 10.000 30-6-2028
14 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei Sticht. Garantiefds. Gespecial. Touroperators (GGTO) 1.000 15-12-2026
15 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei Stichting Qredits Microfinanciering Nederland TOA-krediet 5.000 23-6-2030
16 Artikel 3 Toekomstfonds BOM Bioconnection 1-3161 1.084 onbepaald n.v.t. Indien er bedragen worden ontvangen van Bioconnection worden deze aangewend als aflossing
17 Artikel 3 Toekomstfonds BOM Capital I B.V. (COL1) 11.925 31-12-2026 Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten Overdracht van het saldo op de rekening
18 Artikel 3 Toekomstfonds BOM Capital I B.V. (COL2) 25.264 31-12-2026 Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten Overdracht van het saldo op de rekening
19 Artikel 3 Toekomstfonds BOM Capital I B.V. (Smart Photonics) 20.000 30-6-2030 Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten na aftrek van kosten Overdracht van het saldo op de rekening en overdracht aandelenbelang
20 Artikel 3 Toekomstfonds BOM Life Science & Health Fund Brabant (Pivot Park) 2.000 31-12-2022 n.v.t. Aflossing uit ontvangsten uit participaties en leningen aangegaan met deze lening
21 Artikel 3 Toekomstfonds Corona OverbruggingsLening Regio Utrecht B.V. (COL2) 10.594 31-12-2026 Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten Overdracht van het saldo op de rekening
22 Artikel 3 Toekomstfonds De Aanjager (COL2) 4.824 31-12-2026 Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten Overdracht van het saldo op de rekening
23 Artikel 3 Toekomstfonds Horizon De Aanjager (COL1) 1.755 31-12-2026 Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten Overdracht van het saldo op de rekening
24 Artikel 3 Toekomstfonds InnovationQuarter (COL1) 16.074 31-12-2026 Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten Overdracht van het saldo op de rekening
25 Artikel 3 Toekomstfonds InnovationQuarter namens Noord Holland (COL 2) 55.467 31-12-2026 Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten Overdracht van het saldo op de rekening
26 Artikel 3 Toekomstfonds InnovationQuarter (COL2) 44.334 31-12-2026 Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten Overdracht van het saldo op de rekening
27 Artikel 3 Toekomstfonds InnovationQuarter namens Utrecht (COL 1) 9.149 31-12-2026 Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten Overdracht van het saldo op de rekening
28 Artikel 3 Toekomstfonds InnovationQuarter namens Noord Holland (COL1) 19.113 31-12-2026 Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten Overdracht van het saldo op de rekening
29 Artikel 3 toekomstfonds Innovation Quarter (Innogenerics) 5.700 31-12-2026 Bijgeschreven rente op de rekening en opbrengsten na aftrek van kosten Overdracht van het saldo op de rekening en de waarde van de in bezit zijnde aandelen in Innogenereics
30 Artikel 3 Toekomstfonds Investeringsfonds Zeeland B.V. (COL1) 1.768 31-12-2026 Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten Overdracht van het saldo op de rekening
31 Artikel 3 Toekomstfonds LIOF (COL1) 5.656 31-12-2026 Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten Overdracht van het saldo op de rekening
32 Artikel 3 Toekomstfonds LIOF OverbruggingsFonds (COL2) 8.334 31-12-2026 Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten Overdracht van het saldo op de rekening
33 Artikel 3 Toekomstfonds N.V. Economische Impuls Zeeland (COL2) 2.633 31-12-2026 Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten Overdracht van het saldo op de rekening
34 Artikel 3 Toekomstfonds Nedermaas Hightech Ventures 8.542 30-6-2021 n.v.t. Overdracht van het batig saldo
35 Artikel 3 Toekomstfonds NOM (COL2) 8.870 31-12-2026 Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten Overdracht van het saldo op de rekening
36 Artikel 3 Toekomstfonds NOM (COL1) 7.609 31-12-2026 Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten Overdracht van het saldo op de rekening
37 Artikel 3 Toekomstfonds NWO (Toegepaste en Technische Wetenschappen) 2019, 2020 en 2021 5.100 31-12-2032 n.v.t. Terugbetaling aan het Rijk van door ondernemingen afgeloste vroegefasefinanciering
38 Artikel 3 Toekomstfonds NWO (Toegepaste en Technische Wetenschappen) 2018, 2019 7.200 onbepaald n.v.t. Terugbetaling aan het Rijk van door ondernemingen afgeloste vroegefasefinanciering
39 Artikel 3 Toekomstfonds Ontwikkelingsmaatschappij Oost-Nederland N.V. (COL1) 13.599 31-12-2026 Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten Overdracht van het saldo op de rekening
40 Artikel 3 Toekomstfonds Ontwikkelingsmaatschappij Oost-Nederland N.V. (COL2) 25.472 31-12-2026 Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten Overdracht van het saldo op de rekening
41 Artikel 3 Toekomstfonds Participatiemij Oost Nederland NV DVI-2 57.500 1-1-2035 Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten Overdracht van het saldo op de rekening en bezittingen van Oost-NL in DVI-2
42 Artikel 3 Toekomstfonds Participatiemij Oost Nederland NV DVI-I 94.073 1-1-2030 Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten Overdracht van het saldo op de rekening en bezittingen van Oost-NL in DVI
43 Artikel 3 Toekomstfonds StW 2014-2015 3.808 1-1-2500 n.v.t. Terugbetaling aan het Rijk van door ondernemingen afgeloste vroegefasefinanciering
44 Artikel 3 Toekomstfonds StW 2016-2017 9.200 1-1-2500 n.v.t. Terugbetaling aan het Rijk van door ondernemingen afgeloste vroegefasefinanciering
45 Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering EBN BV 12.000 1-12-2034 0,00% afhankelijk uitkomsten (cashflow uit geothermie projecten)
46 Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering ECN 40.000 31-12-2026 n.v.t. aflossen o.b.v. een vooraf bepaalde sleutel op het comulatieve netto resultaat 2016-2026
47 Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering ECN/NRG 80.381 31-12-2026 2,85% Afhankelijk uitkomsten bedrijfsvoering Stichting Nuclear Research and Consultancy Group tot en met 2026
48 Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering Fibrant 2.143 1-12-2034 0,00% Afhankelijk uitkomsten (cashflow uit geothermie projecten)
49 Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering Fibrant 7.143 1-12-2034 0,00% Afhankelijk uitkomsten (cashflow uit geothermie projecten)
50 Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering Fibrant 20.714 1-12-2034 0,00% Afhankelijk uitkomsten (cashflow uit geothermie projecten)
51 Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering Pallas 42.328 1-7-2022 1,50% Uiterlijk 2022

Toelichting

1 IHC

Dit betreft het 50%-aandeel van de Staat in de rentekosten van een overbruggingsfaciliteit van € 40 mln voor Koninklijke IHC. EZK heeft bij brief van 19 januari 2022 aan IHC bericht dat deze overbruggingsfaciliteit volledig is afgelost na aftrek van genoemd aandeel van de Staat in de rentekosten.

2 Biopartner

Dit betreft een in het jaar 2000 verstrekte lening ten behoeve van een start-up participatiefonds life sciences. De lening is verlengd tot 1 juli 2021 om tot een definitieve afwikkeling te komen.

3 LIOF

Biomedbooster Dit betreft een in 2006 verstrekte lening aan LIOF ten behoeve Biomed­booster B.V. De lening is in 2022 afgewikkeld.

4 MARIN

De lening van € 6,8 mln is in 2003 tussen de Staat en MARIN vastgelegd in een aangepaste overeenkomst van geldlening, in verband met de in 2003 opgerichte MARIN Stakeholders Association (MSA). In deze overeenkomst is bepaald dat MARIN is vrijgesteld van aflossingsverplichting voor zover de MSA voor ten minste het bedrag van de lening deelnemersovereen­komsten heeft gesloten.

5 Microkrediet Nederland (Qredits)

Dit betreft een achtergestelde lening aan stichting Qredits voor het verstrekken van micro- en mkbkrediet aan ondernemers.

6 Microkrediet Nederland (Qredits SZW)

Dit betreft een achtergestelde lening aan stichting Qredits voor het verstrekken van microkrediet aan ondernemers.

7 Onelogistics

Dit betreft een in 2018 verstrekte lening aan Onelogistics ten behoeve van de voorbereidingen van een warehouse voor de opslag, het beheer en verzending van F-35 onderdelen op het Logistiek Centrum Woensdrecht.

8 Provincie Limburg

Dit betreft een lening aan de Provincie Limburg in het kader van Industriepark Swentibold.

9 Qredits (pilot achtergestelde leningen fonds)

Dit betreft een subsidie met terugbetaalverplichting in het kader van de pilot achtergestelde leningenfonds van Qredits.

10 Stichting Qredits microfinanciering

Dit betreft een lening aan Qredits ten behoeve van het verstrekken van overbruggingskredieten aan ondernemers.

11 B.V. Financiering Continuïteit IHC

Dit betreft een vergoeding aan de Staat van € 5 mln voor een overbruggingslening voor de continuiteit van Koninklijke IHC. Deze vergoeding staat voor onbepaalde tijd uit als lening aan B.V. Financiering Continuiteit IHC.

12 Stichting Garantiefonds Reisgelden Voucherfonds

Het kabinet heeft in 2021 een faciliteit van € 400 mln aan SGR beschikbaar gesteld voor de verstrekking van liquiditeitsleningen (voucherkredieten) aan reisorganisaties, die tijdelijk onvoldoende middelen hebben om vouchers terug te betalen aan consumenten. Van deze faciliteit is door SGR gebruik gemaakt voor een bedrag van € 187 mln.

13 Stichting Qredits Microfinanciering Nederland Corona overbruggingskrediet starters

Dit betreft een lening aan Qredits ten behoeve van het verstrekken van overbruggingskredieten aan startende ondernemers ten tijden van de Coronacrisis.

14 Stichting Garantiefonds Gespecialiseerde Touroperators (GGTO)

Dit betreft een lening aan GGTO in verband met verwacht extra beroep dat bedrijven in de reissector zullen doen op dit garantiefonds ten gevolge van de coronacrisis.

15 Stichting Qredits Microfinanciering Nederland TOA-krediet

Dit betreft een lening aan Qredits voor de uitvoering van de TOA-faciliteit. Dit is een faciliteit voor mkb-ondernemers die met gebruikmaking van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA), hun bedrijf willen doorstarten in de periode 2021-2023.

16 BOM BioConnection

Dit betreft een in 2005 aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM) verstrekte lening ten behoeve van BioConnection B.V.

17 BOM Capital I B.V. COL 1

Dit betreft een lening aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij B.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

18 BOM Capital I B.V. COL 2

Dit betreft een lening aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij B.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

19 BOM Capital I B.V. Smart Photonics

Dit betreft een lening aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM) ten behoeve van de investering in Smart Photonics, een Eindhovense scale-up voor de productie van fotonische chips.

20 BOM Life Sciences & Health Fund

Dit betreft een lening aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij die in 2013 is verstrekt ten behoeve van de ontwikkeling van de Life Sciences & Health sector in Noord-Brabant.

21 Corona OverbruggingsLening Regio Utrecht B.V. (COL 2)

Dit betreft een lening aan COL RU ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

22 Horizon de Aanjager (COL 2)

Dit betreft een lening aan Horizon de Aanjager ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen in de provincie Flevoland.

23 Horizon de Aanjager (COL 1)

Dit betreft een lening aan Horizon de Aanjager ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen in de provincie Flevoland.

24 Innovation Quarter (COL 1)

Dit betreft een lening aan Innovation Quarter ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

25 Innovation Quarter namens Noord Holland (COL 2)

Dit betreft een lening aan Innovation Quarter ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen in de provincie Noord Holland.

26 Innovation Quarter (COL 2)

Dit betreft een lening aan Innovation Quarter ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

27 Innovation Quarter namens Utrecht (COL 1)

Dit betreft een lening aan Innovation Quarter ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen in de provincie Utrecht.

28 Innovation Quarter namens Noord Holland (COL 1)

Dit betreft een lening aan Innovation Quarter ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen in de provincie Noord Holland.

29 Innovation Quarter (Innogenerics)

Dit betreft een lening aan Innovation Quarter voor de investering in Innoge­nerics B.V. ten behoeve van de overname van de geneesmiddelen fabrikant Apotex.

30 Investeringsfonds Zeeland B.V. (COL 1)

Dit betreft een lening aan Investeringsfonds Zeeland B.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

31LIOF (COL 1)

Dit betreft een lening aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij LIOF ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

32 LIOF OverbruggingsFonds (COL 2)

Dit betreft een lening aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij LIOF ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

33 Investeringsfonds Zeeland (COL 2)

Dit betreft een lening aan Investeringsfonds Zeeland B.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

34 Nedermaas Hightech Ventures

Dit betreft een in 2009 aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij LIOF verstrekte lening ten behoeve van Nedermaas Hightech Ventures, een nieuw venture-capital fonds dat zich richt op de vroege financiering van hightech start up's in de Provincie Limburg.

35 NOM (COL 2)

Dit betreft een lening aan de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM B.V.) ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

36 NOM (COL 1)

Dit betreft een lening aan de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM B.V.) ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

37 NWO (Toegepaste en Technische Wetenschappen) 2019, 2020 en 2021

Dit betreft een lening aan NWO voor het verstrekken van kredieten aan ondernemingen in het kader van regeling vroegefasefinanciering.

38 NWO (Toegepaste en Technische Wetenschappen) 2018, 2019

Dit betreft een lening aan NWO voor het verstrekken van kredieten aan ondernemingen in het kader van regeling vroegefasefinanciering.

39 Oost NL N.V. (COL 1)

Dit betreft een lening aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Oost. N.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

40 Oost NL N.V. (COL 2)

Dit betreft een lening aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Oost. N.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

41 Oost NL N.V. DVI-2

Dit betreft een lening aan Oost NL N.V. ten behoeve van het Dutch Venture Initiative II.

42 Oost NL N.V. DVI

Dit betreft een lening aan Oost NL N.V. ten behoeve van het Dutch Venture Initiative.

43 STW 2014-2015

Dit betreft een lening aan de Stichting Technische Wetenschappen voor het vertrekken van kredieten in het kader van de regeling Vroegefase-financiering.

44 STW 2016-2017

Dit betreft een lening aan de Stichting Technische Wetenschappen voor het vertrekken van kredieten in het kader van de regeling Vroegefase-financiering.

45 EBN

De achtergestelde lening tegen 0% rente van in totaal € 48 mln van EZK is bedoeld voor investeringen in geothermieprojecten in Nederland volgens het businessplan genaamd ‘Masterplan Aardwarmte’. Er is door EZK gekozen voor verplichte deelname van EBN in deze geothermieprojecten. De lening is verstrekt aan EBN bv, die deze lening heeft doorgestort als agio in EBN Aardwarmte bv. EBN zal samen met professionele marktpartijen risicodragend deelnemen in projecten via haar dochter voor 20% tot 40%.

46 ECN

In 2016 is aan ECN een lening verstrekt van € 40 mln voor het verwerken en afvoeren van historisch radioactief afval in Petten.

47 NRG

Aan Stichting Nuclear Research and Consultancy Group (NRG) is een lening verstrekt voor het uitwerken en uitvoeren van een Herstelplan, in algemene zin gericht op de continuïteit van de bedrijfsvoering van NRG en in het bijzonder op het scheppen van de noodzakelijke financiële, technische, commerciële en organisatorische voorwaarden voor het in bedrijf houden van de Hoge Flux Reactor (HFR).

48 t/m 50 Fibrant

De leningen aan Fibrant zijn verstrekt voor investeringen in (de ombouw van) installaties teneinde de uitstoot van lachgas (als CO- equivalent) te reduceren. Hiermee worden drie projecten uitgevoerd met een totale lachgasreductie van ruim 0,6 Mton CO2-equivalent.

51 Pallas

Aan de Stichting Voorbereiding Pallas-reactor is een lening verstrekt voor fase 1 van de totstandkoming van een nieuwe hoge fluxreactor (de Pallas-reactor), die bestemd is voor de productie van medische en industriële radio-isotopen en voor nucleair technologisch onderzoek.

Overzichtstabel bedrijfslevenbeleid en Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid

Om invulling te geven aan de motie van het lid Veldman c.s. (Kamerstuk 33 009, nr. 76) wordt jaarlijks inzichtelijk gemaakt welke innovatiemiddelen vanuit departementale begrotingen worden ingezet ten behoeve van de vastgestelde missies ter adressering van de maatschappelijke uitdagingen of daaraan bijdragen. Onderstaande tabel bevat een meerjarig overzicht van de middelen die in 2022–2027 in principe beschikbaar zijn binnen de begrotingen van een aantal departementen voor het bedrijvenbeleid en het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid of daaraan bijdragen.

De indeling van de tabel geeft inzicht in de samenhang tussen de verschillende onderdelen. Voor een groot deel betreft dit het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid, dat uit een generieke pijler en een specifieke pijler bestaat. Het generieke beleid ondersteunt innovatie voor alle bedrijven, binnen en buiten de topsectoren (A1 en A2). Ook de bijdrage van Buitenlandse Zaken (A3) is generiek van aard. De kern van het specifieke beleid is publiek-private samenwerking (PPS, B1 en B2). Door een intensievere samenwerking tussen de excellente Nederlandse publieke kennisinfrastructuur en bedrijven vindt de kennis beter zijn weg in innovatieve producten en draagt het bij aan het realiseren van oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. PPS wordt gestimuleerd met de PPS-toeslag en de MIT. Internationale PPS wordt mogelijk gemaakt door EU-cofinanciering (B2), Innovatie Attachés en technologiemissies. Onderdeel C bevat de instrumenten voor aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt en tot slot bestaat onderdeel D uit verschillende specifieke bijdragen van departementen aan voor hun relevante topsectoren en missies.

In de tabel is aangegeven op welk begrotingsartikel de middelen op de departementale begrotingen staan. Daar zijn de hier getoonde reeksen vaak niet één op één terug te vinden, omdat hier alleen de middelen zijn getoond die samenhangen met het bedrijfslevenbeleid en Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid. De verantwoording over dit budget vindt plaats via de reguliere begrotingscyclus van de desbetreffende departementale begrotingen.

I Generiek
A1. Ondernemerschap en innovatie 262 134 197 181 139 139 EZK
Financieringsinstrumenten Toekomstfonds 262 134 156 144 139 139 EZK 3
A2. Fiscale maatregelen 1.341 1.286 1.286 1.286 1.286 1.286 EZK/FIN
Aftrek speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) 5 5 5 5 5 5 EZK/FIN 2, belastingplan
Afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) 1.3361 1.281 1.281 1.281 1.281 1.281 EZK/FIN 2, belastingplan
A3. Internationaal 252 248 248 247 240 235 BH/OS
Internationaal ondernemen en ontwikkelingssamenwerking 202 198 198 197 190 185 BH/OS 1,2,3
Dutch Good Growth Fund (DGGF) 50 50 50 50 50 50 BH/OS 1
II Specifiek voor topsectoren
B1. Kennis en innovatie 621 621 621 621 622 622
NWO-PPS2 100 100 100 100 100 100 OCW 16
NWO23 175 175 175 175 175 175 OCW 16
NWO-TTW 26 26 26 26 26 26 EZK 2
KNAW 14 14 14 14 14 14 OCW 16
Toegepast onderzoek (TO2)4 262 262 262 262 263 263
- TNO, MARIN, NLR, Deltares 171 171 171 171 172 172 EZK 2,4
- Wageningen Research 91 91 91 91 91 91 LNV 23
Profilering kennisinfrastructuur5 44 44 44 44 44 44 OCW 16
B2. Innovatie en PPS 352 349 325 303 299 299
PPS-toeslag 207 215 201 187 187 187 EZK 2
MKB Innovatiestimuleringsregeling Topsectoren 41 42 42 42 42 42 EZK 2
Cofinanciering EU-innovatieprogramma's en overige 47 67 56 56 56 56 EZK 2
Economische Ontwikkeling en Technologie 7 7 10 10 10 10 EZK 2
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek 50 18 16 8 4 4 EZK 3
C. Onderwijs en arbeidsmarkt 22 44 40 36 34 27
Regionaal investeringsfonds MBO 22 44 40 36 34 27 OCW 4
D. Specifieke bijdragen departementen 351,8 316,8 281,9 247,4 221,4 98,4
Life Sciences & Health/zorg 74,8 67,8 67,9 67,4 67,4 67,4 VWS 1, 2, 4, kader Zorg
Energie-innovatie (excl. ECN) 212 193 179 147 123 EZK 4
Energietransitie gebouwde omgeving 4 8 9 7 5 5 BZK 4
Logistiek 11 9 IenW divers H-XII, IF en DF
Water en Maritiem 25 14 IenW divers H-XII, IF en DF
Creatief 15 15 15 15 15 15 OCW 14
Defensie 10 10 11 11 11 11 DEF 9
Totaal 3.202 2.999 2.999 2.921 2.841 2.706
  1. Onderuitputting 2022 éénmalig toegevoegd (55 mln).
  2. OCW draagt via NWO € 100 mln bij aan de Topsectoren in het kader van publiek-private samenwerking; dit is gezamenlijke programmering waarbij wetenschappers en bedrijven samen onderzoeksprojecten opzetten en financieren.
  3. OCW investeert via NWO € 175 mln in vrij onderzoek en talent en publiek-privaat geprogrammeerd onderzoek waarvoor geen private cofinanciering nodig is. Dit zijn middelen uit andere programma's die ex-post bijdragen aan de Topsectoren.
  4. Ongewijzigd, betreft bedragen Kennis- en Innovatie convenant 2022-2023.
  5. Deze middelen zijn onderdeel van de ex-post € 175 mln die OCW via NWO bijdraagt aan de Topsectoren.

3. Beleidsartikelen

Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en markten

A. Algemene doelstelling

Goed functionerende markten zijn een motor voor economische ontwikkeling, innovatie en brede welvaart. Dit geldt voor zowel de Nederlandse markt als de Europese interne markt. De Europese interne markt levert door de schaalgrootte nieuwe afzetmogelijkheden, de mogelijkheid om meer te specialiseren en voor nieuwe uitdagers de ruimte om snel op te schalen. Het kabinet zet zich daarom nationaal, Europees en internationaal in voor regels en afspraken die ervoor zorgen dat: (1) consumenten keuzevrijheid hebben, (2) bedrijven op een gelijk speelveld opereren en (3) markten open en transparant zijn.

In Europees verband ondersteunt het kabinet de ambitie van de Europese Commissie bij het zetten van mondiale standaarden, bijvoorbeeld op het terrein van omgang met data. Begin 2022 is in dat verband de Europese standaardisatiestrategie gepubliceerd. De taskforce voor handhaving op de interne markt en het in 2022 door de Commissie te presenteren noodinstrument voor de interne markt moeten een concrete bijdrage gaan leveren aan het voorkomen en wegnemen van belemmeringen en versterken van de handhaving.

In internationaal verband is het van groot belang om oneerlijke concurrentie tegen te gaan. Dit vraagt om (het behoud van) robuuste mededingingsregels én het tegengaan van verstorende subsidies uit derde landen. Het kabinet zet zich daar voor in bij het Europese voorstel voor een verordening buitenlandse subsidies.

Het kabinet zet in op het realiseren van de volgende strategische doelen:

  1. Het scheppen van voorwaarden voor goed functionerende markten;
  2. Het scheppen van voorwaarden voor een goed functionerende digitale economie;
  3. Het voorzien in maatschappelijke behoeften aan statistieken.

1. Het scheppen van voorwaarden voor goed functionerende markten

Interne markt

De Europese interne markt, met inbegrip van vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal, vormt een kernonderdeel van de Europese Unie en is cruciaal voor het Nederlandse verdienvermogen. Een goed-functionerende interne markt is niet vanzelfsprekend, zoals in de coronapandemie o.a. bleek met grenssluitingen. Verdere integratie van de interne markt is echter de laatste jaren stil komen te vallen en door de coronacrisis is vrij verkeer significant onder druk komen te staan. Daarnaast staat de interne markt in toenemende mate onder druk van oneerlijke concurrentie van binnen en buiten de EU. Digitalisering en vergroening leiden eveneens tot nieuwe uitdagingen.

Programma Vervolg Beter Aanbesteden

Nederlandse overheden geven jaarlijks voor ongeveer € 87 mld uit aan overheidsopdrachten. Overheidsopdrachten komen tot stand via aanbesteden. EZK werkt aan goede kaders om aanbestedingen te gebruiken als strategisch beleidsinstrument om doelen als duurzaamheid en economisch herstel te bereiken. Om de verhouding tussen overheid en bedrijfsleven bij aanbesteden te verbeteren, zet EZK in 2023 in op bestaande initiatieven als het programma Beter Aanbesteden en het traject rechtsbescherming bij aanbesteden. In 2021 is het programma Vervolg Beter Aanbesteden gestart. Dit programma is een samenwerking van EZK, VNO-NCW/MKB-Nederland, VNG en PIANOo. Doel van dit programma is om te zorgen dat de kennis en kunde van overheden en ondernemers over het aanbestedingsproces verbeteren en dat beide partijen eerder met elkaar in dialoog gaan. Het programma kent een looptijd van vier jaar. In 2023 zal het programma zijn derde jaar ingaan. Er zullen onder andere evenementen worden georganiseerd waar overheden en ondernemers samenkomen en er wordt gewerkt aan het ondersteunen van regionale initiatieven.

Mededinging- en consumentenbeleid

Ook in 2023 zal EZK zich er op verschillende terreinen voor inzetten dat de concurrentiekracht tussen bedrijven wordt geborgd, dat consumenten zoveel mogelijk waar voor hun geld krijgen en dat consumenten worden beschermd. Een goed werkend mededingingsbeleid is een belangrijke randvoorwaarde voor het generieke vestigingsklimaat in Nederland en hangt nauw samen met de rest van ons economische beleid.

2. Het scheppen van voorwaarden voor een goed functionerende digitale economie

De digitale economie levert ongekende kansen op voor economie en samenleving. Het kabinet wil die kansen benutten. Op die manier zorgen we voor duurzame economische groei en de aanpak van maatschappelijke uitdagingen rond onderwijs, zorg, klimaat en vergrijzing. Vertrouwen is bij de digitale transitie van essentieel belang. Daarom moeten belangrijke randvoorwaarden als innovatie, veiligheid, eerlijke concurrentie en grip op gegevens geborgd zijn.

Zowel het nationale- als het Europese handelingsniveau is daarbij cruciaal. Het kabinet wil de samenwerking met Europese lidstaten daarom versterken en ongewenste afhankelijkheden tegengaan. De Europese Commissie ziet de ‘twin transition’ (duurzaamheid en digitalisering) als prioriteit en heeft een ambitieus digitaal programma gelanceerd met digitale doelstellingen voor 2030 (het ‘Digital Policy Programme’), wetgeving om publieke belangen in de digitale transitie te borgen en investeringen in digitale technologieën om ons toekomstig verdienvermogen te versterken. De Europese digitale agenda zal ook in 2023 een grote impact blijven hebben op het Nederlandse beleid.

Internationaal blijft Nederland zich actief inzetten voor een open, vrij en veilig internet en voor het behoud van het internet als wereldwijde open communicatie-infrastructuur. Daartoe steunt het kabinet het zogenoemde multistakeholdermodel voor internet governance.

Op 7 februari 2022 heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat haar prioriteiten ten aanzien van de digitale economie naar de Kamer gestuurd (Kamerstuk 35 925, nr. 87). Deze zijn: investeringen in digitale innovatie en vaardigheden; goedwerkende digitale markten en diensten; het duurzaam verbeteren van cybersecurity en een veilige, hoogwaardige en betrouwbare digitale infrastructuur. Deze zullen de komende tijd nader worden uitgewerkt in een strategie voor de digitale economie.

De Europese Commissie beveelt Nederland in haar landenspecifieke aanbevelingen aan om publieke uitgaven ten aanzien van de digitale transitie te verhogen. In de afgelopen jaren heeft het kabinet diverse investeringen gedaan in de digitale transitie. Zo wordt via het Nationaal Groeifonds geïnvesteerd in kunstmatige intelligentie en onderwijsinnovatie. Verder zijn middelen (cofinanciering) beschikbaar gesteld voor deelname van Nederland aan de IPCEI Cloud Infrastructure and Services (CIS) en het Europese DIGITAL programma. Daarnaast beveelt de Commissie aan om de tekorten aan ICT-personeel op te lossen. In juli 2022 is de Kamer geinformeerd over het actieplan voor de tekorten aan technisch personeel in de digitale en groene transitie (Kamerstuk 29544, nr.1120)

Digitale innovatie en vaardigheden

Digitale innovatie en vaardigheden en de toepassing van nieuwe digitale technologieën zijn essentieel voor de digitale transitie en het verdienvermogen van Nederland. Digitalisering en sleuteltechnologieën staan centraal in het Missiegedreven Topsectoren en Innovatiebeleid. Het Topteam ICT bevordert publiek-private samenwerking rond digitale sleuteltechnologieën zoals AI en blockchain. Doel hiervan is om de kennisvragen en middelen van bedrijven, kennisinstellingen en overheden zoveel mogelijk te bundelen en daarmee maximale impact te realiseren. Daarbij is extra aandacht voor valorisatie. Zo kan Nederland concurrerend blijven in de digitale economie en bijdragen aan maatschappelijke vraagstukken. Hierbij is het van belang dat de digitale vaardigheden van de beroepsbevolking up-to-date zijn en aansluiten op de arbeidsmarkt. Middels onder andere de human capital agenda wordt gewerkt aan het versterken van digitale vaardigheden en om- en bijscholing.

Verder ondersteunt EZK diverse initiatieven om de waarde van data op een verantwoorde wijze te benutten, bijvoorbeeld via de Data Sharing Coalition die zich inzet voor vrijwillige datadeling tussen bedrijven. Ook op Europees niveau zijn er verschillende initiatieven gericht op de ontwikkeling van de dataeconomie. De Data Governance Verordening (DGA) heeft bijvoorbeeld als doel om het vertrouwen in datadelen te versterken. De DGA is in 2022 aangenomen en treedt per september 2023 in werking. GAIA-X is een internationaal publiek-privaat initiatief, dat Europese cloud- en datadiensten wil verbinden en beter toegankelijk wil maken. EZK zorgt ervoor dat het Nederlands bedrijfsleven hierop goed kan aansluiten, onder meer door de GAIA-X hub die is ontwikkeld door TNO financieel te ondersteunen.

Het nieuwe Digital Europe Programme (DIGITAL) binnen het Meerjarig Financieel Kader voor Europa (MFK) heeft als doel het innovatie- en concurrentievermogen van de EU te verhogen en de strategische digitale capaciteiten te verstevigen. Het is aanvullend op het Horizon Europe Programma, dat zich meer richt op onderzoek en innovatie. Prioriteiten zijn onder meer: Artificiële Intelligentie, cybersecurity, digitale vaardigheden voor gevorderden en de oprichting van European Digital innovation Hubs. Hierbij wordt voortgebouwd op het bestaande netwerk van hubs uit het Smart Industry programma.

Goedwerkende digitale markten en diensten

De digitale economie biedt kansen, maar kan ook leiden tot nauwelijks te betwisten machtsposities van grote platforms. Consumenten en ondernemers kunnen vaak niet om deze platformen heen. Daarom pakken we in Europees verband met de Digital Markets Act (DMA) de markt- en datamacht van grote tech- en platformbedrijven aan om de concurrentiepositie van bedrijven en de bescherming van platformgebruikers te verbeteren. De DMA is op 5 juni 2022 aangenomen en treedt per 2023 in werking. De Digital Services Act (DSA) gaat ervoor zorgen dat tussenpersonen, zoals platformbedrijven verantwoord omgaan met content van hun eindgebruikers. De DSA is op 5 juni 2022 aangenomen en zal per 2024 in werking treden.

Een veilige, hoogwaardige en betrouwbare digitale infrastructuur

In lijn met de ambitie in het coalitieakkoord zet EZK zich ervoor in dat Nederland het digitale knooppunt van wereldklasse in Europa blijft, met een sterke internationale positie voor Nederland op het gebied van vaste- en mobiele communicatienetwerken. Het beschikbaar komen van voldoende frequentieruimte is cruciaal voor een goede mobiele connectiviteit. In lijn daarmee wordt de beschikbaarstelling van de 3,5 GHz band voor landelijke mobiele communicatie voorbereid. Om de uitrol van verbeterde (vaste en mobiele) digitale infrastructuren zo soepel mogelijk te laten verlopen worden gemeenten ondersteund. In de tweede helft van 2022 wordt een voorstel verwacht van de Europese Commissie voor een Connectivity Act. De onderhandelingen over dit voorstel zullen waarschijnlijk in 2022 starten en in 2023 doorlopen.

Cybersecurity

Cybersecurity is een essentiële randvoorwaarde voor de Nederlandse digitale economie en de samenleving. Onder regie van de minister van JenV is in 2022 een rijksbrede Nederlandse Cybersecurity Strategie ontwikkeld (Kamerstuk 35 925 VI, nr. 132). Het jaar 2023 zal in het teken staan van de implementatie van de strategie. EZK richt zich op de thema’s consumentenbescherming en de versterking van de cyberweerbaarheid van het bedrijfsleven. Dit betekent dat het aanbod van ICT-producten en diensten veiliger moet worden, cybersecurity kennisontwikkeling en innovatie moet worden gestimuleerd en dat consumenten en bedrijven zich bewuster moeten worden van digitale dreigingen en risico’s en daar meer weerbaar tegen worden.

3. Het voorzien in maatschappelijke behoeften aan statistieken.

EZK is voor het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) systeemverantwoordelijk voor het in stand houden van de onafhankelijke productie van goede en betrouwbare statistieken, en voor de rechtmatigheid en doelmatigheid van de besteding van publieke gelden die daarmee gemoeid zijn. Het CBS heeft als onafhankelijk kennisinstituut de taak om betrouwbare statistische informatie te leveren. Onafhankelijke en betrouwbare statistieken zijn van belang om meer inzicht te krijgen in de samenleving en maatschappelijke fenomenen. Deze informatie draagt bij aan het voeren van becijferde maatschappelijke debatten en inzichten voor beleid. De minister van Economische Zaken en Klimaat financiert het CBS om het van overheidswege verrichten van statistisch onderzoek ten behoeve van praktijk, beleid en wetenschap en het openbaar maken van de op grond van zodanig onderzoek samengestelde statistieken mogelijk te maken.

In juni 2022 is de evaluatie naar het CBS afgerond. De conclusie van de evaluatie is dat het CBS in de periode 2016-2020 doeltreffend, doelmatig en onafhankelijk is geweest (Kamerstuk 25 268, nr. 209).

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Economische Zaken en Klimaat ziet het als taak eventuele belemmeringen voor het goed functioneren van markten te verminderen of weg te nemen en innovatie te stimuleren. In dat verband is de minister systeemverantwoordelijk voor de Mededingingswet, de Aanbestedingswet en voor het functioneren van de Autoriteit Consument en Markt. Zij is voorts op grond van de Telecommunicatiewet verantwoordelijk voor het stellen van regels voor vaste en mobiele communicatienetwerken. Samen met bewindspersonen van J&V en BZK is de minister van Economische Zaken en Klimaat verantwoordelijk voor de coördinatie van de Nederlandse Digitaliseringstrategie. Dat is een kabinetsbrede agenda om de maatschappelijke en economische kansen van digitalisering te benutten en het fundament van de digitale transitie te versterken, waaronder digitale vaardigheden, cybersecurity, cyberweerbaarheid, veiligheid, privacy, concurrentie en innovatie. De minister heeft een systeemverantwoordelijkheid voor de statistische informatievoorziening van rijkswege.

Hieruit vloeien de volgende verantwoordelijkheden voort:

Stimuleren

  1. Het stimuleren van een goede balans tussen de belangen van bedrijven en consumenten met generiek consumentenbeleid, waarbij de Wet handhaving consumentenbescherming centraal staat.
  2. Het stimuleren van innovatie in het bedrijfsleven.

Financieren

  1. Het bijdragen aan het goed functioneren van markten door het financieren van een deel van de exploitatie van de Autoriteit Consument en Markt (ACM), van TenderNed (het elektronisch aanbestedingssysteem) en diverse organisaties op het gebied van metrologie, normalisatie, accreditatie en markttoezicht.
  2. Het financieren van een deel van de exploitatie van het Agentschap Telecom en het verrichten van uitgaven voor opdrachten inzake beleidsvoorbereiding en evaluaties voor frequentiebeleid en veiligheid.
  3. Het financieren van het CBS om het van overheidswege verrichten van statistisch onderzoek ten behoeve van praktijk, beleid en wetenschap en het openbaar maken van de op grond van zodanig onderzoek samengestelde statistieken mogelijk te maken.
  4. Het bijdragen aan een vrij, veilig en open internet door het financieren van een aantal (internationale) organisaties op het terrein van Internet Governance, waaronder het Internet Governance Forum (IGF).

(Doen) uitvoeren

  1. Het tegengaan van mededingingsbeperkende gedragingen met generiek mededingingsbeleid, zoals opgenomen in de Mededingingswet.
  2. Het bijdragen aan de ontwikkeling van Europees en nationaal beleid ten aanzien van consumentenbescherming, aanbestedingsregelgeving, interne markt en mededinging.
  3. Het opstellen van regels voor het gebruik van de ether, door afspraken te maken in internationaal verband voor harmonisatie en door – in geval van schaarste – te bepalen op welke wijze het spectrum wordt verdeeld.
  4. Het realiseren van hoogwaardige en innovatieve breedbandige mobiele communicatie en omroeptoepassingen door verruiming van gebruiksmogelijkheden van het spectrum en door de uitgifte van frequentieruimte.

Regisseren

  1. Het bevorderen van goed functionerende markten door het scheppen van randvoorwaarden via wet- en regelgeving.
  2. Het scheppen van de juiste voorwaarden voor concurrentie met de Waarborgwet, de Winkeltijdenwet, de Aanbestedingswet 2012, de Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie en de Metrologiewet.
  3. Het moderniseren van de telecommunicatieregelgeving om deze te kunnen laten meegroeien met de ontwikkelingen in de markt en de behoeftes in de samenleving.

Om - aanvullend op de begroting – de Kamer te informeren over de voortgang en effecten van beleid treft u op de website van CBS de planning van de CBS-publicaties. Actuele en gedetailleerde informatie over de specifieke beleidsgebieden kunt u vinden op de websites van PIANOo, de ACM (o.a. over de telecommunicatiemarkt), Agentschap Telecom (Staat van de Ether, jaarberichten), TNO (Monitor Draadloze Technologie) het CBS (Cybersecuritymonitor en DAB+ ontvangers), NCSC (cybersecurity dreigingen, incidenten en maatregelen) en het Digital Trust Center (DTC).

Voor de hierna benoemde beleidswijzigingen zijn data en kengetallen te vinden op de website Bedrijvenbeleid.

1. Penetratiegraad van digitale radio ontvangers in huishoudens 6% 10% 12% 16% 20% 23% 35% CBS
2. Ranglijst digitale economie en maatschappij (DESI) 4 4 4 4 4 4 Koploper DESI
3a. Connectiviteit – beschikbaarheid vast breedband 98% 98% 98% 97% 99% 99+% 99+% DESI
3b. Connectiviteit – beschikbaarheid mobiel breedband 99+% 99+% 99+% 99+% 99+% 99+% 99+% DESI

In bovenstaande tabel staan de kengetallen uit de meest recente Index Digitale Economie en Samenleving van de Europese Commissie (DESI;juli 2022) De DESI cijfers hebben steeds betrekking op het voorgaande jaar. In de kolom ambitie 2023 staan de streefwaarden van EZK aan bovenvermelde activiteiten, in lijn met de ambitie uit het Regeerakkoord (2021) dat Nederland op sociaal, economisch en digitaal vlak Europees koploper is. De kengetallen voor de beschikbaarheid van vaste connectiviteit in 2019 en 2020 zijn afkomstig van de inventarisatie van EZK naar breedbanddekking in Nederland. De cijfers tonen de beschikbaarheid voor het betreffende jaar. In het Actieplan Digitale Connectiviteit (2018) heeft het kabinet concreet de volgende connectiviteitsdoelstelling vastgelegd: de overheid streeft naar kwalitatief hoogwaardige connectiviteit die een grote diversiteit aan vraag kan bedienen en altijd en overal beschikbaar is tegen concurrerende tarieven. Met mobiele netwerken moeten daarnaast in elk geval basisdiensten altijd en overal kunnen worden geraadpleegd.

Figuur 3 Index Digitale Economie & Samenleving 2022

C. Beleidswijzigingen

Versterking positie consument

De belangen van de consument in de online omgeving moeten daarbij eenzelfde niveau van bescherming krijgen als in de offline omgeving. Concreet zet EZK zich in voor:

  1. Bescherming van consumenten ten opzichte van de handelspraktijken van platforms;
  2. Behartigen van consumentenbelangen in een AI-gedreven wereld;
  3. Zorgen dat consumenten ook bij aankopen via platforms buiten de EU kunnen rekenen op veilige consumentenproducten. Daarnaast zal de transitie naar een circulaire en duurzame economie ook gevolgen hebben voor het consumentenbeleid.

Versterking en herstel interne markt

Via een interne-marktactieagenda voor de kabinetsperiode wordt ingezet op het wegnemen van belemmeringen met concrete stappen (o.a. via de Europese Taskforce interne-markthandhaving/SMET), het verbeteren van de toepassing van interne-marktregels en het versterken van de weerbaarheid van de interne markt. Positief is dat de Europese Commissie de interne markt wil versterken en hiervoor in 2020 een TaskForce (SMET) heeft opgericht. Nederland neemt daaraan deel. Diverse verwachte Europese wetsvoorstellen zullen de interne markt verbeteren, zoals het interne-marktnoodinstrument (Single Market Emergency Instrument).

Beïnvloeding standaardisatiestrategie

Begin 2022 heeft de Europese Commissie een pakket uitgebracht op het terrein van normalisatie met onder andere een normalisatiestrategie. De normalisatiestrategie legt de nadruk op een betere afstemming tussen normalisatie en Europa’s beleidsprioriteiten (bijvoorbeeld de groene en digitale transities), alsmede het belang van normalisatie voor Europa’s concurrentievermogen. EZK zet zich richting Commissie en lidstaten in om een zo effectief mogelijke uitwerking van de strategie in de praktijk te verwezenlijken en een zo sterk mogelijke internationale positie voor Europese bedrijven te creëren door strategische inzet in het internationale normalisatiestelsel.

Digitale economie

Veel van de op het gebied van digitale economie genoemde beleidslijnen die eerder zijn ingezet zullen in 2023 en verder worden doorgezet. De belangrijkste nieuwe ontwikkelingen, intensiveringen en beleidswijzigingen zijn hieronder langs de genoemde prioriteiten van de digitale economie opgesomd.

Digitale innovatie en vaardigheden

In het coalitieakkoord staat dat het kabinet wil investeren in digitale innovatie en het versterken van digitale vaardigheden, o.a. via om- en bijscholing. Om deze ambities te realiseren zijn onder andere investeringsvoorstellen op het terrein van artificial intelligence (AI) en cloud-technologie (IPCEI Cloud Infrastructure and Services) in voorbereiding. Op het terrein van digitale vaardigheden is het kabinet voornemens best practices op het terrein van human capital op te schalen en zal via het Nationaal Groeifonds geïnvesteerd worden in onderwijsinnovaties, bijvoorbeeld via het Nationaal Onderwijslab AI. Op Europees niveau is de AI Act in voorbereiding die beoogt een Europese markt voor betrouwbare en innovatieve AI te creëren met risicogerichte voorwaarden voor markttoegang. Het kabinet stuurt de Kamer rond de zomer 2022 een reactie op het rapport «Opgave AI, de nieuwe systeemtechnologie» van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR).

Goedwerkende digitale markten en diensten

Met de Data Act heeft de Europese Commissie nieuwe wetgeving gelanceerd die belangrijke maatregelen bevat om de data-economie beter te laten werken voor consumenten en ondernemers.

Het vormgeven van slagvaardig toezicht voor de aangenomen Digital Services Act (‘DSA’), Digital Markets Act (‘DMA’) en aankomende EU-wetgeving zal ook in 2023 een belangrijk speerpunt zijn. Zo zorgt EZK voor de wetgeving voor toezicht op de DSA en voor voldoende capaciteit en toezichtmiddelen bij de nationale toezichthouder(s), waaronder in ieder geval de ACM. Samen met de toezichthouder(s) zal EZK aandacht geven aan het informeren van consumenten en bedrijven.

Digital Markets Act

De Digital Markets Act moet keuzevrijheid van consumenten en ondernemers verbeteren en concurrentie op digitale markten vergroten. EZK zal in het verloop van 2022 en in 2023 aandacht houden voor de macht van grote platforms, en daartoe onder andere implementatiewetgeving maken voor de DMA voor voldoende capaciteit en toezichtmiddelen bij de nationale toezichthouder (ACM). Samen met de toezichthouder wordt een voorlichtingstraject voor bedrijven uitgerold. Ook zal het wetsvoorstel Platform to Business door beide Kamers geleiden worden en onderzocht of verdere nationale wet- of regelgeving noodzakelijk is. (Kamerstuk 22 112, nr 3049, Kamerstuk 21 501-30, nr. 542, Kamerstuk 21 501-30, nr. 544).

Een veilige, hoogwaardige en betrouwbare digitale infrastructuur

In lijn met de ambitie in het coalitieakkoord zet het kabinet zich ervoor in dat Nederland het digitale knooppunt van wereldklasse in Europa blijft en robuust, supersnel en veilig internet krijgt in alle delen van het land. Het kabinet start een verkenning waarin de visie op de digitale infrastructuur wordt uitgewerkt. Om de mobiele connectiviteit op niveau te houden wordt naar verwachting eind 2023 de 3,5 GHz-band voor landelijke mobiele communicatie beschikbaar gesteld, vooraf gegaan door een veiling. Daarnaast vindt in 2023 de Wereld Radio Conferentie van de VN plaats, waarin frequentiebanden op internationaal niveau kunnen worden herbestemd. Om de uitrol van verbeterde (vaste en mobiele) digitale infrastructuren zo soepel mogelijk te laten verlopen worden gemeenten ondersteund. De ondersteuning van gemeenten wordt verder verstevigd. Zo zal EZK in 2023 verder werken aan de transparantie en harmonisatie van lokaal beleid om een soepele uitrol te bevorderen. Ook wordt gewerkt aan het verder verbeteren van de mobiele bereikbaarheid van het alarmnummer 1-1-2.

Om onze digitale infrastructuur veilig te houden zal de implementatie van de nieuwe Netwerk en Informatiebeveiliging Richtlijn (NIB) extra inspanningen vergen als onderdeel van het Rijksbrede programma versterking aanpak vitaal. Daarvoor is in 2023 € 3,54 mln, in 2024 € 6,05 mln en in 2025 en 2026 € 5,05 mln in de EZK-begroting opgenomen. Vanaf 2027 is er structureel € 6,07 mln beschikbaar uit het instrument cybersecurity.

Cybersecurity

Op basis van het coalitieakkoord is in 2023 € 6,6 mln aanvullend beschikbaar voor de EZK-inzet op cybersecurity. Dit bedrag loopt op tot € 16,1 mln structureel vanaf 2027. Hiermee zal onder andere de dienstverlening van DTC informatiedienst verder worden uitgebouwd, geprofessionaliseerd en waar mogelijk geautomatiseerd. Dit is een service om individuele bedrijven te waarschuwen voor concrete risico’s en dreigingen waar de overheid weet van heeft. Daarnaast zal het netwerk van samenwerkingsverbanden van bedrijven kwantitatief en kwalitatief worden versterkt, waardoor het landelijk dekkend stelsel voor cybersecurity zich verder kan ontwikkelen. Het streven is om eind 2023 50 samenwerkingsverbanden van bedrijven te hebben, met een regionale, thematische of sectorale insteek. Het uiteindelijke doel is dat elk bedrijf in zijn omgeving een aanspreekpunt heeft voor informatie en advies over veilig digitaal ondernemen. Voor de digitale dienstverleners zoals clouddiensten en online-marktplaatsen wordt de informatievoorziening van het Computer Security Incident Response Team (CSIRT) in 2023 verder uitgebouwd. Het Digital Trust Center, het Nationaal Cybersecurity Center en het CSIRT-DSP hebben de wens te komen tot verdergaande samenwerking in de uitvoering van informatiedeling en verhogen van cyberweerbaarheid. Een verkenning naar de mogelijkheden voor verdergaande samenwerking is in het voorjaar van 2022 afgerond. Deze verkenning heeft een positief beeld van de mogelijkheden gegeven. De verdergaande samenwerking wordt nu verder uitgewerkt in een programmaplan. De Tweede Kamer wordt in de tweede helft van 2022 over de uitkomsten van de verkenning en de follow-up geïnformeerd.

Verder worden deze middelen ingezet voor beleidsintensiveringen op een aantal thema’s. Zo maakt Nederland zich in de EU sterk voor een wettelijke cybersecurity zorgplicht voor fabrikanten en leveranciers van alle ICT-producten en diensten in de hele productlevenscyclus in de Cyber Resilience Act. Om consumenten bewust te maken van digitale risico’s en hen te stimuleren om beschermingsmaatregelen te nemen, zullen publiekscampagnes worden uitgevoerd zoals ‘Doe je updates’. Cybersecurity kennis en innovatie wordt gestimuleerd door middel van het publiek-private samenwerkingsplatform dcypher.

Regulation on Foreign Subsidies

Bij de economische relatie met derde landen (buiten de EU) speelt - naast de nationale veiligheid - het behoud van een eerlijk speelveld een belangrijke rol. Daarbij draait het onder andere om het tegengaan van oneerlijke concurrentie en van verstorende effecten op de interne markt door subsidies van derde landen. Er lopen diverse Europese trajecten om de genoemde problemen en risico’s aan te pakken, zoals de ontwerpverordening rondom marktverstorende subsidie van derde landen. Het Nederlandse standpunt is in de onderhandelingen uitgedragen en verder uitgewerkt ten behoeve van wetgeving door de Europese Commissie. Inmiddels is de tekst op hoogambtelijk niveau binnen de Raad geaccordeerd en zijn de trilogen informeel gestart. Het is de verwachting dat de onderhandelingen met het Europees Parlement nog in 2022 worden afgerond, waarna de implementatie van de verordening snel kan worden opgepakt. (Kamerstuk 22 112, nr. 3133 en Kamerstuk 21 501-30, nr. 470)

Herziening EU mededingingskader

De Commissie herziet momenteel diverse regelgeving onder het mededingingskader, onder andere m.b.t. marktafbakening, concentratietoezicht en horizontale en verticale groepsvrijstellingen. Het kabinet zal ook in 2023 in de gaten houden of de uitwerking van de herzieningstrajecten aansluit op de wensen van het kabinet en waar nodig en mogelijk trachten de Europese besluitvorming dienaangaande te beïnvloeden. (Kamerstuk 22 112, nr. 3277).

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 258.213 494.808 304.412 286.949 283.120 278.002 324.720
Uitgaven 260.227 306.452 340.794 354.582 330.995 312.771 294.329
Subsidies (regelingen) 3.625 26.853 66.272 76.728 57.660 44.156 20.096
Cyber security 677 832 534 196 39
Subsidiemaatregel telecom Caribisch Nederland 2.890 3.600 3.500 3.500 3.500 3.500 3.500
EU-cofinanciering Digital Europe 2.857 26.800 15.000 9.000 5.500 5.000
Beter aanbesteden 58 504
NGF - project AiNed 13.600 29.800 52.000 38.700 21.400 5.000
NGF - project Nationaal Onderwijslab 5.460 5.638 6.032 6.421 13.756 6.596
Opdrachten 28.978 22.794 32.898 37.279 36.585 34.796 37.449
Onderzoek&opdrachten 2.040 2.352 2.280 2.349 2.060 2.060 1.893
Beleidsvoorbereiding en evaluaties Veiligheid en Frequenties 5.413 5.534 5.681 4.728 4.588 4.649 5.669
Digital trust centre 356 2.959 3.941 6.779 6.936 6.975 7.875
Cyber security 689 2.385 8.823 11.250 11.610 11.728 12.628
ICT beleid 5.673 6.855 7.593 7.593 8.344 8.344 8.344
Terugbetaling boetes ACM 14.228
CSIRT - DSP 312 1.040 1.040 1.040 1.040 1.040
Nationaal Groeifonds 579 2018 2007 2007 2.007
Vervolgprogramma beter aanbesteden 379 1.533 1.533
Bijdrage aan agentschappen 47.694 52.491 54.734 54.029 51.829 49.522 50.422
Bijdrage RVO.nl 14.626 15.228 13.332 13.297 13.147 10.840 10.940
Bijdrage Agentschap Telecom 33.068 37.263 41.402 40.732 38.682 38.682 39.482
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 176.184 200.089 182.702 182.358 180.719 180.095 182.160
Bijdrage Metrologie 15.980 11.565 11.565 11.565 11.565 11.565 11.565
Raad voor de Accreditatie 274 1.103 1.060 1.028 1.001 288 288
Bijdrage ACM 670 802 802 802 802 802 802
Bijdrage aan het CBS 159.260 186.619 169.275 168.963 167.351 167.440 169.505
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 3.746 4.225 4.188 4.188 4.202 4.202 4.202
Bijdrage Nederlands Normalisatie Instituut 1.187 1.263 1.239 1.239 1.239 1.239 1.239
Bijdrage aan internationale organisaties 2.559 2.962 2.949 2.949 2.963 2.963 2.963
Ontvangsten 428.677 65.350 31.934 31.934 31.934 31.934 31.934
Ontvangsten ACM 163 162 162 162 162 162 162
Ontvangsten High Trust 6.846 63.616 30.200 30.200 30.200 30.200 30.200
Diverse ontvangsten 421.668 1.572 1.572 1.572 1.572 1.572 1.572
Verplichtingen 258.213 494.808 304.412 286.949 283.120 278.002 324.720
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen 258.213 494.808 304.412 286.949 283.120 278.002 324.720

Geschatte budgetflexibiliteit

Bestuurlijk gebonden 33,6%
Beleidsmatig gereserveerd 1,8%
Nog niet ingevuld/vrij te besteden 0,1%

Juridisch verplicht

  1. Subsidies (regelingen): Cyber security (Cyberweerbaarheid) en Beter Aanbesteden.
  2. Opdrachten: Een aantal opdrachten is reeds voor meerdere jaren aangegaan en dus juridisch verplicht. Dit geldt voor o.a. de regeling voor doven en slechthorenden.
  3. Bijdragen aan agentschappen: De opdrachten worden voorafgaand aan het begrotingsjaar verstrekt en zijn daarmee 100% juridisch verplicht.
  4. Bijdragen aan ZBO's en RWT's: Deze zijn juridisch verplicht, aangezien het wettelijke taken betreft.
  5. Bijdragen aan Internationale Organisaties: Deze zijn 100% verplicht.

Bestuurlijk gebonden

  1. Betreft subsidies in het kader van EU-cofinanciering Digital Europe en het Nationaal Groeifonds.

Beleidsmatig gereserveerd

  1. Overige beschikbare budgetten waarover beleid momenteel in gesprek is met interne en externe organisaties en voor een groot deel voortkomen uit het Regeerakkoord.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Subsidies

Cyberweerbaarheid 

Naast de activiteiten van het Digital Trust Center wordt subsidie verstrekt aan groepen van bedrijven in niet-vitale sectoren die op cybersecurity-terrein willen samenwerken. De uitvoering van de regeling ligt bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Telecom Caribisch Nederland

Gegeven het feit dat de vaste lasten van essentiële diensten, zoals telecommunicatie en meer specifiek vast internet, op Caribisch Nederland relatief hoog zijn en deze diensten in een moeilijke tijd zoals tijdens Covid-19 meer dan ooit nodig waren (homeschooling, thuiswerken), heeft het kabinet in 2020 maatregelen genomen om de kosten van deze diensten te verlagen. Deze maatregel is in 2021 en 2022 voortgezet met 25 USD per aansluiting per maand voor Bonaire en 35 USD USD per aansluiting per maand voor Saba en Sint Eustatius om de kosten van een vaste internetverbinding te verlagen. Omdat de prijzen voor vast internet op de bovenwindse eilanden hoger zijn, is gekozen voor een hogere subsidie op deze eilanden. Om de tarieven voor de langere termijn omlaag te brengen blijft deze subsidie nodig. Daarom wordt de huidige subsidie structureel voortgezet. Hiervoor is in totaal € 3,5 mln per jaar nodig (vanuit de CN-envelop in het coalitieakkoord € 2,25 mln, vanuit de EZK-begroting € 1,25 mln).

EU- cofinanciering Digital Europe

Het Digital Europe Programme (DEP) is een programma binnen het MFK (Meerjarig Financieel Kader van de EU) om het innovatie- en concurrentievermogen van de EU te verhogen en de strategische digitale capaciteiten te versterken. Dit is aanvullend op het Horizon Europe Programma, dat zich meer richt op onderzoek en innovatie. De voorgestelde prioriteiten binnen het programma zijn onder meer: artificiële intelligentie, cybersecurity en vertrouwen, digitale vaardigheden voor gevorderden en European Digital Innovation Hubs.

Subsidieregeling Beter Aanbesteden

Gemeenten, MKB-ondernemers, brancheorganisaties en ondernemersverenigingen die de aanbestedingspraktijk in hun regio of branche willen verbeteren, kunnen hiervoor subsidie aanvragen. De subsidie wordt verstrekt voor projecten die knelpunten rondom aanbesteden oplossen. Dit wordt bereikt door het bevorderen van de dialoog en de samenwerking tussen publieke opdrachtgevers en ondernemers, door het verhogen van de relevante kennis over aanbesteden of door het bevorderen van de toepassing van relevante kennis, methodieken en instrumenten. Het gaat om een subsidie van in totaal 400.000 euro en maximaal 25.000 euro per aanvrager. De regeling maakt deel uit van het programma Beter Aanbesteden.

NGF-project AiNed

AiNed is een investeringsprogramma om het potentieel van artificiële intelligentie (AI) voor de Nederlandse economie en samenleving te benutten. Voor fase 1 van AiNed (€ 44 mln) worden in 2022 o.a. projecten toegekend op basis van een AI compartiment binnen de EU Key Digital Technologies (KDT) call. Ook is een call in voorbereiding om in 2023 AI-onderzoekslabs te ondersteunen voor het ontwikkelen en toepassen van mensgerichte AI. Voor kennisdeling tussen de labs is een netwerkproject gestart.
De voorbereiding van fase 2 van AiNed (€ 116,5 mln) is voortvarend opgepakt. Zo komt er in 2023 een call voor het onderdeel Applied AI Learning Communities om MKB-bedrijven te helpen bij AI-vraagstukken met ondersteuning van MBO, HBO en universiteiten. Medio 2022 start een pilotprogramma ter voorbereiding van die call. Ook is in 2022 een AI-call uitgevoerd binnen de MIT-regeling voor R&D-samenwerkingsprojecten met MKB-bedrijven, waarvan de ervaring wordt meegenomen bij een call in 2023. Begin 2023 wordt een voorstel gedaan om een reeds voorwaardelijk toegekende reeks van € 44 mln, onvoorwaardelijk toegekend te krijgen.

NGF-project Nationaal Onderwijslab

Het voorstel Nationaal Onderwijslab AI (NOLAI) investeert in de ontwikkeling van intelligente onderwijsinnovaties die gericht zijn op de verbetering van de kwaliteit van het primair en voortgezet onderwijs. Ook zal het NOLAI inzichtelijk maken wat de pedagogische, maatschappelijke en sociale consequenties van digitale onderwijsinnovaties zijn. Het NOLAI zal uit twee onderdelen bestaan: 1) Co-creatieprogramma: in co-creatie met PO- en VO-scholen, wetenschappers en het bedrijfsleven ontwikkelen van intelligente educatieve technologieën en 2) Wetenschappelijk en Teachers in Residence programma brengt het brede perspectief op kansen en risico’s van intelligente educatieve technologieën, met borging van publieke waarden en human-centric AI. Het NOLAI zal van start gaan met de eerste co-creatieprojecten vanaf september 2022. De eerste resultaten worden in 2023 verwacht. Per jaar is er ruimte voor ongeveer 16 co-creatieprojecten.

Opdrachten

Onderzoek en opdrachten

Dit betreft onderzoeksopdrachten die dienen ter ondersteuning van het beleid op het gebied van onder andere marktordening, mededinging, consumenten, aanbestedingen, Europese zaken en strategie en telecom.

Beleidsvoorbereiding en evaluaties Veiligheid en Frequenties

Dit betreft opdrachten die gericht zijn op het verdelen van frequentiebanden, lokaal beleid endigitale connectiviteit, straling en gezondheid, programma omroep, regulering telecommarkt/telecomcode nummerbeleid, Digital Service Act en opdrachten die gericht zijn op een robuuste en betrouwbare digitale communicatie-infrastructuur die weerbaar is tegen diverse dreigingen voor de nationale veiligheid. Hieronder vallen sabotage of verstoring van vitale infrastructuur, weglekken van sensitieve technologie en kennis, en het ontstaan van ongewenste strategische afhankelijkheden binnen vitale infrastructuur of sensitieve technologie waarmee Nederland politiek onder druk kan worden gezet.

Cyber security

Dit betreft opdrachten en subsidies voor o.a. de publiekscampagne ‘Doe je updates’.; de implementatie van de nieuwe Europese richtlijn voor Netwerk- en Informatiebeveiliging (NIB) als onderdeel van het Rijksbrede programma versterking aanpak vitaal; het versterken van inzet op Europese wet- en regelgeving, certificering en toezichtstaken en de werkzaamheden rondom het publiek-private platform Dcypher.

ICT-beleid

Aantal werkzaamheden bestaan uit het doen van concrete kennis- en innovatie calls, die voortvloeien vanuit de Kennis- en Innovatie Agenda. Deze innovatie en onderzoekscalls zullen mede worden vormgegeven door de (vak)departementen. Het in te zetten instrumentarium, zal onder meer bestaan uit calls in samenwerking met NWO, versterken specifieke kennisvragen met SMO (Samenwerkingsmiddelen Onderzoek) programmering van TNO en het (mede) ontwikkelen van instrumenten ten behoeve van een technology transfer facility.

Digital Trust Center (DTC)

Het DTC is er om het «niet-vitale bedrijfsleven» beter in staat te stellen hun eigen cyberweerbaarheid te organiseren. De middelen worden o.a. gebruikt voor de ontwikkeling van een online platform, kennisopbouw over cyberrisico's en kennisdeling met de doelgroep niet-vitaal bedrijfsleven.

CSIRT (Computer Security Incident Response Team)

CSIRT is een gespecialiseerd team van professionals die snel kunnen handelen bij een beveiligingsincident met computers of netwerk. CSIRT geeft, naast het nemen van maatregelen, advies bij incidenten en zorgt voor het opsporen en anlayseren van dreigingen. CSIRT gaat de informatievoorziening voor o.a. clouddiensten en online-marktplaatsen verder vormgeven en zal kennis- en innovatie calls die uit de Kennis- en Innovatie Agenda voortvloeien voor zijn rekening nemen.

Opdracht- en onderzoeksbudget Nationaal Groeifonds

Dit betreft het budget voor de ondersteuning van de Adviescommissie Nationaal Groeifonds. Hieronder vallen de onkostenvergoedingen van de commissieleden en inhuur van expertise ter ondersteuning van en communicatie ten behoeve van de adviescommissie.

Vervolg Programma Beter Aanbesteden

Samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en VNO-NCW/MKB-Nederland heeft EZK gewerkt aan het vervolgprogramma Beter Aanbesteden. Dit programma zal zorgen voor verbeteringen in de aanbestedingspraktijk door dialoog tussen overheden en ondernemers. Het programma levert een bijdrage aan de herstelagenda om sterker uit de coronacrisis te komen. Het programma is in 2021 gestart en heeft een looptijd van vier jaar.

Bijdrage aan agentschappen

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

RVO.nl is de uitvoerende dienst van het Ministerie van EZK en is onder meer verantwoordelijk voor de voorlichting van ondernemers over de aanbestedingsregelgeving. Hieronder vallen ook de taken van PIANOo als expertisecentrum voor aanbestedende diensten en het daarbij behorende TenderNed, het systeem voor het elektronisch aanbesteden, en werkzaamheden voor het vervolgprogramma Beter Aanbesteden.

Agentschap Telecom

Agentschap Telecom draagt onder meer zorg voor de toelating tot het spectrum en ziet toe op het juiste gebruik daarvan. De voornaamste uitvoeringstaken zijn voorlichting in het kader van het antennebeleid, juridische procedures en een bijdrage voor werkzaamheden in het kader van vergunningvrije toepassingen. De toezichtstaken hebben betrekking op onder meer toezicht ondergrondse netten (WIBON), Metrologiewet, Waarborgwet, bevoegd aftappen en dataretentie, en de Cybersecuritywet voor netwerkbeveiliging en informatiebeveiliging (NIB-richtlijn). Ook voert Agentschap Telecom het toezicht uit op vertrouwensdiensten die onder de Europese eIDAS-Verordening vallen. Op 28 juni 2021 is de Europese Verordening Cyber Security Act (CSA) geimplementeerd, waarvoor Agentschap Telecom de taken als nationale autoriteit uitvoert.

Bijdrage aan ZBO's/ RWT's

Metrologie

Met de Metrologiewet worden nationale meetstandaarden beschikbaar gesteld, die de basis vormen voor een internationaal herleidbare metrologische infrastructuur. Het gebruik van gecontroleerde meetinstrumenten bij het leveren van goederen draagt onder andere bij aan eerlijke handel- en consumentenbescherming. VSL B.V. is het nationaal metrologisch instituut (NMI) van Nederland. VSL B.V. ontwikkelt, beheert en onderhoudt de nationale meetstandaarden in opdracht van EZK op basis van een overeenkomst voor onbepaalde tijd.

Raad voor Accreditatie (RvA)

De RvA is een ZBO dat controleert of een keuringsinstantie, certificeringsinstantie, inspectie-instantie of een laboratorium aan de accreditatienormen voldoet. De taken van de RvA zijn vastgelegd in de Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie. De RvA ontvangt jaarlijks een bijdrage van de Staat voor Europese en internationale activiteiten die relevant zijn voor de accreditatiesector als geheel.

Autoriteit Consument en Markt (ACM)

De ACM is belast met wettelijke taken op het gebied van het generieke mededingingstoezicht (Mededingingswet), generieke consumentenbescherming (Wet handhaving consumentenbescherming), de regulering van de telecommarkt en het sectorspecifieke markttoezicht in de sectoren energie, telecommunicatie, post en vervoer. De apparaatsuitgaven van de ACM zijn geraamd op artikel 40 van de EZK-begroting, net als de kosten van de ACM die worden doorbelast naar marktorganisaties die onder het ACM-toezicht vallen. Het bedrag op artikel 1 betreft de geraamde kosten van de leden van het bestuur van de ACM.

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)

Het CBS is opgericht vanuit de behoefte aan onafhankelijke, betrouwbare informatie om maatschappelijke vraagstukken te begrijpen. Het CBS heeft als onafhankelijk kennisinstituut dan ook tot taak het publiceren van betrouwbare en samenhangende statistische informatie, waardoor becijferde maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden. Het werkterrein van het CBS omvat onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Informatie over het CBS en Caribisch Nederland treft u onder meer aan op Statline, de databank van het CBS. Voor Caribisch Nederland maakt het CBS statistieken over tal van onderwerpen.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Nederlands Normalisatie Instituut (NEN)

NEN ontvangt een bijdrage van de Staat voor het uitvoeren van werkzaamheden die voortvloeien uit de Europese verordening voor normalisatie (Verordening (EU) Nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012) en de Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen die over het geven van informatie over normen gaat. Tevens is de bijdrage bedoeld voor het informeren van Nederlandse belanghebbenden over initiatieven van de Europese en mondiale normalisatie-instellingen. Daarnaast gebruikt het NEN de bijdrage voor een deel van de contributies die het NEN is verschuldigd aan de Europese en mondiale normalisatie-instellingen en voor de controle op actualiteit van verwijzingen naar normen in regelgeving en kennisgeving aan ministeries indien verwezen wordt naar ingetrokken normen.

Internationale organisaties

Dit betreft bijdragen aan:

  1. Universal Postal Union (UPU): een internationale organisatie die de verschillende postovergangen tussen UPU-lidstaten controleert. Elke lidstaat gaat dan ook akkoord met de regels voor het internationaal postverkeer. Het is formeel een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties. De UPU speelt een belangrijke rol in het optimaliseren van postdiensten. De hoofddoelen van de UPU zijn de promotie van het mondiale postverkeer, toename van het aantal verwerkte poststukken door te voorzien in moderne producten en diensten, en een hoge servicekwaliteit voor de consument.
  2. International Telecommunication Union (ITU): binnen de ITU worden internationale afspraken gemaakt over wereldwijde toewijzing van radiofrequenties aan categorieën van diensten en over de toewijzing van (schaarse) ruimteposities aan satellietsystemen.
  3. European Conference of Postal and Telecommunications Administrations (CEPT): De inzet in de UPU en ITU wordt regionaal voorbereid, voor landen in Europa is daarvoor CEPT het aangewezen kanaal. EZK draagt jaarlijks bij aan de kosten van ERO (het permanente ondersteunende bureau van CEPT in Kopenhagen).
  4. Internationale organisaties metrologie. Dit betreft bijdragen aan Organisation Internationale de Métrologie Légale (OIML), WELMEC en Bureau International des Poids et Mesures (BIPM). De bijdragen liggen vast in internationale verdragen.
  5. EZK doneert jaarlijks een bedrag aan het secretariaat van het Internet Governance Forum (IGF). Dit forum is voortgekomen uit de VN-top World Summit on Information Society in 2005.
  6. Global Partnership on Artificial Intelligence (GPAI) Secretariat, een jaarlijkse bijdrage aan OECD.

Toelichting op de ontvangsten

High Trust

Deze ontvangsten hebben betrekking op boetes die toezichthouders van EZK opleggen en waar – in het kader van het zogenaamde High Trust-beleid – een meerjarige raming voor wordt aangehouden. Verreweg het grootste deel van de ontvangsten betreft boetes die opgelegd worden door de ACM.

Extracomptabele fiscale regelingen

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, is er een fiscale regeling die betrekking heeft op dit beleidsterrein. Het betreft de btw-vrijstelling voor post. Voor een beschrijving van de regeling, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota "Toelichting op de Fiscale regelingen".

Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

A. Algemene doelstelling

Met het bedrijvenbeleid zorgt EZK ervoor dat bedrijven hun bijdrage kunnen leveren aan duurzame en inclusieve welvaartsgroei: een gezond en maatschappelijk betrokken bedrijfsleven dat oog heeft voor de individuele en maatschappelijke belangen van bedrijven èn burgers. EZK doet dat vanuit het publieke belang, met maatschappelijke impact en in samenwerking met (netwerken van) bedrijven, kennisinstellingen, overheden en maatschappelijke organisaties: maatschappelijk betrokken, resultaatgericht en professioneel.

Bedrijven spelen een belangrijke rol bij het voorzien in de basisbehoeften, de materiële welvaart en de maatschappelijke vooruitgang waarop onze samenleving drijft: voedsel, medische hulpmiddelen, huizen, werk, inkomen, ontplooiingsmogelijkheden, mobiliteit, connectiviteit, energie, veiligheid, ontspanningsmogelijkheden in de vrije tijd en digitale diensten, maar ook met zonnepanelen, windmolens, energiebesparingsmogelijkheden, de ontwikkeling van alternatieve energiebronnen zoals waterstof en ook het realiseren van maatschappelijke vernieuwing door toepassingen te ontwikkelen van nieuwe sleuteltechnologieën. Ze dragen op deze manier wezenlijk bij aan de kwaliteit van ons bestaan.

Bedrijven vervullen een sleutelrol in onze samenleving. Als de maatschappelijke ontwikkelingen van de afgelopen tijd één ding duidelijk hebben gemaakt, dan is het wel de kwetsbaarheid van onze manier van leven en werken. Gezondheid, de beschikbaarheid van voldoende zorg, inkomen, werk of winstgevende bedrijvigheid en zelfs onze energievoorziening zijn niet vanzelfsprekend. Goed functionerende bedrijven hebben naast werk en inkomen ook een maatschappelijke functie, waardoor werknemers zich gewaardeerd en betrokken voelen. Ze kunnen zich bovendien via opleidingen en cursussen verder ontwikkelen. Daarnaast hebben bedrijven een maatschappelijke verantwoordelijkheid om de negatieve gevolgen van hun economische activiteiten te beperken. Denk hierbij aan gevolgen voor onze leefomgeving en samenleving. Zo dragen bedrijven bij aan maatschappelijk verantwoorde en CO2-arme producten, eerlijke prijzen, goede lonen en pensioenvoorzieningen. Bovendien komen bedrijven met nieuwe producten en technologieën die inspelen op de grote maatschappelijke vraagstukken van deze tijd, zoals de energietransitie, verduurzaming van de industrie en digitalisering. De overheid stelt daarbij de ambities, normen en randvoorwaarden vast, reguleert en zorgt voor adequate wetgeving en voor ondersteunende publieke voorzieningen (zoals een infrastructuur die verduurzaming mogelijk maakt); en ze stimuleert gedrag dat bijdraagt aan de maatschappelijk gewenste uitkomsten.

Door innovatie te bevorderen en uitmuntende voorwaarden voor succesvol ondernemerschap te realiseren, draagt het bedrijvenbeleid bij aan onze welvaartsgroei door economische vooruitgang op een evenwichtige wijze te combineren met materiële welvaart en een hoge kwaliteit van onze leefsituatie; zodat Nederland ook internationaal aantrekkelijk blijft om in te wonen, te werken, te ontspannen en te leven.

Het speelveld strekt zich daarbij uit buiten de grenzen van de «bedrijfspoort». Samenwerking tussen grote internationaal opererende ondernemingen en het midden- en kleinbedrijf inclusief startups en scale-ups is essentieel voor het ondernemerssucces. Ook internationale samenwerking is onmisbaar voor een open economie als de onze. Strategische samenwerking tussen bedrijven, (hoge) scholen en wetenschap is belangrijk omdat de wetenschap en de (hoge) scholen fundamentele ideeën en ontwikkelcapaciteit bieden, en het bedrijfsleven de mogelijkheden ziet waar nieuwe technologieën kunnen worden toegepast in nieuwe producten of productieprocessen. Deze samenwerking is ook belangrijk op het terrein van de maatschappelijke uitdagingen zoals fossielarm energiegebruik, gezondheid, hybride werken en veiligheid. Door ruimte te geven aan ondernemende geesten ontstaan kansen voor bestaande en nieuwe bedrijven. Dat gebeurt in partnerschap tussen Rijk, regionale overheden, Europa en met bilaterale internationale samenwerking.

Nederland behoort tot de mondiale top van de meest dynamische en concurrerende kenniseconomieën in de wereld en is ook één van de landen met de hoogste arbeidsproductiviteit ter wereld. Het kabinet zet er met het bedrijvenbeleid op in deze toppositie te behouden en verder te versterken en onze welvaart duurzaam veilig te stellen voor de toekomstige generaties in een wereld die sterk in beweging is. Tegelijkertijd maakt onze kenniseconomie Nederland ook tot een aantrekkelijk doelwit voor landen die kennis en technologie willen vergaren ten gunste van hun eigen (technologische) positie. Dit vraagt om een aanpak die deze risico’s adequaat ondervangt en om een offensieve innovatie- en ondernemersstrategie die zich niet alleen richt op materiële welvaart, maar ook via transities bijdraagt aan bijvoorbeeld klimaat, duurzaamheid, veiligheid, gezondheid, voedselkwaliteit en een uitdagende werkomgeving.

Om deze economische kracht te behouden en te versterken heeft het kabinet Rutte 4 ingezet op het realiseren van de volgende drie strategische doelen op terrein van bedrijfsleven & innovatie:

  1. Het stimuleren van innovatie met een grote impact op de economische en maatschappelijke vooruitgang en voortbouwend op de sterktes van de Nederlandse ecosystemen.
  2. Een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door het waarborgen van een uitmuntend ondernemings- en vestigingsklimaat met optimale randvoorwaarden voor succesvol ondernemerschap.
  3. Het faciliteren van de transitie naar een klimaatneutrale, circulaire en inclusieve economie.

1) Het stimuleren van innovatie met een grote impact op de economische en maatschappelijke vooruitgang en voortbouwend op de sterktes van de Nederlandse ecosystemen

Innovatie is één van de belangrijkste bronnen voor economische groei, welvaart en vooruitgang op tal van maatschappelijke terreinen. Succesvolle innovaties creëren niet alleen toegevoegde waarde, maar bieden ook (deel)oplossingen voor de maatschappelijke vraagstukken, onder meer op de terreinen «Energietransitie en Duurzaamheid», «Landbouw, Water en Voedsel», «Gezondheid en Zorg» en «Veiligheid». Om bedrijven aan te zetten tot innovatie, stimuleert en financiert de overheid onderzoek en ontwikkeling (R&D) bij publieke kennisinstellingen en bedrijven. Dat gebeurt met generiek beleid gericht op innovatie in het bedrijfsleven en met missiegedreven innovatiebeleid dat zich richt op het adresseren van maatschappelijke uitdagingen en sterktes in sleuteltechnologieën. Verder draagt Nederland bij aan internationale ruimtevaartprogramma’s, die maatschappelijke doelen dienen en daarnaast ook innovatieve bedrijvigheid in Nederland bevorderen, onder andere via opdrachten aan Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen ter realisatie van ruimtevaartprogramma’s.

Het kabinet Rutte 4 streeft naar verhoging van de R&D-uitgaven in Nederland. Sinds 2011 geldt de in Europees verband vastgelegde Nederlandse ambitie om een R&D-intensiteit van 2,5% van het BBP te realiseren (Kamerstuk 21 501-20, nr. 531). Investeren in R&D is echter geen doel in zichzelf, maar vormt één van de fundamenten voor het innovatief vermogen van een land, naast een goed ondernemingsklimaat, een goede kennisinfrastructuur, kennissamenwerking, een goed werkende financieringsmarkt (zie hiervoor ook beleidsartikel 3 van deze begroting) en het beschikbaar zijn van bekwaam personeel. Binnen het innovatiebeleid verdienen ook specifiek aandacht: valorisatie van kennis bij publieke instellingen, het vergroten van innovatieve toepassingen door effectieve samenwerking in innovatie-ecosystemen, het integraal ondersteunen van startups en scale-ups en het realiseren van een excellent toepassingsgericht kennisstelsel gericht op maatschappelijke en economische vooruitgang. Nederland probeert bovendien R&D-investeringen te richten op het vinden van oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen middels het Missiegedreven Innovatiebeleid.

Met het Missiegedreven Innovatiebeleid worden R&D-investeringen van publieke en private partijen gericht op het vinden van oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. Dat gebeurt mede met behulp van ontwikkeling van sleuteltechnologieën, die een belangrijke rol vervullen bij het adresseren van maatschappelijke uitdagingen. Met de uitvoering van het Kennis en Innovatieconvenant 2020-2023 wordt invulling gegeven aan dit beleid door bedrijven, kennisinstellingen en overheidspartijen (Kamerstuk 33 009, nr. 102). Het kabinet verkent mogelijkheden om het missiegedreven innovatiebeleid in het bijzonder te richten op de grote transities waar Nederland voor staat, met name waar het gaat om klimaat/energie, digitalisering en circulaire economie.

In 2020 heeft het kabinet Rutte 3 het Nationaal Groeifonds (NGF) opgericht om daarmee vanaf 2021 € 20 mld aan (publieke) investeringen te doen in R&D en innovatie, infrastructuur en kennisontwikkeling (Kamerstuk 35 300, nr. 83). In het Coalitieakkoord zijn de middelen herverdeeld, waarbij de middelen voor de pijler ‘R&D en innovatie’ en Kennisontwikkeling binnen het Nationaal Groeifonds met € 6,7 mld zijn verhoogd (in totaliteit over de periode t/m 2028). Hiervan is de helft begroot voor de pijler R&D en innovatie (Kamerstuk 35 925, nr. 143). De pijler infrastructuur is overgeheveld naar het Mobiliteitsfonds. Het NGF heeft ook als doel om via publieke investeringen op deze investeringsgebieden extra private investeringen aan te moedigen. Het Coalitieakkoord voorziet verder in een fonds voor onderzoek en wetenschap ten bedrage van € 5 mld over een periode van 10 jaar. Dit betreft middelen die met name ten goede komen aan de financiering van onderzoek op de begroting van OCW. Op het beleidsterrein van EZK komt er uit het fonds € 500 mln over een periode van 10 jaar beschikbaar voor versterking van faciliteiten voor toegepast onderzoek. De middelen zijn bestemd voor onderzoeksfaciliteiten van TO2-instellingen en deels ook voor die van Rijkskennisinstellingen. Verder komt vanuit het genoemde fonds in totaal € 372 mln beschikbaar (over de periode 2022 t/m 2029) om de Nederlandse deelname aan Europese partnerschappen binnen Horizon Europe en aanpalende EU-onderzoeks- en innovatieprogramma’s te versterken. Met deze impuls wordt de samenwerking met Europa versterkt op strategische onderzoeks- en innovatiethema’s die een belangrijke bijdrage leveren aan de grote maatschappelijke en technologische uitdagingen van deze tijd, zoals op het gebied van chips, kwantum en klimaat.

In de landspecifieke aanbevelingen van de Europese Commissie voor Nederland in 2022-2023 wordt onder andere aanbevolen om meer overheidsinvesteringen te doen voor de groene en digitale transitie (COM(2022) 621 final). Extra investeringen vanuit het National Groeifonds in R&D en innovatie en de beschikbaarstelling van middelen vanuit het fonds voor onderzoek en innovatie voor versterking van faciliteiten voor toegepast onderzoek en voor versterking van Europese partnerschappen dragen bij aan extra overheidsinvesteringen voor de groene en digitale transitie en sluiten daarmee aan bij de landspecifieke aanbeveling. Daarnaast draagt met name het missiegedreven innovatiebeleid bij aan investeringen in de genoemde richtingen.

2) Een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door het waarborgen van een uitmuntend ondernemings- en vestigingsklimaat met optimale randvoorwaarden voor succesvol ondernemerschap

EZK stimuleert langs verschillende wegen een goed functionerend bedrijfsleven dat bestaat uit zowel grootbedrijf als mkb, uiteenlopend van kennisintensieve en multinationaal opererende ondernemers, maar ook startups, scale-ups en éénpitters. EZK helpt bij de vernieuwing met wetten en regels, zoals het beschermen van intellectueel eigendom, en het merkenrecht. Door oog te hebben voor veranderende machtsverhoudingen die vragen om een visie en regelgeving ten aanzien van het borgen van economische veiligheid en het delen van gegevens voor consumenten en bedrijven onderling. Bij het ontwikkelen van wet- en regelgeving is toetsing op werkbaarheid en uitvoerbaarheid bij mkb meer en meer de norm. EZK steunt opschaling en uitrol van nieuwe technologieën door standaardisatie en voorwaarden vast te leggen.

Daarbij vraagt deze tijd om groter te denken: de uitdagingen vragen vaak om oplossingen op een schaal waarbij tenminste Europees moet worden gedacht. Dat geldt onder meer op het terrein van economische veiligheid, het beschermen van vitale belangen in sectoren, het voorkomen van ongewenste strategische afhankelijkheid en het vrijwaren van spionage en sabotage. Voor de economische kansen geldt dat net zo goed: met de grootte van de uitdagingen, de Europese interne markt en de opkomst van mondiaal opererende bedrijven geldt eens te meer dat Nederlandse ondernemers en bedrijven hun vleugels uit moeten slaan en zich moeten willen en kunnen richten op grotere markten dan Nederland alleen. Op al deze terreinen zet het bedrijvenbeleid in op een Europese aanpak. Personeelstekorten vormen op dit moment een grote belemmering voor het realiseren van de transities op het gebied van klimaat en digitalisering. In samenwerking met OCW en SZW wordt op het wegnemen van de personeelstekorten door EZK stevig ingezet.

Ook de fysieke ruimte en een adequate ruimtelijke ordening voor bedrijven en transities zijn een voortdurend aandachtspunt. Hiervoor is vooral goede samenwerking tussen het Rijk en de regio vereist. De schaarste aan ontwikkelruimte, zowel fysiek als ook vanwege restricties vanwege stikstof, geluid en andere milieufactoren, vraagt een actievere rol van het Rijk in het samen met de regio’s zoeken naar slim ruimtegebruik en goede afstemming van belangen en behoeften.

3) Het faciliteren van de transitie naar een klimaatneutrale, circulaire en inclusieve economie

Eén van de prioritaire missies van het kabinet Rutte 4 betreft het klimaat en de verduurzaming van de industrie. Met de klimaatambities van het kabinet zal innovatie zich ook nadrukkelijk gaan richten op het realiseren van een CO2-arme en innovatieve industrie in 2050. De nationale doelstelling in het Regeerakkoord van Rutte 3 van 49% CO2-emissiereductie ten opzichte van 1990, vertaalde zich voor de industrie (inclusief de afvalverwerkende industrie) in het klimaatakkoord van 2019 in 14,3 Mton reductie in 2030 (plus 5,1 Mton bestaande maatregelen, samen 59% reductie ten opzichte van 1990). Door het coalitieakkoord van 15 december 2021 komt daar indicatief 5 tot 5,9 Mton reductie bij. Dit is onderdeel van een aanscherping van het CO2-emissiereductiedoel voor 2030 van ‒ 55% ten opzichte van 1990 voor alle klimaatsectoren, in navolging van de Europese Green Deal. In het ontwerp-Beleidsprogramma Klimaat (Kamerstuk 32813, nr. 1049) heeft het kabinet aangegeven met welke maatregelen zij uitvoering wil geven aan het coalitieakkoord. Zo werkt het kabinet onder meer aan het instellen van een Klimaatfonds, dat (deels) aan de verduurzaming van de industrie ten goede komt. In 2023 maakt het kabinet het Beleidsprogramma definitief en geeft zij aan wat de opgave per klimaatsector voor 2030 wordt, als tussenstap op weg naar klimaatneutraliteit (netto nul emissies) in 2050.

De tweede grote missie van het kabinet waarin de industrie een centrale rol vervult, betreft de circulaire economie. In 2050 moet de industrie circulair zijn en worden er geen fossiele grondstoffen meer gebruikt. De bijdrage die EZK levert aan de circulaire maakindustrie in het kader van het rijksbrede Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie 2019-2023 draagt hier mede aan bij. Het nieuwe kabinet Rutte 4 heeft de ambities en beleidsinspanning verder aangescherpt. Als randvoorwaarde wil het kabinet de concurrentiepositie van de industrie behouden en versterken. Verduurzaming biedt immers grote kansen voor bedrijven die voorop lopen in de transitie. De rijksoverheid heeft, via de eigen bedrijfsvoering, een voorbeeldrol in de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie.
Verder zorgt EZK ervoor dat bedrijven de economische en maatschappelijke kansen kunnen pakken die de digitalisering van de economie biedt (zie verder beleidsartikel 1 van deze begroting).

EZK creëert, samen met BZ, IenW en andere partijen, ook de condities voor een gezond en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven. Dat is een bedrijfsleven dat in staat is om winstgevend te zijn en zich voortdurend vernieuwt, met aandacht voor haar maatschappelijke impact en verantwoordelijkheden. Zo stimuleert EZK dat bedrijven transparant rapporteren over de impact van hun bedrijfsvoering en beleid op mens en milieu, ofwel hoe zij maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Sinds 2004 stellen wij hiervoor de Transparantiebenchmark op. Deze benchmark wordt eens in de twee jaar opgesteld en is een onderzoek naar de transparantie van de MVO-verslaglegging door de circa 500 grootste Nederlandse bedrijven. Hierdoor leren deelnemers over de criteria voor maatschappelijke verslaggeving en krijgen zij inzicht in verbetermogelijkheden en hoe zij scoren in vergelijking met andere ondernemingen. Ook wordt elk jaar de Kristalprijs uitgereikt aan het bedrijf dat het meest transparant rapporteert over MVO. Om dit te versterken heeft de minister voor Economische Zaken en Klimaat namens het kabinet in februari van dit jaar ook haar steun uitgesproken voor de Europese Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). De CSRD verplicht een groep bedrijven om in hun jaarrapportage aan te geven hoe zij maatschappelijk verantwoord ondernemen, en ook aan te geven hoe de onderneming aansluit bij de transitie naar een duurzame economie en de klimaateisen van het Verdrag van Parijs. Daarnaast worden (I)MVO-standaarden toegepast op het bedrijfsleveninstrumentarium van EZK. Zo worden bedrijven geïnformeerd over risico’s voor mens en milieu wanneer zij een subsidie ontvangen voor de inkoop van zonnepanelen of een innovatietraject, en geadviseerd en gestimuleerd om op een verantwoorde manier met deze risico’s om te gaan door ze in kaart te brengen, te mitigeren en zo nodig waardeketens te verleggen en/of toegang tot herstel te bieden. Op deze manier leren bedrijven hoe zij verantwoord kunnen ondernemen in hun sector. Tot eind 2022 loopt hiervoor bij EZK een pilot, die gebruikt zal worden om de komende jaren (I)MVO proportioneel te integreren in ons gehele instrumentarium.

Kengetallen bedrijvenbeleid

In de aansluitende tabel staan de voornaamste kengetallen voor het bedrijvenbeleid. EZK streeft naar een koppositie voor Nederland op de gepresenteerde ranglijsten, zoals de Global Competitiveness Index en het European Innovation Scorebord. De doelstelling voor R&D-investeringen in Nederland is 2,5% van het BBP.

Algemeen
1.    Arbeidsproductiviteitsniveau (positie NL) 6 6 6 9 9 10 n.n.b. Conference Board
2.    Global Competitiveness Index (positie NL)1 5 4 5 6 4 n.b. n.b. World Economic Forum
3.    European Innovation Scoreboard (positie NL)2 5 4 4 4 4 4 5 Europese Commissie
Strategisch doel 1
4.    R&D intensiteit (in % van BBP) 2,15 2,15 2,18 2,14 2,18 2,29 n.n.b. CBS
5.    Omvang PPS-projecten (in mln €)3 970 1.060 1.207 1.282 1.238 1.208 1.250 RVO.nl/ TKI’s
Strategisch doel 2
6.    Kwaliteit ondernemersklimaat (positie NL) 3 2 2 n.n.b. Global Entrepreneurship Monitor (GEM), National Entrepreneurship Context Index (NECI)
Strategisch doel 3
7.   Broeikasgasemissies voor industrie inclusief afval (Mton CO2-equivalenten) 54,5 55 56 55,4 54,5 53,3 n.n.b. Emissieregistratie
  1. De GCI is in de jaren 2020 en 2021 niet verschenen vanwege de coronasituatie.
  2. In de editie 2021 van het European Innovation Scoreboard zijn de posities van landen op basis van de meest recente waarden voor indicatoren gepresenteerd als uitkomsten voor 2021. In voorgaande edities werd daarvoor het voorgaande jaar gekozen. Ten behoeve van consistentie in de weergave van de posities is de positie van Nederland in het European Innovation Scoreboard in deze tabel opgenomen als uitkomst voor 2020.
  3. Cijfer 2021 betreft een voorlopige begrotingsindicator en is een optelsom van de geschatte omvang van PPS binnen een TKI plus de geschatte jaarlijkse omvang van PPS-toeslagprojecten. PPS- samenwerkingsverbanden worden vooralsnog buiten beschouwing gelaten. Het betreft een marginaal bedrag.

Om – aanvullend op de begroting – het parlement te informeren over voortgang en effecten van beleid treft u op de website https://www.bedrijvenbeleidinbeeld.nl verdere informatie aan over de indicatoren en kengetallen. Deze website is te zien als een digitale bijlage van de EZK-begroting.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Onderstaande tabel geeft een samenvattend overzicht van de rollen en verantwoordelijken die de minister van Economische Zaken en Klimaat heeft in het Bedrijvenbeleid. In de tekst onder de tabel wordt verder toegelicht wat deze rollen en verantwoordelijkheden behelzen en op welke van de twee hierboven onderscheiden strategische doelen ze betrekking hebben.

Het stimuleren van innovatie met een grote impact op de economische en maatschappelijke vooruitgang en voortbouwend op de sterktes van de Nederlandse ecosystemen
Goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door goede randvoorwaarden voor ondernemerschap en innovatie
Het faciliteren van de transitie naar een klimaatneutrale, circulaire en inclusieve economie.

Het stimuleren van innovatie met een grote impact op de economische en maatschappelijke vooruitgang en voortbouwend op de sterktes van de Nederlandse ecosystemen.

Stimuleren

De minister stimuleert innovaties die bijdragen aan maatschappelijke vooruitgang door private investeringen in R&D te bevorderen via onder meer de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO). Voor het stimuleren van private deelname aan publiek-private onderzoeksinitiatieven wordt onder meer de pps-toeslag ingezet vanuit de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s).

Financieren/regisseren

De minister van EZK en de bewindspersonen van OCW coördineren en borgen de publieke kennisinfrastructuur voor toegepast, praktijkgericht en fundamenteel onderzoek. De minister financiert en regisseert het ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking door onder meer:

  1. de TO2-instituten TNO, Deltares, MARIN en NLR te financieren;
  2. gezamenlijke regie met OCW op de publiek-private samenwerking via NWO, waarbij EZK specifiek NWO-TTW subsidieert;
  3. cofinanciering van de EFRO-programma’s (Europees Fonds Regionale Ontwikkeling); voor de EFRO-programma’s binnen Nederland draagt de Minister systeemverantwoordelijkheid;
  4. het bevorderen van innovatiegericht inkopen door overheden;
  5. het bevorderen van de oprichting en groei van startups naar scale-ups, o.a. door de inzet van TechLeap;
  6. het nationaal groeifonds (NGF) wordt benut om innovatieprojecten te financieren die structureel het groeivermogen versterken en voortkomen uit het missie-gedreven innovatiebeleid.

Goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door het waarborgen van een uitmuntend ondernemings- en vestigingsklimaat met optimale randvoorwaarden voor succesvol ondernemerschap

Stimuleren

De minister stimuleert een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door onder meer:

  1. het aanbieden van een pakket van fiscale ondernemersstimulering gericht op zelfstandig ondernemerschap, bedrijfsoverdrachten en bedrijfsinvesteringen; daarnaast biedt het bedrijvenbeleid een samenhangend aanbod van financieringsinstrumenten om gewenste investeringen in bedrijven en projecten mogelijk te maken die onvoldoende financiering in de markt kunnen aantrekken (zie ook artikel 3 van deze begroting);
  2. het stapsgewijs integreren van advies en eisen met betrekking tot maatschappelijk verantwoord ondernemen in het bedrijfsleveninstrumentarium;
  3. het inrichten van een effectief en efficiënt werkend stelsel van intellectueel eigendom.

Regisseren

De minister regisseert en coördineert de condities voor een gezond en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door onder meer:

  1. samenwerking met de relevante regionale netwerken en partners;
  2. informeren en ondersteunen van ondernemers (van het starten van een bedrijf tot het vinden van een opvolger) via de Kamer van Koophandel (KvK);
  3. mkb-ondernemers meer bij wet- en regelgeving betrekken via MKB-toets;
  4. het regisseren en uitvoeren van het nieuwe ‘programma vermindering regeldruk ondernemers’.

(Doen) uitvoeren

De minister biedt overheids- en informatiediensten aan ter ondersteuning van ondernemers op regionaal, nationaal en internationaal niveau door onder meer toegang tot overheidsdiensten (financieel en/of door middel van kennis) via:

  1. de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;
  2. het aansturen van het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) met als oogmerk het aantrekken van buitenlandse investeerders, samen met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;
  3. het Innovatie Attaché Netwerk ter ondersteuning van sectoren, ondernemers en kennisinstellingen uit binnen- en buitenland bij hun internationale R&D- en innovatie-ambities.

Het faciliteren van de transitie naar een klimaatneutrale, circulaire en inclusieve economie

Stimuleren

De minister stimuleert de transitie naar een klimaatneutrale, circulaire en inclusieve economie door onder meer:

  1. het bedrijfsleven te helpen verduurzamen middels advies en subsidies;
  2. het stimuleren van transparante MVO-rapportage door bedrijven, middels de Transparantiebenchmark en Europese wetgeving;
  3. samen met IenW in te zetten op maatschappelijk verantwoord inkopen en circulair ondernemen;
  4. versnelling van en toepassing van digitalisering in het mkb.

Regisseren

De minister regisseert en coördineert de condities voor inclusieve economie door onder meer:

  1. eerlijk en verantwoord handelsverkeer te bevorderen via afspraken, gedragscodes of regelgeving (corporate governance, franchise, betaaltermijnen);
  2. in samenwerking met het Ministerie van Buitenlandse Zaken en andere ministeries IMVO-wetgeving in te voeren;
  3. MVO-eisen te verbinden aan het instrumentarium van bedrijvenbeleid van EZK.

C. Beleidswijzigingen

Verduurzaming Industrie

Het kabinet heeft in het Coalitieakkoord ambitieuze doelstellingen geformuleerd in het kader van de verduurzaming van de industrie. In 2023 worden hier verdere stappen mee gezet. Dit betreft op het gebied van normeren en beprijzen, de aanscherping van de CO2-heffing, de tariefaanpassing van ODE/EB en het uitbreiden van de Energiebesparingsplicht. Het stimuleren en faciliteren bij verduurzaming industrie gebeurt door intensivering van generieke subsidie-instrumenten, de versnelde realisatie van duurzame infrastructuur en het stimuleren van verduurzaming van het mkb door kennisdeling en financieringsinstrumenten.
Ook worden maatwerkafspraken gemaakt met de grootste industriële uitstoters. Dit betreft bindende wederkerige afspraken met individuele bedrijven uit de top-20 grootste uitstoters van broeikasgassen voor verduurzaming in Nederland en zo mogelijk additionele CO2-reductie. Verder geeft het kabinet de transitie naar een circulaire economie vorm. Er komt een Nationaal Programma Circulaire Economie 2023-2030 om circulaire economie verder te bevorderen door middel van normering, beprijzing en stimulering.

Impulsaanpak winkelgebieden

Het kabinet investeert € 100 mln in het realiseren van toekomstbestendige winkelgebieden en in vitale binnensteden. Deze Impulsaanpak winkelgebieden in binnensteden en kernen kende een eerste openstellingsronde mei 2022. Gemeenten die van de subsidie gebruik willen maken kunnen projectplannen indienen gericht renovatie, sloop of nieuwbouw of investeringen in de openbare ruimte in winkelgebieden.

Programma vermindering regeldruk ondernemers

Het kabinet heeft in de zomer van 2022 een nieuw programma voor vermindering van regeldruk bij ondernemers gepresenteerd waarin werkbaarheid, proportionaliteit en het zoveel mogelijk beperken van regeldruk van zowel voorgenomen als bestaande regelgeving centraal staan. Belangrijke bouwsteen in het nieuwe regeldrukprogramma is om heel meetbaar de balans op te maken wat de regels zijn waar een ondernemer in de praktijk mee te maken krijgt, tegen welke knelpunten hij aanloopt en wat de kosten zijn.

Aanvalsplan arbeidsmarktkrapte

Deze kabinetsperiode wil EZK, samen met SZW en OCW, de tekorten aan technici en ICT’ers terugdringen. Personeelstekorten vormen op dit moment een grote belemmering bij de uitvoering van de klimaat- en digitale transitie. Dit gebeurt via een aanvalsplan dat in de zomer van 2022 naar de Kamer is gestuurd. De Kamer heeft vrijwel Kamerbreed tot dit aanvalsplan opgeroepen. Doel is om met het aanvalsplan tot aanvullend beleid te komen. De afgelopen jaren zijn reeds veel initiatieven en flinke regelingen van de grond gekomen om Leven Lang Ontwikkelen (LLO), de van werk naar werk infrastructuur en scholing te stimuleren. Desondanks zijn er zo’n 100.000 structureel moeilijk vervulbare vacatures in techniek en ICT. Nieuw beleid is nodig om de genoemde transities niet vast te laten lopen door personeelstekorten.

Programma Werklocaties, Ruimte voor economische activiteiten

Er is sprake van een toenemende ruimtedruk in Nederland. Opgaven zoals de woningbouw, de energietransitie, bereikbaarheid, bedrijvigheid en oplossingen voor de stikstofproblematiek concurreren om de schaarse ruimte. Het ministerie van EZK is naast de ministeries van LNV, IenW en BZK en de decentrale overheden verantwoordelijk voor de fysieke leefomgeving. Samen met de regio en andere departementen werkt EZK aan een programma werklocaties. Het doel van het programma werklocaties is het stimuleren van de juiste condities waardoor er voldoende en gevarieerd aanbod is op de juiste plek op het juiste moment (dus nu en in de toekomst).

Naast de schaarste aan fysieke ruimte is er ook schaarste aan ontwikkelruimte door restricties vanwege stikstof, geluid en andere milieufactoren. Deze verschillende vormen van schaarste vragen om slim ruimtegebruik en goede afstemming van belangen en behoeften. Veelal op gebiedsniveau en met waar mogelijk het combineren van functies. De NOVI geeft hier al handvatten voor. Deze zullen de komende tijd verder worden aangescherpt. Het Rijk gaat ook in overleg met provincies om hun regierol met betrekking tot deze vraagstukken te versterken en samen te zoeken naar slimme oplossingen. Daarnaast brengt het kabinet in kaart op welke locaties we de bovenregionale vraag naar ruimte voor economische activiteit het beste kunnen clusteren.

Nationaal Groeifonds

Met het Nationaal Groeifonds (NGF) worden complexe langjarige programma’s gefinancierd. De uitkomsten van de tweede investeringsronde van het NGF zijn op 14 april 2022 bekendgemaakt door het kabinet (Kamerstuk 35 925 XIX, nr. 12). In deze ronde hebben alle ministeries voorstellen kunnen indienen bij het fonds. Uit de uitkomsten van de tweede ronde blijkt dat verschillende ministeries middelen zullen ontvangen ten behoeve van de uitvoering van de gehonoreerde voorstellen. Het kabinet heeft besloten om in de tweede ronde van het NGF in totaal € 6,3 mld (voorwaardelijk) toe te kennen of te reserveren. Voor de R&D- en innovatiepijler gaat het om ruim € 4,5 mld voor de komende jaren.

Wat betreft EZK-projecten op het gebied van R&D en innovatie is € 411 mln direct toegekend (Oncode-PACT en GroenvermogenII) en € 1,76 mld voorwaardelijk toegekend (NXTGEN HIGHTECH, Duurzame MaterialenNL, PhotonDelta, Nieuwe Warmte Nu!, Oncode-PACT en GroenvermogenII). De uitvoering van de directe toekenningen is gestart in 2022. De verwachting is dat de voorwaardelijk toegekende projecten in 2023 starten, afhankelijk van besluitvorming over de omzettingen. Tevens is op 14 april 2022 met de Kamer gedeeld dat drie projecten op het gebied van R&D en innovatie uit de eerste investeringsronde vervolgfinanciering krijgen. De voorwaardelijke toekenning van RegMed XB van € 33 mln is definitief toegekend (totaal komt zo uit op € 56 mln). Ook de voorwaardelijke toekenning van Quantum Delta NL van € 228 mln is definitief toegekend (totale bijdrage komt uit op € 282 mln). Voor Quantum Delta NL staat daarnaast nog € 333 mln gereserveerd voor de derde fase. Tot slot is voor AiNed € 116,5 mln toegekend. In 2022 is de uitvoering van deze lopende projecten gecontinueerd. Een bijlage bij deze begroting geeft projectspecifieke informatie over de EZK-projecten vanuit het NGF. In de Kamerbrief van 14 april 2022 is bekendgemaakt dat de voorbereiding voor de derde investeringsronde is gestart en de verwachting is dat nieuwe voorstellen in het eerste kwartaal van 2023 kunnen worden ingediend. De verwachting is dat in 2023 opnieuw middelen worden gehonoreerd aan R&D- en innovatieprojecten.

Fonds Onderzoek en Wetenschap

Uit het in het Coalitieakkoord gevormde fonds voor onderzoek en wetenschap heeft het kabinet in totaal € 500 mln beschikbaar gesteld voor het versterken van faciliteiten voor toegepast onderzoek in de periode t/m 2031. De middelen dienen ter financiering van onderzoeksfaciliteiten bij TO2-instellingen en Rijkskennisinstellingen. Met hoogwaardige, moderne en toekomstbestendige onderzoeksfaciliteiten kunnen deze instellingen kennis en toepassingen ontwikkelen voor gewenste maatschappelijke oplossingen en transities, het opschalen van (sleutel)technologie tot economische marktkansen, beleidsopgaven en wettelijke taken; ook in internationaal verband. In 2023 wordt gestart met het proces van toekenningen. De middelen komen op de begroting van EZK. In latere stadia is voor een deel overheveling naar begrotingen van andere departementen te verwachten, afhankelijk van de toekenning van middelen aan instellingen waarvoor andere departementen dan EZK beleidsverantwoordelijkheid dragen.

Uit het genoemde fonds komt ook in totaal € 372 mln beschikbaar voor het versterken van de Nederlandse deelname aan Europese partnerschappen binnen Horizon Europe en aanpalende EU-onderzoeks- en innovatieprogramma’s. Hiermee wordt in de periode t/m 2029 een impuls gegeven aan deelname van Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen aan Europese samenwerking op strategische onderzoeks- en innovatiethema’s die aansluiten bij de grote maatschappelijke en technologische uitdagingen van deze tijd, zoals op het gebied van chips- en kwantumtechnologie en klimaat. Van het beschikbare budget komt € 292 mln op de begroting van EZK en € 80 mln op de begroting van OCW. Om deelname van kennisinstellingen aan Horizon Europe te stimuleren komt uit het genoemde fonds voorts in totaal € 525 mln (€ 75 mln per jaar in de periode 2023-2029) beschikbaar als tegemoetkoming voor matchingskosten. Die middelen komen op de begroting van OCW.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 10.788.922 9.885.351 3.876.152 2.340.639 2.391.770 2.346.253 2.391.208
Uitgaven 7.004.467 6.238.352 2.708.363 1.675.554 1.610.229 1.359.442 1.296.354
Subsidies (regelingen) 5.702.793 4.990.500 1.449.653 659.243 563.957 371.399 282.410
MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) 10.818 13.727 22.251 32.492 41.560 41.560 41.560
Eurostars 17.764 20.792 21.252 21.848 22.578 23.325 21.325
Bevorderen ondernemerschap 21.714 26.328 21.401 14.917 15.897 15.897 16.251
Cofinanciering EFRO 14.674 36.040 26.477 31.977 32.077 24.077 24.077
Bijdrage aan ROM's 7.154 9.870 9.870 9.870 9.870 9.870 9.870
Verduurzaming industrie 9.149 51.585 66.609 76.389 82.775 85.100 73.700
Startup beleid 10.684 10.448 13.333 1.730
Urgendamaatregelen Industrie 27.494 2.093 11.700 12.740
Invest-Nl 6.387 10.644 11.090 11.090 11.090 11.090 11.090
Noodloket (TOGS) 164
Tegemoetkoming vaste lasten 5.434.646 3.608.500 300.000
Tegemoetkoming vaste lasten Caribisch Nederland 25.922
Europees Defensie Fonds cofinanciering 4.380 10.620 5.000
Omscholing naar tekortsectoren 368 40.000
Tegemoetkoming vaste lasten Startersregeling 13.007 35.000
Infrastructuur duurzame industrie (PIDI) 4.832 1.334
Herstructurering winkelgebieden 8.737 24.800 19.600 18.600 26.000
R&D mobiliteitssectoren 8.173 37.500 37.500 37.500 12.500 15.000
SEG 78.974 525.000
NGF - project Groenvermogen van de Nederlandse economie 9.795 268.179 16.142 14.142 14.142
NGF - project Health-RI 10.000 12.000
NGF - project RegMed XB 9.400 20.900 9.783 6.634 5.533 1.584 1.283
NGF - project QuantumDeltaNL 67.800 80.900 77.100 29.000 8.100 19.100
NGF - project Oncode-PACT 10.000 60.000 50.000 41.000
NGF - project Circulaire Plastics 48.970 35.030 20.000 15.000 5.000
NGF - project NXTGEN HIGH TECH 150.000 88.000 67.000 63.000 43.000
Indirecte Kosten Compensatie ETS 87.864
IPCEI Cloudinfrastructuur en services 49 29.951 20.000 20.000
IPCEI Micro elektronica 49 79.951 65.000 85.000
Aanvullende tegemoetkoming evenementen 120.000
Omzetderving Limburg 24.000
Investeringen Verduurzaming Industrie - Klimaatfonds 50.000
EuroHPC 2.500 5.000 10.000 12.500 7.500 7.500
EuroQCI 2.319 5.000 5.500 11.681
Brexit Adjustment Reserve 187.800 62.200
Overig 1.469 5.446 10.816 10.684 11.154 10.154 8.654
Leningen 230.500 107.000 100.000 0 0 0 0
Bedrijfssteun 193.000 4.000
Qredits 37.500 103.000 100.000
Garanties 29.003 107.541 112.195 87.945 87.945 87.945 62.945
BMKB 23.826 36.674 40.328 42.228 42.228 42.228 42.228
BMKB groen 950 1.900
Klein Krediet Corona garantieregeling 521
Groeifaciliteit 15 8.172 8.222 8.972 8.972 8.972 8.972
Garantie Ondernemersfinanciering 4.641 11.745 11.745 11.745 11.745 11.745 11.745
Garantie Ondernemersfinanciering Corona 50.000 50.000 25.000 25.000 25.000
Opdrachten 7.927 11.327 11.627 10.281 10.058 9.960 10.031
Onderzoek en opdrachten 4.206 4.325 4.138 4.357 4.359 4.361 4.432
Caribisch Nederland 501 1.236 1.093 823 798 798 798
ICT beleid 73
Regeldruk 731 2.336 4.136 4.136 4.136 4.136 4.136
Budget Samenwerking regio 11 692 915 815 765 665 665
Small Business Innovation Research 2.405 2.738 1.345 150
Bijdrage aan agentschappen 168.731 174.644 113.421 93.777 93.352 93.352 93.018
Bijdrage RVO.nl 168.023 174.083 112.716 93.072 92.647 92.647 92.313
Bijdrage Agentschap Telecom 708 561 705 705 705 705 705
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 369.824 377.436 357.882 345.833 344.270 340.028 340.028
Bijdrage aan TNO 207.525 209.162 189.901 187.993 187.630 183.388 183.388
Kamer van Koophandel 134.518 141.871 141.563 131.422 130.222 130.222 130.222
Bijdrage aan NWO-TTW 27.781 26.403 26.418 26.418 26.418 26.418 26.418
Bijdrage aan medeoverheden 20.570 27.686 20.064 9.868 0 0 0
MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) 20.570 27.686 20.064 9.868
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 378.120 437.218 543.521 468.607 510.647 456.758 507.922
Internationaal Innoveren 40.751 46.490 60.646 55.539 56.036 56.036 56.036
PPS toeslag 171.099 207.249 214.991 200.686 187.161 187.161 187.161
TO2 (excl. TNO) 62.593 59.821 57.008 56.392 55.499 55.386 55.386
Topsectoren overig 8.843 21.035 96.712 38.525 94.154 51.378 103.542
Ruimtevaart (ESA) 75.287 76.128 75.922 76.861 76.861 76.861 76.861
Bijdrage NBTC 9.425 9.525 9.525 9.525 9.525 9.525 9.525
Overige bijdragen aan organisaties 3.423 6.328 4.887 4.887 4.887 4.887 4.887
Economische ontwikkeling en technologie 6.699 7.018 7.206 9.568 10.368 10.368 10.368
EU-cofinanciering JTF 3.624 16.624 16.624 16.156 5.156 4.156
Storting begrotingsreserve 96.999 5.000 0 0 0 0 0
Storting reserve BMKB 3.564
Storting reserve BMKB groen 5.000
Storting reserve Groeifaciliteit 52.210
Storting reserve GO 40.506
Storting reserve MKB financiering 719
Ontvangsten 591.025 795.356 576.949 158.597 341.403 151.321 116.189
Luchtvaartkredietfaciliteit 1.801 1.712 1.809 863
Rijksoctrooiwet 46.554 47.156 47.041 45.966 44.966 42.466 40.666
Eurostars 5.370 4.250 4.250 4.250 4.250 4.000 4.000
F-35 4.669 9.000 10.576 10.576 10.576 10.576 10.576
Diverse ontvangsten 14.140 1.738 1.240 1.242 1.244 1.246 1.247
Bedrijfssteun 46.269 27.500 43.033 41.700 40.367 39.033 5.700
Noodloket (TOGS) 1.363
Tegemoetkoming vaste lasten 155.351 115.000 200.000
Tegemoetkoming vaste lasten starters 202
BMKB 23.116 30.500 28.000 33.000 33.000 33.000 33.000
BMKB groen 2.500 5.000
Onttrekking reserve BMKB 126.882 10.000
Onttrekking reserve Klein Krediet Corona 140.061 5.000
Klein Krediet Corona 461
Groeifaciliteit 1.753 8.000 8.000 8.000 8.000 8.000 8.000
Onttrekking reserve Groeifaciliteit
Garantie Ondernemingsfinanciering 22.245 13.000 13.000 13.000 13.000 13.000 13.000
Onttrekking reserve GO 35.000
MKB financiering 788
Brexit Adjustment Reserve 485.000 215.000 186.000
Verplichtingen 10.788.922 9.885.351 3.876.152 2.340.639 2.391.770 2.346.253 2.391.208
waarvan garantieverplichtingen 535.736 1.650.000 1.250.000 1.250.000 1.250.000 1.250.000 1.250.000
waarvan overige verplichtingen 10.253.186 8.235.351 2.626.152 1.090.639 1.141.770 1.096.253 1.141.208

Geschatte budgetflexibiliteit

juridisch verplicht 58%
bestuurlijk gebonden 38%
beleidsmatig gereserveerd 4%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0%

Juridisch verplicht

  1. Subsidies (regelingen): Een groot van de subsidie-instrumenten is juridisch verplicht; voorbeelden zijn bijdrages aan ROM’s, een deel van de TVL en een aantal NGF-projecten.
  2. Leningen: Het instrument Qredits is juridisch verplicht.
  3. Garanties: De verschillende garanties zijn juridisch verplicht.
  4. Opdrachten: Adviescollege Toetsing Regeldruk en Small Business Innovation Research zijn voorbeelden van instrumenten die geheel juridisch verplicht zijn.
  5. Bijdragen aan agentschappen: De bijdragen aan RVO en AT zijn juridisch verplicht.
  6. Bijdragen aan ZBO's/RWT's: De bijdragen aan TNO, KvK en NWO-TTW zijn juridisch verplicht.
  7. Bijdragen aan (inter)nationale organisaties: De kasbudgetten voor bijdragen aan (inter)nationale organisaties zijn grotendeels juridisch verplicht. Voorbeelden van juridisch verplichte instrumenten zijn PPS-toeslag en Internationaal Innoveren.

Bestuurlijk gebonden

  1. Subsidies (regelingen): Subsidies zijn grotendeels bestuurlijk gebonden. Voorbeelden zijn diverse NGF-projecten en een deel van de TVL.
  2. Opdrachten: Een klein deel van het instrument Samenwerking regio is bestuurlijk gebonden.
  3. Bijdragen aan (inter)nationale organisaties: Een deel van deze kasbudgetten is bestuurlijk gebonden, bijvoorbeeld Ruimtevaart en ESA.

Beleidsmatig gereserveerd

  1. Subsidies (regelingen): Een klein deel van deze kasbudgetten is beleidsmatig gereserveerd; voorbeelden zijn VEKI, NEKI en bevorderen ondernemerschap.
  2. Opdrachten: Binnen de categorie opdrachten is het grootste deel van het kasbudget beleidsmatig gereserveerd. De instrumenten onderzoek innovatie en betere regelgeving zijn hier voorbeelden van.
  3. Bijdragen aan (inter)nationale organisaties: Enkele van deze kasbudgetten zijn beleidsmatig gereserveerd; een voorbeeld is het instrument Economische ontwikkeling en technologie.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

De financiële beleidsinstrumenten van het bedrijvenbeleid richten zich op het realiseren van de geformuleerde strategische doelen. Bij de toelichting op de instrumenten worden de interventies daarom samenhangend per strategisch beleidsdoel beschreven. Voor elk van de strategische doelen wordt vervolgens, overeenkomstig de voorschriften, de indeling van de begrotingstabel naar aard van de financiële beleidsinterventie gehanteerd. Op die manier wordt zowel de inhoudelijke samenhang van verschillende instrumenten, alsook de aard van de financiële interventie zichtbaar gemaakt. Voor elk van de instrumenten worden kengetallen gepresenteerd. Een meer uitgebreide rapportage van kengetallen en indicatoren is te vinden op Bedrijvenbeleid in beeld. Voor elk instrument is een verwijzing opgenomen naar de relevante website.

Strategisch doel 1: Het stimuleren van innovatie met een grote impact op de economische en maatschappelijke vooruitgang en voortbouwend op de sterktes van de Nederlandse ecosystemen

MIT RVO
Aantal bedrijven dat deelneemt aan MIT 662 1.206 1.287 1.434 1.422 1.693 1.840 1.595
Omvang private R&D-uitgaven ondersteund met MIT (x € 1 mln) 61 86 83 96 106 112 116 112
Eurostars RVO
Aantal Nederlandse deelnemers aan Eurostars 20 69 75 72 72 68 74 87
waarvan bedrijven 13 50 52 49 55 43 48 64
waarvan hightech MKB (%) 100% 96% 90% 98% 93% 88% 94% 95%
Door Eurostars ondersteunde private R&D-uitgaven van Nederlandse deelnemers (x € 1 mln) 7 32 28 30 36 30 33 40
Horizon20201 RVO/ EC
Aantal Nederlandse deelnemers aan H2020 449 712 985 1.388 1.567 1.853 2.183 2.438
waarvan bedrijven 298 500 713 1.003 1.148 1.378 1.625 1.855
Omvang H2020-middelen voor Nederlandse deelnemers (retour in mln euro) 538 1.016 1.644 2.272 3.026 4.001 4.822 5.379
waarvan aan bedrijven (%) 31% 28% 25% 27% 26% 25% 25% 24%
Retourpercentage voor Nederland (%) 8,1% 7,7% 7,5% 7,6% 7,6% 7,7% 7,6% 7,9%
WBSO2 RVO
Aantal bedrijven (met S&O verklaring) dat gebruik maakt van WBSO 22.974 22.980 22.330 21.265 20.279 20.046 20.340 20.339
Door WBSO ondersteunde private R&D-uitgaven (S&O-loon, x € 1 mln) 3.997 3.868 3.930 4.008 4.042 4.291 4.396 4.611
Door WBSO ondersteunde private R&D-uitgaven (S&O- NIET-loonuitgaven, x € 1 mln) 2.587 2.426 2.787 2.686 2.746 2.831 2.857 3.150
TO2
Klanttevredenheid Deltares 7,9 8,7 8,6 8,2 8,7 9,2 9,1 8,7 Deltares
Klanttevredenheid MARIN 9 8,8 8,9 8,6 8,8 8,6 9,0 8,9 Marin
Klanttevredenheid NLR 8,7 8,8 8,7 8,7 8,7 8,7 8,7 8,9 NLR
Klanttevredenheid TNO 8,3 8,4 8,6 8,6 8,8 8,7 8,9 8,9 TNO
Kennisbenutting Deltares 96% 97% 93% 95% 88% 82% 96% Deltares
Kennisbenutting Marin 97% 100% 100% 100% 97% 100% 100% Marin
Kennisbenutting NLR 99% 99,5% 99% 96% 97% 98% 96% NLR
Kennisbenutting TNO 98% 98% 98% 99% 96% 97% 97% TNO
Europese Ruimtevaartorganisatie (ESA)
Aantal Nederlandse bedrijven dat deelneemt aan ruimtevaartprogramma’s ESA3 552 121 121 136 160 179 193 208 ESA
Ruimtevaart geo-return/retour (%) 1,14 1,02 1,18 1,16 1,11 1,13 1,07 1,094 ESA
  1. Deze cijfers zijn cumulatief vanaf 2014 en de peildatum 2020 is december 2020.
  2. Vanwege technische problemen zijn de kengetallen WBSO 2021 nog niet beschikbaar. Deze zullen worden opgenomen in XIII Economische Zaken en Klimaat Rijksbegroting 2023.
  3. Doordat ESA in 2015 is gestart met een nieuwe, opgeschoonde database valt de realisatiewaarde vanaf 2015 substantieel lager uit dan de referentiewaarde en de cumulatieve waarden tot en met 2014. De realisatiewaarde betreft een cumulatief getal op basis van databestanden van ESA vanaf 1 januari 2015.
  4. De gewogen returnfactor is 1,09 – dit is lager dan voor 2000 omdat met ESA medio 2020 afspraken zijn gemaakt over aanpassing van de rekenmethode met als resultaat dat de nominale contractwaarde in 2020 vergelijkbaar is met vorige jaren maar de gewogen waarde lager uitvalt; dit om de NL returnfactor reëler weer te geven.

Subsidies

MKB Innovatiestimulering Regio en Topsectoren

De regeling MKB Innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT) richt zich op het bevorderen van innovatie bij het mkb. Ook stelt de regeling het mkb beter in staat zich via de Topsectoren aan te sluiten bij de door de Topsectoren opgestelde innovatieagenda’s, het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid en de regionale innovatiestrategieën. Dit krijgt onder andere vorm door het stimuleren van samenwerking tussen MKB-bedrijven op het vlak van onderzoek, ontwikkeling en innovatie en het gebruik van publiek gefinancierde kennis door het mkb. De regeling wordt in samenwerking met de provincies uitgevoerd en gefinancierd. Meer informatie over de ondersteunde projecten vindt u op de website van RVO.

Eurostars

Eurostars is een internationaal programma dat gezamenlijk gefinancierd wordt door de deelnemende landen en de EU. De regeling is met name gericht op het hightech-mkb en ondersteunt bedrijven en kennisinstellingen die met buitenlandse partijen samenwerken in projecten die gericht zijn op marktgericht technologisch onderzoek en technologische ontwikkeling. Meer informatie over de ondersteunde projecten vindt u op de website van RVO.

Cofinanciering EFRO, inclusief INTERREG

Innovatiestimulering en de transitie naar een koolstofarme economie zijn de hoofddoelen van de programma’s die worden gefinancierd vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), aansluitend bij de EU-beleidsdoelstellingen: 1. Een slimmer Europa - innovatieve en slimme economische transformatie; en 2. Een groener, koolstofarm Europa. Daarbij is het mkb de belangrijkste doelgroep. Voor projecten die bijdragen aan nationale beleidsdoelen op het gebied van innovatie en energie, neemt EZK namens het Rijk de voor EFRO vereiste cofinanciering deels voor zijn rekening. Naast het Rijk dragen ook decentrale overheden en private partijen bij aan cofinanciering van EFRO-projecten. Bij de projectselectie wordt aansluiting gezocht bij de agenda’s van de Topsectoren.

Startup-beleid

Voor de uitvoering van de startup en scale-up agenda wordt in 2022 € 16,9 mln beschikbaar gesteld. Deze middelen worden ingezet op het programma van TechLeap.NL, voor initiatieven vanuit het ecosysteem, en voor flankerend beleid van EZK, zoals het Netherlands Point of Entry en de RVO Fastlane.

Programmaperiode 2014-2020

Nederland heeft voor de periode 2014–2020 vanuit het EFRO middelen ontvangen voor vier landsdelige programma’s (€ 510 mln voor de programma’s Noord, Oost, Zuid en West samen) en voor vier programma’s voor grensoverschrijdende samenwerking «INTERREG A» (in totaal € 309 mln voor Duitsland-Nederland, Euregio Maas-Rijn, Vlaanderen-Nederland en Twee Zeeën). EZK heeft voor cofinanciering een bedrag beschikbaar gesteld van € 92 mln voor de landsdelige programma’s en € 49 mln voor de Interreg-programma’s. De komende jaren zijn deze programma’s nog in uitvoering, waarbij steeds meer projecten worden afgerond. De administratieve afhandeling is voorzien in 2025.

In reactie op de COVID-19 crisis zijn de huidige EFRO-programma’s 2014-2020 met twee jaar verlengd middels REACT-EU. Nederland ontvangt in 2021 voor EFRO € 220,4 mln uit REACT-EU. De bestaande programma’s zijn inmiddels hiervoor aangepast en goedgekeurd door de EU, en de uitvoering ervan loopt. Uitgaven mogen, door de vier landsdelen die EFRO uitvoeren, worden besteed aan acties ter bevordering van het crisisherstel in de context van de COVID-19-pandemie en ter voorbereiding van een groen, digitaal en veerkrachtig herstel van hun economieën. Net als bij regulier EFRO is het mkb de belangrijkste doelgroep. De EZK-cofinanciering van in totaal € 30 mln bij de EFRO-middelen voor 2021 (uitvoering tot en met 2023) is gericht op projecten die bijdragen aan de nationale beleidsdoelen op het gebied van innovatie en de energietransitie. Voor 2022 ontvangt Nederland € 120,7 mln uit REACT-EU. Bestuurlijke afspraak is dat het EFRO-aandeel hieruit naar landsdeel Oost gaat. Op basis van dit bedrag stelt EZK € 8,2 mln aan rijkscofinanciering beschikbaar, dat door landsdeel Oost kan worden aangewend voor de programmaperiode 2021-2027.

Programmaperiode 2021-2027

Voor de programmaperiode 2021-2027 zijn inmiddels nieuwe EFRO- en INTERREG-programma’s opgesteld en ingediend bij de Europese Commissie (EC). Na goedkeuring van deze programma’s door de EU kan de uitvoering starten in 2022. Net als in de afgelopen programmaperiode zullen innovatiestimulering en de transities naar een koolstofarme/circulaire economie een belangrijk doel zijn in deze programma’s. In INTERREG-programma’s zal ook invulling worden gegeven aan andere EU-beleidsdoelstellingen, zoals het verminderen van de barrièrewerking van grenzen.

Voor de programmaperiode 2021-2027 ontvangt Nederland in totaal € 506 mln15 voor de vier landsdelige EFRO-programma’s (Noord, Oost, Zuid en West) en € 274 mln voor drie grensoverschrijdende INTERREG A programma’s (Duitsland-Nederland, Maas-Rijn (NL-BE-DE) en Vlaanderen-Nederland). Het programma Twee Zeeën houdt op te bestaan. EZK heeft voor cofinanciering een bedrag beschikbaar gesteld van € 99,4 mln voor de landsdelige programma’s en van € 49 mln voor de INTERREG-programma’s. Deze cofinanciering is in te zetten voor projecten die bijdragen aan nationale beleidsdoelen, bijv. projecten die passen bij het MTIB.

R&D mobiliteitssectoren

De subsidieregeling R&D mobiliteitssectoren is aangekondigd in de Kamerbrief van 21 januari 2021 (Kamerstuk 35 420, nr. 217) over het coronasteun- en herstelpakket. Deze regeling beoogt de teruggang in R&D-investeringen in de Nederlandse automotive, luchtvaart en maritieme industrie, die het gevolg is van de coronacrisis, te mitigeren door het stimuleren van R&D-projecten. Tevens wordt hiermee een bijdrage geleverd aan transities op het gebied van duurzaamheid en digitalisering. De regeling is op 17 mei 2021 opengesteld, met een budget van € 150 mln. Aan 8 projecten van consortia van mkb, grootbedrijf en/of kennisinstellingen is subsidie toegekend, zoals vermeld in de Kamerbrief van 29 november 2021 (Kamerstuk 35 420, nr. 460). Deze projecten hebben een looptijd van 3 tot 4 jaar.

NGF-project Groenvermogen van de Nederlandse economie

Het project Groenvermogen van de Nederlandse economie investeert in een groen-waterstof-ecosysteem bestaande uit (i) klein- en grootschalige demonstratieprojecten, (ii) grootschalige pilotprojecten en innovaties in de waardeketens chemie, vliegtuigbrandstoffen, staal en kunstmest (ii) een R&D-programma en (iii) een human capital programma. Het doel van het project is om toepassingen van groene waterstof en groene chemie in o.a. de chemie, transport en zware industrie versneld mogelijk te maken door innovatie en kostenreductie. Daarmee kan het voorstel ook een waardevolle bijdrage leveren aan de overgang naar een CO2-neutrale samenleving. In de 1e ronde van het NGF werd in 2021 € 338 mln beschikbaar gesteld voor R&D, human capital en kleine demonstratieprojecten (€ 73 mln in de vorm van een toekenning, € 265 mln in de vorm van een reservering). In de 2e NGF-ronde is nog eens € 500 mln beschikbaar gesteld (€ 250 mln directe toekenning, € 250 mln voorwaardelijke toekenning) voor de opschaling en toepassing van technologie op industrieel relevante schaal (GroenvermogenII). GroenvermogenI en II leggen verantwoording af aan dezelfde governance en vormen samen het programma «GroenvermogenNL» (https://groenvermogennl.org/).

In 2022 gaan alle onderdelen van GroenvermogenNL van start, waaronder een regeling voor kleinschalige demonstratieprojecten, het R&D-programma via sandpit-procedures en het HCA-programma. In 2023 volgt naar verwachting een openstelling van de tender (€ 500 mln, max € 125 mln per project) voor opschaling en grootschalige toepassing. Tevens zal in 2023 de eerste nationale GroenvermogenNL-conferentie worden georganiseerd en kunnen de eerste R&D-consortia van start.

NGF-project Health-RI

Aan het project Health-RI is in totaal € 22 mln toegekend voor de financiering van de eerste fase van het programma. Het voorstel Health-RI investeert in (i) de ontwikkeling van een geïntegreerde, nationale gezondheidsdata- en onderzoeksinfrastructuur, (ii) het wegnemen van sociale en organisatorische belemmeringen door middel van een afsprakenstelsel, (iii) een centraal punt voor data-uitgifte. Het doel is om innovatie in de life sciences and health-sector te stimuleren door data van Nederlandse ziekenhuizen en zorgorganisaties, kennisinstellingen, organisaties in de publieke gezondheid, patiëntenorganisaties, gezondheidsfondsen en bedrijven te standaardiseren en met elkaar te verbinden. Het project richt zich op het delen en gebruiken van (onderzoeks)data.

NGF-project RegMed XB

Het project RegMed XB investeert in de bouw van vier pilotfabrieken voor de verdere ontwikkeling van regeneratieve gezondheidszorg. Regeneratieve geneeskunde is erop gericht nieuwe behandelingen te ontwikkelen die slim gebruik maken van het zelf herstellend vermogen van ons lichaam. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van gentherapie en (stam)celtherapie. Het doel van RegMed XB is enerzijds op lange termijn chronische ziekten te kunnen voorkomen of genezen, en anderzijds het Nederlandse bedrijfsleven in staat te stellen om innovatieve producten en processen te ontwikkelen en in te spelen op een sterk groeiende buitenlandse markt. Aan het project is € 23 mln toegekend voor de financiering van de eerste fase.

NGF-project QuantumDeltaNL

Het project QuantumDeltaNL richt zich op het versterken van Nederlands quantum-ecosysteem, door te investeren in (1) quantumcomputing, (2) quantumnetwerken en (3) quantumsensing. Quantum is een ontwikkelende technologie, die een ‘game-changer’ kan zijn op het gebied van rekenkracht en daarmee voor nieuwe verdienmodellen en oplossingen voor maatschappelijke problemen kan zorgen. Door quantumtechnologie kunnen in de toekomst mogelijk veel veiligere netwerken en communicatie tot stand worden gebracht. Voor QuantumDeltaNL is € 54 mln toegekend voor Fase 1 en is de € 228 mln voorwaardelijke toekenning voor Fase 2 omgezet in een definitieve toekenning.

Opdrachten

Onderzoek en opdrachten

De middelen zijn gereserveerd ten behoeve van de monitoring, effectmeting en feitelijke onderbouwing van beleid (evidence based policy making), beleidsgerichte data-ontwikkeling, beleidsexperimenten en proefprojecten.

Bijdrage aan agentschappen

Bijdrage aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) – Octrooicentrum Nederland

De bijdrage aan Octrooicentrum Nederland, onderdeel van RVO.nl, is bestemd voor de uitvoering van taken die bij, of op grond van, wetten of verdragen zijn opgedragen, zoals de verlening en registratie van octrooien, de inning van taksen, de vertegenwoordiging van Nederland in Europese en mondiale organisaties, de uitvoering van andere wettelijke taken onder de Rijksoctrooiwet 1995, evenals de nakoming van Europese en internationale verplichtingen. Daarnaast geeft Octrooicentrum Nederland voorlichting en advies aan bedrijven, kennisinstellingen, overheden en uitvinders. Doel is het vinden van de juiste balans tussen enerzijds kennisbescherming, om bedrijven te stimuleren om te innoveren, en anderzijds de verspreiding en benutting van kennis.

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

Bijdrage aan TNO

De Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) werkt samen met MARIN, Deltares, Wageningen Research en NLR in de federatie Toegepaste Onderzoek Organisaties (TO2). EZK investeert samen met een aantal andere ministeries in deze instituten, omdat hier onafhankelijk onderzoek in Nederland plaatsvindt dat kansen kan creëren voor innovatie en economische groei en dat een bijdrage levert aan de publieke kennis op terreinen van maatschappelijk belang. TNO bestrijkt een breed onderzoeksgebied op het terrein van meerdere topsectoren, met name HTSM en energie. Daarnaast ontwikkelt TNO kennis op een aantal maatschappelijke thema’s, met name defensie, maatschappelijke veiligheid en arbeid & gezondheid.

Bijdrage aan NWO-TTW

De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) financiert binnen het domein Toegepaste en Technische Wetenschappen (TTW) technisch-wetenschappelijk onderzoek aan Nederlandse universiteiten en kennisinstellingen. Met de bijdrage van EZK worden met name de Perspectiefprogramma’s gefinancierd, die zijn gericht op het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid. Voor de bijdrage aan NWO-TTW is structureel circa € 26,2 mln per jaar beschikbaar.

Bijdrage aan medeoverheden

MIT

Dit betreffen de middelen voor de decentrale MKB Innovatiestimulering Regio en Topsectoren regeling (MIT). De decentrale MIT-regeling wordt uitgevoerd door de provincies. Er is een apart instrument voor de decentrale MIT-regeling, aangezien EZK de middelen hiervoor rechtstreeks overgehevelt naar de provincies middels een specifieke uitkering. De landelijke MIT wordt uitgevoerd door RVO.nl. Voor meer informatie over deze regeling, zie de toelichting bij MIT onder ‘subsidies’.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Internationaal Innoveren

In het kader van het beleid voor Internationaal Innoveren is voor Nederlandse deelname aan publiek-private onderzoeksprogramma’s in Europees verband cofinanciering beschikbaar. Deze middelen worden ingezet voor Eureka (Eurostars, Global Stars, Eureka-clusters) en de Joint Undertaking Key Digital Technologies (de opvolger van Joint Technology Initiative ECSEL), dat is gelieerd aan Horizon Europe. Beide initiatieven ondersteunen innovatiesamenwerking van Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen met partners uit de EU-lidstaten en EU-geassocieerde landen als partners buiten de EU. Op Volginnovatie.nl (https://www.rvo.nl/onderwerpen/volg-innovatie) vindt u meer informatie over de ondersteunde projecten van Joint Technology Initiatives, Horizon2020 en Eureka.

PPS-toeslag

In 2013 zijn de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) gestart met het bundelen en stroomlijnen van de onderzoeksprogrammering in de gehele kennisketen. Het doel hiervan is om meer privaat-publieke samenwerkingsprogramma’s (PPS) vanuit de onderzoekagenda’s van de Topsectoren te genereren, die zich daarbij richten op economische kansen van de maatschappelijke uitdagingen en sleuteltechnologieën onder het MTIB. De TKI’s zijn daarbij programmerend en regisserend. Via de PPS-toeslagregeling (voorheen TKI-toeslagregeling) kunnen PPS-projecten voor elke privaat ingelegde euro 30% toeslag verdienen voor onderzoek dat past binnen de onderzoekagenda’s van de Topsectoren. Zowel de TKI’s als de PPS-en zelf kunnen de toeslag aanvragen. Meer informatie over de ondersteunde projecten vindt u op Volginnovatie.nl. In 2021 is de PPS-toeslagregeling geëvalueerd. De Tweede Kamer is op 30 september 2021 hierover geïnformeerd (Kamerstuk 33 009, nr. 101).

Toegepaste onderzoeksorganisaties (TO2)

De middelen zijn gereserveerd voor de financiering van onderzoek en onderzoeksfaciliteiten in het kader van de Topsectoren, maatschappelijke thema’s en de daarbij behorende missies, sleuteltechnologieën, en voor onderzoek ten behoeve van (wettelijke) taken van de overheid. Met de subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek (Staatscourant 2018, 5475) wordt bereikt dat het merendeel van de TO2-instellingen onder dezelfde voorwaarden de rijksbijdrage ontvangen. Naast TNO (zie "Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s") omvat TO2 de volgende instituten:

  1. Deltares (Delta Research): Instituut op het gebied van deltatechnologie. Deltares levert ten behoeve van de overheid en de topsector Water en Maritiem bijdragen aan innovatieve oplossingen voor water-, ondergrond- en deltavraagstukken die het leven in delta’s, kust- en riviergebieden veilig, schoon en duurzaam maken. De bijdrage aan Deltares bedraagt in 2023 ca € 21,2 mln.
  2. MARIN (Maritiem Research Instituut Nederland): Instituut op het gebied van hydrodynamisch en nautisch onderzoek ten behoeve van schone, slimme en veilige schepen en een duurzaam gebruik van de zee. Het onderzoek van MARIN draagt bij aan de ambities van de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat, Defensie en Economische Zaken en Klimaat en van de topsector Water en Maritiem. De bijdrage aan MARIN bedraagt in 2023 ca € 8,2 mln.
  3. NLR (Koninklijk Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium): Instituut op het gebied van militaire en civiele lucht- en ruimtevaart ten behoeve van de ministeries van Defensie, Infrastructuur en Waterstaat, Economische Zaken en Klimaat en de topsectoren HTSM en Water en Maritiem. De bijdage aan NLR bedraagt in 2023 ca € 28,1 mln.
  4. Wageningen-Research: De middelen voor deze TO2 zijn opgenomen in de begroting van het Ministerie van LNV.

Topsectoren overig

Deze post bevat onder andere het beleidsondersteunend budget voor de topteams in het kader van het topsectorenbeleid. Ook vallen onder dit budget de middelen voor eventuele compensatie van de TO2-instituten.

Ruimtevaart (ESA)

Het ruimtevaartprogramma bestaat uit bijdragen aan verplichte programma’s en inschrijvingen in optionele programma’s van het Europese Ruimtevaartagentschap (ESA). Deze middelen vloeien terug naar Nederland via opdrachten aan Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen ter realisatie van de onderscheiden ruimtevaartprogramma’s ("Geo Return"-systeem). Daarnaast kent het ruimtevaartprogramma een (beperkt) nationaal flankerend programma, waarin onder andere de interactie van bedrijven en kennisinstellingen met ESTEC wordt bevorderd. Ook wordt daarmee technologieontwikkeling en de benutting van satellietdata door overheden gestimuleerd. Uitvoering van het beleid is opgedragen aan het Netherlands Space Office (NSO).

Economische ontwikkeling en technologie

De veranderende geopolitieke omstandigheden vragen om keuzes in het innovatiebeleid om zo sterke, internationaal onderscheidende posities in het bedrijfsleven en de kennisinfrastructuur te creëren. Het kabinet heeft hiertoe een bedrag oplopend naar € 10 mln vanaf 2021 structureel beschikbaar gesteld om een aanzet te geven aan investeringen in sleuteltechnologieën, zoals quantumtechnologie en kunstmatige intelligentie. Met deze middelen worden meerjarenprogramma’s ontwikkeld waarin overheden, bedrijven en kennisinstellingen samenwerken. Dat is nodig om in de verdere ontwikkeling, diffusie en opschalingsfasen concurrerend te zijn en te blijven ten opzichte van andere landen.

WBSO

De fiscale regeling WBSO is gericht op het stimuleren van Speur- en Ontwikkelingswerk (S&O) door het bedrijfsleven, door het verlagen van de aan S&O gerelateerde kosten16 (loonkosten en overige kosten en uitgaven). Informatie over de toegekende WBSO-bedragen per provincie vindt u op Volginnovatie.nl.

Strategisch doel 2: Een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door het waarborgen van een uitmuntend ondernemings- en vestigingsklimaat met optimale randvoorwaarden voor succesvol ondernemerschap

BMKB1 RVO
Verstrekte garanties BMKB, x € 1 mln (90%) 335 401 591 502 527 538 380 301
Totaal aantal verstrekte garanties 1.949 2.545 3.688 3.299 3.094 2.751 1.962 1.138
BMKB-Corona RVO
Verstrekte garanties BMKB, x € 1 mln (90%) 448 42
Totaal aantal verstrekte garanties 4.123 245
Groeifaciliteit RVO
Verstrekte garanties Groeifaciliteit, x € 1 mln 32 19 37 21 19 10 3 10
Totaal aantal verstrekte garanties 20 14 17 8 10 9 7 7
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) RVO
Verstrekte garanties GO, x € 1 mln 82 137 58 91 56 45 7 174
Totaal aantal verstrekte garanties 39 76 36 80 54 31 5 16
GO-Corona RVO
Verstrekte garanties GO, x € 1 mln 557 102
Totaal aantal verstrekte garanties 155 19
Klein Krediet Corona2 RVO
Verstrekte garanties KKC, x € 1 mln (95%) 36 27
Totaal aantal verstrekte garanties 1.117 913
Qredits Qredits
Aantal verstrekte kredieten3 1.192 1.373 1.750 2.238 3.557 4.277 4.988 4.155
Innovatie Attaché Netwerk IAN/RVO.nl
Geformaliseerde samenwerkingsverbanden 115 78 97 60 57 37 15 21
Klanttevredenheid 8,8 8,6 8,1 8,2 8 8,6 8,2 8,2
Netherlands Foreign Investment Agency4 NFIA/RVO.nl
Projecten 187 207 227 224 248 268 180 265
Investeringsomvang (x € 1 mln) 3.185 1.765 1.467 1.227 2.760 4.105 1.443 2.074
Werkgelegenheid (arbeidsplaatsen) 6.304 7.779 7.570 8.158 8.475 10.866 6.397 9.905
KvK KvK
Waardering Kamer van Koophandel5 7,1 7,1 7,2 ‒ 10 ‒ 10 ‒ 5 5 6
  1. In 2019 is door EZK afgesproken dat voor de cijfers van de BMKB niet meer wordt uitgaan van 100% van het borgstellingskrediet, maar van 90% van het krediet, waar we daadwerkelijk borg voor staan. Dit is voor de hele reeks met terugwerkende kracht aangepast.
  2. In 2020 is er door EZK afgesproken dat voor de cijfers van de KKC, net als bij de BMKB niet wordt uit gegaan van 100% borgstelling, maar van 95% van het krediet, waar we daadwerkelijk borg voor staan.
  3. Microkrediet, MKB-krediet, flexibele kredieten, achtergestelde leningen, lease en Carribean krediet. De cijfers voor 2019 en 2020 zijn geüpdatet.
  4. Zowel bij werkgelegenheid als investeringsomvang gaat het om door de bedrijven bevestigde cijfers over de eerste drie jaar van het project. Bij werkgelegenheid betreft het zowel nieuwe als behoud van werkgelegenheid.
  5. De waardering van KvK wordt sinds 2017 uitgedrukt als een Net Promotor Score (NPS). Een NPS score meet hoe klanten van de KvK producten of diensten aanbevelen bij collega’s of zakenrelaties en wordt berekend als het verschil tussen het percentage promotors (score hoger dan 9) en criticasters (score lager dan 6). De NPS zelf wordt niet uitgedrukt als een percentage, maar als een absoluut getal. Een score van ‒ 5 geeft aan dat een score boven 9 dus 5 procentpunt minder is gegeven dan een score onder 6. Het cijfer in 2020 en 2019 heeft betrekking op Informatie & Advies.

Subsidies

Bevorderen ondernemerschap

Deze middelen zijn gereserveerd voor diverse initiatieven ter bevordering van het ondernemerschap, zoals de ondersteuning van de digitalisering van het mkb, de facilitering van het "Techniekpact", het stimuleren van ondernemerschapsonderwijs en het bijstaan van ondernemers in financiële moeilijkheden via onder meer het Ondernemersklankbord.

Bijdrage aan ROM’s

Met deze middelen worden de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's) ondersteund: NOM (Noord-Nederland), BOM (Noord-Brabant), LIOF (Limburg), Oost NL (Gelderland en Overijssel), Innovation Quarter (Zuid-Holland), Impuls Zeeland (Zeeland), ROM Regio Utrecht (Utrecht), Horizon Flevoland (Flevoland) en ROM InWest (Noord-Holland). Deze middelen hebben tot doel de economische krachten in de regio te versterken en te bundelen met sectorale initiatieven vanuit het topsectorenbeleid en ander generiek beleid en daarnaast om de samenwerking tussen het (innovatieve) mkb en kennisinstellingen in de regio te bevorderen. In juli 2022 is de evaluatie van de ROM’s over de periode 2016-2020 aangeboden aan de Kamer (Kamerstuk 32 637, nr. 502, bijlage 1). In algemene zin schetst de evaluatie een positief beeld van de toegevoegde waarde van de ROM’s, waarbij de meerwaarde vooral zit in de geïntegreerde aanpak van investeren, innoveren en internationaliseren in de regio, waarbij verbindingen met landelijk beleid worden georganiseerd. In de Kamerbrief (Kamerstuk 32 637, nr. 502) is aangegeven hoe de aanbevelingen uit de evaluatie worden opgevolgd.

Invest-NL

In 2021 en volgende jaren is € 10,8 mln structureel beschikbaar voor projectontwikkeling door de Business Development dochter van Invest-NL. Naast het verstrekken van financiering aan ondernemingen, heeft Invest-NL ook als taak het ontplooien van ontwikkelactiviteiten en het aangaan van samenwerking met nationale en internationale promotionele instellingen. Deze activiteiten dienen marktfalen te bestrijden, zodat er meer rendabele financieringsmogelijkheden ontstaan voor marktpartijen.

Tegemoetkoming Vaste Lasten mkb (TVL)

De TVL bood bedrijven die hard geraakt waren door de overheidsmaatregelen ter bestrijding van het coronavirus een tegemoetkoming voor de vaste lasten. De TVL voor het eerste kwartaal van 2022 was de laatste TVL-openstelling. De reguliere openstellingen zijn hiermee gestopt. Starters krijgen voor het vierde kwartal van 2021 en het eerste kwartaal van 2022 nog wel de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen.

Tegemoetkoming Vaste Lasten Caribisch Nederland

Dit betreft de middelen die zijn gereserveerd voor de TVL voor Caribisch Nederland, waarvoor een vergelijkbare regeling als voor Europees Nederland is ingericht.

Europees Defensie Fonds cofinanciering

Het Europese Defensie Fonds (EDF) ondersteunt sinds 2021 de ontwikkeling van militaire capaciteiten van de lidstaten en versterkt de Europese Defensie Industrie. Het fonds draagt financieel bij aan de ontwikkeling van kennis en technologie bij Europese bedrijven en kennisinstellingen, die uiteindelijk geïntegreerd kunnen worden in defensieplatformen of -(sub)systemen. De Europese defensiemarkt is een imperfecte markt met een ongelijk speelveld. Door financiële ondersteuning van Nederlandse bedrijven in EDF-projecten wordt het kennisniveau en innovatie-ecosysteem van de Nederlandse defensie-industrie versterkt en worden investeringen gestimuleerd. Het draagt bij aan het realiseren van de ambitie in de Defensie Industrie Strategie (2018) dat Nederland tot de top 10 van landen die gebruik maken van het EDF behoort.

Herstructurering winkelgebieden

Het kabinet investeert de komende jaren € 100 mln in het realiseren van toekomstbestendige winkelgebieden en in vitale binnensteden. Met de Regeling specifieke uitkering Impulsaanpak winkelgebieden kunnen gemeenten een specifieke uitkering ontvangen voor de gebiedsgerichte en integrale herstructurering en transformatie van (delen van) centrale winkelgebieden en binnenstedelijke winkelstraten. De eerste openstellingsronde had een beschikkingsruimte van € 22 mln en is in mei 2022 opengesteld. In totaal volgen vier openstellingen waarmee naar verwachting ongeveer 40 projecten worden ondersteund.

Overige subsidies

Deze middelen worden aangewend voor onder andere de bijdragen aan Nederland Maritiem Land (NML) voor Maritieme Innovatie Impulsprojecten en aan Stichting Toekomstbeeld der Techniek.

Leningen

Qredits

In de categorie leningen vallen ook de uitgaven aan het beleidsinstrument «Qredits» ten behoeve van micro- en mkb-kredieten voor kleine en startende ondernemers met een haalbaar ondernemingsplan die geen toegang hebben tot het reguliere financiële circuit. Daarnaast biedt Qredits coaching en begeleiding aan. De afgelopen jaren heeft de Staat aan Qredits een langlopende lening van € 45 mln verstrekt en garantieruimte van € 130 mln om micro- en mkb-krediet te kunnen verstrekken.

Om kleine en startende ondernemers in de coronacrisis te voorzien in overbruggingskredieten heeft de Staat aan Qredits twee leningen verstrekt van € 55 mln en € 40 mln voor respectievelijk kleine en startende ondernemers. De laatste lening is verlaagd naar € 12,7 mln vanwege de beperkte behoefte. Daarnaast voert Qredits voor de Staat ook de TOA-faciliteit uit. Dit is een krediet gericht op mkb-ondernemers die met gebruikmaking van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA), hun bedrijf willen doorstarten in de periode 2021-2023. Hiervoor is € 200 mln aan Qredits ter beschikking gesteld.

Qredits is in 2022 geëvalueerd. De evaluatie is in de maand juli naar de Kamer verstuurd (Kamerstuk 32 637, nr. 502). EZK zal met Qredits bezien hoe invulling wordt gegeven aan de door het onderzoeksbureau gedane aanbevelingen.

Garanties

Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)

De BMKB maakt mogelijk dat bedrijven met te weinig zekerheden (onderpand) toch financiering kunnen krijgen, doordat de overheid borg staat voor het deel van de lening waar het bedrijf geen onderpand voor heeft. De overheidsborg bedraagt 90% van het borgstellingskrediet van 50% van het totaal verstrekte krediet (voor starters en innovatieve bedrijven gelden in verhouding hogere borgstellingskredieten ten opzichte van het totaal verstrekte krediet). De kredietverstrekker kan, mocht dat nodig zijn, voor dat deel dus terugvallen op de overheid. Het kabinet heeft in 2017 besloten de BMKB permanent open te stellen voor niet-bancaire partijen (Kamerstuk 32 637, nr. 286). Het gebruik van de regeling hangt af van de kredietbehoefte van het bedrijfsleven, ontwikkeling van de conjunctuur en risicobereidheid van financiers. De raming betreft de verwachte schades die kredietverstrekkers bij EZK declareren als kredieten niet terug kunnen worden betaald. Tegenover de schades staan premies en ontvangsten bij uitwinning van faillissementen. In de budgettaire tabel is een splitsing gemaakt tussen de werkelijke schadebetalingen en stortingen in de begrotingsreserve BMKB. De BMKB is in 2022 geëvalueerd, de kamerbrief met de reactie is in juli naar de kamer verstuurd (Kamerstuk 32 637, nr. 502).

Sinds 16 maart 2020 heeft de BMKB-regeling een coronamodule (BMKB-C) met ruimere mogelijkheden voor in de kern gezonde ondernemingen die liquiditeitsproblemen ondervinden als gevolg van de coronacrisis. De BMKB-C module, die is opengesteld tot medio 2022, biedt een hogere borgstelling van de overheid, zodat financiers eerder en sneller kunnen financieren. De overheidsborg is verhoogd tot 90% van het borgstellingskrediet van 75% van het totaal verstrekte krediet. Het totale garantieplafond voor de BMKB (inclusief BMKB-Groen) in 2023 bedraagt € 765 mln. De BMKB-C is in 2022 gesloten.

Groeifaciliteit

De Groeifaciliteit richt zich op buffervermogen – zoals aandelenkapitaal van participatiemaatschappijen en achtergestelde leningen door banken – en is vooral gericht op de groei- en expansiefase van een bedrijf of voor opvolging/overnames. Achtergestelde leningen en aandelenkapitaal verstrekt door participatiemaatschappijen en banken vallen tot maximaal € 25 mln per financier onder de garantieregeling. In totaal kan er voor € 50 mln per bedrijf onder garantie worden gebracht. De garantie van de overheid bedraagt 50%. Financiers betalen een premie voor het gebruik van de garantie, de regeling is kostendekkend. De Groeifaciliteit heeft een looptijd tot 1 juli 2023.

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

De GO geeft financiers de mogelijkheid om een garantie van 50% van de overheid te verkrijgen, indien zij vanwege het risicoprofiel niet zelfstandig of onvoldoende in staat zijn in de kern gezonde bedrijven te financieren. Jaarlijks kan voor maximaal € 400 mln aan garanties worden verleend, waarbij het gebruik afhankelijk is van de conjuncturele ontwikkeling. Het geraamde bedrag betreft de verwachte schades op de regeling. Tegenover de schades staan premieontvangsten en ontvangsten bij uitwinning van faillissementen. De GO is kostendekkend. Sinds 29 april 2020 heeft de GO een corona-module (GO-C) met ruimere mogelijkheden voor in de kern gezonde ondernemingen die liquiditeitsproblemen ondervinden als gevolg van de coronacrisis. De voorwaarden van GO-C zijn gebaseerd op het tijdelijk staatssteunkader van de Europese Commissie. Het garantiepercentage van GO-C is 80% voor grootbedrijf en 90% voor mkb-bedrijven. Het totale garantieplafond voor de GO in 2023 bedraagt € 700 mln. De GO-C module is vervallen op 30 juni 2022, wel is er nog een kasbuffer aangehouden voor eventuele schades.

Opdrachten

Caribisch Nederland

Het budget betreft onder meer de uitgaven voor de Rijksdienst Caribisch Nederland en de kosten van statistisch en beleidsonderzoek door onder andere het CBS voor Caribisch Nederland.

Regeldruk

Werkbaarheid, proportionaliteit en het zoveel mogelijk beperken van regeldruk van zowel voorgenomen als bestaande regelgeving staan centraal. Een belangrijke bouwsteen in het nieuwe regeldrukprogramma is om heel meetbaar de balans op te maken wat de regels zijn waar een ondernemer in de praktijk mee te maken krijgt, tegen welke knelpunten hij aanloopt en wat het kost aan lasten. Dat wordt meetbaar gemaakt op het niveau van de individuele ondernemer. Hiervoor wordt een domein- of sectorgerichte aanpak geïntroduceerd met specifieke reductiedoelstellingen. Daarnaast is er meer aandacht voor betere werkbaarheid van regelgeving door uitbreiding van de MKB-toets, uitbreiding van het mandaat voor het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) en meer aandacht voor regeldruk als gevolg van lokale en Europese regelgeving.

Budget samenwerking regio

Dit budget heeft als doel de uitwisseling van ervaringen en kennis tussen Rijk en regio te stimuleren, en verbindingen te realiseren door partijen samen te brengen rondom EZK-thema’s als innovatie, ondernemerschap, digitalisering en ruimte voor economische activiteit.

Bijdragen aan agentschappen

Bijdrage aan RVO.nl – Innovatie Attachés (IA)

De Innovatie Attachés, onderdeel van RVO.nl, werken in opdracht van EZK in vijftien landen vanuit ambassades en consulaten. Zij leveren kennis en informatie over ontwikkelingen en trends op het terrein van innovatie, technologie en wetenschap in het buitenland, creëren verbindingen tussen Nederlandse en buitenlandse bedrijven, kennisinstellingen en overheden, en bevorderen daarmee de internationale innovatiesamenwerking ten behoeve van het Nederlandse concurrentievermogen. Door innovatiesamenwerking komt voor de betrokken partijen de beste kennis en kunde beschikbaar, worden lange termijn relaties gesmeed en handelsrelaties versterkt. Ook zorgen de Innovatie Attachés in samenwerking met de NFIA ervoor dat er meer buitenlandse R&D naar Nederland komt. De Innovatie Attachés zijn actief betrokken bij de beleidsvorming en -uitvoering op het gebied van open strategische autonomie en economische veiligheid.

Bijdrage aan RVO.nl - Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA)

De bijdrage van de NFIA is erop gericht om investeringen van buitenlandse bedrijven in Nederland te stimuleren. De NFIA ondersteunt buitenlandse bedrijven die zich willen vestigen in Nederland of die hier willen uitbreiden bij hun investeringsbeslissing. Tevens coördineert de NFIA de samenwerking met regionale partijen binnen het Invest in Holland netwerk en heeft het een signaalfunctie naar beleid over actuele ontwikkelingen in het vestigingsklimaat. De NFIA focust zich op het aantrekken van buitenlandse bedrijven die juist ook bijdragen aan versterking van de innovatie-ecosystemen (samen met het IA-netwerk) en de verduurzaming en digitalisering van de Nederlandse economie. De dienstverlening voor buitenlandse bedrijven bestaat onder meer uit informatievoorziening, praktische assistentie en introductie bij relevante partijen.

Bijdrage aan RVO.nl – uitvoering instrumentarium

Deze middelen zijn grotendeels voor de uitvoering van de financierings- en innovatie-instrumenten (zoals MKB Innovatiestimulering Topsectoren, Eurostars, Internationaal Innoveren, PPS-toeslag, WBSO, BMKB, Groeifaciliteit, Garantie Ondernemingsfinanciering). Dit betreft activiteiten als beoordeling van aanvragen, bedrijfscontroles, voorlichting over de instrumenten, de organisatie van innovatiemissies en het terugontvangen van kredieten.

Bijdrage aan Agentschap Telecom

Met deze bijdrage verzorgt Agentschap Telecom de uitvoering, het toezicht en de handhaving van de bepalingen uit de Wet ruimtevaartactiviteiten. Het gaat om werkzaamheden die voortkomen uit aanvragen, toetsen en eventueel afgifte van een ruimtevaartvergunning, registreren van ruimtevaartvoorwerpen, deelname aan internationale gremia, en adviseren en voorlichting geven over ruimtevaartactiviteiten. Het wettelijke toezicht heeft betrekking op de afgifte van ruimtevaartvergunningen.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Kamer van Koophandel

De Kamer van Koophandel (KVK) voert wettelijke taken uit in het kader van ondernemerschapsbeleid: beheren van het Handelsregister, voorlichting en regiostimulering, innovatiestimulering en de ontwikkeling en het beheer van het digitale en de fysieke ondernemersplein(en). Daarnaast beheert KVK in het kader van het Wwft-beleid de registers van uiteindelijk belanghebbenden van juridische entiteiten en constructies zoals trusts.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Bijdrage NBTC

EZK stelt op basis van meerjarenafspraken budget beschikbaar voor het Nederlands Bureau van Toerisme en Congressen (NBTC) voor bestemmingsmanagement, waaronder internationale «branding», ontwikkeling van aanbod, kennis en data, spreiding van toeristen en congressenwerving.

Overige bijdragen aan organisaties

Dit betreft onder meer de bijdrage aan het Centraal Bureau voor de Statistiek voor de Staat van het MKB en de Koning Willem I Stichting (€ 0,37 mln, waarvan € 0,07 mln wordt bijgedragen door IenW).

Industriële participatie – Commissariaat Militaire productie

EZK werkt aan het versterken, beschermen en (internationaal) positioneren van een hoogwaardige en concurrerende Nederlandse defensie- en veiligheid (gerelateerde) industrie. De Defensie Industrie Strategie (2018) presenteert de gewenste Nederlandse Defensie Technologische & Industriële Basis (DTIB) en geeft aan welke kennis, technologie en industriële capaciteiten zoveel als mogelijk nationaal moeten worden verankerd om de wezenlijke belangen van nationale veiligheid te kunnen beschermen. De defensiemarkt kenmerkt zich door een hoge kennisintensiteit en vraag naar innovatieve oplossingen, maar op de internationale defensiemarkt ontbreekt het aan een gelijk speelveld. Bovendien zullen de geopolitieke spanningen, in het bijzonder de oorlog in Oekraïne, leiden tot meer investeringen in Nederland en de EU op defensiegebied. Aan de ene kant zullen Defensiebudgetten moeten toegroeien naar de NAVO-norm van 2% van het BNP en aan de andere kant zal de samenwerking binnen Europa op het gebied van defensie intensiveren. Een vitale Nederlandse Defensiesector is nodig voor onze eigen veiligheid en om een bijdrage te kunnen leveren aan de Europese veiligheid. EZK zet het industrieel participatiebeleid in om enerzijds de Nederlandse DTIB verder te versterken en anderzijds om Nederlandse defensiebedrijven en kennisinstituten te positioneren binnen de veelal gesloten en op nationaal niveau georganiseerde Europese en trans-Atlantische toeleveringsketens van ontwikkeling, productie en instandhouding van defensiematerieel. Gerichte inzet van industrieel participatiebeleid is van belang voor het beschermen van nationale veiligheidsbelangen en draagt bij aan het openen van internationale toeleveranciersketens, waarmee EZK een gelijker speelveld op de internationale defensiemarkt bevordert.

Extracomptabele fiscale regelingen

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, zijn er fiscale regelingen die betrekking hebben op dit beleidsterrein. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regelingen vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage «Fiscale regelingen» in de Miljoenennota. De fiscale regelingen die niet in onderstaande tabel zijn opgenomen, maar wel op dit beleidsartikel betrekking hebben, zijn:

  1. Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid;
  2. Vrijstelling aandelenopties werknemers van startups;
  3. Persoonsgebonden aftrekpost durfkapitaal.

Voor een beschrijving van de regelingen, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota "Toelichting op de fiscale regelingen".

FOR aftrek 211 218 10
FOR belaste afneming ‒ 105 ‒ 108 ‒ 112
Zelfstandigenaftrek 1.609 1.558 1.254
Extra zelfstandigenaftrek starters 98 102 107
Meewerkaftrek 7 7 7
Stakingsaftrek 17 17 17
Aftrek speur- en ontwikkelingswerk 5 5 4
Willekeurige afschrijving starters 7 7 8
Doorschuiving stakingswinst 295 307 320
Mkb-winstvrijstelling 2.079 2.156 2.230
Terbeschikkingstellingsvrijstelling 20 20 20
Innovatiebox 1.847 2.188 2.258
Liquidatie- en stakingsverliesregeling 765 763 770
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 436 429 522
OVB Vrijstelling bedrijfsoverdracht in familiesfeer1 22 22 29
Schenk- en erfbelasting Bedrijfsopvolgingsfaciliteit 525 525 525
Afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk WBSO 1.411 1.336 1.370
Verlaagd btw-tarief Logiesverstrekking 710 855 915
Kleineondernemersregeling 232 275 301
BPM Vrijstelling bestelauto ondernemers2 813 734 778
MRB Verlaagd tarief bestelauto ondernemers3 1.005 1.030 1.112
  1. OVB = Overdrachtsbelasting.
  2. BPM = Belasting van personenauto’s en motorrijwielen.
  3. MRB = Motorrijtuigenbelasting.

Toelichting op de ontvangsten

De ontvangsten voor de BMKB, Groeifaciliteit en Garantie Ondernemingsfinanciering betreffen de premie-inkomsten in het kader van de verstrekte garanties. Bij de BMKB is daarnaast ook sprake van ontvangsten als gevolg van uitbetaalde maar later afgewezen verliesdeclaraties.

De ontvangsten Rijksoctrooiwet 1995 betreffen de ontvangsten van Octrooicentrum NL, uit hoofde van procedure- en instandhoudingtaksen op basis van de Rijksoctrooiwet 1995. Daarin zijn begrepen de instandhoudingstaksen voor Europese octrooien, waarvoor geldt dat de hiervoor geraamde ontvangsten de helft zijn van de feitelijke ontvangsten uit taksen. De andere helft wordt afgedragen aan het Europees Octrooibureau.

De ontvangsten Eurostars betreffen de Europese bijdrage aan Eurostars-projecten. De bijdrage bedraagt 25% van de nationale bijdrage.

De ontvangsten F-35 betreffen de geraamde afdrachten door de defensie-industrie aan de Staat. Op basis van de medefinancieringsovereenkomst over de deelname van Nederland aan de ontwikkeling van de F-35 draagt de industrie 2% over de gerealiseerde omzet voor ontwikkeling en onderhoud van de F-35 af aan EZK.

Brexit Adjustment Reserve
De EU heeft geld beschikbaar gesteld om organisaties die op een negatieve manier geraakt zijn door Brexit te ondersteunen. Het betreft in totaal € 886 mln. Hiervan is € 485 mln in 2022 ontvangen. In 2023 wordt € 215 mln verwacht en in 2025 zal het laatste bedrag van € 186 mln ontvangen worden. EZK is als Management Autoriteit verantwoordelijk voor het beheer en financiële verantwoording van de regeling aan de EU. De ontvangsten van de BAR worden daarom volledig op de EZK-begroting geraamd. Voor de bedrijfslevenregeling van de BAR die EZK uitvoert is in 2022 (€ 188 mln) en 2023 (€ 62 mln) budget beschikbaar. De overige onderdelen van de BAR vallen onder de ministeries LNV en FIN.

Toelichting op de begrotingsreserves

De begrotingsreserves zijn bedoeld om inkomsten uit premies en uitgaven voor schades, die over de jaren kunnen fluctueren, te verevenen. De reserve wordt aangehouden om als buffer te dienen voor uitgaven door EZK indien bedrijven niet aan hun terugbetalingsverplichtingen kunnen voldoen inzake leningen bij financieringsinstellingen waarop EZK een borgstelling heeft afgegeven. Voor meer informatie over de ontwikkeling van de garanties en het verloop van de reserves wordt verwezen naar het overzicht van de risicoregelingen in het hoofdstuk Beleidsagenda van deze begroting.

Er zijn begrotingsreserves voor de BMKB (inclusief de BMKB-C), de BMKB-Groen, de regeling Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) (inclusief de GO-C), de Groeifaciliteit (GF), de garantieregeling Klein Krediet Corona (KKC) en de garanties voor nieuwe aanbieders van MKB-financiering. De BMKB, BMKB-G, GO, GF en de garanties voor alternatieve aanbieders van MKB-financiering betreffen kostendekkende garanties, waarvan de te realiseren premieontvangsten in principe toereikend zijn voor het afdekken van eventuele verliesdeclaraties. Ultimo begrotingsjaar wordt op basis van de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven vastgesteld of een onttrekking of storting dient plaats te vinden. In onderstaande tabel ontbreekt de stand begrotingsreserve BMKB-G omdat deze regeling pas in 2022 opgezet is.

Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) 214.657 100%
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) 289.636 100%
Groeifaciliteit 67.646 100%
Garantie MKB-faciliteiten 20.932 100%
Klein Krediet Corona (KKC) 24.702 100%

Budgetflexibiliteit begrotingsreserves

BMKB

De BMKB is een kostendekkende regeling. De begrotingsreserve dient ertoe om een discrepantie in de tijd tussen ontvangsten en uitgaven te verevenen en als buffer voor het niet-kostendekkende deel van de regeling. Het uitstaand obligo van de BMKB was ultimo 2021 circa € 1,6 mld en van de BMKB-C € 322,4 mln, waarmee de volledige begrotingsreserve juridisch verplicht is.

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) en de Groeifaciliteit (GF)

Bij de Garantie Ondernemingsfinanciering en de Groeifaciliteit is sprake van in opzet kostendekkende regelingen. Bij deze regelingen dient de begrotingsreserve ertoe de discrepantie in de tijd tussen ontvangsten en uitgaven te verevenen. Bij deze regelingen kunnen relatief grote verliesdeclaraties worden ingediend, die de omvang van de in enig jaar te ontvangen provisies te boven gaan. Voor die situaties is het nodig een forse begrotingsreserve aan te houden om deze tegenvallers binnen de begroting te kunnen accommoderen. Het uitstaande obligo voor deze regelingen was ultimo 2021 € 337,9 mln (GO), € 392,9 mln (GO-C) en € 72,4 mln (GF), waardoor de volledige reserves voor deze regelingen juridisch verplicht zijn. De omvang en benutting van de begrotingsreserves worden betrokken bij de evaluatie van deze regelingen.

MKB-faciliteiten

Dit betreft de begrotingsreserve ten behoeve van de fundinggaranties in het kader van het Aanvullend actieplan MKB-financiering. De begrotingsreserve dient ertoe de discrepantie in de tijd tussen de premieontvangsten en de uitgaven te verevenen. Het uitstaand obligo ultimo 2021 van deze garanties is € 358,2 mln, waarmee de volledige voorziening juridisch is verplicht.

Klein Krediet Corona

Dit betreft de begrotingsreserve ten behoeve van de garantieregeling Klein Krediet Corona (KKC). De begrotingsreserve dient ertoe de discrepantie in de tijd tussen de premieontvangsten en de uitgaven te verevenen. Het uitstaand obligo ultimo 2021 van deze garanties is € 55,8 mln, waarmee 100% van de voorziening juridisch is verplicht.

Voorgenomen stortingen of onttrekkingen begrotingsreserves

214.657 ‒ 10.000 204.657 204.657
5.000 5.000 5.000
289.636 ‒ 35.000 254.636 254.636
67.646 67.646 67.646
20.932 20.932 20.932
24.702 ‒ 5.000 19.702 19.702

Voor de begrotingsreserve BMKB en KKC zijn de voorgenomen onttrekkingen voor 2022 opgenomen. Op basis van de daadwerkelijke verliesdeclaraties en premieontvangsten wordt ultimo boekjaar bepaald of voor deze reserves een aanvullende onttrekking of storting aan de reserves dient plaats te vinden. Ditzelfde geldt voor de begrotingsreserves van de GO, GF, en MKB-faciliteiten. Op dit moment zijn deze stortingen of onttrekkingen nog niet precies te ramen.

Strategisch doel 3: Het faciliteren van de transitie naar een klimaatneutrale, circulaire en inclusieve economie

Verduurzaming Industrie

Ter bevordering van CO2-reducerende maatregelen in de industrie is vanuit de klimaatenveloppe in 2023 € 85 mln beschikbaar op de begroting van EZK (via de begroting van IenW wordt daarnaast € 15 mln beschikbaar gesteld). Deze middelen worden op hoofdlijnen als volgt besteed:

  1. Waterstof: Vanuit de klimaatenveloppe voor de industrie wordt in 2023 € 15 mln bijgedragen aan de DEI+ en een nieuwe tenderregeling voor de opschaling van groene waterstof, via artikel 4 van de EZK-begroting.
  2. CCUS: € 15 mln voor haalbaarheidsstudies, Front End Engineering Design (FEED)-studies en CC(U)S-pilots om hiermee de toepassing van CC(U)S-technologieën in de gehele CC(U)S-keten (afvang, transport, hergebruik en opslag van CO2) of in delen van de keten, te testen en/of te demonstreren in een praktijkomgeving of industriële omgeving.
  3. CO2-reductie industrie: € 55 mln voor pilot- en demonstratieprojecten voor versnelling van kosteneffectieve CO2-reductie in de industrie, veelal via de DEI+-regeling. Een deel van de middelen is bestemd voor haalbaarheidsstudies onder de bestaande TSE-industrie-studieregeling.

Verder vindt onder dit instrument de uitfinanciering plaats van de bestaande Versnelde Klimaatinvesteringen Industrie regeling (VEKI) en de reguliere openstellingen van deze regeling tot en met 2022.

Op grond van de Klimaatwet stuurt het kabinet jaarlijks op de vierde donderdag in oktober een klimaatnota naar de Tweede Kamer.

Urgenda maatregelen Industrie

Het betreft hier begroting van uitgaven voor enkele specifieke maatregelen en projecten bij individuele bedrijven gericht op versnelde CO2-reductie (equivalenten) in het kader van Urgenda, en uitfinanciering daarvan.

Investeringen Verduurzaming Industrie – Klimaatfonds

De Versnelde Klimaatinvesteringen Industrie regeling (VEKI) is met name gericht op de uitrol van bewezen CO2-reducerende technologie voor proces-efficiency en energiebesparing met een terugverdientijd van meer dan 5 jaar. Ook het MKB maakt hier veel gebruik van. De regeling wordt in 2023 voortgezet en geïntensiveerd, gevoed met middelen uit het Klimaatfonds voor 2023.

In 2023 wordt naar verwachting voor het eerst de nieuwe Nationale Investeringsregeling Klimaatprojecten Industrie (NIKI) opengesteld, mede ten behoeve van de in het Coalitieakkoord afgesproken maatwerkaanpak voor de 10 tot 20 grootste uitstoters, gevoed met middelen uit het klimaatfonds. De NIKI is gericht op grotere CO2-reducerende projecten met alternatieve technologie die niet in de bestaande regelingen passen, vaak vanwege het unieke karakter. Projecten die net als bij de SDE++-regeling ook operationele ondersteuning nodig hebben, zoals elektrisch kraken of groene chemie.

Indirecte Kosten Compensatie ETS

In het Klimaatakkoord is aangegeven dat de regeling Indirecte Kosten Compensatie ETS (over periode tot en met 2020) afloopt. Tot en met 2021 was hiervoor budget beschikbaar op artikel 4 van de EZK-begroting. Mede gelet op de budgettaire omvang heeft het vorige kabinet de besluitvorming over een eventuele meerjarige voortzetting van de regeling aan het huidige kabinet overgelaten. In het Coalitieakkoord is geen budget beschikbaar gesteld. Vooruitlopend op een definitief besluit is de regeling vooralsnog met 1 jaar verlengd.

EU-Cofinanciering Fonds voor een Rechtvaardige Transitie (JTF)

Dit fonds zal zich vooral richten op de economische diversificatie van de, door de klimaattransitie, zwaarst getroffen gebieden en op de omscholing en actieve inclusie van de werknemers en werkzoekenden in deze gebieden. De middelen zullen worden toebedeeld op COROP-niveau. EZK neemt de voor JTF vereiste cofinanciering deels voor zijn rekening voor projecten die bijdragen aan nationale beleidsdoelen op het gebied van innovatie en de energietransitie, waarbij aansluiting wordt gezocht bij het Missiegedreven Topsectoren-en Innovatiebeleid (MTIB) en het nationale Klimaatakkoord. De cofinanciering door EZK bedraagt € 60 mln verplichtingenbudget in 2022 en 2023 samen, waarvan de kasuitgaven zijn geraamd in de periode 2022-2027. Ook decentrale overheden en private partijen zullen bijdragen aan cofinanciering van JTF-projecten.

MVO & MVI

Om bedrijven te adviseren over maatschappelijk verantwoord ondernemen, en hen hiertoe ook te stimuleren en hun inzet te monitoren, besteedt EZK € 363.000 aan een pilot om MVO-eisen te integreren aan het bedrijfsleveninstrumentarium. Daarnaast draagt EZK € 255.000 bij aan het Nationaal Actieplan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen 2021-2025 om de inkoopkracht van alle overheden te gebruiken ten gunste van mens, milieu en klimaat.

Bedrijfssteun

Als steunmaatregel is in 2020 een leningsfaciliteit van € 150 mln beschikbaar gesteld aan Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR). Door deze leningsfaciliteit kan SGR consumenten schadeloos blijven stellen bij faillissement van aangesloten reisorganisaties. Voor kleinere garantiefondsen VZR Garant en het Garantiefonds voor Gespecialiseerde Touroperators (GGTO) is eenzelfde leningsfaciliteit onder dezelfde voorwaarden beschikbaar gesteld voor respectievelijk € 2,5 mln en € 4 mln. Van deze faciliteit is door GGTO en VZR gebruik gemaakt door opname van respectievelijk € 1,5 mln en € 1 mln.

Daarnaast heeft het kabinet in 2021 een faciliteit van maximaal € 400 mln aan SGR beschikbaar gesteld voor de verstrekking van liquiditeitsleningen (voucherkredieten) aan reisorganisaties, die tijdelijk onvoldoende middelen hebben om vouchers terug te betalen aan consumenten. Voorwaarde is dat de reisorganisaties deze middelen alleen kunnen inzetten voor het uitbetalen van verstrekte vouchers voor pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen. Het betreft vouchers die zijn afgegeven van 12 maart t/m 31 december 2020, onder de garantieregeling van SGR. Het maximaal te financieren bedrag per onderneming is 80% van de waarde van de aan de consument terug te betalen vouchers. Het krediet dat een reisonderneming kan aangaan is gemaximeerd op € 50 mln. Van deze faciliteit is door SGR gebruik gemaakt voor een bedrag van € 187 mln.

Beleidsartikel 3 Toekomstfonds

A. Algemene doelstelling

Het Toekomstfonds is onderdeel van het bedrijvenbeleid zoals beschreven in artikel 2 en richt zich op het vergroten en beschikbaar stellen van (risico)financiering voor bedrijven en onderzoek. Het beoogt de innovatiekracht van Nederland te versterken en mogelijk te maken door het beschikbaar stellen van financiering voor het innovatief en snelgroeiend mkb en voor fundamenteel en toegepast onderzoek. Om de toegang tot risicokapitaal te faciliteren zet EZK met het Toekomstfonds diverse instrumenten in, zoals de regeling Vroegefasefinanciering (VFF), Seed Capital en de Dutch Venture Initiatieven (DVI). Ook de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) zijn ondergebracht in het Toekomstfonds.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van EZK is rijksbreed verantwoordelijk voor versterking van het innovatievermogen, in het bijzonder gericht op het bedrijfsleven, en verantwoordelijk voor het scheppen van randvoorwaarden voor een excellent ondernemings- en vestigingsklimaat.

De minister van EZK en de bewindslieden van OCW coördineren en borgen de publieke kennisinfrastructuur voor toegepast en fundamenteel onderzoek (zie artikel 2). Vanuit deze verantwoordelijkheden heeft de minister een financierende en faciliterende rol, zoals vermeld in artikel 2 van deze begroting.

Financieren/faciliteren

  1. Het mede-financieren van investeringen in R&D en innovatie;
  2. Het faciliteren van toegang tot en financieren van (risico)kapitaal voor bedrijven;
  3. Het mede-financieren van Europese en internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie.

Om – aanvullend op de begroting – het parlement te informeren over de voortgang en effecten van beleid treft u op de website https://www.bedrijvenbeleidinbeeld.nl informatie aan over de indicatoren en kengetallen. Deze website is te zien als een digitale bijlage van de EZK-begroting.

C. Beleidswijzigingen

Op het terrein van startups en mkb-financiering zal 2023 in het teken staan van de evaluaties van verschillende regelingen binnen het Toekomstfonds, waaronder de regelingen Seed Capital, Vroegefasefinanciering (VFF) en het Dutch Venture Initiative (DVI).

Op het terrein van investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek is het voornemen van EZK en OCW om in 2023 ieder € 12,5 mln in de vorm van revolverende leningen te committeren voor vervolgfinanciering ten behoeve van een tweede fase van het Oncode Institute voor de periode 2023-2027. In de jaren daarna zal een deel van de EZK-middelen nog voor Oncode beschikbaar zijn om participaties in startende ondernemingen te verkrijgen. OCW stelt middelen ter beschikking voor onderzoek en EZK ten behoeve van de valorisatie van dat en ander onderzoek door het Oncode Institute.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 389.875 435.980 172.014 148.360 154.127 152.192 165.157
Uitgaven 328.336 393.583 228.337 222.480 198.696 217.681 152.846
Subsidies (regelingen) 2.905 5.151 3.136 2.978 2.398 0 0
Smart Industry (subsidie) 120 793 158
Haalbaarheidsstudies STW 796 19
Thematisch Technology Transfer 1.989 4.339 2.978 2.978 2.398
Leningen 316.250 372.413 216.184 210.485 187.281 208.664 143.864
Startups / MKB financiering
Volledig revolverend
Fund to Fund 7.000 73.055 11.266 13.101 15.800 10.800 23.000
ROM's 207.162 18.913 9.000
Dutch Future Fund 10.000 7.000 6.000 2.000
Deep Tech Fund 35.000 25.000 25.000 25.000 65.000
Fonds Alternatieve Financiering 20.000 10.000 10.000 10.000
Deels revolverend
Innovatiekrediet 53.334 61.447 51.933 58.689 57.689 57.689 57.689
Risicokapitaal SEED 34.916 76.693 41.257 61.253 56.086 56.086 44.086
Vroege fase / informal investors 6.855 32.026 20.497 22.597 14.597 14.597 14.597
Start ups / MKB 825 492 492 492
Q4C 25.000
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek
Met vermogensbehoud
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek 2.514 9.622
Onco research 1.016 16.116 1.170 630 2.860 2.500 2.500
Smart Industry (leningen) 231 372
Thematische Technology Transfer 3.222 13.169 7.061 4.390 1.257
RegMed XB 6.000 7.000 8.000 1.500 1.500 1.500
Bijdrage aan agentschappen 9.181 16.019 9.017 9.017 9.017 9.017 8.982
Bijdrage RVO.nl 9.181 16.019 9.017 9.017 9.017 9.017 8.982
Ontvangsten 82.025 106.000 80.200 80.300 262.100 60.300 53.300
ROM's 20.889 30.000 30.000 30.000 210.000
Fund to Fund 47.650 17.900 15.000 13.800 13.000 6.000
DVI II 2.050 2.000 5.000 8.000 17.000 17.000
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek 980
Thematische Technology Transfer 243
Innovatiekredieten 28.021 16.000 20.000 20.000 20.000 20.000 20.000
SEED 30.362 10.300 10.300 10.300 10.300 10.300 10.300
Ontvangsten VFF 1.530
Verplichtingen 389.875 435.980 172.014 148.360 154.127 152.192 165.157
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen 389.875 435.980 172.014 148.360 154.127 152.192 165.157

Geschatte budgetflexibiliteit

juridisch verplicht 73%
bestuurlijk gebonden 3%
beleidsmatig gereserveerd 26%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0%

Juridisch Verplicht

  1. Subsidies (regelingen): Het budget voor subsidies in 2023 is bijna volledig juridisch verplicht. Dit betreft de uitfinanciering van de verplichtingen in het kader van de regeling Thematische Technology Transfer (TTT).
  2. Leningen: De verschillende leningen zijn grotendeels juridisch verplicht. Dit betreft een groot deel van het budget voor Innovatiekredieten, de Seed Capital regeling, Vroegefasefinanciering en de regeling Thematische Technology Transfer. Het budget voor DVI/Fund of funds, Dutch Future Fund, Deep Tech Fund en het fonds voor Alternatieve financiering, Smart Industry en Oncode Institute is volledig juridisch verplicht.
  3. Bijdrage aan agentschappen: Het budget betreft de financiering van het opdrachtenpakket 2022 aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) en is 100% juridisch verplicht.

Bestuurlijk gebonden

  1. Leningen: Alleen de uitgaven voor het REGMED-instrument zijn bestuurlijk gebonden.

Beleidsmatig Gereserveerd

  1. Subsidies (regelingen): Een klein deel van de subsidies is beleidsmatig gereserveerd. Dit betreft Smart Industry.
  2. Leningen: Verschillende leningen zijn deels beleidsmatig gereserveerd. Dit betreft een deel van het budget voor Innovatiekredieten, de Seed Capital regeling en Vroegefasefinanciering. Het budget voor Q4C is volledig beleidsmatig gereserveerd.

Revolverendheid

Opbrengsten van succesvolle innovaties vloeien terug in het Toekomstfonds, zodat ze weer opnieuw kunnen worden ingezet. Het fonds is daarmee additioneel aan de markt: de overheid neemt het grootste risico, waardoor private investeerders kunnen mee-investeren in innovatieve ondernemingen. De overheid deelt mee in de opbrengsten van geslaagde innovaties, waardoor deze middelen opnieuw kunnen worden ingezet voor het vergroten van het beschikbare risicokapitaal voor innovatieve bedrijven.

Figuur 4 Instrumenten Volledig revolverend (x € 1 mln)

Figuur 5 Instrumenten Gedeeltelijk revolverend (x € 1 mln)

Figuur 6 Instrumenten Fundamenteel en toegepast onderzoek (x € 1 mln)

Toelichting: In bovenstaande grafieken is voor de verschillende onderdelen van het Toekomstfonds weergegeven wat de verhouding is tussen de (geraamde) uitgaven van de diverse regelingen en de (geraamde) terug-ontvangsten op verstrekte kredieten. Ontvangsten op de geïnvesteerde bedragen worden eerst na verloop van een aantal jaar gerealiseerd. Bij instrumenten die relatief kort bestaan (bijvoorbeeld investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek) zijn hierdoor nog geen of nauwelijks ontvangsten gerealiseerd. Dit is het geval bij MKB-financiering volledig revolverend (DVI sinds ultimo 2012 en het Co-investeringsfonds sinds 2017) en de investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek (sinds 2016). In de komende jaren zullen naar verwachting de ontvangsten relatief gaan toenemen op de uitgaven. De instrumenten in het onderdeel MKB-financiering zijn gedeeltelijk revolverend, zoals de Seed Capital regeling en het Innovatiekrediet, bestaan al langer en kennen hierdoor al een substantiële ontvangstenrealisatie.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

De middelen in het Toekomstfonds worden revolverend ingezet voor de financiering van innovatieve en snelgroeiende mkb-bedrijven en voor fundamenteel en toepassingsgericht onderzoek. Ook de begrotingsmiddelen voor het Innovatiefonds MKB+ en de participatie van het Rijk in de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) zijn in het Toekomstfonds ondergebracht.

Subsidies

Smart Industry

Dit betreft de uitfinanciering van het subsidiedeel van de regeling Smart Industry (zie toelichting onder investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek met vermogensbehoud). Daarnaast is er € 3,5 mln beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de Implementatie-agenda Smart Industry 2018-2021, waaronder de regionale Smart Industry Hubs.

Haalbaarheidsstudies STW

Via Proof of Concept, onderdeel van de investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek met vermogensbehoud, is verspreid over de jaren vanaf 2017 in totaal € 4 mln (inclusief uitvoeringskosten) beschikbaar gesteld aan NWO-TTW voor haalbaarheidsstudies voor innovatieve TO2-starters. Met een haalbaarheidsstudie kan de innovatieve TO2-starter het proof of principle aantonen, evenals het commercieel perspectief van het beoogde product of proces of de beoogde dienst. De uitfinanciering liep in 2022 ten einde.

Thematische Technology Transfer

Dit betreft subsidies voor de genoemde activiteiten van de thematische samenwerkingsverbanden gericht op kennisoverdrachtsactiviteiten op een bepaald thema, met als doel het helpen oprichten van kennisstarters in de periode 2019-2025. Tevens is er een beperkt budget voor managementkosten van de TTT-fondsen.

Leningen

Binnen de structuur van het in 2014 gevormde Toekomstfonds (Kamerstuk 34 000 XIII, nr. 5), bestaat het Innovatiefonds MKB+ uit volledig revolverende instrumenten (Dutch Venture Initiative (DVI), de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen, het Dutch Future Fund, het Deep Tech Fonds en het fonds voor Alternatieve financiering), en gedeeltelijk revolverende instrumenten (Innovatiekrediet, de Seed Capital regeling (risicokapitaal) en Vroegefasefinanciering).

MKB-financiering: volledig revolverend

Fund to Fund

Dutch Venture Initiative (DVI) heeft een vliegwieleffect voor de risicokapitaalmarkt omdat het in fondsen investeert waarin private investeerders tussen de minimaal 50% en 90% meefinancieren. Dit effect wordt versterkt door het feit dat bedrijven met dit risicokapitaal gemakkelijker nieuw vreemd vermogen kunnen aantrekken. Met ondersteuning van DVI-fund-of-funds is sinds 2014 meer dan € 4,2 mld aan risicokapitaal beschikbaar gekomen. De venture capital fondsen verkrijgen tussen € 5 mln en € 20 mln uit DVI. Begin 2022 hadden 373 ondernemingen financiering uit DVI-fondsen verkregen.

Het eerste DVI-fonds van € 202,5 mln (EZK-bijdrage € 130 mln, EIF-bijdrage € 67,5 mln en BOM-bijdrage € 5 mln) is opgericht in 2013 en is inmiddels volledig gecommitteerd in 14 venture capital fondsen, waaronder een specifiek fonds voor business angels van € 45 mln. Het tweede DVI fund-of-funds van € 200 mln (EZK-bijdrage € 100 mln, EIF-bijdrage € 100 mln) is opgericht in 2016 en er zijn inmiddels 13 fondsen operationeel.

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's)

Participaties in de ROM’s worden onder de revolverende investeringen verantwoord. In 2023 is € 4 mln beschikbaar voor een kapitaalstorting aan de ROM Flevoland. Ook is er € 5 mln begroot voor een kapitaalstorting aan het Innovatiefonds Zeeland in het kader van de compensatie van het niet doorgaan van de verhuizing van de marinierskazerne naar Vlissingen.

Dutch Future Fund

Het Dutch Future Fund met een omvang van € 300 mln wordt uitgevoerd door het EIF in samenwerking met Invest-NL. Het fonds investeert in andere risicokapitaalfondsen, zodat via die fondsen de beschikbare hoeveelheid kapitaal voor Nederlandse innovatieve groeibedrijven wordt vergroot. EZK heeft € 25 mln voor dit fonds beschikbaar gesteld.

Deep Tech Fund

Het Deep Tech Fonds betreft een fonds dat investeringen in bedrijven met innovatieve complexe technologie mogelijk kan maken. Voor innovatieve ondernemingen die zowel kennis- als kapitaalintensief zijn, is het vaak moeilijk om financiering te vinden. Vaak gaat het om nieuwe technologieën die zich nog niet hebben bewezen en waar relatief grote risico’s aan kleven. Het fonds is uitgewerkt als co-investeringsfonds en als separaat fonds ondergebracht bij Invest-NL. De omvang van het fonds bedraagt € 250 mln, waarvan € 175 mln door EZK is ingebracht en € 75 mln door Invest-NL.

Fonds Alternatieve Financiering (Dutch Alternative Credit Instrument)

Samen met Invest-NL en het EIF is een fonds opgericht voor de funding van alternatieve financiers. De fondsomvang bedraagt € 200 mln, waarvan € 50 mln door EZK wordt ingebracht. Met het fonds kan het aanbod van funding voor alternatieve financiers worden vergroot. Hierdoor verkrijgen alternatieve financiers meer slagkracht om leningen te verstrekken aan ondernemers en kunnen zij een aantrekkelijk alternatief bieden voor bancaire financiering. Zo draagt het fonds bij aan een divers financieringslandschap.

Q4C

Er is € 25 mln beschikbaar gesteld voor een pilot ter versterking van het eigen vermogen van het MKB. Dit is ter opvolging van het advies «versterking eigen vermogen mkb» van het Nederlands Comtié voor Ondernemerschap. Het doel is de solvabiliteitspositie van het MKB te versterken en de toegang tot andersoortige financiering te vergroten. Hierdoor krijgen mkb-ondernemers ruimte om te investeren in groei en belangrijke transities als verduurzaming en digitalisering.

Figuur 7 Participaties Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen ultimo 2021 (x € 1 mln)

MKB-financiering: gedeeltelijk revolverend

Innovatiekrediet

Het Innovatiekrediet biedt toegang tot financiering voor met name het innovatieve mkb en start-ups, en helpt bij het aantrekken van risicokapitaal. In een fase waarin bancaire financiering niet of nauwelijks beschikbaar is, maakt het Innovatiekrediet onder voorwaarde van 50-75% eigen middelen innovatieprojecten mogelijk met een maximale ondersteuning van € 10 mln voor technische ontwikkelingsprojecten en € 5 mln voor klinische projecten. In 2022 is de rentestructuur zo aangepast dat succesvolle projecten meer bijdragen aan de revolverendheid, terwijl projecten met een lange terugbetaalperiode relatief minder rente hoeven te betalen. De totale rentelasten blijven naar verwachting hetzelfde.

Risicokapitaal SEED

De Seed Capital regeling ondersteunt starters in high tech en creatieve sectoren bij het verwerven van risicokapitaal.

Vroege fase / informal investors

De regeling Vroegefasefinanciering biedt financiering in de vorm van een geldlening aan academische, hbo en TO2 starters, voor innovatieve starters en kleine bedrijven in een vroege ontwikkelingsfase: van validatie en onderbouwing van een business case, van idee naar concept. Hierdoor wordt ook de toegang tot vervolgfinanciering gefaciliteerd. Dit initiatief wordt door RVO.nl en door NWO-TTW uitgevoerd. Ook bevat de regeling een regionale module, waarmee regionale financiers cofinanciering kunnen verkrijgen ten behoeve van het verstrekken van vroegefasefinanciering aan ondernemingen.

Bovengenoemde instrumenten versterken en stimuleren private vermogensverschaffers om innovatieprojecten van bedrijven te financieren en voorzien in de behoefte van bedrijven aan betere toegang tot risicokapitaal voor innovatie.

Figuur 8 Gebruik regelingen Toekomstfonds

Innovatiekrediet RVO.nl
Aantal bedrijven dat Innovatiekrediet gebruikt 40 33 32 29 31 29 27 19
Omvang private R&D-uitgaven ondersteund met een Innovatiekrediet (x € 1 mln) 123 119 136 159 173 139 167 97
Seed Capital en Fund of funds RVO.nl/EIF
Aantal participaties via Seed Capital en Fund of Funds 32 50 81 95 125 146 106 90
Omvang gestimuleerd risicokapitaal voor innovatieve bedrijven door Seed Capital en Dutch Venture Initiative/Fund of Funds (x € 1 mln) 257 553 744 182 1.606 351 440 69
Vroegefasefinanciering RVO.nl
Aantal ondernemers dat Vroege Fase Financiering gebruikt 40 37 41 40 33 42 43
Thematische Technology Transfer (TTT) regeling
Het aantal nieuwe (initiële) participaties in het afgelopen kalenderjaar van TTT-fondsen 12 3
Aantal startende bedrijven ten gevolgen van de valorisatieactiviteiten door een TTT-samenwerkingsverband 6 n.n.b.

Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek (met vermogensbehoud)

Vanuit het onderzoeksdeel van het Toekomstfonds wordt geïnvesteerd in nieuwe onderzoeksfaciliteiten, upgrading van bestaande faciliteiten en kennisbenutting. Dit deel van het Toekomstfonds wordt in 2022 geëvalueerd.

Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek

De middelen waren t/m 2022 nodig voor de uitfinanciering van de regeling Toekomstfonds Onderzoeksfaciliteiten (TOF), waarmee van 2015 tot en met 2017 investeringen in hoogwaardige onderzoeksfaciliteiten zijn ondersteund.

Oncode Research

Oncode Institute wordt mede gefinancierd uit het onderzoeksdeel van het Toekomstfonds, gericht op Thematische Technology Transfer. Oncode Institute is een pilot die zich richt op de toepassing van wetenschappelijk oncologisch onderzoek voor betaalbare oplossingen voor de patiënt.

Smart Industry (leningen)

De uitfinanciering van het leningendeel van de regeling Smart Industry Fieldlabs die in 2017 is gepubliceerd en eenmalig is opengesteld liep t/m 2022. De regeling had als doel om de digitalisering van de industrie te versnellen door slimme inzet van nieuwe productietechnologieën (bijvoorbeeld 3D-printers, robots, drones en sensoren) in combinatie met ICT. De subsidie bestond voor tweederde uit een renteloze lening.

Thematische Technology Transfer

De TTT-regeling heeft als doel het vergroten van de beschikbaarheid van risicofinanciering voor kennisstarters. Dit wordt gedaan door middel van TTT-fondsen in de periode 2019 tot en met 2025. De investeringen van de fondsen revolveren en hebben een looptijd van maximaal 9 jaar.

RegMed XB

Er is € 30 mln aan middelen uit het Toekomstfonds beschikbaar voor de financiering van publiek-private samenwerkingen, zoals het RegMed XB PPE fonds. Met een revolverend financieel instrument worden deze middelen ingezet voor de financiering van projecten om innovatie en bedrijvigheid te stimuleren. Die projecten richten zich op het ontwikkelen van medische oplossingen op het gebied van regeneratieve geneeskunde, waarmee ook wordt bijgedragen aan de beheersing van zorgkosten. Van de beschikbare € 30 mln is € 15 mln afkomstig van de begroting van het Ministerie van VWS.

Bijdrage aan agentschappen

Dit betreft de bijdrage aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor de uitvoering van de diverse regelingen van het Toekomstfonds, zoals het Innovatiekrediet, de Seed Capital regeling, de regeling Vroegefasefinanciering, het Toekomstfondskrediet onderzoeksfaciliteiten, de TTT-regeling en de regeling Smart Industry.

Toelichting op de ontvangsten

De ontvangsten van het Toekomstfonds betreffen de op de EZK-begroting geraamde terugbetalingen van kredieten (hoofdsom en rente) in het kader van het Innovatiekrediet en Vroegefasefinanciering. Daarnaast worden de terugontvangsten van het Dutch Venture Initiative (DVI) en de Seed Capital regelingen verantwoord. Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengsten van rente, dividend en de verkoopwaarde van ondernemingen op het moment dat een fonds haar belangen daarin verkoopt.

Ook worden de ontvangsten in het kader van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen in het Toekomstfonds verantwoord. Dit betreft eventuele dividenden en opbrengsten van aandelenverkoop. Ook hebben de ontvangsten betrekking op de terugontvangst van de middelen die aan de ROM's ter beschikking zijn gesteld voor het verstrekken van de Corona-overbruggingsleningen aan bedrijven.

Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

A. Algemene doelstelling

Beleidsartikel 4 heeft doelstellingen in het kader van het klimaat- en energiebeleid. Voor het klimaatbeleid, en in internationaal verband, betreft dit de bijdrage aan het realiseren van de doelen van de klimaatovereenkomst van Parijs en, in Europees verband, het realiseren van een netto-reductie van broeikasgassen in 2030 van ten minste 55% ten opzichte van 1990 en klimaatneutraliteit in 2050.

In het kader van het energiebeleid werken we toe naar een CO2-arme energievoorziening die veilig, betrouwbaar en betaalbaar is, op zodanige wijze dat economische kansen worden verzilverd en energie in het ruimtelijk beleid is geïntegreerd. De belangrijkste maatschappelijke uitdagingen waarop gefocust wordt zijn de klimaat- en energietransitie en de goede technische en veilige invulling van de afbouw van de winning uit het Groningenveld.

Nationaal worden de doelen uit de Klimaatwet nagestreefd, in het voorjaar heeft het kabinet een wetsvoorstel naar de Kamer gestuurd om deze doelstellingen aan te passen:

  1. Het streefdoel van 49% reductie in 2030 wordt vervangen door een streefdoel van tenminste 55% reductie (inclusief landgebruik) en geldt onverminderd de bindende EU-norm voor 2030.
  2. Het doel van 95% reductie in 2050 wordt aangescherpt tot een verplichting voor Nederland in 2050 de netto-uitstoot van broeikasgassen overeenkomstig de Europese klimaatwet tot nul te reduceren.

Figuur 9 Uitstoot broeikasgassen Nederland in mld CO2-equivalenten

Bron CBS. De cijfers voor 2021 zijn voorlopige cijfers.

In het Coalitieakkoord van 15 december 2021 heeft het kabinet aanvullende maatregelen aangekondigd. Het ontwerp-beleidsprogramma, dat op 2 juni 2022 naar de Tweede Kamer is gestuurd bevat de uitwerking van het klimaatbeleid uit het Coalitieakkoord en is een aanvulling op het Klimaatplan uit 2019 dat werd gebaseerd op het Klimaatakkoord. Dit ontwerp-beleidsprogramma bevat de hoofdlijnen van het klimaatbeleid voor de komende 10 jaar – gericht op het realiseren van de aangescherpte doelen uit de Klimaatwet. Om met volledige zekerheid het aangescherpte doel van 55% reductie in 2030 te realiseren, richt het kabinet zich bij de uitwerking van het klimaatbeleid op 60% emissiereductie. Op deze wijze is er ruimte voor eventuele tegenvallers, zonder het risico dat wettelijke doelen niet worden gerealiseerd. De maatregelen die het kabinet in het beleidsprogramma heeft opgenomen vormen een samenhangend pakket aan maatregelen bestaande uit subsidie, beprijzing en normerende instrumenten voor de verschillende sectoren. Er komt een Klimaatfonds met een omvang van € 35 mld voor de periode tot en met 2030. Het Klimaatfonds is bedoeld om op middellange termijn middelen te reserveren en beschikbaar te stellen voor een aantal additionele maatregelen die bijdragen aan het behalen van de reductiedoelstellingen in de Klimaatwet.

Voor de kortere termijn stuurt het kabinet daarnaast nog op het realiseren van de doelstelling van 16% duurzame energie in 2023, die nog voortvloeit uit het Energieakkoord. Om deze doelstellingen te bereiken zet EZK een mix van normerende en beprijzingsinstrumenten en subsidies in, maar ook niet-financiële instrumenten zoals het transitiegericht maken van energieregelgeving om de werking van de energiemarkt te verbeteren. Om uitvoering te geven aan het Urgendavonnis moet Nederland in 2020 en de jaren daarna de CO2-uitstoot met minimaal 25% reduceren ten opzichte van 1990. Hiertoe heeft het kabinet de afgelopen jaren op verschillende momenten maatregelen aangekondigd.

Het kabinet zal twee keer per jaar over de voortgang van het klimaatbeleid rapporteren, aansluitend bij de begrotingscyclus. In het najaar wordt in de Klimaatnota verantwoording afgelegd over de resultaten van het Klimaatbeleid aan de hand van informatie uit het Dashboard Klimaatbeleid en de cijfers over gerealiseerde emissies en ramingen uit de Klimaat en Energieverkenning 2022. Om de begrotingscyclus en de Klimaatwetcyclus beter op elkaar aan te sluiten zal dit jaar de concept-Klimaatnota met Prinsjesdag gepubliceerd worden. PBL zal op eveneens op Prinsjesdag de ramingen voor het vastgestelde en voorgenomen beleid publiceren.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister voor Klimaat en Energie is op basis van de Klimaatwet verantwoordelijk voor het nationale klimaatbeleid en de inhoudelijke lijn voor de nationale inbreng in de ontwikkeling van het Europese en het mondiale klimaatbeleid.

De Minister voor Klimaat en Energie is verder op grond van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet, de Warmtewet en de Mijnbouwwet verantwoordelijk voor het energiebeleid. Hieruit vloeien de volgende verantwoordelijkheden voort.

Klimaatbeleid

Regisseren

  1. Regisseren van het nationale klimaatbeleid op basis van de nationale doelen en de werkwijze zoals deze is vastgelegd in de Klimaatwet, met het oog op het door Nederland nakomen van de (onder andere) in United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) en EU-verband gemaakte afspraken over het reduceren van CO2- en overige broeikasgasemissies. Hieronder valt ook het emissiehandelssysteem, waarin CO2-emissierechten worden toegewezen en geveild.
  2. De regie op de internationale aspecten van het klimaatbeleid, inclusief het politieke optreden en de vertegenwoordiging in de betreffende internationale gremia. Daaronder vallen onder andere de Europese Transport- en Milieuraad en relevante VN-bijeenkomsten.

(Doen)Uitvoeren

  1. De coördinatie van de Nederlandse inzet in internationaal kader bij de vaststelling van normen en plafonds, de vertaling daarvan naar Nederlandse wet- en regelgeving en de verdeling van doelstellingen over sectoren en milieuthema’s. De doelen en normen hebben betrekking op het reduceren van CO2-emissies, op de productie en de inzet van duurzame biobrandstoffen, op de mondiale uitfasering van ozonlaagafbrekende stoffen en van gefluorideerde broeikasgassen en op de handel in CO2-emissierechten (Emissions Trading System/ETS).
  2. De opdracht aan de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) voor het handelssysteem in CO2-emissierechten, waaronder het toewijzen en doen veilen van CO2-emissierechten. Ook de registratie van hernieuwbare energie voor het verkeer en de rapportage hierover ter controle van de duurzaamheid en de CO2-prestatie en het toezicht op de bijstook van duurzame biomassa bij energiecentrales zijn hier onderdeel van.

Stimuleren

  1. Om de klimaatdoelen te behalen worden maatschappelijke partners proactief betrokken. De Minister van EZK stimuleert het in stand houden, aangaan en organiseren van allianties met en tussen bedrijven, branches, overheden, burgers en kennisorganisaties rondom de doelen uit de Overeenkomst van Parijs, het Klimaatakkoord en het Energieakkoord.
  2. Op basis van de concept-Instellingswet voor het Klimaatonds heeft de minister voor Klimaat en Energie de rol van fondsbeheerder van het Klimaatfonds. De minister biedt de Tweede Kamer elk voorjaar, met ingang van 2023 een meerjarenprogramma en -begroting aan van het Klimaatfonds.

Energiebeleid

Regisseren

  1. Het regisseren van de realisatie van grote energieinfrastructuur-projecten die onder de Rijkscoördinatieregeling (RCR) vallen; dit betekent als projectminister, samen met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), verantwoordelijk voor de ruimtelijke inpassing van energieprojecten en voor de coördinatie van benodigde vergunningen.
  2. Het versneld uitrollen van windenergie op zee richting 2030 en verder.
  3. Het actief participeren in Europese en internationale netwerken ten behoeve van energy governance, kennis brengen naar en leren van andere landen en instellingen, inclusief de bijdrage aan het internationale oliecrisisbeleid.
  4. Het creëren van randvoorwaarden waardoor de energievoorziening internationaal kan concurreren en het verdienpotentieel van de energiesector in relatie tot de energietransitie ten volle wordt benut.
  5. Het creëren van randvoorwaarden voor een doelmatige, veilige en verantwoorde energietransitie, inclusief winning van onze bodemschatten.
  6. Het bieden van mogelijkheden aan, en het faciliteren van, lokale duurzame energie-initiatieven.
  7. Het coördineren van het energiebesparingsbeleid via de verschillende vakministers.
  8. Het creëren van randvoorwaarden voor de ontwikkeling van innovatie-ecosystemen.
  9. Het uitvoeren van de vergunningverlening voor de mijnbouw.
  10. Het creëren van randvoorwaarden voor een goede nucleaire (kennis)infrastructuur en veilige uraniumverrijking, met inbegrip van de taken die hierover zijn opgenomen in internationale verdragen, met het oog op de bewaking en beveiliging van de hierbij betrokken kennis en technologie.

Financieren

Het voeren van het financieel instrumentarium op de beleidsterreinen hernieuwbare energie, energiebesparing, energie-infrastructuur, mijnbouwklimaat en klimaat- en energie-innovatie, gericht op het realiseren van CO2-reductie en een goed werkend energiesysteem.

Stimuleren

  1. Het vergroten van het aandeel hernieuwbare energie conform afspraken Energieakkoord respectievelijk Klimaatakkoord en de Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED).
  2. Het stimuleren van energiebesparing(conform afspraken Energieakkoord respectievelijk Klimaatakkoord en de Europese Energie-Efficiency Richtlijn (EED).
  3. Het stimuleren van de ontwikkeling en gebruik van klimaat- en energie-innovaties.
  4. Het stimuleren van de verdergaande reductie van CO2-uitstoot van en energiebesparing bij energiebedrijven en industrie.
  5. Het stimuleren van goed werkende nationale en Europese energiemarkten met een adequate infrastructuur en bijbehorende wetgeving.
  6. Het stimuleren van de transitie naar een schone, betrouwbare, veilige en betaalbare energievoorziening.

De voortgang van het Klimaatbeleid wordt gemonitord in de Monitor Klimaatbeleid en (vanaf 2021) in het bijbehorend online dashboard. Hieronder is een selectie van relevante indicatoren opgenomen die specifiek relevant zijn in relatie tot de EZK-begroting. Sommige zijn ook te vinden in de Monitor Klimaatbeleid, andere zijn uit andere bronnen afkomstig.

Reductie van de emissies van broeikasgassen t.o.v. 1990 13,3% 15,6% 18,2% 25,4% n.n.b. 55% RIVM
Emissies ETS-sectoren (Mton CO2-eq) 91,4 87,4 83,7 74,1 n.n.b. n.v.t. RIVM
Emissies niet-ETS-sectoren (Mton CO2-eq) 99,6 98,6 96,5 90,2 n.n.b. n.v.t. RIVM
Aandeel duurzame energie (% van het totale energieverbruik) 6,60% 7,40% 8,80% 11,50% n.n.b. n.v.t. PBL, KEV 2021: CBS
Prestatie-indicatoren elektriciteit
Gerealiseerd vermogen hernieuwbare elektriciteit op zee (MW) 957 957 957 2.460 2.460 n.v.t. Monitor Klimaatbeleid 2021 en Dashboard Klimaatbeleid2
Gerealiseerd vermogen hernieuwbare elektriciteit op land (wind en zon-pv in MW) 6.156 8.044 10.753 15.109 19.590 n.v.t. Monitor klimaatbeleid 2021 en Dashboard Klimaatbeleid2
Gerealiseerd vermogen in waterstofprojecten uit elektrolyse (MW) 1,1 1,1 2 n.n.b. n.v.t. Monitor Klimaatbeleid 2021 en Dashboard Klimaatbeleid3
Ontwikkeling kostprijs hernieuwbare Wind op Land EUR/MWh 79 67 68 51 50 n.v.t. Monitor Klimaatbeleid 2021 en Dashboard Klimaatbeleid4
Ontwikkeling kostprijs Zon-PV EUR/MWh 125 110 95 80 66 n.v.t. Monitor Klimaatbeleid 2021 en Dashboard Klimaatbeleid4
Prestatie-indicatoren industrie
Cumulatieve vermeden CO₂ vanaf 2015 door procesefficiëntie (in tonnen) 1.830.466 2.560.195 3.215.997 3.688.000 n.n.b. n.v.t. Dashboard Klimaatbeleid5
Gerealiseerde cumulatieve energiebesparing van EIA en MJA/MEE (PJ) 31,9 45,5 57 66 n.n.b. n.v.t. Dashboard Klimaatbeleid5
Toegekende duurzame investeringen in de industrie via EIA en MIA-Vamil (bedragen in €1000) 275.438 422.999 400.000 334.000 n.n.b. n.v.t. Dashboard Klimaatbeleid5
Groengasproductie in relatie tot de productie van elektriciteit en warmte uit biomassa (PJ) 3,10 3,38 4,50 6,35 n.n.b. n.v.t. Dashboard Klimaatbeleid
  1. Alle cijfers die genoemd worden voor 2021 zijn voorlopig. De realisatie in 2021 van de indicatoren die gebaseerd zijn op de Klimaatmonitor is pas in november 2022 beschikbaar (KEV2021). Ook de cijfers van het RIVM over 2021 zijn nog niet beschikbaar.
  2. CBS (2022) Hernieuwbare elekticiteit: productie en vermogen (Statline).
  3. CBS, Waterstofbalans in relatie tot energiestatistiek.
  4. PBL (2021) Eindadvies basisbedragen SDE++ 2021.
  5. RVO (2021) interne cijfers MIA/VAMIL/EIA/SDE+ en ISDE regelingen.

Voor het aandeel duurzame energieproductie is een ambitie geformuleerd voor 2020 (14%) en 2023 (16%).

De gerealiseerde hernieuwbare elektriciteit op land betreft waterkracht, wind op land, zon en biomassa voor elektriciteit. Meer informatie is te vinden bij de NEa (o.a. voor het klimaatbeleid en het Emissions Trading System). Overige informatieve links zijn: EBN, PBL (feiten en cijfers over energie en energievoorziening), CBS (Energiebalans: aanbod, omzetting en verbruik), RVO.nl (publicaties en documenten inzake duurzame energieproductie), energieopwek.nl (online benadering van dagelijks opgewekte duurzame energie).

1. Aantal energieprojecten dat subsidie ontvangt op basis van MEP, SDE of SDE+ 13.495 15.597 19.034 23.627 27.848 RVO.nl
waarvan aantal windparken op land 322 416 513 617 773
waarvan aantal windparken op zee 4 4 3 8 8
waarvan aantal zon-PV projecten 12.730 14.715 18.025 22.483 26.450
waarvan aantal biomassa-projecten 397 410 430 445 518
waarvan aantal overige (covergisting, wkk, geothermie e.d.) 42 52 63 74 99
2. Bedrag verstrekte garanties garantieregeling aardwarmte 11.050 0 0 0 8.250 RVO.nl
Aantal verstrekte garanties garantieregeling aardwarmte 1 0 0 0 1
3. Bedrag uitgekochte woningen op basis van uitkoopregeling 24.380 20.988 15.978 8.968 18.853 RVO.nl
Aantal uitgekochte woningen op basis van uitkoopregeling 64 56 44 24 49
4. Aantal gesubsidieerde projecten op basis van de Tenderregeling Energie-innovatie 105 230 128 71 71 RVO.nl
5. Aantal gesubsidieerde projecten op basis van de DEI/DEI+ 22 15 87 50 63 RVO.nl
6. Aantal gesubsidieerde projecten op basis van de HER 26 21 18 6 4 RVO.nl
7. Aantal deelnemende bedrijven bij TKI 1.400 1.800 2.100 2.350 2.555 RVO.nl
8. Concentratiegraad in de retailsector elektriciteit - HHI 1.822 1.951 2.021 1.918 2.026 ACM
9. Concentratiegraad in de retailsector elektriciteit - C3 72% 74% 75% 72% 72% ACM
10. Concentratiegraad in de retailsector gas - HHI 1.821 1.949 1.949 1.941 2.048 ACM
11. Concentratiegraad in de retailsector gas - C3 72% 74% 72% 73% 73% ACM
12. Elektriciteitsstoringen in minuten per jaar 24 27 20 21 20 ACM

Kengetal HHI en C3

De C3 is het gezamenlijk marktaandeel van de drie grootste leveranciers. De mate van concentratie op de kleinverbruikersmarkt voor elektriciteit en gas vormt een indicatie voor de concurrentie op die markten. Een indicator hiervoor is de Herfindahl-HirschmanIndex (HHI). Een markt met een HHI onder de 1.800 punten wordt gezien als een competitieve markt en een markt met een index tussen de 1.800 en 8.000 punten wordt gezien als een geconcentreerde markt. Het is vele jaren beleid van het ministerie geweest om de concentratiegraad te verlagen en dat beleid is nu geëffectueerd, zodat er geen actief beleid meer op gevoerd wordt. Wel wordt de concentratiegraad nog jaarlijks door ACM gemonitord.

C. Beleidswijzigingen

Beleidswijzigingen Klimaatbeleid

Uitvoering Klimaatakkoord

Het kabinet is met een voorstel gekomen met een eerste wijziging van de Klimaatwet, waarbij de doelen voor 2030 en 2050 worden aangescherpt en waarmee strijdigheid met de Europese klimaatwet wordt voorkomen. Het doel van 95% CO2-reductie in 2050 wordt aangescherpt tot een verplichting voor Nederland in 2050 de netto-uitstoot van broeikasgassen overeenkomstig de Europese klimaatwet tot nul te reduceren. Het streefdoel van 49% CO2-reductie in 2030 wordt vervangen door een streefdoel van tenminste 55% CO2-reductie en is inclusief landgebruik en geldt onverminderd de bindende EU-norm voor 2030.

Het kabinet heeft in het Coalitieakkoord verschillende maatregelen aangekondigd om invulling te geven aan deze aangescherpte doelen. Het ontwerp-beleidsprogramma Klimaat, dat op 2 juni 2022 naar de Tweede Kamer is gestuurd (Kamerstuk 32 813, nr. 1049), bevat de uitwerking van het klimaatbeleid uit het Coalitieakkoord en beschrijft de belangrijkste instrumenten en doelstellingen voor de verschillende sectoren.

Ondanks deze aanscherpingen is de verwachting dat het huidige beleid nog niet voldoende is om 60% emissiereductie te realiseren en, gegeven de onzekerheidsbandbreedte, daarmee met volledige zekerheid 55% reductie te realiseren. De inschatting is dat een substantiële versnelling en aanscherping van beleid nodig is met een meer normerend karakter. Hiertoe zal het kabinet de komende maanden de volgende stappen doorlopen. Allereerst zal in samenwerking met externe onderzoeksbureaus en partijen maatregelen in kaart worden gebracht die, in aanvulling op of als bijstelling van het beleidsprogramma, aanvullende reducties realiseren. Vervolgens zullen deze maatregelen verder worden uitgewerkt onder een onafhankelijk voorzitter, waarbij zonder last en ruggespraak beleidsmaatregelen worden voorbereid ten behoeve van besluitvorming. Daarbij vindt een toets plaats op uitvoeringsaspecten en wetstechnische aspecten.

Om aan te sluiten op de begrotingscyclus vindt de besluitvorming over de aanscherping van het beleidsprogramma plaats in het voorjaar van 2023. Dit najaar zal de Kamer in de Klimaatnota geïnformeerd worden over de voortgang van de uitwerking van dit traject.

Klimaatfonds

Er komt een Klimaatfonds met een omvang van € 35 mld voor de periode tot en met 2030. Het Klimaatfonds is bedoeld om op middellange termijn middelen te reserveren en beschikbaar te stellen voor een aantal additionele maatregelen die bijdragen aan het behalen van de reductiedoelstellingen in de Klimaatwet. De uitwerking geschiedt via een begrotingsfonds met een instellingswet (Kamerstuk 32 813, nr. 974). Deze wet ligt inmiddels ter internetconsultatie voor en zal in het najaar aan de Tweede Kamer worden aangeboden.

Het Klimaatfonds is additioneel aan andere klimaatmaatregelen. Er is immers een breed scala aan overige klimaatregelingen beschikbaar op de Rijksbegroting, zoals de SDE++, maar ook andere subsidies om verduurzaming te bevorderen. Ook wordt het Klimaatfonds additioneel ten opzichte van andere fondsen, zoals het Nationaal Groeifonds, het Mobiliteitsfonds en met name het Transitiefonds Landelijk Gebied en Stikstof.

Het Klimaatfonds heeft als doel het faciliteren van maatregelen om de mondiale stijging van temperatuur en de verandering van het klimaat te beperken door middel van het beschikbaar stellen van financiële middelen voor:

  1. Een broeikasgas-neutrale energievoorziening in 2050;
  2. het stimuleren van de implementatie van technieken voor energie-efficiëntie en het stimuleren van de toepassing van hernieuwbare energie en overige broeikasgas-reducerende technieken en maatregelen in het bedrijfsleven;
  3. het stimuleren van de toepassing van technieken voor energie-efficiëntie en van hernieuwbare energie in de gebouwde omgeving.

In het wetsvoorstel wordt voorgesteld om tegelijkertijd met de jaarlijkse ontwerpbegroting een Meerjarenprogramma Klimaat op te stellen en naar het parlement sturen. Het Meerjarenprogramma biedt een overzicht van de uitgaven die uit het Klimaatfonds worden gedaan en wordt een separaat product dat nauw aansluit bij bestaande publicaties van het kabinet in de klimaatcyclus, zoals de jaarlijkse Klimaatnota. Naar verwachting zal het eerste formele Meerjarenprogramma in 2024 aan de Tweede Kamer worden aangeboden.

Op Prinsjesdag is de Kamer een proeve van de fondsbegroting 2023 aangeboden. Deze proeve geeft een doorkijk naar de opzet van het Meerjarenprogramma en bevat een overzicht van de verplichtingen die het kabinet in 2022 en 2023 wil aangaan. Zo heeft het kabinet in de voorjaarsbesluitvorming reeds besloten dat € 1,6 mld uit het Klimaatfonds wordt vrijgemaakt voor de inpassingskosten die samenhangen met de verdubbeling van elektriciteitsproductie door Wind-op-Zee op weg naar een CO2-neutrale elektriciteitsproductie in 2050.

Naar verwachting zal de instellingswet Klimaatfonds pas tot wet worden verheven, en daarmee het fonds formeel in werking treden, nadat de begroting voor 2023 reeds is vastgesteld. Om te voorkomen dat het tijdpad bij uitvoering van het klimaatbeleid op korte termijn in het geding komt, stelt het kabinet voor om al in de begroting voor 2023 middelen beschikbaar te stellen voor urgente verplichtingen die het kabinet in 2022 en 2023 wil aangaan. In bjlage 9 is een overzicht opgenomen van de Klimaatfonds-middelen die al aan de EZK-begroting zijn toegevoegd.

Europese Klimaatdoelen

De Europese Unie heeft eind december 2020 een opgehoogd netto klimaatdoel van ten minste 55% CO2-reductie in 2030 ten opzichte van 1990 aangenomen en deze doelstelling begin 2021 in de Europese Klimaatwet verankerd.

In juli 2021 heeft de Europese Commissie het Fit-for-55%-pakket gepresenteerd, bestaande uit een groot aantal voorstellen om nieuwe en bestaande klimaat- en energieregelgeving in lijn te brengen met de opgehoogde emissiereductiedoelen voor 2030 en 2050. Het gaat onder meer om voorstellen voor herziening van het Emissiehandelssysteem (ETS), de Effort Sharing Regulation (ESR), de verordening voor landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF), de richtlijnen inzake energie-efficiëntie (EED) en hernieuwbare energie (RED), richtlijnen voor CO2-eisen aan voertuigen, de richtlijn energiebelasting (ETD) en een Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM). In december 2021 volgden voorstellen voor de Energy Performance of Buildings Directive (EPBD), wetgeving voor methaanemissies en de herziening van het derde gaspakket (de interne gasmarkt en waterstof, ook wel het decarbonisatiepakket genoemd).

De onderhandelingen hiervoor zijn nog gaande. In juni 2022 bereikte de Raad een akkoord op het Fit for 55-pakket (nog exclusief Eisen energieprestatie van gebouwen (EPBD) en richtlijn energiebelasting (ETD)). In het najaar van 2022 zullen de trilogen met het Europees Parlement plaatsvinden. Daarbij zet EZK zich ervoor in dat dit Fit for 55%-pakket op een kosteneffectieve solidaire manier waarbij iedereen kan meekomen, wordt vormgegeven, waarbij zowel de EU als Nederland optimaal gepositioneerd zijn om het 2030-doel als tussenstop naar klimaatneutraliteit in 2050 te kunnen realiseren. Alle sectoren en alle EU-lidstaten zullen een bijdrage moeten leveren aan het overkoepelende doel, conform de integrale aanpak van de Europese Green Deal. Het kabinet zet zich in om het pakket zo ambitieus mogelijk vorm te geven en zo snel mogelijk af te ronden. Dat doet Nederland in samenwerking met andere ambitieuze landen op klimaatgebied en om er voor te zorgen dat het daadwerkelijk resulteert in de ten minste 55% reductiedoelstelling voor 2030 ten opzichte van 1990. Door de oorlog in de Oekraïne en bijbehorende energiecrisis wordt dit eens te meer onderstreept. De leveringszekerheid en onafhankelijkheid in onze energievoorziening kunnen worden vergroot door zowel nationaal als Europees in te zetten op energiebesparing, diversificatie en een versnelde uitrol van hernieuwbare energie, zoals ook is voorgesteld in het RePowerEU-pakket.

CO2-heffing

Per 1 januari 2023 wordt een oplopende CO2-minimumprijs voor de industrie geïntroduceerd. Deze minimumprijs beoogt investeringszekerheid te bieden en geldt als bodem voor de verwachte ETS-prijs. De huidige CO2-heffing voor de industrie aan de marge wordt daarnaast aangescherpt door aanpassing van het aantal dispensatierechten en het tarief. Hiermee wordt ten opzichte van de huidige reductiedoelstelling van 14,3 Mton een extra CO2-reductie gerealiseerd van 4 Mton in 2030.

Beleidswijzigingen Energiebeleid

Windenergie op zee

Een belangrijk onderdeel van de Nederlandse aanpak voor de energietransitie is de inzet op extra windenergie op zee. Om deze extra windenergie op zee mogelijk te maken zijn er in het Programma Noordzee 2022-2027 windenergiegebieden aangewezen waarin ruimte is voor 10,7 GW extra windenergie tot en met 2030: bovenop de huidige plannen komt het dan tot een totaal van circa 21 GW rond 2030. De windparken zelf zijn subsidievrij en de kosten ervan worden verrekend via de energierekening. De kosten voor de aanlanding worden verrekend in de nettarieven van TenneT. Het realiseren van extra windenergie op zee veroorzaakt inpassingskosten voor andere sectoren. Het gaat dan onder andere om kosten die samenhangen met de borging van de scheepvaartveiligheid, de versterking en bescherming van het Noordzee-ecosysteem, sanering en innovatie van de visserijsector en een goede inpassing van de stroomaansluiting op land. Vanuit het Klimaatfonds is € 1,69 mld hiervoor gereserveerd. Het gaat daarbij alleen om incidentele kosten en investeringen. De structurele kosten voor de ruimtelijke inpassing worden doorbelast aan de windparkexploitanten. De precieze vormgeving hiervan in de vergunningssystematiek (tenders) wordt nog uitgewerkt.

Overige verduurzaming van de productie van elektriciteit

De Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie verbiedt de inzet van kolen bij elektriciteitsproductie in centrales vanaf 2030. Daarnaast wordt ingezet op het ombouwen van gascentrales zodat deze CO2-vrij gas kunnen inzetten, onder andere door de inzet van groene waterstof. Daarnaast wordt gekeken of het mogelijk is om de kerncentrale Borssele langer open te houden en zet het Kabinet stappen voor de bouw van twee nieuwe kerncentrales.

Nationaal Plan Energiesysteem

De energietransitie is reeds in ontwikkeling. Het is daarom van belang om snel tot een integrale visie op de ontwikkeling van onze energiesystemen te komen. Het kabinet werkt daartoe aan een Nationaal Plan Energiesysteem dat de visie omvat voor het energiesysteem in 2050 en de ontwikkelpaden daar naar toe. Het kabinet vindt het belangrijk dat er een meer samenhangende sturing op de energietransitie komt die de ontwikkeling naar een klimaatneutrale samenleving faciliteert. Het Nationaal Plan Energiesysteem, dat de vertaling is van deze samenhangende sturing, is voorzien voor de zomer van 2023 zodat dit meegenomen kan worden in het klimaatplan (INEK) waarvan het concept in de zomer 2023 gereed zal zijn. Het expertteam Energiesysteem zal voor het einde van dit jaar een analyse uitbrengen over de knelpunten, een mogelijk beeld voor 2050 en de ontwikkelpaden daar naar toe. Voor de ruimtelijke planning van de energie-infrastructuur van nationaal belang richting 2050, wordt samen met de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) gewerkt aan het Programma Energiehoofdstructuur. Eind 2022 zal naar verwachting een brief naar de Tweede Kamer worden verstuurd met eerste kansrijke ruimtelijke ontwikkelrichtingen. Het ontwerp van het Programma Energiehoofdstructuur zal in de eerste helft van 2023 verschijnen.

Transitie inzet diepe ondergrond voor de energietransitie

In het verlengde van het Nationaal Plan Energiesysteem en het Programma Energiehoofdstructuur zal voor afbouw van bestaand gebruik en het realiseren van toekomstig gebruik van de diepe ondergrond een transitieplan Noordzee en een transitieplan voor activiteiten op land uitgewerkt worden. Uitgangspunt is betrokkenheid van de samenleving en maatschappelijk en politiek gedragen keuzes, zodat duidelijkheid verschaft wordt over welke activiteiten op welke plaats in Nederland uitgevoerd mogen worden. Hierbij is met name de planning van het gebruik van zoutcavernes en uitgeproduceerde gasvelden voor de opslag van energiedragers van belang.

Groene waterstof

Het kabinet werkt aan de opschaling van hernieuwbare waterstof in het energiesysteem. Om het aanbod van hernieuwbare waterstof te verhogen, zet het kabinet in op het realiseren van de elektrolysecapaciteit in Nederland en het opzetten van importketens. Ter stimulering van de binnenlandse productie heeft het kabinet reeds besloten tot een aparte opschalingstender voor projecten tot 50 megawatt (MW) en ondersteuning van gebruik van hernieuwbare waterstof in raffinaderijen. Ook komt onder Groeifondsprogramma GroenvermogenNL budget beschikbaar voor innovatieve pilots en demonstratieprojecten, een eerste deel is sinds deze zomer al onder de DEI+. Voor grotere projecten is ondersteuning via de SDE++ al mogelijk. Daarnaast participeert Nederland met andere Europese lidstaten in waterstofprojecten via de zogenoemde IPCEI-regeling (IPCEI = Important Projects of Common European Interest), gericht op innovaties, grote elektrolyseprojecten ten behoeve van belangrijke procesindustrieën in Nederland en de ontwikkeling van infrastructuur voor waterstofimport en -opslag. Hiervoor is een bedrag van ca. € 1,3 mld gereserveerd uit het Klimaatfonds. Zo brengt het kabinet de beoogde 500 MW elektrolysecapaciteit voor 2025 binnen bereik. De vraag naar hernieuwbare waterstof kan in de periode tot en met 2030 fors toenemen, onder andere doordat er Europese verplichtingen voor het gebruik van hernieuwbare waterstof in de sectoren industrie en transport worden verwacht. Hierbij zullen ook importen nodig zijn om aan de vraag te kunnen voldoen. Hierdoor draagt Nederland bij aan de ontwikkeling van waterstofhubs in Europa en het opzetten van importketens met landen buiten de EU.

Energie-innovatie

De herijking van de Integrale Kennis en Innovatie Agenda Klimaat en Energie (IKIA) en Meerjarige Missiegedreven Innovatieprogramma’s (MMIP’s) zal samen met bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden worden vormgegeven. Hiermee bepalen we de benodigde innovatie-inzet ten gunste van het Coalitieakkoord.

Risicobeleid

De verantwoordelijkheid om randvoorwaarden te creëren voor een veilige en verantwoorde energietransitie krijgt gestalte in de vorm van een set interdepartementale uitgangspunten en handreikingen waarin het huidige niveau van veiligheid ten minste wordt gewaarborgd en zo mogelijk wordt verbeterd, wanneer dat mogelijk is rekening houdend met de andere publieke belangen rond de energietransitie, zoals de voortgang, de betrouwbaarheid, de ruimtelijke inpasbaarheid en de betaalbaarheid. De uitgangspunten en handreikingen zijn gericht op beleidsvorming, vergunningverlening, communicatie en toezicht. De andere overheden zullen worden uitgenodigd deze uitgangspunten ook toe te passen.

Daarnaast wordt een breed meerjarig onderzoeksprogramma opgezet voor verdieping van het begrip van de fysieke risico’s bij alle aspecten van de energietransitie (zoals aangekondigd in Kamerstuk 32 813, nr. 813), naar analogie van het onderzoeksprogramma naar klimaatadaptatie.

Regionale Energiestrategieën

Overal in Nederland zijn gemeenten, provincies en waterschappen aan de slag met het opstellen van Regionale Energiestrategieën (RES'en). Op 1 juli 2021 hebben de 30 RES-regio’s hun RES 1.0 opgeleverd. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft de RES 1.0 geanalyseerd. De PBL-analyse laat zien dat de RES-regio's op de goede weg zijn. De voorstellen tellen op tot circa 55 TWh. PBL geeft aan dat naar schatting tussen 35,4 TWh en 46,4 TWh daadwerkelijk wordt gerealiseerd in 2030, met een middenwaarde van 40,8 TWh.

Met de oplevering van de RES 1.0 komen we in de uitvoerende fase van het RES-proces. Hierin werken de RES’en van plannen op hoofdlijnen naar steeds concretere plannen, richting realisatie van de 35TWh in 2030.

Het Nationaal Programma (NP) RES ondersteunt de regio's bij het maken van de RES'en door kennis te ontwikkelen en te delen, procesondersteuning te bieden en een lerende community te faciliteren.

Energiebelasting en Opslag Duurzame Energie- en klimaattransitie

Over het verbruik van elektriciteit en aardgas moet energiebelasting en de Opslag Duurzame Energie- en klimaattransitie (ODE) worden betaald. De ODE diende voorheen ter dekking van de uitgaven van de subsidieregelingen SDE+ en SDE++, maar deze koppeling is per 2022 afgeschaft. Het kabinet is voornemens om vanaf 2023 de ODE-tarieven volledig te integreren in de tarieven van de energiebelasting.

Het kabinet is daarnaast voornemens om de komende jaren de tarieven in de energiebelasting aan te passen en de grondslag te verbreden. Het doel van deze aanpassingen is om voor huishoudens, bedrijven en maatschappelijke instellingen de prikkel te vergroten om het energieverbruik te verminderen en/of over te stappen van aardgas naar elektriciteit. Dit doet het kabinet door de belasting op aardgas te verhogen en de belasting op elektriciteit te verlagen, de tariefstructuur minder degressief te maken en verschillende specifieke fiscale regelingen af te schaffen. Hierdoor worden investeringen in verduurzaming gestimuleerd en zal de energiebelasting beter bijdragen aan de klimaat- en energietransitie.

SDE++

De SDE++ wordt vanaf 2023 aangepast door het plaatsen van hekjes. Een hekje zorgt ervoor dat technieken met een hogere subsidie-intensiteit eerder aan bod komen, doordat voor technieken binnen een hekje budget wordt gereserveerd. Hierbij wordt gewerkt met een budget voor de domeinen waar zich nu knelpunten bevinden: lage-temperatuurwarmte, hoge-temperatuurwarmte en moleculen (onder andere groen gas, geavanceerde hernieuwbare brandstoffen en waterstofproductie). Voor elk van deze domeinen wordt een budget van € 750 mln gereserveerd bij een referentie-openstellingsbudget van € 5 mld. Voor CO2-afvang, -opslag of gebruik (CCS/CCU) en hernieuwbare elektriciteit wordt geen budget gereserveerd. Daarnaast wordt binnen de hekjes de maximale subsidie-intensiteit verhoogd van € 300 per ton CO2 naar € 400 per ton CO­2, om meer ruimte te creëren voor technieken met een hogere subsidie-intensiteit (zoals aquathermie, zonthermie en restwarmte).

De komende tijd zijn de praktische uitwerking van de hekjes, verhoging van de subsidie-intensiteit en het verkrijgen van staatssteungoedkeuring van de Europese Commissie belangrijke aandachtspunten. De uiteindelijke invulling van de hekjes is onder voorbehoud van deze goedkeuring. Parallel hieraan zullen de benodigde wijzigingen in de regelgeving worden uitgewerkt; tijdig voor de openstelling van de SDE++ voor de zomer van 2023. De hoogte van de hekjes en verhoging van de maximale subsidie-intensiteit zullen na de openstellingsronde van 2023 worden geëvalueerd.

Leveringszekerheid en vulling gasopslag Bergermeer

Momenteel is sprake van een ongebruikelijke situatie op de gasmarkt: de zomergasprijs is hoger dan wintergasprijs. Dit maakt opslag van gas met het oog op de winter voor marktpartijen onaantrekkelijk. Het zou immers neerkomen op het inkopen tegen een hogere prijs dan de verwachte verkoopprijs in de winter. Dit tast de leveringszekerheid voor aankomende winter aan. Voor een aantal gasopslagen zijn reeds maatregelen getroffen, maar niet voor gasopslag Bergermeer, de grootste vrij toegankelijke hoogcalorische gasopslag van West-Europa en een belangrijk onderdeel van de energie-infrastructuur. Om deze gasopslag toch gevuld te krijgen neemt het kabinet aanvullende maatregelen.

Uitwerking landenspecifieke aanbevelingen (motie Schouw)

De Europese Commissie heeft in 2020 een landenspecifieke aanbeveling gedaan om investeringen toe te spitsen op de groene en digitale transitie, onder andere op de ontwikkeling van duurzame infrastructuur en het schoon en efficiënt opwekken en gebruiken van energie. Het kabinet erkent in zijn reactie dat een ambitieus klimaat- en energiebeleid en digitaliseringsbeleid essentieel is voor het toekomstige verdienvermogen van Nederland (brief van 5 juni 2020, Kamerstuk 21 501-20, nr. 1558). De ontwikkeling van duurzame infrastructuur is de inzet van het Programma Energiehoofdstructuur, waarin een nieuwe ruimtelijke planning van het energiesysteem wordt opgezet. In het Coalitieakkoord is afgesproken een Klimaatfonds in te stellen, met daarin een perceel gericht op de financiering van infrastructuur voor een duurzame energiesysteem. Voor de ontwikkeling van het efficiënt reduceren van CO2-emissies is de SDE+ in 2020 verbreed van hernieuwbare energieproductie naar CO2-reductie: de SDE++. Voor maatregelen die kosteneffectief bijdragen aan CO2-reductie, maar die op dit moment niet onder de SDE++ vallen, is eveneens een specifiek perceel binnen het Klimaatfonds ingericht dat zich richt op de opschaling van hernieuwbare energiedragers. Over de uitwerking hiervan zal de Kamer geïnformeerd worden.

De Europese Commissie heeft in 2021 vooralsnog geen landenspecifieke aanbevelingen gedaan voor het beleid op het gebied van klimaat en energie.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 6.728.172 14.361.410 13.736.744 1.414.567 1.425.828 1.555.192 1.592.257
Uitgaven 3.388.161 6.685.051 6.084.453 5.793.439 6.017.121 5.849.262 5.756.726
Subsidies (regelingen) 3.038.233 3.205.652 5.441.611 4.981.029 4.993.425 4.773.741 4.690.957
Missiegedraven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) 54.508 61.280 64.334 61.040 54.110 47.475 44.560
Hernieuwbare Energietransitie (HER+) 25.539 35.140 45.540 42.000 25.540 0 0
Energie-efficiency 2.959 2.187 2.368 2.368 2.368 2.368 2.368
Green Deals 25 600 500 500 500 500 500
Demonstratieregeling Klimaat- en Energie-innovatie (DEI+) 53.144 95.138 93.188 58.009 45.402 32.029 33.157
Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS) 4.890 2.475 5.296 1.696 1.696 1.696 1.696
Projecten Klimaat en Energieakkoord 671 2.231 10.345 11.483 10.103 4.360 4.360
SDE 604.440 212.000 591.000 579.000 557.000 530.000 506.000
SDE+ 1.933.001 938.375 2.851.461 3.012.753 2.952.461 2.816.606 2.727.931
SDE++ 0 1.482.359 52.600 279.600 417.600 701.600 1.032.600
Aardwarmte 15.000 17.500 17.500 25.000 0 0 0
ISDE-regeling 112.141 221.700 387.200 289.000 97.800 97.700 97.700
Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS) 172.739 0 0 0 0 0 0
Carbon Capture Storage (CCS) 3.927 2.780 4.580 6.380 5.380 5.380 5.380
Hoge Flux Reactor 6.401 6.401 6.401 5.401 5.401 5.401 5.401
Caribisch Nederland 32.304 27.620 10.644 4.144 4.144 4.144 4.144
Overige subsidies 16.421 57.600 26.507 15.008 1.008 1.010 1.000
Opschalingsinstrument waterstof 0 250 21.100 15.130 9.080 12.500 15.060
Investeringen waterstofbackbone 0 0 233.320 99.160 99.160 99.160 75.000
Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) 19 2.200 4.000 7.000 10.100 11.600 13.100
Subsidieondersteuning verduurzaming MKB 104 24.283 0 0 0 0 0
IPCEI waterstof 0 3.000 160.000 305.000 627.000 395.000 120.000
Vulmaatregelen gasopslag 0 0 633.250 0 0 0 0
Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI) 0 9.002 12.140 12.270 12.360 0 0
Schadeafhandeling mijnbouw Limburg 0 1.531 3.337 4.087 5.212 5.212 1.000
Maatschappelijke Investeringssubsidie Warmtenetten (MIW) 0 0 130.000 70.000 0 0 0
NGF-project NieuweWarmteNu! 0 0 75.000 75.000 50.000 0 0
Leningen 5.000 2.361.400 9.000 10.000 9.000 0 0
Lening EBN 5.000 61.400 9.000 10.000 9.000 0 0
Lening EBN voor vullen Bergermeer 2.300.000
Opdrachten 10.571 23.650 63.500 31.957 31.529 29.312 28.974
Onderzoek mijnbouwbodembeweging 2.515 2.647 3.410 1.410 1.410 1.410 1.410
SodM onderzoek 1.193 2.194 2.500 2.500 2.500 2.500 2.500
Uitvoeringsagenda klimaat 163 473 473 473 473 473 473
Klimaat mondiaal 156 890 347 397 397 397 397
Onderzoek en opdrachten 6.544 17.446 41.490 10.372 9.944 7.727 7.389
Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER) 0 0 15.280 16.805 16.805 16.805 16.805
Bijdrage aan agentschappen 89.683 116.809 115.371 115.677 110.906 104.749 104.576
Bijdrage RVO.nl 77.196 94.117 89.611 89.219 87.463 85.472 85.366
Bijdrage Agentschap Telecom 882 4.805 7.492 6.468 3.453 0 0
Bijdrage NEa 7.117 11.944 13.030 13.150 13.150 12.434 12.382
Bijdrage KNMI 2.047 1.969 1.430 1.430 1.430 1.430 1.430
Bijdrage NVWA 841 914 914 914 914 914 914
Bijdrage RIVM 0 1.055 1.061 2.662 2.662 2.664 2.654
Bijdrage RWS 1.600 2.005 1.833 1.834 1.834 1.835 1.830
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 125.186 144.310 146.393 146.466 146.466 145.880 145.849
Doorsluis COVA-heffing 89.426 108.240 111.000 111.000 111.000 111.000 111.000
TNO kerndepartement 34.688 34.279 33.602 33.516 33.516 32.930 32.899
TNO SodM 1.072 1.791 1.791 1.950 1.950 1.950 1.950
Bijdrage aan medeoverheden 19.020 14.255 295.804 495.700 711.700 781.648 772.448
Uitkoopregeling 19.020 3.055 0 0 0 0 0
Regeling toezicht energiebesparingsplicht 0 11.200 13.200 13.200 9.200 9.200 0
Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden 0 0 282.604 482.500 702.500 772.448 772.448
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 33.578 11.913 12.774 12.610 14.095 13.932 13.922
Nuclear Research Group (NRG) 32.094 8.589 7.930 7.679 9.164 9.164 9.164
Internationale contributies 1.484 1.925 1.681 1.681 1.681 1.681 1.681
PBL Rekenmeesterfunctie 0 399 2.156 2.242 2.242 2.077 2.077
ILT handhaving F-gassen 0 1.000 1.007 1.008 1.008 1.010 1.000
Storting/onttrekking begrotingsreserve 66.890 807.062 0 0 0 0 0
Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie 66.333 806.505 0 0 0 0 0
Storting in begrotingsreserve aardwarmte 557 557 0 0 0 0 0
Ontvangsten 4.346.787 5.913.219 4.505.077 1.942.827 1.588.577 2.193.577 2.543.577
Ontvangsten COVA 89.426 111.000 111.000 111.000 111.000 111.000 111.000
Opbrengst heffing ODE (SDE++) 3.077.606 2.906.000 225.000 5.000 0 0 0
Ontvangsten zoutwinning 2.412 2.511 2.511 2.511 2.511 2.511 2.511
Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie 259.886 1.576.186 454.186 404.186 154.186 304.186 304.186
ETS-ontvangsten 893.987 1.300.000 1.400.000 1.250.000 1.150.000 1.600.000 1.950.000
Diverse ontvangsten 23.470 17.522 12.380 12.380 12.380 17.380 17.380
Heffing gasleveringszekerheid 0 0 0 157.750 158.500 158.500 158.500
Ontvangsten lening EBN Bergermeer 2.300.000
Verplichtingen 6.728.172 14.361.410 13.736.744 1.414.567 1.425.828 1.555.192 1.592.257
waarvan garantieverplichtingen 8.250 44.200 44.200
waarvan overige verplichtingen 6.719.922 14.317.210 13.692.544 1.414.567 1.425.828 1.555.192 1.592.257

Geschatte budgetflexibiliteit

juridisch verplicht 76%
bestuurlijk gebonden 24%
beleidsmatig gereserveerd 0%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0%

Juridisch verplicht

  1. Subsidies (regelingen): het hoge percentage juridisch verplicht (79%) wordt vooral veroorzaakt door de langjarige verplichtingen die onder de SDE en de SDE+ zijn aangegaan. Ook voor de subsidieregelingen HER+, ISDE, MOOI/TSE en DEI+ zijn verplichtingen aangegaan die in 2023 uitbetaald dienen te worden. Ook voor het waterstof-backbone project wordt naar verwachting in 2022 een omvangrijke subsidieverplichting naar de Gasunie aangegaan die tot een aanzienlijke kasbetaling in 2023 zal leiden. Tenslotte zullen ook de openstellingen van de IPCEI-waterstofprojecten (golf 1, 2 en 3) en de vulmaatregelen gasopslagen leiden tot verplichtingen in 2022 die grote kasgevolgen hebben voor 2023.
  2. Leningen: de lening aan EBN is geheel juridisch verplicht.
  3. Opdrachten: circa 37% van het in 2023 voor opdrachten beschikbare budget is juridisch verplicht, met name bij het SodM-onderzoek en de RCR-projecten is een flink deel van het beschikbare budget al jurigisch verplicht.
  4. Bijdragen aan agentschappen: de pdrachten aan de agentschappen worden voorafgaand aan het begrotingsjaar verstrekt en zijn daarmee 100% juridisch verplicht.
  5. Bijdragen aan ZBO's/RWT's: hier speelt vooral de doorsluis van de COVA-heffing aan de Stichting COVA voor het aanhouden van strategische olievoorraden. Omdat dit een wettelijke taak is, is dit voor 99% juridisch verplicht.
  6. Bijdragen aan medeoverheden: dit budget is niet jurigisch verplicht, maar wel bestuurlijk gebonden (zie onder).
  7. Bijdragen aan (inter)nationale organisaties: het voor 2023 beschikbare budget is voor 61% juridisch verplicht, vooral omdat de bijdrage aan NRG voor 2023 voor het grootste deel juridisch verplicht is.

Bestuurlijk gebonden

Het percentage bestuurlijk gebonden (24%) wordt in hoge mate bepaald door de afspraak dat middelen die overblijven op de SDE, de SDE+, de SDE++, de ISDE en de HER+ beschikbaar moeten blijven voor latere investeringen in duurzame energieproductie of CO2-reductie en dus in de reserve duurzame energie en klimaattransitie gestort moeten worden. Ook de middelen die vooruitlopend op de vorming van het Klimaatfonds in 2023 al aan de EZK-begroting zijn toegekend (Wind op Zee, ISDE, opwek energie op Rijksvastgoed, projecten rond kernenergie, uitvoeringskosten medeoverheden, uitvoeringskosten agentschappen) zijn gebonden: eventueel in 2023 overblijvende middelen vloeien terug naar het Klimaatfonds.

Beleidsmatig gereserveerd

Het kleine budget aan middelen dat nog resteert is beleidsmatig gereserveerd, onder andere voor het voeren van publiekscampagnes, het doen van onderzoek ter ondersteuning van het klimaatbeleid en het financieren van juridische procedures.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Subsidies

Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI)

De Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) regeling ondersteunt integrale innovatieve oplossingen die wezenlijk bijdragen aan het realiseren van de doelen uit het Klimaatakkoord. De MOOI stimuleert een brede samenwerking van bedrijven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en overheden die samen een consortium kunnen vormen en actief worden uitgedaagd om eindgebruikers, ontwikkelaars en vernieuwers en uitdagers uit het MKB te betrekken. Op die manier hebben innovaties een grotere kans op succes. De MOOI richt zich op de thema’s 'Wind op zee', 'Hernieuwbare energie op land', «Gebouwde omgeving» en 'Industrie'. De Meerjarige Missiegedreven Innovatie Programma’s (MMIP's) van de Topsector Energie beschrijven de innovatieopgaven van deze klimaatdoelen en vormen de basis voor de inhoud van de MOOI-regeling. De MOOI-regeling wordt breed opengesteld, mede met een bijdrage vanuit het Ministerie van BZK en vanuit artikel 2 van de EZK-begroting. In 2023 is een nieuwe openstelling voorzien. De MOOI-regeling is grotendeels in de plaats gekomen van de aparte TSE-subsidiemodules, om zo meer focus te leggen op de ontwikkeling van integrale innovatieve concepten en bredere benodigde samenwerkingsverbanden gericht op CO2-reductie. Er zijn echter nog enkele andere TSE-subsidiemodules waarin kleinere innovatieve projecten gefaciliteerd kunnen worden voor de gebouwde omgeving, de industrie, op het gebied van systeemintegratie en brandstoffen. Hiervoor is een jaarlijkse openstelling mogelijk.

Hernieuwbare Energietransitie (HER+)

De subsidie Hernieuwbare Energietransitie (HER+) heeft als doel om de klimaat- en energiedoelstellingen tegen minder kosten te realiseren door innovatieve projecten. De innovaties uit de gesubsidieerde projecten moeten leiden tot een besparing op de toekomstige uitgaven aan subsidies voor de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie en klimaattransitie (SDE++). De regeling werkt daarom als een soort voorportaal van de SDE++ en wordt gefinancierd uit een afgezonderd deel van de SDE-middelen. De regeling is inmiddels verbreed van hernieuwbare energieproductie naar CO2-reductie in lijn met de SDE++. Ook in 2023 is openstelling van de HER+ voorzien.

Energie-efficiëntie

EZK financiert projecten ter realisatie van het Uitvoeringsprogramma Energiebesparing. Het Uitvoeringsprogramma is gericht op de realisatie van CO2-reductie en het behalen van de energiebesparingsdoelen in het Klimaatakkoord.

Green Deals

Green Deals zijn gericht op het ruimte geven aan vernieuwende initiatieven uit de samenleving om de transitie naar een duurzame economie te versnellen. De Green Deal aanpak is sinds 2011 een onderdeel van het groene groei beleid van het kabinet. Zij kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan de innovatie, opschaling en uitrol van de afspraken in het Klimaatakkoord. De onderwerpen van deze energiedeals zijn zeer divers, variërend van participatie van de omgeving, kennisdeling, technische en juridische verkenningen in relatie tot duurzame energieprojecten, veiligheidsaspecten, energiebesparing, warmtenetten, aardwarmte tot elektrisch vervoer. Green Deals zijn grotendeels budgetneutraal: er is een kleine hoeveelheid procesgeld (€ 0,5 mln per jaar) beschikbaar om initiatieven verder te brengen. Een compleet overzicht van Green Deals is te vinden op: http://www.greendeals.nl/.

Demonstratieregeling Energie-en Klimaatinnovatie (DEI+)

De Demonstratieregeling Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) komt voort uit het Energieakkoord en is vanaf 2019 in lijn gebracht met het Klimaatakkoord. De DEI+ is gericht op de commercialisering van pilot- en demonstratieprojecten van energie- en klimaatinnovaties die een bijdrage kunnen leveren aan Nederlandse CO2-reductieopgaven. Flexibilisering van het energiesysteem, omgevingsveiligheid en optimale ruimtelijke benutting van het energielandschap horen daar ook bij. Het Ministerie van BZK maakt tevens gebruik van de DEI+-regeling voor het faciliteren van zijn beleidsterreinen op het gebied van de gebouwde omgeving (stimuleren hybride warmtepompen en isolatiemaatregelen). Vanuit de openstelling van de DEI+ in 2023 worden daarnaast demonstratieprojecten gefaciliteerd op het gebied van waterstof, CCUS en geavanceerde biobrandstoffen.

Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS)

Bij amendement (Kamerstuk 34 550 XIII, nr. 117 en Kamerstuk 37 775 XIII, nr. 113) heeft de Tweede Kamer gevraagd om de instelling van een Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS) die tot doel heeft innovatieve manieren om de scheepsbouw te verduurzamen te stimuleren. Op basis van de tussentijdse evaluatie (Kamerstuk 35 000 XIII, nr. 83) zijn middelen gereserveerd om deze regeling tot en met 2022 open te stellen voor een bedrag van € 4,6 mln per jaar. De in de tabel opgenomen bedragen betreffen de betalingen op de subsidiebeschikkingen die zijn afgegeven op basis van de openstellingen uit de jaren tot en met 2022.

Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE)

De regeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE) is de opvolger van de regeling Milieukwaliteit van de Elektriciteitsproductie (MEP). De SDE is een exploitatiesubsidie die het verschil vergoedt tussen de kostprijs van hernieuwbare energie en de marktprijs (de onrendabele top) voor projecten op het gebied van hernieuwbaar gas en hernieuwbare elektriciteit. Met ingang van 2013 is de SDE omgevormd en aangepast tot de SDE+. De voor 2022 en verder geraamde budgetten betreffen de uitfinanciering van verplichtingen die in het verleden in het kader van de SDE zijn aangegaan.

Stimulering Duurzame Energieproductie+ (SDE+)

In het Energieakkoord voor duurzame energie is afgesproken dat Nederland in 2020 een aandeel van 14% hernieuwbare energieproductie zou moeten hebben. Verder is afgesproken dat dit aandeel in 2023 16% zal zijn. Het belangrijkste instrument dat het kabinet heeft om dit te realiseren is de SDE+. De SDE+ richt zich op de opties hernieuwbare elektriciteit, hernieuwbaar gas en hernieuwbare warmte en subsidieert het verschil tussen de kostprijs van hernieuwbare energie en de marktprijs, de zogenaamde onrendabele top. Uit het SDE+-budget wordt ook de aanleg van het net op zee door TenneT en het flankerend beleid rond SDE+ en Wind op Zee gefinancierd.

In 2022 is binnen het SDE+-budget voor de realisatie van 21GW windenergie op zee tot en met 2030 een bedrag van € 150 mln gereserveerd. Hiermee wordt de voorbereiding, inpassing en uitvoering door het Rijk van de uitrol van wind op zee mogelijk gemaakt. Met de middelen in 2022 worden met name (locatie)onderzoeken gefinancierd: geotechnisch onderzoek naar de bodemcondities en onderzoek naar windsnelheden, morfologie, archeologie en ecologie. De middelen zijn niet alleen voor EZK bestemd, maar ook voor de ministeries van IenW, LNV en (voor een klein deel) J&V: hun aandeel zal al naar gelang hun financieringsbehoefte naar de verschillende departementale begrotingen worden overgeheveld.

Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++)

Met ingang van de najaarsronde 2020 is de SDE+ omgevormd tot de SDE++, zodat naast hernieuwbare energieproductie ook CO₂-reducerende technologieën in aanmerking komen voor subsidie. Doordat in de SDE++ (net als in de SDE+) goedkopere projecten voorrang hebben bij het verkrijgen van subsidie en er concurrentie is tussen verschillende vormen van CO₂-reducerende technologieën, zal op de meest kosteneffectieve wijze de reductie van CO₂ worden gestimuleerd. De totale uitgaven zijn afhankelijk van de beschikbare projecten en de ontwikkeling van de ETS- en de energieprijs. Voor de SDE++ geldt dat de openstelling 2022 (€ 13 mld) voor het grootste deel pas in 2023 verplicht zal worden: hiermee is in het beschikbare verplichtingenbudget voor 2023 rekening gehouden. Uit het SDE++-budget worden ook de maatregelen rond de productiebeperking van de kolencentrales en de statistische overdracht met Denemarken gefinancierd. In het budget voor 2023 wordt opnieuw uitgegaan van een subsidieloze tender Windenergie op Zee.

Door het intrekken van de productiebeperking bij kolencentrales (Kamerstuk 29 023, nr. 312) ontstaat er incidentele ruimte in de SDE+(+) middelen. Het kabinet reserveert hiervan € 500 mln voor het versterken van de kapitaalpositie van Stedin om investeringen in de energietransitie te ondersteunen. Ook wordt € 500 mln ingezet als dekking voor de generale problematiek van de rijksbegroting.

Inclusief de middelen uit de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie is er in de meerjarencijfers in de periode 2022-2032 € 44,9 mld beschikbaar (€ 43,4 mld aan budget en € 1,5 mld resterend in de reserve ultimo 2032) voor uitgaven voor de SDE, de SDE+, de SDE++, de HER+ en de ISDE, alsmede voor de uitvoeringskosten van deze duurzame energietransitieregelingen. Deze beschikbare middelen zijn gebaseerd op:

  1. de bij het Energieakkoord gemaakte raming van de benodigde kasmiddelen voor de doelstellingen van 14% duurzame energie in 2020 en 16% in 2023;
  2. de middelen die in het kader van het Klimaatakkoord meerjarig zijn toegevoegd;
  3. de middelen die van 2023 tot en met 2028 conform de afspraak in de startnota van het kabinet Rutte-III meerjarig uit de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie aan het SDE+-budget zijn toegevoegd (totaal € 1,7 mld);
  4. de middelen die in 2022 conform de afspraak in de startnota van het kabinet Rutte-IV uit de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie aan het SDE++-budget zijn toegevoegd (€ 1,572 mld).
Meerjarencijfers 2022 t/m 2032 0 4.276 27.7871 9.1712 149 1.682 351 43.416
Begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie per 1-1-2022 73 250 3.656 3.979
Geplande meerjarige stortingen in begrotingsreserve 385 380 7 35 807
Geplande meerjarige onttrekkingen aan begrotingsreserve ‒ 700 ‒ 2.616 ‒ 3.316
Totaal beschikbaar 2022-2032 73 4.211 29.207 9.171 156 1.717 351 44.886
Totaal openstaande juridische verplichtingen over periode 2022-2032 per 01/01/2022 0 4.627 35.641 3.518 50 46 36 43.918
  1. Budget SDE+ is inclusief toevoeging van € 1,7 mld uit de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie.
  2. Budget SDE++ is inclusief de toevoeging van € 1,572 mld uit de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie waarover in de Startnota van het kabinet Rutte-IV afspraken zijn gemaakt.

De tussen 2022-2032 totaal beschikbare € 44,9 mld (inclusief de middelen in de begrotingsreserve) is volgens bovenstaand overzicht 98% juridisch verplicht. Maar omdat lang niet alle juridische verplichtingen (geheel) tot betaling zullen komen, zal bij de huidige inzichten € 28,9 mld nodig zijn voor uitgaven in de periode 2022-2032 op verplichtingen die tot en met 31 december 2021 zijn aangegaan. De resterende € 16 mld is nodig voor de subsidieverleningen die in 2022 zijn en worden afgegeven en om in de periode 2023-2032 nieuwe subsidiebeschikkingen te kunnen afgeven via de SDE++, de HER+ en de ISDE en om de uitvoeringskosten van RVO.nl te dekken.

MEP 0
SDE 212 591 579 557 530 506 473 459 364 5 4.276
SDE+ 938 2.851 3.013 2.952 2.817 2.728 2.609 2.426 2.212 2.649 2.592 27.787
SDE++ 1.482 53 280 418 702 1.033 1.204 1.273 1.260 733 733 9.171
HER+ 35 46 42 26 149
ISDE 222 387 289 98 98 98 98 98 98 98 98 1.682
Uitvoeringskosten RVO.nl 37 36 36 34 32 32 32 32 32 24 24 351
Totaal budget regelingen 2.926 3.964 4.239 4.085 4.179 4.397 4.416 4.288 3.966 3.509 3.447 43.416
0
Stand reserve duurzame energie en klimaattransitie ultimo 2021 3.979 3.979
Storting in reserve 807 807
Onttrekking reserve ‒ 1.576 ‒ 454 ‒ 404 ‒ 154 ‒ 304 ‒ 304 ‒ 104 ‒ 4 ‒ 4 ‒ 4 ‒ 4 ‒ 3.316
Saldo stortingen en onttrekkingen per jaar ‒ 769 ‒ 454 ‒ 404 ‒ 154 ‒ 304 ‒ 304 ‒ 104 ‒ 4 ‒ 4 ‒ 4 ‒ 4 ‒ 2.509
Stand reserve duurzame energie en klimaattransitie ultimo 2032 1.470
Stand reserve ultimo 3.210 2.756 2.352 2.198 1.894 1.590 1.486 1.482 1.478 1.474 1.470 44.886

Figuur 10 Beschikbare middelen en geraamde kasuitloop duurzame energietransitieregelingen (bedragen x € 1 mln)

De geraamde kasuitloop in de figuur van de SDE, SDE+ en SDE++ gaat niet uit van het maximaal uit te keren bedrag aan subsidies, maar is een realistische inschatting van de verwachte kasuitloop van de afgegeven beschikkingen op basis van de verwachte intrekking van beschikkingen, van de vertraging van energieprojecten en van de ontwikkeling van de basisbedragen van de SDE+ en SDE++ in de toekomst. Budgetten die niet tot besteding komen worden in de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie gestort, zodat deze middelen beschikbaar blijven voor de subsidiëring van toekomstige duurzame energietransitieprojecten. Indien de beschikbare kasmiddelen onvoldoende zijn (zoals in 2021) zal er budget aan de reserve worden onttrokken om de tekorten te dekken.

Aardwarmte

Vanuit de Klimaatenveloppe 2018 is voor de jaren 2018 en 2019 € 36 mln beschikbaar gekomen voor een project van EBN (SCAN) om in samenwerking met TNO de ondergrond in Nederland in kaart te brengen, zodat inzicht verkregen kan worden in het volledige potentieel van aardwarmte in Nederland. Om het project de komende jaren voort te kunnen zetten is daarnaast in de jaren 2020 tot en met 2024 vanuit het SDE+-budget in totaal € 90 mln beschikbaar gesteld.

InvesteringsSubsidie Duurzame Energie (ISDE)

De Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) betreft een tegemoetkoming bij de aankoop van zonneboilers en warmtepompen. Deze regeling is beschikbaar voor zowel particulieren als zakelijke gebruikers. Zoals aangekondigd in de Kamerbrief over het Klimaatakkoord is de ISDE-regeling worden verlengd tot 2030. Vanaf 2021 richt de regeling zich naast investeringen in warmtepompen en zonneboilers ook op investeringen in de isolatie van woningen. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de ISDE jaarlijks voor € 100 mln wordt opengesteld. Bij amendement (Kamerstuk 35 300 XIII, nr. 16) is daarnaast in totaal € 100 mln, verdeeld over de jaren 2021 tot en met 2023, uit de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie toegevoegd aan het ISDE-budget ten behoeve van investeringssubsidies op het gebied van duurzame energie voor het MKB. Vanuit de € 6,8 mld aan extra klimaatmaatregelen die in 2021 door het vorige kabinet beschikbaar is gesteld is € 95 mln toegevoegd voor de subsidiëring van hybride warmtepompen en € 65 mln voor extra isolatiemaatregelen. Na aftrek van de kosten voor de uitvoering van de regeling en de publiciteitscampagne resteert een totaalbudget voor 2023 van € 288 mln.

Subsidieregeling indirecte emissiekosten ETS

Het vorige kabinet heeft besloten om de ETS-regeling met 1 jaar te verlengen. Hiertoe is in 2022 budget beschikbaar gesteld op artikel 2 van de EZK begroting.

Carbon Capture and Storage (CCS)

De afvang en opslag van CO2 (CCS) wordt gezien als een onmisbare transitietechnologie in de mix van maatregelen om kosteneffectief CO2-uitstoot te reduceren in bepaalde industriële sectoren. Om CCS breed toe te kunnen passen is het belangrijk om in te zetten op (internationaal) onderzoek, grootschalige demonstratieprojecten, realiseren van kostenreductie en het wegnemen van belemmeringen. Om internationaal onderzoek naar CO2-afvang, -transport en -opslag te bevorderen, neemt Nederland deel aan het Europese onderzoeksprogramma ACT (Accelerating CCS Technologies). EZK heeft voor ACT I (2017-2020) ruim € 4 mln aan onderzoeksbudget beschikbaar gesteld en voor ACT II (2019-2022) € 4,5 mln. Voor ACT III (2021-2024) heeft Nederland opnieuw een bijdrage geleverd van € 4 mln. Nederlandse onderzoeksinstellingen en bedrijven werken hierin samen met organisaties uit Europa en Noord-Amerika.

Hoge Flux Reactor (HFR)

De HFR in Petten is eigendom van de Europese Commissie en wordt geëxploiteerd door de Nuclear Research and consultancy Group (NRG). De exploitatie van de HFR wordt ondersteund door een reeks aanvullende onderzoeksprogramma’s. De voor de HFR opgenomen middelen betreffen de Nederlandse bijdrage aan het «Aanvullend Programma» van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (JRC) van de Europese Commissie, dat in de HFR wordt uitgevoerd. Het voornaamste doel van het aanvullend onderzoeksprogramma van de HFR is een constante en betrouwbare neutronenflux voor experimentele doeleinden te leveren.

Caribisch Nederland

De energievoorziening op de eilanden van Caribisch Nederland kent schaalnadelen, anderzijds zijn er zeer goede mogelijkheden voor elektriciteitsproductie met wind en zon. Het Ministerie van EZK zet in op kostprijsverlaging door introductie van duurzame elektriciteitsproductie en op andere ondersteuning van de elektriciteitsbedrijven op Caribisch Nederland. Omdat in de jaren 2021, 2022 en 2023 forse subsidies zijn resp. worden verstrekt voor investeringen in de duurzame elektriciteitsproductie op de eilanden van Caribisch Nederland, zijn de uitgaven in deze jaren flink hoger dan in de jaren 2024 en verder. Ook zijn de uitgaven in 2021 en 2022 hoger omdat in het kader van het corona-herstelpakket er additionele subsidies aan de energiebedrijven van de eilanden zijn verstrekt om de netbeheertarieven op Caribisch Nederland in 2020 en 2021 naar 0 terug te kunnen brengen.

Overige subsidies

Het voor 2023 beschikbare budget betreft vooral het subsidiedeel van de WarmtelinQ, het warmtetransportnet dat door Gasunie aangelegd wordt tussen de Rotterdamse haven en Delft/Den Haag/Leiden. Daarnaast is structureel € 1 mln beschikbaar voor het Expertisecentrum Warmte (ECW), waarmee onder andere gemeenten in staat gesteld worden extern advies in te winnen voor de Transitievisie Warmte.

Opschalingsinstrument waterstof

In de kabinetsvisie waterstof (Kamerstuk 32 813, nr. 485) heeft het kabinet het belang onderstreept van de opschaling van waterstof voor het behalen van de klimaatdoelen en het creëren van nieuw, duurzaam verdienvermogen. Daarbij is een bedrag van € 252,1 mln (inclusief uitvoeringskosten RVO.nl) gereserveerd voor de eerste fase opschaling van de productie van duurzame waterstof door middel van elektrolyse. Dit budget zal naar verwachting in 2023 toegekend worden met een tenderregeling gericht op elektrolyseprojecten tussen de 0,5 en 50 MW. De opschaling moet leiden tot een significante kostprijsreductie, zodat elektrolyse richting 2030 op kostprijs kan concurreren met alternatieven voor CO2-reductie.

Investeringen waterstofbackbone

In navolging van het rapport HyWay27, waarin geconcludeerd werd dat het haalbaar, veilig en kostenefficiënt is om bestaande gasleidingen te hergebruiken voor het transport van waterstof, zet het kabinet in op een transportnet voor waterstof. Het landelijke aardgasnet van Gasunie kan voor een deel ingezet worden voor de realisatie van een dergelijk nationaal waterstofnetwerk. Een waterstofnetwerk draagt bij aan de klimaatdoelen en realiseert een internationale markt voor klimaatneutrale moleculen. Voor de realisatie van dit waterstofnetwerk (de ‘backbone’) is de komende jaren in totaal € 750 mln beschikbaar.

Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE)

Met de postcoderoosregeling konden leden van een coöperatie tot en met 2020 een energiebelastingkorting krijgen op hun energienota voor lokaal en duurzaam opgewekte elektriciteit, waardoor inwoners van een wijk of dorp met elkaar op een financieel rendabele manier aan de slag konden met lokaal opgewekte duurzame energie. De postcoderoosregeling was een fiscale regeling en is vanaf 2021 vervangen door een subsidieregeling (Kamerstuk 31 239, nr. 318): de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE).

Subsidie ondersteuning verduurzaming MKB

Dit betreft een subsidie voor mkb’ers met een laag energieverbruik voor maatregelen gericht op energiebesparing en vermindering van CO₂-uitstoot van bedrijfspanden en bedrijfsprocessen. Er kan subsidie worden aangevraagd voor de kosten van professioneel advies en ondersteuning bij het nemen van dergelijke maatregelen. De subsidie is een uitwerking van de voornemens in de Kamerbrieven MKB-impacttoets Klimaatakkoord (EZK, Kamerstuk 32 637, nr. 423) en Ontwikkelingen verduurzaming bestaande utiliteitsbouw (BZK, Kamerstuk 30 196, nr. 716). De regeling is per 14 juli 2022 tijdelijk gesloten in verband met signalen over oneigenlijk gebruik van de regeling. Het kabinet streft er naar de regeling in aangepaste, verscherpte vorm nog dit jaar weer te openen.

IPCEI Waterstof

In het Klimaatakkoord is opgenomen dat Nederland in IPCEI-verband (Important Projects of Common European Interest) inzet op een sterke rol voor groene waterstof in de concurrentiepositie van Europa ten opzichte van andere werelddelen. Hiertoe heeft het kabinet middelen gereserveerd voor ondersteuning van Nederlandse IPCEI-projecten. Met de IPCEI-deelname beoogt het Ministerie van EZK een eenmalige impuls te geven aan de ontwikkeling van de bredere waterstofmarkt en de daarvoor benodigde technologieën. Afhankelijk van een externe toets en de beoordeling van de Europese Commissie komen projecten in aanmerking voor financiële ondersteuning. Voor de eerste ronde van projecten is in totaal € 35 mln gereserveerd tussen 2022 en 2025. Voor de tweede ronde is € 785 mln. gereserveerd tussen 2023 en 2026 en voor de derde en vierde ronde is € 799 mln. gereserveerd tussen 2023 en 2030.

Vulmaatregelen gasopslag

In de zesde incidentele suppletoire begroting is het parlement om autorisatie verzocht voor het aangaan van verplichtingen en doen van uitgaven voor de Vulmaatregel gasopslag, zoals voorgesteld in de Kamerbrief Onafhankelijkheid van Russische olie, kolen en gas met behoud leveringszekerheid van 22 april 2022 (Kamerstuk 29 023, nr. 302). Met een subsidieregeling voor marktpartijen en een aanwijzing aan EBN wordt de gasopslag Bergermeer gevuld, dit om de voldoen aan de EC-verordening ten aanzien van minimale vulgraden. De kosten van het vullen van Bergermeer zullen in latere jaren door middel van een heffing op gastransport verhaald worden op de partijen die baat hebben bij het vullen van de gasopslag.

Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI)

Naar aanleiding van het advies van de Taskforce Infrastructuur Klimaatakkoord Industrie (TIKI) en de kabinetsreactie daarop in 2020 is het Programma Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI) gestart. In het PIDI brengt de Rijksoverheid de bij energie en grondstof-infrastructuren betrokken partijen (industrie, energieproducenten, netwerkbedrijven, regionale overheden) samen met als doel de besluitvorming over de aanleg van infrastructuur te versnellen. Het programma heeft voornamelijk een regierol voor de realisatie van de infrastructuur, nodig om de reductiedoelen van het klimaatakkoord te verwezenlijken. De hiertoe beschikbare middelen worden hoofdzakelijk ingezet voor medefinanciering van Front End Engineering Design (FEED) en haalbaarheidsstudies voor specifieke infraprojecten, alsmede voor het opzetten van het voorbereidende overleg en coördinatie, georganiseerd binnen het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK), het instellen van een safehouse, onderzoek en monitoring.Omdat de PIDI-werkzaamheden aan het directoraat-generaal Klimaat en Energie zijn toegevoegd, is het bijbehorende beleidsbudget) overgeheveld van artikel 2 naar artikel 4.

Schadeafhandeling mijnbouw Limburg

Deze middelen zijn voor de Regeling Mijnbouwschade die gericht is op bewoners en micro-mkb’ers. Schadeherstel vindt plaats nadat is vastgesteld dat de schade veroorzaakt is door mijnbouw in het gebied. In de eerste jaren zal de Regeling Mijnbouwschade vooral mijnbouwschades in Limburg herstellen. Verjaarde mijnbouwschade komt in andere delen van het land op dit moment nauwelijks voor.

Maatschappelijke Investeringssubsidie Warmtenetten (MIW)

Het Ministerie van EZK beoogt met de Maatschappelijke Investeringssubsidie Warmtenetten (MIW) de aanleg van warmtenetten in de gebouwde omgeving te stimuleren. De regeling bevindt zich nog in de verkennende fase, over de vormgeving ervan vindt nog nadere besluitvorming plaats. In het Klimaatakkoord van 2019 is de belangrijke rol van warmtenetten voor het verduurzamen van woningen en utiliteitsbouw reeds benoemd. Uit de Startanalyse van het PBL (en ECW) en de verrijking daarvan met lokale informatie door gemeenten blijkt dat voor een groot deel van de gebouwde omgeving een warmtenet de warmtestrategie met de laagste nationale kosten is. Warmtenetten zijn daarmee een belangrijk onderdeel om de CO2-reductiedoelstellingen voor de gebouwde omgeving in 2030 te bereiken. Het huidige financieel instrumentarium is voor veel projecten echter onvoldoende voor een positieve business case en deze projecten worden daarom niet verder ontwikkeld. Op grond van de MIW zal daarom subsidie (eventueel in combinatie met een lening of garantie) worden verstrekt voor de investeringskosten van warmtenetten.

NGF-projecten NieuweWarmteNu!

Een twaalftal geselecteerde warmtenetten krijgt subsidie voor het afdekken van de onrendabele top om een vliegwieleffect in gang te brengen. Daarnaast krijgt ook een zestal (technologische) innovaties subsidie, zodat deze in warmtesystemen gerealiseerd kunnen worden met het oog op verdere opschaling. Om leereffecten en kennisdeling te stimuleren wordt een programma ingericht, waar partijen uit de gehele warmtemarkt in participeren.

Leningen

EBN

Op 21 maart 2019 (Kamerstuk 31 239, nr. 298) is de Tweede Kamer geïnformeerd over de financiële deelname van Energie Bedrijf Nederland (EBN) in aardwarmteprojecten. Om deze taak de komende jaren invulling te geven is cumulatief € 48 mln als lening aan EBN verstrekt. Daarnaast is aan EBN in 2020 een lening verstrekt, zodat EBN vreemd vermogen kan aantrekken en daarmee deel kan nemen aan het Porthos-project in de Rotterdamse haven. De door EBN verkregen rendementen op aardwarmteprojecten en het Porthos-project zullen worden gebruikt om de beide leningen af te lossen.

Lening EBN voor vullen Bergermeer

Voor het maximaal verder vullen van gasopslag Bergermeer is, gegeven de huidige gasprijs, financiering nodig voor het door EBN in te kopen gas. Voor het gas waarmee gasopslag Bergermeer verder gevuld wordt, ontvangt het staatsbedrijf in 2022 een lening ter hoogte van € 2,3 mld. De lening wordt in 2023 volledig terugbetaald (zie bij Ontvangsten).

Garanties

Aardwarmte

Aardwarmte betreft het winnen van warmte uit diepe aardlagen. Het potentieel van aardwarmte is 15 petajoule (PJ) in 2030. Het ontbreken van een (betaalbare) verzekering is een belangrijk knelpunt voor de toepassing van aardwarmte. De garantieregeling aardwarmte heeft als doel het afdekken van het risico dat het boren van putten voor de toepassing van aardwarmte niet succesvol is. Omdat dit risico in de markt (nog) niet verzekerbaar is, dekt de overheid dit risico af door middel van het verlenen van garanties aan marktpartijen die hiervoor een kostendekkende premie betalen. De uitgaven betreffen uitgekeerde dan wel uit te keren verliesdeclaraties: voor 2023 worden vooralsnog geen verliesdeclaraties geraamd.

Opdrachten

Onderzoek mijnbouw-bodembeweging

Dit budget betreft voor het grootste deel onderzoek binnen het Kennisprogramma Effecten Mijnbouw (KEM) en (onderzoeks)opdrachten van de Technische commissie bodembeweging (Tcbb) en de Mijnraad gerelateerd aan de aardbevingsproblematiek in Groningen en de na-ijlende effecten van de voormalige steenkolenwinning in Limburg. Ook worden uit dit budget adviezen bekostigd in het kader van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO). Daarnaast wordt hieruit voorbereidend onderzoek gedaan voor nazorg van verlaten installaties.

SodM onderzoek

Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft op basis van haar onafhankelijke positie een eigen budget om onderzoek in het kader van het Kennisprogramma Effecten Mijnbouw (KEM) uit te kunnen voeren.

Uitvoeringsagenda Klimaat

Vanuit dit budget worden uitvoerings- en onderzoeksopdrachten voor de ontwikkeling van de klimaatagenda, inclusief onderzoek naar veiligheidsrisico’s en risicoperceptie van de klimaatmaatregelen, gefinancierd.

Klimaat mondiaal

Dit budget is bedoeld om kosten rondom mondiale klimaatprojecten, zoals de jaarlijkse Conference of Parties (COP) klimaatbijeenkomst, te financieren.

Overige onderzoeken en opdrachten

Dit betreft kleinere onderzoeksopdrachten die dienen ter ondersteuning van het klimaat- en energiebeleid en die veelal gericht zijn op beantwoording van één specifieke vraag. Ook worden diverse uitgaven ter uitvoering van de Rijkscoördinatieregeling (RCR) uit dit budget bekostigd, zoals het ondersteunen van Rijksinpassingsplannen, opstellen MER-adviezen ten aanzien van kavelbesluiten, het opstellen en uitvoeren van communicatieplannen, het inschakelen van gebiedscoördinatoren en planschadeadviseurs en het doen van planschade-uitkeringen. Ook worden uit dit budget projecten gericht op omgevingsmanagement en het Programma Energiesysteem (PES). Het budget wordt ook aangewend om de nationale en internationale procedures rond de wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie te financieren en om kennis en innovatie op het gebied van nucleaire technologie te bevorderen.

Vanuit het Klimaatfonds wordt in 2023 € 20 mln beschikbaar gesteld voor kernenergieprojecten. Deze reservering wordt voor verschillende doelen ingezet. Allereerst is voorzien in een subsidie om de verouderingsonderzoeken te financiering, die noodzakelijk zijn om te bepalen of en onder welke voorwaarden de kerncentrale Borssele kan worden voortgezet. Daarnaast worden deze middelen ingezet voor milieueffectrapportages voor de bedrijfsduurverlenging van de kerncentrale Borssele en de locatie voor nieuwbouw. Ter voorbereiding van de besluitvorming over de nieuwbouw eind 2023 is het tevens nodig dat een breed onderzoek naar de financiering daarvan wordt uitgezet. Tot slot zullen deze middelen worden ingezet voor de versterking van de kennisinfrastructuur en de extra kosten die ANVS maakt in de uitvoering.

Projecten Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER)

Met het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed levert het Rijk met het eigen vastgoed een bijdrage aan de energietransitie. Hiervoor werkt het Ministerie van EZK samen met Rijkswaterstaat, Rijksvastgoedbedrijf, RVO.nl, Staatsbosbeheer, ProRail en het Ministerie van Defensie aan het beschikbaar stellen van locaties voor energieopwek. Bij de keuzes voor deze locaties wordt, in samenwerking met lokaal bevoegd gezag, ingezet op multifunctioneel ruimtegebruik (bijvoorbeeld door te kiezen voor snelwegbermen, langs spoorlijnen en op baggerdepots).

Bijdrage aan agentschappen

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)

Dit budget betreft vooral de kosten van uitvoering door RVO.nl van energiesubsidieregelingen, waaronder de innovatieregelingen (DEI+, MOOI/TSE, HER+, de ISDE en Stimulering Duurzame Energieproductie/Energietransitie (SDE/SDE+/SDE++). Voor een deel heeft het budget betrekking op voorbereidende en uitvoerende werkzaamheden van RVO.nl op het gebied van het klimaat- en energiebeleid naar aanleiding van het Klimaatakkoord.

Agentschap Telecom (AT)

Medio 2019 is afgesproken dat de huidige fiscale salderingsregeling niet wordt opgevolgd met een subsidie-instrument, zoals in het Regeerakkoord Rutte-III stond, maar een fiscale regeling blijft die wordt uitgefaseerd door middel van een geleidelijke afbouw (Kamerstuk 31 239, nr. 305). Voor een geleidelijke afbouw van salderen is het noodzakelijk dat burgers en bedrijven vanaf 1 januari 2023 beschikken over een meetinrichting die afname en invoeding apart kan meten. Agentschap Telecom is verantwoordelijk voor de handhaving van deze verplichting.

Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)

Met ingang van 2018 verstrekt het Ministerie van EZK een jaarlijkse opdracht aan de NEa voor de uitvoering van alle werkzaamheden in het kader van de emissiehandel, waaronder de voorbereidingen voor de vierde handelsperiode, voor het register voor biobrandstoffen en voor het toezicht op de bijstook van biomassa bij elektriciteitscentrales. Daarnaast wordt aan de NEa opdracht verstrekt voor de handhaving van en advisering over de CO2-minimumprijs voor elektriciteitsproductie.

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI)

De werkzaamheden die het KNMI voor het Ministerie van EZK uitvoert betreffen vooral de advisering en ondersteuning van de uitvoering van het mijnbouw-, klimaat- en energiebeleid. De werkzaamheden zijn onder te verdelen in monitoring van seismiciteit (veelvuldigheid en hevigheid waarmee op een bepaalde plaats aardbevingen voorkomen) van de gaswinning en overige mijnbouwactiviteiten, kennisontwikkeling en advisering over aan mijnbouw gerelateerde risico’s en communicatie en informatievoorziening. Daarnaast verricht het KNMI in internationaal verband diverse werkzaamheden in het kader van klimaatonderzoek voor verschillende internationale gremia, waaronder het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC).

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)

NVWA voert het toezicht uit op de naleving van de Wet Implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie. De werkzaamheden van NVWA in dat kader betreffen het uitvoeren van inspecties en producttesten, het onderhouden van internationale contacten, interventies bij niet-naleving, het volgen van marktontwikkelingen en het geven van voorlichting.

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

De bijdrage vanuit het Ministerie van EZK betreft de uitvoering van twee kennisopdrachten voor de Emissieregistratie (vaststelling van een dataset met eenduidige emissiegegevens) en voor het Montreal Protocol (uitvoering van studies en monitoringsactiviteiten als lid van het Scientific Assessment Panel van het Montreal Protocol). Er zal op dit instrument geen realisatie plaatsvinden, omdat het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) als coördinerend opdrachtgever voor het Ministerie van EZK optreedt en de beschikbare budgetten naar de coördinerende opdrachtgever worden overgeheveld gedurende het uitvoeringsjaar.

Rijkswaterstaat (RWS)

De werkzaamheden die RWS uitvoert voor het Ministerie van EZK op het gebied van klimaat zijn gericht op drie onderdelen:

  1. energiebesparing, met name gericht op de ondersteuning en uitvoering van de informatieplicht voor bedrijven en instellingen;
  2. ozonlaagafbrekende stoffen en gefluoreerdebroeikasgassen, gericht op de implementatie en ondersteuning van de Europese Ozon- en F-gassenverordening;
  3. de klimaatmonitor en secretariaat CO2-emmissiefactoren.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Doorsluis heffing Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieproducten (COVA)

Het crisisbeleid gericht op de olievoorzieningszekerheid dient verstoringen in de olieaanvoer op te vangen. De Stichting Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieproducten (COVA) en het oliebedrijfsleven houden in opdracht van het Ministerie van EZK strategische olievoorraden aan in lijn met wat hierover geregeld is in de Wet voorraadvorming aardolieproducten (Wva 2012). De uitgavenreeks op de EZK-begroting betreft de doorsluis van de ontvangen voorraadheffingen naar de stichting COVA. De voorraadheffing is een heffing ingesteld op aan accijns van minerale oliën onderworpen aardolieproducten. De heffing bedraagt momenteel € 8,– per 1.000 liter benzine, diesel, LPG en andere (motor)brandstoffen en wordt door de Minister van Financiën geheven en ingevorderd door de Belastingdienst. De Minister van EZK keert de opbrengst van de heffing uit aan de stichting COVA ter dekking van de operationele kosten en financieringslasten van de COVA.

TNO Kerndepartement

Dit betreft een bijdrage vanuit het Ministerie van EZK aan de Adviesgroep Economische Zaken van TNO (TNO-AGE) voor de adviestaak voortvloeiend uit de Mijnbouwwet en Mijnbouwregeling. De adviserende taak ligt op het vlak van het opsporen en winnen van delfstoffen (olie, gas en steenzout) en aardwarmte en van het opslaan van stoffen in de (diepe) ondergrond van Nederland. Daarnaast wordt uit dit budget het toegepaste duurzame energieonderzoek gefinancierd dat met ingang van 2018 van ECN is overgegaan naar TNO-Energietransitie.

TNO SodM

Dit betreft eveneens de adviestaak van TNO-AGE voortvloeiend uit de Mijnbouwwet en de Mijnbouwregeling, maar dan de bijdrage vanuit het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM).

Bijdragen aan medeoverheden

Uitkoopregeling

Woningen die loodrecht onder de hoogspanningslijnen staan van 220kV- en 380kV-verbindingen en 110kV- en 150kV-verbindingen buiten de bevolkingskernen, komen sinds 1 januari 2017 in aanmerking voor uitkoop. Het Rijk heeft in de periode 2017-2021 € 140 mln beschikbaar gesteld voor een vrijwillige uitkoopregeling onder de voorwaarde dat de betrokken gemeenten zorgen dat door herbestemming de woonfunctie van het betreffende pand wordt gewijzigd. De regeling is samen met de betrokken gemeenten uitgewerkt en heeft een looptijd van vijf jaar (Stcrt. 2016, 68302): de regeling is eind 2021 gesloten, 2022 is het laatste jaar dat dat nog uitgaven voor de regeling worden gedaan. De regeling wordt door de betrokken gemeenten uitgevoerd.

Regeling toezicht energiebesparingsplicht

Uit de € 6,8 mld aan extra klimaatmiddelen die het vorige kabinet beschikbaar heeft gesteld zijn middelen aan de EZK-begroting toegevoegd voor een regeling waarbij omgevingsdiensten subsidie kunnen krijgen voor extra toezicht op en handhaving van de energiebesparingsplicht. Het gaat daarbij zowel om toezicht op ETS-bedrijven als niet-ETS-bedrijven.

Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden

Gemeenten en provincies voeren een groot deel van het Nederlandse klimaat- en energiebeleid decentraal uit. Dit is een complexe opgave en vergt aanzienlijke uitvoeringskracht. Komende jaren zullen zij daarom veel nieuwe arbeidskrachten moeten aantrekken. Daarvoor is in het coalitieakkoord in totaal € 5,6 mld uitgetrokken voor de jaren 2023 tot en met 2030. Naast het vergroten van de uitvoeringskracht van provincies en gemeenten wordt ook het Nationale Programma RES met deze middelen gefinancierd.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Nuclear Research and consultancy Group (NRG)

De Nuclear Research and consultancy Group is onderdeel van de Stichting NRG en vormt samen met de Stichting Voorbereiding Pallas-reactor (PALLAS) een personele unie. NRG voert onderzoeksactiviteiten uit op het gebied van onder meer de nucleaire veiligheid, radioactief afval en stralingsbescherming. Centraal daarbij staat de ontwikkeling van kennis, producten en processen voor veilige toepassing van nucleaire technologie voor energie, milieu en gezondheid.

Internationale contributies

Nederland kiest voor een actieve participatie in met name de internationale netwerken van het Internationaal Energieagentschap (IEA, kennissamenwerking en oliecrisisbeleid), het International Renewable Energy Agency (IRENA, hernieuwbare energie), Clean Energy Ministerial (CEM, uitrol van bestaande duurzame energie-technologie), Mission Innovation (vergroten van inzet op energie-innovatie) en het Energy Charter (investeringsbescherming en energietransit). De contributies volgen uit internationale verplichtingen. Ook ontvangt het Clingendael International Energy Programme jaarlijks € 50.000 subsidie voor het uitvoeren van publieke activiteiten ter ondersteuning van de maatschappelijke discussie over internationale ontwikkelingen in de energiesector. Daarnaast versterken internationale klimaatcontributies de internationale positie van Nederland in het wereldwijde klimaatdebat. Deze contributies gaan onder andere naar het United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC), het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), het Montrealprotocol, het verdrag van Wenen en de OESO.

PBL Rekenmeesterfunctie

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) ontvangt een jaarlijkse bijdrage om als Rekenmeester een drietal taken uit te kunnen voeren:

  1. Kerntaken rekenmeester energie- en klimaatbeleid (KEV, beleidsdoorrekeningen, inbreng (Europese en internationale) rapportages, modelontwikkeling en -onderhoud);
  2. Beleidsondersteuning;
  3. Ondersteuning SDE+/SDE++.

Zie ook het Convenant Rekenmeesterfunctie 2021-2025.

Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)

Vanuit het Klimaatfonds is structureel € 1 mln beschikbaar gesteld aan de ILT als toezichthouder op het Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen.

Stortingen in reserves

Voor de stortingen in de verschillende reserves wordt verwezen naar wat hierover is opgenomen onder ‘toelichting op de begrotingsreserves’.

Toelichting op de ontvangsten

COVA

Deze ontvangsten betreffen ontvangsten uit hoofde van de voorraadheffing COVA, zoals toegelicht bij de uitgavenpost «Doorsluis heffing COVA».

Opbrengst heffing ODE

Het uitgaveninstrument voor de SDE+-subsidie is tegelijkertijd ingesteld met een opslag op de energierekening, de Opslag Duurzame energie- en klimaattransitie (ODE). Deze opslag is in 2013 ingevoerd, maar wordt met ingang van 2023 afgeschaft en in de Energiebelasting (EB) geïncorporeerd. De nog in 2023 en 2024 geraamde ontvangsten betreffen nog ontvangsten op basis van aangiften van 2022 en eerder: dit verklaart de sterk dalende raming in deze jaren.

Ontvangsten zoutwinning

Deze ontvangsten betreffen opbrengsten uit afgegeven concessies voor de winning van steenzout.

Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie

De onttrekking aan de reserve in 2022 (totaal € 1.576,2 mln) vloeit voort uit de in het Coalitieakkoord van het huidige kabinet gemaakte afspraken. De middelen zijn toegevoegd aan het SDE++-budget. De onttrekking in 2023 van in totaal € 454,2 mln is opgebouwd uit de volgende onderdelen:

  1. een onttrekking van € 450 mln die samenhangt met de afspraak in de Startnota van het kabinet Rutte-III dat de reserve duurzame energie en klimaattransitie vanaf 2023 tot en met 2028 voor een deel leeggeboekt zou worden. Het gaat om een totaalbedrag van € 1,7 mld, waarvan dus € 450 mln in 2023 wordt onttrokken.
  2. de onttrekking van € 4,2 mln om de kasgevolgen van de ophoging van het budget van de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) met € 63 mln naar € 100 mln (amendement-Sienot) te dekken.

ETS-ontvangsten

De opgenomen ontvangsten betreffen de geraamde opbrengsten van de verkoop van CO2-emissierechten, als onderdeel van het Europese Emissions Trading System (EU ETS). De geraamde ontvangsten zijn gebaseerd op het aantal te veilen ETS-rechten en de prijs per recht.

P1 91,47 92,81 94,68 98,18 100,58 102,98
Q 14,342 15,254 13,214 11,907 15,973 19,037
PxQ (€ mln)2 1.312 1.416 1.251 1.169 1.607 1.960
  1. Getallen in de tabel zijn gebaseerd op stand 15 februari 2022, met de toen geldende forward-prijzen.
  2. De ETS-ontvangsten zijn een resultante van de ontwikkeling van de ETS-prijs (P) en het aanbod van ETS-rechten (Q). De bedragen in de budgettaire tabel voor de ETS-ontvangsten zijn afgerond op € 50 mln.

Diverse ontvangsten

Deze ontvangsten hebben voor een deel betrekking op doorberekening van kosten, aan initiatiefnemers van energieprojecten, die het Ministerie van EZK maakt in het kader van de Rijkscoördinatieregeling (RCR). Daarnaast worden ook de door het ministerie betaalde planschade-uitkeringen verhaald op deze initiatiefnemers. Ook de door RVO.nl terugontvangen subsidievoorschotten worden ten gunste van dit budget begroot.

Heffing gasleveringszekerheid

Gegeven het open en grensoverschrijdende karakter van de Europese gasmarkt dragen de Nederlandse gasopslagen en het vullen ervan bij aan de leveringszekerheid van de gehele Europese Unie en met name van de ons omringende landen. Uitgangspunt is dat de kosten die met de vulmaatregelen gasopslag (zie bij Uitgaven) gemoeid zijn worden gedragen door de gebruikers (de gebruiker betaalt). Dit betreft zowel gebruikers in Nederland als daarbuiten.

Voor het verhalen van de uiteindelijke gemaakte kosten op gebruikers wordt, in samenhang met de uiteindelijke wijze waarop voor de langere termijn invulling wordt gegeven aan de vulverplichting, gewerkt aan een heffing op geboekte capaciteit voor transport via het landelijk gastransportnet van Gasunie Transport Services (bovenop de tarieven voor gastransport). Op die manier kan de rekening worden gelegd bij de gebruikers die profiteren van de vulling van de gasopslagen (leveringszekerheid), inclusief de gebruikers in het buitenland. Deze heffing zal zodanig worden uitgewerkt dat de financiering van voornoemde maatregelen een vorm van voorfinanciering is en de uiteindelijke kosten door de gebruikers van het gastransportnet worden opgebracht.

Ontvangsten lening EBN Bergermeer

In 2022 wordt een lening verstrekt aan EBN ter hoogte van € 2,3 mld voor de inkoop van het gas dat nodig is om de gasopslag in Bergermeer verder te vullen. Na levering van het gas ontvangt EBN inkomsten en betaalt EBN de lening in 2023 volledig terug.

Toelichting op de begrotingsreserves

Begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie 3.979.230 100%
Begrotingsreserve Aardwarmte 18.056 100%
Begrotingsreserve ECN verstrekte leningen 6.600 0%

Duurzame energie

De begrotingsreserve voor duurzame energie en klimaattransitie is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij of het niet doorgaan van projecten waaraan subsidie is toegekend op basis van de MEP, de SDE, de SDE+, de SDE++, de HER+ of de ISDE. Via de reserve blijven deze middelen ook in de toekomst beschikbaar voor het stimuleren van hernieuwbare energieproductie en het bevorderen van CO2-reductie. De afspraken over en de werking van de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie zijn het meest recent toegelicht in de volgende stukken:

  1. Kamerstuk 31 865, nr. 79: Brief van Minister van EZ van 25 maart 2016 inzake het behouden van de middelen van de reserve;
  2. Kamerstuk 31 239, nr. 218: Brief van Minister van EZ van 1 juli 2016 inzake voor- en nadelen fondsvorming en specificaties begrotingsreserve duurzame energie, waaronder een toelichting op het aandeel “juridisch verplicht”.
MEP (algemene middelen) 23 16 2 0 34 ‒ 2 0 0 0 73
SDE (algemene middelen) 143 220 277 114 ‒ 14 ‒ 57 13 ‒ 129 ‒ 318 250
SDE+ (ODE gefinancierd) 59 134 204 282 281 523 903 1.146 125 3.657
Totaal 225 369 483 396 301 465 916 1.018 ‒ 193 3.979

Eind 2021 bedraagt de stand van de reserve € 3.979 mln. Daarvan is 100% juridisch verplicht. Bij de huidige inzichten is de in de meerjarencijfers beschikbare uitgavenruimte voorlopig toereikend voor de kasuitloop van de afgegeven beschikkingen. Naar de huidige inzichten, onder meer gebaseerd op de meerjarenramingen van RVO.nl (de uitvoerder van de SDE++), zal de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie in 2022 afnemen met € 769,7 mln (saldo van storting en onttrekking).

3.979.230 806.505 ‒ 1.576.185 3.209.550 ‒ 454.186 2.755.364

Voor 2023 wordt een onttrekking aan de reserve geraamd van € 454,2 mln. Deze onttrekking maakt voor € 450 mln onderdeel uit van de totale onttrekking van € 1,7 mld in de periode 2023 tot en met 2028 en heeft daarnaast betrekking op de financiering van de kasuitgaven die het gevolg zijn van het amendement-Sienot over € 63 mln extra budget voor de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE, zie bij Ontvangsten).

Van de € 3,21 mld die naar verwachting eind 2022 in de begrotingsreserve beschikbaar is zal dan eind 2023 nog ruim € 2,76 mld resteren. Deze € 2,76 mld kan gezien worden als een buffer om eventuele tegenvallers in de ontwikkeling van de energieprijs (en daarmee hogere subsidie-uitkeringen) in de periode 2022-2030 op te kunnen vangen. Zie tabel 37 voor het overzicht van alle geplande stortingen in en onttrekkingen aan de reserve.

Aardwarmte

De begrotingsreserve voor de garantieregeling Aardwarmte is bedoeld om het budget voor het mogelijk uitbetalen van verliesdeclaraties meerjarig in te kunnen zetten en een eventuele mismatch in de tijd tussen inkomsten (premies) en uitgaven (verliesdeclaraties) op te vangen. Om gebruik te kunnen maken van de garantieregeling Aardwarmte betalen marktpartijen een kostendekkende premie aan de uitvoerder van de regeling (RVO.nl) die wordt gestort in de begrotingsreserve. Het uitstaande bedrag aan garanties bedroeg per 1 januari 2022 € 22,2 mln. Uit het toetsingskader van de garantieregeling aardwarmte blijkt dat, rekening houdend met het risicoprofiel van de aardwarmtegaranties (tussen de 1,4% kans op volledige en 7,6% op gedeeltelijke mislukking), de huidige omvang van de begrotingsreserve samen met de over de verstrekte garanties te ontvangen provisies (7%) benodigd is om ook in 2023 een garantieplafond van € 44,2 mln mogelijk te maken. Gelet op de uitstaande garanties en het genoemde risicoprofiel is de gehele reserve benodigd om mogelijke verliesdeclaraties op te kunnen vangen en is daarmee voor 100% inflexibel.

Voor meer informatie over de ontwikkeling van de garanties en het verloop van de reserve wordt verwezen naar het overzicht van de risicoregelingen in het hoofdstuk Beleidsagenda van deze begroting.

18.056 557 ‒ 80 18.533 ‒ 80 18.453

Risicopremie ECN/NRG

De middelen in de begrotingsreserve risicopremie ECN/NRG zullen worden aangesproken als NRG – al dan niet tijdelijk – (gedeeltelijk) niet kan voldoen aan de terugbetalingsverplichtingen volgens de afgesloten leningsovereenkomst. Deze reserve betreft uitsluitend een zekerstelling binnen de rijksbegroting. Derden kunnen geen beroep op deze middelen doen en daarmee zijn de middelen op deze reserve niet juridisch verplicht.

6.600 6.600 6.600

Extracomptabele fiscale regelingen

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, zijn er fiscale regelingen die betrekking hebben op dit beleidsterrein. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regelingen vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage «Fiscale regelingen» in de Miljoenennota. De fiscale regeling die niet in onderstaande tabel is opgenomen, maar wel op dit beleidsartikel betrekking heeft, is EB Verlaagd tarief openbare laadpalen.

Voor een beschrijving van de regelingen, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota "Toelichting op de fiscale regelingen".

Energie-investeringsaftrek (EIA)2 198 149 149
EB Salderingsregeling 373 252 230
EB Vrijstellingen voor energie-intensieve processen 124 122 129
EB Stadsverwarmingsregeling 71 74 58
EB Inputvrijstelling energiebelasting voor elektriciteitsopwekking 739 751 798
Inputvrijstelling kolenbelasting voor elektriciteitsopwekking 72 90 96
Inputvrijstelling kolenbelasting voor duaal verbruik 26 26 28
  1. EB = Energiebelasting
  2. Voorlopige cijfers van Financiën. De definitieve cijfers zijn te vinden in bijlage 9 van de Miljoenennota 2023.

Overzicht maatregelen in het kader van het klimaatbeleid

Conform de motie Leegte (Kamerstuk 30 196, nr. 278) is onderstaand een totaaloverzicht opgenomen van alle maatregelen van alle ministeries ten behoeve van het klimaatbeleid, inclusief die gericht zijn op de uitvoering van het Urgenda-vonnis. De maatregelen zijn gegroepeerd op basis van de sectorindeling van het Klimaatakkoord waaraan de maatregelen het meest direct bijdragen. Sommige maatregelen dragen echter ook bij aan andere sectoren.

In de begrotingen van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) zijn verwijzingen naar dit totaaloverzicht opgenomen. De betreffende maatregelen die op deze begrotingen staan zijn in onderstaand overzicht opgenomen. Achter de maatregelen in dit overzicht wordt aangegeven op welke begroting en beleidsartikel de maatregelen feitelijk staan.

De budgettaire gevolgen van het Klimaatakkoord zijn opgenomen in het Klimaatakkoord (Kamerstuk 32 813, nr. 348). De fiscale maatregelen zijn, met uitzondering van de Energie-InvesteringsAftrek (EIA) en de MIA/VAMIL, niet meegenomen in dit overzicht en worden ook niet apart vermeld in de begroting van Financiën (IX).

Het vorige kabinet heeft besloten om € 6,8 mld extra te investeren in klimaatmaatregelen, bovenop het bestaande klimaatbeleid. Een deel hiervan is nodig voor de uitvoering van het Klimaatakkoord. Bijna het volledige bedrag zal aanvankelijk worden gereserveerd op de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën en zal later - onder voorwaarde van een bestedingsplan – worden overgeheveld naar de diverse departementale begrotingen. Zodra dit is gebeurd zullen de bedragen aan onderstaand overzicht worden toegevoegd. Ook zijn al diverse bedragen vanuit de voor het Klimaatfonds beschikbare middelen op de Aanvllende Post toegevoegd, vooruitlopend op de vorming van het Klimaatfonds in 2024.

ELEKTRICITEIT 2.878.527 3.888.136 4.159.342 4.375.946 4.205.802 4.280.776 4.498.814
SDE (EZK. art. 4) 604.440 212.000 591.000 579.000 557.000 530.000 506.000
SDE+ incl. flankerend beleid en Net op Zee (EZK, art.4) 1.932.881 938.375 2.851.461 3.012.753 2.952.461 2.816.606 2.727.931
SDE++ (incl. kolenmaatregelen en statistische overdracht) (EZK, art. 4) 120 1.482.359 52.600 279.600 417.600 701.600 1.032.600
Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (EZK, art. 4) 19 2.200 4.000 7.000 10.100 11.600 13.100
Storting in begrotingsreserve duurzame energie (EZK, art. 4) 66.333 806.505 0 0 0 0 0
InvesteringsSubsidie Duurzame Energie (EZK, art.4) 112.141 221.700 387.200 289.000 97.800 97.700 97.700
Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) (EZK, art. 4) 54.508 61.280 64.334 61.040 54.110 47.475 44.560
Demonstratieregeling Klimaat en Energie-innovatie (DEI+) (EZK, art. 4) 53.144 95.138 93.188 58.009 45.402 32.029 33.157
Hernieuwbare Energietransitie (HER+) (EZK, art. 4) 25.539 35.140 45.540 42.000 25.540 0 0
Kernenergieprojecten (EZK, art. 4) 0 1.000 24.000 0 0 0 0
Programma Opwerk Energie op Rijksvastgoed (OER) (EZK, art. 4) 15.280 16.805 16.805 16.805 16.805
Retourpremie koel- en vrieskasten (IenW, art. 21) 1.000 0 0 0 0 0 0
Bijdrage RVO.nl uitvoeringslasten MEP/SDE/SDE+/SDE++/ISDE/HER+ (EZK, art. 4) 28.402 32.439 30.739 30.739 28.984 26.961 26.961
INDUSTRIE 248.864 232.271 590.189 556.369 864.055 624.440 315.340
Compensatie indirecte kosten ETS (EZK, art. 2) 0 87.864 0 0 0 0 0
Compensatie indirecte kosten ETS (EZK, art. 4) 172.739 0 0 0 0 0 0
Verduurzaming industrie (EZK, art. 2) 9.149 51.585 66.609 76.389 82.775 85.100 73.700
Urgenda en industrie (EZK, art. 2) 27.494 2.093 11.700 12.740 0 0 0
Investeringen Verduurzaming Industrie (EZK, art. 2) 50.000
Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI. EZK, art. 2) 4.832 1.334 0 0 0 0 0
Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI. EZK, art. 4) 9.002 12.140 12.270 12.360
Opschalingsinstrument waterstof (EZK, art. 4) 0 250 21.100 15.130 9.080 12.500 15.060
Transport waterstof (backbone) (EZK, art. 4) 0 233.320 99.160 99.160 99.160 75.000
IPCEI Waterstof (EZK, art. 4) 3.000 160.000 305.000 627.000 395.000 120.000
Stimulering van CO2-reducerende maatregelen Circulaire Economie en Recycling en biobase kunsstoffen en textile(IenW, art. 21 via DEI+) 7.523 10.763 8.640 4.000 2.000 0 0
Chemische recycling (IenW, art. 21) 2.700 0 0 0 0 0 0
Circulaire maatregelen in de Grond, Weg en Waterbouw (IenW, art. 21) 7.500 0 0 0 0 0 0
Maatregelen in de Grond- Weg- en Waterbouw (GWW) (IenW, art. 21) 2.000 2.000 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000
Ketenaanpak (IenW, art. 21) 3.000 3.000 5.300 7.300 7.300 8.100 7.000
Klimaatneutraal en circulair inkopen en aanbesteden (IenW, art. 21) 2.000 2.000 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000
Kunststof- en textielrecycling (IenW, art. 21) 3.000 3.000 4.000 4.000 4.000 4.000 4.000
Ophoging budget subsidieregeling circulaire ketenprojecten (IenW, art. 21) 3.000 0 0 0 0 0 0
Stimuleringsprogramma recycling (IenW, art. 21) 0 200 6.800 8.000 9.000 9.200 9.200
CCS, leningdeel (EZK, art. 4) 0 53.400 0 0 0 0 0
CCS, subsidiedeel (EZK, art. 4) 3.927 2.780 4.580 6.380 5.380 5.380 5.380
GEBOUWDE OMGEVING 372.985 741.147 992.563 832.027 296.868 166.255 192.013
Aardwarmte (SCAN-programma EBN) (EZK, art. 4) 15.000 17.500 17.500 25.000 0 0 0
Expertisecentrum Warmte (EZK, art. 4) 4.421 1.600 1.007 1.008 1.008 1.010 1.000
WarmtelinQ, subsidiedeel (EZK, art. 4) 12.000 56.000 25.500 14.000 0 0 0
Maatschappelijke Investeringssubsidie Warmtenetten (MIW) (EZK, art. 4) 0 0 130.000 70.000
NGF-project NieuweWarmteNu! (EZK. Art. 4) 75.000 75.000 50.000
Storting in begrotingsreserve aardwarmte (EZK, art. 4) 557 557 0 0 0 0 0
Bijdragen aan agentschappen (BZK, art. 4) 3.514 4.505 1.236 988 988 523 523
Energiebesparing huursector STEP (BZK, art. 4) 18.225 18.951 0 0 0 0 0
Energietransitie en duurzaamheid (Subsidies en opdrachten) (BZK, art. 4) 19.385 11.282 7.775 7.932 4.077 7.002 3.200
Uitvoeringskosten medeoverheden lokale energietransitie en RES aanpak (BZK art. 4) 16.364 0
Energiebesparing Koopsector SEEH (BZK, art. 4) 12.326 13.677 18.888 17.100 7.700 5.500 2.500
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken Innovatieprogamma CO2 (BZK art. 4) 0 2.375 10.233 10.409 8.795 24.970 27.740
GF aardgasvrije wijken (PAW) (BZK, art. 4) 54.677 63.560 0 0 0 0 0
Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) (BZK, art. 4) 13.986 4.310 42.200 10.500 24.000 17.000 39.500
Renovatieversneller klimaatakkoord (BZK, art. 4) 2633 1.000 26.750 37.750 47.750 4.000 0
Verduurzaming en ontzorging maatschappelijk vastgoed (BZK, art. 4) 15.317 0 0 0 0 0 0
Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH+) en Programma reductie energieverbruik (PRE) (BZK, art. 4) 77.808 0 0 0 0 0 0
Programma regeling reductie energieverbruik Wonen (RREW) (BZK, art. 4)( koop en huur) bijdrage aan medeoverheden 95.736 0 0 0 0 0 0
Warmtefonds (BZK, art. 4) 27.400 80.600 97.390 93.000 77.000 77.000 103.000
Reservering opschaling aardgasvrije wijken (BZK, art. 4) 0 0 0 0 7.500 0
Recyclaat in bouwmaterialen (IenW-deel, art. 21) 0 0 1.500 2.000 2.000 1.900 1.900
Nationaal programma lokale warmtetransitie (BZK, art. 4) 15.000 15.000 15.000
Emissiearm aanbesteden ( bijdrage aan agentschappen) (BZK, art. 4) 970 3.640 12.140 6.050 6.250 8.450
Lokale aanpak woonisolatie (BZK, art. 4) 250.000 190.500
Energiearmoede (BZK, art. 4) 358.959
Brede verduurzamingscoalitie (BZK, art. 4) 5.000 5.000
Contigentenaanpak woonisolatie (BZK, art. 4) 3.000 3.000 3.000
Natuurinclusief en communicatie (BZK, art. 4) 5.000 1.000 1.000
Woonisolatie verhuurders (BZK, art. 4) 50.000 50.000
Ontzorging maatschappelijk vastgoed (bijdrage medeoverheden) (BZK, art. 4) 17.000
maVa Zon op dak (excl. uitvoeringskosten) (BZK, art. 4) 400 800 800
maVa Verduurzaming gebouwen (excl uitvoeringskosten) (BZK, art. 4) 4.200 8.400 8.400
Subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed (DUMAVA) (BZK, art. 4) 41.500 155.000 144.300
Kennis- en innovatieprogramma stikstof (subsidie) (BZK, art. 4) 3.900 3.900
Kennis- en innovatieprogramma stikstof (bijdrage) (BZK, art. 4) 6.698 7.198
Subsidieregeling Verduurzaming Onderhoud Huurwoningen (SVOH ) (BZK, art. 4) 2.239 34.646 42.200 52.500 13.600 4.200
MOBILITEIT 77.068 124.925 180.246 191.036 143.566 88.811 32.616
Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (EZK, art. 4) 4.890 2.475 5.296 1.696 1.696 1.696 1.696
Demonstratieregeling Klimaattechnologie - Klimaatenveloppe 2019 (IenW, art. 14) 8.000 0 0 0 0 0 0
Laadinfrastructuur - Klimaatenveloppe 2019 (IenW, art. 14) 12.106 0 0 0 0 0 0
Duurzame energiedragers zero-emissiebussen (IenW, art. 14) 1.683 11.700 14.200 14.700 12.200 12.200 0
Duurzame energiedragers tankinfra (IenW, art. 14) 526 5.000 6.500 8.700 5.000 5.000 0
Duurzame logistiek (IenW, art. 14) 10.564 15.000 20.000 20.000 15.000 15.000 0
Verduurzaming personenmobiliteit (IenW, art. 14) 1.899 10.000 11.000 11.500 10.000 10.000 0
Klimaatakkoord: Elektrisch Vervoer (IenW, art. 14) 3.972 6.000 6.000 6.940 6.820 0 0
Klimaatakkoord: nieuwe elektrische auto's (IenW, art. 14) 11.159 35.000 43.000 48.000 28.750 23.000 13.000
Klimaatakkoord: 2e hands elektrische auto's (IenW, art. 14) 12.475 14.500 25.500 26.000 7.000 4.275 1.750
Klimaatakkoord: Bestel en Vracht (IenW, art. 14) 6.579 24.500 48.000 53.500 57.100 17.640 16.170
Aanvulling klimaatakkoord: Fietsparkeren (IenW, art. 14) 750 750 750 0 0 0 0
Campagne veilige, zuinige, stille banden op spanning (IenW, art. 14) 1.131 0 0 0 0 0 0
Campagne het nieuwe rijden (IenW, art. 14) 773 0 0 0 0 0 0
Versterken overige gedragsmaatregelen, monitoring en evaluatie (IenW, art. 14) 561 0 0 0 0 0 0
LANDBOUW EN LANDGEBRUIK 181.464 111.336 224.067 125.400 158.891 102.272 74.319
Innovatieagenda Energie (LNV, art. 21) 12.922 9.717 31.237 28.590 19.831 15.298 11.476
Marktintroductie energie innovaties (MEI) (LNV, art. 21) 7.879 5.889 5.789 5.539 5.539 5.539 5.539
Energie-efficiency glastuinbouw (EG) (LNV, art. 21) 17.258 51.829 35.829 17.910 27.854 22.561 17.561
Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (LNV, art. 21) 41.863 3.000 0 0 0 0 0
Subsidieregeling brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (LNV, art. 21) 9.151 9.837 31.179 36.443 75.307 28.836 17.500
Geïntegreerde aanpak methaan en ammoniak via voer- en dierspoor (LNV, art. 21) pilots en demo's en randvoorwaarden voor verdienmodel klimaatvriendelijke producten1 2.034 7.580 8.678 8.609 8.805 8.805 8.805
Bodem (bodemkoolstof) en klimaatadaptatie (LNV, art. 21) 2.094 2.219 2.766 1.857 2.017 1.092 917
Kunstmestvervanging (LNV, art. 21)2 0 3.000 6.157 6.157 5.644 11.287 4.104
Advisering ondernemers ikv kringlooplandbouw (LNV, art. 21) en tegengaan voedselverspilling (LNV, art. 21)3 4.822 6.013 7.963 7.948 7.948 4.448 4.448
Versterken bomen, bos, natuur (LNV, art. 22)* 4.202 5.283 5.780 5.805 3.306 3.306 3.306
Aanpak veenweideproblematiek en impuls veenweidegebieden (LNV, art. 22)* 59.239 6.969 8.689 6.542 2.640 1.100 663
Minder intensief landgebruik veehouderijen nabij Natura 2000-gebieden (LNV, art. 22) 20.000 0 80.000 0 0 0 0
SECTOROVERSTIJGENDE EN OVERIGE MAATREGELEN 330.594 361.670 622.068 872.368 1.088.068 1.158.068 1.148.868
MJA3 / MEE / Uitvoeringsprogramma Energiebesparing (EZK, art. 4) 1.618 2.187 2.368 2.368 2.368 2.368 2.368
Regeling toezicht energiebesparingsplicht (EZK, art. 4) 11.200 13.200 13.200 9.200 9.200 0
EIA (FIN, fiscaal)4 198.000 149.000 149.000 199.000 199.000 199.000 199.000
Subsidieregeling verduurzaming MKB (EZK, art. 4) 104 24.283 0 0 0 0 0
uitvoeringskosten klimaat medeoverheden (EZK, art. 4) 282.500 482.500 702.500 772.500 772.500
Bijdrage RVO.nl uitvoeringslasten Energieakkoord/Klimaatakkoord (EZK, art. 4) 10.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000
MIA/VAMIL (fiscaal, FIN)4 119.000 169.000 169.000 169.000 169.000 169.000 169.000
Uitvoeringskosten voor RVO.nl voor de ophoging van de MIA en de VAMIL (IenW, art. 21) 0 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
Verbetering en optimalisatie industriele wasproces van plastic verpakkingen (IenW, art. 21) 1.872 0 0 300 0 0 0
Totaal 4.089.502 5.459.485 6.768.475 6.953.146 6.757.250 6.420.622 6.261.970
  1. De enveloppegelden voor Integrale aanpak methaan en ammoniak, brongerichte maatregelen pilots en demo's en randvoorwaarden voor verdienmodellen klimaatvriendelijke producten zijn samengevoegd binnen één begrotingsinstrument. De budgetten voor 2021 en verder voor klimaat op dit instrument - gecorrigeerd voor stikstofmiddelen voor extra uren weidegang - zijn weergegeven op stand julibrief 2021; 2020 betreft hoofdzakelijk realisatie middels overboekingen naar andere (kennis- en innovatie-)instrumenten. Ook voor 2021 en 2022 zijn overboekingen verwerkt in het kader van de uitvoering van bestedingenplannen, waardoor het budget lager is. Bij de realisatie zullen telkens de gerealiseerde overboekingen worden weergegeven naast de belasting van het begrotingsinstrument om een goed beeld te geven van de uitgaven.
  2. Het betreft hier klimaat- en stikstofmiddelen.
  3. Reguliere LNV-middelen, die bijvoorbeeld ook al voor het Voedingscentrum waren bestemd, zijn ook in de reeks opgenomen. Dit omdat bij het desbetreffende begrotingsinstrument ook met reguliere uitgaven onder andere verspilling wordt tegengegaan.
  4. Voorlopige cijfers van Financiën. De definitieve cijfers zijn te vinden in bijlage 9 van de Miljoenennota 2023.

Beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief

A. Algemene doelstelling

Hoewel de gaswinning uit het Groningenveld flink is verminderd, hebben de inwoners van Groningen nog dagelijks te maken met de gevolgen van de gaswinning. Dit brengt gevoelens van angst, frustratie en onzekerheid met zich mee. Voor het kabinet staan de veiligheid, het goed afhandelen van schade en het creëren van perspectief voor de inwoners voorop. Het kabinet werkt aan perspectief en duidelijkheid voor mensen in Groningen langs vier sporen:

  1. Het beëindigen van de gaswinning uit het Groningenveld op zo kort mogelijke termijn.
  2. Het stimuleren van een snelle, begrijpelijke en ruimhartige afhandeling van de schade door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG).
  3. Het versnellen van de uitvoering van de versterkingsoperatie door de Nationaal Coördinator Groningen (NCG), zodat elk gebouw in 2028 aan de veiligheidsnorm voldoet.
  4. Het bieden van perspectief, via het Nationaal Programma Groningen (NPG) en de Toekomstagenda Groningen.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Op grond van de Mijnbouwwet neemt de Minister van EZK alle maatregelen die redelijkerwijs gevergd kunnen worden om te voorkomen dat de veiligheid wordt geschaad als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld.

Naast het Ministerie van EZK zijn enkele andere organisaties betrokken bij de gaswinning in Groningen en het aanpakken van de gevolgen daarvan. In 2020 is het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) opgericht. Het IMG is een zbo en voert de afhandeling van schade uit. De Minister van EZK is verantwoordelijk voor het beleid dat het IMG uitvoert en voor het toezicht daarop. Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) adviseert over de veiligheid in Groningen als gevolg van de gaswinning. Het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) adviseert over kaders en normen voor de veiligheid van gebouwen en beoordeelt de typologieën die in de versterking worden gebruikt. De versterkingsopgave wordt uitgevoerd door de uitvoeringsorganisatie Nationaal Coördinator Groningen (NCG).

De Minister van EZK heeft de volgende rollen en verantwoordelijkheden:

Uitvoeren

  1. Het jaarlijks vaststellen van het gaswinningsniveau en het inwinnen van advies hierover bij het SodM en de Nederlandse organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO);
  2. Het aan de exploitant van het mijnbouwnetwerk doorbelasten van de kosten voor de schadeafhandeling als gevolg van de gaswinning in Groningen en de gasopslag in Norg en het doorbelasten van de kosten van de versterkingsoperatie;
  3. Het vaststellen van veiligheidskaders voor gebouwen in het aardbevingsgebied en het inwinnen van advies hierover bij het ACVG;
  4. Het doen uitvoeren van de versterkingsoperatie door de NCG conform de planning en prioritering in het Meerjarenversterkingsplan (MJVP).

Financiering

  1. Het ter beschikking stellen van voldoende financiële middelen aan het IMG ter uitoefening van zijn taken en bevoegdheden op het gebied van de afhandeling van mijnbouwschade;
  2. Het ter beschikking stellen van voldoende financiële middelen aan de NCG ter uitoefening van zijn taken en bevoegdheden op het gebied van de versterkingsoperatie;
  3. Het financieren van de gemaakte afspraken met provincie en gemeenten in het kader van het verbeteren van het toekomstperspectief van de regio, met inbegrip van programma’s voor
  1. speciale doelgroepen zoals het mkb, agrariërs en erfgoedpartijen.

Regisseren

  1. Het in stand houden van een systeem van publiekrechtelijke schadeafhandeling door het IMG;
  2. Het creëren van de randvoorwaarden voor een zo snel mogelijke beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld, met behoud van leveringszekerheid;
  3. Het creëren van mogelijkheden voor gebruik van geïmporteerd hoogcalorisch gas in Nederland;
  4. Ervoor zorgen dat het Nationaal Programma Groningen (NPG) zo veel mogelijk een programma is van Groningers voor Groningers waarbij de regierol en de uitvoering in de regio zelf is belegd.

Stimuleren

  1. Het stimuleren van een rechtvaardige, ruimhartige en doelmatige afhandeling van alle vormen van schade als gevolg van de gaswinning in Groningen en de gasopslag in Norg.

C. Beleidswijzigingen

Beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld

Vanaf oktober 2022 gaat het Groningenveld naar verwachting op de waakvlam (Kamerstuk 33 529, nr. 1002). Dit houdt in dat enkel nog een beperkte hoeveelheid gas gewonnen wordt om voldoende putten operationeel te houden voor een eventuele opschaling van de winning in geval van extreme kou of bij verstoringen in het gassysteem. De oorlog in Oekraïne zorgt voor onzekerheden, maar het uitgangspunt blijft om het Groningenveld zo snel als mogelijk te sluiten.

Vanwege de definitieve sluiting van het Groningenveld worden op een later moment de Gaswet en de Mijnbouwwet gewijzigd. De voorgenomen wijzigingen bieden zowel de inwoners van Groningen als de betrokken marktpartijen duidelijkheid en zekerheid over de definitieve sluiting van het Groningenveld. Tegelijkertijd dragen de wijzigingen van deze wetten bij aan de borging van de veiligheid na sluiting van het veld.

Snelle, begrijpelijke en ruimhartige afhandeling van schade

Het kabinet blijft inzetten op een ruimhartige en voortvarende afhandeling van de geleden schade in Groningen. Het IMG handelt aanvragen af voor vergoeding van fysieke schade, schade door waardedaling en immateriële schade. Inmiddels heeft het IMG ruim 250.000 schademeldingen afgehandeld en is er ruim € 1,4 mld aan vergoedingen uitgekeerd door het IMG (d.d. augustus 2022). Ook in 2023 krijgen bewoners met relatief kleine schades de mogelijkheid om voor een vaste vergoeding van € 5.000 te kiezen en zullen vergoedingen worden uitgekeerd voor immateriële schade. De kosten voor de schadeafhandeling lopen via de EZK-begroting en worden op de Nederlands Aardolie Maatschappij (NAM) verhaald. Met de inwerkingtreding van de Tijdelijke Wet Groningen (onderdeel Versterken) krijgt het IMG een ruimere bevoegdheid voor duurzaam schadeherstel. Daarmee ontstaat de mogelijkheid ook onderliggende gebreken aan te pakken, zoals een kapotte fundering, om te voorkomen dat schade door aardbevingen terugkeert of verergert. Hiervoor is meerjarig € 350 mln gereserveerd op de EZK-begroting.

Voor 2023 worden de kosten voor schade en versterken geraamd op € 1,4 mld. De totale kosten voor schade en versterken worden in totaal geraamd op € 9,6 mld in de periode 2021 tot en met 2028.

Versnelling van de versterkingsoperatie

Sinds 10 januari 2022 valt de versterkingsoperatie onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van EZK. Hierbij staan de veiligheid, de veiligheidsbeleving en het creëren van perspectief voor de inwoners voorop. De huidige versterkingsopgave omvat ruim 27 duizend adressen. Niet al deze adressen hebben bouwkundige versterking nodig. De NCG krijgt opdracht om de opname en beoordeling van de resterende gebouwen in de scope van de versterkingsopgave, met uitzondering van enkele speciale (agro-)adressen, in 2023 af te ronden. Het versnellen van de uitvoering van de versterking om de operatie volgens MJVP in 2028 af te kunnen ronden, houdt prioriteit. Bouwcapaciteit en beoordelingsmethoden hebben hierin aandacht. In de dorpen Garrelsweer, Zeerijp, Wirdum en Leermens wordt in 2022 gestart met een integrale dorpsaanpak om bewoners sneller perspectief te bieden. Succesvolle ervaringen die in deze dorpen worden opgedaan, zullen ook worden toegepast op andere plekken in het aardbevingsgebied. Andere prioriteiten in 2023 zijn onder andere het verbeteren van de communicatie met bewoners zoals in 2022 door NCG gestart en realisatie van één aanspreekpunt voor bewoners (onder andere in de samenwerking tussen NCG en IMG).

Perspectief voor de regio

Voor het bieden van perspectief heeft het Rijk in overleg met de regio het Nationaal Programma Groningen in het leven geroepen. Hiervoor is in 2018 een bedrag van € 1,1 mld beschikbaar gemaakt voor de verbetering van de leefomgeving, de economie, opleidingen, banen, natuur en klimaat. In 2023 maakt de regio nieuwe afspraken over de besteding van de resterend beschikbare middelen. Inzet hierbij is meer focus aan te brengen, zodat projecten elkaar nog meer versterken. In dat kader wordt nauwere aansluiting gezocht bij de Toekomstagenda Groningen.

De Toekomstagenda Groningen is namelijk de andere lijn waarlangs het Rijk bijdraagt aan meer perspectief voor Groningen. Deze agenda is opgesteld in 2021 en ziet op de samenwerking tussen Rijk en de regio op drie hoofdthema’s: wonen, energietransitie en regionale economie. De Toekomstagenda wordt twee keer per jaar herijkt aan de hand van actuele thema’s. Doel van de Toekomstagenda is het beter aanspreken van reguliere middelen en EU-fondsen voor investeringen in Groningen.

Het bieden van perspectief is belangrijk om het vertrouwen van de Groningers in de overheid te herstellen. Perspectief is dan ook integraal onderdeel van de versterkingsoperatie. Juist door naar bewoners te luisteren en met hen samen te werken bij de versterking van hun huizen wordt gewerkt aan een aantrekkelijke, duurzame en veilige woonomgeving. Op die manier kunnen de Groningers de toekomst weer met vertrouwen tegemoetzien.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 1.056.576 11.015.231 4.486.758 2.631.409 1.316.096 1.024.173 775.079
Uitgaven 1.036.547 11.018.481 4.490.008 2.634.659 1.319.346 1.024.173 775.079
Subsidies (regelingen) 138.100 834.883 392.657 143.550 98.550 8.000 8.000
Waardevermeerderingsregeling 138.020 107.000 73.000 13.000 8.000 8.000 8.000
Geestelijke bijstand 80 550 550 550 550 0 0
Duurzaam herstel 0 5.000 125.000 125.000 90.000 0 0
Woonbedrijf 0 3.118 3.507 0 0 0 0
Diverse subsidies versterken 0 72.565 108.250 0 0 0 0
Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken 0 646.300 82.000 5.000 0 0 0
Huurderscompensatie 0 350 350 0 0 0 0
Inkomensoverdrachten 0 1.548 0 0 0 0 0
Tegemoetkoming aan huurders 0 1.548 0 0 0 0 0
(Schade)vergoeding 606.189 702.632 437.712 421.478 355.940 262.336 61.299
Vergoeding fysieke schade 309.843 476.000 329.926 401.192 337.654 255.050 55.013
Vergoeding waardedaling 295.460 100.000 10.000 0 0 0 0
Vergoeding immateriële schade 506 75.000 70.000 5.000 3.000 2.000 1.000
Herbeoordeling waardedaling 0 17.500 0 0 0 0 0
Vastgelopen dossiers 0 16.057 12.500 10.000 10.000 0 0
Vergoeding zelf aangebrachte voorzieningen 0 5.600 2.286 2.286 2.286 2.286 2.286
Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen 10.000 10.000 0 0 0 0
Commissie Bijzondere Situaties 380 2.475 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000
Opdrachten 1.805 8.855.538 3.259.922 1.691.749 604.440 596.723 596.698
Werkbudgetten 1.805 13.767 17.853 15.688 11.012 8.261 7.241
Versterkingsoperatie 0 282.268 599.998 706.290 567.457 578.462 589.457
Knelpunten (bestuurlijke afspraken) 0 23.032 22.500 20.000 20.000 10.000 0
Versterken industrie 0 1.041 1.041 1.041 1.041 0 0
Nieuwbouwregeling 0 4.930 4.930 4.930 4.930 0 0
Vergoeding Norg akkoord 0 8.530.500 2.613.600 943.800 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen 283.206 250.655 213.106 193.339 156.788 93.082 47.582
Bijdrage RVO.nl 281.256 248.573 211.024 191.257 154.706 91.000 45.500
Bijdrage aan bestuur Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) 1.950 2.082 2.082 2.082 2.082 2.082 2.082
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 977 1.550 1.400 1.400 1.400 0 0
TNO publieke SDRA 977 1.550 1.400 1.400 1.400 0 0
Bijdrage aan medeoverheden 2.200 365.577 179.113 177.545 98.680 61.000 60.000
Mkb-programma (bestuurlijke afspraken) 2.200 2.200 2.200 2.200 2.200 0 0
Nationaal Programma Groningen 0 105.000 50.500 49.500 52.000 61.000 60.000
Compensatie gemeenten en provincie (bestuurlijke afspraken) 0 120.455 11.938 7.660 0 0 0
Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken) 0 135.922 112.475 116.185 42.480 0 0
Sociaal-emotionele ondersteuning door gemeenten (bestuurlijke afspraken) 0 2.000 2.000 2.000 2.000 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 4.070 6.098 6.098 5.598 3.548 3.032 1.500
Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) 2.485 3.098 3.098 3.098 1.548 1.032 0
Commissie Bijzondere Situaties 1.585 0 0 0 0 0 0
Raad voor Rechtspraak 0 3.000 3.000 2.500 2.000 2.000 1.500
Ontvangsten 191.193 8.867.116 11.735.415 6.369.402 2.566.014 1.381.831 923.938
Ontvangsten Mijnbouwwet 25.816 3.725.000 5.396.000 1.839.000 237.000 35.000 35.000
Dividenduitkering EBN 2.789 2.586.000 5.074.500 3.285.500 1.264.000 450.000 200.000
Dividenduitkering GasTerra 3.600 3.600 3.600 3.600 3.600 0 0
Ontvangsten NAM fysieke schade 110.034 788.444 365.803 382.520 352.683 274.846 104.168
Ontvangsten NAM waardedaling 948 549.012 32.500 2.500 0 0 0
Ontvangsten NAM immateriële schade 0 56.756 71.250 21.250 3.500 2.250 1.250
Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade 46.333 426.526 197.517 177.470 147.924 96.993 51.100
Ontvangsten NAM publieke SDRA 618 1.909 1.400 1.400 1.400 0 0
Ontvangsten NAM versterken industrie 440 1.651 1.430 1.430 1.430 0 0
Ontvangsten NAM versterkingsoperatie 0 680.521 561.485 624.802 524.547 497.742 507.420
Ontvangsten NAM nieuwbouwregeling 0 4.930 4.930 4.930 4.930 0 0
Diverse ontvangsten 615 17.767 0 0 0 0 0
Nationaal Programma Groningen (bijdrage NAM) 0 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000
Verplichtingen 1.056.576 11.015.231 4.486.758 2.631.409 1.316.096 1.024.173 775.079
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen 1.056.576 11.015.231 4.486.758 2.631.409 1.316.096 1.024.173 775.079

Geschatte budgetflexibiliteit

Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 is in 2023 circa 90,2% juridisch verplicht, 9,4% bestuurlijk gebonden en 0,3% beleidsmatig gereserveerd.

juridisch verplicht 93,3%
bestuurlijk gebonden 6,5%
beleidsmatig gereserveerd 0,2%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0,0%

Juridisch verplicht

  1. Subsidies (regelingen): het subsidiebudget in 2023 is voor 79% juridisch verplicht. Dit betreffen enkele subsidies voor de schadeafhandeling en de versterkingsoperatie in Groningen waarvoor regelingen zijn gepubliceerd of afspraken met derde partijen zijn gemaakt.
  2. (Schade)vergoedingen: van het budget voor (schade)vergoedingen in 2023 is 100% juridisch verplicht. De grootste uitgaven betreffen de verschillende soorten vergoedingen die het IMG op basis van de Tijdelijke Wet Groningen uitkeert aan gedupeerden in het aardbevingsgebied.
  3. Opdrachten: van het opdrachtenbudget in 2023 is 99% juridisch verplicht. De grootste uitgaven betreffen de vergoeding voor het Norg akkoord en de kosten die de NCG maakt voor de versterkingsoperatie.
  4. Bijdrage aan baten-lastendiensten: van het budget voor bijdragen aan baten-lastendiensten is 100% juridisch verplicht. Dit betreft de bijdrage aan RVO voor de uitvoeringskosten van het IMG en het bestuur van het IMG.
  5. Bijdrage aan ZBO/RWT: van het budget voor bijdrage aan baten-lastendiensten is eveneens 100% juridisch verplicht. Dit betreft de opdracht aan TNO voor de publieke Seismische Dreigings- en Risicoanalyse (SDRA).
  6. Bijdrage aan (internationale) organisaties: dit budget is voor 100% juridisch verplicht. Dit betreffen afspraken met twee organisaties, het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) en de Raad voor de Rechtspraak.

Bestuurlijk gebonden

  1. Subsidies (regelingen): het overige deel van de subsidies is bestuurlijk gebonden, dit betreffen subsidies in het kader van de bestuurlijke afspraken.
  2. Bijdrage aan medeoverheden: van het budget voor bijdrage aan medeoverheden is 100% bestuurlijk gebonden. Dit betreft uitgaven voor de uitvoering van de bestuurlijke afspraken door de gemeenten en provincie in het aardbevingsgebied en de uitvoering van het Nationaal Programma Groningen voor perspectief in de regio.

Beleidsmatig gereserveerd

  1. Opdrachten: dit betreft onder andere de werkbudgetten van de twee Groningendirecties.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Subsidies

Waardevermeerderingsregeling

In 2017 is de waardevermeerderingsregeling ingesteld cf. de motie-Bosman c.s. (Kamerstuk 33 529 nr. 242). Bewoners met € 1.000 schade of meer, kunnen met deze regeling maximaal € 4.000 subsidie ontvangen voor de verduurzaming van hun woning. Het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) voert in opdracht van het Ministerie van EZK deze regeling uit. Voor deze regeling is in 2017 totaal meerjarig € 89,2 mln gereserveerd. Dit budget is in 2021 tweemaal opgehoogd, eerst met € 40 mln (april 2021) en vervolgens met € 60 mln (oktober 2021). Het kabinet heeft inmiddels besloten de waardevermeerderingsregeling tot 1 december ongewijzigd voort te zetten. Daarna wordt de regeling in aangepaste vorm voortgezet. Voor de voortzetting en de aanpassing is tot en met 2028 € 225 mln beschikbaar gesteld.

Geestelijke bijstand

Het kabinet heeft besloten om conform motie-Grinwis (Kamerstuk 35 529, nr. 856) de subsidie aan Geestelijke Verzorging Aardbevingsgebied (GVA) te verlengen, hiervoor is t/m 2025 jaarlijks € 550.000 beschikbaar. Deze organisatie richt zich op alle Groningers die te maken hebben met de mentale gevolgen van de aardbevingsproblematiek.

Duurzaam herstel

Duurzaam schadeherstel van fundamenten zal deel gaan uitmaken van de versterkings- en hersteloperatie (Kamerstuk 33 529, nr. 948). Met de inwerkingtreding van de Tijdelijke wet Groningen (onderdeel versterken) krijgt het IMG de wettelijke bevoegdheid om deze schade duurzaam te herstellen. Hiervoor is meerjarig in totaal € 350 mln gereserveerd.

Woonbedrijf

Via het Woonbedrijf kunnen woningen in het aardbevingsgebied worden opgekocht die langdurig te koop staan. Woningeigenaren in de kern van het aardbevingsgebied, die moeite hebben met de verkoop van hun huis, kunnen zich hiervoor aanmelden.

Diverse subsidies versterken

Er worden diverse subsidies verstrekt in het kader van de versterkingsoperatie. Het gaat dan om subsidies voor de Rijksuniversiteit Groningen voor onderzoek naar de psychosociale impact van de gaswinning op de inwoners van Groningen (onder de naam Gronings Perspectief) en voor het Kennisplatform Leefbaar en Kansrijk Groningen, dat kennis verzamelt en deelt over de maatschappelijke gevolgen van gaswinning, bodembeweging en aardbevingen in Groningen. Ook de Stichting Monumenten Groningen ontvangt subsidie.

Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 zijn een aantal subsidieregelingen geïntroduceerd. Bewoners kunnen aanspraak maken op een vergoeding wanneer zij hun woning laten herbeoordelen (op basis van een nieuwe norm), een tegemoetkoming vanwege de doorlooptijd of voor de woningverbeteringssubsidie.

(Schade)vergoedingen

Vergoeding fysieke schade

Sinds 1 juli 2020 besluit het IMG over (fysieke) schadevergoedingen aan bewoners uit Groningen die aardbevingsschade hebben als gevolg van de gaswinning. Voor die tijd werd de schade afgehandeld door de TCMG. Het IMG bepaalt onafhankelijk wie recht heeft op een schadevergoeding en hoe hoog deze vergoeding is. Hierbij volgt het IMG het schadeprotocol. De schadevergoedingen worden uitbetaald door het IMG. De kosten daarvan worden via een heffing op NAM verhaald, zoals vastgelegd in de tijdelijke wet Groningen. De ramingen voor (fysieke) schade worden ieder voorjaar geactualiseerd. In het voorjaar van 2022 zijn ook middelen toegevoegd voor de kosten voor bijstand bij bezwaar en beroep (op basis van de novelle versterken).

Vergoeding waardedaling

Sinds september 2020 besluit het IMG over vergoedingen voor de waardedaling van woningen in het aardbevingsgebied. Deze vergoedingen worden uitbetaald door het IMG. De kosten daarvan worden via een heffing op NAM verhaald, zoals vastgelegd in de tijdelijke wet Groningen. De ramingen voor schade (door waardedaling) worden ieder voorjaar geactualiseerd.

Vergoeding immateriële schade

Sinds de zomer van 2021 besluit het IMG over (immateriële) schadevergoedingen aan bewoners uit Groningen die aardbevingsschade hebben als gevolg van de gaswinning. Deze vergoedingen worden uitbetaald door het IMG. De kosten daarvan worden via een heffing op NAM verhaald, zoals vastgelegd in de tijdelijke wet Groningen. De ramingen voor (immateriële) schade worden ieder voorjaar geactualiseerd.

Herbeoordeling waardedaling

Groningers die een lagere schadevergoeding voor waardedaling hebben ontvangen van de NAM, dan nu zou zijn toegekend door het IMG kunnen een tegemoetkoming ontvangen. Voor deze regeling is eenmalig € 25 mln vrijgemaakt.

Vastgelopen dossiers

In het aardbevingsgebied doet zich een aantal schrijnende situaties voor waarbij schade, versterking en de algehele staat of conditie van het pand zwak is vanwege constructieve problemen of knelpunten met een andere oorzaak dan bodembeweging veroorzaakt door gaswinning. In de bestuurlijke afspraken is voor de aanpak van deze situaties een bedrag van € 50 mln gereserveerd.

Vergoeding zelf aangebrachte voorzieningen

De regeling voor zelf aangebrachte voorzieningen is gericht op huurders die voorzieningen hebben aangebracht in hun huurwoning, die bij het versterken van de woning versterking verloren gaan. Huurders kunnen gebruik maken van een forfaitaire regeling van € 3.000 per adres of kiezen voor opname (Kamerstuk 33 529 nr. 1020).

Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen

Een eigenaar of rechtmatige gebruiker van een te versterken gebouw kan schade hebben als gevolg van de versterkingsoperatie. Voor deze schade kan in bepaalde gevallen aanspraak worden gemaakt op een vergoeding, dit is vastgelegd in de Tijdelijke beleidsregel NCG inzake vergoeding schade ten gevolge van de versterking.

Commissie Bijzondere Situaties

De Commissie Bijzondere Situaties is gericht op complexe en schrijnende situaties, waar mensen zelf niet uitkomen en waar dringend hulp nodig is. De Commissie is onafhankelijk, beoordeelt aanvragen en adviseert welke extra hulp in die situaties geboden kan worden. Het IMG is gemandateerd om de adviezen uit te voeren.

Opdrachten

Werkbudgetten

Dit betreffen de werkbudgetten van de beleidsdirectie Schadeherstel en gaswinning Groningen, de beleidsdirectie Versterken en perspectief Groningen en het werkbudget van de NCG. Hieruit worden verschillende onderzoeken en projecten betaald, zoals de ontwikkeling van de typologieaanpak.

Versterkingsoperatie

De geraamde uitgaven voor de versterkingsoperatie bestaan uit twee onderdelen. Ten eerste worden er uitgaven gedaan voor de versterkingsoperatie zelf, de uitvoering van projecten en verschillende bijkomende kosten (zoals tijdelijke huisvesting). De raming van deze uitgaven is opgenomen op beleidsartikel 5 van de EZK-begroting. Ten tweede worden er kosten gemaakt voor de uitvoeringsorganisatie NCG. De raming van deze kosten is opgenomen op artikel 40 Apparaat Kerndepartement. Voor beide uitgaven geldt dat deze bij NAM in rekening worden gebracht.

Knelpunten (bestuurlijke afspraken)

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 is meerjarig € 100 mln gereserveerd voor het oplossen van knelpunten. Zo kan de NCG bijvoorbeeld individuele knelpunten in vormingsfase wegnemen om projecten te versnellen.

Versterken industrie

Sinds 2018 wordt een programma uitgevoerd waarbij industriebedrijven worden beoordeeld op aardbevingsbestendigheid. Mocht blijken dat versterking nodig is, dan worden bedrijven onderdeel van de versterkingsoperatie. Dit programma wordt uitgevoerd door de NCG. De kosten hiervan worden bij NAM in rekening gebracht.

Nieuwbouwregeling

Mocht een eigenaar meerkosten maken voor maatregelen om nieuwe gebouwen aardbevingsbestendig te maken, dan kan de eigenaar daarvoor een bijdrage ontvangen via de Publieke Nieuwbouwregeling. Hiervoor is € 4,9 mln per jaar beschikbaar (t/m 2025).

Vergoeding Norg akkoord

In het Norg akkoord (Kamerstuk 33 529 nr. 850) is afgesproken dat de Staat een vergoeding betaald voor de inzet van gasopslag Norg, waardoor de gaswinning in Groningen sneller naar nul kan. Inmiddels is de uitkomst van de arbitrage inzake deze vergoeding bekend (Kamerstuk 33 529 nr. 997). De te betalen vergoeding wordt aan het einde van het betreffende gasjaar bepaald aan de hand van de werkelijke marktprijzen.

Bijdrage aan agentschappen

Bijdrage aan RVO.nl

RVO.nl voert in opdracht van de IMG de schadeafhandeling uit. Deze uitvoeringskosten worden via een heffing op NAM verhaald. In het Akkoord op Hoofdlijnen met Shell en Exxon is afgesproken dat de btw over de uitvoeringskosten niet wordt doorbelast aan de NAM.

Bijdrage aan bestuur Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG)

Voor de uitvoeringskosten voor het bestuur van IMG is meerjarig geld beschikbaar op de EZK-begroting. Deze kosten worden niet doorbelast aan NAM.

Bijdrage aan ZBO/RWT's

TNO publieke SDRA

De Seismische Dreigings- en Risicoanalyse (SDRA) geeft een verwachting van toekomstige grondbewegingen en het veiligheidsrisico voor de bewoners in het Groningse aardbevingsgebied. Omdat NAM inmiddels volledig op afstand staat van de schadeafhandeling, is de SDRA sinds 2021 in publiek beheer en wordt deze in opdracht van EZK uitgevoerd door TNO.

Bijdrage aan medeoverheden

Mkb-programma (bestuurlijke afspraken)

In het kader van de bestuurlijke afspraken is een programma opgezet voor Mkb’ers in het aardbevingsgebied. Hiervoor is meerjarig € 11 mln gereserveerd.

Nationaal Programma Groningen

Met het Nationaal Programma Groningen (NPG) wordt geïnvesteerd in de leefbaarheid, economische ontwikkeling en energietransitie in Groningen. Het NPG is een samenwerkingsverband van het Rijk, de provincie en gemeenten. NAM draagt € 500 mln bij aan het NPG en het Rijk € 650 mln.

Compensatie gemeenten en provincie (bestuurlijke afspraken)

De versterkingsoperatie in Groningen vraagt personeelscapaciteit van de provincie Groningen en de aardbevingsgemeenten. Voor deze extra kosten worden zij gecompenseerd.

Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken)

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 worden uitkeringen gedaan aan medeoverheden voor clustering en het gebiedsfonds (blokken B en D uit de bestuurlijke afspraken). Het gebiedsfonds wordt bijvoorbeeld ingezet voor de inpassingskosten die gemeenten maken bij sloop en nieuwbouw van huizen en bij de versterking (zoals nieuwe aansluiting riool, wegen en inrichting openbare ruimte). Clustering is gericht op het voorkomen van verschillen binnen een dorp, wijk of straat, wanneer een nieuwe norm wordt toegepast.

Sociaal-emotionele ondersteuning door gemeenten (bestuurlijke afspraken)

In de bestuurlijke afspraken is € 10 mln gereserveerd voor sociaal-emotionele ondersteuning door gemeenten aan bewoners. Voorbeelde van dergelijke ondersteuning zijn aardbevingscoaches, opbouwwerkers en extra investeringen in maatschappelijke ondersteuning, als ook geestelijke verzorging.

Bijdrage aan (internationale) organisaties

Organisatie- en programmabudget ACVG

Het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) geeft advies over of en hoe huizen in het aardbevingsgebied in Groningen versterkt moeten worden. Voor het ACVG is meerjarig budget beschikbaar.

Raad voor de Rechtspraak

Rechtbanken in Noord-Nederland doen uitspraak in beroepszaken naar aanleiding van beschikkingen van het IMG voor fysieke schade, waardedaling of immateriële schade. Indien door deze zaken een substantieel beslag op de rechtspraak wordt gelegd, wordt hiervoor compensatie geboden vanuit de EZK-begroting. De reservering van deze middelen is gericht op het voorkomen van vertraging in de afhandeling van deze zaken.

Toelichting op de ontvangsten

Ontvangsten Mijnbouwwet

Deze post bestaat uit winstaandelen van de vergunninghouders voor gaswinning, cijns (heffing van een percentage van de omzet) en oppervlakterecht. Als gevolg van de hoge gasprijs worden hogere ontvangsten verwacht. De geraamde ontvangsten zijn omhoog bijgesteld naar € 3.375 mln in 2023 (ten opzichte van € 1.220 mln in de Voorjaarsnota 2022). Een deel van deze ontvangsten zijn het gevolg van de vergoeding die NAM ontvangt op basis van het Norg akkoord.

Door verhoging van de cijns in 2023 en 2024 kunnen extra ontvangsten ter hoogte van € 2.787 mln worden gerealiseerd, verspreid over de jaren 2023 tot en met 2025. Indien voorafgaand aan de stemming over het Belastingplan 2023 bindende afspraken worden gemaakt met gas- en olie-exploitanten met ten minste gelijke ontvangsten voor de Staat, dan zal de verhoging van de cijns niet worden toegepast.

Dividenduitkering EBN

EZK ontvangt dividend van EBN over het geconsolideerde nettoresultaat. Als gevolg van de hoge gasprijs wordt een hogere dividenduitkering verwacht. De geraamde ontvangsten zijn omhoog bijgesteld naar € 5.075 mln in 2023 (ten opzichte van € 2.650 mln in de Voorjaarsnota 2022). Een deel van deze ontvangsten zijn het gevolg van de vergoeding die EBN ontvangt op basis van het Norg akkoord.

In onderstaande tabel wordt de productievolumes van aardgas voor zowel Groningen als de kleine velden weergegeven. Deze gegevens zijn gebruikt voor het maken van de ramingen voor de ontvangsten Mijnbouwwet en de dividenduitkering van EBN. Daarnaast is in onderstaande tabel aangegeven van welke gasprijs gebruik is gemaakt voor deze ramingen.

Geschatte productie (in mld Nm3) 15,8 14,25 11,5 11 10,5 10
Waarvan: Groningenveld 4,5 2 0 0 0 0
Waarvan: kleine velden 11,3 12,3 11,5 11 10,5 10
Gasprijs (in eurocent/m3) 125 120 60 40 30 30

Dividenduitkering GasTerra

Gasterra keert een vast dividend uit aan de aandeelhouders. Voor EZK is dit € 3,6 mln per jaar. GasTerra wordt afgebouwd en zal in 2025 voor de laatste keer dividend uitkeren.

Ontvangsten NAM fysieke schade

De uitgaven voor de afhandeling van schades worden bij NAM in rekening gebracht. Conform de Tijdelijke Wet Groningen wordt daarvoor een heffing aan NAM opgelegd.

Ontvangsten NAM waardedaling

Dit betreffen ontvangsten van NAM voor de schadeafhandelingen in het kader van de waardedalingsregeling voor Groningers in het aardbevingsgebied. Deze worden via een heffing op NAM verhaald.

Ontvangsten NAM immateriële schade

Dit betreffen ontvangsten van NAM voor de schadeafhandelingen in het kader van de immateriële voor Groningers in het aardbevingsgebied. Deze worden via een heffing op NAM verhaald.

Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade

De uitvoeringskosten die samenhangen met de schadeafhandeling worden ook bij NAM in rekening gebracht. Conform de Tijdelijke Wet Groningen wordt daarvoor een heffing aan NAM opgelegd.

Ontvangsten NAM publieke SDRA

De kosten voor het onderzoek van TNO voor de ontwikkeling van een publieke seismische dreigings- en risicoanalyse worden verhaald op de NAM. De raming hiervoor is opgenomen in de EZK-begroting.

Ontvangsten NAM versterken industrie

De kosten voor de uitvoering van de beleidsregel versterken industrie worden verhaald op de NAM. De raming hiervoor is opgenomen in de EZK-begroting.

Ontvangsten NAM versterkingsoperatie

De kosten voor de versterkingsoperatie worden met een factuur bij NAM in rekening gebracht. De ontvangsten komen binnen op de EZK-begroting. NAM heeft vijf facturen nog niet volledig voldaan. De ramingen gaan uit van volledige betaling van de facturen, inclusief de nog openstaande bedragen.

Ontvangsten NAM nieuwbouwregeling

De uitgaven in het kader van de Nieuwbouwregeling worden bij NAM in rekening gebracht. De ontvangsten komen binnen op de EZK-begroting.

Diverse ontvangsten

Dit betreffen verschillende ontvangsten, zoals een terugontvangst op een eerdere bijdrage aan RVO voor de uitvoeringskosten van het IMG.

Nationaal Programma Groningen (bijdrage NAM)

NAM draagt jaarlijks € 25 mln bij aan het NPG. Meerjarig gaat het om een totaalbedrag van € 500 mln.

Kengetallen

1. Gewonnen volume aardgas totaal (in Nm³) 48 mld 42 mld 35 mld 29 mld 23 mld 19 mld TNO
2. Gewonnen volume aardgas Groningenveld (in Nm³) 28 mld 24 mld 19 mld 15 mld 8 mld 6 mld TNO
3. Gewonnen volume aardgas kleine velden (in Nm³) 20 mld 18 mld 16 mld 14 mld 15 mld 13 mld TNO
4. Aantal boringen exploratie onshore en offshore 4 6 5 4 3 2 TNO
5. Aantal boringen productie onshore en offshore 16 8 7 7 9 7 TNO
6. Beursprijs van TTF-gas (eurocent/m3) 13,6 16,6 21,5 14,9 9,1 37,8 APX Endex
  1. In bovenstaande tabel wordt weergegeven hoeveel gas er in de afgelopen jaren is gewonnen (kengetallen 1 t/m 3)
  2. Daarnaast is weergegeven hoeveel boringen hebben plaatsgevonden, uitgesplitst naar exploratie van nieuwe velden (kengetal 4) en productie van reeds bekende velden (kengetal 5). EZK stelt de randvoorwaarden hiervoor, marktpartijen nemen de productie en exploratie voor hun rekening.
  3. De gemiddelde beursprijs van gas is ook opgenomen in bovenstaande tabel (kengetal 6). Het virtuele gashandelplatform TTF is een belangrijk referentiepunt voor de Europese gasprijzen.

Indicatoren

Dashboard Groningen

Diverse informatie over de schadeafhandeling, de versterkingsoperatie en de afbouw van de gaswinning in Groningen is online beschikbaar via het Dashboard Groningen. De informatie in het dashboard wordt regelmatig geactualiseerd.

Schadeafhandeling

Het IMG rapporteert onder andere over het aantal ingediende en afgehandelde meldingen voor zowel fysieke schade als immateriële schade. Zie onderstaande tabel. In volgende begrotingsstukken wordt hier een update van gegeven. Actuele informatie over de schadeafhandeling is beschikbaar op de website van het IMG.

Aantal afgehandeld 150.854
Aantal toekenningen 137.847
Nog openstaande meldingen 19.249
Totaal uitgekeerd bedrag (x € 1 mln) 972
Aantal ingediende meldingen immateriële schade 26.660
Aantal besluiten 19.531
Aantal toekenningen 12.448
Nog openstaande meldingen 7.129
Totaal uitgekeerd bedrag (x € 1 mln) 29

Versterkingsoperatie

De NCG rapporteert maandelijks over de voortgang van de versterking. De volgende tabel geeft de stand van de versterkingsoperatie weer. Actuele informatie is beschikbaar op de website van de NCG.

Aantal nog te starten 144 1%
Aantal in opnamefase 3.745 14%
Aantal in beoordelingsfase 5.238 19%
Aantal in planvormingsfase 10.587 39%
Aantal in uitvoering 1.653 6%
Aantal afgerond 5.832 21%

Beleidsartikel 6 Bijdrage Nationaal Groeifonds

A. Algemene doelstelling

Op dit artikel worden de bijdragen vanuit de EZK-begroting (XIII) aan L Nationaal Groeifonds verantwoord.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Financieren

Zaken die op het Nationaal Groeifonds worden verantwoord zijn terug te vinden in de verschillende beleidsartikelen op de begroting Hoofdstuk L.

C. Beleidswijzigingen

Voor de beleidswijzigingen wordt verwezen naar de betreffende beleidsar­tikelen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 0 0 8.574.169 4.136.810 4.136.870 103.581 70.883
Uitgaven 0 0 1.572.633 2.602.163 2.584.862 2.592.876 2.500.229
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken 0 0 1.572.633 2.602.163 2.584.862 2.592.876 2.500.229
Bijdrage aan het Nationaal Groeifonds 0 0 1.572.633 2.602.163 2.584.862 2.592.876 2.500.229
Ontvangsten
Verplichtingen 0 0 8.574.169 4.136.810 4.136.870 103.581 70.883
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen 8.574.169 4.136.810 4.136.870 103.581 70.883

Budgetflexibiliteit

De mate van budgetflexibiliteit is terug te vinden bij de afzonderlijke artikelen van het Nationaal Groeifonds.

Verplichtingen 0 0 8.574.169 4.136.810 4.136.870 103.581 70.883 34.901 17.057.214
Uitgaven 0 0 1.572.633 2.602.163 2.584.862 2.592.876 2.500.229 5.204.451 17.057.214
Ontvangsten 0 0 1.572.633 2.602.163 2.584.862 2.592.876 2.500.229 5.204.451 17.057.214

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Het betreft hier de bijdrage vanuit de EZK-begroting Hoofdstuk XIII aan Hoofdstuk L Nationaal Groeifonds ten behoeve van uitgaven die op het fonds worden verantwoord.

4. Niet-beleidsartikelen

Artikel 40 Apparaat

Op dit artikel zijn de personele en materiële uitgaven en ontvangsten van EZK geraamd, voor zover die betrekking hebben op het kerndepartement (Directoraten-Generaal en stafdirecties) en de diensten van EZK (ACM17, CPB, SodM en NCG). Enkele stafdirecties van EZK werken als gemeenschappelijke dienst voor EZK en LNV. In deze begroting is enkel het EZK-aandeel van deze gedeelde diensten geraamd, te weten 57%, de overige 43% van het budget staat op de LNV-begroting geraamd. De uitgaven aan externe inhuur, de uitgaven aan ICT en de bijdragen aan shared service organisaties (SSO’s) worden apart inzichtelijk gemaakt en meerjarig geraamd. Tevens bevat dit artikel een raming voor de bijdragen aan DICTU voor zover het opdrachten betreft ten behoeve van het kernministerie EZK.

Verplichtingen 304.961 549.835 529.932 516.283 490.963 472.710 453.319
Uitgaven 304.961 549.835 529.932 516.283 490.963 472.710 453.319
Personele uitgaven 226.323 404.317 390.036 384.772 362.584 342.625 329.895
eigen personeel 199.337 341.446 363.140 356.432 339.518 315.250 302.962
inhuur externen 14.641 11.486 8.860 8.199 8.849 8.763 8.763
overige personele uitgaven 12.345 51.385 18.036 20.141 14.217 18.612 18.170
Materiële uitgaven 78.638 145.518 139.896 131.511 128.379 130.085 123.424
ICT 2.807 21.722 28.957 32.714 32.937 36.233 29.612
bijdrage aan SSO's 14.066 13.382 13.382 13.382 13.382 13.382 13.382
bijdrage aan agentschap DICTU 21.147 20.225 20.014 20.014 20.050 20.050 20.050
overige materiële uitgaven 40.618 90.189 77.543 65.401 62.010 60.420 60.380
Ontvangsten 59.857 177.672 135.350 131.325 125.544 116.879 106.964
ACM 20.893 17.902 18.149 18.080 17.899 17.899 17.899
SodM 1.349 1.350 1.350 1.350 1.350 1.350 1.350
CPB 1.160 1.643 1.643 1.643 1.643 1.643 1.643
kerndepartement 36.455 25.902 1.954 1.954 1.954 1.954 1.954
NCG 0 130.875 112.254 108.298 102.698 94.033 84.118

Toelichting op de uitgaven

Personele uitgaven

Betreft alle personeelsuitgaven voor het kerndepartement en de diensten. In de begroting 2023 zijn de ramingen voor externe inhuur apart gespecificeerd. Onder de overige personele uitgaven valt het sociaal plan voor onder andere afronding uitvoeringsorganisat Dienst Landelijk Gebied en wachtgelduitgaven.

Materiële uitgaven

Betreft de materiële uitgaven van de ondersteunende processen voor het kerndepartement en de buitendiensten. Dit omvat onder andere huisvesting, communicatie, ICT en de bijdrage aan het Inkoopuitvoeringscentrum (IUC) dat gepositioneerd is bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Vanaf de begroting 2014 zijn de uitgaven voor ICT en bijdrage aan shared service organisaties (SSO’s) apart zichtbaar gemaakt. ICT bevat zowel de uitgaven voor projecten als structurele uitgaven (onderhoud, licenties en vervanging). De bijdragen aan SSO’s betreffen onder andere het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) en Expertisecentrum/Ontwikkelingscentrum Rijk. De bijdrage aan DICTU is bestemd voor ICT-dienstverlening aan het kerndepartement. Het betreft hier werkplekservices, infrabeheer en applicatieservices.

Toelichting op de ontvangsten

De ontvangsten betreffen bij de ACM voornamelijk de bijdragen uit de markt voor de sectoren energie, telecommunicatie, vervoer en post. Bij het SodM betreft het de kosten die zijn doorberekend aan de markt voor vergunningverlening en taken die volgen uit de (nieuwe) Europese Richtlijn 2013/30/EU. Bij het CPB gaat het om ontvangsten in verband met werken voor tweeden. Bij NCG betreft het ontvangsten uit de NAM. De ontvangsten van het kerndepartement bestaan o.a. uit ontvangsten voor detacheringen en ontvangsten voor doorbelaste kosten. Onder ontvangsten kerndepartement valt (voor 2021 en 2022) de afroming van het eigen vermogen van agentschappen (RVO, DICTU en NEa).

Externe inhuur

Voor 2023 wordt voor totaal EZK een percentage externe inhuur voorzien dat ruim boven de zgn. Roemer-norm ligt (maximaal 10% van de personeelskosten voor externe inhuur). Onderstaande tabel geeft de percentages externe inhuur weer voor alle onderdelen van EZK.

Kerndepartement 10,3% 11,8% 11,2%
Autoriteit Consument & Markt 5,5% 8,7% 9,1%
Centraal Planbureau 0,4% 1,6% 1,4%
Staatstoezicht op de Mijnen 7,3% 11,2% 12,5%
Nationaal Coördinator Groningen1 9,0% 8,2%
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 26,9% 26,9% 24,1%
Agentschap Telecom 22,2% 17,4% 16,7%
Dienst ICT Uitvoering 57,8% 56,3% 55,6%
Nederlandse Emissie Autoriteit 5,9% 8,7% 7,0%
Totaal 28,9% 27,0% 25,4%
  1. Vanaf 2022 is Nationaal Coördinator Groningen vanuit BZK overgeheveld en als buitendienst opgenomen in de EZK-begroting.
  1. Bij de percentages externe inhuur voor DICTU moet worden bedacht dat ICT-beheer en -ontwikkeling voor dit rijksbreed opererende agentschap een kerntaak is, hetgeen externe inhuur boven de Roemer-norm onvermijdelijk maakt, gegeven de bestaande krapte op de arbeidsmarkt en de wisselende behoefte aan gespecialiseerde ICT-kennis. Bovendien is het inhuren van schaarse ICT expertise relatief duur. Als gevolg daarvan zijn de personeelsuitgaven voor externe inhuur ten opzichte van de totale personeelsuitgaven eveneens relatief hoog.
  2. RVO is een uitvoerder van een groot aantal verschillende opdrachtgevers, namelijk meerdere ministeries, decentrale overheden en de Europese Unie. RVO verzorgt de uitvoering van ruim 650 regelingen, subsidies, vergunningen en ontheffingen. Van subsidies voor boeren, tot octrooiverlening, ondersteuning bij het verkennen van buitenlandse markten en de afhandeling van schadegevallen in Groningen. Omdat dit per taak toegesneden expertise vereist, die per jaar kan fluctueren qua capaciteitsomvang, is flexibele capaciteitsinzet een randvoorwaarde voor kwalitatief hoogstaande dienstverlening. Tevens draagt de uitvoering van crisis maatregelen, zoals de COVID-19 regelingen, bij aan een hogere inhuur.
  3. Agentschap Telecom kent veel specialistische opdrachten waarvoor technisch onderlegd en hoogopgeleid personeel nodig is. Dit geldt voor bestaande opdrachten maar zeker ook voor de nieuwe opdrachten, gericht op cyber en IT. De hogere inschaling van het benodigd personeel en het hierop moeilijk kunnen concurreren met het bedrijfsleven, maakt het lastig voor overheidsinstanties om deze groep professionals aan zich te binden. In voorkomende gevallen is AT genoodzaakt om professionals extern in te huren. Voor 2023 – 2027 zet AT in op een inhuurpercentage van maximaal 18%. Deze is ook verwerkt in de Agentschapsparagraaf. Jaarlijks herijkt het agentschap de verwachting rondom de benodigde inzet van de externe inhuur en de beoogde daling zal alsdan in de begroting en meerjarenraming verwerkt worden. Ook zet het agentschap bij gebleken geschiktheid en waar dat kan altijd in op het omzetten van extern personeel naar ambtelijk personeel. In 2023 betekent dit een inzet op het verambtelijken van 1/3 van het ingehuurde personeel t.o.v. 2022

Genoemde agentschappen zien mogelijkheden om dichterbij de norm te komen. Gelet op het specifieke karakter van DICTU, RVO en AT zijn er echter grenzen aan de mogelijkheden om de externe inhuur te beperken, zonder risico’s te lopen voor de bedrijfsvoering en de kwaliteit van de dienstverlening. De ontwikkeling van de uitgaven externe inhuur heeft zowel de aandacht van de departementsleiding als van de onderdelen die substantieel boven de Roemer-norm scoren (DICTU, RVO en AT). Periodiek wordt een dashboard besproken met het actuele beeld van de uitgaven externe inhuur en beide agentschappen hebben een plan van aanpak geïmplementeerd om het inhuurpercentage te verlagen, door middel van:

  1. Het formuleren van beleid voor externe inhuur in het strategisch personeelsplan en hieruit een doelstelling formuleren voor de optimale verhouding tussen inhuur en eigen personeel.
  2. Het terugbrengen van de externe inhuur door deze te vervangen door eigen personeel (verambtelijking) middels vaste of tijdelijke contracten. Echter, het blijkt niet altijd mogelijk om externe inhuur te vervangen door vaste dan wel tijdelijke contracten, door (wisselende) specifieke kennis en schaarste op de arbeidsmarkt voor o.a. ICT-professionals.
  3. Het sturen op een inhuurperiode van maximaal 2 jaar.

Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen, ZBO’s en RWT’s

De onderstaande tabel geeft de totale apparaatsuitgaven voor EZK weer. Hierbij zijn de apparaatsuitgaven voor het kernministerie en de buitendiensten alsmede de apparaatskosten van de agentschappen en de ZBO’s en RWT’s (voor zover deze via de Rijksbegroting gefinancierd worden) weergegeven.

1. Totaal apparaatsuitgaven ministerie 304.961 549.835 529.932 516.283 490.963 472.710 453.319
Kerndepartement (beleid en staf) 199.293 299.061 280.315 278.447 267.700 261.187 253.303
Apparaatsuitgaven diensten 105.668 250.774 249.617 237.836 223.263 211.523 200.016
Centraal Planbureau (CPB) 18.265 19.339 18.011 17.680 17.153 16.763 16.794
Autoriteit Consument en Markten (ACM)1 68.562 78.495 78.775 74.045 72.481 72.585 72.585
Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) 18.841 21.886 19.958 19.222 19.033 19.033 18.495
Nationaal Coördinator Groningen (NCG)2 131.054 132.873 126.889 114.596 103.142 92.142
2. Totaal apparaatskosten agentschappen 1.307.753 1.453.874 1.460.228 1.380.778 1.357.256 1.199.844 1.204.104
Agentschap Telecom (AT) 57.997 69.681 65.422 64.577 64.443 63.183 63.063
Dienst ICT Uitvoering (DICTU) 300.845 332.295 335.770 343.925 352.172 360.516 368.962
Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) 9.461 12.235 15.124 15.664 16.041 16.058 16.061
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) 939.450 1.039.663 1.043.912 956.612 924.600 760.087 756.018
3. Totaal apparaatskosten ZBO's en RWT's 957.081 1.032.890
Centraal Bureau voor de Statistiek 200.0113 204.289
Stichting COVA 1.5044 1.701
Raad voor Accreditatie 9.9925 10.576
Bestuur Autoriteit Consument en Markt 670 802
TNO 520.6996 559.522
Kamer van Koophandel 224.205 256.000
  1. Om invulling te geven aan de Kaderrichtlijn, 2002/21/EG, zoals gewijzigd door 2009/140/EG, artikel 3 inclusief considerans 13, wordt opgemerkt dat van het totaalbedrag voor de apparaatsuitgaven van de ACM, een bedrag van circa € 18,1 mln. in 2023 specifiek voor toezicht op de elektronische communicatiesector wordt geraamd (inclusief betreffende kosten van het bestuur van de ACM).
  2. Vanaf 2022 is Nationaal Coördinator Groningen na de overheveling vanuit BZK als buitendienst opgenomen in de EZK-begroting.
  3. Bij het jaarverslag 2021 was het bedrag € 195.570 opgenomen, omdat de realisatie 2021 nog niet bekend was.
  4. Bij het jaarverslag 2021 was het bedrag 1.503 opgenomen, deze is afgerond.
  5. Bij het jaarverslag 2021 was het bedrag € 13.943 opgenomen, omdat de realisatie 2021 nog niet bekend was.
  6. Bij het jaarverslag 2021 was het bedrag € 516.453 opgenomen, omdat de realisatie 2021 nog niet bekend was.

In de bovenstaande tabel zijn onder andere de personele en materiële apparaatskosten van de agentschappen, ZBO’s en RWT’s vermeld. Echter, deze apparaatskosten worden niet alleen door EZK gefinancierd, maar ook door andere opdrachtgevende ministeries en derden. In de betreffende agentschapsparagrafen en de bijlage ZBO’s en RWT’s wordt dit nader toegelicht.

Totaal apparaat 529.932
DG Klimaat en Energie 31.498
DG Bedrijfsleven en Innovatie 2.678
DG Groningen en Ondergrond 11.855
DG Economie en Digitalisering 348
Diensten CPB, ACM, SodM en NCG 249.617
Stafdirecties BBR, DC, DB, DEIZ, FEZ en WJZ (inclusief gezamenlijke onderdelen EZK/LNV) 233.936

In bovenstaande tabel worden de personeelsuitgaven van DG Klimaat en Energie, DG Bedrijfsleven en Innovatie, DG Groningen en Ondergrond en DG Economie en Digitalisering weergegeven. De onderdelen diensten en stafdirecties bevat zowel personele als materiële uitgaven.

Artikel 41 Nog onverdeeld

Verplichtingen 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 0 0 0 0 0 0 0
Loonbijstelling
programma
apparaat
Prijsbijstelling
programma
apparaat
Onvoorzien
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0

Dit artikel is een administratief begrotingstechnisch artikel. Dit betekent dat er geen daadwerkelijke uitgaven ten laste van artikel 41 worden gedaan. Vanuit dit artikel vinden overboekingen van loon- en prijsbijstellingen naar de loon- en prijsgevoelige artikelen binnen de begroting plaats.

5. Begroting agentschappen

Agentschap Telecom (AT)

Baten
- Omzet 60.039 73.456 69.597 68.952 69.018 67.958 68.038
waarvan omzet moederdepartement 33.295 43.001 39.568 38.863 38.863 37.731 37.731
waarvan omzet overige departementen 4.825 5.627 5.159 5.159 5.159 5.159 5.159
waarvan omzet derden 21.919 24.828 24.870 24.930 24.996 25.068 25.148
Rentebaten 9 0 0 0 0 0 0
Vrijval voorzieningen 0 0 0 0 0 0 0
Bijzondere baten 655 0 0 0 0 0 0
Totaal baten 60.703 73.456 69.597 68.952 69.018 67.958 68.038
Lasten
Apparaatskosten 57.997 69.681 65.422 64.577 64.443 63.183 63.063
- Personele kosten 39.008 44.251 42.145 41.597 41.500 41.019 41.019
waarvan eigen personeel 29.156 34.080 32.495 32.061 32.061 31.666 31.666
waarvan inhuur externen 8.352 7.688 7.026 6.932 6.932 6.846 6.846
waarvan overige personele kosten 1.500 2.483 2.624 2.604 2.507 2.507 2.507
- Materiële kosten 18.989 25.430 23.277 22.980 22.943 22.164 22.044
waarvan apparaat ICT 93
waarvan bijdrage aan SSO's 14.820 13.273 13.841 13.439 13.439 12.793 12.793
waarvan overige materiële kosten 4.076 12.157 9.436 9.541 9.504 9.371 9.251
Rentelasten 34 100 100 100 100 100 100
Afschrijvingskosten 2.898 3.600 4.000 4.200 4.400 4.600 4.800
- Materieel 1.812 2.000 2.000 2.000 2.000 2.000 2.000
waarvan apparaat ICT 645 0 0 0 0 0 0
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 1.166 2.000 2.000 2.000 2.000 2.000 2.000
- Immaterieel 1.087 1.600 2.000 2.200 2.400 2.600 2.800
Overige lasten 42 75 75 75 75 75 75
waarvan dotaties voorzieningen 26 75 75 75 75 75 75
waarvan bijzondere lasten 16 0 0 0 0 0 0
Totaal lasten 60.971 73.456 69.597 68.952 69.018 67.958 68.038
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening ‒ 268 0 0 0 0 0 0
Agentschapsdeel Vpb-lasten 0 0 0 0 0 0 0
Saldo van baten en lasten ‒ 268 0 0 0 0 0 0

Het saldo baten en lasten geven het beeld van een kostendekkende (meerjaren) agentschapsbegroting. Om dit resultaat te realiseren is het echter randvoorwaardelijk om de tarieven 2023 nominaal te laten stijgen met de toegestane loon- en prijsbijstelling van 2,9%18. Dit geldt voor het uurtarief (en de budgetten bij de opdrachtgever(s) Rijk hierop aan te laten sluiten) als ook voor de Markt (Regeling Vergoedingen).

In deze begroting zijn de toekenningen vanuit het coalitieakkoord (CA) nog niet meegenomen. Dit heeft overigens geen effect op het gepresenteerde uurtarief.

Toelichting op de baten

Structurele bijdragen moederdepartement
Beleidsopdrachten (DG B&I) 7.311 12.088 12.438 11.733 11.733 11.733 11.733
Toezichttaken 17.800 22.465 23.117 23.117 23.117 23.117 23.117
Subtotaal structurele bijdragen 25.111 34.553 35.555 34.850 34.850 34.850 34.850
Incidentele bijdragen
Projecten 8.184 8.448 4.013 4.013 4.013 2.881 2.881
Subtotaal projecten 8.184 8.448 4.013 4.013 4.013 2.881 2.881
Totaal omzet moederdepartement 33.295 43.001 39.568 38.863 38.863 37.731 37.731

De structurele bijdragen moederdepartement zijn in overeenstemming met de opdrachtverstrekking. Agentschap Telecom gaat ervanuit dat de budgetten zoals beschikbaar bij de opdrachtgever(s) met inachtneming van de toegestane loon- en prijscompensatie van 2,9%1, hierop aansluiten.

Ministerie van Defensie 1.411 1.411 1.473 1.473 1.473 1.473 1.473
Ministerie van IenW 1.045 1.079 1.124 1.124 1.124 1.124 1.124
Ministerie van J&V 645 604 632 632 632 632 632
Ministerie van OCW 63 156 65 65 65 65 65
Ministerie van VWS 59 27 0 0 0 0 0
Ministerie van BZK 1.603 2.350 1.865 1.865 1.865 1.865 1.865
Totaal omzet overige departementen 4.826 5.627 5.159 5.159 5.159 5.159 5.159
Vergunninghouders en overige: 21.042 22.965 22.891 22.891 22.891 22.891 22.891
- Landelijke exclusieve vergunningen (exclusief omroep) 2.946 3.085 3.235 3.235 3.235 3.235 3.235
- Vergunningen met algemene planning met regionaal bereik 2.283 2.483 2.484 2.484 2.484 2.484 2.484
- Vergunningen met individuele planning met regionaal bereik 3.177 3.153 3.353 3.353 3.353 3.353 3.353
- Vergunning regionale planning tijdelijk gebruik 390 878 664 664 664 664 664
- Omroep 5.291 5.706 5.624 5.624 5.624 5.624 5.624
- Vergunningen straalverbindingen 1.549 2.271 1.958 1.958 1.958 1.958 1.958
- Registraties radiozendamateurs en maritiem 3.054 3.111 3.114 3.114 3.114 3.114 3.114
- Certificaten 434 386 432 432 432 432 432
- Eindapparaten 1.918 1.892 2.027 2.027 2.027 2.027 2.027
Satellietoperators 520 588 643 703 769 841 921
Caribisch Nederland 349 1.200 1.235 1.235 1.235 1.235 1.235
Hercontroles meetinstrumenten 8 50 51 51 51 51 51
Diversen / verlengingen overdracht 0 0 50 50 50 50 50
Innovatieprojecten 0 25 0 0 0 0 0
Totaal omzet derden 21.919 24.828 24.870 24.930 24.996 25.068 25.148

Onder Omzet derden staan alle opbrengsten die voortvloeien uit de werkzaamheden in het kader van de Telecommunicatiewet en overige opbrengsten uit de markt. Bij de berekening van de omzet derden wordt voor 2023 uitgegaan van de toegestane loon- en prijsbijstelling van 2,9%, verwerkt in het uurtarief 2023 Agentschap Telecom.

Toelichting op de lasten

Personele kosten

De verwachte bezetting voor 2023 is 391,5 fte. De gemiddelde loonkosten per FTE worden voor ambtelijk en niet-ambtelijk personeel begroot op € 100.958. De toegestane loonbijstelling van 3,6% is hierin verwerkt. Het percentage externe inhuur is financieel meerjarig begroot op 18% als gevolg van inbedding van nieuwe gespecialiseerde taken en de huidige krappe arbeidsmarkt.

Materiële kosten

De bijdrage aan SSO’s wordt grotendeels gevormd door de bijdrage aan DICTU voor de jaarlijkse dienstverleningsovereenkomst van €11,3mln. Deze bijdrage aan DICTU is voor kosten werkplekservices, infraservices, regulier beheer en licenties.

Rentelasten

De rente betreft de vergoeding die Agentschap Telecom betaalt voor leningen bij het Ministerie van Financiën om investeringen in vaste activa, zoals elektronische apparatuur, voertuigen en antennes, te financieren. Als gevolg van de hogere leningen om de investeringen te financieren stijgen deze lasten.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten nemen als gevolg van toenemende investeringen jaarlijks toe. Dit vanwege ICT-ontwikkelingen zoals de doorontwikkeling van Genius, STG-C omgeving alsook door de aanschaf van meetapparatuur en installaties.

Dotaties voorzieningen

Voor 2023 is de dotatie voorzieningen dubieuze debiteuren en ambtsjubilea €75.000.

1. Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen 11.218 13.958 13.457 12.187 10.346 8.709 7.397
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom 60.456 73.456 69.597 68.952 69.018 67.958 68.038
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom ‒ 58.150 ‒ 69.857 ‒ 65.597 ‒ 64.752 ‒ 64.618 ‒ 63.358 ‒ 63.238
2. Totaal operationele kasstroom 2.306 3.600 4.000 4.200 4.400 4.600 4.800
-/- totaal investeringen ‒ 2.759 ‒ 5.750 ‒ 5.750 ‒ 5.750 ‒ 5.750 ‒ 5.750 ‒ 5.750
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen 216 0 0 0 0 0 0
3. Totaal investeringskasstroom ‒ 2.543 ‒ 5.750 ‒ 5.750 ‒ 5.750 ‒ 5.750 ‒ 5.750 ‒ 5.750
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement ‒ 305 0 0 0 0 0 0
+/+ eenmalige storting door moederdepartement 2.187 0 0 0 0 0 0
-/- aflossingen op leningen ‒ 2.205 ‒ 4.101 ‒ 5.269 ‒ 6.041 ‒ 6.036 ‒ 5.913 ‒ 6.143
+/+ beroep op leenfaciliteit 3.300 5.750 5.750 5.750 5.750 5.750 5.750
4. Totaal financieringskasstroom 2.977 1.649 481 ‒ 291 ‒ 286 ‒ 163 ‒ 393
5. Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4) 13.958 13.457 12.187 10.346 8.709 7.397 6.055

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in de voorzieningen en het werkkapitaal.

Investeringskasstroom

In 2023 wordt een investering begroot van € 5,75 mln, te investeren in materiële vaste activa zoals elektronische apparatuur, (elektrische) auto’s, antennes en ICT-projecten.

Financieringsstroom

Voor de financiering van de begrote investeringen wordt een beroep gedaan op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren

Omschrijving Generiek Deel
Kostprijzen per product (reële stijging Regeling Vergoedingen) 1,04% 1,41% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
Tarieven/uur (reële stijging) 1,59% 3,53% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
FTE-totaal (excl. externe inhuur) 323,3 334,5 352,3 346,6 346,6 342,3 342,3
Saldo van baten en lasten (%) ‒ 0,4% 0% 0% 0% 0% 0% 0%
Loonkosten per fte € 100.342 € 95.615 € 100.958 € 100.967 € 100.967 € 100.977 € 100.977

Voor 2023 past AT alleen een loon- en prijsbijstelling van 2,9% toe op de kostprijzen per product en op de uurtarieven. Daarmee is de reële stijging 0%.

De loonkosten per fte liggen hoger dan in de begroting 2022 als gevolg van o.a. CAO-aanpassingen, loon- en prijsbijstelling en de hogere lasten voor inhuur door de krappe arbeidsmarkt.

Dienst ICT Uitvoering (DICTU)

Baten
- Omzet 346.839 354.300 356.700 363.834 371.111 378.533 386.104
waarvan omzet moederdepartement 232.388 236.750 239.268 244.053 248.934 253.913 258.991
waarvan omzet overige departementen 113.563 115.695 116.529 118.860 121.237 123.662 126.135
waarvan omzet derden 888 1.855 903 921 940 959 978
Rentebaten 0 0 0 0 0 0 0
Vrijval voorzieningen 61 0 0 0 0 0 0
Bijzondere baten 14 0 0 0 0 0 0
Totaal baten 346.914 354.300 356.700 363.834 371.111 378.533 386.104
Lasten
Apparaatskosten 300.845 332.295 335.770 343.925 352.172 360.516 368.962
- Personele kosten 213.439 229.237 238.517 230.634 222.793 214.995 207.241
waarvan eigen personeel 88.500 96.304 101.882 103.920 105.998 108.118 110.281
waarvan inhuur externen 121.911 128.983 132.685 122.685 112.685 102.685 92.685
waarvan overige personele kosten 3.028 3.950 3.950 4.029 4.110 4.192 4.276
- Materiële kosten 87.406 103.057 97.252 113.291 129.379 145.521 161.721
waarvan apparaat ICT 19.893 29.494 25.189 39.787 54.405 69.047 83.718
waarvan bijdrage aan SSO's 22.518 21.100 21.100 21.522 21.953 22.392 22.840
waarvan overige materiële kosten 44.995 52.463 50.963 51.982 53.022 54.082 55.164
Rentelasten 3 5 5 5 5 5 5
Afschrijvingskosten 21.083 21.500 20.425 19.404 18.434 17.512 16.636
- Materieel 14.801 15.000 14.250 13.538 12.861 12.218 11.607
waarvan apparaat ICT 14.801 15.000 14.250 13.538 12.861 12.218 11.607
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 0 0 0 0 0 0 0
- Immaterieel 6.282 6.500 6.175 5.866 5.573 5.294 5.030
Overige lasten 4.083 500 500 500 500 500 500
waarvan dotaties voorzieningen 3.903 500 500 500 500 500 500
waarvan bijzondere lasten 180 0 0
Totaal lasten 326.014 354.300 356.700 363.834 371.111 378.533 386.104
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening 20.900 0 0 0 0 0 0
Agentschapsdeel Vpb-lasten 0 0 0 0 0 0 0
Saldo van baten en lasten 20.900 0 0 0 0 0 0

Toelichting op de baten

Applicatiebeheer (applicatieservices) 76.202 78.232 78.308 79.874 81.472 83.101 84.763
Ontwikkelopdrachten 90.683 92.385 92.485 94.335 96.222 98.146 100.109
Werkplekservices 57.625 58.107 60.441 61.650 62.883 64.140 65.423
Overige omzet 1.251 1.274 1.266 1.292 1.317 1.344 1.371
Generieke eBS 6.627 6.751 6.767 6.902 7.040 7.181 7.325
Totaal 232.388 236.750 239.268 244.053 248.934 253.913 258.991

De Dienst ICT Uitvoering (DICTU) is een van de grotere ICT-dienstverleners binnen de Rijksoverheid. DICTU ondersteunt de primaire processen van de ministeries van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en hun uitvoeringsorganisaties. De omzet 2023 vlakt af ten opzichte van 2022. Dit beeld zien we terug bij zowel omzet Applicatie Beheer, Generieke eBS, Overig als Ontwikkelopdrachten. Bij deze laatst genoemde zal een verwachte lagere omzet bij de diensten Rijkszaak (RZ) en ToegangsVerleningsService (TVS) gecompenseerd worden door een hogere verwachte omzet uit Ontwikkelopdrachten vanuit een algemene toenemende vraag naar ICT dienstverlening. De omzet Werkplekservices stijgt door een hogere verwachte vraag naar werkplekken.

Risico’s voor de realisatie van de ontwerpbegroting zijn de huidige markt ontwikkelingen die een significante impact hebben op de dienstverlening van DICTU. Dit komt tot uiting in; de krappe arbeidsmarkt voor zowel interne medewerkers als externe inhuur, de hoge inflatie en de beperkte beschikbaarheid van ICT goederen. Deze risico’s zijn verdisconteerd in de ontwerpbegroting op basis van de huidige inzichten.

Applicatiebeheer (applicatieservices) 43.025 43.833 43.932 44.810 45.706 46.620 47.553
Ontwikkelopdrachten 42.856 43.660 43.772 44.647 45.540 46.451 47.380
Werkplekservices 20.220 20.600 21.059 21.480 21.910 22.348 22.795
Overige omzet 5.863 5.973 6.134 6.256 6.381 6.509 6.639
Generieke eBS 1.599 1.629 1.633 1.666 1.699 1.733 1.768
Totaal 113.563 115.695 116.529 118.860 121.237 123.662 126.135
Ministerie van BZK 35.052 35.710 35.844 36.561 37.292 38.038 38.799
Ministerie van Fin 546 556 557 568 579 591 603
Ministerie van IenW 11.049 12.199 12.225 12.470 12.719 12.973 13.233
Ministerie van J&V 1.638 1.669 1.713 1.747 1.782 1.817 1.854
Ministerie van LNV 45.829 46.689 46.852 47.789 48.745 49.720 50.714
Ministerie van OCW 249 254 260 265 270 276 281
Ministerie van SZW 2.001 2.039 2.075 2.117 2.159 2.202 2.246
Ministerie van VWS 16.018 15.374 15.751 16.066 16.387 16.715 17.049
Overig 1.183 1.205 1.252 1.277 1.303 1.329 1.356
Totaal 113.563 115.695 116.529 118.860 121.237 123.662 126.135

De omzet derden daalt door afname van omzet bij de dienst Rijkszaak voor Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) als gevolg van beëindigen implementatie.

Toelichting op de lasten

Personele kosten

Door continue ontwikkelingen op ICT-gebied en daardoor snel wisselende expertises is zelf alle kennis in huis hebben niet altijd mogelijk.

De implementatie van een nieuwe bedrijfsstrategie vanaf 2021, waarbij mede wordt ingezet op een andere sourcingsstrategie, wordt vanaf 2024 zichtbaar in een daling van de post «waarvan inhuur externen». De realisatie van deze doelstelling is afhankelijk van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt voor ICT-personeel en het tempo waarmee de sourcingsstrategie wordt gerealiseerd. Daarnaast hebben toekomstige Rijksbrede keuzes op ICT-gebied gevolgen voor DICTU als één van de ICT dienstverleners binnen de Rijksoverheid.

Materiële kosten

De post «waarvan apparaat ICT» zal naar verwachting vanaf 2024 stijgen als gevolg van de nieuwe sourcingsstrategie Dit leidt tot een verschuiving van inhuur en afschrijvingskosten naar inkoop van diensten bij rijkspartners dan wel marktpartijen.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten dalen door inkopen van clouddiensten als gevolg van de van de sourcingsstrategie waarbij meer dienstverlening wordt gedaan door rijkspartners dan wel marktpartijen.

1. Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen 23.920 31.107 15.407 15.407 15.407 15.407 15.407
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom 350.060 354.300 356.700 363.834 371.111 378.533 386.104
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom ‒ 310.375 ‒ 332.800 ‒ 336.275 ‒ 344.430 ‒ 352.677 ‒ 361.021 ‒ 369.467
2. Totaal operationele kasstroom 39.685 21.500 20.425 19.404 18.434 17.512 16.636
-/- totaal investeringen ‒ 11.904 ‒ 25.500 ‒ 22.000 ‒ 20.000 ‒ 18.000 ‒ 16.000 ‒ 14.000
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen ‒ 166 0 0 0 0 0 0
3. Totaal investeringskasstroom ‒ 12.070 ‒ 25.500 ‒ 22.000 ‒ 20.000 ‒ 18.000 ‒ 16.000 ‒ 14.000
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement ‒ 6.400 ‒ 15.700 0 0 0 0 0
+/+ eenmalige storting door moederdepartement 80 0 0 0 0 0 0
-/- aflossingen op leningen ‒ 26.021 ‒ 21.500 ‒ 20.425 ‒ 19.404 ‒ 18.434 ‒ 17.512 ‒ 16.636
+/+ beroep op leenfaciliteit 11.913 25.500 22.000 20.000 18.000 16.000 14.000
4. Totaal financieringskasstroom ‒ 20.428 ‒ 11.700 1.575 596 ‒ 434 ‒ 1.512 ‒ 2.636
5. Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4) 31.107 15.407 15.407 15.407 15.407 15.407 15.407

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom geeft de kasstroom weer uit de reguliere bedrijfsuitoefening.

Investeringskasstroom

DICTU verwacht in 2023 en latere jaren op een steeds lager investeringsniveau uit te komen vanwege implementatie van de nieuwe strategie door de inkoop van clouddiensten.

Financieringskasstroom

DICTU begroot een financieringskasstroom die aansluit bij het begrote investeringsniveau. Het beroep op de leenfaciliteit volgt hierbij de verwachte investeringsbehoefte.

Omschrijving generiek deel
Kostprijzen per product (groep)
a. Basistarief werkplek CW 3.516 3.360 3.026 3.026 3.026 3.026 3.026
Tarieven/uur
a. Senior medewerker (ontwikkeling) 136 135 141 141 141 141 141
b. Medior medewerker (bouw) 112 111 116 116 116 116 116
c. Junior medewerker (test en beheer) 100 99 103 103 103 103 103
Indicatoren
Aantal werkplekken CW 16.027 15.000 18.559 18.559 18.559 18.559 18.559
FTE-totaal (excl. externe inhuur)1 905 930 991 991 991 991 991
Aantal interne FTE’s in percentage van het totale aantal FTE’s 55% 62,5% 56,0% 56,0% 56,0% 56,0% 56,0%
Saldo van baten en lasten (%) 6,02% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%
Ziekteverzuim 4,8% 4,0% 4,0% 4,0% 4,0% 4,0% 4,0%
Klanttevredenheid 7,8 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0
Beschikbaarheid applicaties 99,7% 98,0% 98,0% 98% 98% 98% 98%
Aantal grote verstoringen2 max. 5 max. 5 max. 5 max. 5 max. 5 max. 5
Eindgebruikerstevredenheid afhandeling incidenten2 7,0 ‒ 7,5 7,0 ‒ 7,5 7,0 ‒ 7,5 7,0 ‒ 7,5 7,0 ‒ 7,5 7,0 ‒ 7,5
Oplospercentage 1e lijn helpdesk 70% 75% 75% 75% 75% 75% 75%
  1. Gemiddeld aantal FTE over het jaar.
  2. Dit zijn nieuwe indicatoren. Een grote verstoring is minimaal een type C1 verstoring conform de prioriteitenmatrix Incidenten DICTU.

Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)

De Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) borgt als uitvoeringsorganisatie en toezichthouder dat bedrijven die deelnemen aan het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS) en de wet- en regelgeving voor hernieuwbare energie vervoer en brandstoffen luchtverontreiniging, voldoen aan hun verplichtingen. Dat doet de NEa door bedrijven te informeren, te adviseren en door toezicht te houden.

De uitvoering van de wettelijke taken van het agentschap NEa valt onder de eindverantwoordelijkheid van het bestuur van de NEa dat als zodanig een ZBO is. Het gaat daarbij waar het emissiehandel betreft om het verlenen en actualiseren van emissievergunningen, het onderhouden van het CO2-register en toezicht en handhaving van de wetgeving. Daarnaast heeft de NEa een nieuwe taak toebedeeld gekregen vanuit het ministerie van Financiën voor de uitvoering van de CO2-heffing. Voor wat betreft biobrandstoffen gaat het om uitvoering en toetsing van de Richtlijnen Hernieuwbare energie en Brandstofkwaliteit.

Verder onderzoekt de NEa met de beleidsopdrachtgevers de mogelijkheid van aanvullende taken in het kader van Fitfor55 en CBAM. Hiervoor is vanwege het ontbreken van duidelijkheid op de opdracht een op eerdere ramingen gebaseerd bedrag opgenomen.

Baten
- Omzet 10.629 13.299 15.929 16.463 16.840 16.840 16.840
waarvan omzet moederdepartement 6.740 8.543 10.350 10.661 10.980 10.980 10.980
waarvan omzet overige departementen 3.889 4.756 5.579 5.802 5.860 5.860 5.860
waarvan omzet derden 0 0 0 0 0 0 0
Rentebaten 0 0 0 0 0 0 0
Vrijval voorzieningen 0 0 0 0 0 0 0
Bijzondere baten 32 0 0 0 0 0 0
Totaal baten 10.661 13.299 15.929 16.463 16.840 16.840 16.840
Lasten
Apparaatskosten 9.461 12.235 15.124 15.664 16.041 16.058 16.061
- Personele kosten 7.171 9.193 11.609 11.986 12.147 12.147 12.147
waarvan eigen personeel 6.575 8.002 10.281 10.399 10.525 10.525 10.525
waarvan inhuur externen 249 800 812 962 977 977 977
waarvan overige personele kosten 347 391 516 625 645 645 645
- Materiële kosten 2.290 3.042 3.515 3.678 3.894 3.911 3.914
waarvan apparaat ICT 575 713 797 851 976 993 996
waarvan bijdrage aan SSO's 1.277 1.479 1.312 1.324 1.370 1.370 1.370
waarvan overige materiële kosten 438 850 1.406 1.503 1.548 1.548 1.548
Rentelasten 0 51 34 58 58 41 38
Afschrijvingskosten 303 1.013 771 741 741 741 741
- Materieel 0 0 0 0 0 0 0
waarvan apparaat ICT 0 0 0 0 0 0 0
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 0 0 0 0 0 0 0
- Immaterieel 303 1.013 771 741 741 741 741
Overige lasten 99 0 0 0 0 0 0
waarvan dotaties voorzieningen 0 0 0 0 0 0 0
waarvan bijzondere lasten 99 0 0 0 0 0 0
Totaal lasten 9.863 13.299 15.929 16.463 16.840 16.840 16.840
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening 798 0 0 0 0 0 0
Agentschapsdeel Vpb-lasten 0 0 0 0 0 0 0
Saldo van baten en lasten 798 0 0 0 0 0 0

Toelichting op de baten

Omzet Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK)

De omzet EZK is een vergoeding voor het leveren van producten en diensten betreffende wettelijke en niet wettelijke taken vanuit ETS en werkzaamheden voortkomend uit de Richtlijnen voor hernieuwbare energie en brandstoffenkwaliteit. Daarnaast zijn in dit budget de werkzaamheden van de nieuwe taken vanuit het Regeerakkoord opgenomen, namelijk Bijstook Biomassa en CO2 Minimumprijs, beperking inzet kolen elektriciteitsopwekking en het opleggen en het innen van de CO2-heffing.

Omzet Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)

Dit betreft een vergoeding voor de wettelijke of daarmee sterk verbonden taken op het gebied van Energie voor Vervoer (EV). Voor 2023 zal de opdracht in dit kader worden uitgebreid. Zo zal de NEa nieuwe taken gaan uitvoeren op het terrein van toezicht, zowel voor inspectie als indirect daaraan gerelateerde taken.

Toelichting op de lasten

Personele kosten

De NEa levert meer personele inzet, op de reguliere en nieuwe taken en in de advisering op beleid. Voor een aantal nieuwe taken, waarvoor nog politieke besluitvorming zal plaatsvinden, zijn de werkzaamheden en personele inzet nog niet bekend. Voor de begroting is een inschatting gemaakt aan gewenste fte’s voor deze nieuwe werkzaamheden.

Overige personele kosten

De overige personele kosten betreffen onder andere de kosten van vorming en opleiding, de reiskostenvergoeding woon-werk, en de reiskosten binnen- en buitenland. Bij het ramen van deze kosten is enerzijds rekening gehouden met de stijging van het aantal fte’s, echter ook met het aantal reisbewegingen vanwege de mogelijkheid meer hybride te werken. Doordat de loonkosten stijgen, stijgen ook de budgetten voor externe inhuur en de vorming- en opleidingskosten. De kosten voor vorming-en opleiding zijn een percentage van de totale loonkosten. Over de uitvoering van hybride werken wordt Rijksbreed nog nagedacht. Dit is nog niet specifiek verwerkt in deze begroting.

Materiële kosten

De materiële uitgaven betreffen onder andere ICT beheer- en onderhoudskosten, communicatie en facilitaire kosten. De materiele kosten zijn gestegen, dit zit hem met name in verwachte kosten van de directe domeinen. De toename van de ICT kosten is gerelateerd aan het feit dat vanuit de projecten kosten verschuiven naar beheerkosten.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten op immateriële activa zijn gebaseerd op de activering van kosten voor de bouw van het Emissiehandel portaal, het Register Energie voor Vervoer en het CO2 Heffingsregister.

1. Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen 2.338 2.186 2.639 3.730 4.871 5.912 6.853
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom 10.568 13.299 15.929 16.463 16.840 16.840 16.840
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom ‒ 8.351 ‒ 12.286 ‒ 15.158 ‒ 15.722 ‒ 16.099 ‒ 16.099 ‒ 16.099
2. Totaal operationele kasstroom 2.217 1.013 771 741 741 741 741
-/- totaal investeringen ‒ 1.831 ‒ 900 0 0 0 0 0
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen 0 0 0 0 0 0 0
3. Totaal investeringskasstroom ‒ 1.831 ‒ 900 0 0 0 0 0
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement ‒ 1.160 0 0 0 0 0 0
+/+ eenmalige storting door moederdepartement 70 0 0 0 0 0 0
-/- aflossingen op leningen 0 ‒ 560 ‒ 180 ‒ 100 ‒ 200 ‒ 300 ‒ 400
+/+ beroep op leenfaciliteit 2.800 900 500 500 500 500 500
4. Totaal financieringskasstroom 1.710 340 320 400 300 200 100
5. Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4) 4.434 2.639 3.730 4.871 5.912 6.853 7.694

Toelichting

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen en vooruit ontvangen bedragen.

Investeringskasstroom

De investering betreft de doorontwikkeling van de Registers Emissie Handel, Energie voor Vervoer en voor de ontwikkeling van het Emissiehandel Portaal.

Financieringskasstroom

Het beroep op de leenfaciliteit wordt gedaan voor de doorontwikkeling van de registers Emissie Handel en Energie voor Vervoer. En voor de bouw van het Emissiehandel Portaal en CO2-register.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren

Uitgangspunt van de NEa is dat zij op een doelmatige wijze haar rol als bevoegd gezag voor emissiehandel, hernieuwbare energie voor vervoer en brandstofkwaliteit binnen Nederland vervult. In onderstaande tabel zijn de indicatoren voor de komende jaren weergegeven.

Omschrijving Generiek Deel
Tarieven/uur
Laag 68 68 68 68 68 68 68
Midden 89 89 91 91 91 91 91
Hoog 117 117 117 117 117 117 117
Omzet per productgroep (x € 1000)
Naleving ETS 6.740 8.543 10.348 10.658 10.978 10.978 10.978
Naleving EV 3.889 4.756 5.579 5.802 5.860 5.860 5.860
FTE-totaal (excl. externe inhuur) 71,2 84 99 103 105 105 105
Saldo van baten en lasten (%) 7,49% 0% 0% 0% 0% 0% 0%
Kwaliteitsindicatoren
Naleving ETS
% vergunningen afgegeven binnen wettelijke termijn (4 maanden) 100% 90% 90% 90% 90% 90% 90%
% afgehandelde meldingen binnen wettelijke termijn (8 weken) 100% 80% 80% 80% 80% 80% 80%
Voortgang toezichtprogramma 70% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Naleving EV
Opleveringsdatum rapportage Naleving jaarverplichting t-1 EV en brandstoffen luchtverontreiniging 2 juli 2022 <15 juli <15 juli <15 juli <15 juli <15 juli <15 juli
Voortgang toezichtprogramma 125% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Algemeen
Directe uren/totaal aantal gewerkte uren 64% >80% >70% >70% >70% >70% >70%

Toelichting

Vanaf 2021 vindt de sturing voor zowel naleving ETS als voor naleving EV in overeenstemming met de opdrachtgevers plaats op basis van budgetten en indicatoren. Een deel van deze indicatoren is ook zichtbaar in de begroting. Nadere invulling wordt besproken met de directie FEZ, de eigenaar en intern NEa.

Naleving ETS

Het gaat hier om het percentage meldingen en vergunningen dat binnen de wettelijke termijn van acht weken is afgehandeld.

Naleving EV

Het gaat hier om het percentage van het totaal aantal tijdig opgeleverde rapportages naleving jaarverplichting hernieuwbare energie vervoer en brandstoffen luchtverontreiniging.

Directe uren/totaal aantal gewerkte uren

Hieronder wordt verstaan het percentage van het totaal aantal directe uren gedeeld door het totaal aantal gewerkte uren van alle medewerkers (primair en secundair proces). Gewerkte uren is gelijkgesteld aan de beschikbare productieve uren op jaarbasis, zoals vastgesteld in de tarievennotitie.

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)

Baten
- Omzet 972.370 1.049.763 1.054.012 965.712 933.700 769.187 765.118
waarvan omzet moederdepartement 531.193 554.673 548.759 455.122 431.688 275.029 275.129
waarvan omzet overige departementen 409.275 461.798 470.062 471.413 464.187 459.012 458.770
waarvan omzet derden 31.902 33.292 35.191 39.178 37.824 35.147 31.219
Rentebaten 44 0 0 0 0 0 0
Vrijval voorzieningen 180 0 0 0 0 0 0
Bijzondere baten 972 0 0 0 0 0 0
Totaal baten 973.566 1.049.763 1.054.012 965.712 933.700 769.187 765.118
Lasten
Apparaatskosten 939.450 1.039.663 1.043.912 956.612 924.600 760.087 756.018
- Personele kosten 526.671 557.127 570.234 536.293 525.084 436.117 434.445
waarvan eigen personeel 375.997 391.382 417.806 417.806 417.806 387.806 387.806
waarvan inhuur externen 137.384 149.883 137.661 104.954 94.199 35.231 33.559
waarvan overige personele kosten 13.290 15.862 14.768 13.533 13.080 13.080 13.080
- Materiële kosten 412.779 482.536 473.677 420.320 399.516 323.970 321.573
waarvan apparaat ICT 3.461 5.609 3.846 3.525 3.407 2.801 2.786
waarvan bijdrage aan SSO's 188.503 191.779 191.463 191.946 185.523 152.513 151.697
waarvan overige materiële kosten 220.815 285.147 278.368 224.849 210.586 168.656 167.091
Rentelasten 254 0 0 0 0 0 0
Afschrijvingskosten 9.478 10.100 10.100 9.100 9.100 9.100 9.100
- Materieel 613 100 100 100 100 100 100
waarvan apparaat ICT 0 0 0 0 0 0 0
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 613 100 100 100 100 100 100
- Immaterieel 8.865 10.000 10.000 9.000 9.000 9.000 9.000
Overige lasten 1.607 0 0 0 0 0 0
waarvan dotaties voorzieningen 2 0 0 0 0 0 0
waarvan bijzondere lasten 1.606 0 0 0 0 0 0
Totaal lasten 950.789 1.049.763 1.054.012 965.712 933.700 769.187 765.118
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening 22.777 0 0 0 0 0 0
Agentschapsdeel Vpb-lasten 0 0 0 0 0 0 0
Saldo van baten en lasten 22.777 0 0 0 0 0 0

Toelichting op de baten

DG Bedrijfsleven en Innovatie 164.609 189.886 154.444 137.149 123.075 123.884 123.884
DG Klimaat en Energie 74.050 93.497 100.000 108.000 116.000 116.000 116.000
Projectdirectie Groningen 257.229 236.000 0 0 0 0 0
Projectdirectie Groningen kosten commissie 3.492 5.000 0 0 0 0 0
DG Groningen en Ondergrond 0 0 254.539 169.978 152.569 0 0
DG Groningen en Ondergrond kosten commissie 0 0 5.000 5.000 5.000 0 0
Chief Economist 12.103 13.569 0 0 0 0 0
DG Economie en Digitalisering 0 0 15.089 15.308 15.358 15.458 15.558
Overig 19.710 16.721 19.687 19.687 19.687 19.687 19.687
Totaal 531.193 554.673 548.759 455.122 431.688 275.029 275.129

DG Bedrijfsleven en Innovatie (DG B&I)

RVO voert opdrachten voor het DG Bedrijfsleven & Innovatie (B&I) uit die zich richten op het versterken van de Nederlandse economie door vernieuwing op innovaties, technologieën en manieren van werken en samenwerken. Vernieuwing is onmisbaar in een wereld die steeds sneller verandert door mondialisering en technologische vernieuwing waaronder digitalisering. Ook is vernieuwing noodzakelijk als reactie op maatschappelijke uitdagingen zoals vergrijzing en klimaatverandering, en om de brede welvaart te behouden. De opdracht van DG B&I bevat tevens verschillende regelingen als onderdeel van het steunpakket naar aanleiding van het COVID-19 virus. De opdrachtenbundel is onder te verdelen in financiële instrumenten om innovaties te bevorderen, het beschermen van innovaties, het stimuleren van internationale samenwerking bij innovaties, het werven van buitenlandse bedrijven en het faciliteren van de transitie van bedrijven naar een koolstofarme economie.

DG Klimaat en Energie (DG K&E)

In opdracht van het DG Klimaat en Energie (K&E) draagt RVO bij aan het bereiken van klimaatneutraliteit en energieverduurzaming. Duurzame energieproductie, energiebesparing, energie-innovatie en een goed werkende energiemarkt en infrastructuur staan hierbij centraal. In toenemende mate is hierbij sprake van complexe opgaven door verwevenheid van duurzaamheidsdoelen op het gebied van energie, klimaat, mobiliteit, gebouwde omgeving, industrie en regio. Communicatie en intensieve interactie met markt en samenleving is cruciaal, en maakt een groot en groeiend deel van de opdracht uit. Qua financiële instrumenten voert RVO voor het DG K&E onder andere de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE+), Investeringssubsidie Duurzame energie en Energiebesparing (ISDE), de regelingen die voortvloeien uit het missie gedreven innovatiebeleid (TSE, MOOI, DEI) en de Energie-investeringsaftrek (EIA) uit.

DG Groningen en Ondergrond (DG G&O)

De aanvragen tot schadevergoedingen door bodembeweging in het Groningse gasveld worden vanaf 1 juli 2020 afgehandeld door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). RVO stelt hierbij personeel ter beschikking aan het Bureau IMG en levert ondersteunende diensten welke in het tarief vervat zijn. De uitvoeringskosten voor RVO ten behoeve van de ondersteuning van het bureau IMG worden door het IMG jaarlijks in de begroting opgenomen. Voor het jaar 2023 is dit een raming die is omgeven met de nodige onzekerheden, aangezien er vele variabelen aanwezig zijn zoals het aantal binnenkomende schademeldingen (voor zowel reguliere als forfaitaire afhandeling), binnenkomende aanvragen voor immateriële schade vergoeding en de waardedalingsregeling.

DG Economie en Digitalisering (DG E&D)

In 2022 is een nieuw DG opgericht genaamd DG Economie en Digitalisering (E&D). Dit betreft een samenvoeging van de opdracht Chief Economist en het cluster Digitale Economie uit DG B&I. Digitalisering is een van de belangrijkste drijvers van economische groei en biedt volop kansen voor het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. Het kabinet wil dat iedereen in Nederland van deze kansen kan profiteren. Het kabinet zet daarom stevig in op versnelling van toepassing van digitale technologie in het bedrijfsleven. RVO voert taken uit in opdracht van de Chief Economist (CE). Dit werkpakket bestaat uit verschillende componenten. De grootste opdracht is het beheer en de doorontwikkeling van TenderNed, het elektronisch systeem voor aanbesteden. Daarnaast geeft RVO advies en voorlichting over met name de aanbestedingswet en door het delen van informatie via de website PIANOo.nl en door het beantwoorden van vragen hierover. Vanuit CE worden ook werkzaamheden uitgevoerd voor Nationaal Groeifonds (NGF).

Overig

In opdracht van het moederdepartement worden inkooptaken uitgevoerd door het Inkoop Uitvoeringscentrum (IUC), dat is ondergebracht bij RVO. Daarnaast is hier het budget opgenomen voor de Expert National Detaché (END).

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 232.120 272.400 275.400 275.400 267.750 267.750 267.750
Ministerie van Buitenlandse Zaken 100.446 98.699 98.307 98.168 98.731 93.555 93.555
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 34.879 40.263 44.187 45.917 45.917 45.917 45.917
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat 27.007 33.056 33.818 33.818 33.818 33.818 33.607
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 3.828 4.529 4.604 4.604 4.604 4.604 4.604
Ministerie van Justitie en Veiligheid 4.213 4.337 4.381 4.381 4.381 4.381 4.381
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 365 1.183 115 115 115 115 115
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 5.444 6.189 8.496 8.496 8.496 8.496 8.496
Overig 973 1.142 755 513 375 375 345
Totaal 409.275 461.798 470.062 471.413 464.187 459.012 458.770

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)

Vanuit een opgavegerichte houding voert RVO opdrachten uit voor het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in het kader van eerlijke en verantwoorde landbouw en visserij. Economisch perspectief, duurzaamheid en welzijn bij het produceren in verbondenheid door boeren, tuinders en vissers staan centraal. Belangrijk hierbij is het herstel en behoud van Nederlandse natuur. Een belangrijk doel is ook om de internationale koppositie van de agrarische sector te verstevigen met een nadruk op het benutten van kennis en innovatie. Daarmee draagt Nederland bij aan de aanpak van het wereldvoedselvraagstuk. Regelingen die worden uitgevoerd door RVO zijn onder andere het Europees Gemeenschappelijk Landbouw- en Visserijbeleid, de Mestwetgeving en het beleid met betrekking tot Visserij, Natuur en Dierenwelzijn & -gezondheid.

Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ)

RVO voert activiteiten uit op de beleidsterreinen van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking. Voor het DG Internationale Samenwerking (DGIS) is de expertise en inzet van RVO met name toegespitst op duurzame handel en investeringen, infrastructuur en ontwikkeling van de private sector, verbeterd waterbeheer, sanitatie en drinkwater, toegang tot duurzame energie en het tegengaan van klimaatverandering in ontwikkelingslanden. RVO voert voor het DG Buitenlandse Economische Betrekkingen (DGBEB) de opdracht Internationaal Ondernemen uit. Uitgangspunt bij deze opdracht is het bieden van een volledig pakket aan diensten (kennis & regelingen) aan ondernemers, hetgeen hen ondersteunt in alle opeenvolgende stappen die zij nemen bij het realiseren van omzet in dan wel met het buitenland.

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)

RVO werkt voor het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan opdrachten op het gebied van energiebesparing in de gebouwde omgeving en wonen en de digitale overheid. Voor het DG Volkshuishouding en Bouwen (DGVB) voert RVO opdrachten uit in het kader van de beleidsdoelstellingen energietransitie in de gebouwde omgeving, leefbaarheid en bouwkwaliteit en woningmarkt, voor het DG Openbaar Bestuur en Democratische Rechtstaat (DGOBDR) op het gebied van openbaar bestuur, democratie en grondrechten en voor het programma DG Ruimtelijke Ordening (pDGRO) ruimtelijke ordening en de Omgevingswet. De opdrachten bevatten onder andere de subsidieregeling Woningbouwimpuls, de SPUK Ventilatie in Scholen, het programma Expertteam Woningbouw en de stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen.

Voor het DG Digitalisering en Overheidsorganisatie (DGDOO) werkt RVO aan opdrachten in het kader van beleidsdoelstellingen op het gebied van informatievoorziening naar ondernemers, maatschappelijk verantwoord inkopen en e-overheidsvoorzieningen. De opdrachten richten zich met name op het beheer van systemen, zoals onder andere e-facturen en de centrale berichtenbox voor bedrijven en websites zoals het Digitaal OndernemersPlein (DOP) en diverse regelhulpen.

RVO werkt ook aan opdrachten voor het DG Koninkrijksrelaties (DGKR) in Caribisch Nederland en op Aruba, Curaçao en Sint-Maarten op het gebied van duurzame economische ontwikkeling (financiering, toerisme, landbouw, ondernemerschap stimulering).

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)

De opdrachten die RVO voor het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) uitvoert zijn samen te vatten in drie maatschappelijke opgaven: (i) transitie naar een circulaire economie, (ii) slimme en groene mobiliteit en (iii) klimaatadaptatie. Voor de transitie naar de circulaire economie (CE) ondersteunt RVO CE innovaties en circulaire ketenprojecten met kennis, netwerken en middelen. Voor duurzame mobiliteit ondersteunt RVO IenW met kennis en netwerken. Daarnaast zijn er op dit thema onder andere stimuleringsregelingen voor de aanschaf van elektrische personenauto’s (voor particulieren), voor de aanschaf van elektrische bedrijfsauto’s en voor de aanschaf van emissieloze trucks (voor ondernemers). Aan klimaatadaptatie werkt RVO via de programma’s Water as Leverage en Verbinding Topsector Water en Maritiem. Met het oog op de doelstellingen van het Schone Lucht Akkoord, de Aanpak Stikstof en het Klimaatakkoord stimuleert RVO ook de aanschaf van schone mobiele bouwwerktuigen en bouwvoertuigen. Sommige instrumenten die RVO voor IenW uitvoert zijn generiek van aard en dragen bij aan alle bovengenoemde transities, zoals bijvoorbeeld de MIA\Vamil, GroenBeleggen, Interreg, LIFE CET en Horizon Europe. RVO levert op voornoemde thema’s ook monitoringsexpertise.

Europese Unie 3.298 4.562 4.913 4.913 4.913 4.913 4.913
Provincies 25.274 25.418 27.583 31.526 30.128 27.405 23.477
Overig 3.330 3.312 2.695 2.739 2.783 2.829 2.829
Totaal omzet derden 31.902 33.292 35.191 39.178 37.824 35.147 31.219

De omzet derden heeft betrekking op opdrachten voor de Europese Unie, de provincies en een aantal kleinere opdrachtgevers. De opdracht voor de provincies bevat onder andere de omzet voor het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer en de uitvoering van het Plattelands-ontwikkelingsprogramma 3 (POP3) van het Ministerie van LNV.

Toelichting op de lasten

Personele kosten

Door een combinatie van een groei van het opdrachtenpakket en een stijging van de personele lasten per uur, stijgen de personele kosten in 2023 ten opzichte van de begroting 2022 (tot en met de 1e suppletoire) met € 13,1 mln. De inzet van RVO is om de daling van de personeelskosten in de jaren na 2022 zoveel mogelijk via een afname van externe inhuur te realiseren.

Materiële kosten

De totale materiële kosten voor 2023 zijn geraamd op € 472,7 mln. Dit is een daling van € 8,9 mln ten opzichte van de begroting 2021 (tot en met de 1e suppletoire). De materiële kosten zijn onder te verdelen in directe en indirecte materiële kosten. De daling vindt met name plaats binnen de directe materiële kosten welke direct verband houden met de uitvoering van opdrachten. Een ander onderdeel van de materiële kosten vormen de bijdragen aan Shared Service Organisaties (SSO’s), welke in 2023 totaal € 191,5 mln bedragen. Deze bestaan uit kosten voor producten en diensten van DICTU en het Rijksvastgoedbedrijf voor de huisvestingskosten. Daarnaast zijn automatiseringskosten (niet zijnde DICTU kosten) begroot onder apparaat ICT.

Kasstroomoverzicht

1. Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen 144.744 194.648 187.848 181.948 170.448 154.368 135.569
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom 970.971 1.049.763 1.054.012 965.712 933.700 769.187 765.118
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom ‒ 880.682 ‒ 1.039.663 ‒ 1.043.912 ‒ 956.612 ‒ 924.600 ‒ 760.087 ‒ 756.018
2. Totaal operationele kasstroom 90.289 10.100 10.100 9.100 9.100 9.100 9.100
-/- totaal investeringen ‒ 24.085 ‒ 28.500 ‒ 28.500 ‒ 28.500 ‒ 28.500 ‒ 28.500 ‒ 28.500
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen 7 0 0 0 0 0 0
3. Totaal investeringskasstroom ‒ 24.078 ‒ 28.500 ‒ 28.500 ‒ 28.500 ‒ 28.500 ‒ 28.500 ‒ 28.500
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement ‒ 30223 ‒ 6600 0 0 0 0 0
+/+ eenmalige storting door moederdepartement 162 0 0 0 0 0 0
-/- aflossingen op leningen ‒ 11.746 ‒ 10.300 ‒ 16.000 ‒ 20.600 ‒ 25.180 ‒ 27.900 ‒ 28.500
+/+ beroep op leenfaciliteit 25.500 28.500 28.500 28.500 28.500 28.500 28.500
4. Totaal financieringskasstroom ‒ 16.307 11.600 12.500 7.900 3.320 600 0
5. Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4) 194.648 187.848 181.948 170.448 154.368 135.569 116.169

De investeringen worden voor 2023 tot en met 2027 op € 28,5 mln geraamd, dit is hetzelfde bedrag als is opgenomen in de eerste suppletoire begroting 2022. De investeringen worden gefinancierd via de leenfaciliteit van Ministerie van Financiën. Vanwege een hoger investeringsbedrag ten opzichte van voorgaande jaren, neemt daardoor het aflossingsbedrag de komende jaren toe.

Inputindicatoren
Verhouding direct/indirect personeel 83% 84% 84% 84% 84% 84% 84%
Outputindicatoren
Tariefindex in reële termen 102% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
FTE-totaal (excl. externe inhuur) 4.574 3.917 4.850 4.850 4.850 4.511 4.511
Saldo van baten en lasten (%) 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0%
Kwaliteitsindicatoren
Klanttevredenheid 7,7 7,3 7,7 7,7 7,7 7,7 7,7
Gehonoreerde bezwaarschriften 44% 25% 25% 25% 25% 25% 25%

RVO maakt haar overhead inzichtelijk met de indicator die het percentage geeft van de directe personele kosten als onderdeel van de totale personele kosten. Hoe hoger dit percentage van directe personele kosten, hoe lager de overhead. RVO streeft voor het totaal van de organisatie naar een percentage van 84% (overhead: 16%). Daarnaast verwacht RVO de fluctuaties in het opdrachtenpakket op te vangen met externe inhuur. Hierdoor zal onder verder gelijkblijvende omstandigheden de ambtelijke bezetting in grote lijnen stabiel blijven vanaf 2022. De klanttevredenheid meet RVO per kwartaal.

6. Bijlagen

Bijlage 1: ZBO's en RWT's

Centraal Bureau voor de Statistiek RWT/ZBO 1 169.275 Kamerstuk 25 268, nr. 209 2026
Edelmetaal Waarborg Nederland RWT/ZBO 1 Geen bijdrage 2022
Examinerende instanties als bedoeld in artikel 19 van de Examenregeling frequentiegebruik 2008 RWT 1 Geen bijdrage Evaluatieplicht niet van toepassing nvt
Kamer van Koophandel ZBO 2 136.3801 Kamerstuk 32 637, nr. 302 2024
Keuringsinstanties als bedoeld in artikel 10.3 Telecommunicatiewet ZBO 1 Geen bijdrage Evaluatieplicht niet van toepassing nvt
Nederlandse Emissieautoriteit ZBO 4 221 Kamerstuk 25 268, nr. 168 2022
Raad voor de Accreditatie RWT/ZBO 1 1.060 Kamerstuk 25 268, nr. 203 2026
Bestuur Autoriteit Consument en Markt ZBO 1 802 Kamerstuk 25 268, nr. 195 2025
Instituut Mijnbouwschade Groningen ZBO 5 2.000 2025
Stichting COVA RWT 4 111.000 Kamerstuk 32 849, nr, 131 nvt
TNO RWT/ZBO 2, 4 en 5 226.694 Evaluatieplicht niet van toepassing nvt
VSL RWT 1 11.565 Evaluatieplicht niet van toepassing nvt
De in het kader van de Metrologiewet art. 11 en 12 aangewezen instanties en erkende keurders ZBO 1 Geen bijdrage Kamerstuk 33 159, nr. 3 2024
WaarborgHolland RWT/ZBO 1 Geen bijdrage 2022
  1. Dit bedrag is exclusief budgetfinanciering van het Handelsregister groot € 5.183.000.
NWO-TTW OCW ZBO 2 26.418

Bijlage 2: Specifieke uitkeringen Ministerie van EZK

Als het Rijk bijdragen onder voorwaarden ten behoeve van een bepaald openbaar belang aan provincies en gemeenten verstrekt, is op basis van artikel 15a lid 1 Financiële-verhoudingswet sprake van een specifieke uitkering. In deze bijlage is voor het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) aangegeven welke specifieke uitkeringen uitgekeerd worden en welke voornemens er zijn voor specifieke uitkeringen. De voornemens worden aangeduid met een «V» onder het kopje SiSa nummer (Single information Single audit). Indien nodig wordt er onder de tabel een toelichting gegeven.

F19 Naam Techniekpact Jaarconferenties 2020 en 2021 0,11
Korte duiding In het kader van de samenwerking tussen Rijk en Regio middels het Techniekpact wordt jaarlijks een conferentie georganiseerd door een regionale overheidspartner.
Juridische grondslag Artikel 2, eerste lid en onderdelen d (ondernemerschap) en f (regionale economische ontwikkeling), van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies in samenhang met artikel 17, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet.
Maatschappelijke effecten Met het Techniekpact werken Rijk en Regio samen met vele stakeholders aan het kiezen voor, leren en werken in de techniek om de Nederlandse positie op de internationale ranglijsten voor concurrentiekracht, innovatie en wetenschap te behouden en te versterken.
Ontvangende partijen Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland
Artikel Beleidsartikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei
V Naam Mkb-innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT) 13,20 9,90 9,90
Korte duiding De MIT stimuleert innovatie bij het midden- en kleinbedrijf (mkb) over regiogrenzen heen. Bovendien stimuleert de MIT dat het mkb bijdraagt aan de kennis- en innovatie-agenda's van de Missies voor de toekomst. De MIT kent verschillende instrumenten: R&D-samenwerkingsprojecten, haalbaarheidsstudies en kennisvouchers. Daarnaast is er geld beschikbaar voor TKI-Netwerkactiviteiten en TKI-Innovatiemakelaars.
Juridische grondslag Ministeriële regeling Stcrt. 2022, 10120
Maatschappelijke effecten Het doel van de MIT-regelingen is om het mkb aan te laten sluiten bij één of meer maatschappelijke thema’s. Vanaf 2021 gaat de MIT niet meer op basis van de innovatieagenda’s van de topsectoren, maar op basis van de KIA’s (Kennis Innovatie Agenda’s). De thema’s zijn opgedeeld in zes maatschappelijke Kennis- en Innovatieagenda’s (KIA’s):
Energie & Duurzaamheid
Gezondheid & Zorg
Veiligheid
Sleuteltechnologieën
Landbouw, Water en Voedsel
Maatschappelijk Verdienvermogen
Ontvangende partijen Provincie Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland, Utrecht, Overijssel, Gelderland, Groningen (in de vorm van SNN als vertegenwoordiging van de 3 noorderlijke provincies) en de provincie Noord-Brabant (in de vorm van Stimulus als vertegenwoordiger van de 3 zuidelijke provincies).
Artikel Beleidsartikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei
V Naam Omzetderving waterschade Limburg 24,00
Korte duiding Tegemoetkoming voor ondernemers in Zuid-Limburg en Noord-Brabant die ernstig omzetverlies hebben geleden als gevolg van waterschade door de overstromingen in juli 2021.
Juridische grondslag Kamerstuk 32 698, nr. 63
Maatschappelijke effecten Tegemoetkoming van ondernemingen in de omzetschade, vanwege een vermindering in bedrijvigheid door buitengewone omstandigheden die in redelijkheid niet tot het normale ondernemersrisico kunnen worden gerekend. Deze buitengewone omstandigheden zijn schade aan vaste of vlottende activa als gevolg van de overstromingen in Limburg en het onbedijkte gebied langs de Maas in Noord-Brabant in juli 2021 in combinatie met de gevolgen van de bestrijding van de verspreiding van COVID-19.
Ontvangende partijen Provincie Limburg
Artikel Beleidsartikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei
V Naam Smart Industry Hub Noord 0,25
Korte duiding De Smart Industry-agenda is een samenwerking tussen publieke en private partijen om bedrijven te stimuleren om met slimme (digitale) technologie te gaan werken. Deze Smart Industry Hubs in verschillende regio’s activeren bedrijven om aan de slag te gaan met relevante (digitale) technologie. Zij zorgen voor informatie, ondersteuning, opleiding, field labs en projecten. Via deze hubs worden ook innovatievouchers beschikbaar gesteld aan het MKB voor haalbaarheidsstudies om innovaties te testen.
Juridische grondslag Artikel 2, eerste lid en onderdelen d (ondernemerschap) en f (regionale economische ontwikkeling), van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies in samenhang met artikel 17, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet
Maatschappelijke effecten Smart Industry biedt bedrijven nieuwe mogelijkheden om hun productieproces te optimaliseren, slimme en gepersonaliseerde producten te ontwikkelen en hun businessmodel te verbeteren, door in te zetten op combinaties van digitale en technologische innovaties die elkaar versterken. Het maakt bedrijven daarmee toekomstbestendiger en duurzamer.
Ontvangende partijen Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen
Artikel Beleidsartikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei
V Naam Mkb-innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT)
Korte duiding De MIT stimuleert innovatie bij het midden- en kleinbedrijf (mkb) over regiogrenzen heen. Bovendien stimuleert de MIT dat het mkb bijdraagt aan de kennis- en innovatie-agenda's van de Missies voor de toekomst. De MIT kent verschillende instrumenten: R&D-samenwerkingsprojecten, haalbaarheidsstudies en kennisvouchers. Daarnaast is er geld beschikbaar voor TKI-Netwerkactiviteiten en TKI-Innovatiemakelaars.
Juridische grondslag Ministeriële regeling Stcrt. 2022, 10120
Maatschappelijke effecten Het doel van de MIT-regelingen is om het mkb aan te laten sluiten bij één of meer maatschappelijke thema’s. Vanaf 2021 gaat de MIT niet meer op basis van de innovatieagenda’s van de topsectoren, maar op basis van de KIA’s (Kennis Innovatie Agenda’s). De thema’s zijn opgedeeld in zes maatschappelijke Kennis- en Innovatieagenda’s (KIA’s):
Energie & Duurzaamheid
Gezondheid & Zorg
Veiligheid
Sleuteltechnologieën
Landbouw, Water en Voedsel
Maatschappelijk Verdienvermogen
Ontvangende partijen Provincie Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland, Utrecht, Overijssel, Gelderland, Groningen (in de vorm van SNN als vertegenwoordiging van de 3 noorderlijke provincies) en de provincie Noord-Brabant (in de vorm van Stimulus als vertegenwoordiger van de 3 zuidelijke provincies).
Artikel Beleidsartikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei
F1 Naam Aankoop woningen onder een hoogspanningsverbinding 3,07
Korte duiding Woningen die loodrecht onder de hoogspanningslijnen staan van 220kV- en 380kV-verbindingen en 110kV- en 150kV-verbindingen buiten de bevolkingskernen, komen sinds 1 januari 2017 in aanmerking voor uitkoop.
Juridische grondslag Regeling van de Minister van Economische Zaken van 8 december 2016, Stcrt. 2016, 68302, houdende regels over het verstrekken van een specifieke uitkering aan gemeenten voor aankoop van woningen onder een hoogspanningsverbinding (Regeling specifieke uitkering aankoop woningen onder een hoogspanningsverbinding)
Maatschappelijke effecten Het kabinet heeftin 2016 erkend dat er een maatschappelijke wens is ontstaan om woningeigenaren in staat te stellen in situaties waar hoogspanningsverbindingen en woningen zich dichtbij elkaar bevinden, te ontlasten. Hierdoor zullen woningeigenaren die dat wensen in staat worden gesteld om tegen een redelijke vergoeding hun woning door de overheid te laten kopen en zal het aantal woningen dat loodrecht onder hoogspanningslijnen ligt aanzienlijk afnemen.
Ontvangende partijen Gemeenten
Artikel Beleidsartikel 4: Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
F16 Naam Bijdrage rijkscoördinatieprojecten in gemeente Beverwijk 0,05
Korte duiding De gemeente Beverwijk ontvangt een bijdrage van het ministerie van EZK om de regisseursrol in de verschillende rijkscoördinatieprojecten in de gemeente die samenhangen met de aanlanding van windparken op zee te kunnenvervullen.
Juridische grondslag Artikel 2, eerste lid en onderdelen a (energie en duurzaamheid) en h (klimaat), van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies in samenhang met artikel 17, tweede lid van de Financiële-verhoudingswet
Maatschappelijke effecten Voor de rijkscoördinatieprojecten Net op zee Hollandse Kust (noord), (west Alpha) en (west Beta) worden aansluitingen gerealiseerd van windenergiegebieden op de Noordzee met het hoogspanningsnet op land In de gemeente Beverwijk.
Ontvangende partijen Gemeente Beverwijk
Artikel Beleidsartikel 4: Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
V Naam Regeling toezicht handhaving energiebesparingsplicht 11,20 13,20 13,20 9,20 9,20
Korte duiding Deze regeling heeft tot doel om meerjarig additioneel toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht te realiseren
Juridische grondslag Artikel 3, eerste lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies
Maatschappelijke effecten Door extra inzet op toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht en gekoppelde informatie- en onderzoeksplicht zullen meer bedrijven en instellingen de verplichte energiebesparende treffen
Ontvangende partijen Omgevingsdiensten
Artikel Beleidsartikel 4: Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
F7 Naam Sanering Windpark Zeewolde 1,03 1,40 1,77 2,13 2,50 2,67
Korte duiding Bijdrage aan sanering van oude windmolens, zodat deze vervangen kunnen worden door grotere en nieuwere windmolens.
Juridische grondslag Artikel 2, eerste lid. Regeling specifieke uitkering provincie Flevoland sanering windpark Zeewolde
Maatschappelijke effecten In de gemeente Zeewolde is een gebied aangewezen waarin nieuwe grotere windturbines mogen worden gerealiseerd, het windpark Zeewolde. In dit gebied gaan 91 windturbines 221 bestaande windturbines, die gesaneerd moeten worden, vervangen. Door de Rijksbijdrage aan deze sanering kunnen de oude windmolens vervangen worden door een veel kleikner aantal nieuwere, grotere en efficiëntere windmolens.
Ontvangende partijen Provincie Flevoland
Artikel Beleidsartikel 4: Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
V Naam Blok B SPUK 2022 47,69
Korte duiding Middelen worden beschikbaar gesteld aan de regio voor het wegwerken van verschillen die ontstaan door de toepassing van de nieuwste seismische en bouwkundige inzichten.
Juridische grondslag Het betreft een specifieke uitkering op basis van artikel 2, tweede lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies in samenhang met artikel 17, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, in verband met de versterking van gebouwen in batch 1.588. In de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen Stcrt. 2021, 47217 is deze grondslag nader uitgewerkt. Onder artikel 2, eerste lid, onderdeel B is de bijdrage blok B. In de bijlage worden de jaarlijkse bijdragen gespecificeerd die in deze specifieke uitkering is genoemd.
Maatschappelijke effecten Deze middelen zijn gericht op het vermijden van sociaal maatschappelijk onwenselijk geachte verschillen tussen gebouwen en wijken die onstaan door het toepassen van verschillende bouwnormen
Ontvangende partijen Gemeente Groningen, Gemeente het Hogeland, Gemeente Midden-Groningen, Gemeente Oldambt, Gemeente Eemsdelta
Artikel Beleidsartikel 5: Een veilig Groningen met perspectief
V Naam Blok D Medeoverheden SPUK 2022 6,92
Korte duiding Middelen worden beschikbaar gesteld aan de regio voor gebiedsontwikkeling. Hierbij kan gedacht worden aan b.v. de aanpak van de fysieke omgeving nadat de versterking van gebouwen is uitgevoerd. Hierboven is de jaartranche voor 2022 aangeven per gemeente op basis van verwachte benutting.
Juridische grondslag Het betreft een specifieke uitkering op basis van artikel 2, tweede lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies in samenhang met artikel 17, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, in verband met de versterking van gebouwen in batch 1.588. In de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen Stcrt. 2021, 47217 is deze grondslag nader uitgewerkt. Onder artikel 2, eerste lid, onderdeel D is de bijdrage aan blok B opgenomen. In de bijlage worden de jaarlijkse bijdragen gespecificeerd die in deze specifieke uitkering is genoemd.
Maatschappelijke effecten Met deze middelen wordt het mogelijk gemaakt om wanneer de versterking is afgerond ook de fysieke omgeving van het gebied ana te pakken, hierbij valt te denken aan bv. planstoenen en wegen.
Ontvangende partijen Gemeente Eemsdelta, Gemeente het Hogeland, Gemeente Midden-Groningen, Provinicie Groningen
Artikel Beleidsartikel 5: Een veilig Groningen met perspectief
V Naam Nationaal Programma Groningen 33,86
Korte duiding Middelen worden beschikbaar gesteld voor economische ontwikkeling van de regio. Naast het Rijk draagt ook NAM bij aan het NPG. De regio voert zelf de regie over de inzet van de middelen in de projecten. Hierboven is jaartranche 2022 weergeven op basis van de door de regio verwachte benutting.
Juridische grondslag Het betreft een specifieke uitkering op basis van artikel 2, tweede lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies in samenhang met artikel 17, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, in verband met de versterking van gebouwen in batch 1.588. In de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen Stcrt. 2021, 47217 is deze grondslag nader uitgewerkt. Onder artikel 2, eerste lid, onderdeel a is de bijdrage aan het Nationaal Programma Groningen opgenomen. In de bijlage worden de jaarlijkse bijdragen gespecificeerd die in deze specifieke uitkering is genoemd.
Maatschappelijke effecten Het NPG is gericht op het verbeteren van de economische ontwikkeling en leefbaarheid van Groningen door middel van door de regio zelf voorgestelde en geselecteerde projecten
Ontvangende partijen Gemeente Eemsdelta, Gemeente Groningen Gemeente het Hogeland, Gemeente Midden-Groningen, Gemeente Oldambt, Provincie Groningen
Artikel Beleidsartikel 5: Een veilig Groningen met perspectief
V Naam Sociaal-emotionele ondersteuning (Specials) 2,00
Korte duiding Middelen worden beschikbaar gesteld voor zogenaamde «specials» AGRO, MKB en sociaal economische ondersteuning. Met sociaal-economische ondersteuning kunnen gemeenten problematiek oplossen die aan het licht komen bij de versterkingsoperatie. Hierboven is de jaartranche 2022 aangeven op basis van de door regio verwachte benutting. Daarnaast worden middelen overgemaakt naar de Provincie Groningen ter ondersteuning van de maatschappelijke organisaties werkzaam in het aardbevingsgebied. Deze worden door middel van subsidies uitgekeerd door de Provincie Groningen.
Juridische grondslag Het betreft een specifieke uitkering op basis van artikel 2, tweede lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies in samenhang met artikel 17, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, in verband met de versterking van gebouwen in batch 1.588. In de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen Stcrt. 2021, 47217 is deze grondslag nader uitgewerkt. Onder artikel 2, eerste lid, onderdeel 3e is de bijdrage ten behoeve van de sociaal economische ondersteuning opgenomen. In de bijlage worden de jaarlijkse bijdragen gespecificeerd die in deze specifieke uitkering is genoemd.
Maatschappelijke effecten De bijdrage maakt mogelijk dat de gemeenten sociaal economische onderseteuning bieden aan bewoners in het aardbevingsgebied
Ontvangende partijen Gemeenten Eemsdelta, Gemeente Midden-Groningen, Gemeente Groningen, Gemeente Oldambt, Gemeente het Hogeland
Artikel Beleidsartikel 5: een veilig Groningen met perspectief
V Naam Maatschappelijke organisaties 2,59
Korte duiding Het rijk maakt middlelen over naar de Provincie die hiermee de door middel van subsidies de maatshchappelijke organisaties die werkzaam zijn in het aardbevingsgebied ondersteund. Ontvangende partijen zijn o.a. de Groninger Bodembeweging en Stut en Steun.
Juridische grondslag Het betreft een specifieke uitkering op basis van artikel 2, tweede lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies in samenhang met artikel 17, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, in verband met de versterking van gebouwen in batch 1.588. In de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen Stcrt. 2021, 47217 is deze grondslag nader uitgewerkt. Onder artikel 2, eerste lid, onderdeel 3e is de bijdrage ten behoeve van de sociaal economische ondersteuning opgenomen. In de bijlage worden de jaarlijkse bijdragen gespecificeerd die in deze specifieke uitkering is genoemd.
Ontvangende partijen Provincie Groningen en maatschappelijke organisaties
Maatschappelijke effecten Met de ondersteuning van de maatshappelijke organisaties worden draagvlak gecreerd voor de versterkingsoperatie door kritische gepsprekparthers en belangenorganisatie van bewoners in het aardbevingsgevied te ondersteunen
Artikel Beleidsartikel 5: een veilig Groningen met perspectief
V Naam Aardbevingsgerelateerde inzet organisatiekosten (lumpsum) 15,32
Korte duiding De gemeenten in het aardbevingsgebied worden ondersteund voor de extra kosten die zij maken ten gevolge van de aarbevingsproblematiek. Hierboven is de jaartrache voor 2022 weergeven op basis van de verwachte benutting
Juridische grondslag Het betreft een specifieke uitkering op basis van artikel 2, tweede lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies in samenhang met artikel 17, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, in verband met de versterking van gebouwen in batch 1.588. In de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen Stcrt. 2021, 47217 is deze grondslag nader uitgewerkt. Onder artikel 2, eerste lid, onderdeel c is de bijdrage aan de aardbevingsgerelatieerde kosten opgenomen. In de bijlage worden de jaarlijkse bijdragen gespecificeerd die in deze specifieke uitkering is genoemd.
Maatschappelijke effecten Met deze bijdrage wordt de extra inzet die gemeenten moeten doen ten gevolge van de aardbevingsproblematiek gecompenseerd
Ontvangende partijen Gemeente Eemsdelta, Gemeente Midden-Groningen, Gemeente Groningen, Gemeente Oldambt, Gemeente het Hogeland, Provincie Groningen
Artikel Beleidsartikel 5: Een veilig Groningen met perspectief
V Naam Batch 1588 102,10
Korte duiding Voor de huizen is batch 1588 is 2018 een financiële enveloppe gevormd van 420 mln. om sloop/nieuwbouw voor deze woningen mogelijk te maken. De bedragen worden via een gemeentelijke subsidie beschikbaar gesteld. Op basis van de verwachte voortgang van deze groep huizen is de bovenstaande jaartrache 2022 voor de betrokken gemeenten gevormd.
Juridische grondslag Het betreft een specifieke uitkering op basis van artikel 2, tweede lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies in samenhang met artikel 17, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, in verband met de versterking van gebouwen in batch 1.588. In de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen Stcrt. 2021, 47217 is deze grondslag nader uitgewerkt. Onder artikel 2, eerste lid, onderdeel f is de bijdrage aan batch 1588 opgenomen. In de bijlage worden de jaarlijkse bijdragen gespecificeerd die in deze specifieke uitkering is genoemd.
Maatschappelijke effecten Met deze bijdragen wordt de sloop en nieuwbouw van 1588 woningen in het aardbevingsgebied mogelijk gemaakt
Ontvangende partijen Gemeente Eemsdelta, Gemeente Midden-Groningen, Gemeente Groningen
Artikel Beleidsartikel 5: Een veilig Groningen met perspectief
V Naam Regeling 750 voor huurder 2,41
Korte duiding Met de Beleidsregel tegemoetkoming huurders van gereguleerde woningen van particuliere verhuurders in het aardbevingsgebied Groningen van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat Stcrt. 2022, 7767 is voorzien in een eenmalige tegemoetkoming van € 750 voor huurders in het aardbevingsgebied die sociaal huren bij particuliere verhuurders. De huurders ontvangen deze tegemoetkoming omdat in veel gevallen onderhoud aan de woning is uitgesteld in afwachting van de vraag of de huurwoning veilig is of toch in de versterkingsopgave zou moeten worden betrokken.
Juridische grondslag Artikel 2, tweede lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies in samenhang met artikel 17, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet.
Maatschappelijke effecten Compensatie van sociale huurders bij particuliere verhuurders voor uitgesteld onderhoud in afwachting van de versterkingsoperatie
Ontvangende partijen Samenwerkingsverband Noord-Nederland
Artikel Beleidsartikel 5: Een veilig Groningen met perspectief
F24 Naam Woningbouwverbeteringssubiside derde ronde 230,06
Korte duiding Met deze regeling is voor de derde keer de mogelijkheid opengesteld voor particulieren die in het aardbevingsgebied wonen maar niet in het versterkingsprogramma zijn opgenomen, om een subsidie aan te vragen van maximaal € 10.000 voor de verduurzaming, onderhoud en verbetering van een gebouw.
Juridische grondslag Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, houdende wijziging van de Subsidieregeling
verduurzaming, onderhoud en verbetering gebouwen aardbevingsgebied
Groningen ter verhoging van het subsidieplafond. Stcrt. 2022, 16906
Maatschappelijke effecten Het doel van de woningverbeteringssubsidie aan particulieren is een impuls te geven aan het toekomstperspectief van inwoners, sectoren en de algehele economische structuur van de regio. Bij een toekomstbestendig Groningen hoort een gebouwvoorraad die in goede staat verkeert en voorbereid is op een duurzame energievoorziening.
Ontvangende partijen Samenwerkingsverband Noord-Nederland
Artikel Beleidsartikel 5: Een veilig Groningen met perspectief
Totaal 495,86 24,50 24,87 11,33 11,70 2,67

Bijlage 3: Verdiepingsbijlage

Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en markten

Stand ontwerpbegroting 2022 249.968 262.140 252.152 238.968 235.644
Mutatie Nota van Wijziging 2022
Mutatie amendement 2022
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 6e incidentele suppletoire begroting 2022 (incl. Nota van Wijziging)
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 ‒ 95 17.347 5.738 3.778 3.167
Mutatie 7e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 8e incidentele suppletoire begroting 2022
Nieuwe mutaties
Subsidiemaatregel Caribisch Nederland 2.000 3.500 3.500 3.500 3.500
NGF - project AiNed 13.600 29.800 52.000 38.700 21.400
NGF - project Nationaal Onderwijslab 5.460 5.638 6.032 6.421 13.756
EU-cofinanciering Digital Europe 5.000 5.000
Digital trust centre 2.523 3.043 5.543 5.543 5.543
Nationaal Groeifonds 2.018 2.007 2.007 2.007
Bijdrage RVO 2.739 2.747 8.504 8.354 6.047
Bijdrage Agentschap Telecom 2.128 4.858 9.308 8.358 8.358
Bijdrage CBS 26.843 7.436 6.652 6.138 6.138
Overig ‒ 732 2.278 3.146 4.228 4.218
Stand ontwerpbegroting 2023 306.452 340.794 354.582 330.995 312.771 294.329

Subsidiemaatregel Caribisch Nederland

Hiervoor is in totaal € 3,5 mln per jaar nodig, Vanuit de CN-envelop in het coalitieakkoord is € 2,25 mln, overgeboekt en vanuit de EZK-begroting € 1,25 mln.

NGF-project AiNed

Deze mutatie betreft overheveling van het budget voor het NGF-project AiNed van beleidsartikel 2 naar beleidsartikel 1, aangezien op dit artikel de uitgaven op het gebied van digitalisering worden verantwoord.

NGF-project Nationaal Onderwijslab

Deze mutatie betreft overheveling van het budget voor het NGF-project Nationaal Onderwijslab van beleidsartikel 2 naar beleidsartikel 1, aangezien op dit artikel de uitgaven op het gebied van digitalisering worden verantwoord.

EU-cofinanciering Digital Europe

Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft voor Digital Horizon partnerschappen € 5,0 mln overgeboekt voor de jaren 2025 t/m 2029.

Digital Trust Centre

Deze mutatie betreft een overboeking van budget uit de CA-gelden Cybersecurity door het Ministerie van Justitie en Veiligheid voor de verdere groei van het DTC.

Nationaal Groeifonds

De apparaatsuitgaven van een begrotingsfonds worden opgenomen in de begroting van het moederdepartement. De mutatie betreft het budget voor opdrachten en onderzoek ten behoeve van adviezen en reiskosten van de adviescommissie, kosten voor de Raad voor de Toekomst en communicatiekosten.

Bijdrage RVO

De bijdrage aan RVO is in 2023 verhoogd, o.a. vanwege de uitvoeringskosten voor het NGF. Vanaf 2024 is de bijdrage structureel verhoogd om de kosten van TenderNed op het benodigde niveau te brengen.

Bijdrage Agentschap Telecom

Dit betreft onder meer de bijboeking van loon- en prijscompensatie, de toekenning uit CA- middelen Cybersecurity en een bijdrage om de budgetten te verhogen vanwege de uitbreiding van taken van het Agentschap Telecom.

Bijdrage CBS

Dit betreft, naast de ontvangen loon- en prijsbijstelling, budgetten voor IT-continuïteit en Werk aan Uitvoering (WaU), beide voor 2022.

Stand ontwerpbegroting 2022 31.934 31.934 31.934 31.934 31.934
Mutatie Nota van Wijziging 2022
Mutatie amendement 2022
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 6e incidentele suppletoire begroting 2022 (incl. Nota van Wijziging)
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 17.516
Mutatie 7e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 8e incidentele suppletoire begroting 2022
Nieuwe mutaties
High Trust 15.900
Stand ontwerpbegroting 2023 65.350 31.934 31.934 31.934 31.934 31.934

High Trust

Op basis van een nieuwe prognose is de ontvangstenraming voor High Trust – de boetes die de toezichthouders van EZK opleggen in het kader van het High Trust-beleid – met € 15,9 mln opgehoogd.

Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Stand ontwerpbegroting 2022 2.209.546 1.490.792 1.283.866 1.191.037 1.141.486
Mutatie Nota van Wijziging 2022 1.525.460 75.638 91.032 111.421 13.756
Mutatie amendement 2022
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2022 2.581.000
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2022 475.000
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2022 500
Mutatie 6e incidentele suppletoire begroting 2022 (incl. Nota van Wijziging)
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 289.580 558.537 228.361 230.177 140.898
Mutatie 7e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 8e incidentele suppletoire begroting 2022
Nieuwe mutaties
Tegemoetkoming vaste lasten ‒ 800.000 300.000
PIDI ‒ 9.304 ‒ 12.140 ‒ 12.270 ‒ 12.360
Investeringen verduurzaming industrie Klimaatfonds 50.000
NGF - project Circulaire Plastics 48.970 35.030 20.000 15.000
NGF - project NXTGEN HIGH TECH 50.805 92.526 91.607 78.676
Bijdrage TNO 20.317 6.059 6.058 6.045 6.040
Internationaal innoveren ‒ 20.318 ‒ 32.686 ‒ 41.340 ‒ 33.821 ‒ 33.821
Loon- en prijsbijstelling 33.963 33.527 52.205 31.192 31.369
NGF - project AiNed ‒ 13.600 ‒ 29.800 ‒ 52.000 ‒ 38.700 ‒ 21.400
NGF - project Nationaal Onderwijslab ‒ 5.460 ‒ 5.638 ‒ 6.032 ‒ 6.421 ‒ 13.756
NGF - project NXTGEN HIGH TECH 99.195 ‒ 4.526 ‒ 24.607 ‒ 15.676
IPCEI Micro elektronica ‒ 29.951 29.951
Overig ‒ 18.381 45.153 2.644 44.659 16.870
Stand ontwerpbegroting 2023 6.238.352 2.708.363 1.675.554 1.610.229 1.359.442 1.311.955

Tegemoetkoming vaste lasten

Op basis van het huidige en verwachte beroep op de TVL wordt de raming van de TVL geactualiseerd. In 2022 is minder beroep op de regeling gedaan dan verwacht en in 2023 zullen nog betalingen worden gedaan in verband met vaststellingen, en bezwaar en beroep.

PIDI

Bij de oprichting van het Programma Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI) is een budget opgehangen onder artikel 2 van de EZK begroting (onder budgethouderschap DGBI); dit budget betreft de periode 2021-2025. Er is besloten dat PIDI wordt verplaatst naar Directie Realisatie Energietransitie onder DGK&E. Hiernee is het PIDI-budget overgeheveld naar artikel 4 van de EZK begroting (onder budgethouderschap DGK&E).

Investeringen verduurzaming industrie Klimaatfonds

Dit betreft de toekenning van kasmiddelen vanuit het Klimaatfonds voor 2023 voor verduurzaming van de Industrie; enerzijds voor verruiming en voortzetting van de bestaande Versnelde Klimaatinvesteringen Industrie (VEKI)-regeling en anderzijds voor openstelling van de nieuwe Nationale Investeringsregeling Klimaatprojecten Industrie (NIKI) in 2023. Voor de NIKI geldt daarbij dat er een harde koppeling wordt gemaakt met de maatwerkafspraken met de 10 tot 20 grootste uitstoters: er wordt alleen subsidie toegekend aan bedrijven waar concrete maatwerkafspraken mee zijn gemaakt.

NGF-project Circulaire Plastics

De voorwaardelijke toekenning aan het project Circulaire Plastics is na invulling van de voorwaarden en het advies hierover van de commissie aan de fondsbeheerders, door de fondsbeheerders omgezet in een onvoorwaardelijke toekenning. Het bijbehorende budget is meerjarig overgeboekt van de begroting van het Nationaal Groeifonds naar de EZK-begroting.

NGF-project NXTGEN HIGH TECH

De voorwaardelijke toekenning aan het project NXTGEN HIGH TECH is na invulling van de voorwaarden en het advies hierover van de commissie aan de fondsbeheerders, door de fondsbeheerders omgezet in een onvoorwaardelijke toekenning. Het bijbehorende budget is meerjarig overgeboekt van de begroting van het Nationaal Groeifonds naar de EZK-begroting.

Bijdrage TNO

Het budget voor TNO wordt verhoogd in verband met diverse overboekingen van andere departementen voor door TNO uit te voeren projecten. Daarnaast is aan het budget de loon- en prijsbijstelling tranche 2022 toegevoegd.

Internationaal innoveren

Dit betreft de verdeling van de budgetten voor de Europese partnerschappen over nieuwe en bestaande instrumenten. De budgetten voor de Europese Partnerschappen zijn beschikbaar gekomen uit hiertoe gereserveerde middelen bij het Ministerie van Financien (Aanvullende post). De middelen worden verdeeld over Eurostars, Topsector High Tech Vliegtuigindustrie, EuroHPC, EuroQCI en Digital Europe (artikel 1). Een deel van het budget is naar OCW overgeheveld.

Loon- en prijsbijstelling

Deze mutatie betreft de meerjarige toevoeging van de loon- en prijsbijstelling, tranche 2022.

NGF-project AiNed

Deze mutatie betreft overheveling van het budget voor het NGF-project AiNed naar beleidsartikel 1, aangezien op dat artikel de uitgaven op het gebied van digitalisering worden verantwoord.

NGF-project Nationaal Onderwijslab

Deze mutatie betreft overheveling van het budget voor het NGF-project Nationaal Onderwijslab naar beleidsartikel 1, aangezien op dat artikel de uitgaven op het gebied van digitalisering worden verantwoord.

Stand ontwerpbegroting 2022 267.151 223.857 220.503 217.307 213.223
Mutatie Nota van Wijziging 2022 405.000
Mutatie amendement 2022
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 6e incidentele suppletoire begroting 2022 (incl. Nota van Wijziging)
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 473.205 153.092 ‒ 61.906 124.096 ‒ 61.902
Mutatie 7e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 8e incidentele suppletoire begroting 2022
Nieuwe mutaties
Tegemoetkoming vaste lasten ‒ 350.000 200.000
Stand ontwerpbegroting 2023 795.356 576.949 158.597 341.403 151.321 116.189

Tegemoetkoming vaste lasten

De ontvangsten voor de TVL houden met name verband met terugvorderingen in geval de omzetderving lager is dan door de aanvrager geraamd en in geval van geconstateerd misbruik. In 2022 wordt de raming van de ontvangsten verlaagd met € 350 mln en in 2023 worden een raming opgenomen van € 200 mln.

Beleidsartikel 3 Toekomstfonds

Stand ontwerpbegroting 2022 245.374 227.952 222.095 198.332 217.402
Mutatie Nota van Wijziging 2022
Mutatie amendement 2022
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 6e incidentele suppletoire begroting 2022 (incl. Nota van Wijziging)
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 147.824
Mutatie 7e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 8e incidentele suppletoire begroting 2022
Nieuwe mutaties
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek 6.053 ‒ 2.500 ‒ 2.500
Onco research 11.486 2.500 2.500
Innovatiekrediet ‒ 17.539 ‒ 5.000
Seed ‒ 20.000
Q4C 25.000
Overig 385 385 385 364 279
Stand ontwerpbegroting 2023 393.583 228.337 222.480 198.696 217.681 152.846

Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek

In de 2e suppletoire begroting 2021 zijn per abuis middelen overgeboekt naar het Innovatiekrediet. Deze middelen waren gereserveerd voor Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek en Onco research. Met deze mutatie wordt deze boeking gecorrigeerd, waardoor de middelen weer voor hun oorspronkelijke doel kunnen worden gebruikt. Ook is er in de jaren 2025 en 2026 € 2,5 mln beschikbaar gesteld voor een tweede bijdrage aan het Oncode instituut.

Onco research

Voor de mutatie van € 11,5 mln in 2021 zie de toelichting bij de mutatie voor Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek. Ook is er in de jaren 2025 en 2026 € 2,5 mln beschikbaar gesteld voor een tweede bijdrage aan het Oncode instituut.

Innovatiekrediet

Voor de mutatie van € 17,5 mln in 2022 zie de toelichting bij de mutatie voor Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek. Er is vanuit Innovatiekreidet € 5 mln beschikbaar gesteld voor een pilot ter versterking van het eigen vermogen van het MKB. Zie de toelichting onder Q4C.

Seed

Er is vanuit de Seed € 20 mln beschikbaar gesteld voor een pilot ter versterking van het eigen vermogen van het MKB. Zie de toelichting onder Q4C.

Q4C

Er is € 25 mln beschikbaar gesteld voor een pilot ter versterking van het eigen vermogen van het MKB. Dit is ter opvolging van het advies «versterking eigen vermogen mkb» van het Nederlands Comtié voor Ondernemerschap. Het doel is de solvabiliteitspositie van het MKB te versterken en de toegang tot andersoortige financiering te vergroten. Hierdoor krijgen mkb-ondernemers ruimte om te investeren in groei en belangrijke transities als verduurzaming en digitalisering.

Stand ontwerpbegroting 2022 75.300 80.200 80.300 262.100 60.300
Mutatie Nota van Wijziging 2022
Mutatie amendement 2022
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 6e incidentele suppletoire begroting 2022 (incl. Nota van Wijziging)
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 30.700
Mutatie 7e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 8e incidentele suppletoire begroting 2022
Nieuwe mutaties
Stand ontwerpbegroting 2023 106.000 80.200 80.300 262.100 60.300 53.300

Er hebben geen noemenswaardige ontvangstenmutaties plaatsgevonden.

Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Stand ontwerpbegroting 2022 4.160.218 4.479.832 4.495.323 4.312.587 4.212.852
Mutatie Nota van Wijziging 2022 159.755 375.900 402.900 209.200 209.200
Mutatie amendement 2022 37.000
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2022 3.000 15.000 15.000 2.000
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 6e incidentele suppletoire begroting 2022 (incl. Nota van Wijziging) 623.250
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 46.387 279.760 ‒ 88.610 77.974 235.112
Mutatie 7e incidentele suppletoire begroting 2022 145.000 290.000 509.000 335.000
Mutatie 8e incidentele suppletoire begroting 2022 2.300.000 10.000
Nieuwe mutaties
Dekking generale problematiek ‒ 500.000 0
Kasschuif middelen waterstofbackbone ‒ 134.160 134.160
Infrastructuur Duurzame industrie (PIDI) 9.109 12.140 12.270 12.360
NGF-project NieuweWarmteNU! 75.000 75.000 50.000
ISDE-regeling 100.000
IPCEI-waterstof golf 4 116.000 60.000
Maatschappelijke Investeringssubsidie Warmtenetten 130.000 70.000
Projecten kernenergie 20.000
Projecten Opwek Energie Rijksvastgoed (OER) 15.260 16.805 16.805 16.805
Uitvoeringskosten Klimaat medeoverheden 282.500 482.500 702.500 772.500
Lening WarmtelinQ ‒ 15.000
Loon- en prijsbijstelling 3.953 4.049 4.050 3.990 3.831
Overig ‒ 23.461 20.852 18.201 4.705 3.962
Stand ontwerpbegroting 2023 6.685.051 6.084.453 5.793.439 6.017.121 5.849.262 5.756.726

Dekking generale problematiek

Door het intrekken van de productiebeperking bij kolencentrales ontstaat er ruimte binnen de SDE+(+). Binnen deze ruimte wordt € 500 mln ingezet ter dekking van de generale problematiek van de rijksbegroting.

Kasschuif middelen waterstofbackbone

De verwachting is dat er voor realisatie van de waterstofbackbone in 2022 geen kasvoorschot meer zal worden verleend vanwege een andere vormgeving van de nog aan GasUnie te verlenen subsidie en een uitloop in de tijd van voorbereidingen voor de beschikking. Daarom wordt het volledige in 2022 beschikbare kasbudget voor de waterstofbackbone verschoven naar 2023. De verplichting voor de beschikking zal naar verwachting nog wel dit jaar worden aangegaan.

Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI)

Omdat het PIDI-dossier in de reorganisatie van het Ministerie van EZK is overgegaan naar het directoraat-generaal Klimaat en Energie, wordt het bijbehorende beleidsbudget overgeheveld van artikel 2 naar artikel 4.

NGF-project NieuweWarmteNu!

Voor de subsidieregeling NieuweWarmteNu! wordt vanuit het Nationaal Groeifonds (NGF) voor de jaren 2023, 2024 en 2025 budget overgeheveld naar artikel 4.

ISDE-regeling

Vanuit het Klimaatfonds worden middelen beschikbaar gesteld om het subsidieplafond van de ISDE in 2023 met € 100 mln te verhogen.

IPCEI-waterstof golf 4

Met de 7e Incidentele Suppletoire Begroting (ISB) is vanuit het Klimaatfonds reeds € 1.385 mln beschikbaar gesteld voor de 2e en 3e golf van IPCEI-projecten waterstof. Via de Ontwerpbegroting wordt nog een budget van in totaal € 199 mln vanuit het Klimaatfonds toegevoegd ten behoeve van de 4e golf van IPCEI-projecten waterstof.

Maatschappelijke Investeringssubsidie Warmtenetten

Vanuit het Klimaatfonds wordt € 200 mln toegevoegd aan artikel 4 ter financiering van de Maatschappelijke Investeringssubsidie Warmtenetten (MIW). Dit is een nieuwe subsidieregeling voor het stimuleren van de realisatie van de infrastructuur voor warmtenetten en de opschaling van hiervoor benodigde technieken.

Projecten kernenergie

Vanuit het Klimaatfonds wordt in 2023 € 20 mln beschikbaar gesteld voor kernenergieprojecten.

Projecten Opwek Energie Rijksvastgoed (EOR)

Vanuit het Klimaatfonds worden middelen beschikbaar gesteld voor het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed (OER). Met dit programma levert het Rijk met het eigen vastgoed een bijdrage aan de energietransitie.

Uitvoeringskosten Klimaat medeoverheden

Voor het vergroten van de uitvoeringskracht van gemeenten en provincies is in het coalitieakkoord in totaal € 5,6 mld uitgetrokken voor de jaren 2023 tot en met 2030.

Lening WarmtelinQ

Omdat de voorgenomen lening aan Gasunie voor het WarmtelinQ-project niet meer verstrekt zal worden, wordt het resterende budget afgeboekt en vloeit dit terug naar de algemene middelen.

Loon- en prijsbijstelling

De bij 1e suppletoire begroting 2022 ontvangen loon- en prijsbijstelling is verdeeld over de verschillende instrumenten waar dit betrekking op heeft.

Stand ontwerpbegroting 2022 3.720.277 4.276.577 4.410.277 4.256.277 3.906.277
Mutatie Nota van Wijziging 2022
Mutatie amendement 2022
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 6e incidentele suppletoire begroting 2022 (incl. Nota van Wijziging) 155.250 156.000 156.000
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 2.191.142 770.000 489.000 454.000 1.154.000
Mutatie 7e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 8e incidentele suppletoire begroting 2022 2.300.000 2.500 2.500 2.500
Nieuwe mutaties
Opbrengstheffing ODE (SDE++) ‒ 2.843.300 ‒ 3.116.000 ‒ 3.282.000 ‒ 3.027.000
Overig 1.800 1.800 1.800 1.800 1.800
Stand ontwerpbegroting 2023 5.913.219 4.505.077 1.942.827 1.588.577 2.193.577 2.543.577

Opbrengstheffing ODE (SDE++)

Omdat de ODE vanaf 2023 in de Energiebelasting (EB) wordt geïncorporeerd, wordt de ODE-ontvangstenraming op de EZK-begroting naar beneden bijgesteld naar de bedragen die de Belastingdienst nog in 2023 en 2024 denkt te innen op basis van de aanslagen van 2022.

Beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief

Stand ontwerpbegroting 2022 947.011 794.514 645.230 395.430 390.280
Mutatie Nota van Wijziging 2022
Mutatie amendement 2022
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 6e incidentele suppletoire begroting 2022 (incl. Nota van Wijziging) 80.500 2.186 2.186 2.186 2.186
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 8.463.047 2.302.015 1.661.096 931.604 631.032
Mutatie 7e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 8e incidentele suppletoire begroting 2022
Nieuwe mutaties
Bijstelling vergoeding Norg akkoord 1.512.500 1.403.600 338.800
Eindejaarsmarge bestuurlijke afspraken 11.967
Onderzoeks- en werkbudget Groningen 1.125 1.000 1.000 825 450
Zorgprogramma Nationaal Programma Groningen ‒ 14.500 ‒ 14.500 ‒ 11.000
Zelf aangebrachte voorzieningen 100 100 100 100 100
Loon- en prijsbijstelling 2.278 1.093 747 201 125
Overig ‒ 47 0 0 0 0
Stand ontwerpbegroting 2023 11.018.481 4.490.008 2.634.659 1.319.346 1.024.173 775.079

Bijstelling vergoeding Norg akkoord

Als gevolg van de hoge gasprijs valt ook de vergoeding voor het Norg akkoord hoger uit.

Eindejaarsmarge bestuurlijke afspraken

De eindejaarsmarge voor de bestuurlijke afspraken wordt overgeheveld naar artikel 5 van de EZK-begroting.

Onderzoeks- en werkbudget Groningen

In de voorjaarsbesluitvorming zijn middelen vrijgemaakt voor aanvulling van het onderzoeks- en werkbudget Groningen.

Zorgprogramma Nationaal Programma Groningen

Vanuit het Nationaal Programma Groningen wordt € 40 mln bijgedragen aan het Zorgprogramma. De middelen daarvoor worden overgeheveld naar de begroting van VWS.

Zelf aangebrachte voorzieningen

De regeling zelf aangebrachte voorzieningen wordt, in tegenstelling tot eerder gedacht, niet uitgevoerd door de Nationaal Coördinator Groningen. De uitvoeringskosten worden daarom overgeheveld van artikel 40 naar artikel 5 van de EZK-begroting.

Loon- en prijsbijstelling

De loon- en prijsbijstelling over artikel 5 van de EZK-begroting wordt uitgekeerd.

Stand ontwerpbegroting 2022 1.034.281 550.958 318.575 154.093 103.075
Mutatie Nota van Wijziging 2022
Mutatie amendement 2022
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 6e incidentele suppletoire begroting 2022 (incl. Nota van Wijziging)
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 6.518.735 4.618.857 2.424.727 1.211.321 893.756
Mutatie 7e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 8e incidentele suppletoire begroting 2022
Nieuwe mutaties
Bijstelling dividend EBN ‒ 214.000 2.424.500 2.085.500 1.064.000 450.000
Bijstelling ontvangsten Mijnbouwwet 1.225.900 3.891.500 1.541.000 137.000 ‒ 65.000
Bijstelling gasbaten 302.600 250.000
Afronding dividend Gasterra ‒ 400 ‒ 400 ‒ 400 ‒ 400
Overig 0 0 0 0 0
Stand ontwerpbegroting 2023 8.867.116 11.735.415 6.369.402 2.566.014 1.381.831 923.938

Bijstelling dividend EBN

Als gevolg van de hoge gasprijs verwacht EBN een hoger positief resultaat en daarmee een hogere dividenduitkering. Ook de vergoeding uit het Norg akkoord leidt tot een hogere dividenduitkering van EBN.

Bijstelling ontvangsten Mijnbouwwet

Als gevolg van de hoge gasprijs, vanwege de vergoeding uit het Norg akkoord en door de voorgenomen tijdelijke verhoging van de cijns zijn er extra opbrengsten onder de Mijnbouwwet.

Bijstelling gasbaten

Vooruitlopend op verwachte hogere ontvangsten worden de ontvangsten Mijnbouwwet bijgesteld, ter dekking van koopkrachtmaatregelen.

Afronding dividend Gasterra

De vaste dividenduitkering van GasTerra bedraagt € 3,6 mln per jaar. De eerder op € 4 mln afgeronde raming op de EZK-begroting wordt hierop aangepast.

Beleidsartikel 6 Bijdrage Nationaal Groeifonds

Stand ontwerpbegroting 2022 0 0 0 0 0 0
Mutatie Nota van Wijziging 2022
Mutatie amendement 2022
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 6e incidentele suppletoire begroting 2022 (incl. Nota van Wijziging)
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022
Mutatie 7e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 8e incidentele suppletoire begroting 2022
Nieuwe mutaties
Bijdrage aan het Nationaal Groeifonds 1.765.488 2.854.987 2.770.437 2.698.590
NGF - project NXTGN HIGH TECH ‒ 50.805 ‒ 92.526 ‒ 91.607 ‒ 78.676
NGF - project Nieuwe warmte nu ‒ 75.000 ‒ 75.000 ‒ 50.000
NGF - project Circulaire Plastics (voorheen Duurzame Materialen) ‒ 48.970 ‒ 35.030 ‒ 20.000 ‒ 15.000
NGF - project Einstein Telescope OCW ‒ 28.000 ‒ 14.000
NGF - project PharmaNL VWS ‒ 17.400 ‒ 29.500 ‒ 3.400 ‒ 12.700
Diverse kasschuiven 27.320 ‒ 6.768 ‒ 20.568 662
Stand ontwerpbegroting 2023 0 1.572.633 2.602.163 2.584.862 2.592.876 2.500.229

Bijdrage aan het Nationaal Groeifonds

Het betreft de bijdrage vanuit de EZK-begroting Hoofdstuk XIII aan Hoofdstuk L Nationaal Groeifonds ten behoeve van uitgaven die op het fonds worden verantwoord en de projecten die via de departementale route worden gerealiseerd.

Diverse NGF-projecten

Betreft het overboeken van toegekende projecten naar de desbetreffende departementale begrotingen en enkele kasschuiven.

Stand ontwerpbegroting 2022 0 0 0 0 0 0
Mutatie Nota van Wijziging 2022
Mutatie amendement 2022
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 6e incidentele suppletoire begroting 2022 (incl. Nota van Wijziging)
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022
Mutatie 7e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 8e incidentele suppletoire begroting 2022
Nieuwe mutaties
Stand ontwerpbegroting 2023 0 0 0 0 0 0

Ontvangsten

Er worden geen ontvangsten geraamd op dit artikel.

Artikel 40 Apparaat

Stand ontwerpbegroting 2022 302.285 300.550 299.995 295.160 296.538
Mutatie Nota van Wijziging 2022
Mutatie amendement 2022
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 6e incidentele suppletoire begroting 2022 (incl. Nota van Wijziging) 100 100 100 100 100
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 209.098 185.981 184.430 171.816 153.156
Mutatie 7e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 8e incidentele suppletoire begroting 2022
Nieuwe mutaties
Uitvoeringsmiddelen Klimaatfonds 8.818 17.472 23.472 26.772 26.772
Verdeling prijsbijstelling BZK-middelen 17.334 2.357 136 136 73
Loonbijstelling apparaat 6.679 6.534 6.433 6.238 6.235
Prijsbijstelling apparaat 3.800 3.136 2.929 2.836 2.982
Overboeking LNV TII gelden ‒ 4.389
NGF overboeking Groeifonds ‒ 4.425 ‒ 4.414 ‒ 4.414 ‒ 4.414
Doorverdeling EJM BZK BA ‒ 11.967
Bijdrage centrale financiering GDI ‒ 2.217 ‒ 2.217 ‒ 2.217 ‒ 2.217
J&V DTC/Cybersecurity ‒ 1.630
NGF Overboeking EZK apparaat 3.300 9.750 9.750 9.750 5.579
WaU RVO 2022 9.300 8.900 3.600 2.300 2.300
Overig 11.532 1.783 ‒ 7.931 ‒ 17.514 ‒ 18.808
Stand ontwerpbegroting 2023 549.835 529.932 516.283 490.963 472.710 453.319

Uitvoeringsmiddelen Klimaatfonds

Op grond van het coalitie-akkoord zijn er gelden beschikbaar gekomen uit het klimaatfonds. Vooruitlopend op de instellingswet heeft het kabinet met de voorjaarsbesluitvorming 2022 besloten dat uitvoeringskosten die verband houden met het Klimaatfonds in beginsel uit fondsmiddelen worden gefinancierd.

Verdeling prijsbijstelling BZK-middelen

Betreft de doorverdeling van prijsbijstelling over de door BZK in het voorjaar 2022 overgehevelde middelen op artikel 5 en 40.

Loon- en prijsbijstelling

De bij 2e suppletoire wet 2022 ontvangen loon- en prijsbijstelling is aan diverse instrumenten uitgekeerd.

Overboeking LNV TII gelden

Dit betreft de overheveling van de Transparantie in Informatie gelden van EZK, waar de aangevraagde gelden zijn ontvangen, naar LNV, enerzijds kern en anderzijds agentschappen.

NGF overboeking Groeifonds

Overboeking vanuit artikel 40 voor bijdrage RVO - Groeifonds en opdrachten en onderzoeken Groeifonds.

Doorverdeling EJM BZK BA

Dit betreft de van BZK overgekomen eindejaarsmarge voor de bestuurlijke afspraken Groningen.

Bijdrage centrale financiering GDI

Betreft een structurele bijdrage voor een nieuwe centrale financiering van de Generieke Digitale Infrastructuur vanaf 2023 aan het ministerie van BZK.

J&V DTC/Cybersecurity

Op grond van het coalitie-akkoord zijn er gelden beschikbaar gekomen uit de enveloppe van J&V, onderdeel Cybersecurity. Deze mutatie verwerkt de verdeling van het budget over verschillende onderdelen.

NGF Overboeking EZK apparaat

Dit betreffen de apparaatsmiddelen voor het Nationaal Groeifonds.

WaU RVO 2022

Dit betreffen structurele middelen voor het programma Werk aan Uitvoering.

Stand ontwerpbegroting 2022 25.294 24.896 24.827 24.646 24.646
Mutatie Nota van Wijziging 2022
Mutatie amendement 2022
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 6e incidentele suppletoire begroting 2022 (incl. Nota van Wijziging)
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 154.178 112.254 108.298 102.698 94.033
Mutatie 7e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 8e incidentele suppletoire begroting 2022
Nieuwe mutaties
Verlaging taakstelling SodM-retributies ‒ 1.800 ‒ 1.800 ‒ 1.800 ‒ 1.800 ‒ 1.800
Stand ontwerpbegroting 2023 177.672 135.350 131.325 125.544 116.879 106.964

Verlaging taakstelling SodM-retributies

Al enige jaren is sprake van lagere ontvangsten aan retributies door SodM dan de taakstelling op art. 40 aangeeft. Deze taakstelling wordt daarom met structureel € 1,8 mln verlaagd. Dit wordt gecompenseerd door de verwachte hogere ontvangsten aan terugbetaalde subsidievoorschotten bij RVO op art. 4.

Artikel 41 Nog onverdeeld 

Stand ontwerpbegroting 2022 0 0 0 0 0
Mutatie Nota van Wijziging 2022
Mutatie amendement 2022
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 6e incidentele suppletoire begroting 2022 (incl. Nota van Wijziging)
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 82.460 78.622 76.321 71.152 69.983
Mutatie 7e incidentele suppletoire begroting 2022
Mutatie 8e incidentele suppletoire begroting 2022
Nieuwe mutaties
Prijsbijstelling beleidsartikelen ‒ 24.180 ‒ 23.926 ‒ 22.794 ‒ 21.851 ‒ 21.846
Loonbijstelling beleidsartikelen ‒ 21.771 ‒ 21.736 ‒ 21.376 ‒ 21.139 ‒ 21.064
Prijsbijstelling apparaat ‒ 3.800 ‒ 3.136 ‒ 2.929 ‒ 2.836 ‒ 2.982
Loonbijstelling apparaat ‒ 6.679 ‒ 6.534 ‒ 6.433 ‒ 6.238 ‒ 6.235
Prijsbijstelling vanuit BZK mbt Groningen 60.948 44.854 42.323 41.710 41.587
Terugboeking prijsbijstelling versterkingsraming ‒ 41.861 ‒ 41.861 ‒ 41.692 ‒ 41.503 ‒ 41.503
Terugboeking loonbijstelling versterkingsraming ‒ 2.542 ‒ 2.534 ‒ 2.553 ‒ 2.550 ‒ 2.546
Ingehouden prijsbijstelling ‒ 26.030 ‒ 23.290 ‒ 22.789 ‒ 19.088 ‒ 17.856
Verdeling prijsbijstelling BZK-middelen art. 5 ‒ 18.892 ‒ 2.869 ‒ 483 ‒ 207 ‒ 84
Overig 2.347 2.410 2.405 2.550 2.546
Stand ontwerpbegroting 2023 0 0 0 0 0 0

Loon- en prijsbijstelling

Betreft de verdeling van de loon- en prijsbijstellingstranche 2022 over de relevante artikelonderdelen.

Prijsbijstelling vanuit BZK met betrekking tot Groningen

Betreft de overheveling van de prijsbijstelling die berekend is over de Groningenmiddelen die bij BZK op de begroting stonden.

Terugboeking prijs- en loonbijstelling versterkingsraming

Betreft een correctie op een per abuis aan de EZK-begroting toegevoegde raming voor prijs- en loonbijstelling.

Ingehouden prijsbijstelling

De ingehouden prijsbijstelling is als dekking gebruikt bij de allocatieve weging.

Bijlage 4: Moties en toezeggingen

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt het kabinet om in lijn met het advies van het adviescollege regeldruk ondersteuning te bieden aan midden- en kleinbedrijven zodat zij gezamenlijk tot gelijkwaardige voorstellen voor een subsidieaanvraag kunnen komen voor het Nationaal Groeifonds. 29-03-2022 Parlementaire agenda [21-03-2022] - WGO Nationaal Groeifonds MEZK en MFIN Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 502
Jong, R.H. de (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Heinen, E. (VVD)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering te onderzoeken of en, zo ja, op welke wijze regelvrije experimenteerruimtes kunnen bijdragen aan het versnellen van de ontwikkeling, introductie en doorgroei van duurzame en innovatieve producten, diensten en verdienmodellen, en de Kamer hierover uiterlijk te informeren in het actieplan vestigingsklimaat, dat zij voor de zomer naar de Kamer stuurt. 29-03-2022 Parlementaire agenda [23-03-2022] - TMD Hoofdlijnen Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 501
Amhaouch, M. (CDA)
Strien, P.J.T. van (VVD)
Smolders, H.A.J. (FvD) Verzoekt de regering de duur van de procedure in de praktijk nauwlettend te monitoren en tijdig in te grijpen als blijkt dat te veel te doorlopen procedures langer duren dan de standaard acht weken die gelden voor zowel het bepalen of er een toetsing nodig is als het nemen van een uiteindelijk toetsingsbesluit. 19-04-2022 Parlementaire agenda [13-04-2022] - Debat Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Wet Vifo) Onderhanden
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Smolders, H.A.J. (FvD) Verzoekt de regering na twee jaar op hoofdlijnen de doeltreffendheid en andere effecten van de wet te evalueren, boven op de geplande evaluatie na vijf jaar. 19-04-2022 Parlementaire agenda [13-04-2022] - Debat Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Wet Vifo) Onderhanden
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Dijk, I. van (CDA) Verzoekt de regering aanvullend op de Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames instrumenten te verkennen ter bescherming van dergelijke plekken, zoals bedrijfscampussen of regionale onderzoeks- en innovatie-ecosystemen. 19-04-2022 Parlementaire agenda [13-04-2022] - Debat Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Wet Vifo) Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 97
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering te onderzoeken op welke wijze Nederland mee kan doen en voortrekker kan worden van de nog in ontwikkeling zijnde IPCEI-Solar. 28-06-2022 Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatie Onderhanden
Stoffer C. (SGP)
Jong, R.H. de (D66)
Strien, P.J.T. van (VVD)
Kathmann, B.C. (PvdA)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Smolders, H.A.J. (FvD) Verzoekt de regering te onderzoeken of innovatieregelingen drastisch kunnen worden versimpeld door deze terug te brengen tot hooguit enkele regelingen. 28-06-2022 Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatie Onderhanden
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga) Verzoekt de regering met een langetermijnperspectief te komen waarin duidelijk wordt wat ondernemers per situatie in de toekomst kunnen verwachten en waarin wordt ingegaan op het ondersteunen van ondernemers na corona. 14-12-2021 Parlementaire agenda [08-12-2021] - Voortzetting debat Steunpakket Afgedaan met Kamerstuk 35 420, nr. 485
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering, samen met het CBS en andere kennispartners vanaf 2022 periodiek onderzoek te doen naar familiebedrijven en de resultaten met de Kamer te delen. 26-10-2021 Parlementaire agenda [11-10-2021] - Notaoverleg Familiebedrijven Afgedaan met Kamerstuk 35 724, nr. 17
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering te onderzoeken of en op welke wijze het huidige systeem van verplichte periodieke keuringen van arbeidsmiddelen kan worden herzien om de ervaren regeldruk voor mkb-ondernemers te verminderen en deze resultaten te betrekken bij de aangekondigde meetbare aanpak van regeldruk. 19-04-2022 Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Regeldruk Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 501
Amhaouch, M. (CDA)
Rahimi, H. (VVD)
Jong, R.H. de (D66)
Goudzwaard, M. (JA21)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Jong, R.H. de (D66) Verzoekt de regering de bestaande wet- en regelgeving waarmee het mkb in de praktijk te maken krijgt te analyseren en indien mogelijk hierbij de mkb-toets te betrekken. 19-04-2022 Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Regeldruk Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 501
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering om te komen tot een door de ministeries van EZK en van OCW tezamen met de relevante partners opgestelde en gedragen integrale valorisatiestrategie en actieplan, en dit uiterlijk in het derde kwartaal van 2022 te delen met de Kamer. 28-06-2022 Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatie Onderhanden
Graaf, S.J.F. van der (CU)
Strien, P.J.T. van (VVD)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Leijten, R.M. (SP) Verzoekt het kabinet om, nadat dit goed voor de gedefinieerde beroepsgroepen is geregeld, coulant om te gaan met verzoeken vanuit beroepsverenigingen om hen aan de lijst met bedreigde beroepsgroepen toe te voegen, en de Tweede Kamer hierover zo snel mogelijk, uiterlijk voor mei, te informeren. 15-03-2022 Parlementaire agenda [09-03-2022] - TMD Lekken van privé gegevens bij de KvK Afgedaan met Kamerstuk 32 761, nr. 225
Kathmann, B.C. (PvdA)
Ceder, D.G.M. (CU)
Rajkowski, Q.M. (VVD)
Bontenbal, H. (CDA)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering om – geïnspireerd door de «British Business Bank» – te onderzoeken hoe vraag en aanbod beter bij elkaar kunnen worden gebracht en de betrokken stakeholders actief te betrekken, en de Kamer te informeren in het vierde kwartaal 2022. 19-04-2022 Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering Onderhanden
Amhaouch, M. (CDA)
Stoffer C. (SGP)
Rahimi, H. (VVD)
Jong, R.H. de (D66)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om, samen met de bevoegde gezagen, om tafel te gaan met de middelgrote industriële bedrijven en het industrieel mkb om te verkennen welke extra CO2-reductie en energiebesparing in aanvulling
op de energiebesparingsplicht mogelijk is en hoe deze het beste gerealiseerd kan worden.
07-06-2022 Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt het kabinet, te onderzoeken hoe de bescherming van de privacy van aandeelhouders in het UBO-register verbeterd kan worden. 26-10-2021 Parlementaire agenda [11-10-2021] - Notaoverleg Familiebedrijven Onderhanden
Amhaouch, M. (CDA)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering regels sectoraal of domeingericht door te lichten op ervaren knelpunten en kosten, zodat er een sectorale aanpak ontwikkeld kan worden ter vermindering van de regeldruk, en de resultaten hiervan met de Kamer te delen. 19-04-2022 Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Regeldruk Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 501
Graaf, S.J.F. van der (CU)
Rahimi, H. (VVD)
Jong, R.H. de (D66)
Goudzwaard, M. (JA21)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering te onderzoeken welke bestaande regels leiden tot de meeste regeldruk bij mkb-ondernemers en deze resultaten te betrekken bij de aangekondigde meetbare aanpak van regeldruk. 19-04-2022 Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Regeldruk Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 501
Rahimi, H. (VVD)
Goudzwaard, M. (JA21)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering kennis te nemen van de coronaresolutie van de EUREGIO-Raad, hierover met grensregio’s en -gemeenten in gesprek te gaan, te verkennen hoe problemen als gevolg van verschillen in corona-regels zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen, en de Kamer voor Q1 2022 te informeren. 14-12-2021 Parlementaire agenda [08-12-2021] - Voortzetting debat Steunpakket Overgedragen aan Ministerie van BZK
Palland, H.M. (CDA)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering, in overleg met relevante partijen, zoals de Kamer van Koophandel, FBNed en andere ondernemersorganisaties, mogelijkheden te verkennen om bedrijfsoverdracht bij ondernemers beter en breder onder de aandacht te brengen, bijvoorbeeld met periodieke informatie en communicatie; verzoekt de regering, daarin te betrekken instrumenten als een «familie-statuut» of «noodplan», handreikingen voor bijvoorbeeld de governancestructuur en suggesties voor het organiseren van een «frisse blik van buiten». 26-10-2021 Parlementaire agenda [11-10-2021] - Notaoverleg Familiebedrijven Afgedaan met Kamerstuk 35 724, nr. 19
Stoffer C. (SGP)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om te bekijken hoe in samenspraak met de bevoegde gezagen de doorlooptijden van de vergunningstrajecten aanzienlijk versneld kunnen worden, en de Kamer hierover uiterlijk in oktober te informeren;
verzoekt de regering om casusspecifiek te bekijken wat er nodig is om de doorlooptijden te versnellen en dat mee te nemen in het overeenkomen van de joint letters of intent en de daaropvolgende bindende maatwerkafspraken.
07-06-2022 Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Jong, R.H. de (D66) Verzoekt de regering om te onderzoeken waar de knelpunten in de financiering van mkb-bedrijven zitten als het gevolg van het verkorten van de wettelijke betaaltermijn tot 30 dagen en welke instrumenten er zijn om dit te verhelpen. 15-03-2022 Parlementaire agenda [09-03-2022] - Debat Wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het verkorten van de wettelijke betaaltermijn tot 30 dagen (35 769) Onderhanden
Haga, W.R. van (Groep Van Haga) Roept het kabinet op om uiterlijk voor het voorjaar van 2023 de Kamer een overzicht te geven van de behaalde concrete winsten op dit terrein. 19-04-2022 Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Regeldruk Onderhanden
Goudzwaard, M. (JA21)
Kuiken, A.H. (PvdA) Verzoekt de regering om samen met de uitvoeringsorganisaties te kijken hoe binnen de TVL en NOW zo snel als mogelijk meer schrijnende gevallen kunnen worden geholpen. 21-12-2021 Parlementaire agenda [21-12-2021] - Debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus Afgedaan met Kamerstuk 35 420, nr. 479
Vries, A. de (VVD)
Amhaouch, M. (CDA)
Westerverld, E.M. (GL)
Stoffer C. (SGP)
Aartsen, A.A. (VVD)
Jong, R.H. de (D66)
Pouw-Verweij, N.J.F. (JA21)
Grinwis, P.A. (CU)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering, samen met het IPO en de VNG andere decentrale initiatieven rondom familiebedrijven te verkennen en goede voorbeelden te verzamelen en te delen. 26-10-2021 Parlementaire agenda [11-10-2021] - Notaoverleg Familiebedrijven Afgedaan met Kamerstuk 35 724, nr. 19
Grinwis, P.A. (CU)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering om in samenspraak met de radiosector en op basis van een onafhankelijke juridische analyse van de mogelijkheden die de Telecommunicatiewet en de staatssteunregels bieden, te komen tot proportionele en bij het doel van de noodverlenging passende verlengingsprijzen overeenkomstig de motie-Grinwis c.s. 14-12-2021 Parlementaire agenda [08-12-2021] - Tweeminutendebat commerciële radio Afgedaan met Kamerstuk 24 095, nr. 555
Dijk, I. van (CDA)
Leijten, R.M. (SP) Verzoekt het kabinet te onderzoeken in hoeverre het kenbaar maken van de gemeente van het vestigingsadres in het Handelsregister afdoende is om aan wettelijke eisen te voldoen, en de Tweede Kamer hierover zo snel mogelijk, voor het meireces, te informeren. 15-03-2022 Parlementaire agenda [09-03-2022] - TMD Lekken van privé gegevens bij de KvK Afgedaan met Kamerstuk 32 761, nr. 225
Ginneken, L.M. van (D66)
Ceder, D.G.M. (CU)
Rajkowski, Q.M. (VVD)
Bontenbal, H. (CDA)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt het kabinet voor deze groepen individueel te kijken of er een andere maatstaf te bepalen is waardoor alsnog compensatie gegeven kan worden. 14-12-2021 Parlementaire agenda [08-12-2021] - Voortzetting debat Steunpakket Afgedaan met Kamerstuk 35 420, nr. 479
Kent, B. van (SP)
Maatoug, S. (GL)
Baarle, S.R.T. van (DENK)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering om te komen tot een meetbare aanpak van regeldruk met reductiedoelstellingen door in lijn met het voorstel van MKB-Nederland voor vijf indicatorbedrijven een regeldrukreductieprogramma in te richten, en de Kamer hierover voor de aanstaande behandeling van de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat te informeren. 19-04-2022 Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Regeldruk Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 501
Smolders, H.A.J. (FvD)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Leijten, R.M. (SP) Verzoekt het kabinet om, parallel aan de huidige consultaties over het Handelsregister, op de kortst mogelijke termijn, in ieder geval voor het meireces, vestigingsadressen af te schermen als deze overeenkomen met het woonacres, als openbaring voor die ondernemer niet verplicht is en als de ondernemer dit zelf wenst. 15-03-2022 Parlementaire agenda [09-03-2022] - TMD Lekken van privé gegevens bij de KvK Afgedaan met Kamerstuk 32 761, nr. 240
Raan, L. van (PvdD)
Ginneken, L.M. van (D66)
Koekkoek, M. (Volt)
Kathmann, B.C. (PvdA)
Bouchallikh,, K. (GL)
Ceder, D.G.M. (CU)
Rajkowski, Q.M. (VVD)
Bontenbal, H. (CDA)
Simons, C. (VVD)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering om met urgentie te onderzoeken of en, zo ja, hoe het huidige financieringsinstrumentarium, waaronder de BMKB-C, de GO-C en het Borgstellingskrediet voor de Landbouw (BL), geschikt en toegankelijk gemaakt kan worden voor getroffen bedrijven als gevolg van de oorlog in Oekraïne. 07-06-2022 Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Gevolgen oorlog Oekraïne voor Nederlands bedrijfsleven + MBHOS Onderhanden
Amhaouch, M. (CDA)
Graaf, S.J.F. van der (CU)
Klink, J.J. (VVD)
Strien, P.J.T. van (VVD)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering om te komen met een extra uitvoeringsplan om de uitvoering van de steunpakketten te verbeteren, en daarvan een topprioriteit te maken. 14-12-2021 Parlementaire agenda [08-12-2021] - Voortzetting debat Steunpakket Afgedaan met Kamerstuk 35 420, nr. 472
Aartsen, A.A. (VVD)
Grinwis, P.A. (CU)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering de getroffen ondernemers met gezwinde spoed middels een ruimhartige omzetdervingsregeling tegemoet te komen. 14-12-2021 Parlementaire agenda [08-12-2021] - Voortzetting debat Steunpakket Afgedaan met Kamerstuk 2022Z14845 (tijdelijk nr. )
Kent, B. van (SP)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering de toegankelijkheid van het Nationaal Groeifonds voor het mkb te bevorderen. 29-03-2022 Parlementaire agenda [21-03-2022] - WGO Nationaal Groeifonds MEZK en MFIN Afgedaan met Kamerstuk 35 925-XIX-14
Leijten, R.M. (SP) Verzoekt het kabinet, al dan niet in samenwerking met betrokken brancheorganisaties, ervoor zorg te dragen dat voor gedefinieerde beroepsgroepen een veilige zone mogelijk is, en de Tweede Kamer hierover zo snel mogelijk, uiterlijk voor het meireces, te informeren. 15-03-2022 Parlementaire agenda [09-03-2022] - TMD Lekken van privé gegevens bij de KvK Afgedaan met Kamerstuk 32 761, nr. 225
Ginneken, L.M. van (D66)
Kathmann, B.C. (PvdA)
Ceder, D.G.M. (CU)
Rajkowski, Q.M. (VVD)
Bontenbal, H. (CDA)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering om te komen met een aparte TVL-startersregeling voor alle ondernemers die tussen 1 juli 2020 en 30 september 2021 zijn ingeschreven in het Handelsregister, en hierover de Kamer zo spoedig mogelijk te informeren. 14-12-2021 Parlementaire agenda [08-12-2021] - Voortzetting debat Steunpakket Afgedaan met Kamerstuk 35 420, nr. 479
Aartsen, A.A. (VVD)
Jong, R.H. de (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering in overleg met ondernemers te inventariseren welke regels op korte termijn geschrapt kunnen worden om dreigende faillissementen te voorkomen, en de Kamer hierover voor het zomerreces te informeren. 19-04-2022 Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Regeldruk Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 501
Smolders, H.A.J. (FvD)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering om te onderzoeken welke barrières maatschappelijke en sociale ondernemingen die zich bezighouden met maatschappelijke innovatie ervaren bij het gebruik van innovatieregelingen en in het innovatiebeleid door het Rijk;
verzoekt de regering om de Kamer hierover uiterlijk in het najaar van 2022 te informeren.
28-06-2022 Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatie Onderhanden
Graaf, S.J.F. van der (CU)
Jong, R.H. de (D66)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering: –te onderzoeken hoe bij de beoordeling van projecten het effect van voorstellen op het bevorderen van strategische autonomie op het duurzaam verdienvermogen in kaart kan worden gebracht, zodat dit kan worden meegewogen bij de beoordeling van voorstellen in de derde en volgende rondes van het Nationaal Groeifonds; –te stimuleren dat veldpartijen voorstellen ontwikkelen, al dan niet in samenwerking met departementen, ter versterking van de Europese en Nederlandse strategische autonomie en met een positief effect op het duurzaam verdienvermogen op lange termijn. 29-03-2022 Parlementaire agenda [21-03-2022] - WGO Nationaal Groeifonds MEZK en MFIN Afgedaan met Kamerstuk 35 925-XIX-14
Teunissen, Ch. (PvdD) Verzoekt de regering, haar publiekrechtelijke en/of privaatrechtelijke bevoegdheden te gebruiken, zodanig dat de vestiging van het datacenter in Zeewolde niet mogelijk zal zijn totdat, mede in het kader van de Nationale Omgevingsvisie, is vastgesteld dat die vestiging niet strijdig is met het rijksbeleid. 29-03-2022 Parlementaire agenda [23-03-2022] - TMD Hoofdlijnen Afgedaan met Kamerstuk 34 682, nr. 95 door het Ministerie van BZK.
Leijten, R.M. (SP) Verzoekt de regering bij de onderhandelingen in te brengen dat nationaal toezicht op en/of nationale toepassing van algoritmen mogelijk moet zijn, ondanks dat er een Europese markt is. 07-06-2022 Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Telecomraad Onderhanden
Rajkowski, Q.M. (VVD)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt het kabinet om in samenwerking met private en publieke partijen een actieve strategie te ontwikkelen ten aanzien van de nieuwe innovatieve ontwikkelingen in batterijtechnologie;
verzoekt het kabinet de mogelijkheden van Nederlandse deelname in nieuwe IPCEl-batterijtechnologie-initiatieven te onderzoeken met gelijkgezinde landen.
28-06-2022 Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatie Onderhanden
Strien, P.J.T. van (VVD)
Jong, R.H. de (D66) Verzoekt de regering de impact van de inflatie op de stimulering van innovatie door de Wbso te onderzoeken. 28-06-2022 Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatie Onderhanden
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe een landelijke stimuleringsregeling om de financiële belemmeringen met betrekking tot hybride docentschap weg te nemen, eruit kan komen te zien en hoe een dergelijke regeling geïmplementeerd zou kunnen worden. 28-06-2022 Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatie Onderhanden
Graaf, S.J.F. van der (CU)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering met de kermissector en (kermis) gemeenten in gesprek te gaan en te verkennen wat nodig is om de kermistraditie en -cultuur te behouden voor de toekomst, en de Kamer hierover in Q1 2022 te informeren. 14-12-2021 Parlementaire agenda [08-12-2021] - Voortzetting debat Steunpakket Afgedaan met Kamerstuk 26 419, nr. 96
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering te onderzoeken op welke wijze EZK een actievere, centrale en coördinerende rol richting andere overheden en departe-menten kan pakken om ons toekomstige verdienvermogen te versterken, en de Kamer hierover uiterlijk te informeren in het actieplan vestigings- klimaat, dat zij voor de zomer naar de Kamer stuurt. 29-03-2022 Parlementaire agenda [23-03-2022] - TMD Hoofdlijnen Onderhanden
Amhaouch, M. (CDA)
Strien, P.J.T. van (VVD)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt het kabinet van bedrijven die steun krijgen bij het verduurzamingsproces in de maatwerkafspraken als voorwaarde een concreet en onafhankelijk doorgerekend plan te vragen over hoe zij klimaatneutraal worden. 07-06-2022 Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Hammelburg, A.R. (D66) Verzoekt de regering de ontwikkeling van de energieprijzen te monitoren en tweemaandelijks aan de Kamer te rapporteren over de inkomenseffecten voor burgers en bedrijven. 02-11-2021 Parlementaire agenda [27-10-2021] ‒ 3e termijn Algemene Financiële Beschouwingen (AFB) Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 279
Grinwis, P.A. (CU)
Heinen, E. (VVD)
Dijk, I. van (CDA)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga) Roept het kabinet op het mkb als volwaardige gesprekspartner te betrekken bij het opstellen van een dashboard dat inzage geeft in de concrete totale toename of afname van de regeldruk binnen het mkb. 19-04-2022 Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Regeldruk Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 501
Goudzwaard, M. (JA21)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering de resultaten van deze evaluatie voor de zomer met de Kamer te delen en hierna een plan te maken, waardoor mkb-ondernemers makkelijker aan financiering kunnen komen 19-04-2022 Parlementaire agenda [27-01-2022] - CD Fit for 55 - CBAM en ETS Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 502
Amhaouch, M. (CDA)
Rahimi, H. (VVD)
Goudzwaard, M. (JA21)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering de beperkingen van de financieringsmarkt voor (met name kleine) mkb’ers in kaart te brengen en op te heffen waar nodig. 19-04-2022 Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 502
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Kuiken, A.H. (PvdA) Verzoekt de regering op korte termijn het overleg met sociale partners opnieuw op te pakken en te bezien hoe een gezamenlijk perspectief kan bijdragen aan een bestendige aanpak van de coronacrisis, en dit overleg structureel voort te zetten. 14-12-2021 Parlementaire agenda [08-12-2021] - Voortzetting debat Steunpakket Onderhanden
Amhaouch, M. (CDA)
Leijten, R.M. (SP) Verzoekt het kabinet om bij het afschermen van de feitelijke woonadressen van een persoon dit op alle plekken in het Handelsregister door te voeren waar deze persoon in voorkomt, dus ook in de archieven bij functies uit het verleden, en de Tweede Kamer hierover zo snel mogelijk, uiterlijk voor het meireces, te informeren. 15-03-2022 Parlementaire agenda [09-03-2022] - TMD Lekken van privé gegevens bij de KvK Afgedaan met Kamerstuk 32 761, nr. 225
Ginneken, L.M. van (D66)
Ceder, D.G.M. (CU)
Rajkowski, Q.M. (VVD)
Bontenbal, H. (CDA)
Eerdmans, B.J. (JA21) Verzoekt het kabinet om binnen zes maanden met een plan te komen om de regeldruk voor het mkb meetbaar te verminderen. 20-01-2022 [19-01-2022] Debat over de regeringsverklaring Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 501
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Graaf, M. de (PVV) Verzoekt de regering bij de aanpak regeldruk expliciet aandacht te hebben voor interdepartementale samenwerking en zich maximaal in te spannen zodat er op de verschillende departementen gericht wordt gewerkt aan het meetbaar verminderen van regeldruk en de kamer periodiek over de voortgang te informeren. Spreekt uit om de uitkomsten van de periodieke voortgang te bespreken in de verschillende (departementale) commissies. 19-04-2022 Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Regeldruk Afgedaan met Kamerstuk 2022Z14856 (tijdelijk nr.)
Amhaouch, M. (CDA)
Stoffer C. (SGP)
Rahimi, H. (VVD)
Baarle, S.R.T. van (DENK) Verzoekt de regering om opnieuw in gesprek te treden met lease- en verzekeringsmaatschappijen teneinde coulance voor taxichauffeurs die in de knel zijn geraakt te laten bieden. 14-12-2021 Parlementaire agenda [08-12-2021] - Voortzetting debat Steunpakket Onderhanden
Stoffer C. (SGP) Verzoekt de regering de voor het mkb bedoelde middelen in het compensatiepakket in lijn met de motie-Hermans te herverdelen, zodat het mkb met een hoger energieverbruik ook wordt tegemoetgekomen, en daartoe aan de Kamer een aangepaste nota van wijziging voor te leggen. 02-11-2021 Parlementaire agenda [27-10-2021] ‒ 3e termijn Algemene Financiële Beschouwingen (AFB) Afgedaan met Kamerstuk 35 927, nr. 29
Grinwis, P.A. (CU)
Rahimi, H. (VVD) Verzoekt de regering bij de evaluatie van de wet te onderzoeken of als gevolg van deze wet nadelen zijn ontstaan voor de detaillisten in het mkb, en daarover aan de Kamer te rapporteren. 15-03-2022 Parlementaire agenda [09-03-2022] - Debat Wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het verkorten van de wettelijke betaaltermijn tot 30 dagen (35 769) Onderhanden
Leijten, R.M. (SP) Verzoekt de regering met een uitgewerkt voorstel voor een opt-in te komen zodat zelfstandigen waarbij het geregistreerde vestigingsadres en woonadres van de ondernemer bij de Kamer van Koophandel gelijk zijn zelf kunnen besluiten of hun privéadres openbaar wordt gemaakt bij de Kamer van Koophandel. 15-03-2022 Parlementaire agenda [09-03-2022] - TMD Lekken van privé gegevens bij de KvK Afgedaan met Kamerstuk 32761, nr. 225
Kathmann, B.C. (PvdA)
Rajkowski, Q.M. (VVD)
Graaf, M. de (PVV) Verzoekt de regering op een rij te zetten wat nodig is om een groene variant van de BMKB-regeling op te zetten waarbij de Staat garant staat voor duurzaamheidsleningen. 19-04-2022 Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering Afgedaan met Kamerstuk 32637, nr. 502
Amhaouch, M. (CDA)
Rahimi, H. (VVD)
Jong, R.H. de (D66)
Berg, mw. J.A.M.J. van den (CDA) Verzoekt de regering bij de uitwerking van compenserende maatregelen voor de gestegen energieprijzen in Europees Nederland, Bonaire, Sint-Eustatius, en Saba mee te laten lopen in de uitwerking van deze maatregelen op vergelijkbare wijze zoals dat met de coronasteun is gebeurd 08-11-2021 Begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties d.d. 14 oktober 2021 Afgedaan in Kamerstuk 29 023, nr. 272
Stoffer C. (SGP) Verzoekt de regering zich in te zetten voor verdere verbetering van de toegankelijkheid van NEN-normcommissies voor kleine mkb-bedrijven en te bezien wat de mogelijkheden zijn voor financiële steun voor deelname. 09-11-2021 Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn) Afgedaan met Kamerstuk 35 925 XIII, nr. 5
Jong, R.H. de (D66)
Graaf, M. de (PVV) Verzoekt het kabinet, te onderzoeken hoe de bescherming van de privacy van aandeelhouders in het UBO-register verbeterd kan worden, 26-10-2021 Parlementaire agenda [11-10-2021] - Notaoverleg Familiebedrijven Onderhanden
Amhaouch, M. (CDA)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Ellemeet. C.E. (GL) Verzoekt het kabinet, conform het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens vestigingsadressen van zelfstandigen in principe af te schermen wanneer dit tevens woonadressen zijn en de wet hiervoor aan te passen. 16-09-2021 Parlementaire agenda [09-09-2021] - Debat over agressie tegen en bedreiging van journalisten Onderhanden
Michon-Derkzen, I.J.M. (VVD)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering, als onderdeel van een strategisch beleid voor de Nederlandse maakindustrie: –een overzicht te maken met mogelijke maatregelen voor toekomstige crisissen, gericht op behoud van werkgelegenheid en kennis, (om)scholing, continuïteit van productie en leveringszekerheid, en het aanjagen van investeringen en innovatie; –hiervoor ervaringen uit de coronacrisis, voorgaande crisissen en andere landen te gebruiken; en de Kamer hierover vóór 1 april 2022 te informeren. 30-09-2021 Parlementaire agenda [29-09-2021] - Debat Steunpakket met MEZK/MFIN/MSZW Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 135
Dijk, G.J. van (PvdA)
Aartsen, A.A. (VVD)
Palland, H.M. (CDA)
Maatoug, S. (GL)
Kaag, S.A.M.(D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Azarkan, F. (DENK) Verzoekt de regering om de ontwikkeling van de inflatie nauwgezet te monitoren, in het bijzonder voor de gevolgen voor de koopkracht van de meest kwetsbaren, 09-11-2021 Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn) Afgedaan met Kamerstuk 35 925 IX, nr. 20
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering, om de overheidscommunicatie over de VLN-regeling in lijn te brengen met de (technische) criteria van de VLN-regeling waar bedrijven zich op kunnen beroepen in het vierde kwartaal 2021, ook als zij geen nachthoreca zijn. 30-09-2021 Parlementaire agenda [29-09-2021] - Debat Steunpakket met MEZK/MFIN/MSZW Afgedaan met Kamerstuk 35 420, nr. 420
Kent, B. van (SP)
Dijk, G.J. van (PvdA)
Stoffer C. (SGP)
Aartsen, A.A. (VVD)
Jong, R.H. de (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Ellemeet. C.E. (GL) Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe Nederland in samenhang met Europese regelgeving op korte termijn deze socialemediaplatforms beter kan reguleren om het publiek belang te dienen. 16-09-2021 Parlementaire agenda [09-09-2021] - Debat over agressie tegen en bedreiging van journalisten Overgedragen aan het Ministerie van OCW
Kathmann, B.C. (PvdA)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt de regering, een plan van aanpak te maken om alle aangenomen moties uit te voeren, en de Kamer zo spoedig mogelijk te informeren. 05-10-2021 Parlementaire agenda [29-09-2021] - Tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen (CD 15/9) Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 914
Beckerman, S.M. (SP)
Raan, L. van (PvdD)
Boucke, R.M. (D66)
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering, te onderzoeken of en hoe de middelen hiervoor beschikbaar kunnen komen, en de Tweede Kamer daarover in november 2021 te informeren. 05-10-2021 Parlementaire agenda [29-09-2021] - Tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen voor MEZK en MBZK (CD 1/7) Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 914
Nijboer, H. (PvdA)
Vries, A. de (VVD)
Beckerman, S.M. (SP)
Raan, L. van (PvdD)
Bromet, L. (GL)
Boucke, R.M. (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering, om samen met het bedrijfsleven een inventarisatie te maken van de omvang van dit probleem, de voornaamste sectoren waar het knelt en mogelijke oplossingen voor zowel de korte als de middellange termijn, en dit onderdeel te laten zijn van de aangekondigde brief over de (maak)industrie, en de Kamer hierover te informeren. 30-09-2021 Parlementaire agenda [29-09-2021] - Debat Steunpakket met MEZK/MFIN/MSZW Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 135
Stoffer C. (SGP)
Aartsen, A.A. (VVD)
Kaag, S.A.M.(D66)
Lee, T.M.T. van der (GL) Verzoekt de regering om, samen met de bij het valorisatieplan betrokken partijen, op korte termijn te komen tot een verkenning van de inzet die nodig is om de ambities uit dit plan te verwezenlijken en daarbij ook de samenhang met bredere aspecten van valorisatie, zoals fieldlabs en mkb-samenwerkingsvouchers in ogenschouw te nemen. 09-11-2021 Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn) Onderhanden
Dijk, G.J. van (PvdA)
Stoffer C. (SGP)
Strien, P.J.T. van (VVD)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering te onderzoeken welke zaken het meest bijdragen aan een eventueel besluit van een bedrijf om te verhuizen naar een land buiten Nederland. 09-11-2021 Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn) Onderhanden
Eerdmans, B.J. (JA21)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering, om samen met financiële instellingen te onderzoeken hoe er liquiditeit beschikbaar kan komen voor bedrijven die door corona kapitaal nodig hebben voor Q4 2021 en Q1 2022, zodat ze daarna weer op eigen benen kunnen staan. 30-09-2021 Parlementaire agenda [29-09-2021] - Debat Steunpakket met MEZK/MFIN/MSZW Afgedaan met Kamerstuk 35 420, nr. 405
Dijk, G.J. van (PvdA)
Aartsen, A.A. (VVD)
Maatoug, S. (GL)
Jong, R.H. de (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Wilders, G. (PVV) Verzoekt de regering, om ervoor te zorgen dat in de zoektocht naar een steunpakket voor de nachthoreca ook de brede horeca en evenementen-sector meegenomen worden en verzoekt dit terug te koppelen voor het debat over de steunpakketten. 16-09-2021 [16-09-2021] Debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus Afgedaan met Kamerstuk 35 420 nr. 414
Kuzu, T. (DENK)
Amhaouch, M. (CDA)
Dijk, G.J. van (PvdA)
Aartsen, A.A. (VVD)
Jong, R.H. de (D66)
Haan, N.L. den (50PLUS)
Leijten, R.M. (SP) Verzoekt de regering om per direct te beginnen met het uitwerken van steunopties, in samenspraak met Brussel en Tata Steel, voor een versnelde overstap op waterstof bij Tata Steel; verzoekt de regering, om in dit onderzoek rekening te houden met het voorkomen van weglek van investeringen naar de (buitenlandse) aandeelhouders; roept de regering op, om in het onderzoek alle mogelijke opties te verkennen om het nationale belang na te streven, van het juridisch vastleggen van afspraken tot het nemen van een overheidsbelang, en om hierover de Kamer uiterlijk eind 2021 te informeren. 16-09-2021 Parlementaire agenda [16-09-2021] - Tweeminutendebat Toekomst Tata Steel met MEZK/SKE/SIW Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 135
Mulder, A.H. (CDA)
Lee, T.M.T. van der (GL)
Erkens, S.P.A. (VVD)
Boucke, R.M. (D66)
Dassen, L.A.J.M. (Volt)
Grinwis, P.A. (CU)
Thijssen, J. (PvdA)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering, om te onderzoeken op welke wijze ondernemers kunnen worden geholpen bij het beëindigen van hun onderneming zonder een enorme schuldenlast als gevolg van de coronacrisis. 30-09-2021 Parlementaire agenda [29-09-2021] - Debat Steunpakket met MEZK/MFIN/MSZW Onderhanden
Dijk, G.J. van (PvdA)
Aartsen, A.A. (VVD)
Maatoug, S. (GL)
Jong, R.H. de (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering, de economische gevolgen van het verplichten van het coronatoegangsbewijs, zoals omzetverlies, te monitoren bij bedrijven in de sectoren die hiermee te maken hebben. 30-09-2021 Parlementaire agenda [29-09-2021] - Debat Steunpakket met MEZK/MFIN/MSZW Afgedaan met Kamerstuk 25 295, nr. 1638
Azarkan, F. (DENK)
Kent, B. van (SP)
Dijk, G.J. van (PvdA)
Stoffer C. (SGP)
Eerdmans, B.J. (JA21)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Grinwis, P.A. (CU)
Klaver, J.F. (GL) Verzoekt de demissionaire regering, plannen voor de beschikbare 5,8 miljard euro voor Nederland voor te bereiden, en hierover voor 1 november 2021 een brief aan de Kamer te sturen; verzoekt tevens de demissionaire regering, de hervormingsplannen voor te bereiden die aansluiten op de landenspecifieke aanbevelingen zodat hierover bij aanstelling van het nieuwe kabinet de Kamer meegenomen kan worden in de overwegingen, en de Kamer hierover te informeren 23-09-2021 Parlementaire agenda [22-09-2021] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen TK Afgedaan met Kamerstuk 21 501-07, nr. 1827
Azarkan, F. (DENK)
Ploumen, E.M.J. (PvdA)
Dassen, L.A.J.M. (Volt)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering het zwartboek regeldruk van MKB-Nederland ter harte te nemen en voorts het mandaat van het Adviescollege toetsing regeldruk te bestendigen en verstevigen, gezien de aanhoudende en stijgende regeldruk 09-11-2021 Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn) Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 501
Eerdmans, B.J. (JA21)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering, om binnen een maand duidelijkheid te geven aan de gemeenten over hoe de ATE eruit komt te zien en hen te wijzen op de mogelijkheid om voorschotten uit te betalen. 30-09-2021 Parlementaire agenda [29-09-2021] - Debat Steunpakket met MEZK/MFIN/MSZW Afgedaan met Kamerstuk 35 420, nr. 418
Aartsen, A.A. (VVD)
Jong, R.H. de (D66)
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering, te borgen dat in lopende en toekomstige onderzoeken naar een duurzame staalproductie de gezondheidseffecten integraal wordt meegewogen, verzoekt de regering, te onderzoeken welke juridische instrumenten de lokale, regionale en landelijke overheden hebben om op korte termijn de leefomgevingskwaliteit te verbeteren, verzoekt de regering, inzichtelijk te maken welke randvoorwaarden zoals regelgeving, infrastructuur en vergunningen nodig zijn voor de omslag naar waterstof, en de Kamer daarover te rapporteren voor het einde van het jaar. 16-09-2021 Parlementaire agenda [16-09-2021] - Tweeminutendebat Toekomst Tata Steel met MEZK/SKE/SIW Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 989
Lee, T.M.T. van der (GL)
Erkens, S.P.A. (VVD)
Boucke, R.M. (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Thijssen, J. (PvdA)
Stoffer C. (SGP) Verzoekt de regering, met betrokken partijen de knelpunten te inventariseren en zich maximaal in te spannen om het project WarmtelinQ tot een positief besluit te brengen, uiterlijk 1 oktober. 08-07-2021 Parlementaire agenda [08-07-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering te onderzoeken hoe campussen als de High Tech Campus Eindhoven, waar publiek-privaat wordt samengewerkt ten behoeve van technologische en economische ontwikkeling die het strategisch belang van Nederland dient, kunnen worden beschermd tegen ongewenste overnames en ongewenste invloed. 09-11-2021 Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn) Afgedaan met Kamerstuk 32 637 nr. 501
Dijk, I. van (CDA)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering, aan de hand van de marktmonitor over de aanbodzijde van de financieringsmarkt die EZK voornemens is op te zetten, ook de betere financiering van familiebedrijven te verkennen. 26-10-2021 Parlementaire agenda [11-10-2021] - Notaoverleg Familiebedrijven Onderhanden
Strien, P.J.T. van (VVD)
Staaij C.G. van der (SGP) Verzoekt de regering: –een nadere analyse uit te voeren naar de gevolgen van de genoemde voorstellen voor huishoudens, mkb-bedrijven en overheidsuitgaven; –de subsidiariteit en proportionaliteit van genoemde voorstellen uitgebreid te toetsen, in lijn met de motie-Bisschop (Kamerstuk 21501-20, nr. 1504); –de Kamer hierover bij de verschijning van de Klimaat- en Energieverkenning te informeren en de uitkomsten te betrekken bij de beoordeling en de Europese inzet. 23-09-2021 Parlementaire agenda [22-09-2021] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen TK Afgedaan in Kamerstuk 32 813, nr. 905
Eerdmans, B.J. (JA21)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering op basis van de komende evaluaties van de financieringsinstrumenten, deze in samenhang te bezien, de resterende knelpunten en oplossingen te identificeren en daarbij de ervaringen van betreffende coronafinancieringsinstrumenten mee te nemen en daarover de Kamer in de eerste helft van 2022 te informeren. 09-11-2021 Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn) Afgedaan met Kamerstuk 32637, nr. 501
Amhaouch, M. (CDA)
Lee, T.M.T. van der (GL)
Azarkan, F. (DENK)
Dijk, G.J. van (PvdA)
Stoffer C. (SGP)
Jong, R.H. de (D66)
Strien, P.J.T. van (VVD)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering actief in gesprek te gaan met de campussen om te bezien hoe de handvatten uit de strategie-ecosystemen versneld kunnen worden gerealiseerd, en de Kamer te informeren over de uitkomst van deze gesprekken. 09-11-2021 Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn) Onderhanden
Lee, T.M.T. van der (GL)
Dijk, G.J. van (PvdA)
Stoffer C. (SGP)
Jong, R.H. de (D66)
Strien, P.J.T. van (VVD)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering om: –onder regie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, in samenspraak met het Techniekpact, een analyse te maken van de effectiviteit van deze initiatieven en te onderzoeken waar aanvullingen nodig zijn, als basis voor een «aanvalsplan» waarmee een volgend kabinet snel en goed geïnformeerd aan de slag kan om de tekorten in de technische sector structureel op te lossen; –de Ministeries van EZK, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en OCW gezamenlijk een plan te laten maken om middelen bedoeld voor zijinstroom ten behoeve van tekortsectoren slim in te zetten; verzoekt de regering hierover in Q1 2022 aan de Kamer te rapporteren. 04-11-2021 _x000D_
Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn)_x000D_
Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Kaag, S.A.M.(D66)
Azarkan, F. (DENK)
Lee, T.M.T. van der (GL)
Graus, D.J.G. (PVV)
Stoffer C. (SGP)
Leijten, R.M. (SP)
Strien, P.J.T. van (VVD)
Eerdmans, B.J. (JA21)
Dassen, L.A.J.M. (Volt)
Thijssen, J. (PvdA)
Grinwis, P.A. (CU)
Teunissen, Ch. (PvdD)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering om er, bij de uitwerking van de aanbevelingen uit de evaluatie van de BMKB-regeling, voor te zorgen dat deze in de toekomst nog beter aansluit op de behoefte van het mkb, met specifieke aandacht voor toegankelijkheid van financiering. 07-07-2022 Parlementaire agenda [05-07-2022] - TMD Coronasteunpakket met MEZK/MSZW/MFIN/SFIN Onderhanden
Graaf, S.J.F. van der (CU)
Stoffer C. (SGP)
Jong, R.H. de (D66)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering de schade die Limburgse ondernemers in het watersnoodgebied hebben geleden boven op de coronacrisis, vanaf het derde en vierde kwartaal 2021 en eerste kwartaal 2022 ruimhartig en met gezwinde spoed te vergoeden 07-07-2022 Parlementaire agenda [05-07-2022] - TMD Coronasteunpakket met MEZK/MSZW/MFIN/SFIN Onderhanden
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering het totaalpakket aan schulden en kosten ontstaan door de gedwongen sluiting tijdens de coronacrisis, integraal te bezien en met gepaste oplossingen te komen. 07-07-2022 Parlementaire agenda [05-07-2022] - TMD Coronasteunpakket met MEZK/MSZW/MFIN/SFIN Onderhanden
Jong, R.H. de (D66) Verzoekt de regering om bij de geplande evaluaties van de verschillende instrumenten specifieke aandacht te hebben voor de samenhang tussen de instrumenten rond criteria en termijnen. 07-07-2022 Parlementaire agenda [05-07-2022] - TMD Coronasteunpakket met MEZK/MSZW/MFIN/SFIN Onderhanden
Amhaouch, M. (CDA)
Graaf, S.J.F. van der (CU)
Stoffer C. (SGP)
Graus, D.J.G. (PVV)
C.C.M. Vendrik (GroenLinks) Verzoekt de regering het gehele fondsenlandschap te bezien en opties te
ontwikkelen voor versterking van de doelmatige inzet van publieke
middelen, en daarbij ook opties voor samenvoeging van fondsen te
overwegen.
21-6-2022 Groeifondsdebat Eerste Kamer, tijdelijke wet Nationaal Groeifonds Onderhanden; deze motie ligt primair bij het Ministerie van Financiën
E.B. van Apeldoorn (SP)
F.J.M. Crone (PvdA)
R. van Gurp (GroenLinks)
P. Nicolaï (PvdD)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering zich in te spannen voor een «projects of common interest»-list waarbij gasprojecten uitgesloten zijn, en hier samen met gelijkgezinde landen in op te trekken. 01-12-2021 Parlementaire agenda [30-11-2021] - Tweeminutendebat Energieraad Onderhanden
Dassen, L.A.J.M. (Volt)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga) Verzoekt de regering de Kamer binnen tien weken te informeren over hoe belemmeringen kunnen worden weggenomen voor de nuttige toepassing van de CO2 uit de afvalverwerking in de glastuinbouw. 12-04-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD SDE++ (CD 24/3) Afgedaan met Kamerstuk 32 627, nr. 39
Lee, T.M.T. van der (GL) Verzoekt de regering om er met een kopgroep aan landen naar te streven om de uitfaseerdatum in lijn te brengen met de afspraak in het Klimaatakkoord. 02-11-2021 Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55 Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Hagen, K.B. (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Thijssen, J. (PvdA)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering om een uitvoerbaarheidstoets uit te voeren voor het gehele «Fit for 55»-pakket en daarbij zowel de voornaamste zorgen per voorstel inzichtelijk te maken, alsook additioneel flankerend beleid in kaart;
te brengen dat nodig kan zijn om tot een goed uitvoerbaar pakket te komen.
02-11-2021 Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55 Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD)
Lee, T.M.T. van der (GL) Verzoekt de regering te onderzoeken welke mogelijkheden Nederland met andere lidstaten heeft om gezamenlijke projecten die tot CO2-reductie leiden, onder andere maar niet uitsluitend op het gebied van hernieuwbare energie, te starten om de «Fit for 55»-doelen te behalen, en de Kamer over deze uitkomsten te informeren. 02-11-2021 Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55 Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD)
Dassen, L.A.J.M. (Volt)
Stoffer C. (SGP) Verzoekt de regering zich uiterst kritisch op te stellen bij de voorstellen die grote gevolgen kunnen hebben voor de gebouwde omgeving. 02-11-2021 Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55 Onderhanden
Eerdmans, B.J. (JA21)
Raan, L. van (PvdD) Verzoekt de regering om een importverbod op houtige biomassa uit Rusland. 12-04-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Leveringszekerheid van aardgas (CD 22/3) Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om zich in te spannen om de inkomenspositie van lage en middeninkomensgroepen te beschermen. 02-11-2021 Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55 Afgedaan met Kamerstuk 35 925-15, nr. 111
Boucke, R.M. (D66)
Bontenbal, H. (CDA)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering de totale financiële impact van het «Fit for 55»-pakket voor de Nederlandse huishoudens, bedrijven en overheid inzichtelijk te maken, daarbij aan te geven voor welke doeleinden deze middelen ingezet worden, en welke alternatieve inzet mogelijk is om op een kosteneffectieve manier tot 55% te komen. 02-11-2021 Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55 Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Stoffer C. (SGP) Verzoekt de regering om in samenspraak met de planbureaus en het CBS bij beleid en jaarlijkse analyses in het kader van de klimaat- en energietransitie de maatschappelijke en economische effecten voor regio’s;
inzichtelijk te maken, zodat beleid gevoerd kan worden op het voorkomen van ongewenste ongelijkheden.
02-11-2021 Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55 Onderhanden
Grinwis, P.A. (CU)
Kops, A. (PVV) Verzoekt de regering over deze plannen met Nogepa in gesprek te gaan en ervoor te zorgen dat de gasproductie zo snel mogelijk wordt opgeschroefd. 12-04-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Leveringszekerheid van aardgas (CD 22/3) Onderhanden
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering de adviezen uit dit rapport als uitgangspunt te nemen bij de onderhandelingen rondom biomassa in de EU. 01-12-2021 Parlementaire agenda [30-11-2021] - Tweeminutendebat Energieraad Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Boucke, R.M. (D66) Verzoekt de regering om een kopgroep te vormen in Europees verband en zich in te zetten om het «Fit for 55»-pakket voortvarend op te pakken en te waarborgen dat alle maatregelen ten minste optellen tot 55% broeikasgas-emissiereductie in 2030, en de Tweede Kamer over de voortgang regelmatig te informeren. 20-01-2022 Parlementaire agenda [20-01-2022] - TMD Informele Energieraad Onderhanden
Ephraim, O.R. (Groep van Haga) Verzoekt de regering de cap voor hernieuwbare elektriciteit substantieel te verhogen ten behoeve van zon op dak. 12-04-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD SDE++ (CD 24/3) Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1046
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Azarkan, F. (DENK) Verzoekt de regering om de ACM te laten monitoren of de tarieven voor energie en benzine in de toekomst weer dalen naar het niveau dat er was voordat vraag en aanbod op de energiemarkten verstoord werden, en hierover aan de regering en de Kamer te rapporteren. 05-04-2022 [30-03-2022] Debat over de ontwikkeling van de koopkracht en de stijgende energie Afgedaan met Kamerstuk 35 927, nr. 135
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering zo snel mogelijk een voorstel te doen voor het openstellen van de raffinageroute na 2025 en het volwaardig opnemen. 10-05-2022 Parlementaire agenda [20-04-2022] - TMD Waterstof (CD 13/4) Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1042
Bontenbal, H. (CDA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering om een quickscan te doen welke projecten van energiecoöperaties die in 2019 en 2020 een SDE++-subsidie ontvingen, ook daadwerkelijk gerealiseerd konden worden, en wat hierin de obstakels zijn; verzoekt de regering te analyseren of energiecoöperaties en burgerinitia-tieven in de huidige SDE++-systematiek nadelen ondervinden en te bezien welke oplossingen hiervoor mogelijk zijn, zodat hiermee in de toekomst rekening gehouden kan worden in de ondersteuning van energiecoöperaties en burgerinitiatieven. 12-04-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD SDE++ (CD 24/3) Onderhanden
Boucke, R.M. (D66) Verzoekt de regering om een kopgroep te vormen in Europees verband om de invoering van de CO2-grensheffing zo veel als mogelijk te versnellen. 20-01-2022 Parlementaire agenda [20-01-2022] - TMD Informele Energieraad Overgedragen aan het Ministerie van Financiën.
Lee, T.M.T. van der (GL) Verzoekt de regering bij de onderhandelingen over RED te pleiten voor sterk aangescherpt toezicht, handhaving en transparantie;
verzoekt de regering ervoor te pleiten dat de duurzaamheid van ingezette biomassa voorwaardelijk wordt voor het laten meetellen van het behalen van de doelstelling.
02-11-2021 Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55 Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1039
Dassen, L.A.J.M. (Volt)
Thijssen, J. (PvdA)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering bij de onderhandelingen en verdere beoordeling van voorstellen uit het Europese «Fit for 55»-pakket expliciet aandacht te besteden aan het thema leveringszekerheid en afstemming hierover tussen lidstaten, en de Kamer hierover te informeren in de periodieke voortgangsrapportages over Fit for 55 01-12-2021 Parlementaire agenda [30-11-2021] - Tweeminutendebat Energieraad Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr. 915
Bontenbal, H. (CDA)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om naast het afbouwen van de afhankelijkheid van Russisch gas, ook de invloed van Rusland op cruciale infrastructuur zo snel mogelijk af te bouwen. 12-04-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Leveringszekerheid van aardgas (CD 22/3) Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Boulakjar, F. (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Bontenbal, H. (CDA)
Koffeman, drs. N.K. (PvdD) Verzoekt de regering definitief geen nieuwe of verlengde subsidies te geven op het stoken van houtige biomassa. 06-07-2021 Parlementaire agenda [29-06-2021] - Debat Verbod op kolen i.v.m. beperking CO2 Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1039
Faber-Van de Klashorst, M.H.M. (PVV)
Gerkens, A.M.V. (SP)
Dessing, J. (FVD)
Linden, L.P. van der (FVD)
Otten, H. (Fractie-Otten)
Vries, J.W.E. de (Fractie-Otten)
Raven, A.C.M. (OSF)
Beckerman, S.M. (SP) Verzoekt de regering de beleidsregels voor het stellen van het maximumtarief van warmte aan te passen zodat warmtebedrijven uit deze gasprijs-stijging geen extra rendement kunnen behalen. 30-11-2021 [23-11-2021] Tweeminutendebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving (CD d.d. 06/10) Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt het kabinet om bij de Commissie aan te geven dat de sunset clause van 2045 niet zou moeten gelden voor nieuwe technieken die nog uitgevonden worden. 20-01-2022 Parlementaire agenda [20-01-2022] - TMD Informele Energieraad Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr. 918
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering om er bij de Europese Commissie op aan te dringen om de gedelegeerde handeling over gas te vervangen door een wetsvoorstel voor een aparte categorie waarin gas zou kunnen vallen. 20-01-2022 Parlementaire agenda [20-01-2022] - TMD Informele Energieraad Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr. 918
Thijssen, J. (PvdA)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering verder uit te werken welke rol negatieve emissies kunnen spelen bij het bereiken van de klimaatdoelstellingen op de lange termijn en daarbij in ieder geval aandacht te besteden aan:
– de toegevoegde waarde van een langetermijndoel voor negatieve emissies;
– definities van negatieve emissies en meet-, rapportage- en verificatiemethoden;
– opties voor het stimuleren van negatieve-emissietechnologieën (binnen en buiten het EU ETS);
– erkenning van emissies binnen het EU ETS.
07-06-2022 Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Boucke, R.M. (D66) Verzoekt de regering in volgende SDE++-rondes of andere vormen van stimulering niet langer uit te gaan van een maximaal subsidiabele energieproductie van 35 terawattuur in 2030 voor zon en wind, maar rekening te houden met de benodigde groei van zon en wind richting 2030 en 2050, conform het nog af te ronden plan nationaal energiesysteem en passend binnen de afspraken in het coalitieakkoord. 12-04-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD SDE++ (CD 24/3) Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1046
Grinwis, P.A. (CU)
Bontenbal, H. (CDA)
Stoffer C. (SGP) Verzoekt het kabinet in Europa te pleiten voor een snelle acceptatie van kernenergie in de taxonomie en zo verdere vertraging van dit instrument te voorkomen en daarbij de samenwerking op te zoeken met gelijkgestemde lidstaten. 20-01-2022 Parlementaire agenda [20-01-2022] - TMD Informele Energieraad Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr. 918
Erkens, S.P.A. (VVD)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Bontenbal, H. (CDA)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering de subsidie voor zonnewarmte-installaties gelijk te trekken met die voor hybride warmtepompen in de ISDE-regeling en deze installaties op te nemen in het stimuleringsprogramma voor hybride warmtepompen. 14-12-2021 Parlementaire agenda [09-12-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk Aanhangsel 1976, Stcrt. 2022, nr. 1718
Boucke, R.M. (D66) Verzoekt de regering om te bezien of een beleidsdoel voor het volume van industriële elektrificatie in 2030 vastgelegd moet worden; verzoekt de regering de toegankelijkheid en dekking voor elektrificatie in de SDE++ te verbeteren met ondersteuning voor meer draaiuren voor elektrificatieopties op voorwaarde dat (vrijwel geheel) aantoonbaar duurzame elektriciteit wordt ingezet, op een wijze die past binnen het Europese staatssteunkader. 14-12-2021 Parlementaire agenda [09-12-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie Onderhanden
Grinwis, P.A. (CU)
Thijssen, J. (PvdA)
Leijten, R.M. (SP) Verzoekt de regering om zich aan te sluiten bij de oproep van Spanje om in EU-verband uit het Energy Charter Treaty te stappen. 22-06-2022 Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Energieraad Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr. 949
Kröger, S.C. (GL)
Teunissen, Ch. (PvdD)
Wijngaarden, J. van (VVD) Verzoekt de regering om alleen in te stemmen met een nieuw voorstel voor de EU-taxonomie indien kernenergie hierin wordt meegenomen. 22-06-2022 Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Energieraad Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering om in de Raad een voortrekkersrol in te nemen in de exclusie van gas in de EU-taxonomie. 01-12-2021 Parlementaire agenda [30-11-2021] - Tweeminutendebat Energieraad Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr. 918
Thijssen, J. (PvdA)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om een onafhankelijk onderzoek uit te zetten naar hoe de leveringszekerheid van gas de komende tien tot vijftien jaar beter geborgd kan worden; verzoekt de regering om naast of bij dit onderzoek ook een analyse naar de benodigde rol van de overheid en overheidsgelieerde bedrijven in de gasmarkt te laten doen; verzoekt de regering dit onderzoek met de inzet van het kabinet qua beleidsopties naar de Kamer te sturen voorafgaand aan het commissie-debat Gasmarkt en leveringszekerheid 14-12-2021 Parlementaire agenda [09-12-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie Onderhanden
Boucke, R.M. (D66) Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe we geïntegreerde waterstofproductie via wind op zee versneld kunnen uitvoeren en te onderzoeken hoe restricties in de markt, zoals rondom vergunningen, weggenomen kunnen worden met als doel waterstof ook financieel te ondersteunen. 12-04-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD SDE++ (CD 24/3) Onderhanden
Boucke, R.M. (D66) Verzoekt de regering om te onderzoeken in welke sectoren de gratis emissierechten versneld kunnen worden afgebouwd, bijvoorbeeld sectoren die een relatief lager exportlekkagerisico hebben, en in deze sectoren versnelde afbouw te bepleiten in Europees verband. 12-04-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Fit for 55 - CBAM en ETS (CD 27/1) Overgedragen aan het Ministerie van Financiën
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering in samenwerking met marktpartijen disproportionele afhankelijkheid van groene waterstof uit een enkel land tegen te gaan door in te zetten op diversificatie in herkomstlanden en een maximumaandeel van de totale import aan waterstof per land vast te stellen. 10-05-2022 Parlementaire agenda [20-04-2022] - TMD Waterstof (CD 13/4) Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1060
Erkens, S.P.A. (VVD)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering met het oog op toekomstige SDE-rondes te onderzoeken op welke wijze inprijzing van systeemkosten in de SDE++-systematiek het beste een plaats kan krijgen. 12-04-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD SDE++ (CD 24/3) Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD)
Plas, C.A.M. van der (BBB) Verzoekt de regering in beeld te brengen welk beleid er nodig is, zodat voorkomen wordt dat woningeigenaren niet de meest optimale maatregelen nemen en mogelijk later weer nieuwe investeringen moeten doen. 02-11-2021 Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55 Onderhanden
Groot, P.C. de (VVD) Verzoekt de regering zich in de onderhandelingen over de Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD III) in te zetten voor het blijven koppelen van het energielabel aan het primair fossiel energieverbruik en niet akkoord te gaan met het Commissievoorstel alvorens de Kamer hierover is geïnformeerd. 10-05-2022 Parlementaire agenda [20-04-2022] - TMD Fit-for-55-pakket (CD 7/4) Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering bij het herijken van de energieprijzen uit het Activiteitenbesluit milieubeheer later dit jaar meer aan te sluiten bij de werkelijke energieprijzen waarmee de terugverdientijd wordt vastgesteld, en deze periodiek te herijken. 07-06-2022 Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering het advies van PBL op dit punt in zijn geheel over te nemen en een levensduur van 30 jaar te hanteren bij geothermieprojecten. 12-04-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD SDE++ (CD 24/3) Onderhanden
Grinwis, P.A. (CU)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering om een sectorspecifieke mvo-risicoanalyse te laten uitvoeren voor waterstofimport. 10-05-2022 Parlementaire agenda [20-04-2022] - TMD Waterstof (CD 13/4) Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1060
Boucke, R.M. (D66)
Bontenbal, H. (CDA) Verzoekt de regering in Europa stevig te pleiten voor een andere doelstelling die meer flexibiliteit biedt. 12-04-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Fit for 55 - CBAM en ETS (CD 27/1) Onderhanden
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering zich in te spannen om eerder dan nu gepland is de gratis rechten van de luchtvaartsector uit de markt te halen. 12-04-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Fit for 55 - CBAM en ETS (CD 27/1) Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering te onderzoeken in hoeverre de invoering van CBAM een obstakel vormt voor ontwikkelingslanden en welke oplossingsrichtingen hiervoor zijn. 12-04-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Fit for 55 - CBAM en ETS (CD 27/1) Overgedragen aan het Ministerie van Financiën
Thijssen, J. (PvdA)
Dijck, A.P.C. van (PVV) Verzoekt de regering in gesprek te gaan met organisaties van energieleveranciers op welke manier coulanter kan worden omgegaan met energieschulden. 05-04-2022 [30-03-2022] Debat over de ontwikkeling van de koopkracht en de stijgende energie Onderhanden
Nijboer, H. (PvdA)
Azarkan, F. (DENK)
Raan, L. van (PvdD)
Stoffer C. (SGP)
Dassen, L.A.J.M. (Volt)
Haan, N.L. den (50PLUS)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Simons, S.H. (BIJ1)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Omtzigt, P.H. (Omtzigt)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering bij het uitwerken van maatwerkafspraken met betrekking tot bestaande geothermieprojecten die de realisatietermijn dreigen te overschrijden, de toegekende verlenging niet ten koste te laten gaan van de verleende subsidiejaren. 12-04-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD SDE++ (CD 24/3) Afgedaan met Kamerstuk 31 239, nr. 364
Erkens, S.P.A. (VVD)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering te onderzoeken wat de gevolgen zijn van inclusie van de chemische sector in CBAM. 12-04-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Fit for 55 - CBAM en ETS (CD 27/1) Overgedragen aan het Ministerie van Financiën
Thijssen, J. (PvdA)
Raan, L. van (PvdD) Verzoekt de regering om te zorgen voor een meer natuurinclusieve SDE++. 12-04-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD SDE++ (CD 24/3) Onderhanden
Wassenberg, F.P. (PvdD)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om in de onderhandelingen over Fit for 55 proactief te handelen om weglek van export en CO2 te voorkomen; verzoekt de regering om het Commissievoorstel te steunen om dit te bereiken via het moderniseringsfonds, het innovatiefonds en de voorgestelde uitfaseerperiode van gratis rechten. 12-04-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Fit for 55 - CBAM en ETS (CD 27/1) Afgedaan met Kamerstuk 22 112, nr. 3409
Bontenbal, H. (CDA)
Leijten, R.M. (SP) Verzoekt de regering zich kritisch op te stellen omtrent het voorstel ETS-BRT in de verdere onderhandelingen over het «Fit for 55»-pakket in Brussel. 12-04-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Fit for 55 - CBAM en ETS (CD 27/1) Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD)
Gerkens, A.M.V. (SP) Roept de regering op bij het vaststellen van beleid voor het wegwerken van capaciteitstekorten en van andere klimaatmaatregelen niet te rekenen met grootschalig laagwaardig gebruik van houtige biomassastromen, waarbij onduidelijkheid is over de daadwerkelijke bijdrage aan de reductie van nationale en Europese CO2-emissies. 06-07-2021 Parlementaire agenda [29-06-2021] - Debat Verbod op kolen i.v.m. beperking CO2 Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1039
Dijk, mr. D.J.H. van (SGP)
Schalk, P. (SGP)
Baay-Timmerman, mr. M.H.H. (50PLUS)
Crone, F.J.M. (PvdA)
Kluit, S.M. (GL)
Linden, L.P. van der (FVD)
Prast, H.M.. (PvdD)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om daarbij uit te werken welke prioriteringscriteria toegepast worden, mocht er schaarste ontstaan; verzoekt de regering om inzichtelijk te maken wat de economische impact zou zijn als er sprake is van productiebeperkingen bij een tekort aan gas en hoe die impact beperkt kan worden; verzoekt de regering de Kamer uiterlijk eind 2021 te informeren over de uitkomsten van deze motie. 01-12-2021 Parlementaire agenda [30-11-2021] - Tweeminutendebat Energieraad Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 302
Boucke, R.M. (D66)
Bontenbal, H. (CDA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering daarbij te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om deze rechten uit de markt te halen met inachtneming van de wetsvoorstellen in Fit for 55, inclusief de voorstellen ter herziening van de EU ETS-richtlijn en de regels voor het Market Stability Reserve, en de Tweede Kamer over de uitkomsten in het eerste kwartaal van 2022 te informeren. 14-12-2021 Parlementaire agenda [09-12-2021] - Tweeminutendebat Milieuraad met Stas IenW Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Hagen, K.B. (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Thijssen, J. (PvdA)
Bontenbal, H. (CDA)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om de – voor de overstap naar een groene staalproductie relevante – vergunningstrajecten en procedures waar mogelijk te versnellen en centraal te coördineren. 14-12-2021 Parlementaire agenda [09-12-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om externe experts te betrekken bij een onderzoek naar de beoogde marktordening voor de waterstofketen; verzoekt de regering om de Kamer in het voorjaar van 2022 te informeren over de beoogde marktordening voor de waterstofketen 09-11-2021 Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn) Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Bontenbal, H. (CDA)
Lee, T.M.T. van der (GL) Verzoekt de regering voor het eind van het jaar een aanvullend ontwerp Programma Noordzee 2022–2027 ter inzage te leggen en te starten met de vergunningsprocedures voor het net op zee, en in het eerste kwartaal van 2022 het definitieve programma vast te stellen; verzoekt de regering in het tweede kwartaal van 2022 de aanvulling op de routekaart windenergie op zee 2030 gereed te maken. 09-11-2021 Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn) Afgedaan met Kamerstuk 33 561, nr. 53
Boucke, R.M. (D66)
Thijssen, J. (PvdA)
Bontenbal, H. (CDA)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering, om snel inzichtelijk te maken welke no-regretmaatregelen al genomen kunnen worden in de demissionaire status voor de verduurzaming van de industrie; verzoekt de regering, om te inventariseren wat in de komende vier jaar nodig is aan investeringen voor de energie-infrastructuur en de transport-capaciteit op het elektriciteitsnet om te kunnen voldoen aan de klimaat-doelen, en de Kamer uiterlijk 1 november hierover te informeren. 08-07-2021 Parlementaire agenda [07-07-2021] - Notaoverleg Klimaat en Energie Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Raan, L. van (PvdD) Verzoekt de regering, om er in Europa voor te pleiten om bij de herziening van de RED II te rekenen met de werkelijke uitstoot van houtige biomassa. 08-07-2021 Parlementaire agenda [08-07-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1039
Teunissen, Ch. (PvdD)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering onderzoek te doen naar het gebruik, de tevredenheid en effectiviteit van de instrumenten om het mkb te ondersteunen in hun zoektocht naar de beste verduurzamingsmaatregelen, en de Kamer hier medio 2022 over te informeren. 09-11-2021 Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn) Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1049
Lee, T.M.T. van der (GL)
Dijk, G.J. van (PvdA)
Stoffer C. (SGP)
Jong, R.H. de (D66)
Dassen, L.A.J.M. (Volt)
Grinwis, P.A. (CU)
Strien, P.J.T. van (VVD)
Boucke, R.M. (D66) Verzoekt de regering, het PBL te vragen de KEV niet alleen tot 2030, maar ook tot 2050 te laten rekenen; verzoekt de regering, het PBL te vragen het effect van import en export van elektriciteit in de KEV helder te kwantificeren. 08-07-2021 Parlementaire agenda [07-07-2021] - Notaoverleg Klimaat en Energie Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Lee, T.M.T. van der (GL) Verzoekt de regering, aan een onafhankelijke partij een advies te vragen over hoe om te gaan met duurzame energie op land na 2025. 05-10-2021 Parlementaire agenda [28-09-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1046
Boucke, R.M. (D66)
Thijssen, J. (PvdA)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering, zich in te spannen voor het voorkómen van vogelslachtoffers door windturbines, bijvoorbeeld door de partners binnen het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie te vragen de adviezen van de Vogelbescherming te betrekken bij het opstellen van de RES’en en daaruit volgende vergunningtrajecten. 05-10-2021 Parlementaire agenda [28-09-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 956
Lee, T.M.T. van der (GL) Verzoekt de regering, goed in de SDE++-regeling te borgen dat er geen subsidiebeschikkingen worden afgegeven die kunnen leiden tot een bestendiging of zelfs verslechtering van ernstige schade aan de volksgezondheid. 16-09-2021 Parlementaire agenda [16-09-2021] - Tweeminutendebat Toekomst Tata Steel met MEZK/SKE/SIW Afgedaan met Kamerstuk 31 239, nr. 337
Thijssen, J. (PvdA)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om inzichtelijk te maken wat de voordelen zijn van gezamenlijke waterstofproductie op de Noordzee; verzoekt de regering om te inventariseren bij Noordzeelanden of er interesse is voor grootschalige gezamenlijke waterstofproductie. 09-11-2021 Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn) Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Stoffer C. (SGP) Verzoekt de regering om in overleg met fondsbeheerder en sector te onderzoeken wat er nodig is om openstelling van het Ontwikkelfonds voor energiecoöperaties voor warmteprojecten mogelijk te maken en zo nodig versterking van het fonds te faciliteren. 09-11-2021 Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn) Onderhanden
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering, om voorafgaand aan de openstelling van de SDE++-voorjaarsronde helder te maken onder welke voorwaarden en met welke risiconormen geothermie toegepast kan worden in deze regio’s, en daarbij te leren van de aanpak in Duitsland; verzoekt de regering, om voorafgaand aan de openstelling van de SDE++-voorjaarsronde alternatieven beter inzichtelijk te maken en om te kijken waar die alternatieven ontbreken voor glastuinbouwbedrijven die niet kunnen voldoen aan de gestelde voorwaarden en risiconormen 05-10-2021 Parlementaire agenda [28-09-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD)
Lee, T.M.T. van der (GL) Verzoekt de regering de Energiewet, die dient ter uitvoering van het Klimaatakkoord, spoedig naar de Kamer te sturen, verzoekt de regering regulier met een verzamelwet klimaat en energie te komen, waarin praktische en technische knelpunten in de verschillende wetten omtrent energiebeleid verholpen kunnen worden, waarmee de wetgeving zo flexibel mogelijk blijft om de energietransitie te faciliteren. 09-11-2021 Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn) Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Thijssen, J. (PvdA)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering, om een advies te vragen van een onafhankelijk panel van experts over hoe de leveringszekerheid de komende jaren beter geborgd kan worden, om hierover de Kamer te informeren uiterlijk eind 2021, en om daarbij specifiek in te gaan op de rol van langetermijncontracten, diversificatie van import, het aanleggen van reserves, en verplichte vullingspercentages voor de gasopslagen en de bijbehorende kosten. 05-10-2021 Parlementaire agenda [28-09-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 276
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering, zich in te spannen om realisatie van het streven van 50% lokaal eigendom uit het Klimaatakkoord dichterbij te brengen en de beginselen ten aanzien van participatie uit de Gedragscode Zon op Land als leidraad voor vergunningverlening bij gemeenten binnen het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie en in overleg met de sector onder de aandacht te brengen. 05-10-2021 Parlementaire agenda [28-09-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1046
Grinwis, P.A. (CU)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering, in overleg te treden met de directie van Tata Steel IJmuiden en de FNV om het gewenste onderzoek mogelijk te maken en daarbij in ieder geval te betrekken: –de CO2-reductie over tijd; –het benodigde koolstofbudget totdat er klimaatneutraal staal wordt geproduceerd; –de benodigde investeringen en subsidies; –de impact op andere vormen van uitstoot; –de gevolgen voor de werkgelegenheid; –de impact op de regio; verzoekt de regering, geen onomkeerbare stappen te zetten zolang het onderzoek nog niet is afgerond en besproken is in de Kamer. 08-07-2021 Parlementaire agenda [07-07-2021] - Notaoverleg Klimaat en Energie Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Stoffer C. (SGP) Verzoekt de regering, onderzoek te ondersteunen naar validatie van de potentiële opbrengst van Dynamic Tidal Power-energiedammen in zee, daarbij onder meer Deltares en de TU Delft te betrekken en de potentie in een waterloopkundig laboratorium te toetsen, en de Kamer over de voortgang binnen een jaar te informeren. 08-07-2021 Parlementaire agenda [08-07-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie Onderhanden
Groot, P.C. de (VVD)
Lee, T.M.T. van der (GL) Verzoekt de regering te onderzoeken of er ruimte is in wet- en regelgeving om marktpartijen de problemen op het elektriciteitsnet op te laten lossen, middels het zogeheten «right to challenge»-principe. 09-11-2021 Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn) Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD)
Boucke, R.M. (D66)
Thijssen, J. (PvdA)
Bontenbal, H. (CDA)
Lee, T.M.T. van der (GL) Verzoekt de regering, te inventariseren of en zo ja welke obstakels er momenteel nog liggen voor het zo optimaal mogelijk matchen van transitieplannen van de grootste CO2-uitstoters met het bestaande instrumentarium, en welke mogelijke additionele maatregelen dit verder kunnen verbeteren; verzoekt de regering, de resultaten van dit onderzoek voor Prinsjesdag met de Kamer te delen. 08-07-2021 Parlementaire agenda [07-07-2021] - Notaoverleg Klimaat en Energie Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Thijssen, J. (PvdA)
Lee, T.M.T. van der (GL) Verzoekt de regering, een normering voor te bereiden die de uitrol van hybride warmtepompen stimuleert. 08-07-2021 Parlementaire agenda [08-07-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1045
Bontenbal, H. (CDA)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering in afwachting van definitieve besluitvorming in overleg met provincies en gemeenten alvast te werken aan een program-maorganisatie om meerdere planfases en mogelijke mitigatiemaatregelen voor de inpassing van de buisleidingencorridor voor te bereiden. 09-11-2021 Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn) Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Leijten, R.M. (SP) Verzoekt de regering de daad bij het woord te voegen en zich aan te sluiten bij deze verklaring. 09-11-2021 Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn) Afgedaan met Kamerstuk 31 793, nr. 202
Lee, T.M.T. van der (GL)
Azarkan, F. (DENK)
Teunissen, Ch. (PvdD)
Dassen, L.A.J.M. (Volt)
Thijssen, J. (PvdA)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering om te onderzoeken of mkb’ers voldoende in staat worden gesteld om hun CO2-footprint in kaart te brengen met de instrumenten om het mkb te ondersteunen, en de Kamer hier medio 2022 over te informeren. 09-11-2021 Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn) Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1049
Lee, T.M.T. van der (GL)
Dijk, G.J. van (PvdA)
Stoffer C. (SGP)
Teunissen, Ch. (PvdD)
Groot, P.C. de (VVD)
Kaag, S.A.M.(D66)
Dassen, L.A.J.M. (Volt)
Strien, P.J.T. van (VVD)
Ouwehand, E. (PvdD) Verzoekt het demissionaire kabinet, mestvergisters uit te sluiten van deze subsidies. 23-09-2021 Parlementaire agenda [22-09-2021] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen TK Onderhanden
Simons, S.H. (BIJ1)
Lee, T.M.T. van der (GL) Verzoekt de regering, om samen met de decentrale overheden te onderzoeken welke ruimte er bestaat, met inachtneming van zorgvuldigheid en rechtvaardigheid, voor het versnellen van de bestaande doorlooptijden voor netuitbreidingen als gevolg van besluitvormingsprocedures. 08-07-2021 Parlementaire agenda [07-07-2021] - Notaoverleg Klimaat en Energie Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Dassen, L.A.J.M. (Volt)
Thijssen, J. (PvdA)
Bontenbal, H. (CDA)
Lee, T.M.T. van der (GL) Verzoekt de regering, deze aanpassing uiterlijk in 2023 in te voeren; verzoekt de regering, ook in de SDE++ 2022 te borgen dat er voldoende budget voor warmte beschikbaar is. 05-10-2021 Parlementaire agenda [28-09-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 31 239, nr. 342
Thijssen, J. (PvdA)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering, een gedegen optimalisatiestudie te laten uitvoeren om inzicht te krijgen wat een kostenoptimale energiemix in 2050 kan zijn, rekening houdend met beperkende condities en met alle beschikbare opties. 08-07-2021 Parlementaire agenda [07-07-2021] - Notaoverleg Klimaat en Energie Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Lee, T.M.T. van der (GL) Verplichting voor ETS-bedrijven: –in overleg met het bevoegd gezag de mogelijkheid te verkennen voor een landelijk handhavingsteam; –een onderscheid te maken tussen generieke en processpecifieke processen; –bij het bedrijfsspecifieke energiebesparingsonderzoek zo veel mogelijk aan te sluiten op de vierjaarlijkse energie-audit en «beste beschikbare techniek»-eisen 09-11-2021 Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn) Afgedaan met Kamerstuk 30 196, nr. 793
Erkens, S.P.A. (VVD)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga) Verzoekt de regering, het betreffende subsidiebedrag beschikbaar te stellen voor de route waarbij de ovens direct vernieuwd en verduurzaamd worden. 16-09-2021 Parlementaire agenda [16-09-2021] - Tweeminutendebat Toekomst Tata Steel met MEZK/SKE/SIW Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 135
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering, om bij de vertaling van de Europese 55%-reductiedoelstelling naar het Nederlandse klimaatbeleid een aanpak mee te nemen die zich richt op het maken van gerichte ambitieuze maatwerkafspraken met de twaalf grootste uitstoters, een aanpak die reductie vraagt op die specifieke plekken waar meer mogelijk is. 08-07-2021 Parlementaire agenda [07-07-2021] - Notaoverleg Klimaat en Energie Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering, om bij de noodzakelijke aanpassing van de nationale Klimaatwet als gevolg van het aannemen van de Europese klimaatwet te bekijken hoe om te gaan met emissies van geïmporteerde en geëxporteerde elektriciteit. 08-07-2021 Parlementaire agenda [07-07-2021] - Notaoverleg Klimaat en Energie Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering, in samenspraak met onderzoeksinstellingen en bedrijven te bezien of, en zo ja, gericht op welke technologieën een onderzoeksprogramma opgezet kan worden om te werken aan technologieën voor het realiseren van negatieve emissies. 08-07-2021 Parlementaire agenda [08-07-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering, de voor- en nadelen van een schot voor warmte in de SDE++ in kaart te brengen, en de Kamer hier in het najaar over te informeren. 08-07-2021 Parlementaire agenda [08-07-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Thijssen, J. (PvdA) Verzoekt de regering, samen met de netbeheerders te onderzoeken of en in welke vorm een prioriteringskader duidelijkheid kan bieden bij een gebrek aan netcapaciteit. 08-07-2021 Parlementaire agenda [07-07-2021] - Notaoverleg Klimaat en Energie Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering, een nationale certificeringspilot te ontwikkelen die voor 2023 van start gaat om voor Nederland een first-mover advantage te creëren en ons land te blijven positioneren als waterstofpoort van Europa. 05-10-2021 Parlementaire agenda [28-09-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie Onderhanden
Lee, T.M.T. van der (GL)
Lee, T.M.T. van der (GL) Verzoekt de regering, om te verkennen welke kennislacunes voor EuW-technologieën moeten worden ingevuld om op een kostenefficiënte wijze bij te dragen aan de nationale energietransitie; verzoekt de regering, tevens hiertoe te bewerkstelligen dat indien na invulling van de kennislacunes gebleken is dat een kostenefficiënt nationaal potentieel wel aanwezig blijkt, te overwegen die technologieën op te nemen in de Meerjarige Missiegedreven Innovatieprogramma’s en in de integrale kennis- en innovatieagenda van het Klimaatakkoord. 08-07-2021 Parlementaire agenda [08-07-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie Onderhanden
Lee, T.M.T. van der (GL) Verzoekt de regering, om zich tot het uiterste in te spannen om dwangsommen te voorkomen door uiterlijk met Prinsjesdag 2021 de nodige maatregelen voor te bereiden waarmee het klimaatdoel van 25% CO2-reductie kan worden gehaald. 08-07-2021 Parlementaire agenda [07-07-2021] - Notaoverleg Klimaat en Energie Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Dassen, L.A.J.M. (Volt)
Thijssen, J. (PvdA)
Dassen, L.A.J.M. (Volt) Verzoekt de regering om aan deze maatwerkafspraken per direct ook energiebesparingsafspraken toe te voegen. 07-07-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Klimaat & Energie (CD 20-4) Onderhanden
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering alle juridische mogelijkheden te onderzoeken om Gazprom uit het Nederlandse energiesysteem te weren en hierbij de randen op te zoeken van wat juridisch mogelijk is. 07-07-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering met een concreet noodpakket energiebesparing te komen bij de Miljoenennota. 07-07-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering te bezien wat nodig is om te voorkomen dat onnodig extra aardgas wordt verbrand en de warmtetransitie in de glastuinbouw stokt door bijvoorbeeld een tijdelijke correctieregeling duurzame warmte in het leven te roepen. 07-07-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering de gewenste vulgraad van Bergermeer te verhogen naar 90% en om het beleid aan te scherpen om dit mogelijk te maken, onder andere door de inzet van EBN. 07-07-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD)
Kops, A. (PVV) Verzoekt het kabinet het advies van de Mijnraad te volgen en de gasopslagen maximaal te vullen. 07-07-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid Onderhanden
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering om bij het bevorderen van energiebesparing door huishoudens samenwerking te zoeken met vrijwilligersorganisaties en religieuze gemeenschappen die zich willen inzetten voor het tegengaan van energiearmoede, bijvoorbeeld door het gratis beschikbaar stellen van energiebespaarboxen. 07-07-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering om voorafgaand aan de COP27 vast te stellen welke klimaatdoelen voor Nederland en de EU in lijn zijn met 1,5 graden opwarming. 07-07-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Klimaat & Energie (CD 20-4) Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om dit jaar een ontzorgingsprogramma met daarbij één loket voor alle verduurzamingsinstrumenten uit te werken voor het kleine mkb; verzoekt de regering om het kleine mkb nog dit jaar toegang te geven tot het warmtefonds. 07-07-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Klimaat & Energie (CD 20-4) Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering alle gemeenten in Nederland in staat te stellen om Fix It-achtige brigades op te richten, zodat zoveel mogelijk huishoudens in slecht geïsoleerde woningen geholpen zullen worden om gas te besparen en de energierekening te beperken. 07-07-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Boucke, R.M. (D66) verzoekt de regering in Europa het voortouw te nemen in een Europees gecoördineerde aanpak bij een ernstig gastekort en daarbij nationale doorvoerbeperkingen te minimaliseren. 07-07-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid Onderhanden
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering opties uit te werken hoe het aandeel van Gazprom in Bergermeer kan worden verminderd, rekening houdend met de financiële en juridische gevolgen; verzoekt de regering te onderzoeken hoe de betrokkenheid en zeggenschap van de rijksoverheid van de Nederlandse gasopslagen kan worden vergroot. 07-07-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid Onderhanden
Raan, L. van (PvdD)
Boucke, R.M. (D66)
Thijssen, J. (PvdA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering om een noodpakket voor te bereiden om lage- en middeninkomensgroepen te beschermen tegen grote prijsstijgingen van gas, hetzij door vermindering van de vraag naar gas, hetzij door koopkrachtmaatregelen te nemen. 07-07-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid Onderhanden
Groot, P.C. de (VVD) Verzoekt de regering, te verkennen of en hoe buurtbatterijen een effectieve, kostenefficiënte en veilige bijdrage kunnen leveren aan de energietransitie en specifiek aan het oplossen van het tekort aan netcapaciteit en op basis van deze verkenning aan de Kamer voor te leggen hoe daar gevolg aan wordt gegeven. 08-07-2021 Parlementaire agenda [08-07-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Eerdmans, B.J. (JA21) Verzoekt de regering, te verkennen en in de scenariostudies te onderzoeken of realisatie van een nieuwe generatie III+-reactor in Nederland binnen een termijn van tien jaar mogelijk is. 23-09-2021 Parlementaire agenda [22-09-2021] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen TK Onderhanden
Backer, jhr. mr. J.P. (D66) Verzoekt de regering om in goed overleg met de Huishoudelijke Commissie van de Eerste Kamer niet later dan 1 oktober 2022 een praktische werkwijze te ontwikkelen. die recht doet aan dit uitgangspunt. 22-02-2022 Debat Regeringsverklaring Eerste Kamer 15 februari 2022 Doorlopend
Jorritsma-Lebbink, A. (VVD)
Kesteren, A.J.M. van (PVV)
Bredenoord, A.L. (D66)
Huizinga-Heringa, J.C. (CU)
Rosenmöller, P. (GL)
Vos, L.B. (VVD)
Nijboer, H. (PvdA)
Verzoekt het kabinet de betreffende termijnen zo te verlengen dat mensen de regelingen kunnen gebruiken waarvoor ze bedoeld zijn, bijvoorbeeld tot het einde van de geplande versterking in 2028 plus een jaar, 17-5-2022 Parlementaire agenda [17-05-2022] - Tweeminutendebat Mijnbouw Groningen [Kamerstuk 33 529, nr. 1017] Onderhanden
Beckerman, S.M. (SP)
Kröger, S.C. (GL)
Raan, L. van (PvdD)
Boulakjar, F. (D66) Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe deze mensen aan de hand genomen kunnen worden en om het idee van een buurtbus hierin mee te nemen, 17-5-2022 Parlementaire agenda [17-05-2022] - Tweeminutendebat Mijnbouw Groningen [Kamerstuk 33 529, nr. 1013] Onderhanden
Wijngaarden, J. van (VVD)
Segers, G.J.M. (CU)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Segers, G.J.M. (CU)
Beckerman, S.M. (SP) Verzoekt de regering voor 1 juni met deze gezinnen in gesprek te gaan en tot een oplossing te komen en deze nog dit jaar uit te voeren;
Verzoekt de regering voorts dit soort situaties in de toekomst te trachten te voorkomen, onder andere door het toezicht in de bouwfase te verbeteren,
17-5-2022 Parlementaire agenda [17-05-2022] - Tweeminutendebat Mijnbouw Groningen [Kamerstuk 33 529, nr. 1008] Onderhanden
Nijboer, H. (PvdA)
Beckerman, S.M. (SP) Verzoekt de regering, in overleg met het IMG en de NCG, te zorgen dat de bouwkosten geïndexeerd worden, en te bezien hoe gedupeerden te compenseren die door gestegen bouwkosten onvoldoende compensatie hebben, 17-5-2022 Parlementaire agenda [17-05-2022] - Tweeminutendebat Mijnbouw Groningen [Kamerstuk 33 529, nr. 1007] Onderhanden
Nijboer, H. (PvdA)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt de regering van mensen uit te gaan en zich ervoor in te spannen
dat mensen die in soortgelijke situaties zitten, aanspraak kunnen maken
op dezelfde regelingen,
15-2-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Plenair debat Groningen [Kamerstuk 33 529, nr. 981] Onderhanden
Raan, L. van (PvdD)
Beckerman, S.M. (SP)
Kröger, S.C. (GL)
Beckerman, S.M. (SP) Verzoekt de regering voor 1 mei een plan van aanpak over wanneer mensen de subsidie kunnen verwachten naar de Kamer te sturen, 15-2-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Plenair debat Groningen [Kamerstuk 33 529, nr. 978] Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1021
Kröger, S.C. (GL)
Nijboer, H. (PvdA)
Raan, L. van (PvdD)
Kops, A. (PVV)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Eerdmans, B.J. (JA21)
Boulakjar, F. (D66) Verzoekt de regering om een plan te maken hoe we de mentale gevolgen voor kinderen zo veel mogelijk kunnen voorkomen en hoe we kinderen kunnen helpen met reeds bestaande problemen, 15-2-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Plenair debat Groningen [Kamerstuk 33 529, nr. 971] Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1030
Segers, G.J.M. (CU)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Beckerman, S.M. (SP)
Segers, G.J.M. (CU) Verzoekt de regering binnen een half jaar alle inwoners binnen de versterkingsopgave inzicht te geven in de planning van veiligheidsbeoordelingen, 15-2-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Plenair debat Groningen [Kamerstuk 33 529, nr. 969] Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1059
Boulakjar, F. (D66)
Agnes Mulder, A.H. (CDA)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Nijboer, H. (PvdA)
Raan, L. van (PvdD)
Kröger, S.C. (GL)
Eerdmans, B.J. (JA21)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Beckerman, S.M. (SP)
Kops, A. (PVV)
Segers, G.J.M. (CU)
Verzoekt de regering om projectleiders van de NCG een mandaat te geven om in de dagelijks operatie van versterkingswerkzaamheden knopen door te hakken over financiële verschillen en meerwerk, ten behoeve van het sneller versterken van woningen, 15-2-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Plenair debat Groningen [Kamerstuk 33 529, nr. 968] Onderhanden
Agnes Mulder, A.H. (CDA)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Nijboer, H. (PvdA)
Raan, L. van (PvdD)
Kröger, S.C. (GL)
Eerdmans, B.J. (JA21)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Beckerman, S.M. (SP)
Boulakjar, F. (D66)
Kops, A. (PVV) Verzoekt de regering met een crisisaanpak te komen en ervoor te zorgen dat 2022 wél het jaar van de uitvoering wordt en dat gedupeerden krijgen waar zij recht op hebben, 15-2-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Plenair debat Groningen [Kamerstuk 33 529, nr. 963] Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1024
Wijngaarden, J. van (VVD) Verzoekt het kabinet om de uitvoerende instanties met betrokken
bewoners en ondernemers in de regio te laten verkennen hoe een meer
gebiedsgewijze aanpak van de versterkingsoperatie kan bijdragen aan de
gewenste versnelling en hoe de informatiebehoefte van belanghebbenden
beter kan worden bediend,
15-2-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Plenair debat Groningen [Kamerstuk 33 529, nr. 961] Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1024
Segers, G.J.M. (CU)
Boulakjar, F. (D66)
Wijngaarden, J. van (VVD) Verzoekt het kabinet de wensen vanuit de regio over betere verbindingen per land, zee en lucht, en digitaal, te bespreken met de regio en te betrekken bij de invulling van de Toekomstagenda, het Just Transition Fund en het Nationaal Programma Groningen, 15-2-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Plenair debat Groningen [Kamerstuk 33 529, nr. 960] Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1038
Mulder, A.H. (CDA)
Vries, A. de (VVD) Verzoekt de regering te onderzoeken of, en zo ja hoe, binnen de bestaande budgetten van het ministerie OCW ook een bijdrage voor 2022 en 2023 beschikbaar kan worden gesteld, en de Tweede Kamer daarover in het eerste kwartaal van 2022 te informeren, 16-12-2021 Parlementaire agenda [16-12-2021] - Tweeminutendebat Mijnbouw Groningen [Kamerstuk 33 529, nr. 935] Afgedaan met Kamerstuk 32 156, nr. 115
Mulder, A.H. (CDA)
Grinwis, P.A. (CU)
Boucke, R.M. (D66)
Beckerman, S.M. (SP) Verzoekt de regering om, conform het advies van de Onafhankelijke Raadsman, de NCG op te dragen praktisch en doortastend op te treden voor gedupeerden en niet vanuit hoe kosten achteraf op de NAM verhaald kunnen worden, 16-12-2021 Parlementaire agenda [16-12-2021] - Tweeminutendebat Mijnbouw Groningen [Kamerstuk 33 529, nr. 919] Doorlopend
Nijboer, H. (PvdA)
Raan, L. van (PvdD)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Beckerman, S.M. (SP) Verzoekt het demissionaire kabinet, alles op alles te zetten om te zorgen voor voldoende tijdelijke woningen, en de Tweede Kamer zo spoedig mogelijk te infomeren over hoe het dit wil doen, 29-9-2021 Parlementaire agenda [29-09-2021] - Tweeminutendebat Mijnbouw Groningen [Kamerstuk 33 529, nr. 891] Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1022
Nijboer, H. (PvdA)
Grinwis, P.A. (CU)
Agnes Mulder, A.H. (CDA)
Boucke, R.M. (D66)
Raan, L. van (PvdD)
Vries, A. de (VVD)
Bromet, L. (GL)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt het kabinet, in 2022 tijdig in kaart te brengen of het budget uitgeput dreigt te raken, 29-9-2021 Parlementaire agenda [29-09-2021] - Tweeminutendebat Mijnbouw Groningen [Kamerstuk 33 529, nr. 890] Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 946
Vries, A. de (VVD)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering, om het Maatschappelijk Beraad een vaste, adviserende rol te geven in het proces rondom de versterkingsopgave. 29-9-2021 Parlementaire agenda [29-09-2021] - Tweeminutendebat Mijnbouw Groningen [Kamerstuk 33 529, nr. 886] Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 948
Beckerman, S.M. (SP)
Nijboer, H. (PvdA)
Raan, L. van (PvdD)
Boucke, R.M. (D66)
Raan, L. van (PvdD) Verzoekt de regering om zich in te zetten voor het beëindigen van schadelijke extractieve industriële activiteiten in beschermde Europese zeegebieden. 17-05-2022 Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Onderhanden
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt het kabinet te identificeren welke mogelijkheden de Nederlandse wetgeving biedt om Russische bedrijven, ook als onderdeel van consortia of joint ventures, uit te sluiten van nieuwe gaswinningsprojecten op de Noordzee; verzoekt het kabinet, als dat nu nog niet het geval is, op korte termijn met een voorstel te komen om deze wettelijke mogelijkheid alsnog te creëren. 17-05-2022 Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Onderhanden
Segers, G.J.M. (CU)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Boulakjar, F. (D66)
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering om een gesprek te organiseren tussen de Commissie Mijnbouwschade en het Instituut Mijnbouwschade Groningen om de samenwerking te bespreken en de eenloketgedachte ook tussen deze organisaties uit te werken. 17-05-2022 Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Onderhanden
Nijboer, H. (PvdA)
Segers, G.J.M. (CU)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Kröger, S.C. (GL)
Beckerman, S.M. (SP)
Raan, L. van (PvdD)
Boulakjar, F. (D66)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt de regering, in overleg met het IMG en de NCG, te zorgen dat de bouwkosten geïndexeerd worden, en te bezien hoe gedupeerden te compenseren die door gestegen bouwkosten onvoldoende compensatie hebben. 17-05-2022 Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Onderhanden
Beckerman, S.M. (SP)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering hierover in gesprek te gaan met Nobian, en het verplichten van een extern opruimfonds mee te nemen in de aanstaande wijziging van de Mijnbouwwet. 17-05-2022 Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Onderhanden
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering alle juridische mogelijkheden om de activiteiten van Gazprom in Nederland te stoppen in kaart te brengen, inclusief de mogelijke kosten, en dit overzicht naar de Kamer te sturen. 17-05-2022 Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering zo snel mogelijk een besluit te nemen over een alternatieve wijze van verwerking van het afvalwater; verzoekt de regering om de afvalwaterinjectie, in afwachting van een besluit naar aanleiding van de evaluatie over de verwerking van afvalwater uit Schoonebeek, per direct op te schorten. 16-12-2021 Parlementaire agenda [15-12-2021] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 9/12) Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Segers, G.J.M. (CU) Verzoekt de regering alles in het werk te stellen om alternatieven te zoeken met als doel geheel of anders gedeeltelijk af te kunnen zien van een besluit tot extra gaswinning, ook als dat betekent dat de meeropbrengsten daarmee nagenoeg nihil zullen worden. 15-02-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 996
Wijngaarden, J. van (VVD)
Beckerman, S.M. (SP) Verzoekt de regering te borgen dat Drenthe doorslaggevende zeggen_x0002_schap moet krijgen. 19-04-2022 Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Onderhanden
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt de regering om een breed opgezette maatschappelijke kosten- en batenanalyse op basis van het bredewelvaartsbegrip in opdracht te geven naar de beste langetermijnopties voor de oliewinning in Schoonebeek, met daarin nadrukkelijk de lokale belangen van Drenthe en Twente en die van toekomstige generaties. 16-12-2021 Parlementaire agenda [15-12-2021] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 9/12) Onderhanden
Kröger, S.C. (GL)
Beckerman, S.M. (SP)
Raan, L. van (PvdD)
Bromet, L. (GL)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt de regering, voor 1 maart een plan van aanpak te sturen waarin staat wanneer mensen de aanvulling van de compensatie kunnen verwachten. 15-02-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 865
Kops, A. (PVV)
Kröger, S.C. (GL)
Beckerman, S.M. (SP)
Raan, L. van (PvdD)
Eerdmans, B.J. (JA21)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering de oliewinning in Schoonebeek mee te nemen in de energiebesparingsplannen van het kabinet;
verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat in de op te stellen MKBA over de oliewinning in Schoonebeek en de beleidsuitgangspunten in het afwegingskader de recente ontwikkelingen rondom gas en de situatie in Oekraïne mee worden genomen.
19-04-2022 Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Onderhanden
Wijngaarden, J. van (VVD) Verzoekt het kabinet in gesprekken met de NAM geen onomkeerbare stappen te zetten en de Kamer nauwgezet te informeren over hoe deze gesprekken verlopen; verzoekt het kabinet terughoudendheid te betrachten met het delen van informatie die de rechtspositie van de Staat ten opzichte van de NAM kan verzwakken. 15-02-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Onderhanden
Boulakjar, F. (D66)
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering het bewijsvermoeden toe te passen in de gebieden rondom de gasopslagen Grijpskerk en Langelo en zorg te dragen voor onafhankelijke monitoring en een gelijke en eerlijke behandeling van inwoners in deze gebieden. 15-02-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Onderhanden
Segers, G.J.M. (CU)
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering uiterlijk begin 2024 een circulair en schoner proces in Drenthe te hebben of anders te stoppen met afvalwaterinjectie en daarmee de oliewinning in Schoonebeek;
verzoekt de regering tevens met SodM in contact te treden over het blijvend toepassen van het verscherpt toezicht bij de verwerking van het afvalwater.
19-04-2022 Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Onderhanden
Segers, G.J.M. (CU)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Boulakjar, F. (D66)
Beckerman, S.M. (SP) Verzoekt de regering de mogelijkheden van een garantiefonds te onderzoeken, waaraan bedrijven meebetalen en dat ingezet kan worden bij een faillissement van een geothermiebedrijf. 22-02-2022 Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
Nijboer, H. (PvdA) Spreekt uit dat de waardevermeerderingsregeling moet blijven bestaan. 16-12-2021 Parlementaire agenda [15-12-2021] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 9/12) Onderhanden
Beckerman, S.M. (SP)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Kops, A. (PVV) Verzoekt de regering ervoor te zorgen dat deze vergunningprocedures substantieel worden verkort en tot die tijd bestaande termijnen niet worden overschreden. 12-04-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Leveringszekerheid van aardgas (CD 22/3) Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1058
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering een circulair alternatief voor afvalwaterinjectie als voorkeursalternatief mee te nemen in de evaluatie en met spoed verder te uit te werken, daarbij ook draagvlak in de betrokken regio’s mee te nemen, zodat nog voor de zomer in overleg met de NAM afspraken kunnen worden gemaakt waarin ook een einddatum voor afvalwaterinjectie naar voren komt. 15-02-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Onderhanden
Boulakjar, F. (D66)
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering om in gesprek te gaan met de NAM over een zo snel mogelijke definitieve ontmanteling van de injectieputten die niet meer in gebruik zijn;
verzoekt de regering de Kamer hierover uiterlijk eind juni nader te informeren.
19-04-2022 Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1041
Boulakjar, F. (D66)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt de regering de haalbaarheid van lithiumwinning bij diepe geothermie in Nederland te onderzoeken, en daarbij zowel ecologische als economische en juridische aspecten in kaart te brengen. 22-02-2022 Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
Kröger, S.C. (GL)
Beckerman, S.M. (SP)
Erkens, S.P.A. (VVD)
Boulakjar, F. (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Bontenbal, H. (CDA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering te investeren in een onafhankelijk wetenschappelijk kennisprogramma geothermie. 22-02-2022 Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
Beckerman, S.M. (SP)
Raan, L. van (PvdD)
Kröger, S.C. (GL) Spreekt uit dat het wenselijk is dat de oliewinning en afvalwaterinjectie onder verscherpt toezicht staan. 19-04-2022 Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Onderhanden
Beckerman, S.M. (SP)
Boulakjar, F. (D66)
Omtzigt, P.H. (Omtzigt)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering om de sector op te roepen verder te gaan op de ingeslagen weg met het ontwikkelen van industriestandaarden, convenanten en procesafspraken, en verzoekt de regering de sector hierbij te ondersteunen. 22-02-2022 Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1029
Boulakjar, F. (D66)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering voor toekomstige SDE-beschikkingen te bezien of – zo snel mogelijk en in ieder geval voor de opening van de SDE-ronde van 2023 – een realisatietermijn van vier jaar plus een mogelijke verlenging van twee jaar mogelijk gemaakt kan worden. 22-02-2022 Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Afgedaan met Kamerstuk 31 239, nr. 342
Erkens, S.P.A. (VVD)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering voorafgaand aan de openstelling van de SDE++ 2022 en zo mogelijk ook nog voor de toekenning in 2021 een onafhankelijke second opinion op te laten stellen, waarbij cruciale variabelen, zoals de gehanteerde CO2-prijsraming, tegen het licht worden gehouden, zodat ongewenste vertraging in de energietransitie wordt voorkomen; verzoekt de regering tevens in samenspraak met het PBL te onderzoeken hoe bij toekomstige openstellingen van de SDE++ actuele en adequate ramingen van de energie- en ETS-prijzen kunnen worden gehanteerd dan wel meer risico kan worden genomen bij de mate van overprogrammering. 14-12-2021 Parlementaire agenda [09-12-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 31 239, nr. 342
Boucke, R.M. (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Bontenbal, H. (CDA)
Boucke, R.M. (D66) Verzoekt het kabinet te onderzoeken of het GvO-systeem kan worden uitgebreid door GvO’s te verstrekken op uur- of kwartierbasis in plaats van enkel op jaarbasis, zodat partijen op basis hiervan PPA’s kunnen afsluiten en zo een impuls aan de verduurzaming van de elektriciteitsmarkt kan worden gegeven; verzoekt de regering te onderzoeken of op het stroometiket van Nederlandse energieleveranciers ook informatie kan worden opgenomen over het land van herkomst van de gebruikte GvO’s, zodat consumenten kunnen zien waar de stroom vandaan komt. 14-12-2021 Parlementaire agenda [09-12-2021] - Debat behandeling Wet implementatie EU richtlijn hernieuwbare energie voor garanties van oorsprong Onderhanden
Groot, T.C. de (D66) Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering geen nieuwe vergunning af te geven voor gaswinning onder de Waddenzee. 22-02-2022 Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
Boulakjar, F. (D66)
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering de afvalwaterinjectie in Twente dit jaar te beëindigen en de Kamer actief te informeren over de stappen die daartoe worden gezet, zodat de Kamer te allen tijde de mogelijkheid heeft om een 19-04-2022 Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Onderhanden
Segers, G.J.M. (CU)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Boulakjar, F. (D66)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering te bezien of GasTerra een doorstart kan maken als nationaal of Europees handelshuis voor gas. 12-04-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Leveringszekerheid van aardgas (CD 22/3) Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering uit te werken hoe Staatstoezicht op de Mijnen standaarden voor geothermie gaat stellen waarop onder andere het toezicht gebaseerd zal zijn. 22-02-2022 Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
Beckerman, S.M. (SP)
Raan, L. van (PvdD)
Grinwis, P.A. (CU)
Klaver, J.F. (GL) Verzoekt de regering alternatieven uit te werken om het winnen van extra gas uit het Groningenveld te voorkomen; verzoekt de Kamer hierover zo snel mogelijk maar in ieder geval binnen zes weken te informeren. 20-01-2022 [19-01-2022] Debat over de regeringsverklaring Afgedaan met Kamerstuk II 33 529, nr. 992
Ouwehand, E. (PvdD)
Staaij C.G. van der (SGP)
Heerma, P.E. (CDA)
Segers, G.J.M. (CU)
Paternotte, J.M. (D66)
Azarkan, F. (DENK)
Ploumen, E.M.J. (PvdA)
Hermans, S.T.M. (VVD)
Eerdmans, B.J. (JA21)
Dassen, L.A.J.M. (Volt)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Simons, S.H. (BIJ1)
Omtzigt, P.H. (Omtzigt)
Haan, N.L. den (Fractie Den Haan)
Beckerman, S.M. (SP) Verzoekt de regering, geen onomkeerbare stappen te zetten omtrent de gaswinning onder de Waddenzee voordat het onafhankelijke juridische advies gereed is en door de Kamer besproken is. 05-10-2021 Parlementaire agenda [29-09-2021] - Tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen voor MEZK en MBZK (CD 1/7) Afgedaan met Kamerstuk 32 670, nr. 204
Raan, L. van (PvdD)
Bromet, L. (GL)
Boucke, R.M. (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering het omgevingstraject af te ronden, daarbij ook de provincie te betrekken, en de Kamer over de resultaten te informeren voordat eventuele winning van kussengas wordt toegestaan. 07-12-2021 Parlementaire agenda [29-11-2021] - WGO Mijnbouw/Groningen voor MEZK en MBZK Onderhanden
Grinwis, P.A. (CU)
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering, er bij het IMG op aan te dringen dat het gebied waar de toepassing van het bewijsvermoeden geldt niet wordt ingeperkt zolang niet is aangetoond wat de oorzaak van schade is of dat het IMG aantoont wat de oorzaak van schade wel is. 05-10-2021 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Onderhanden
Grinwis, P.A. (CU)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering om de afspraken omtrent de langetermijnverplichtingen en -risico’s van de NAM extern juridisch en economisch te laten toetsen. 07-12-2021 Parlementaire agenda [29-11-2021] - WGO Mijnbouw/Groningen voor MEZK en MBZK Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 947
Kops, A. (PVV)_x000D_
Verzoekt de regering over deze plannen met Nogepa in gesprek te gaan en ervoor te zorgen dat de gasproductie zo snel mogelijk wordt opgeschroefd. 6-4-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Leveringszekerheid van aardgas (CD 22/3) Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1058
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Verzoekt de regering in te zetten op versnelling van lopende en in de toekomst startende procedures voor de winning van aardgas uit kleine velden op land en daarvoor met een plan te komen. 6-4-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Leveringszekerheid van aardgas (CD 22/3) Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om samen met de sector een ambitieus doel voor 2025 op te stellen voor gaswinning op de Noordzee. 6-4-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Leveringszekerheid van aardgas (CD 22/3) Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1058
Bontenbal, H. (CDA)
Beckerman, S.M. (SP) Verzoekt de regering de ervaringen van omwonenden, gemeenten en provincies mee te nemen in de uitwerking en de evaluatie van nieuwe geothermieprojecten. 17-2-2022 Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
Kröger, S.C. (GL)
Bontenbal, H. (CDA)
Erkens, S.P.A. (VVD)
Raan, L. van (PvdD)
Grinwis, P.A. (CU)
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering de afvalwaterinjectie in Twente dit jaar te beëindigen en de Kamer actief te informeren over de stappen die daartoe worden gezet, zodat de Kamer te allen tijde de mogelijkheid heeft om een behandelvoorbehoud te maken. 12-4-2022 Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Onderhanden
Boulakjar, F. (D66)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Segers, G.J.M. (CU)
_x000D_
Beckerman, S.M. (SP)_x000D_
Nijboer, H. (PvdA)_x000D_
Raan, L. van (PvdD)_x000D_
Bromet, L. (GL)_x000D_
Vries, A. de (VVD)_x000D_
Boucke, R.M. (D66)_x000D_
Grinwis, P.A. (CU)_x000D_
Mulder, A.H. (CDA)
Verzoekt de regering, een plan van aanpak te maken om alle aangenomen moties uit te voeren, en de Kamer zo spoedig mogelijk te informeren. 15-9-2021 Tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen (CD 15/9) Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 914
Beckerman, S.M. (SP)_x000D_
Boucke, R.M. (D66)_x000D_
Raan, L. van (PvdD)_x000D_
Nijboer, H. (PvdA)
Verzoekt de regering, te onderzoeken of en hoe de middelen hiervoor beschikbaar kunnen komen, en de Tweede Kamer daarover in november 2021 te informeren. Parlementaire agenda [29-09-2021] - Tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen voor MEZK en MBZK (CD 1/7) Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 914
Beckerman, S.M. (SP) Verzoekt de regering een totaaloverzicht van de huidige stand van zaken te maken inclusief alle verschillende regelingen, subsidies, enzovoorts, inzicht te geven in wie wel en niet in aanmerking komt en of deze naar behoren werken, wat er per regeling is uitgegeven en welk deel daarvan apparaatskosten zijn;

Verzoekt de regering voorts voorstellen te doen ter verbetering en versnelling, en de Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling te informeren.
Parlementaire agenda [06-07-2022] - Tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen (CD2/6) Onderhanden
Nijboer, H. (PVDA)
Beckerman, S.M. (SP) spreekt uit dat het overlaadstation aardgascondensaat in Roodeschool verplaatst moet worden;
verzoekt de regering alle noodzakelijke stappen hiervoor te zetten, en de Kamer direct na het zomerreces te informeren over de stand van zaken alsmede de eventuele financiële gevolgen,
Parlementaire agenda [06-07-2022] - Tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen (CD2/6) Onderhanden
Nijboer, H. (PVDA)
Beckerman, S.M. (SP) Verzoekt de regering, dit najaar de noodzakelijke wetswijzigingen om het bewijsvermoeden van toepassing te laten zijn aan te bieden aan de Raad van State en te zorgen dat dit door IMG correct wordt toegepast.

Verzoekt de regering voorts, met omwonenden in gesprek te gaan over de door hen gewenste (frequente) metingen zoals bodemdaling metingen aan de randen van het veld, drukmetingen en tiltmetingen en de milieu-effecten op de leefomgeving en de kamer daarover te rapporteren.
Parlementaire agenda [06-07-2022] - Tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen (CD2/6) Onderhanden
Beckerman, S.M. (SP) Verzoekt de regering met het IMG in gesprek te gaan en te zorgen dat er nog dit jaar een goede regeling start, en de Kamer daarover voor de begrotingsbehandeling te informeren. Parlementaire agenda [06-07-2022] - Tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen (CD2/6) Onderhanden
Nijboer, H. (PVDA)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga) verzoekt de regering een waakvlamscenario na te streven waarbij er genoeg gas geproduceerd wordt om de installaties en de infrastructuur in stand te houden, Parlementaire agenda [06-07-2022] - Tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen (CD2/6) Onderhanden
Smolders, H.A.J. (Groep Van Haga)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering het vergunningensysteem binnen de Mijnbouwwet
zo aan te passen dat er slechts tijdelijke winningsvergunningen worden
uitgegeven.
Parlementaire agenda [06-07-2022] - Tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen (CD2/6) Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering een wetenschappelijk onderbouwd afbouwpad voor
fossiele winning vast te stellen voor bestaande en eventuele nieuwe
vergunningen in lijn met het doel om temperatuurstijging tot 1,5 graden
te beperken, en dit voor de begrotingsbehandeling EZK met de Kamer te
delen.
Parlementaire agenda [06-07-2022] - Tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen (CD2/6) Onderhanden
Boulakjar, F. (D66) Verzoekt de regering om de mogelijkheid te onderzoeken om de JongerenTop Groningen uit 2019 in 2023 opvolging te geven en hierover in gesprek te gaan met de organisatoren van de JongerenTop uit 2019. Parlementaire agenda [06-07-2022] - Tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen (CD2/6) Onderhanden
Paulusma W. (D66)

Overzicht toezeggingen parlementair jaar 2021-2022

In het parlementaire jaar 2021–2022 zijn ruim 323 toezeggingen aan de Eerste en Tweede Kamer gedaan. In de onderstaande tabellen staan de stand van zaken rond de uitvoering van een aantal toezeggingen op de verschillende EZK-beleidsterreinen. De tabel biedt daarmee geen uitputtend overzicht, maar geeft een beeld van de wijze waarop een aantal toezeggingen is/wordt afgehandeld.

Toezegging dat de mkb-toets voor de AI-verordening met de Kamer wordt gedeeld. Parlementaire agenda [24-11-2021] - CD Telecomraad (formeel) d.d. 3 december 2021 Onderhanden
Toezegging dat de minister met een brief over grenseffecten over de accijnzen en btw en de effecten voor de economie in Limburg komt. Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen Afgedaan met Kamerstuk 35 927, nr. 128
Toezegging dat er voor de zomer een programmabrief over de regeldruk komt. Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 501
Toezegging dat er in het eerste kwartaal een algemene brief over het vestigingsklimaat, inclusief de visie op de toekomstige economie komt. Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen Afgedaan in Kamerstuk 32 537, nr. 493
Toezegging dat er in het tweede kwartaal er een actieplan met betrekking tot het vestigingsklimaat komt. Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen Onderhanden
Toezegging dat er in de tweede helft van maart een brief over de coronaschuldenproblematiek komt. Parlementaire agenda [10-02-2022] - CD op Hoofdlijnen Afgedaan in Kamerstuk 35 420, nr. 485
Toezegging dat er een brief over grenseffecten over de accijnzen/btw in de hele breedte komt. Parlementaire agenda [10-02-2022] - CD op Hoofdlijnen Afgedaan met Kamerstuk 35 927, nr. 128
Toezegging om te kijken naar percentage van het evenementengarantiefonds en de risico-inschatting om evenementen door te laten gaan. Parlementaire agenda [10-03-2022] - CD Steunpakket Cultuur met SOCW en MEZK Onderhanden
Toezegging de cijfers van de toenemende bedreiging met de Kamer te delen. Parlementaire agenda [03-02-2022] - CD Lekken van privégegevens bij de Kamer van Koophandel Afgedaan met Kamerstuk 32 761, nr. 225
Toezegging te kijken of we naast de TVL een regeling kunnen maken die startende ondernemers helpt en hier in januari op terug te komen. Parlementaire agenda [08-12-2021] - Voortzetting debat Steunpakket Afgedaan met Kamerstuk 35 420, nr. 479
Toezegging de Kamer voor de zomer te informeren over ambities en budget van ESA in aanloop naar de ministeriële ESA-raad. Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen Onderhanden
Toezegging dat begin april een brief over Wetsus komt. Parlementaire agenda [10-02-2022] - CD op Hoofdlijnen Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 106
Toezegging om in detailbrief in najaar (voor begrotingsbehandeling EZK) scenario's te schetsen voor verduurzaming industrie met betrekken wetenschappelijke instituten (met stakeholders en wetenschap). Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Verduurzaming industrie Onderhanden
Toezegging dat er in mei een industriebrief komt, onder andere over de maatwerkafspraken met de industrie. Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 135
Toezegging dat de Kamerbrief over valorisatie voor de zomer komt. Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen Onderhanden
Toezegging dat de Kamer uiterlijk volgend jaar geïnformeerd wordt over de voortgang van Techleap. Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen Onderhanden
Toezegging dat vóór de zomer de Kamer wordt geïnformeerd over de implementatie van de wet in Caribisch Nederland. Parlementaire agenda [21-03-2022] - WGO Nationaal Groeifonds MEZK en MFIN Onderhanden
Toezegging om te kijken naar specifieke gevallen die buiten regelingen vallen. Parlementaire agenda [08-12-2021] - Voortzetting debat Steunpakket Onderhanden
Toezegging om uiterlijk in april met een brief over het subsidieprogramma Impulsaanpak Winkelgebieden te sturen. Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen Afgedaan met Kamerstuk 31 757, nr. 107
Toezegging de strategie van de campussen (twee moties) bij de vestigingsklimaatbrief te betrekken of met aparte brief te komen Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen Onderhanden
Toezegging dat de minister van Economische Zaken binnen een week een brief stuurt over de efficiënte CO2-prijs en over wanneer de Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving, de WLO. Parlementaire agenda [21-03-2022] - WGO Nationaal Groeifonds MEZK en MFIN Afgedaan in Kamerstuk 35 976, nr. 27
Toezegging medio 2022 een brief over het verduurzamen van het mkb en de toegang van het mkb tot duurzaamheidsubsidies te sturen. Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen Onderhanden
Toezegging dat de minister voor 1 mei met een schriftelijke terugkoppeling komt op de procesdoorrekening van de klimaatplannen met betrekking tot de industrie. Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen Onderhanden
Toezeggign om te rapporteren in tussentijdse evaluatie over de vraag in hoeverre veldpartijen het initiatief nemen bij aanvragen via de departementale route en hoe er invulling wordt gegeven aan de verantwoording over en controle op de uitgaven die zijn overgeheveld naar andere begrotingen. Parlementaire agenda [21-03-2022] - WGO Nationaal Groeifonds MEZK en MFIN Onderhanden
Toezegging om uit te zoeken of er goedkopere alternatieven zijn om een ander vestigingsadres te registreren op het moment dat het vestigingsadres ook het woonadres is. Parlementaire agenda [03-02-2022] - CD Lekken van privégegevens bij de Kamer van Koophandel Afgedaan met Kamerstuk 32 761, nr. 225
Toezegging om schriftelijk terug te komen in een van de brieven die voor de zomer uitgaat op de visie op korte en middellange termijn van Nederland over strategische autonomie. Parlementaire agenda [23-03-2022] - TMD Hoofdlijnen Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 135
Toezegging om in de zomerbrief verduurzaming industrie in te gaan op ambtelijke capaciteit en benodigdheden aangaande letters of intent. Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Verduurzaming industrie Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 135
Toezegging terug te komen op de vindbaarheid van lokale politici en voor het meireces uit te zoeken of het mogelijk is om via een postbusadres mensen bescherming te bieden. Parlementaire agenda [03-02-2022] - CD Lekken van privégegevens bij de Kamer van Koophandel Afgedaan met Kamerstuk 32 761, nr. 225
Toezegging dat de Kamer dit najaar geïnformeerd over het programma Circulaire Economie. Parlementaire agenda [10-02-2022] - CD op Hoofdlijnen Onderhanden
Toezegging de Kamer te informeren over het Klimaatfonds en de mogelijke overlap en of samenloop met en tussen bestaande fondsen uiterlijk voor Prinsjesdag. Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Verduurzaming industrie Afgedaan met Kamerstuk 35 925-9, nr. 33
Toezegging om de beëindiging door provincies van een aantal landelijke samenwerkingsverbanden in het kader van de HollandCity-strategie en de gevolgen hiervan voor de strategie te onderzoeken en de Kamer hierover voor de zomer te informeren. Parlementaire agenda [11-05-2022] - CD Toerisme Afgedaan met Kamerstuk 26 419, nr. 96
Toezegging om in q1 2023 met een vergelijking/ inventarisatie van regionale regelingen met betrekking tot digitalisering te komen. Parlementaire agenda [05-07-2022] - TMD Coronasteunpakket met MEZK/MSZW/MFIN/SFIN Onderhanden
Toezegging om de mogelijkheden van doorstroming van de agrarische sector naar de toerismesector te betrekken in de in juni verwachte perspectiefbrief van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de overstap van agrariërs naar andere werkzaamheden. Parlementaire agenda [11-05-2022] - CD Toerisme Afgedaan met Kamerstuk 26 419, nr. 96
Toezegging om de Kamer voor de zomer te informeren over de uitkomsten van het vervolggesprek met de kermissector. Parlementaire agenda [11-05-2022] - CD Toerisme Afgedaan met Kamerstuk 26 419, nr. 96
Toezegging om voor de zomer een vervolgbrief over de bruinevlootregeling te sturen. Parlementaire agenda [11-05-2022] - CD Toerisme Afgedaan in Kamerstuk 26 419, nr. 96
Toezegging om voor de EZK-begrotingsbehandeling de Kamer te informeren over hoe het kabinet het proces met het bedrijfsleven gaat inrichten. Parlementaire agenda [22-09-2021] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen TK Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 135
Toezeggin de Kamer te informeren over de campusstrategie en de bescherming van high tech campussen. Parlementaire agenda [13-04-2022] - Debat Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Wet Vifo) Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 501
Toezegging om naar andere manieren te kijken, mochten brancheorganisaties om een of andere reden hun adres toch niet kunnen laten gebruiken door betrokkenen. Parlementaire agenda [09-03-2022] - TMD Lekken van privé gegevens bij de KvK Afgedaan met Kamerstuk 32 761, nr. 225
Toezegging om te kijken naar voorbeelden van het lid Stoffer m.b.t. complexiteit van terugbetaling van de verschillende steunmaatregelen. Parlementaire agenda [29-09-2021] - Debat Steunpakket met MEZK/MFIN/MSZW Afgedaan met Kamerstuk 35 420 nr. 509
Toezegging om dit voorjaar een reactie op het onderzoek van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap naar de Kamer. Parlementaire agenda [06-04-2022] - CD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering Onderhanden
Toezegging om met een wetsvoorstel te komen voor een (meer) permanente opvolger van de ATR Parlementaire agenda [11-10-2021] - Notaoverleg Familiebedrijven Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 501
Toezegging om met de betrokken ministeries onderzoek te doen naar de betalingstermijnen en daar voor de zomer schriftelijk op terug te komen. Parlementaire agenda [06-04-2022] - CD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering Onderhanden
Toezegging om de effecten van de prijsverhogingen op de radiosector te monitoren, maar daarbij te kijken of deze manier van besluitvorming verstandig is of dat we eigenlijk een prima wet hebben en dat we die ook gewoon kunnen toepassen. Parlementaire agenda [08-12-2021] - Tweeminutendebat commerciële radio Onderhanden
Toezegging om de evaluaties van financieringsinstrumenten, onder andere van de BMKB, de ROM en Qredits, voor de zomer naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [06-04-2022] - CD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 502
Toezegging om de Kamer te informeren over de voortgang van de gesprekken met Brainport over de groeiuitdagingen aldaar en met de bij de solar mobility betrokken partijen in Nederland. Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatie Onderhanden
Toezegging om best practices bespreekbaar te maken met gemeenten en te kijken wie daarin het voortouw kan nemen. Parlementaire agenda [06-04-2022] - CD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering Onderhanden
Toezegging te kijken naar de impact van 120 miljoen (verschil tussen 80% en 100% vergoedingspercentage garantiefonds) op het investeringsvermogen van de evenementensector. Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Steunpakket voor de culturele en creatieve sector Garantieregeling evenementen + Evaluatie field labs (CD 10/3) met MEZK en SOCW Onderhanden
Toezegging om parallel aan het Roland Berger onderzoek steunopties voor de waterstofroute te onderzoeken, zowel in nationaal als internationaal verband. Parlementaire agenda [16-09-2021] - Tweeminutendebat Toekomst Tata Steel met MEZK/SKE/SIW Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 135
In verslag van de telecomraad ingaan op die vier zorgen van de AP en hoe daar mee om te gaan in de onderhandelingen. Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Telecomraad Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr. 944
Toezegging om een brief over de nieuwe aanpak van regeldruk naar de Kamer te sturen, met daarin een specificering van de te meten indicatoren. Parlementaire agenda [11-10-2021] - Notaoverleg Familiebedrijven Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 501
Toezegging om in Letter of Intent in te gaan op benodigde infrastructuur en menskracht. Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE Onderhanden
Toezegging om per zes maanden de Kamer te informeren over maatwerkafspraken met bedrijven. Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE Onderhanden
Toezegging dat het kabinet de Kamer van informatie zal voorzien over afscherming in het Kadaster Parlementaire agenda [09-09-2021] - Debat over agressie tegen en bedreiging van journalisten Onderhanden
Toezegging om een zo snel mogelijk een analyse over het Shell-vonnis naar de Kamer te sturen Parlementaire agenda [08-09-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 32 813 nr. 940
Toezegging om schriftelijk terug te komen op in hoeverre het huidige financieringsinstrumetnarium geschikt is en toegankelijk kan worden gemaakt voor getroffen bedrijven. Parlementaire agenda [05-07-2022] - TMD Coronasteunpakket met MEZK/MSZW/MFIN/SFIN Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 502
Toezegging om in de begrotingswet de doelstelling van het fonds, zoals beschreven in artikel 1 en 2 van de wet, nader te verduidelijken . Eerste Kamerdebat Nationaal Groeifonds Onderhanden
Toezegging om potentie CESsen meenemen in verkenning elektrificatie. Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie Onderhanden
Toezegging om PBL analyse ff55 mee te wegen in de beoordeling van 1.5 graden. Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 974
Toezegging om in te gaan op scheer rapport vwb nucleair. Parlementaire agenda [20-01-2022] - TMD Informele Energieraad Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr. 925
De Minister zegt toe, in de volgende «Fit for 55»-voortgangsbrief nader in te gaan op het speelveld rond de sociaalklimaatfondsmethoden in Q2;
Toezegging om in 2023 een speelveldtoets voor de industrie uit te voeren.
Parlementaire agenda [27-01-2022] - CD Fit for 55 - CBAM en ETS Onderhanden
Toezegging om in brief programma Klimaat en Energie de Tweede Kamer te informeren over de bijdrage industrie aan klimaatkosten, subsidies die industrie krijgt voor verduurzaming, de gratis ets rechten en brede welvaart op gebied van Klimaat en Energie. Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Verduurzaming industrie Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1049
Toezegging om steun en investeringsregelingen beter onder aandacht te brengen bij kleinere ondernemingen voor ondersteuning mkb. Volgend jaar bekijken in de evaluatie. Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1049
Toezegging om te komen meer informatie met betrekking tot meerjarig programma infrastructuur, energie en klimaat. Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie Onderhanden
SZW informeert voor einde jaar aanpak armere huishoudens i.h.k.v. energiearmoede. Parlementaire agenda [25-11-2021] - CD Energieraad Afgedaan met Kamerstuk 35 925-15, nr. 84
Toezegging om Kamerbrief systeem ETS met marktstabiliteitsreserve voor en nadelen in kader uitfaseren kolencentrales te versturen naar de Kamer/ Parlementaire agenda [09-12-2021] - Tweeminutendebat Milieuraad met Stas IenW Onderhanden
Toezegging om een schiftelijke reactie op Beyond Oil and Gas te geven. Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 31 793, nr. 203
Rapporteren aan de Kamer over ACER rapport Parlementaire agenda [25-11-2021] - CD Energieraad Afgedaan met Kamerstuk 31 793, nr. 203
Toezegging om gedragsexperts te raadplegen over effect van fossiele reclames en daarbij voorbeelden uit andere landen bij te betrekken en de Tweede Kamer hier voor de zomer over te informeren. Parlementaire agenda [20-04-2022] - CD Klimaat en Energie (Algemeen) Onderhanden
Toezegging om zodra afspraken met netbeheerders over de financiering van de energietransitie rond zijn, de kamer te informeren, mogelijk in een besloten technische briefing Parlementaire agenda [20-04-2022] - CD Klimaat en Energie (Algemeen) Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1086
Toezegging om in Klimaatplan 2024 de koolstofbudgtet-benadering te betrekken Parlementaire agenda [20-04-2022] - CD Klimaat en Energie (Algemeen) Onderhanden
Toezegging om te schetsen wat het gevolg is per ets-prijs voor de kasuitgaven, ook voor elektriciteitsprijzen. Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk  31 239, nr. 337
Toezegging om te informeren indien situatie leveringszekerheid gasvoorraden fundamenteel verandert. Parlementaire agenda [25-11-2021] - CD Energieraad Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 302
Toezegging om in overleg met bedrijfsleven te gaan over handhaving energiebesparingsplicht en te kijken of we bedrijven kunnen helpen die daar niet onder vallen. Parlementaire agenda [08-03-2022] - CD Milieuraad (I&W/EZK/LNV) Onderhanden
Toezegging om samen met mFIN in voorjaar door middel van een brief de Kamer te informeren over of het mogelijk is om overwinsten van bedrijven in te zetten voor compensatie van lagere inkomenshuishoudens aangaande de energieprijzen. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Onderhanden
Toezegging om terug te komen op hoeveel belasting er nu meer binnenkomt door btw op de prijsstijging energierekening. Ook voor de geprojecteerde prijsstijging in heel 2022, en kunnen we dit dan inzetten voor kwetsbare huishoudens. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Onderhanden
Toezegging om verplichting tot verduurzaming voor corporaties op te nemen om G F E labels te verduurzamen, en te zorgen dat als dat niet gebeurt er geen huurverhoging mag plaatsvinden. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerstuk 30 196, nr. 787
GL: Windfall taxes in kaart brengen en te onderzoeken hoe afromen, MKE gaat in gesprek met MFIN nader bekijken hoe dit kan, ook in intl perspectief.
Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerstuk 2022Z08867 (tijdelijk nr.)
Toezegging om een verkenning te maken over huisbatterij en buurtbatterij. Maar eerst wacbte we de ACM-reactie even af. Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 281
Toezegging om met een open blik naar het voorstel over gezamenlijke inkoop van aardgas kijken. Parlementaire agenda [25-11-2021] - CD Energieraad Afgedaan met Kamerstuk 22 112, nr. 3407
Toezegging om met de staatssecretaris voor Mijnbouw ervoorte zorgen dat de uitwerking van dit deel van het coalitieakkoord [verplichte vullingspercentages voor gas] zo snel mogelijk naar de Kamer gaat. Parlementaire agenda [25-01-2022] - Mondelinge vragen van het lid BOUCKE (D66) aan de minister voor Klimaat en Energie over het bericht ‘Als Rusland de gaskraan dichtdraait, kan Europa dat niet zomaar opvangen’ (Nu.nl, 23 januari 2022) Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 302
Toezegging om in de Kamerbrief scenario's kernenergie in te gaan op SMRS. Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Verduurzaming industrie Onderhanden
Toezegging om transparantie  over subsidiebesluit kolencentrales, juridisch advies, experts etc. Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 937
Toezegging om dat er na de Energieraad een verslag komt van wat er in de Energieraad is besproken. In die brief zal ook op een aantal punten worden ingegaan, onder andere op de definitie en op «wat is groen?» Ook het aspect van biomassa is daarbij genoemd. Parlementaire agenda [03-06-2021] - CD Energieraad Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr. 870
Toezegging om in de brief over datacenters in te gaan op wat de interne datavraag in NL is van de datacenters die in NL gebouwd gaan worden en Nederlandse elektriciteit gaan gebruiken. Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie Onderhanden
Toezegging om te Informeren over inhoud taxonomie en NL positie en acties hieromtrent. Parlementaire agenda [25-11-2021] - CD Energieraad Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr. 925
Toezegging om een update te geven over leveringszekerheid Parlementaire agenda [25-11-2021] - CD Energieraad Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 302
Toezegging om brief over transparantie PPA’s in GvO’s te sturen Parlementaire agenda [09-12-2021] - Debat behandeling Wet implementatie EU richtlijn hernieuwbare energie voor garanties van oorsprong Afgedaan met Kamerstuk 35 814, nr. 17
Toezegging om in mei/juni stil te staan wat de gasmarkt doet m.b.t. sector Postcoderoos om te evalueren hoe het gaat qua negatief neveneffect van energierekeningmaatregelen op de energiecoöperaties. Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 31 239, nr. 364
Toezegging om in te gaan op e-rekening in energiemix. Parlementaire agenda [09-12-2021] - Debat behandeling Wet implementatie EU richtlijn hernieuwbare energie voor garanties van oorsprong Afgedaan met Kamerstuk 35 814, nr 17.
Toezegging om de Tweede Kamer te informeren over de situatie rond de stijgende energieprijzen en de effecten daarvan op energiecoöperaties in het algemeen Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 31 239, nr. 364
Toezegging om in een brief in te gaan op de rol van Nederland in technology transfer. Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 31 793, nr. 208
Toezegging om einde jaar de Tweede Kamer te informeren over subsidiebesluit kolencentrales (Onyx) Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 936
Toezegging om resultaten Glasgow en inhoudelijke reactie naar de Tweede Kamer te sturen. Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 31 793, nr. 203
Toezegging om in kaart te brengen wat mogelijkheden zijn om de footprint binnen Nederland beter te bekijken en vast te stellen voor wat betreft zonnepanelen. Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie Onderhanden
Toezegging om in de komende brief over SDE++  in te gaan op wat voor consequenties er zijn van bepaalde aannames over ets-prijs op de sde++ uitgaven. Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 32 139, nr. 342
Toezegging om in brief in te gaan op energieverbruik NL datacenters Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 968
Toezegging om te kijken hoe we totaal plaatje kunnen schetsen in het kader van kennisoverdracht en financiering en wat Nederland doet met betrekking tot overheid, markt en onderzoekers. Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 31 793, nr. 208
Toegezegd om voor het kerstreces het vergunningenbesluit kolencentrales en afwegingen daarbij (o.a. juridisch advies) zo inzichtelijk mogelijk te maken. Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 937
Toezegging om later dit voorjaar een analyse van de subsidie-instrumenten voor productiebeperkingen en sluiting voor kolencentrales te maken en daarbij tevens de vragen gesteld in het schriftelijke overleg over de sluiting Onyxcentrales te beantwoorden. Parlementaire agenda [20-04-2022] - CD Klimaat en Energie (Algemeen) Afgedaan met Kamerstuk
29 023, nr. 312
Toezegging om uiterlijk voor de kerst een brief te sturen over de systematiek van langetermijncontracten op de gasmarkt en de overwegingen om dit aan de vrije markt over te laten. Parlementaire agenda [14-10-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 276
Toezegging om binnenkort uitgebreide brief te sturen over zonne energie, en om de knelpunten tav het net hierin mee te nemen Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1046
Toezegging om Inzet COP medio oktober naar de Kamer te versturen Parlementaire agenda [08-09-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 31 793, nr. 201
Toezegging om met gemeentes en provincies in gesprek te gaan over gezamenlijke uitgangspunten voor de plaatsing van windmolens op land en daarbij ook de normen uit omringende landen, mee te nemen. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Onderhanden
Toezegging om helder te krijgen hoe Nederland er in 2030 uit gaan zien met betrekking tot hoge gasprijzen. Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55 Onderhanden
Toezegging voor een tweede kwartaal brief over kernenergie Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Onderhanden
Toezegging om in kaart te brengen wat het effect van de motie biomassa is. Dat zou zeer vergaande gevolgen hebben voor het halen van de klimaatdoelen. Parlementaire agenda [08-09-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1039
Toezegging om EU samenwerking in TEN-E op volgende Energieraad Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad Onderhanden
Toezegging om bij brief salderingsregeling voor de zomer ook over opslag en batterijen naar de Kamer communiceren. Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Afgedaan met Kamerstuk 31 239, nr. 363
Toezegging om brief over rvo onderzoek naar aansluiting huidige instrument bij kleinschalige intiatieven in mei te versturen Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1060
Toezegging om MVO import waterstof meer aan orde stellen bij EC op MVO-analyses. en daarnaast te bespreken met MBUHOS. Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1060
Toezegging om in gesprek te gaan met partijen en kennisinstellignen of we naar 8 GW kunnen gaan. In het najaar terugkomen op NWP en of doelstelling aangescherpt moet worden. Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof Onderhanden
Toezegging om in het najaar terug te komen op marktordening net op zee voor waterstof met betrekking tot waterstof. Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof Onderhanden
Toezegging om spoedig te komen met een brief over groene waterstof in de raffinage. Parlementaire agenda [08-09-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 868
Toezegging om voor zomerreces uitgebreide uitwerking van aanscherping energiebesparingsplicht voor bedrijven incl uitbreiding capaciteit handhaving te delen met de kamer. Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad Afgedaan met Kamerstuk 30 196, nr. 793
Toezegging om deze zomer de Kamer te informeren over opschalingsinstrumenten waterstof, ondersteuning electrolyse vanuit klimaatfonds en planning en openstellingen van regelingen. Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1060
Toezegging om  uitgebreide appreciatie van tussenstand onderhandelingen ECT. Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr 949
Toezegging om Correctiemechanisme invoeren op klimaatbeleid op raming PBL over emissie 8-21 mton voor energiesector, kan er bij behalen doelen gecorrigeerd worden voor het feit dat er veel interconnectie is met buitenland? Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Onderhanden
Toezegging om in de kernenergiebrief specifiek in te gaan op wat NL doet met de andere EU landen aangaande ontwikkeling kernenergie. Parlementaire agenda [22-03-2022] - CD Leveringszekerheid van aardgas Onderhanden
Toezegging om brief om Kamer uit te leggen hoe regie op MIEK vanuit EZK versterkt kan worden, inclusief toets op of het goede investeringen zijn. uitgebreid schetsen hoe we vormgevan aan programma 2050 en regionale miek-programma's die vooral belangrijk zijn voor het zesde cluster. En om in het programma energie aandacht te besteden aan de externe check van het cluster energiestrategie en de MIEK. Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
Toezegging om in het vierde kwartaal van 2022 voorhang aan de Kamer van nieuwe regels voor inpassingsnormen wind op land Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
Toezegging om een technische briefing aan deze Kamer te laten verzorgen over first come first serve principe zodat we er op een later moment over van gedachten kunnen wisselen. Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
Toegezegging om in brief 7 april groene industriepolitiek verder in te gaan op open source infra als er financiële steun voor geweest is. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 135
Toezegging om hogere doelen EU, door te vertalen ambitie naar opgave per lidstaat. Na de zomer informeren of we ook kunnen doorvertalen naar harde nationale energiebesparingsdoelen (samen met TNO), waarschijnlijk samen met programma K en E. Parlementaire agenda [22-03-2022] - CD Leveringszekerheid van aardgas Onderhanden
Toezegging om bij programma klimaat en Energie te informeren over generatietoets Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1049
Toezegging om dit najaar te komen met elektrificatie brief Parlementaire agenda [08-09-2021] - CD Klimaat en Energie Onderhanden
Toezegging om motie Optimalisatiestudie te belegggen Parlementaire agenda [08-09-2021] - CD Klimaat en Energie Onderhanden
Toezegging om terug te komen op over enkel glas een gebrek aan een huurwoning is. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerstuk 30 196, nr. 787
Toezegging om bij volgende brief terug te komen op welke alternatieven er zijn op het first come first serve principe (om initiatieven van maatschappelijk belang eventueel voorrang te verlenen). Verder onderzoeken wat maatschappelijk de optimale strategie is (projecten van nationaal belang), ook kijkend naar DUI. Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
Toezegging om als NL en EU bij klimaattop concreter te worden over plannen en ambities. discussie rondom klimaatfinanciering rond krijgen. afspraken over klimaat adaptatie. Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Fit for 55-pakket Afgedaan met Kamerstuk 22 112, nr. 3409
Toezegging om met collega's van de milieuraad te bespreken hoe we dat beter kunnen doen en hoe we de Kamer hier beter over kunnen informeren. Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Fit for 55-pakket Onderhanden
Toezegging om verhoging van het ESR doel te pakken, maar andere landen moeten dan wel ook mee doen want anders gaan we niet mee met het doel van Europa naar 55% reductie. Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Fit for 55-pakket Afgedaan met Kamerstuk 22 112, nr. 3461
Toezegging om Monitoring energiearmoede en armoedebestreiding wordt structureel uit te voeren en jaarlijks de monitoring naar de kamer te sturen. De eerste monitoring komt in het najaar. Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Fit for 55-pakket Onderhanden
Toezegging om in de Energieraad in juni tot besluitvorming RED te komen. Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Fit for 55-pakket Afgedaan met Kamerstuk 22 112, nr. 3461
Toezegging om te schetsen wat de verschillende varianten zijn hoe kolenproductie kan worden in gezet om gas vrij te spelen en leveringszekerheid te garanderen. Parlementaire agenda [09-06-2022] - CD (Internationale) Gasmarkt/Leveringszekerheid Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 312
Toezegging om in een brief in te gaan op effect vrijhandelsverdragen op ontbossing voor duurzame energie/klimaatbeleid Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Onderhanden
Toezegging om te kijken naar of het mogelijk is om compensatie te geven aan (boeren) bedrijven die nu boete krijgen omdat ze teveel elektriciteit terugleveren op het net. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1046
Toezegging om de uitwerking klimaattoets, mee te nemen in uitwerking Programma Klimaat en Energie Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1049
Toezegging om met ACM in gesprek te gaan over de richting die het Rijk wil geven op investeringsplannen van netbeheerders (zodat deze meer up-to-date zijn) vanuit MIEK (2030) en NPE (2050) zodat ACM dit kan meewegen in de rol die zij moeten invullen. Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
Toezegging om in kolenbrief verder toe te lichten hoe intrekken kolenbeperking daadwerkelijk werkt. Parlementaire agenda [09-06-2022] - CD (Internationale) Gasmarkt/Leveringszekerheid Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 312
Toezegging om In de kolenbrief ook in te gaan op welke maatregelen, al dan niet normeren, om de klimaatimpact te compenseren van opheffen productiebeperking kolencentrales: 5 mton CO2. Het ministerie komt met een grove lijst die optelt tot 5 of meer mton. Parlementaire agenda [09-06-2022] - CD (Internationale) Gasmarkt/Leveringszekerheid Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 312
Toezegging om in een brief in te gaan op voor en nadeel van het opheffen van de productiebeperking kolen als dit preventief gebeurt om gas vrij te spelen om de gasopslagen te vullen. Parlementaire agenda [09-06-2022] - CD (Internationale) Gasmarkt/Leveringszekerheid Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 312
Toezegging om in de brief in te gaan op prijskaartje klimaatmaatregelen naar aanleding van kolen en dwangmaatregelen. Parlementaire agenda [09-06-2022] - CD (Internationale) Gasmarkt/Leveringszekerheid Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 312
Toezegging om in de eerstvolgende stand-van-zakenbrief na de zomer uitgebreid in te gaan op het gezamenlijk inkooploket, omdat de Europese Commissie nu ook nog bezig is met de verdere uitwerking daarvan. Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Energieraad Onderhanden
Toezegging om met een korte brief te komen om te verhelderen of houtige biomassa al is uitgesloten van de SDE++. Parlementaire agenda [22-09-2021] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen TK Afgedaan met Kamerstuk 31 239, nr. 336
Toezegging om de Kamer op de hoogte te houden van de voortgang van de hekjes in de SDE++. De openstelling SDE is voorzien voor zomer volgend jaar. Zal uw kamer voortijdig informeren over hoe we de hekjes voor ons zien. Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023 Afgedaan met Kamerstuk 31 239, nr. 364
Toezegging om na te denken over opdracht van onafhankelijk adviesraad Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1049
Toezegging om voor de zomer te weten hoe energiebedrijven en omgevingsdiensten kunnen handhaven op wet milieubesparing. Kan dit in Energiewet geregeld worden, of kan het sneller, zodat omgevingsdiensten toch sneller kunnen handhaven? Parlementaire agenda [22-03-2022] - CD Leveringszekerheid van aardgas Afgedaan met Kamerstuk 30 196, nr. 793
Toezegging om in de volgende NPRES brief (voor de zomer) terug te komen op lokaal eigenaarschap. Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
Toezegging om binnen twee weken met een brief te komen over de uitwerking van motie-van Raan/Leijten over voortaan de uitstoot door bijstook van biomassa meten Parlementaire agenda [14-10-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 35 668, nr. 48
Toezegging om verder invulling te geven aan koplopersrol NL in FF55 bij volgende stand van zaken brief FF55. Parlementaire agenda [20-04-2022] - TMD Fit-for-55-pakket (CD 7/4) Afgedaan met Kamerstuk 31 239, nr. 364
Toezegging om in de volgende brief over FFF55 ook specifiek appreciatie REPOWEREU geven en wat we er nationaal en internationaal gaan doen. Parlementaire agenda [22-03-2022] - CD Leveringszekerheid van aardgas Afgedaan met Kamerstuk 22 112, nr. 3438
Toezegging om gesprek te gaan met OCW en VRO over de stand van zaken met betrekking tot de motie Van Haga over verduurzaming monumenten. Specifiek ook wat hier (door gemeenten) al aan is gedaan of gaat gebeuren. Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
Toezegging om dit najaar terug te komen met uitgebreidere appreciatie IPCC-rapport. Parlementaire agenda [08-09-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 31 793, nr. 200
Toezegging om dit jaar op terug te komen wat we kunnen doen om het doel van 2030 te halen binnen de demissionaire status. Parlementaire agenda [08-09-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 901
Toezegging om uiterlijk in mei de Tweede Kamer te informeren over het verkennend gesprek met PBL en CPB over of de EMU-relevante lasten van de uit te werken klimaatmaatregelen in beeld gebracht kunnen worden. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1049
Toezegging om te laten weten hoe het rondetafelgesprek met vertegenwoordigers van energiecooperaties is verlopen. Dit gesprek is georganiseerd nav gesprek met Marjan Minnesma over uitvoering Urgendavonnis. Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023 Onderhanden
Toezegging om vóór de zomer TK te informeren over de uitwerking van instrument stimulering warmtenet. Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023 Onderhanden
Toezegging om importstrategieen en proces terug te laten komen in een volgende waterstofbrief. Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1060
Toezegging om na de zomer Tweede Kamer te informeren over stresstest/simulatie op energiesysteem als gas uit Rusland wegvalt, en rapporteren over uitkomst, knelpunten en voorgenomen vervolgacties. Parlementaire agenda [09-06-2022] - CD (Internationale) Gasmarkt/Leveringszekerheid Onderhanden
Toezegging om terug te komen op kernergie en energiemix. Parlementaire agenda [08-09-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan in Kamerstuk 32 813, nr. 965
Toezegging om ervoor te zorgen dat in MIEK en in PES extra aandacht is voor het maken van afspraken wat we waar doen. Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof Onderhanden
Toezegging om meibrief schetsen hoe locatiekeuze voor elektrolyse capaciteit gaat. Als meer sturing nodig is volgens kamer, dan wordt debat gevoerd. Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1060
Toezegging om dit voorjaar de verdere uitwerking van de aanleg van H2-hoofdinfrastructuur door Gasunie naar de kamer te sturen Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1061
Toezegging om bij verdere uitwerking kernenergieplannen terug te komen over inzet kernenergie waterstofproductie, samen met andere lidstaten Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad Onderhanden
Toezegging om met Prinsjesdag met voorstellen kte omen voor structurele maatregelen met als doel 10 megaton cumulatief in te lopen tot 2030. In lijn eerdere aankondiging onafhankelijk advies en brede ambtelijke stuurgroep in kaart brengen hoe met extra normerende maatregelen 55-60% doel dichter in beeld krijgen. + met prinsjesdag onderzoeken gasbesparingstender beste vormgegeven samen met FIN Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad Onderhanden
Toezegging om voor het einde van de zomer te informeren over stresstest over bescherm en herstelplan gas en fase 3 afschakelen bedrijven Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Klimaat en Energie Onderhanden
Toezegging om aandacht in meibrief voor «groenebanenplan» (arbeidsmarkt) in samenwerking met OCW en SZW (en dwarsdoorsnijdende tafel klimaatakkoord). Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr 1049
Toezegging om terug te komen in een Kamerbrief over de vulgraden voor aankomende maanden. Hoe zorgen we tussen april en november dat de vulgraden op orde komen. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerstuk
29 023, nr. 302
Toezegging om in de zomerbrief nader in te gaan op elektrolyse op zee. Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof Onderhanden
Toezegging om nadere details te sturen over het bescherm- en herstelplan gas. Wie heeft daarin welke rol bij de verschillende stappen die genomen kunnen worden. Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerstuk
29 023, nr. 302
Toezegging om mensen op departement uit te nodigen die ontevreden zijn over windmolens/naast windmolens wonen en graag gehoord willen worden. Parlementaire agenda [08-09-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan
Toezegging om medio april een brief te sturen over vulgraden Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 302
Toezegging om met VRO verhouding REpowerEU en Ff55 tot nationaal isolatie programma, terugkoppeling volgt in najaar Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad Onderhanden
Toezegging om in voorjaar 2022 rapport over afstandsnormen windmolens naar Kamer te versturen Parlementaire agenda [08-09-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 33 612, nr. 80
Toezegging om voorafgaand het tweeminutendebat over Klimaat en Energie een brief te sturen en daarin in te gaan op de uitspraak van minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dat de huidige warmtewet een rendementsmonitor heeft en tarieven gecorrigeerd kunnen worden en zal daarbij ingaan op de mogelijkheden die de warmtewet daarvoor op dit moment biedt. Parlementaire agenda [14-10-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 30 196, nr. 796
Toezegging om schotten in kaart brengen met betrekking tot aanpassingen SDE++ voor 2023. Parlementaire agenda [08-09-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 31 249, nr. 340
Toezegging om in mei antwoord te sturen of de ISDE ook voor 1 maatregel kan (voor lagere inkomens). Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerstuk 30 196, nr. 787
Toezegging om samen met SMB met een brief te komen over uitwerking vulgraden (reeds gepland volgens mij) Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 302
Toezegging om na de zomer verdere appreciatie RepowerEU in trilogen via zes wekenbrief te geven Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad Onderhanden
Toezegging om landbouw te betrekken met projecten o.a. waterstof (tractors op waterstof) en eind van het jaar hierover een update te geven. Parlementaire agenda [08-09-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 958
Toezegging om in programma K en E aan te geven hoe we een zo zo breed mogelijke afhankelijksmonitor gaan vormgeven, gas kolen, olie, andere belangrijke mineralen, ook in EU verband en daarbij laten zien waar grote leveranciers zitten en waar grote afhankelijkheden zitten die afhankelijkheid EU in gevaar brengen. Parlementaire agenda [22-03-2022] - CD Leveringszekerheid van aardgas Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 863
Toezegging om voor de zomer in gesprek te gaan met gemeenten en provincies over gezamenlijke uitgangspunten voor tussentijdse afstandsnormen en voorwaarden hiervan, belang van draagvlak en participatie hierbij benadrukken. Ook kijken naar buurlanden hierbij. Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
Toezegging om schriftelijk terug te komen op  wat er met de motie (alliantie afbouwpad fossiele afhankelijkheid concretiseren zoals Costa gebeurd is. Parlementaire agenda [08-09-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan in Kamerstuk 2021D35469 (tijdelijk nr.)
Toezegging om bij de ingelaste Energieraad uit te spreken dat opnemen van kernenergie in de EU-taxonomie wenselijk is, daarover met de Franse minister in gesprek te gaan en de Kamer daarover te informeren. Parlementaire agenda [14-10-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan in Kamerstuk 21 501-33, nr. 881
Toezegging om bij programma K en E vanuit brede welvaartsgedachte en totale footprint inzicht te geven in waar de kasstromen lopen, waarvan we afhankelijk zijn en wat we eraan kunnen doen of af te bouwen en te diversificeren. Parlementaire agenda [22-03-2022] - CD Leveringszekerheid van aardgas Onderhanden
Toezegging om te kijken met de regionale netbeheerders naar de haalbaarheid van de plannen mbt stimulering batterij in de SDE ihkv de RES 2.0. Parlementaire agenda [08-09-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan in Kamerstuk 32 813, nr. 956
Toezegging om de Kamer te informeren over wat totale pakket EU betekent voor NL (repower europe) en appreciatie ervan en waar we versnelling in de afbouw kunnen aanbrengen t.a.v. Russische fossiele brandstoffen. Parlementaire agenda [22-03-2022] - CD Leveringszekerheid van aardgas Onderhanden
Toezegging om iets beter inzichtelijk te maken welk deel van de afgegeven beschikkingen mogelijk langer zou kunnen doorlopen dan 2027, zodat de Kamer die informatie heeft.
Parlementaire agenda [28-09-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie Onderhanden
Toezegging om op zeer korte termijn een brief te sturen met daarin een stand van zaken met betrekking tot datacenters en de verwachte groei. Parlementaire agenda [14-10-2021] - CD Klimaat en Energie Onderhanden
Toezegging van de MP dat de staatssecretaris van Klimaat en Energie in contact treedt met de planbureaus over wat nu mogelijk is t.a.v. een nadere analyse naar de gevolgen van de voorstellen voor huishoudens en mkb (fit for 55). Parlementaire agenda [22-09-2021] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen TK Afgedaan in Kamerstuk 32 813, nr. 814
Toezegging om in te gaan op innovatie in uitwerking programma K en E Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Onderhanden
Toezegging om in een brief terug te komen op de vraag van BBB over welke organisaties (oa groene, milieu, dierenorganisaties) lobbyen bij EZK. Parlementaire agenda [14-09-2021] - Mondelinge vragen van het lid TEUNISSEN (PvdD) aan de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht dat het ministerie van landbouw één van de belangrijkste thema’s van de klimaatcampagne ‘Iedereen doet wat’ heeft geschrapt omdat het advies om minder vlees te eten gevoelig zou liggen bij de vleessector (Volkskrant.nl, 10 september 2021) Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 967
Toezegging om met een analyse over de uitspraken van Shell te komen Parlementaire agenda [08-09-2021] - CD Klimaat en Energie
Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 940
Toezegging om een brief te sturen over waarom er wel een specifiek waterstofdoel met industrie is en waarom niet andere aspecten energiemix. Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55 Onderhanden
Toezegging om te kijken bij aanpassing elektriciteitswet in het najaar hoe we kosten netbeheerders en stimulering opslag beter een plek kunnen geven. Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023 Onderhanden
Toezegging om alle varianten voor het meenemen systeemkosten te bezien en daarbij de suggesties van Stoffer en Grinwis over maatschappelijke kosten/baten toets mee te nemen. Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023 Onderhanden
Toezegging om voor ronde 2023 nog een keer goed te kijken naar percentage TTF (70%), mbt aardwarmte en de Kamer hierover te inforemeren. Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023 Onderhanden
Toezegging om de Kamer op korte termijn over Europese eisen voor biogrondstoffen te informeren:de laatste stand van zaken daarvan en hoe we omgaan met inzet duurzame biogrondstoffen met laagwaarde energie doeleinde in relatie tot motie Koffermans. Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023
Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1039
Toezegging om onderzoek over ontbossing in Estland (Nederlandse Emissie Autoriteit) wanneer het is afgerond aan de TK te sturen. Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023 Afgedaan met Kamerstuk 31 239, nr. 364
Toezegging om terug te komen op circulaire waterstof bij uitwerking van de opschaling, incl de vraag of er een andere categorie moet komen in vierde fase SDE++. Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023 Onderhanden
Toezegging om terug te komen op het voorstel van de Zweedse adviseur over hiernieuwebare doelen die stok die voor ESR nuttig zouden kunnen als stok achter deur Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Fit for 55-pakket Onderhanden
Toezegging om in brief juni niet alleen op te nemen wat de industrie nu betaalt, maar ook wat de industrie betaalt nahet belastingplan en daarbij de toezegging om de vraag over te brengen aan stasFIN. Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof Deze toezegging is overgedragen aan de staatssecretaris van het Ministerie van Financiën
Toezegging om eind van de zomer een voorstelbrief met de Kamer te delen nav van worst case scenario's uit ENTSOG yearly outlook Parlementaire agenda [09-06-2022] - CD (Internationale) Gasmarkt/Leveringszekerheid Onderhanden
Toezegging om de beslisnota aan de Kamer toe te sturen over besluit uit april over subsidie voor vullen gasopslagen i.p.v. vulverplichting met de Kamer te delen. Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerstuk
29 023, nr. 333
Toezegging om volgende week een brief over de vulgraden van bergingen aan de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1056
Toezegging om bij verdere uitwerking kernenergieplannen terug te komen op inzet kernenergie elektriciteit productie/ waterstofproductie, samen met andere lidstaten Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad Onderhanden
Toezegging om in de zomerbrief ("doelen WOZ na 2030" en "hoe we richting 2030 die 10 GW gaan wegzetten") nader in te gaan op elektrolyse op zee. Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof Onderhanden
Toezegging om onderzoek te doen naar de effectiviteit van CCS en dit met de Kamer te delen.
Parlementaire agenda [28-09-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie Onderhanden
Toezegging om de Kamer eind oktober (voor 1 november) te informeren over uitvoering motie Hermans.
Parlementaire agenda [14-10-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 272
Toezegging om een coordinerende rol te vervullen in het bij elkaar krijgen van de verschillende geldstrome (energie, recreatie etc) waarbij plan Buitendijk als voorbeeld genoemd is. Parlementaire agenda [14-10-2021] - CD Klimaat en Energie Onderhanden
De minister voor Klimaat en Energie zal voor de Voorjaarsnota een brief aan Tweede en Eerste Kamer zenden over een robuust mechanisme in het Klimaatfonds voor besluitvorming en governance. Debat Regeringsverklaring Eerste Kamer 15 februari 2022 Afgedaan met Kamerstuk 31 239, nr. 146
De minister voor Klimaat en Energie zal in de volgende rapportage een reflectie geven over de opportuniteit van subsidieverlening aan bedrijven met achterblijvende klimaadinvesteringen vs. bedrijven die hoogwaardige investeringen doen en daarbij extra subsidiëring nodig hebben. Debat Regeringsverklaring Eerste Kamer 15 februari 2022 Onderhanden
Het kabinet zal zowel voor het Klimaatfonds als het Stikstoffonds een instellingswet indienen, zodat een volwaardige parlementaire behandeling kan worden doorlopen. Debat Regeringsverklaring Eerste Kamer 15 februari 2022 Onderhanden
Het kabinet zal de doelstelling van 55% CO2-reductie juridisch verplichtend vastleggen in de Klimaatwet. Debat Regeringsverklaring Eerste Kamer 15 februari 2022 Onderhanden
Het kabinet is bereid gevolg te geen aan de wens om bij wijzigingswetten geconsolideerde versies mee te sturen aan de Eerste Kamer. De minister voor Rechtsbescherming zal hierover het gesprek met de Eerste Kamer voeren en tijdig een brief sturen over de timing van invoering. Debat Regeringsverklaring Eerste Kamer 15 februari 2022 Onderhanden
MKE: later dit voorjaar zal ik proces schetsen over ontwikkelingen nieuwe kerncentrales. Parlementaire agenda [08-03-2022] - Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking Afgedaan met Kamerstuk 32 645, nr. 98
MKE: met MEZK kijken hoe we bedrijven die er niet onder vallen, onder energiebesparingsplicht krijgen. Parlementaire agenda [08-03-2022] - Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking Afgedaan met Kamerstuk 30 196, nr. 793
PVV: in memorie van toelichting bij wetsvoorstel terugkomen op formulering van EU doelen en of deze bindend zijn of een streefdoel. Parlementaire agenda [24-05-2022] - Debat ‘Wet implementatie EU-richtlijn hernieuwbare energie voor garanties van oorsprong (35.814)’ Onderhanden
PVV: in brief Fit for 55 ingaan op wat er gebeurt als EU-doelen niet worden gehaald en welke consequenties dit heeft. Wat is consequentie als 14% doel 2021 niet wordt gehaald? Parlementaire agenda [24-05-2022] - Debat ‘Wet implementatie EU-richtlijn hernieuwbare energie voor garanties van oorsprong (35.814)’ Onderhanden
CDA: voor de zomer concrete uitwerking coalitieakkoord aan beide Kamers over kernenergie. Parlementaire agenda [24-05-2022] - Debat ‘Wet implementatie EU-richtlijn hernieuwbare energie voor garanties van oorsprong (35.814)’ Afgedaan met Kamerstuk 32 645, nr. 98
MKE: als we dit jaar CO2-beprijzing industrie verder uitwerken, zullen we ook analyse van het prijspad uit deze wet doen en hier de EK en TK over informeren en evt noodzaak tot aanpassingen meenemen. Parlementaire agenda [08-03-2022] - Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking Onderhanden
De minister voor Klimaat en Energie zal voor de Voorjaarsnota een brief aan Tweede en Eerste Kamer zenden over een robuust mechanisme in het Klimaatfonds voor besluitvorming en governance Debat Regeringsverklaring Eerste Kamer 15 februari 2022 Afgedaan met Kamerstuk 35 925 IX, nr. 33
Grinwis: Eind oktober (voor 1 november) informeren kamer over uitvoering motie Hermans.
Parlementaire agenda [14-10-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 272
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe voor het volgende debat te komen met een actieplan geestelijke gezondheid (i.r.t. PEGA), waarin hij o.a. alle acties die er al zijn in kaart brengt en ingaat op kinderen. Parlementaire agenda [30-06-2022] - Commissiedebat Mijnbouw Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe voor het volgende debat de brief over moeilijk uitlegbare verschillen te versturen, en neemt daar de 2-onder-1-kap-casus in mee. Parlementaire agenda [30-06-2022] - Commissiedebat Mijnbouw Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt voor het commissiedebat van 30-06-2022 de brief over de aanpak van onuitlegbare verschillen in de schade-afhandeling en versterking. Parlementaire agenda [02-06-2022] - Commissiedebat Mijnbouw Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw gaat in overleg met de Staatssecretaris van OCW over de financiering van de regeling voor cultureel erfgoed en informeert de Kamer hierover voorafgaand aan de begrotingsbehandeling 2023 van OCW. Parlementaire agenda [02-06-2022] - Commissiedebat Mijnbouw Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt in oktober 2022 het werkprogramma mentale gevolgen kinderen aan de Kamer. Parlementaire agenda [02-06-2022] - Commissiedebat Mijnbouw Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt rond september 2022 de planning van de uitvoering van de dorpenaanpak aan de Kamer. Parlementaire agenda [02-06-2022] - Commissiedebat Mijnbouw Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw brengt voor het einde van 2022 breder in kaart wat de parlementaire enquête betekent voor een aantal dingen, waaronder psychologische gevolgen. Parlementaire agenda [02-06-2022] - Commissiedebat Mijnbouw Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe dat de ZAV-regeling voor huurders zo spoedig mogelijk wordt gepubliceerd. Parlementaire agenda [10-05-2022] - Tweeminuttendebat Mijnbouw Groningen Afgedaan met Stcrt. 2022, 12219
De Staatssecretaris Mijnbouw zal met SNN overleggen over de uitvoerbaarheid van de motie-Nijboer (1017) waarin het kabinet wordt verzocht de betreffende termijnen van de woningverbeteringssubsidie zo te verlengen dat mensen de regelingen kunnen gebruiken waarvoor ze bedoeld zijn, bijvoorbeeld tot het einde van de geplande versterking in 2028 plus een jaar, en informeert de Kamer hier voorafgaand aan het CD van 19 mei a.s. de Kamer over. Parlementaire agenda [10-05-2022] - Tweeminuttendebat Mijnbouw Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zal met SNN bespreken in hoeverre uitvoering van regeling woningverbeteringssubsidie kan worden versneld. Parlementaire agenda [10-05-2022] - Tweeminuttendebat Mijnbouw Groningen Afgedaan met Aanhangsel van de Handelingen, 2021-2022, nr. 2832
De Staatssecretaris Mijnbouw neemt contact op met woningcorporatie Marenland over luchtkwaliteit in versterkte woningen Middelstum (en probeert daar wat aan te doen). Parlementaire agenda [10-05-2022] - Tweeminuttendebat Mijnbouw Groningen Afgedaan. Er is contact geweest met Marenland.
De Staatssecretaris Mijnbouw informeert de Kamer over de financiering van geestelijke verzorging aardbevingsgebied (GVA). Parlementaire agenda [30-03-2022] - Commissiedebat Mijnbouw Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1028
De Staatssecretaris Mijnbouw zal binnen twee maanden rapporteren aan de Kamer over het plan van aanpak voorkomen mentale schade bij kinderen. Parlementaire agenda [30-03-2022] - Commissiedebat Mijnbouw Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1030
De Staatssecretaris Mijnbouw zal de Kamer in de zomer van 2022. geïnformeerd over het tevredenheidsonderzoek. Parlementaire agenda [30-03-2022] - Commissiedebat Mijnbouw Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw probeert een jaar uitloop voor besteding van de woningverbeteringssubsidie met SNN te regelen. Parlementaire agenda [09-02-2022] - Plenair debat Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1021
De Staatssecretaris Mijnbouw zal in samenspraak met SNN kijken naar het aantal jaar dat aanvragers krijgen om de subsidieregeling uit te laten voeren. Parlementaire agenda [09-02-2022] - Plenair debat Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1021
Ollongren (D66): De Minister van BZK zal in samenwerking met MEZK een reactie aan de Tweede Kamer doen toekomen op het jaarverslag (2020 ‒ 2021) en het eindrapport van de Onafhankelijke Raadsman, circa januari 2022 of in ieder geval kort na de publicatie van het eindrapport. Parlementaire agenda [09-12-2021] - Commissiedebat Mijnbouw Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 990
Ollongren (D66): De Minister van BZK zegt toe aan de Minister van OCW het verzoek over te brengen om, voorafgaand aan het tweeminutendebat Mijnbouw Groningen, de Tweede Kamer per brief te informeren over de aanvullende financiering van de erfgoedregelingen voor monumenten in Groningen. Parlementaire agenda [09-12-2021] - Commissiedebat Mijnbouw Groningen Afgedaan met Kamerstuk 32 156, nr. 115
Ollongren (D66): De Minister van BZK zal in samenspraak met de Minister van OCW overbruggingsfinanciering (2023 en 2024) voor erfgoed en rijksmonumenten in Groningen regelen en zij zullen de Kamer daarover voor of tijdens het commissiedebat Mijnbouw Groningen van 9 december 2021 over informeren. Parlementaire agenda [29-11-2021] - Wetgevingsoverleg Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 942
Ollongren (D66): De Minister van BZK zal in samenspraak met de Minister van OCW voorafgaand de begrotingsbehandeling 2022 van het ministerie van OCW de stand van zaken omtrent de bijdrages voor het erfgoedprogramma in 2022 en 2023 op schrift zetten en aan de Kamer doen toekomen. Parlementaire agenda [29-09-2021] - Tweeminuttendebat Mijnbouw Groningen Afgedaan met Kamerstuk 32 156, nr. 112
De staatssecretaris komt schriftelijk terug of er voldoende geld is voor funderingen (CDA) Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1038
De staatssecretaris komt voor de zomer schriftelijk terug op de onuitlegbare verschillen. Parlementaire agenda [30-03-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat zal bekijken of het noodzakelijk is de Mijnbouwwet aan te passen naar aanleiding van de afspraken in het coalitieakkoord. De Kamer wordt hierover voor het zomerreces geïnformeerd. Parlementaire agenda [25-01-2022] - CD Wadden met I&W, EZK en LNV Onderhanden
De staatssecretaris zal de Kamer voor de zomer informeren via een contourennota of een brief met hoofdlijnen over mogelijkheden voor aanpassingen van de Mijnbouwwet Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Onderhanden
De staatssecretaris zegt toe aan de heer Van Wijngaarden om te reflecteren op de relatie tussen de gemiddeldes en de uitslagen in put RWO-4 (afvalwaterinjecties oliewinning Twente) Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1029
De staatssecretaris stuurt een brief over waarom er vertraging is opgetreden bij de grootverbruikers en wat de mogelijkheden zijn. (D66 PvdD) Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1002
De staatssecretaris zal de Kamer infomeren over een voorstel van de KNMI voor een onafhankelijk meetnetwerk van de KNMI. Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
De staatssecretaris gaat met het IMG in overleg over de uitvoeringskosten. Parlementaire agenda [30-03-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De staatssecretaris bespreekt met het IMG of zij sneller kunnen starten met het uitkeren van immateriële schadevergoedingen aan minderjarigen en informeert de Kamer hier over. Parlementaire agenda [30-03-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1037
De staatssecretaris informeert de kamer richting de zomer de kwestie rondom mijnbouw en bevingsschade en de vergoeding door het IMG. Parlementaire agenda [30-03-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1037
De staatssecretaris stuurt alsnog zo snel mogelijk het plan van aanpak uit de motie waardedaling aan de Kamer. Parlementaire agenda [30-03-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerbrief II 33 429, nr. 1023
De staatssecretaris zegt toe aan het lid Mulder om de vragen van SAT die zij gesteld hebben aan SodM binnen twee weken te beantwoorden (afvalwaterinjecties oliewinning Twente) Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1029
De staatsecretaris betrekt de optie «gaskraan naar DUI dichtdraaien» in uitvoering van motie Paternotte. (PVV) Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Afgedaan in Kamerstuk 33 529, nr. 992
De staatssecretaris zegt toe dat hij zal kijken in hoeverre de schadeafhandeling door de Commissie Mijnbouwschade afdoende is als er gecumuleerde activiteiten plaatsvinden en zal kijken naar een nulmeting als soort alternatief voor toepassing bewijsvermoeden. Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
De staatssecretaris stuurt uiterlijk in juli een versnellingsprogramma winning op zee Parlementaire agenda [30-03-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1058
De staatssecretaris stuurt een brief over hoeveel gas er achter blijft in de bodem en wat dit op levert tegen de huidige gasprijs (P10 P50 P100). (Van Haga) Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 991
De staatssecretaris onderbouwt schriftelijk of vertraging stikstoffabriek een onvoorziene omstandigheid is of niet. (BBB) Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Afgedaan met Kamerstuk 2022D08625 (tijdelijk nr)
De staatsecretaris stuurt de resultaten van studie naar stikstofinjectie van kennisgroep mijnbouw die uiterlijk deze zomer wordt afgerond naar de Kamer Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Onderhanden
De staatssecretaris informeert eerst de Kamer voordat hij over gaat tot tot ontheffing voor de ombouw van de 9 bedrijven. Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 994
De staatssecretaris stuurt binnen twee maanden een brief met de voors en tegens over het wettelijk vastleggen van de sluitingsdatum Groningenveld. Parlementaire agenda [30-03-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1035
De staatssecretaris zal schriftelijk reageren op de vraag van het lid Kröger over de uitschieters van ethylbenzeen en de betrouwbaarheid van de meetmethodes en het gehele systeem is (afvalwaterinjecties oliewinning Twente) Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1029
De staatssecretaris zal de mogelijkheid onderzoeken voor nadere uitwerking van waarborging en voorwaarden van zekerheidsstelling in lagere regelgeving Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1029
De staatssecretaris zegt toe dat de minister voor Natuur en Stikstof de Kamer voor het tweeminutendebat zal informeren over dat zij UNESCO zal vragen om een advies over de gaswinning in Ternaard Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 02
De staatssecretaris gaat in gesprek met de branchevereniging voor geothermie over de organisatie van de sector Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
De staatssecretaris zegt toe aan de Kamer om een tijdlijn te sturen van hoe de tijd eruit ziet tot aan dat proces begin 2024. Hierin zal hij meenemen hoe de omgeving betrokken zal worden en het ‘zorgplicht’advies van de Mijnraad (afvalwaterinjecties oliewinning Twente en Schoonebeek) Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1029
De staatssecretaris gaat op schrift bij de voorgenomen beslissing van het gebruik van Grijpskerk toevoegen hoe we omgaan met Grijsperk en Langelo en het toepassen van het bewijsvermoeden. (CDA) Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 983
De staatssecretaris zegt toe de Kamervragen van mevrouw Beckerman over het OM onderzoek in de haven van Delfzijl volgende week te beantwoorden. Hij zal aan de NAM vragen welke activiteiten onderzocht worden door het OM en dat daarna aan de Kamer mee te delen via de Kamervragen van mevrouw Beckerman of op andere wijze Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Afgedaan met Kamerstuk 2022D16757 (tijdelijk nr)
De staatssecretaris zegt toe aan het lid Bontenbal om een keer op papier te zetten wie wat wanneer beslist als het gaat om drinkwater. Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
De staatssecretaris zegt toe in een van de debatten over mijnbouw in het komende jaar een keer terug te komen en een overzicht te geven van hoeveel vergunningen er worden verwacht en hoeveel capaciteit hiervoor nodig is. Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1029
De staatssecretaris komt in een volgend commissiedebat terug op het probleem van funderingen en of het amendement van Mulder daadwerkelijk het probleem opgelost en of er voldoende geld bij komt Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Afgedaan met Kamerstuk 36 120, nr. 1
De staatssecretaris zegt toe een pilot te starten naar geothermie in Limburg Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
De staatssecretaris zal de Kamer informeren over zijn gesprekken met de NAM over de afvalwaterinjecties Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1041
De staatssecretaris zegt toe aan het lid Omtzigt om – indien dit openbare informatie is – de Kamer te informeren over hoe groot de voorziening is die de NAM heeft getroffen (afvalwaterinjecties oliewinning Twente) Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1029
De staatsecretaris komt terug op of destijds, toen het besluit om de gaswinning genomen werd, aan de TK is gemeld dat we vast zitten aan buitenlandse contracten Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Afgedaan met Kamerstuk 2022D08625 (tijdelijk nr)
De staatssecretaris zal voor de zomer met een voorstel komen voor hoe het boren in de Wadden onmogelijk wordt gemaakt middels een wijziging in wet- en regelgeving. Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
De staatssecretaris stuurt in juni de maatschappelijke kostenbaten analyse voor Schoonebeek naar de Kamer. Parlementaire agenda [30-03-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De staatssecretaris zal de Kamer informeren of een vergunning ingetrokken kan worden of de bedrijfsvoering stil gelegd kan worden op basis van de Wet economische delicten en of er andere juridische mogelijkheden zijn om op te schorten of in te trekken (afvalwaterinjecties oliewinning Twente) Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1029
De staatssecretaris zegt toe aan het lid Omtzigt om in kaart te brengen welke instrumenten er zijn t.a.v. vervreemding van een vergunning aan derden (afvalwaterinjecties oliewinning Twente en Schoonebeek) Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1029
De Staatsecretaris zegt toe in kaart te brengen welke opties er zijn om te voorkomen dat er telkens naar juridische middelen gezocht hoeft te worden om de kosten voor schade en versterken bij de NAM in rekening te brengen, en betrekt daarbij ook de mogelijkheid van een heffing. Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris zal in het debat van 19 mei a.s. terugkomen of op of er geen nieuwe vergunningen voor gaswinning aan Winntershall zullen worden gegeven. Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Onderhanden
De staatssecretaris komt voor de zomer in het conceptbesluit voor het gasjaar 2022/2023 terug op de voors en tegen van het vastleggen van een sluitingsdatum in de wet. Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1035
De Staatssecretaris zegt toe gesprek te organiseren tussen Commissie Mijnbouwschade en Instituut Mijnbouwschade om te zorgen dat het ook zal geschieden (in reactie op motie Segers (CU). Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Onderhanden
De Staatsecretaris komt terug t.a.v. plan 1,5 graad. Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatsecretaris komt terug op nulmeting Harlingen voor het tweeminutendebat. Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen
Afgedaan met Kamerstuk 32 849, nr. 212
De Staatssecretaris zal in de contourennota die voor deze zomer naar de Kamer wordt gestuurd zal ook opnemen hoe wij omgaan met gaswinning onder de Waddenzee. Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Onderhanden
De Staatsecretaris stuurt voor het volgende debat de analyse met de juridische mogelijkheden van het weren van Gazprom uit het energiesysteem. Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris zal voor de zomer het versnellingsplan sturen en daarin de elementen die de heer van Wijngaarden noemde (personeel) meenemen. Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1058
De staatssecretaris stuurt direct na de zomer een reactie op de monitoring van de uitvoeringskosten door het IMG in de eerste helft van 2022. Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
Voor het commissiedebat 30 juni brengt de staatssecretaris de kamer op hoogte over de uitkomsten van het overleg met de regio. Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerstuk
33 529, nr. 1038
De staatssecretaris stuurt voor de zomer het door zijn voorganger toegezegde afbouwplan van fossiele winning in relatie tot de 1,5 graden doelstelling uit het Klimaatakkoord. Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De staatssecretaris komt voor 30 juni terug op de vraag van lid Kröger over waarom EBN de financiële toetsing doet. Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerstuk
33 529, nr. 1041
De staatssecretaris stuurt voor 30 juni een brief aan de Kamer over de besproken notulen n.a.v. de publicaties in NRC en DvhN. Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerstuk
33 529, nr. 1044
De Staatsecretaris zegt toe de resultaten van lopend onderzoek naar de effecten van injectie van water of stikstof in gasvelden dit najaar aan de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatsecretaris zegt toe uiterlijk 15 juli het versnellingsplan voor winning in de Noordzee naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1058
De staatssecretaris komt voor het zomerreces terug op de vraag van lid Kröger over de juridische mogelijkheden voor het weren van Gazprom in het energiesysteem. Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De staatssecretaris stuurt voor volgende debat de brief over de aanpak van onuitlegbare verschillen in de schade-afhandeling en versterking. Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De staatssecretaris stuurt voor de zomer een brief over de aanpak van funderingsproblematiek. Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerstuk
33 529, nr. 1038
De staatssecretaris stuurt in de tweede helft van het jaar een brief over zoutwinning aan de Kamer. Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De staatssecretaris brengt voor het einde van het jaar breder in kaart wat de parlementaire enquête betekent voor een aantal dingen, waaronder psychologische gevolgen. Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris zegt toe dat hij een bezoek aan Haaksbergen zal brengen en daar de wens van het lid Kroger zal bespreken. Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Onderhanden
MKE zegt toe dat SMB de TK informeert voor CD mijnbouw Groningen of de vergunning voor gaswinning boven Schiermonnikoog van ONE-Dyas een onbepaalde tijdsduur heeft. Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1031
Voor het commissiedebat Mijnbouw/Groningen op 9 december volgt de beantwoording van de vragen over de afvalwaterinjecties. Gelijktijdig volgt informatie over de twee onderzoeken met betrekking tot afvalwaterinjecties en waterzuivering. Parlementaire agenda [29-11-2021] - WGO Mijnbouw/Groningen voor MEZK en MBZK Afgedaan met Kamerstuk 32 849, nr. 210
De Minister zegt aan Van Raan (PvdD) toe dat hij de mogelijkheid om op juridische gronden vergunningen te weigeren cf. motie 33529, nr. 893/894 van Van Raan meeneemt in de brief die hij zal sturen als appreciatie op het onafhankelijke juridische advies dat de Kamer heeft gevraagd over de gaswinning Waddenzee/Ternaard. Parlementaire agenda [29-09-2021] - Tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen (CD 15/9) Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1027
Minister van EZK zal in de volgende klimaatscenario’s het Nederlands onderdeel olie en gas meenemen en met de Kamer delen. Parlementaire agenda [09-12-2021] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
Minister zal de Kamer informeren over het overleg met de IMG over de boeren en de mestkelders, incl. de discussie over de trillingssnelheid Parlementaire agenda [09-12-2021] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerstuk II 33 529, nr. 865
Minister komt schriftelijk terug op de vraag of er voor de start van het vergunningentraject voor Ternaard gesprekken zijn geweest met de NAM (voor 2016). Parlementaire agenda [09-12-2021] - CD Mijnbouw/Groningen
Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1041
De Minister zegt toe in een brief in te gaan op een aantal artikelen uit de Mijnbouwwet en de Europese Habitatrichtlijn i.r.t. vergunningverlening Ternaard. Parlementaire agenda [15-09-2021] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 903
PvdA - appreciatie adviezen RUG en Waddenacademie over gaswinning wadden worden gezonden, 7 dec debat, is debat met LNV, MEZK. Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Kamerstuk 32 670, nr. 204
De staatssecretaris zegt toe een tussentijdse evaluatie te houden van de Mijnbouwwet na drie jaar. Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
De staatssecretaris stuurt uiterlijk in juli een versnellingsprogramma winning op zee Parlementaire agenda [30-03-2022] - CD Mijnbouw/Groninge Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1058
Aan Van Haga: Onderzoeken CCS. Het dictum vraagt om onderzoek te doen naar de effectiviteit van CCS. Daar is dus heel veel onderzoek naar geweest. Dat wil ik graag toesturen (naar hele commissie). Parlementaire agenda [28-09-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie Onderhanden
De Minister zegt toe in het verslag over het onderzoek naar deze beving, ook specifiek in te gaan op de vraag over de grenswaarde die het SodM en mevrouw Mulder stellen. Parlementaire agenda [16-11-2021] - Mondelinge vragen van het lid BECKERMAN (SP) aan de minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht ‘Aardbeving met kracht van 3.2 bij Garrelsweer’ (Rtvnoord.nl, 16 november 2021) Afgedaan in Kamerstuk 33 529, nr. 913
De minister van Economische Zaken en Klimaat komt schriftelijk terug met een juridische uitwerking van de juridische verhaalbaarheid van de schade op de NAM. Parlementaire agenda [29-11-2021] - WGO Mijnbouw/Groningen voor MEZK en MBZK Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1039
Minister van BZK en Minister van EZK komen in januari met een reactie op de rapportage van de Onafhankelijk Raadsman. Parlementaire agenda [09-12-2021] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 990
De minister kijkt of hij de kosten die het IMG heeft gemaakt voor landsadvocaat verder kan uitsplitsen. Beckerman vraag om een brief waarin wordt uitgesplitst wat door de Staat wordt betaald aan juridische kosten en het liefst ook nog wat aan gedupeerden wordt vergoed aan juridische kosten. De minister zegt te bekijken wat hij kan achterhalen. Parlementaire agenda [29-11-2021] - WGO Mijnbouw/Groningen voor MEZK en MBZK Afgedaan met Kamerstuk 2021D49339 (tijdelijk nr.)
Minister komt schriftelijk terug op waarom de bouwkosten (IMG) elke drie jaar worden geïndexeerd. Parlementaire agenda [09-12-2021] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 865
De minister van Economische Zaken en Klimaat informeert de Kamer in januari na de uitkomsten van het onderzoek van GTS en besluit naar aanleiding daarvan over de gaswinning in het Groningerveld. Parlementaire agenda [29-11-2021] - WGO Mijnbouw/Groningen voor MEZK en MBZK Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 944
De inwerkingtreding van de waardedalingsregeling volgt na de zomer. Parlementaire agenda [30-03-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden

Bijlage 5: Subsidieoverzicht

In deze bijlage zijn de subsidies van EZK opgenomen. De subsidiedefinitie van de Algemene wet bestuursrecht wordt hierin gebruikt. Deze wet definieert een subsidie als volgt (artikel 4.21 Awb):

"De aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten".

Per beleidsartikel zijn de subsidie(-regelingen) opgenomen. Het subsidieoverzicht sluit zoveel mogelijk aan op de Verantwoord Begroten-categorie «subsidies» in de budgettaire tabellen van de beleidsartikelen uit de begroting.

In lijn met Verantwoord Begroten zijn de bijdragen aan ZBO’s en RWT’s niet vermeld als subsidies. De bijdragen aan ZBO’s en RWT’s zijn terug te vinden in de bijlage «ZBO’s en RWT’s».

Voor een aantal subsidies is (nog) geen volgende evaluatie gepland. In veel gevallen gaat het om nieuwe subsidies die nog worden vormgegeven of subsidies die al enige tijd geleden zijn gestopt, waardoor alleen nog sprake is van uitfinanciering.

De einddatum geeft het moment aan dat de laatste verlening plaatsvindt of heeft plaatsgevonden. Voor een aantal subsidies, waarbij sprake is van een structurele subsidierelatie met een jaarlijkse verlening, is als einddatum ‘Jaarlijks’ opgenomen. Als periodiek besluitvorming plaatsvindt over de verlening, bijvoorbeeld over een volgende programmaperiode, is dit aangeduid als ‘Periodiek’.

Artikel 1 Goed functionerende economie en markten
1 Cybersecurity 677 832 534 196 39 2020 n.v.t 2023
1 Subsidiemaatregel telecom Caribisch Nederland 2.890 3.600 3.500 3.500 3.500 3.500 3.500 Geen n.v.t Jaarlijk
1 EU-cofinanciering Digital Europe 2.857 26.800 15.000 9.000 5.500 5.000 Geen 2025 2029
1 Beter aanbesteden 58 504 Geen n.n.b. 2024
1 NGF - project AiNed 13.600 29.800 52.000 38.700 21.400 5.000 Geen 2028 2027
1 NGF - project Nationaal Onderwijslab 5.460 5.638 6.032 6.421 13.756 6.596 Geen 2025 2032
1 Subtotaal 3.625 26.853 66.272 76.728 57.660 44.156 20.096 Geen
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei
2 MKB Innovatieregeling Topsectoren (MIT) 10.818 13.727 22.251 32.492 41.560 41.560 41.560 2017 2023 2023
2 Eurostars 17.764 20.792 21.252 21.848 22.578 23.325 21.325 2020 2025 2026
2 Bevorderen ondernemerschap 21.714 26.328 21.401 14.917 15.897 15.897 16.251 2020 2025 Jaarlijks
2 Cofinanciering EFRO, inclusief Interreg1 14.674 36.040 26.477 31.977 32.077 24.077 24.077 2017 2024 2023
2 Bijdrage aan ROM's 7.154 9.870 9.870 9.870 9.870 9.870 9.870 2022 2027 Periodiek
2 Verduurzaming industrie 9.149 51.585 66.609 76.389 82.775 85.100 73.700 2018 2023 Jaarlijks
2 Startup-beleid 10.684 10.448 13.333 1.730 Geen 2022 2027
2 Urgendamaatregelen industrie 27.494 2.093 11.700 12.740 2018 2023 2023
2 Invest NL 6.387 10.644 11.090 11.090 11.090 11.090 11.090 Geen 2022 Periodiek
2 Noodloket (TOG's) 164 Geen 2023 2020
2 Tegemoetkoming vaste lasten 5.434.646 3.608.500 300.000 Geen 2023 2022
2 Tegemoetkoming vaste lasten Caribisch Nederland 25.922 Geen 2023 2021
2 Europees Defensie Fonds cofinanciering 4.380 10.620 5.000 Geen 2025 2024
2 Omscholing naar tekortsectoren 368 40.000 Geen 2026 2026
2 Tegemoetkoming vaste lasten Startersregeling 13.007 35.000 Geen 2023 2022
2 Infrastructuur duurzame industrie (PIDI) 4.832 1.334 Geen 2026 2025
2 Herstructurering winkelgebieden 8.737 24.800 19.600 18.600 26.000 Geen 2032 2031
2 R&D mobiliteitssectoren 8.173 37.500 37.500 37.500 12.500 15.000 Geen 2026 2022
2 SEG 78.974 525.000 Geen 2023 2022
2 NGF - project Groenvermogen van de Nederlandse economie 9.795 268.179 16.142 14.142 14.142 Geen 2030 2029
2 NGF - project Health RI 10.000 12.000 Geen 2029 2028
2 NGF - project RegMed XB 9.400 20.900 9.783 6.634 5.533 1.584 1.283 Geen 2029 2028
2 NGF - project QuantumDeltaNL 67.800 80.900 77.100 29.000 8.100 19.100 Geen 2028 2027
2 Indirecte kosten compensatie ETS 87.864 Geen 2022 2021
2 IPCEI Cloudinfrastructuur en services 49 29.951 20.000 20.000 Geen 2027 2026
2 IPCEI Micro elektronica 49 79.951 65.000 85.000 Geen 2027 2026
2 Aanvullende tegemoetkoming evenementen 120.000 Geen 2023 2022
2 Omzetderving Limburg 24.000 Geen 2023 2022
2 NGF - project Oncode-PACT 10.000 60.000 50.000 41.000 Geen 2030 2029
2 Investeringen Verduurzaming Industrie - Klimaatfonds 50.000 Geen 2024 2023
2 EuroHPC 2.500 5.000 10.000 12.500 7.500 7.500 Geen 2030 2029
2 EuroQCI 2.319 5.000 5.500 11.681 Geen 2025 2024
2 NGF - project Circulaire Plastics 48.970 35.030 20.000 15.000 5.000 Geen 2032 2031
2 NGF - project NXTGEN HIGH TECH 150.000 88.000 67.000 63.000 43.000 Geen 2030 2029
2 Brexit Adjustment Reserve 187.800 62.200 Geen 2024 2023
2 Overige subsidies 1.469 5.446 10.816 10.684 11.154 10.154 8.654 2020 2025 Jaarlijks
2 Internationaal Innoveren 40.751 46.490 60.646 55.539 56.036 56.036 56.036 2020 2025 2026
2 PPS-Toeslag (voorheen TKI-toeslag) 171.099 207.249 214.991 200.686 187.161 187.161 187.161 2022 2028 2027
Subtotaal 5.914.643 5.244.239 1.725.290 915.468 807.154 614.596 525.607
Artikel 3 Toekomstfonds
3 Smart Industries 120 793 158 2021 2022 2020
3 Haalbaarheidsstudies STW 796 19 Geen 2023 2024
3 Thematische Technology Transfer 1.989 4.339 2.978 2.978 2.398 Geen 2022 2024
Subtotaal 2.905 5.151 3.136 2.978 2.398 0 0
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
4 Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) 54.508 61.280 64.334 61.040 54.110 47.475 44.560 2017 2022 2022
4 Hernieuwbare Energietransitie (HER+) 25.539 35.140 45.540 42.000 25.540 0 0 2017 2022 2022
4 Energie-efficiëntie 2.959 2.187 2.368 2.368 2.368 2.368 2.368 2017 2022 2020
4 Green Deals 25 600 500 500 500 500 500 2016 2022 Geen
4 Demonstratieregeling Klimaat en Energie-innovatie (DEI+) 53.144 95.138 93.188 58.009 45.402 32.029 33.157 2017 2022 2022
4 Regeling Duurzame Scheepsbouw 4.890 2.475 5.296 1.696 1.696 1.696 1.696 2019 2023 2023
4 Projecten Klimaat en Energieakkoord 671 2.231 10.345 11.483 10.103 4.360 4.360 2016 n.n.b. Geen
4 Stimulering Duurzame Energie (SDE)2 604.440 212.000 591.000 579.000 557.000 530.000 506.000 2016 n.v.t. 2010
4 Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+)3 1.933.001 938.375 2.851.461 3.012.753 2.952.461 2.816.606 2.727.931 2022 n.v.t. 2020
4 Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++)3 0 1.482.359 52.600 279.600 417.600 701.600 1.032.600 Geen 2023 Geen
4 Aardwarmte (SCAN-programma) 15.000 17.500 17.500 25.000 0 0 0 Geen 2023 2024
4 ISDE-regeling 112.141 221.700 387.200 289.000 97.800 97.700 97.700 2019 2026 2020
4 Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS)4 172.739 0 0 0 0 0 0 2017 2022 2021
4 Carbon Capture Storage (CCS)/ERA-NET energieprojecten 3.927 2.780 4.580 6.380 5.380 5.380 5.380 Geen n.n.b. 2022
4 Programma Hoge Flux Reactor 6.401 6.401 6.401 5.401 5.401 5.401 5.401 Geen n.n.b. Periodiek
4 Caribisch Nederland 32.304 27.620 10.644 4.144 4.144 4.144 4.144 Geen n.n.b. Jaarlijks
4 Overige subsidies 16.421 57.600 26.507 15.008 1.008 1.010 1.000 Geen Geen Jaarlijks
4 Opschalingsinstrument Waterstof 0 250 21.100 15.130 9.080 12.500 15.060 Geen 2025 2023
4 Investeringen waterstofbackbone 0 0 233.320 99.160 99.160 99.160 75.000 Geen n.n.b. 2030
4 Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) 19 2.200 4.000 7.000 10.100 11.600 13.100 2018 2025 2030
4 Subsidie ondersteuning verduurzaming MKB 104 24.283 0 0 0 0 0 Geen 2026 2022
4 IPCEI waterstof 0 3.000 160.000 305.000 627.000 395.000 120.000 Geen 2025 2027
4 Vulmaatregelen gasopslag 0 0 633.250 0 0 0 0 Geen 2023 2023
4 Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI) 0 9.002 12.140 12.270 12.360 0 0 Geen n.n.b. 2025
4 Schadeafhandeling mijnbouw Limburg 0 1.531 3.337 4.087 5.212 5.212 1.000 Geen 2026 Geen
4 Maatschappelijke Investeringssubsidie Warmtenetten (MIW) 0 0 130.000 70.000 0 0 0 Geen n.n.b. n.n.b.
4 NGF-project NieuweWarmteNu! 0 0 75.000 75.000 50.000 0 0 Geen n.n.b. n.n.b.
Subtotaal 3.038.233 3.205.652 5.441.611 4.981.029 4.993.425 4.773.741 4.690.957
Artikel 5 Een veilig Groningen met perspectief
5 Waardevermeerderingsregeling 138.020 107.000 73.000 13.000 8.000 8.000 8.000 Geen 2023 2022
5 Geestelijke bijstand 80 550 550 550 550 0 0 Geen 2022
5 Duurzaam herstel 0 5.000 125.000 125.000 90.000 0 0 Geen 2025
5 Woonbedrijf 0 3.118 3.507 0 0 0 0 Geen 2023 2026
5 Diverse subsidies versterken 0 72.565 108.250 0 0 0 0 Geen 2024
5 Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken 0 646.300 82.000 5.000 0 0 0 Geen 2024 2026
5 Huurderscompensatie 0 350 350 0 0 0 0 Geen
Subtotaal 138.100 834.883 392.657 143.550 98.550 8.000 8.000
Totaal 9.097.506 9.316.778 7.628.966 6.119.753 5.959.187 5.440.493 5.244.660
  1. De subsidie wordt verleend uit hoofde van Europees Beleid.
  2. De subsidieregeling wordt uitgevoerd conform het Nationaal Energie Akkoord.
  3. De subsidieregeling wordt uitgevoerd conform het Klimaatakkoord.
  4. De subsidie heeft betrekking op een compensatieregeling.

Topconsortia Kennis en Innovatie

Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) zijn stichtingen die ten behoeve van de diverse topsectoren de kennis- en innovatieagenda vormgeven en laten uitvoeren. Hiertoe voeren de TKI’s programma-ondersteunende activiteiten uit gericht op het samen met de relevante bedrijven en kennisinstellingen voor hun thema programmeren van activiteiten, bouwen van PPS-consortia om innovatie vorm te geven, informeren, coördineren en enthousiasmeren van partijen om een bijdrage te leveren aan de kennis- en innovatieagenda. Eén van de instrumenten hiervoor betreft de PPS-toeslag.

De PPS-toeslag is bedoeld om privaat-publieke samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie in Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI) te stimuleren. De 12 erkende topsectoren zijn Agrifood, Tuinbouw en Uitgangsmaterialen, High Tech Systemen en Materialen (HTSM), Energie, Logistiek, Creatieve industrie, Life Sciences & Health, Chemie en Water en Maritiem; voor ICT en Biobased Economy (BBE) zijn onder regie van respectievelijk HTSM en Chemie ook Innovatiecontracten opgesteld. Het TKI BBE werkt voor drie topsectoren (Agrifood, Chemie en Energie).

Om als TKI opgenomen te worden in de begroting moet het aan de volgende criteria voldoen:

  1. Het TKI is een rechtspersoon zonder winstoogmerk die bestemd is voor het tot stand brengen en doen uitvoeren van een meerjarig onderzoeksprogramma, waarin ondernemers, publiekrechtelijke rechtspersonen en onderzoeksorganisaties participeren.
  1. Het onderzoeksprogramma vindt plaats voor gezamenlijke rekening en risico van bedrijven en onderzoeksorganisaties.
  1. De minimale omvang van het jaarlijkse onderzoeksprogramma bedraagt € 5 mln.
  1. Het onderzoeksprogramma dat het TKI voorstaat voorziet in een behoefte en is nog niet afgedekt door andere TKI’s.
  1. Bij een TKI zijn minimaal 3 ondernemingen en 3 publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties betrokken.
  1. Het is transparant en onder redelijke voorwaarden mogelijk voor bedrijven en kennisinstellingen om aansluiting te krijgen bij een TKI.
  1. Binnen een TKI is een goede vertegenwoordiging van het midden- en kleinbedrijf (MKB). Een TKI wordt dan ook geacht betrokkenheid van het MKB actief te bevorderen.
  1. De kwantitatieve inzet van private partijen binnen de TKI’s bedraagt in 2015 en verder 40%.

Periodiek wordt bezien of de TKI’s aan de voorwaarden voldoen om in de begroting opgenomen te blijven.

In 2013 is de PPS-toeslag (voorheen TKI-toeslag) geïntroduceerd. De kenmerken van de regeling zijn:

  1. De toeslag is een generiek vormgegeven instrument: grondslag van de toeslag is de private bijdrage (waarvan een beperkt aandeel in natura) aan onderzoeksorganisaties voor privaat-publieke samenwerkingsprojecten uit het meerjarig onderzoeksprogramma van de TKI en de cash-bijdrage van bedrijven aan onderzoeksopdrachten die voor het TKI onderzoeksprogramma relevant zijn.
  1. Het toeslagpercentage is 30%, voor de eerste € 20.000 per bedrijf is het percentage 40%. Voor ANBI-bijdragen geldt een toeslagpercentage van 25% tot een maximum van € 90 mln per jaar over alle topsectoren heen.
  1. De PPS- toeslag wordt ingezet in publiek private samenwerkingsprojecten van het onderzoeksprogramma van het TKI.
  1. Het onderzoek voor zowel grondslag als de inzet van PPS-toeslag betreft fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling.

Hieronder volgen de TKI’s die in aanmerking komen voor PPS-toeslag. Al deze TKI’s kunnen subsidie aanvragen voor hun programma-ondersteunende activiteiten tot maximaal € 450.000 per topsector. EZK heeft € 2 mln beschikbaar om TKI’s in staat te stellen bij te dragen aan het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid (MTIB). TKI’s kunnen subsidie ontvangen van andere departementen en mogen een deel van hun aangevraagde PPS-programmatoeslag gebruiken voor programma ondersteunende activiteiten.

Alle programma-ondersteunende activiteiten moeten direct verband houden met de jaarlijkse onderzoeksprogramma’s die met de PPS-toeslag worden ondersteund. Deze activiteiten moeten bijdragen aan de voorbereiding van de onderzoeksprogramma’s dan wel het aanvragen, besteden of verantwoorden van de PPS-toeslag. De subsidie wordt verstrekt op basis van een subsidieaanvraag met een voldoende onderbouwing van de activiteiten.

De drie TKI’s genoemd onder 10 a, b en c vormen een bij elkaar horend cluster ten behoeve van de topsector Water en Maritiem.

1 Stichting TKI Agri&Food
2 Stichting TKI Biobased Economy (BBE)
3 Stichting TKI Chemie
4 Stichting TKI CLICKNL
5 Stichting TKI Energie
6 Stichting TKI HTSM
7 Stichting Life Sciences Health – TKI
8 Stichting TKI Logistiek
9 Stichting TKI Tuinbouw en Uitgangsmaterialen
10a Stichting TKI Maritiem
10b Stichting TKI Deltatechnologie
10c Topconsortium for Knowledge and Innovation Water technology

TKI Energie

De Topsector Energie hanteert een dubbele doelstelling: zowel versterking van de energiesector als ook versnelling van de energietransitie. Daartoe zijn op grond van begrotingsartikel 4 specifieke energie-innovatiemiddelen beschikbaar. Het TKI Energie dat voor de Topsector Energie de programma-ondersteunende activiteiten uitvoert, doet ook de voorstellen voor de inzet van de energie-innovatiemiddelen. Omdat hiermee subsidiegeld gemoeid is, worden aan deze TKI hoge eisen gesteld op het punt van onafhankelijkheid, transparantie en zorgvuldigheid. Dit impliceert dat deze activiteiten niet door partijen kunnen worden uitgevoerd die (direct) baat hebben bij de uitkomsten van die activiteiten – dat zou immers de schijn van belangenverstrengeling kunnen wekken. Om het TKI goed te laten functioneren en ook een stimulerende rol te laten vervullen in het betrekken van bedrijfsleven en kennisinstellingen wordt een nader te bepalen, aanvullend subsidiebedrag beschikbaar gesteld uit artikel 2. Die extra financiering komt uit de beschikbare energie-innovatiemiddelen op artikel 4. De hoogte van die bijdrage wordt op advies van het Topteam Energie nader vastgesteld.

Bijlage 6: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda

In het kader van operatie Inzicht in Kwaliteit van het kabinet wordt het gebruikelijke overzicht met een planning van beleidsdoorlichtingen omgevormd tot een Strategische Evaluatie Agenda (SEA). Net als voorgaande twee jaren betreft 2023 nog een leerjaar met de SEA. De overgang naar een SEA is nader toegelicht in de beleidsagenda, onderdeel ‘Strategische Evaluatieagenda'.

In deze ‘Bijlage Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda’ worden de beleidsthema’s in de SEA toegelicht en nader uitgewerkt met onderliggende instrumentevaluaties. Aanvullend volgt een overzicht met overige evaluaties die niet direct onder een beleidsthema zijn te plaatsen.

Strategische Evaluatie Agenda (SEA)

De SEA is gericht op onderstaande beleidsthema’s die het merendeel van de EZK-begroting afdekken. Deels gaat het om het verbeteren van methoden van onderzoek en opzetten van monitors en deels om het verkrijgen van inzicht in effecten van belangrijke beleidsmaatregelen. In deze evaluatiebijlage wordt toegelicht welke onderliggende evaluatieplanning hiermee samenhangt. Indien in de kolom «toelichting onderzoek» geen toelichting wordt vermeld, gaat het om reguliere periodieke evaluaties. In de kolom «vindplaats» staan links naar afgeronde onderzoeken, Kamerbrieven of relevante monitors die input vormen voor vervolgonderzoek en voor het syntheseonderzoek van het beleidsthema.

Goed functionerende markten voor bedrijven en consumenten Synthese 2022 In 2021 heeft de beleidsdoorlichting van artikel 1 van de EZK-begroting plaatsgevonden. Deze is eind juni 2022 inclusief kabinetsreactie aan de Kamer aangeboden. 1 Kamerstuk 30 991, nr. 37
Toelichting met stand van inzicht:
De beleidsdoorlichting inzake beleidsartikel 1 goed functionerende economie en goed functionerende markten, waar digitalisering ook een belangrijk onderdeel van is, is afgerond en is eind juni 2022 inclusief kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. Voor enkele recente beleidsinitiatieven op het terrein van digitalisering kwam deze beleidsdoorlichting te vroeg om betrouwbare uitspraken te doen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid. Wel is waar mogelijk gereflecteerd op de stand van zaken en de manier waarop dit beleid kan worden gemonitord ten behoeve van toekomstige evaluaties.
Goed werkende (digitale) economie en markten Synthese 2027 1
Toelichting met stand van inzicht:
De beleidsdoorlichting inzake beleidsartikel 1 goed functionerende economie en goed functionerende markten is in 2022 afgerond. Een belangrijk deel van het digitale economie beleid is hierin meegenomen. Een ander deel, het ICT-innovatiebeleid, was betrokken in de beleidsdoorlichting van artikel 2 en 3 van de EZK begroting in 2020. Inmiddels is een groot deel van het digitale economie beleid samengebracht op artikel 1 van de EZK begroting. In een volgende periodieke evaluatie van beleidsartikel 1 kan het beleid van de digitale economie daarom beter worden meegenomen. Het digitale economie beleid is verwoord in de hoofdlijnenbrief EZK. In 2027 kan een synthese-evaluatie plaatsvinden op basis van onderliggende evaluaties.
Instrumentevaluaties / monitor:
Agentschapsdoorlichting Telecom overig 2020 1 Doorlichting Agentschap Telecom
Cyberweerbaarheid overig 2020 1 Cyberweerbaarheid onder zzp'ers
Evaluatie roadmap digitaal veilige hard- en software ex-post 2022 1 Kamerstuk 26 643, nr. 867
Evaluatie subsidie ECP (DE-breed) ex-post 2022 1
Evaluatie bemiddelingsdienst doven en slechthorenden ex-post 2022 1
Nulmeting Nederlandse Cybersecuritystrategie (NLCS, coordinatie JenV, WODC) ex-post 2023/2024 1
(Tussentijdse) Evaluatie Nederlandse Cybersecuritystrategie (NLCS, coördinatie JenV, WODC) ex-post 2025 1
Evaluatie Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (WIBON) ex-post 2023 1
Evaluatie Wet Ongewenste Zeggenschap Telecom (WOZT) ex-post 2023 1
Evaluatie multibandveiling 2020 en 3,5 GHz-band veiling (2023) ex-post 2024 1
Evaluatie nota frequentiebeleid ex-post 2025 1
Evaluatie innovatiebeleid digitaal ex-post 2023 Dit loopt mee in de evaluatie Missiegedreven Topsectoren en Innovatiebeleid. 1
Evaluatie van de aangewezen instanties metrologiewet ex-post 2024 1
Evaluatie van de instellingen onder de waarborgwet ex-post 2022 Betreft de vijfjaarlijkse ZBO-evaluatie. 1
Raad voor Accreditatie ex-post 2022 1 Kamerstuk 25 268, nr. 203
Autoriteit Consument en Markt (ACM) ex-post 2020/ 2021 1 Kamerstuk 25 268, nr. 195
Bijdrage Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) ex-post 2023 Deze evaluatie is vanwege beperkte capaciteit uitgesteld naar 2023. 1
De doelmatigheid en doeltreffendheid van het functioneren van het CBS ex-post 2022 Betreft de evaluatie van het CBS in de periode 2016-2020. 1 Kamerstuk 25 268, nr. 209
De doelmatigheid en doeltreffendheid van het functioneren van het CBS ex-post 2026 Betreft de evaluatie van het CBS in de periode 2021-2025. 1
Adviesgroep Gids Proportionaliteit ex-post 2022 1 Kamerstuk 34 252, nr. 23
Evaluatie Universele Postdienst ex-post 2022 1
NGF - project Nationaal onderwijslab ex-durante 2025 1
Steun- en herstelbeleid Corona Synthese 2026 Dit beleid dient ter ondersteuning en herstel van het bedrijfsleven tijdens en na Covid-19. Hierbij wordt samen opgetrokken met FIN en SZW. Ieder departement neemt de verantwoordeljikheid voor de eigen maatregelen. 2 en 3
Toelichting met stand van inzicht:
De overheid heeft meer dan 200 financiële steunmaatregelen getroffen om werkenden en bedrijven door de coronacrisis te helpen. Eind 2020 verstuurden de ministers van Financiën (FIN), Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een Kamerbrief met daarin een eerste uitwerking van de evaluatieplanning (Kamerstuk 35 420, nr. 227). Het gaat daarbij vooralsnog om een planning van de evaluaties van individuele steunmaatregelen, zoals de NOW, TOZO en TVL/TOGS. Ook bevat de brief een overzicht van de monitoringsactiviteiten. De ministeries werken de evaluatie-aanpak verder uit met behulp van enkele onafhankelijke deskundigen vanuit de wetenschap en de planbureaus. Hiernaast heeft het CPB in 2021 een eerste analyse van macro-economische effecten opgeleverd (Kamerstuk 35 420, nr. 453) en gaat het CPB in 2022 een vervolgonderzoek uitvoeren. Vooralsnog richt dit evaluatietraject zich op de kern van de steunmaatregelen: de budgettair meest omvangrijke maatregelen op het terrein van SZW, EZK en FIN die zich primair richten op baanbehoud en het steunen van ondernemers die geraakt zijn door de coronacrisis. Hieronder wordt ingegaan op de stand van kennis, kennisbehoefte en evaluatieplanning van de belangrijkste maatregelen die door EZK zijn opgesteld. Vanwege de aard van diverse EZK-coronamodules (o.a. leningen en garanties met een langere looptijd) zijn enkele evaluaties ten opzichte van de brief van december 2020 later ingepland. Hiervoor vindt tussentijdse monitoring plaats via de algemene monitor Coronamaatregelen. De evaluaties zijn ingedeeld bij het thema Steun- en herstelbeleid Corona. Kamerstuk 35 420, nr. 227 en Kamerstuk 35 420, nr. 453
Instrumentevaluaties / monitor:
Monitor Coronamaatregelen ter ondersteuning bedrijfsleven ex-durante 2020 e.v. Monitor om inzicht te krijgen in gebruikers van steunmaatregelen en een traject om de databronnen op microniveau van alle ondersteuningsmaatregelen voor bedrijven te koppelen aan het ABR van het CBS voor impact-analyses (B&I, RVO, CBS). Deze data-infrastructuur biedt de basis voor een evaluatie van het noodpakket (verwacht vanaf 2023), waarvan betrokken departementen (FIN, SZW en EZK) gebruik kunnen maken. 2 en 3 zie: Monitor Coronamaatregelen
Onderzoek overkoepelende macro-economische effecten (CPB) ex-durante 2021 Het CPB is in december 2020 door FIN (i.s.m. EZK en SZW) verzocht een analyse te maken van de macro-economische effecten van de opeenvolgende steunpakketten die door het kabinet tijdens de Coronacrisis zijn ingezet en de eerste resultaten in de zomer van 2021 te publiceren. Doel is inzicht krijgen in hoeverre de steunpakketten de economische schade van de Coronamaatregelen hebben beperkt en daarmee lessen te trekken voor de toekomst.
Specifiek is aandacht gevraagd voor de samenstelling van de steunpakketten met indien mogelijk onderscheid naar een aantal grote maatregelen zoals de TVL, NOW, TOZO en Uitstel van Belastingbetaling. Daarnaast worden de economische uitkomsten in Nederland waar mogelijk afgezet tegen de ontwikkelingen in het buitenland. Deze analyses bieden een basis voor het trekken van lessen voor de toekomst en dienen als bouwstenen voor vervolgevaluaties.
2 en 3 Kamerstuk 35 420, nr. 453
BMKB-C ex-post 2026 Ondersteunen ondernemers. Zal geëvalueerd worden tezamen met de reguliere BMKB. 2
GO-coronamodule ex-post 2025/2026 Ondersteunen ondernemers (de reguliere evaluatie in 2020 kon nog niet ingaan op de corona-module). 2
Overbruggingskredieten en aflossing met rentekorting verschaft door Qredits ex-post 2026 Ondersteunen ondernemers. Zal geëvalueerd worden tezamen met de Qredits evaluatie. 2
Corona Overbruggingslening (COL) verschaft door Regionale ontwikkelingsmaatschappijen ex-post 2026 Ondersteunen (innovatieve) ondernemers. Zal geëvalueerd worden tezamen met de ROMs evaluatie. 2
Garantieregeling Kleine Kredieten Corona ex-post 2026 Ondersteunen kleine ondernemers 2
TVL/TOGS ex-post 2023 Ondersteunen ondernemers MKB en later ook voor grote bedrijven. Zal tezamen met NOW-evaluatie van SZW geëvalueerd worden. 2 en 3
TVL Caribisch Nederland ex-post 2023 Zal tezamen met steunmaatregelen SZW geëvalueerd worden. 2
Garantieregeling evenementen ex-post 2023 Ondersteunen specifieke doelgroep 2
TOA (Time Out Arrangement) ex-post 2024/2025 Betreft een lening voor een doorstart die wordt verstrekt via Qredits. 2
Ondernemerschap Synthese 2025 2
Toelichting met stand van inzicht:
In 2020 heeft een doorlichting plaatsgevonden van artikel 2 en 3. Daarnaast heeft recentelijk ook een meta-evaluatie van het kapitaalmarktinstrumentarium plaatsgevonden. De conclusie daarbij is dat het deel van de beleidsmix dat de toegang tot kapitaalmarktfinanciering beoogt te vergroten (met garanties en kredietenfaciliteiten) er in slaagt additionaliteit bij de ondersteunde bedrijven te realiseren. Bedrijven verwerven op de kapitaalmarkt additionele financiering voor hun bedrijfsactiviteiten, die zonder overheidsondersteuning niet verworven zouden zijn. Op het terrein van de fiscale ondernemerschapsbevordering is relatief weinig bekend over de additionaliteit. Dialogic stelde eerder vast dat additionaliteit niet aannemelijk lijkt op het terrein van fiscale ondernemerschapsstimulering, in de zin dat het niet bijdraagt aan meer innovatie en ondernemersgroei. Deze instrumenten richten zich echter niet louter op innovatiebevordering, maar zijn ook bedoeld om ondernemerschap in algemene zin te bevorderen. De evaluatieplanning is er op gericht om in 2025 een nieuw synthese onderzoek te doen naar de thema’s op het gebied van ondernemerschap. Kamerstuk 32 359, nr. 4 – bijlage Innovatieve Samenleving
Instrumentevaluaties / monitor:
Borgstelling MKB Kredieten (BMKB) ex-post 2022 Dit betreft de reguliere evaluatie, exclusief corona 2 Kamerstuk 32 637, nr. 502
Borgstelling MKB Kredieten (BMKB) ex-post 2026 Zal geëvalueerd worden tezamen met BMKB-C 2
Garantiefaciliteit Ondernemersfinanciering ex-post 2020 Dit betreft de reguliere evaluatie, exclusief corona 2 Kamerstuk 35 420, nr. 154
Garantiefaciliteit Ondernemersfinanciering ex-post 2025 2
Toerisme / NBTC ex-post 2024 2
Evaluatie NFIA ex-post 2020 2 Kamerstuk 32 637, nr. 415
Evaluatie NFIA ex-post 2025 2
Fiscale regelingen gericht op bedrijfsopvolging ex-post 2022 2 Kamerstuk 35 925 IX, nr. 30
Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's) ex-post 2022 Dit betreft de reguliere evaluatie van de ROM's. Coronamaatregelen worden apart geëvalueerd, hoewel deze wel effect gehad kunnen hebben op het reguliere instrumentarium. In die hoedanigheid wordt dit wel aangestipt. 2 Kamerstuk 32 637, nr. 502
Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's) ex-post 2026 Zal geëvalueerd worden tezamen met COL. 2
Qredits ex-post 2022 Dit betreft de reguliere evaluatie, exclusief corona 2 Kamerstuk 32 637, nr. 502
Qredits ex-post 2026 Zal geëvalueerd worden tezamen met corona overbruggingskrediet starters, bestaande ondernemers en uitstel van aflossing met rentekorting. 2
Regeldruk (ATR) ex-post 2020 2 Evaluatie ATR
Regeldruk (ATR) ex-post 2024 2
Evaluatie MKB-toets ex-post 2021 2 Kamerstuk 32 637, nr. 476
Evaluatie MKB-toets ex-post 2025 2
Evaluatie MKB-(digi)werkplaatsen ex-post 2023 2
Fiscale regelingen startups ex-post 2022 2
Evaluatie Startupdelta en Techleap ex-post 2022 2
Wet op KVK ex-post 2024 2
Evaluatie Rijkscofinanciering EFRO/Interreg (2014-2020) ex-post 2024 2
Fiscale ondernemerschapsregelingen ex-post 2023 2
Groeifaciliteit ex-post 2023 2
Seed Capital regeling ex-post 2023 3
Dutch Venture Initiative ex-post 2023 3
Vroege Fase Financiering ex-post 2023 3
Agentschapsdoorlichting RVO overig 2022 1, 2, 3, 4 en 5 Doorlichting RVO
Brexit adjustment reserve ex-post 2024 2
Impulsaanpak winkelgebieden ex-durante 2024 2
Invest-NL overig 2022 2
Invest-NL overig 2027 2
Dutch Alternative Credit Instrument (DACI) ex-post 2026 3
Dutch Future Fund (DFF) ex-post 2026 3
Innovatiebeleid Synthese 2025 2 en 3
Toelichting met stand van inzicht:
In 2020 heeft een doorlichting plaatsgevonden van artikel 2 en 3. Innovatie is van groot belang voor het welzijn en de welvaart van alle Nederlanders. Het beeld dat uit de evaluaties naar voren komt over de beleidsmix van het bedrijvenbeleid bevestigt in grote lijnen het beeld dat ook al de voorgaande beleidsdoorlichting naar voren is gekomen. Van instrumenten die zich direct richten op R&D- en innovatiebevordering (Innovatiekrediet, WBSO, Innovatiebox, MIT en SBIR) is het aannemelijk dat de interventies doeltreffend zijn. Vooral voor de fiscale innovatiestimulering (WBSO) en ook voor de Innovatiekredieten zijn substantiële additionele effecten van het beleid vastgesteld. Ook van de innovatiemaatregelen die zich richten op kennisoverdracht tussen onderzoeksinstellingen en bedrijven en op publiek-private onderzoeksamenwerking (PPS, zoals de TKI’s), een kerndoel van het beleid en een belangrijk middel om innovaties tot stand te laten komen, is het aannemelijk dat ze in meer of mindere mate additionaliteit realiseren, zo laten de evaluaties zien. De evaluatieplanning is erop gericht om in 2025 opnieuw een syntheseonderzoek uit te kunnen voeren voor het thema innovatie. Kamerstuk 32 359, nr. 4 – bijlage Innovatieve Samenleving
Instrumentevaluaties / monitor:
Monitor Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid ex-durante Eerste resultaten in 2021 De Monitoring en effectmeting (M&E) van het innovatiebeleid (Innovatiehelix, voorheen het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid) is in opbouw. Op deze wijze zullen eerste data verzameld worden. Zie de voortgangsrapportage van het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid in de afgelopen jaren (Kamerstuk 33 009, nr. 102). Dit kan later input vormen voor de evaluatie-aanpak die in de «Expertcommissie Evaluatiemethoden» wordt uitgewerkt. 2 zie: Monitor Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid
Eureka / Eurostars / JTI’s ex-post 2020 2 Kamerstuk 21 501-07, nr. 1711
Ruimtevaart ex-post 2023 2
Evaluatie NSO ex-post 2022 2 Kamerstuk 24 446, nr. 77
Intellectueel Eigendomsbeleid ex-post 2023 2
Evaluatie Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid ex-post 2023 2
Innovatieprestatiecontracten (IPC) ex-post 2023 Deze evaluatie van IPC wordt in samenhang met de evaluatie MIT uitgevoerd. 2
Toegepast onderzoek; TO2-instellingen (TNO, Deltares, Marin, NLR, ECN, Wageningen Research) ex-post 2021 2 Kamerstuk 32 637, nr. 453
Evaluatie subsidieregeling Instituten voor toegepast onderzoek (TO2-regeling) ex-post 2022 2
Innovatiebox ex-post 2023 In samenwerking met FIN; FIN heeft het voortouw. 2
Fundamenteel en toegepast onderzoek ex-post 2023 3
Innovatiekrediet ex-post 2023 3
PPS-toeslag (voorheen TKI-toeslag) ex-post 2021 2 Kamerstuk 33 009, nr. 101
NWO ex-post 2020 Betreft een algemene evaluatie van NWO door OCW. 2 Kamerstuk 29 338, nr. 221
NWO-TTW ex-post 2022 Betreft specifiek het EZK-gefinancierde deel NWO-TTW 2
Evaluatie MIT ex-post 2023 Deze evaluatie van MIT wordt in samenhang met de evaluatie IPC. 2
WBSO ex-post 2024 2
SBIR overig 2024 2
Deep Tech Fund ex-post 2027 3
IPCEI Microelektronica II (ME2) ex-post 2027 2
IPCEI Cloud Infrastructuur en Services (CIS) ex-post 2027 2
NGF - project AiNed bijdrage EZK ex-post 2028 Betreft een projectevaluatie als onderdeel van het Nationaal Groeifonds (NGF) 2
NGF - project QuantumDeltaNL bijdrage EZK ex-post 2028 Betreft een projectevaluatie als onderdeel van het Nationaal Groeifonds (NGF) 2
NGF - project RegMed XB bijdrage EZK ex-post 2029 Betreft een projectevaluatie als onderdeel van het Nationaal Groeifonds (NGF) 2
NGF - project Groenvermogen ex-post 2030 Betreft een projectevaluatie als onderdeel van het Nationaal Groeifonds (NGF) 2
NGF - project Health RI ex-post 2029 Betreft een projectevaluatie als onderdeel van het Nationaal Groeifonds (NGF) 2
NGF - project Oncode-PACT ex-post 2030 Betreft een projectevaluatie als onderdeel van het Nationaal Groeifonds (NGF) 2
NGF - project Groenvermogen II ex-post 2030 Betreft een projectevaluatie als onderdeel van het Nationaal Groeifonds (NGF) 2
Expertcommissie evaluatiemethoden (Theeuwes 2.0) Overig: Ontwikkeling evaluatie-aanpak 2022 Als vervolg op de aanbevelingen van de beleidsdoorlichting van het bedrijvenbeleid. Onderzoek staat in het teken van een doorontwikkeling en aanvulling van bestaande evaluatiepraktijk met evaluatieaanpakken die kunnen worden benut voor systeem- en transitie-evaluaties, zoals het missiegedreven innovatiebeleid (inclusief de bijdrage hieraan van de topsectoren) en het CO2-reductiebeleid. 1/2/3/4
Toelichting met stand van inzicht:
In 2012 verscheen het eindrapport van de expertcommissie onder leiding van wijlen prof. Jules Theeuwes. De commissie, ingesteld op initiatief van het Ministerie van Economische Zaken, verzamelde Nederlandse evaluatie-experts en adviseerde het departement over de vraag op welke wijze en met welke concrete evaluatiemethoden de instrumenten van het Nederlandse innovatie- en bedrijvenbeleid het beste konden worden geëvalueerd.1
De afgelopen jaren zijn de aanbevelingen van de commissie Theeuwes de leidraad geweest bij alle evaluaties die bij EZK zijn uitgevoerd in het kader van het bedrijvenbeleid.2
In 2020 verscheen een geactualiseerd overzicht van alle uitgevoerde evaluaties (2014-2019) als onderdeel van een integrale beleidsdoorlichting van het bedrijvenbeleid. De Theeuwes-aanpak heeft de evaluatiepraktijk bij EZK aanzienlijk vooruit geholpen, maar ook bleek, zoals de commissie zelf al had voorzien, dat de aanpak niet voor alle types van beleidsinterventies feitelijk toepasbaar is.3
Voor instrumentevaluaties (met één interventie, één gebruiker en één helder omschreven en meetbaar doel) is de aanpak een deugdelijke evaluatiestandaard en zijn -onder voorwaarden- kwantitatieve methoden toepasbaar. Echter, voor systeemevaluaties en transitievraagstukken ontbreekt echter een dergelijke «gouden» standaard en staat de methodeontwikkeling, ook internationaal, nog in de kinderschoenen. Met de evaluatie van de topsectorenaanpak is daarmee door EZK een begin gemaakt, maar er is behoefte aan de ontwikkeling van een nieuwe (internationale) evaluatiestandaard voor dit type van evaluaties.4
De hierboven genoemde Expertcommissie wordt gevraagd:
* Een visie te ontwikkelen op de hierboven geschetste evaluatiepraktijk en -strategie van EZK.
* Een overzicht te bieden van de wetenschappelijk beschikbare evaluatiemethodieken voor uiteenlopende beleidsvraagstukken in het innovatiebeleid (actoren, netwerken, systemen, transities, publieke belangen). Het betreft hier zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzoeksmethoden (of een slimme combinatie daarvan) waarmee betrouwbaar de effectiviteit van beleid inzichtelijk kan worden gemaakt. Daarbij wordt gevraagd ook aandacht te besteden aan de rol van monitoring bij evaluatie en aan de legitimiteit van overheidsingrijpen (marktfalen, systeemfalen en transitiefalen).
* Advies te geven voor een concrete evaluatie-aanpak bij in ieder geval de volgende beleidsinterventies (voorlopige groslijst):
-       Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid;
-       Transitieprogramma verduurzaming energie-intensieve industrie;
-       Evaluatie van het CO2-reductiebeleid (Klimaatbeleid).
  1. Eindwerkgroep Effectmeting, 2012, Durf te meten, Den Haag
  2. Zie MeJudice, september 2017
  3. Beleidsdoorlichting artikelen 2 en 3 van de EZK-begroting. Doeltreffendheid en doelmatigheid instrumenten bedrijvenbeleid: Een overzicht op basis van de meest recente evaluaties (zie Kamerstuk 32 359, nr. 4 – bijlage Innovatieve Samenleving).
  4. Zie: Evaluatie TopsectorenAanpak, 2017.
Lerende evaluatie Klimaatbeleid Synthese 2024 De Klimaatwet bepaalt dat iedere vijf jaar een herijking van de opgave plaatsvindt op basis van een evaluatie. Er is voor gekozen om dit te doen via een «lerende evaluatie» (zie: Kamerstuk 32 813, nr. 901). In deze lerende evaluatie worden in 2022 in samenspraak met betrokken partijen de scope en evaluatievragen gespecificeerd en wordt dit vervolgens in 2023 en 2024 uitgevoerd. Jaarlijks wordt bij de Klimaatnota gerapporteerd over de uitvoering van de lerende evaluatie. In 2027 is bovendien een ex-post/ex-durante evaluatie van het Klimaatfonds ingepland. 4
Toelichting Lerende evaluatie Klimaatbeleid:
De Monitoring & Evaluatie van het Klimaatbeleid liep mee als pilot in de operatie Inzicht in Kwaliteit om het Rijksbrede belang te benadrukken, én een buitenboordmotor te hebben die nodig is om de komende jaren te komen tot een lerende evaluatiestructuur die beleid voorziet van resultaten op het moment dat de vaste momenten in de beleidscyclus (Klimaatwet, INEK) daarom vragen.
In het Klimaatplan is opgenomen dat het kabinet een evaluatieplan voor het nationaal klimaatbeleid ontwikkelt. De (opbouw van de) monitor en de beleidstheorie daarachter, vormen de basis voor de evaluatie. De lerende evaluatie is een aanvulling op de monitor, de specifieke instrumentevaluaties van betrokken departementen en de meer ex ante ingerihte analyses zoals de KEV van PBL. Uitkomsten van de monitor, specifieke instrumentevaluaties en analyse worden indien relevant meegenomen in de lerende evaluatie. Beoogd is dat voorafgaand aan het nieuwe Klimaatplan in 2024 een lerende evaluatie van het Klimaatbeleid kan plaatsvinden, waarbij maximaal gebruik wordt gemaakt van afzonderlijke evaluaties in voorafgaande jaren. Reeds geplande relevante evaluaties in sectoren Gebouwde Omgeving, Landbouw & Landgebruik en Mobiliteit zijn weergegeven op de SEA’s/evaluatieplanningen van respectievelijk BZK, LNV en IenW. De relevante evaluaties op de begroting van EZK voor de sectoren Elektriciteit en Industrie zijn:
Instrumentevaluaties sector Elektriciteit en Industrie:
Monitor Klimaatbeleid ex-durante 2020 e.v. Bij de Klimaatnota 2021 verscheen voor de tweede keer de Monitor Klimaatbeleid en werd het Dashboard Klimaatbeleid gelanceerd. Het Dashboardbiedt jaarlijks een objectief inzicht in de voortgang van het beleid in het Klimaatplan (dat voor een belangrijk deel is bepaald door het Klimaatakkoord). 2 en 4 Kamerstuk 32 813, nr. 901
Studiegroep Invulling Klimaatopgave Green Deal ex-ante/ex-durante 2021 Ambtelijke studiegroep die vanuit een brede blik analyseert wat de gevolgen van een aangescherpte Europese reductiedoelstelling is voor 2030 en wat vanuit Nederland mogelijke strategieën zijn om hier invulling aan te geven. 4 Kamerstuk 32 813, nr. 664
Fiscale regelingen Energiebelasting ex-post 2021 In samenwerking met FIN; FIN heeft het voortouw. 4 Kamerstuk 31 239, nr. 330
Evaluatie Opslag Duurzame Energie ex-post 2021 Evaluatie en toekomstverkenning ODE 4 Kamerstuk 30 196, nr. 752
Monitor RES 1.0 (Regionale Energie Strategie) ex-durante /ex-post 2021 / 2023 PBL monitort de voortgang van de RES’en. In de Monitor wordt gereflecteerd op de stand van zaken rond de RES 1.0. PBL analyseert of met de voorstellen van de 30 energieregio’s het doel van 35 terawattuur (TWh) kan worden bereikt, en kijken daarbij naar de ontwikkelingen rond de thema’s ruimtelijke inpassing, maatschappelijk draagvlak en capaciteit van het elektriciteitsnetwerk. PBL monitor 2.0 is naar verwachting eind 2023 gereed. 4 Kamerstuk 32 813, nr. 956
Evaluatie SDE+ ex-post 2022 4 Kamerstuk 31 239, nr. 343
Evaluatie TSE-Mooi/DEI+/HER ex-post 2022 4
Evaluatie Energie Investeringsaftrek (EIA) ex-post 2023 In samenwerking met FIN; EZK heeft het voortouw. 4
Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) ex-post 2025 4
Evaluatie SDE++ ex-post 2023 Bij de SDE++ staat het doel van ca. 60% emissiereductie in 2030 en kosteneffectiviteit om dit doel te bereiken centraal. De SDE++ is het belangrijkste subsidie-instrument om dit klimaatdoel te halen. 4
Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE) ex-post 2026 4
Sectorevaluatie CO2-reductieaanpak energie-intensieve Industrie ex-ante 2021 Hierbij is aangesloten bij een door de OECD uit te voeren onderzoek in 2020/21 voor EZK en DG Reform van de Europese Commissie naar het Nederlandse CO2- reductiebeleid voor de Nederlandse industrie (informele ex-ante beleidsdoorlichting). 2 en 4 Policies for a climate-neutral industry; lessons from the Netherlands
Evaluatie Regeling Indirecte kostencompensatie ETS (IKC-ETS) ex-post 2022/2023 2 en 4
Speelveldtoets impact klimaatbeleid industrie overig 2023 2 en 4
Evaluatie Subsidie Versnelde Klimaatinvesteringen Industrie (VEKI) ex-post 2024 2
Evaluatie minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking ex-post 2024/2025 In samenwerking met FIN; EZK heeft het voortouw. Binnen 3 jaar na inwerkingtreding is er een evaluatie van de wet (maart 2022 inwerking getreden); dit is wettelijk vastgelegd. Voor het belastingplan 2024 is er een tussenevaluatie die alleen naar het prijspad van de wet kijkt (zie Kamerstuk 35 216, H). 4
Evaluatie nationale CO2-heffing industrie ex-post 2024 In samenwerking met FIN; EZK heeft het voortouw. 2 en 4
MKB-impacttoets overig 2020 4 Kamerstuk 32 637, nr. 423
Evaluatie Klimaatfonds ex-post/ex-durante 2027 In het wetsvoorstel Klimaatfonds wordt voorgesteld dat de Minister binnen vier jaar na de inwerkingtreding van deze wet een evaluatieverslag uitbrengt over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk. Het plan is om al in 2026 een integrale evaluatie te laten plaatsvinden die in 2027 wordt afgerond. Met deze van andere fondsen afwijkende evaluatietermijn kunnen de inzichten uit de evaluatie nog worden gebruikt voor de begrotingen van 2028 tot en met 2030. In deze integrale evaluatie staat het functioneren van het fonds als geheel centraal, bijvoorbeeld de zorgvuldigheid van het besluitvormingsproces. Daarbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de systematiek van evaluatie van het klimaatbeleid en de Strategische Evaluatie Agenda (SEA). 4
Evaluaties van herziening in regelgevend kader (o.a. Energiewet en Warmtewet) Synthese 2029 Betreft synthese van evaluaties van gewijzigde Elektriciteit- en gaswet en Warmtewet. 4
Toelichting met stand van inzicht:
De nieuwe Energiewet (wetsvoorstel tot vervanging van de Elektriciteit en Gaswet) is in voorbereiding. Deze wet zal naar alle waarschijnlijkheid vijf jaar na inwerkingtreding (ca. 2024) geëvalueerd worden. Dit zal waarschijnlijk in 2029 gebeuren. Ook de nieuwe Warmtewet (Wet Collectieve Warmtevoorziening) is nog in voorbereiding en zal naar verwachting medio 2024 in werking treden. Deze wet zal net als de Energiewet naar alle waarschijnlijkheid vijf jaar na inwerkingtreding geëvalueerd worden.
Instrumentevaluaties / monitor:
Evaluatie N-1 (Besluit uitvalsituaties hoogspanningsnet) ex-post 2022 4
Evaluatie totstandkoming toetsing Investeringsplannen landelijke netbeheerders ex-post 2022 4
Derde structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV III) overig 2020 4 Kamerstuk 31 239, nr. 317
Evaluatie Regeling gebiedsaanwijzing gasaansluitplicht ex-post 2020 4 Kamerstuk 34 627, nr. 51
Tussenevaluatie Regeling Duurzame Scheepsbouw overig 2023 4
Evaluatie Besluit experiment afwijken van de Elektriciteitswet 1998 voor decentrale opwekking van duurzame elektriciteit overig 2021 4 Kamerstuk 31 239, nr. 335
Voortzetting gaswinning uit kleine velden op zee en op land overig 2020 4 Kamerstuk 35 462, nr. 3
Evaluatie Rekenmeesterfunctie en Socio-economisch Energieonderzoek overig 2020 4 Evaluatie Rekenmeesterfunctie en Socio-economisch Energieonderzoek
Expertisecentrum Warmte ex-post 2021 4 Het Expertise Centrum Warmte is geëvalueerd - Expertise Centrum Warmte
Evaluatie EBN ex-post 2022 4
WarmtelinQ ex-post 2024 4
Garantieregeling Geothermie ex-post 2023 4
Vulmaatregelen gasopslag ex-post 2023 4
IPCEI waterstof ex-post 2025/2026 4
Evaluatie Energiewet ex-post 2029 4
Evaluatie Wet collectieve warmtevoorziening ex-post 2029 4
Een veilig Groningen met perspectief Overig 2023 Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen 5
Toelichting met stand van inzicht:
In verband met de parlementaire enquête aardgaswinning Groningen is de geplande beleidsdoorlichting komen te vervallen. De parlementaire enquêtecommissie die onderzoek gaat doen naar de aardgaswinning in Groningen is op 11 februari 2021 ingesteld. De commissie voert haar werkzaamheden uit op basis van een onderzoeksvoorstel (Kamerstuk 35 561, nr. 2) dat op 9 februari 2021 is goedgekeurd door de Tweede Kamer. Kamerstuk 35 561, nr. 2
Instrumentevaluaties / monitor:
Evaluatie Tijdelijke wet Groningen (inclusief Instituut Mijnbouwschade Groningen) ex-post 2022 5
Evaluatie Commissie Bijzondere Situaties door Kennisplatform Leefbaar en Kansrijk Groningen ex-post 2022 5 Kamerstuk 35 529, nr. 1037
Waardevermeerderingsregeling i.c.m. schademeldingen ex-post 2023 Regeling loopt nog en is verlengd tot oktober 2022; evaluatie is doorgeschoven naar 2023. 5
Woonbedrijf ex-post 2023 5
Subsidieregelingen Bestuurlijke afspraken ex-post 2024 5

Meerjarenplanning van overige geplande evaluaties/doorlichtingen die niet of deels onder voornoemde thema's vallen:

Agentschapsdoorlichting AT overig 2020 1, 4 Doorlichting Agentschap Telecom
Agentschapsdoorlichting DICTU overig 2022 40
Agentschapsdoorlichting NEa overig 2022 4
Agentschapsdoorlichting RVO overig 2022 1,2,3,4 en 5 Doorlichting RVO
Evaluatie ZBO's: Zie planning in bijlage 1: ZBO's en RWT's

Bijlage 7: Rijksuitgaven Caribisch Nederland

Ter uitvoering van de motie Hachchi c.s. (Kamerstuk 33 000 IV, nr. 28,) brengen departementen reeds langer in kaart welke uitgaven zij doen ten behoeve van Caribisch Nederland, uitgesplitst per beleidsartikel en per instrument. Voor zover die uitgavenreeksen de € 1 mln te boven gaan, maken de departementen deze in een aparte regel (regeling onder een instrument) expliciet zichtbaar in de tabel budgettaire gevolgen van beleid en de bijbehorende toelichting. Bedragen onder de € 1 mln hoeven niet apart zichtbaar te worden gemaakt in de budgettaire tabel, hierbij volstaat een toelichting.

Naar aanleiding van de voorlichting van de Afdeling Advisering van de Raad van State (RvS) en het Interdepartementale Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (IBO) heeft het kabinet besloten het overzicht Rijksuitgaven (ten behoeve van) Caribisch Nederland uit te breiden (Kamerstuk 35 300 IV, nr. 11). Ter uitvoering hiervan dient deze bijlage waarin alle uitgavenreeksen van het Ministerie van EZK ten behoeve van Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba ofwel BES-eilanden) worden opgenomen, ongeacht de hoogte van de uitgaven. Uitgaven aan de landen Curaçao, Sint Maarten en Aruba worden hierin niet opgenomen.

2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027
Totaal uitgaven 62.177 33.227 15.988 9.218 9.193 9.193 9.193
Artikel 1 Goed functionerende economie en markten 3.541 4.251 4.151 4.151 4.151 4.151 4.151
Subsidies (regelingen) Rijk structureel 2.890 3.600 3.500 3.500 3.500 3.500 3.500
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s Rijk structureel 651 651 651 651 651 651 651
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei 26.332 1.356 1.193 923 898 898 898
Opdrachten Rijk structureel 501 1.256 1.093 823 798 798 798
Subsidies (regelingen) Rijk (2020) eilandelijk incidenteel (2020) structureel 25.831 100 100 100 100 100 100
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering 32.304 27.620 10.644 4.144 4.144 4.144 4.144
Subsidies (regelingen) Rijk structureel/ incidenteel 32.304 27.620 10.644 4.144 4.144 4.144 4.144

Artikel 1 Goed functionerende economie en markten

De subsidie vanuit artikel 1 van de EZK begroting heeft te maken met de Rijkstaak om de Telecom/Internet aansluiting betaalbaar te maken en te behouden. De subsidie betreft 25 USD per aansluiting per maand voor Bonaire en 35 USD voor Eustatius en Saba en is structureel.

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Het Rijk reserveert sturctureel circa € 1 mln aan uitgaven voor diverse opdrachten op Caribisch Nederland. Hieronder valt onder andere de Rijkstaak voor aanvullend statistisch onderzoek door het CBS en projecten op het terrein van arbeidsmarkt en ondernemerschap. Hiermee worden verschillende indicatoren gemeten waardoor beleid doeltreffender kan worden opgesteld. Verder verstrekt het Rijk structrueel subsidies voor circa € 100.000 aan KvK op de BES-eilanden. In 2021 is onder de subsidies ook de bijdrage opgenomen voor coronamaatregelen als Tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 (TOGS) en Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) Caribisch Nederland.

Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

De bijdrage op dit artikel heeft betrekking op de Rijkstaak om de energievoorziening op de eilanden van Caribisch Nederland te borgen. Dit doet het Ministerie van EZK zowel via structurele subsidies, zodat de netbeheertarieven op hetzelfde niveau zijn als in het Europese deel van Nederland, als via incidentele subsidies. Deze incidentele subsidies waren in 2020 en 2021 In het kader van het corona-herstelpakket erop gericht de netbeheertarieven op Caribisch Nederland in 2020 en 2021 naar 0 te brengen. Daarnaast heeft in 2021 een incidentele storting in het eigen vermogen van de beleidsdeelneming Bonaire Brandstof Terminals (BBT) plaatsgevonden. Voor 2022 en 2023 worden incidentele subsidies in de verduurzaming van de elektriciteitsopwekking op Saba en Sint-Eustatius voorzien.

Bijlage 8: Nationaal Groeifondsprojecten EZK

Deze bijlage bevat financiële informatie en een beknopte toelichting van de stand van zaken van de NGF-projecten die onder verantwoordelijkheid van EZK vallen. Voor de inhoudelijke rapportage over de voortgang van alle NGF-projecten zie de voortgangsrapportage van de beoordelingsadviescommissie.

In 2022 hebben twee nieuwe investeringsvoorstellen van EZK op het terrein van Onderzoek, ontwikkeling en innovatie een directe toekenning gekregen: Oncode-PACT en Groenvermogen II (vervolg op GroenvermogenNL). De reeds lopende voorstellen AiNed, QuantumDeltaNL en RegMed XB ontvingen na positief advies van de commissie toekenning voor vervolgfinanciering. De directe toekenningen van NGF-voorstellen dienen parlementair geautoriseerd te worden, pas daarna kan EZK overgaan tot formele subsidieverstrekking. Deze autorisatie gebeurde voor deze voorstellen per 1e suppletoire begroting 2022. Tevens hebben twee nieuwe investeringsvoorstellen van EZK op het terrein van Onderzoek, ontwikkeling en innovatie een definietieve toekenning gekregen. Dit betreft NXTGEN HIGHTECH en Nieuwe Warmte Nu!. Het project Circulaire Plastics is deels definitief toegekend en deels voorwaardelijk. Het streven is dat de middelen voor deze voorwaardelijke toekenning later worden omgezet naar een directe toekenning en daarmee op de departementale begroting komen.

Totaal Uitgaven NGF-projecten EZK-begroting 9.400 137.555 466.300 207.908 134.796 58.982 25.383 1.183 0 0 1.040.324
Totaal Ontvangsten NGF-projecten EZK-begroting
Subtotaal NGF-project AiNed 0 13.600 29.800 52.000 38.700 21.400 5.000 0 0 0 160.500
Uitgaven beleidsartikel 1 Subsidies 0 13.600 29.800 52.000 38.700 21.400 5.000 0 0 0 160.500
Subtotaal NGF-project QuantumDeltaNL 0 67.800 80.900 77.100 29.000 8.100 19.100 0 0 0 282.000
Uitgaven beleidsartikel 2 Subsidies 0 67.800 80.900 77.100 29.000 8.100 19.100 0 0 0 282.000
Subtotaal NGF-project RegMed XB 9.400 20.900 9.783 6.634 5.533 1.584 1.283 1.183 0 0 56.300
Uitgaven beleidsartikel 2 Subsidies 9.400 20.900 9.783 6.634 5.533 1.584 1.283 1.183 0 0 56.300
Subtotaal NGF-project Groenvermogen van de Nederlandse economie 0 9.795 268.179 16.142 14.142 14.142 0 0 0 0 322.400
Uitgaven beleidsartikel 2 Subsidies 0 9.795 268.179 16.142 14.142 14.142 0 0 0 0 322.400
Subtotaal NGF-project Health-RI 0 10.000 12.000 0 0 0 0 0 0 0 22.000
Uitgaven beleidsartikel 2 Subsidies 0 10.000 12.000 0 0 0 0 0 0 0 22.000
Subtotaal NGF-project Onderwijslab AI 0 5.460 5.638 6.032 6.421 13.756 6.596 0 0 0 43.903
Uitgaven beleidsartikel 1 Subsidies 0 5.460 5.638 6.032 6.421 13.756 6.596 0 0 0 43.903
Subtotaal NGF-project Oncode-PACT 0 10.000 60.000 50.000 41.000 0 0 0 0 0 161.000
Uitgaven beleidsartikel 2 Subsidies 0 10.000 60.000 50.000 41.000 0 0 0 0 0 161.000
Subtotaal NGF-project Circulaire Plastics 0 0 48.970 35.030 20.000 15.000 5.000 0 0 0 124.000
Uitgaven beleidsartikel 2 Subsidies 0 0 48.970 35.030 20.000 15.000 5.000 0 0 0 124.000
Subtotaal NGF-project NXTGEN HIGHTECH 0 0 50.805 92.526 91.607 78.676 59.101 38.981 27.619 10.685 450.000
Uitgaven beleidsartikel 2 Subsidies 0 0 50.805 92.526 91.607 78.676 59.101 38.981 27.619 10.685 450.000
Subtotaal NGF-project Nieuwe Warmte Nu! 0 0 75.000 75.000 50.000 0 0 0 0 0 200.000
Uitgaven beleidsartikel 2 Subsidies 0 0 75.000 75.000 50.000 0 0 0 0 0 200.000

Toelichting

AiNed

AiNed is een investeringsprogramma om het potentieel van artificiële intelligentie (AI) voor de Nederlandse economie en samenleving te benutten. Voor fase 1 van AiNed (€ 44 mln) worden in 2022 o.a. projecten toegekend op basis van een AI compartiment binnen de EU Key Digital Technologies (KDT) call. Ook is een call in voorbereiding om in 2023 AI-onderzoekslabs te ondersteunen voor het ontwikkelen en toepassen van mensgerichte AI. Voor kennisdeling tussen de labs is een netwerkproject gestart.

De voorbereiding van fase 2 van AiNed (€ 116,5 mln) is voortvarend opgepakt. Zo komt er in 2023 een call voor het onderdeel Applied AI Learning Communities om MKB-bedrijven te helpen bij AI-vraagstukken met ondersteuning van MBO, HBO en universiteiten. Medio 2022 start een pilotprogramma ter voorbereiding van die call. Ook is in 2022 een AI-call uitgevoerd binnen de MIT-regeling voor R&D-samenwerkingsprojecten met MKB-bedrijven, waarvan de ervaring wordt meegenomen bij een call in 2023. Begin 2023 wordt een voorstel gedaan om een reeds voorwaardelijk toegekende reeks van € 44 mln, onvoorwaardelijk toegekend te krijgen.

QuantumDeltaNL

Het voorstel QuantumDeltaNL (€ 54 mln toegekend in 2021) richt zich op het versterken van het Nederlandse quantum ecosysteem, door te investeren in (1) quantumcomputers, (2) quantumnetwerken en (3) quantumsensoren. Quantum is een ontwikkelende technologie die disruptief kan zijn op het gebied van rekenkracht en daarmee voor nieuwe verdienmodellen en oplossingen voor maatschappelijke problemen kan zorgen. Door quantumtechnologie kunnen er in de toekomst mogelijk veel veiligere netwerken en communicatie tot stand worden gebracht. In 2023 zal verder worden gewerkt aan onder meer de ontwikkeling van de quantumcomputer (Kat-1), een quantumnetwerk (Kat-2), het quantumsensoren programma (Kat-3) en diverse activiteiten, zoals de onderzoekscall, valorisatieactiviteiten en House of Quantum, Talent & Learning Centers en Nationaal Living Lab.

Op basis van de eerste rapportage over de voortgang van fase 1 en het invulling geven aan de voorwaarden gesteld door de Adviescommissie NGF voor wat betreft de omvorming van de governance van Stichting QuantumDeltaNL, de uitrol van de internationale strategie en een strategie voor intellectueel eigendom is inmiddels fase 2 van dit programma (€ 228 mln) definitief toegekend. De subsidieaanvraag voor fase 2 wordt in 2022 ingediend door Stichting QuantumDeltaNL. Het streven is om in 2023 van start te gaan met de activiteiten.

RegMed XB

Het project RegMed XB investeert in de bouw van een landelijke regeneratieve geneeskunde-pilotfabriek met gespecialiseerde locaties (pilotlijnen) voor de verdere ontwikkeling van regeneratieve geneeskunde. Regeneratieve geneeskunde is erop gericht nieuwe behandelingen te ontwikkelen die slim gebruik maken van het zelfherstellend vermogen van ons lichaam. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van gen-, cel- en weefseltherapieproducten. Het doel van RegMed XB is enerzijds om op lange termijn chronische ziekten te kunnen voorkomen of genezen, en anderzijds het Nederlandse bedrijfsleven in staat te stellen om innovatieve producten en processen te ontwikkelen en in te spelen op een sterk groeiende buitenlandse markt. Eind 2021 heeft EZK de eerste subsidies (totaal € 23 mln) voor het programma verleend. Begin 2022 is na een positief gesprek met de Adviescommissie NGF de voorwaardelijke toekenning voor de tweede tranche (€ 33,3 mln) omgezet naar een definitieve toekenning. Hierdoor kan er in totaal € 56,3 mln worden verplicht. In 2022 komt hierdoor nog eens € 7,3 mln beschikbaar voor dit project wat het totaal budget voor 2022 op € 19 mln uitkomt. In 2023 is € 9,8 mln beschikbaar.

In 2023 zal verder worden gewerkt aan verschillende onderdelen: het Nederlands Center for the Clinical Advancement of Stem cell and Gene Therapies (NECSTGEN) in Leiden, faciliteiten en apparatuur voor het produceren van hydrogelen en implantaten in Noord-Brabant (SBMC), de inrichting van de faciliteit en pilotlijn in Maastricht (ReGEN Biomedical) en het Innovation Center for Advanced Therapies (ICAT) in Utrecht.

Groenvermogen van de Nederlandse economie

Het voorstel Groenvermogen van de Nederlandse economie investeert in een groen-waterstof-ecosysteem bestaande uit (1) klein- en grootschalige demonstratieprojecten, (2) grootschalige pilotprojecten en innovaties in de waardeketens chemie, vliegtuigbrandstoffen, staal en kunstmest (3) een R&D-programma en (4) een human capital programma. Het doel van het voorstel is om toepassingen van groene waterstof en groene chemie in o.a. de chemie, transport en zware industrie versneld mogelijk te maken door innovatie en kostenreductie. Daarmee kan het voorstel ook een waardevolle bijdrage leveren aan de overgang naar een CO2-neutrale samenleving. Uit groeifondsronde 1 werd in 2021 € 338 mln beschikbaar gesteld voor R&D, human capital en kleine demonstratieprojecten (€ 73 mln in de vorm van een toekenning; € 265 mln in de vorm van een reservering). In ronde 2 van het groeifonds is nog eens € 500 mln beschikbaar gesteld (€ 250 mln directe toekenning, € 250 mln voorwaardelijke toekenning) voor de opschaling en toepassing van technologie op industrieel relevante schaal (GroenvermogenII). Groenvermogen I en II kennen dezelfde governance en vormen samen het programma «GroenvermogenNL» (https://groenvermogennl.org/).

In 2022 gaan alle onderdelen van GroenvermogenNL van start, waaronder een regeling voor kleinschalige demonstratieprojecten, het R&D-programma via sandpit-procedures en het HCA-programma. In 2023 volgt naar verwachting een openstelling van de tender (€ 500 mln, max € 125 mln per project) voor opschaling en grootschalige toepassing. Tevens zal in 2023 de eerste nationale GroenvermogenNL-conferentie worden georganiseerd en kunnen de eerste R&D-consortia van start.

Health-RI

Het voorstel Health-RI investeert in (1) de ontwikkeling van een geïntegreerde, nationale gezondheidsdata- en onderzoeks­infrastructuur, (2) het wegnemen van sociale en organisatorische belemmeringen door middel van een afsprakenstelsel, en (3) een centraal punt voor data-uitgifte. Het doel is om innovatie in de life sciences and health-sector te stimuleren door data van Nederlandse ziekenhuizen en zorgorganisaties, kennisinstellingen, organisaties in de publieke gezondheid, patiëntenorganisaties, gezondheidsfondsen en bedrijven te standaardiseren en met elkaar te verbinden. Het voorstel richt zich op het delen en gebruiken van (onderzoeks)data. Begin 2022 heeft EZK een subsidie van € 22 mln verleend aan het NGF-project Health-RI (fase 1).

Health-RI zal in 2023 verder werken aan de ontwikkeling van de infrastructuur binnen de drie actielijnen: het ontwikkelen en implementeren van nationale afspraken, het bouwen van een geïntegreerde gezondheidsdata-infrastructuur en het faciliteren van het daadwerkelijke gebruik van de Health-RI data-infrastructuur. Daarnaast zal Health-RI in 2023 in gesprek gaan met de Adviescommissie NGF over de gestelde voorwaarden van de reservering van € 47 mln.

Nationaal Onderwijslab AI

Het voorstel Nationaal Onderwijslab AI (NOLAI) investeert in de ontwikkeling van intelligente onderwijsinnovaties die gericht zijn op de verbetering van de kwaliteit van het primair en voortgezet onderwijs. Ook zal het NOLAI inzichtelijk maken wat de pedagogische, maatschappelijke en sociale consequenties van digitale onderwijsinnovaties zijn. Het NOLAI zal uit twee onderdelen bestaan: 1) Co-creatieprogramma: in co-creatie met PO- en VO-scholen, wetenschappers en het bedrijfsleven ontwikkelen van intelligente educatieve technologieën en 2) Wetenschappelijk en Teachers in Residence programma brengt het brede perspectief op kansen en risico’s van intelligente educatieve technologieën, met borging van publieke waarden en human-centric AI. Het NOLAI zal van start gaan met de eerste co-creatieprojecten vanaf september 2022. De eerste resultaten worden in 2023 verwacht. Per jaar is er ruimte voor ongeveer 16 co-creatieprojecten. De planning is als volgt:

  1. Fase 0: Inrichten (tot september 2022) Inrichten van het NOLAI als organisatie om september 2022 van start te gaan;
  2. Fase 1: Opstarten (september 2022 – september 2024) Opstarten van eerste co-creatieprojecten en voorbereiden van de opschalingsvraag;
  3. Fase 2: Doorgroeien (september 2024 – september 2027) Afronden eerste co-creatieprojecten, draaien op volle capaciteit en aansluiten op opschalingsactiviteiten;
  4. Fase 3: Oogsten (september 2027 – september 2032) Draaien op volle capaciteit, aansluiten op opschalingsactiviteiten, voorbereiden op het gewenste toekomstscenario.

Oncode-PACT

Het project Oncode-PACT innoveert het preklinische ontwikkelproces van kankermedicijnen. Het project bouwt op vier pijlers die samen een ‘virtuele’ preklinische ontwikkelmachine vormen. In deze machine worden bestaande expertise, faciliteiten en proposities ontsloten en opgeschaald, wordt het ontwikkelproces geïnnoveerd door AI, organoïde-technologie en goed gedefinieerde patiëntcohorten toe te voegen en wordt de werkzaamheid van de machine aangetoond middels demonstratieprojecten. Het doel van Oncode-PACT is om kandidaat-kankermedicijnen sneller en goedkoper te ontwikkelen. Door het oncologie ecosysteem voor de lange termijn te versterken zal nieuwe bedrijvigheid in Nederland ontstaan. Het project Oncode-PACT heeft een directe toekenning van € 161 mln ontvangen en een voorwaardelijke toekenning van € 164 mln. Hiervan is in 2023 € 60 mln beschikbaar.

In 2023 zullen de vier pilaren van Oncode-PACT (ontwerp en montage, opschaling, innovatie en demonstratie) parallel aan elkaar en in samenhang worden ontwikkeld. De preklinische ontwikkelmachine zal worden gebouwd en in gebruik worden genomen en de drie technologieplatforms zullen worden ontworpen.

Circulaire Plastics

Het project beoogt circulaire plasticsketens te verstevigen en op te schalen. Deze ketens zijn vereist om negatieve milieueffecten zoals broeikasgasemissies, plastic afval en vervuiling met microplastics te minimaliseren. Een circulaire plasticsketen kan alleen ontstaan via een systemische aanpak in samenwerking tussen producenten van plastics, bedrijven die deze plastics gebruiken, afval ophalen, karakteriseren en sorteren, de afvalverwerkingssector en recycling.
Om de maatschappelijke beloftes waar te maken en de economische kansen te grijpen, bouwt het project vier Demonstrators om materiaal- en procesinnovaties voor circulaire plastics te realiseren. Ook wordt een Kraamkamerprogramma opgezet met meer fundamenteel onderzoek. De Demonstrators zijn ontworpen om zowel de huidige kringlopen te sluiten als nieuwe recyclable by design materialen te ontwikkelen die lastig te recyclen materialen in de toekomst kunnen vervangen. Daarmee sluiten deze Demonstrators aan op verschillende treden in de R-ladder: Reduce, Reuse, Recycle.

NXTGEN HIGHTECH

NXTGEN HIGHTECH ontwikkelt een nieuwe generatie high tech equipment binnen zes toepassingsdomeinen: lasersatellietcommunicatie, biomedische productietechnologie, semiconductors, composieten, energie en agrifood. Daarnaast draagt het voorstel bij aan de versterking van het innovatie-ecosysteem, dat samenwerkt over wetenschappelijke disciplines en sectoren heen en heeft het voorstel een verdiepingsprogramma voor de doorontwikkeling van hightech apparatuur in nieuwe domeinen zoals plasmatechnologie en ‘thin films’.

Nieuwe Warmte Nu!

Dit project heeft als doel de aanleg van duurzame collectieve warmtesystemen te versnellen. Het veruit grootste deel van het voorstel betreft de aanleg van warmtenetten om bestaande woningen duurzaam te verwarmen. Daarnaast richt het voorstel zich op collectieve warmte in de glastuinbouw, die op termijn ook kan worden gebruikt voor de verwarming van de omliggende bebouwde omgeving. Een derde onderdeel van het voorstel is een innovatie- en leerprogramma, gericht op het implementeren van innovaties, zodat de opgedane kennis en ervaring ook bij andere warmtenetten wordt toegepast. In projecten worden verschillende technieken toegepast zoals afvalwarmte, warmte-koude opslag, aquathermie en geothermie.

Bijlage 9: Klimaatfondsprojecten EZK

Naar verwachting zal de instellingswet Klimaatfonds pas tot wet worden verheven, en daarmee het fonds formeel in werking treden, nadat de Rijksbegroting voor 2023 reeds is vastgesteld. Om te voorkomen dat het tijdpad bij uitvoering van het klimaatbeleid en het bereiken van de doelen van het Klimaatfonds in het geding komt, stelt het kabinet voor om in de begroting voor 2023 middelen beschikbaar te stellen voor urgente verplichtingen die het kabinet wil aangaan. Deze budgetten zijn vooruitlopend op de instellingswet overgeheveld naar de betreffende departementale begrotingen.

Bij de selectie van maatregelen om vooruitlopend op de formele oprichting van het Klimaatfonds over te besluiten, is voor het kabinet de urgentie van deze voorstellen voor het behalen van de broeikasgasreductiedoelen op lange termijn leidend geweest. Zoals vastgelegd in het wetsvoorstel voor de oprichting van het Klimaatfonds is het Klimaatfonds bedoeld om middelen beschikbaar te stellen om de broeikasgasreductiedoelen uit de Klimaatwet te bereiken doormiddel van de realisatie van een broeikasgas neutrale energievoorziening en verduurzaming van de industrie en gebouwde omgeving. Het kabinet heeft beoordeeld welke maatregelen nu noodzakelijk zijn om op de lange termijn deze doelen te behalen. Daarnaast heeft het kabinet conform de toetsingscriteria in het wetsvoorstel de maatregelen beoordeeld op doelmatigheid, uitvoerbaarheid en additionaliteit.

Daarnaast heeft het kabinet eerder bij Voorjaarsnota 2022 besloten om enkele andere maatregelen te dekken met de voor het Klimaatfonds gereserveerde middelen. In onderstaande tabel is weergegeven welke middelen al uit het Klimaatfonds aan de EZK-begroting zijn toegevoegd. Een uitgebreide toelichting is te vinden in de dummybegroting van het Klimaatfonds.

artikel 2 0 50.000 0 0 0 0
NIKI 22.000
VEKI 28.000
artikel 4 16.315 506.395 474.620 738.720 449.820 173.920
Kernenergie 0 20.000 0 0 0 0
Programma Opwek Energie Rijksgronden (OER) 0 15.280 16.805 16.805 16.805 16.805
Nieuwe subsidieregeling warmtenetten 0 130.000 70.000 0 0 0
IPCEI Waterstof 0 145.000 290.000 625.000 395.000 120.000
Wind op zee 0 64.700 67.800 67.400 16.400 15.500
ISDE 0 100.000 0 0 0 0
Onderzoek 1.000 2.000 2.000 2.000 0 0
Projecten Rijkscoördinatieregeling (RCR) 1.800 2.100 700 200 0 0
Projecten Klimaatakkoord 1.000 5.700 5.700 5.700 0 0
ILT 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
TNO 2.900 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000
VIVET 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
RVO 5.000 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000
NEa 1.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000
KNMI 115 115 115 115 115 115
RWS 500 500 500 500 500 500
RIVM 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
artikel 40 11.503 26.757 34.157 37.957 38.107 38.157
Personeel kerndepartement 8.818 17.472 23.472 26.772 26.772 26.772
ACM 2.028 4.340 3.641 3.007 3.111 3.111
SodM 312 467 467 467 467 467
Overige personele uitgaven 345 4.478 6.577 7.711 7.757 7.807
Totaal toevoeging uit Klimaatfonds 27.818 583.152 508.777 776.677 487.927 212.077

Toelichting

NIKI, VEKI

Voor de verduurzaming van de industrie is uit de Klimaatfondsmiddelen 2023 € 50 mln beschikbaar gesteld ten behoeve van de regeling Nationale Investeringsregeling Klimaatprojecten Industrie (NIKI) en de regeling Versnelde Klimaatinvesteringen Industrie (VEKI).

Kernenergie

Vanuit het Klimaatfonds wordt in 2023 € 20 mln beschikbaar gesteld voor kernenergie, waaronder onderzoek naar de levensduurverlenging van de kerncentrale in Borssele. De middelen zijn toegevoegd aan het budget voor Onderzoeken en opdrachten.

Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER)

Met het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed levert het Rijk met het opwekken van duurzame energie op het eigen vastgoed een bijdrage aan de energietransitie.

Nieuwe subsidieregeling warmtenetten 

Via de Maatschappelijke Investeringssubsidie Warmtenetten (MIW) wordt de aanleg van warmtenetten in de gebouwde omgeving gestimuleerd.

IPCEI Waterstof

Vanuit het Klimaatfonds zijn middelen gereserveerd voor ondersteuning van Nederlandse IPCEI-projecten (Important Projects of Common European Interest) op het gebied van waterstofelektrolyse (golf 2), infrastructuur en opslag (golf 3), en mobiliteit en transport (golf 4).

Wind op zee

Ten behoeve van diverse uitgaven voor activiteiten op het gebied van Wind op zee (WOZ), waaronder locatieonderzoeken en diverse activiteiten van RWS, is vanuit het Klimaatfonds structureel budget toegevoegd aan het SDE+-budget op de EZK-begroting, waaruit dit soort uitgaven worden gefinancierd.

ISDE

Om een extra impuls te geven aan isolatiemaatregelen in de gebouwde omgeving wordt vanuit het Klimaatfonds € 100 mln toegevoegd aan het budget voor de Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE).

Onderzoek

Voor de periode 20222025 zijn extra middelen vanuit het Klimaatfonds beschikbaar gesteld om onderzoek op het gebied van het klimaatbeleid te kunnen financieren.

Projecten Rijkscoördinatieregeling (RCR)

Voor de inpassing van grootschalige duurzame energieprojecten (zoals de aanlanding van windenergie in de Eemshaven) is een extra impuls aan RCR-projecten nodig voor de periode 2022-2025.

Projecten Klimaatakkoord

Vanuit het Klimaatfonds zijn middelen toegevoegd voor diverse projecten voortvloeiend uit het Klimaatakkoord, zoals de Wetenschappelijke Adviesraad en de voortzetting van de publiekscampagnes.

ILT

Voor de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) is vanuit het Klimaatfonds structureel € 1 mln beschikbaar gesteld voor de handhaving van F-gassen, een verzamelnaam voor HFK's (fluorkoolwaterstoffen), PFK's (perfluorkoolwaterstoffen) en SF6 (zwafelhexafluoride).

TNO

Om aan de toegenomen behoefte aan onderzoek door TNO-AGE (Adviesgroep Economische Zaken van TNO) tegemoet te komen wordt vanuit het Klimaatfonds structureel budget toegevoegd aan het TNO-budget.

VIVET

Om de activiteiten vanuit EZK voor het project Verbetering van de Informatievoorziening voor de Energietransitie (VIVET) ook voor de komende jaren veilig te stellen is vanuit het Klimaatfonds structureel € 1 mln toegevoegd aan het budget voor Overige subsidies, waaruit onder andere ook de activiteiten van het Expertisecentrum Warmte (ECW) worden bekostigd.

RVO, NEa, KNMI, RWS, RIVM

Om de hogere uitgaven van de agentschappen RVO, NEa, KNMI, RWS en RIVM voor de uitvoering van het Klimaatakkoord te financieren zijn voor deze agentschappen extra middelen vanuit het Klimaatfonds toegevoegd.

Personeel kerndepartement, ACM, SodM en overige personele uitgaven

Om de uitbreiding van de ambtelijke capaciteit ter ondersteuning en uitvoering van het Klimaatakkoord en de klimaatafspraken uit het Coalitieakkoord te financieren is ook voor de medewerkers van het kerndepartement, de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) extra geld beschikbaar gesteld vanuit het Klimaatfonds.

Lijst van afkortingen

ACM Autoriteit Consument en Markt
ACT Accelerating CCS Technologies
ACVG Adviescollege Veiligheid Groningen
ANBI Algemeen nut beogende instellingen
AT Agentschap Telecom
ATR Adviescollege toetsing regeldruk
AWTI Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie
BBE Biobased Economy
BBP Bruto Binnenlands Product
BES Bonaire, Sint Eustatius, Saba
BIS Basisinfrastructuur voor cultuur
BIPM Bureau International des Poids en Mesures
BMKB Borgstellingsregeling Midden en Kleinbedrijf
BNP Bruto Nationaal Product
BOM Brabantse Ontwikkelings Maatschappij
BPM Belasting van personenauto's en motorrijwielen
BTW Belasting over de toegevoegde waarde
BZ Ministerie van Buitenlandse Zaken
BZK Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
CBS Centraal Bureau voor de Statistiek
CCS Carbon Capture and Storage
CCU Carbon Capture Usage
CEP Centraal Economisch Plan
CEPT Europese Conferentie van administraties voor Post en Telecommunicatie
COE Council of Europe
COL Corona Overbruggingslening
COVA Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieproducten
CPB Centraal Planbureau
CSIRT Computer Security Incident Response Team
CVW Centrum Veilig Wonen
DEI Demonstratieregeling Energie-innovatie
DG B&I Directoraat-Generaal Bedrijfsleven en Innovatie
DGGF Dutch Good Growth Fund
DICTU Dienst ICT Uitvoering
DLG Dienst Landelijk Gebied
DTC Digitaal Trust Centre
DVI Dutch Venture Initiative
EB Energiebelasting
EBN Energie beheer Nederland
ECB European Central Bank
ECN Energieonderzoek Centrum Nederland
ECSEL Electronics Components and Systems for European Leadership
EDS Energiebesparing en duurzame energie sportaccommodaties
EED Europese Energie-Efficiency Richtlijn
EFRO Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling
EFSI European Fund for Strategic Investments
EGO Revolverend fonds energiebesparing
EHG Energie-efficiency en hernieuwbare energie glastuinbouw
EIA Energie- investeringsaftrek
eIDAS Electronic Identification, Authentication and trust Services
EIF Europees Investeringsfonds
EMT Energie en Milieutechnologie
END Expert National Detaché
EPBD Energy Performance of Buildings Directieve
ESA European Space Agency
ESR Effort Sharing Regulation
ESTEC European Space Research and Technology Centre
ETD Elektronische Toegangsdiensten
ETFF Energie Transitie Financieringsfaciliteit
ETS Emission Trading Scheme/System
EU Europese Unie
EV Energie voor Vervoer
EZK Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
FES Fonds Economische Structuurversterking
FIN Ministerie van Financiën
FMO Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden
FTE Fulltime-equivalent
GF Groeifaciliteit
GHz Gigahertz
GO Garantie Ondernemingsfinanciering
GSF Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering
GTS Gasunie Transport Services
HBO Hoger Beroeps Onderwijs
HER Hernieuwbare Energie Regeling
HEV Hernieuwbare Energie Vervoer
HFR Hoge Flux Reactor
HHI Herfindahl Hirschman Index
HTSM HighTech Systems & Materials
IBO Interdepartementaal Beleidsonderzoek
ICANN/GAC The Internet Corporation for Assigned Names and Numbers/Governmental Advisory Committee
ICT Informatie- en communicatietechnologie
IE Intellectueel Eigendom
IEA International Energy Agency
IenW Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
IGF Internet Governance Forum
IMM Investeringsregeling Milieuvriendelijke Maatregelen
IMVO Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
INEK Integraal Energie- en Klimaatplan
INTERREG Europese Territoriale Samenwerking
IOP’s Innovatieve onderzoeksprogramma’s
IPC Innovatieprestatiecontracten
IPCC Intergovernmental Panel on Climate Change
IPCEI Important Project of Common European Interest
IQ Innovation Quarter
IRE Investeringsregeling Energiebesparing
IRENA International Renewable Energy Agency
ISDE InvesteringsSubsidie Duurzame Energie
ISO Internationale Organisatie voor Standaardisatie
ITU International Telecommunications Union
IUC Inkoop Uitvoeringscentrum
J&V Ministerie van Justitie en Veiligheid
JTI Joint Technology Initiatives
KEV Klimaat- en Energieverkenning
KKC Garantieregeling Klein Krediet Corona
KNAW Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
KNMI Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
KP7 Zevende kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling
KvK Kamer van Koophandel
LEI Landbouw-Economisch Instituut
LIOF De Limburgse industrie- en investeringsbank
LNV Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
LPG Liquefied Petroleum Gas
LS&H Life Sciences and Health
LULUCF Land use, land-use change and forestry
MARIN Maritime Research Institute Netherlands
MBO Middelbaar beroepsonderwijs
MEI Marktintroductie en innovatie
MEP Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie
MER Milieueffectrapportage
MEV Macro-Economische Verkenning
MIA Milieu-investeringsaftrek
MIT MKB Innovatiestimulering Topsectoren
MJA/MEE Meerjarenafspraken energie-efficiëntie
MKB Midden- en Kleinbedrijf
MRB Motorrijtuigenbelasting
MVO Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
MWM Minister van Wonen en Milieu
NAM Nederlandse Aardolie Maatschappij
NBTC Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen
NCG Nationaal Coördinator Groningen
NEa Nederlandse Emissieautoriteit
NEN Nederlands Normalisatie-instituut
NFIA Netherlands Foreign Investment Agency
NIA Nederlands Investerings Agentschap
NIB Netwerk- en informatiebeveiliging
NLR Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium
NMI Nationaal Metrologisch Instituut
NML Nederland Maritiem Land
NOM Investerings- en ontwikkelingsmaatschappij voor Noord - Nederland
NPS Net Promoter Score
NRG Nuclear Research and consultancy Group
NSO Netherlands Space Office
NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
NWO Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
OCNL Octrooicentrum Nederland
OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
ODE Opslag Duurzame Energie
OIML Organisation Internationale de Métrologie Légale
O&O Onderwijs en Ondernemen
Oost NL De ontwikkelingsmaatschappij van Oost-Nederland
OVB Overdrachtsbelasting
PAS Programmatische Aanpak Stikstof
PBL Planbureau voor de Leefomgeving
PFAS Poly- en perfluoralkylstoffen
PIANOo Professioneel en Innovatief Aanbesteden Netwerk voor Overheidsopdrachtgevers
PJ Petajoule
PMK Project Menselijk Kapitaal
PoC Proof of Concept
PPS Publiek- Private Samenwerking
PTvT Platform Talent voor Technologie
RA Regeerakkoord
RCR Rijkscoördinatieregeling
RDA Research & Developmentaftrek
RED Richtlijn voor hernieuwbare energie
R&D Research and Development
RES Regionale Energiestrategie
RHB Rijks Hoofdboekhouding
RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
ROM Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen
RUG Rijksuniversiteit Groningen
RvA Raad voor Accreditatie
RVB Rijksvastgoedbedrijf
RVO.nl Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
RWS Rijkswaterstaat
RWT Rechtspersonen met een Wettelijke taak
SBIR Small Business Innovation Research
SDE Stimulering Duurzame Energieproductie
SEA Strategische Evaluatie Agenda
SDS Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw
SER Sociaal-Economische Raad
SEV Structuurprogramma Elektriciteitsvoorziening
SGR Stichting Garantiefonds Reisgelden
SI Smart Industry
SMO Samenwerkingsmiddelen Onderzoek
S&O Speur- en Ontwikkelingswerk
SodM Staatstoezicht op de Mijnen
SSO Shared Service Organisatie
STG-C Staatsgeheim-confidentieel
STW Stichting voor de Technische Wetenschappen
SURF ICT-samenwerkingsorganisatie van het onderwijs en onderzoek in Nederland
SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
TCBB Technische commissie bodembeweging
TCMG Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen
TKI Topconsortia voor Kennis en Innovatie
TNO Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek
TNO-AGE TNO Adviesgroep Economische Zaken
TO2 Toegepast Onderzoek Organisaties
TOF Toekomstfondskrediet voor Onderzoeksfaciliteiten
TOGS Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19
TSE Tenderregeling Energie-innovatie
TTF Title Transfer Facility
TTT Thematische Technology Transfer
TTW Toegepaste en Technische Wetenshappen
TVL Tegemoetkoming vaste lasten
TWA Technisch Wetenschappelijke Attaché
Twh Terawattuur
UMTS Universal Mobile Telecommunications System
UNFCCC United Nations Framework Convention on Climate Change
UNWTO World Tourism Organization
UPU Universal Postal Union
VAMIL Regeling Vervroegde Afschrijving Milieu-investeringen
VK het Verenigd Koninkrijk
VN Verenigde Naties
VSL Van Swinden Laboratorium
VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
WABO Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht
WBSO Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk
WELMEC Europese samenwerking op wettelijke Metrologie
WIM Werkgroep Internationale Mobiliteit
WION Wet Informatie uitwisseling Ondergrondse Netten
WIPO World Intellectual Property Organization
WOZT Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie
Wva Wet voorraadvorming aardolieproducten
ZBO Zelfstandig Bestuursorgaan

  1. __Landenrapport IMF, november 2021↩︎

  2. __ CPB Coronapublicatie: Van coronasteun naar generiek beleid↩︎

  3. __Landenrapport IMF, november 2021↩︎

  4. __CPB-Raming maart 2022: Centraal Economisch Plan 2022↩︎

  5. __Macro-economische Verkenningen 2023, CPB↩︎

  6. __Macro-economische Verkenningen 2023, CPB↩︎

  7. __Macro-economische Verkenningen 2023, CPB↩︎

  8. __ Kamerstuk 29 554, nr. 1112↩︎

  9. __Kamerstuk 29 826, nr. 135↩︎

  10. __Kamerstuk 33 009, nr. 70↩︎

  11. __Kamerstuk 36 120, nr. 1↩︎

  12. __Kamerstuk 24 095, nr. 554↩︎

  13. __Kamerstuk 22 112, nr. 3277↩︎

  14. __Kamerstuk 22 112, nr. 3133↩︎

  15. __Bedragen zijn in lopende prijzen (gecorrigeerd voor inflatie).↩︎

  16. __De WBSO staat voor de faciliteit afdrachtsvermindering speur- en ontwikkelingswerk (S&O) in de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie volksverzekeringen en de S&O-aftrek in de Wet inkomstenbelasting.↩︎

  17. __De leden van het Bestuur ACM vormen een ZBO. De uitgaven voor dit ZBO zijn geraamd op beleidsartikel 1.↩︎

  18. __De toegestane loon- en prijscompensatie van 2,9% is het gewogen gemiddelde van de «loonvoet sector overheid» van 3,6% en de «prijs overheidsconsumptie (imoc)» van 2,3%. Bron: Centraal Economisch Plan (CEP) 2022.↩︎