[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023

Memorie van toelichting

Nummer: 2022D34497, datum: 2022-09-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-V-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36200 V-2 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023.

Onderdeel van zaak 2022Z16143:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022–2023
36 200V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2023
Nr. 2

Memorie van toelichting

Geraamde uitgaven en ontvangsten

Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 13.009,3

Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 2.785,4

A. Artikelsgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstel

Wetsartikel 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat/begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

De Minister van Buitenlandse Zaken

W.B.Hoekstra

B. Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen

1. Leeswijzer

Deze leeswijzer gaat in op de opbouw van de beleidsagenda, de beleidsartikelen en de overige onderdelen van de begroting.

Algemeen

Buitenlandse betrekkingen zijn een zaak van het Koninkrijk der Nederlanden: Nederland in Europa en in het Caribisch gebied (zowel de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, alsmede de autonome Landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten). Waar deze begroting spreekt over «Nederland» of «Nederlands» wordt daarmee bedoeld: «(van) het Koninkrijk der Nederlanden», tenzij het gaat om zaken die specifiek het land Nederland betreffen, zoals het EU-lidmaatschap, ontwikkelingssamenwerking, NAVO-lidmaatschap en Nederlandse beleidsuitvoering.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is een Koninkrijksministerie en de Minister is een Koninkrijksminister. Dat betekent dat niet alleen de belangen van Nederland behartigd dienen te worden, maar ook van de Caribische delen van het Koninkrijk. Het is dan ook de inzet van Buitenlandse Zaken, inclusief het postennet, om de belangen van alle delen van het Koninkrijk op het gebied van buitenlandse betrekkingen zo optimaal mogelijk te incorporeren in het bredere buitenlandbeleid van het Koninkrijk.

Beleidsagenda

De beleidsagenda bevat de politieke hoofdlijnen van het voorgenomen buitenlandbeleid van het kabinet voor 2023. Verder is een overzicht opgenomen van de belangrijkste beleidsmatige mutaties ten opzichte van de Memorie van Toelichting 2022, bevat het de planning Strategische Evaluatie Agenda en een overzicht van de risicoregelingen.

Beleidsartikelen

In de beleidsartikelen staan de volgende onderdelen per begrotingsartikel verder uitgewerkt:

A: Algemene doelstelling

Elk beleidsartikel begint met de algemene doelstelling (titel van het beleidsartikel) met een korte toelichting.

B: Rol en verantwoordelijkheid

De rol en de verantwoordelijkheid van de Minister wordt beschreven aan de hand van de volgende categorieën: stimuleren, financieren, regisseren en uitvoeren.

Volgens het uitgangspunt van verantwoord begroten zijn er alleen kwantitatieve indicatoren bij resultaatverantwoordelijkheid. Een indicator onderbouwt de resultaatverantwoordelijkheid van de Minister voor een deel van de consulaire dienstverlening (beleidsartikel 4). Op de overige beleidsterreinen van Buitenlandse Zaken heeft de Minister een stimulerende of financierende rol, en in sommige gevallen een regisserende rol. De mogelijkheden voor kwantitatieve effectmeting voor de meeste beleidsterreinen van Buitenlandse Zaken zijn dan ook beperkt. Kenmerkend is de internationale context waarin veel spelers en factoren de doelbereiking beïnvloeden. Vaak is er een gezamenlijke inspanning waarbij het weinig zinvol is (een deel van) de resultaten toe te rekenen aan Nederland, dat een deel van de input heeft verzorgd. Kwaliteitsbewaking van de beleidsuitvoering vindt plaats door middel van periodieke beleidsdoorlichtingen.

C: Beleidswijzigingen

Dit is een overzicht van belangrijke wijzigingen als gevolg van nieuw regeringsbeleid, evaluatie of voortschrijdend inzicht. Daar waar sprake is van beleidswijzigingen die in beleidsnotities zijn verschenen, is verwezen naar de betreffende notitie met het Kamerstuk.

D1: Budgettaire gevolgen van beleid

In het kader van «verantwoord begroten» presenteren departementen de financiële inzet op instrumentniveau. Het aantal activiteiten en het aantal financiële instrumenten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken inclusief het postennet is aanzienlijk. In sommige gevallen zijn de instrumenten nog niet bekend, omdat de programma’s na het verschijnen van de begroting starten en dan duidelijk wordt hoe financiering plaatsvindt. Voor deze onderdelen is het verwachte instrument gekozen. Daarnaast geldt voor de gehele BZ-begroting dat er niet gestuurd wordt op instrumenten maar op te bereiken resultaten. Dit kan betekenen dat de gebruikte instrumenten (subsidies, bijdragen etc.) voor hetzelfde instrumentonderdeel van jaar tot jaar kunnen verschillen. Dit is bij een aantal artikelen zichtbaar. Tevens betekent dit ook dat voor hetzelfde instrumentonderdeel meerdere instrumenten mogelijk zijn. Deze gegevens worden opgenomen vanuit het meest recent beschikbare departementale jaarverslag.

Per beleidsartikel is een tabel budgettaire gevolgen van beleid opgenomen. Na deze tabellen wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de stand in de 1e suppletoire begroting op artikelniveau.

Tabel: Ondergrenzen conform Rijksbegrotingsvoorschriften

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 10
=> 1000 10 20

D2: Budgetflexibiliteit

Conform de aanpassing in de rijksbrede begrotingsvoorschriften is per begrotingsartikel aangegeven welk percentage van de programma-uitgaven juridisch is vastgelegd, welk percentage bestuurlijk is gebonden, het percentage dat beleidsmatig is gereserveerd almede het percentage dat nog niet is ingevuld/vrij te besteden. De peildatum hiervoor is 1 januari 2023. Daarnaast wordt het onderdeel juridisch verplicht op het niveau van Financieel Instrument toegelicht.

E: Toelichting op de financiële instrumenten

Deze toelichting geeft per artikelonderdeel inzicht in de financiële instrumenten, zoals in de tabel onder D zijn opgenomen.

Overige onderdelen van de begroting

Na de vier beleidsartikelen volgen de drie niet-beleidsartikelen en het verdiepingshoofdstuk. De niet-beleidsartikelen zijn artikel 5, «geheim», artikel 6 «nog onverdeeld» waarin de reserveringen voor loon- en prijsindexatie binnen de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) staat opgenomen en artikel 7 «apparaat» waarin een splitsing is aangebracht tussen personele- en materiële uitgaven. Ten slotte volgen vijf bijlagen: (1) het verdiepingshoofdstuk met informatie over andere nog niet toegelichte beleidsmatige mutaties na de eerste suppletoire begroting 2020, (2) de lijst met moties en toezeggingen aan de Kamer, (3) het subsidieoverzicht, (4) de Strategische Evaluatie Agenda en (5) de lijst met afkortingen.

De relatie met de HGIS-nota

Samen met de departementale begrotingen wordt ook de HGIS-nota aan de Staten-Generaal gepresenteerd. Deze omvat naast de HGIS uitgaven en ontvangsten van Buitenlandse Zaken ook buitenlanduitgaven en -ontvangsten van de andere ministeries. Deze bundeling bevordert de samenhang en samenwerking die voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid van belang zijn. De nota over de HGIS bevat een overzicht van de belangrijkste programma’s en uitgaven voor het buitenlandbeleid, waaronder een overzicht van de begrotingsontwikkelingen binnen de HGIS en bijlagen die alle buitenlanduitgaven overzichtelijk presenteren, zoals een totaaloverzicht van de buitenlanduitgaven die als officiële ontwikkelingshulp (ODA) kwalificeren. In de HGIS-nota wordt daarnaast op hoofdlijnen inzicht gegeven in de internationale klimaatfinanciering 2023 en de internationale inspanningen op migratie in 2023.

Motie Schouw

In juni 2011 is de motie Schouw ingediend en aangenomen. Deze motie zorgt er voor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen. De landenspecifieke aanbevelingen voor 2023 hebben geen gevolgen voor de departementale begroting van Buitenlandse Zaken.

Groeiparagraaf

In de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ heeft het kabinet onder andere maatregelen aangekondigd gericht op actieve openbaarmaking van informatie en op verbetering van de informatiehuishouding bij de ministeries (‘Open op orde’). Verder schrijft artikel 3.5 van de Wet open overheid (Woo) voor dat een bestuursorgaan in de begroting aandacht besteedt aan de beleidsvoornemens inzake de uitvoering van de Woo en in de jaarlijkse verantwoording verslag doet van de uitvoering ervan. In deze begroting is daarom, ook in navolging van de Rijksbegrotingsvoorschriften 2022, een openbaarheidsparagraaf opgenomen (paragraaf 2.3). Daarin wordt beschreven hoe het ministerie van Buitenlandse Zaken werkt aan een continue verbetering van de informatiehuishouding en grotere transparantie van overheidsinformatie richting burger en parlement. Deze openbaarheidsparagraaf is ook van toepassing op de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

In de Rijksbegrotingsvoorschriften 2022 is een verfijning van de in de definitie ‘geschatte budgetflexibiliteit’ opgenomen. Van de ramingen van de programma-uitgaven worden in procenten van het totaal per artikel voor het begrotingsjaar t vermeld: het bedrag dat juridisch is verplicht, het bedrag dat bestuurlijk is gebonden, het bedrag dat beleidsmatig is gereserveerd en het bedrag dat nog niet is ingevuld/vrij te besteden. Voor de juridisch verplichte uitgaven wordt op het niveau van een Financieel Instrument als geheel een kwalitatieve toelichting opgenomen. Door het aanbrengen van deze verfijning en door deze uiteindelijk ook in meerjarig perspectief te plaatsen wordt het inzicht in de budgetflexibiliteit vergroot.

2. Beleidsagenda

2.1 Beleidsprioriteiten

Geopolitiek: terug van nooit weggeweest

Een kantelmoment in de Europese geschiedenis.

Op 24 februari 2022 viel Rusland Oekraïne binnen. Het was het begin van een grootschalig conventioneel conflict waarin een militaire grootmacht met bruut geweld probeert een ander land in Europa zijn wil op te leggen. Deze oorlog markeert een geopolitieke aardverschuiving die nog lang na zal dreunen en een wissel zal trekken op het Nederlandse buitenlandbeleid, zowel in 2023 als daarna. Deze oorlog is niet alleen bijzonder bedreigend voor de inwoners van Oekraïne, waarvan op het moment van schrijven al meer dan veertien miljoen hun huis en haard hebben moeten verlaten, maar ook voor de mondiale veiligheidsorde en het multilateraal systeem. De oorlog vindt plaats tegen de achtergrond van grotere tektonische verschuivingen die al langer gaande waren en waartoe de Westerse wereld zich zal moeten verhouden. Dat hangt met name samen met de economische en inmiddels ook politieke en militaire opkomst van China. Rusland en China stellen het huidige systeem op de proef.

De oorlog in Oekraïne vergroot de toch al grote instabiliteit in de ring rondom Europa. De ontwikkelingen in Oekraïne kunnen zich in spanningen op de Westelijke Balkan vertalen. In delen van Noord-Afrika en het Midden-Oosten is de situatie fragiel en dreigen voedseltekorten. Klimaatverandering draagt verder bij aan instabiliteit en migratie, met name in Sub-Sahara Afrika waar negen van de tien meest kwetsbare landen voor klimaatverandering liggen. In de Hoorn en de Sahel dreigt de situatie zich verder te destabiliseren. China en Rusland maken gebruik van die instabiliteit door hun invloed in die landen verder uit te breiden. Ondanks diverse beloften, perken in Afghanistan de Taliban de mensenrechten, met name van vrouwen en meisjes, steeds verder in en zijn duurzame oplossingen voor de conflicten in Libië, Syrië en Jemen nog niet in beeld.
Tegelijkertijd voelt de internationale gemeenschap nog de naweeën van een pandemie die fundamentele economische schade toebracht en mondiale spanningen vergrootte, tegen de achtergrond van een verschuivende machtsbalans waar het Westen zich toe heeft te verhouden. Westerse normen en waarden staan al langer onder druk. Niet alleen als gevolg van het verschuiven van het demografische en economische zwaartepunt oostwaarts, maar ook als gevolg van botsende ideologieën. Er is een steeds duidelijker wordende krachtmeting tussen democratieën en autocratieën gaande. De wereldordening zoals opgebouwd na de Tweede Wereldoorlog wordt steeds explicieter afgewezen. Het multilaterale systeem komt daardoor steeds meer onder druk, terwijl multilaterale samenwerking in het oog van de mondiale uitdagingen belangrijker is dan ooit.

Deze uitdagingen kunnen alleen het hoofd geboden worden via nauwe samenwerking met partners en bondgenoten, zoals bijvoorbeeld Europese samenwerking. Er rust een steeds grotere verantwoordelijkheid op Europese schouders om bij te dragen aan de veiligheid van onze burgers. Daarom heeft het kabinet zich ten volste ingezet voor daadkrachtige maatregelen van de EU in reactie op de Russische agressie, variërend van de gezamenlijke financiering van wapenleveranties, tot verregaande economische sancties. Deze maatregelen illustreren het potentieel van het Europees handelingsvermogen en sluiten aan bij de ambitie van het kabinet om een voortrekkersrol te spelen binnen de Europese Unie. Trans-Atlantische eenheid en samenwerking is en blijft cruciaal voor de veiligheid op het Europese continent. EU-NAVO samenwerking is essentieel gebleken in deze oorlog, waarin beide organisaties aan dezelfde dreigingen worden blootgesteld. Het kabinet verwelkomt de NAVO-lidmaatschapsaanvragen van Finland en Zweden. Nederland heeft de nationale ratificatieprocedures met spoed doorlopen.

Het is in het belang van Nederland dat de EU zich verder ontwikkelt tot een geopolitieke speler die in de wereld zijn belangen kan behartigen. Zoals ook omschreven in de beleidsbrief van 8 maart jl. ziet het kabinet de EU als primair handelingspodium voor het buitenlandbeleid. Om sterker uit deze crisis te komen zullen de Unie en de lidstaten meer verantwoordelijkheid moeten nemen voor de Europese veiligheid. Nederland levert daar zijn bijdrage aan door de defensie-uitgaven voor 2023 te verhogen tot uiteindelijk de 2 procent NAVO-norm voor 2024 en 2025. Naast investeringen is het ook nodig de synergie tussen de krijgsmachten van de lidstaten te vergroten, alsook werk te maken van samenwerking tussen de EU en de NAVO.

Een geopolitieke rol van betekenis vraagt ook dat de EU haar weerbaarheid over de gehele breedte van de beleidsdossiers versterkt. Op die manier kan invulling worden gegeven aan het streven naar meer open strategische autonomie. Dat doen we door risicovolle strategische afhankelijkheden te verminderen en het groei- en investeringsmodel te versterken, uitgaande van de eigen sterktes van de Unie. Het is nodig de Unie slagvaardiger, economisch sterker, groener en veiliger te maken. Daarbij is een leidende rol van Nederland niet alleen passend, maar ook nodig.
Om daadwerkelijk geopolitiek te kunnen opereren is het voor de EU zaak dat zij haar markt- en regelmacht durft in te zetten om, met nieuwe en bestaande instrumenten, een gelijk speelveld in de handel met derde landen af te dwingen. Alleen op die manier kunnen onze bedrijven op een eerlijke manier concurreren. Bescherming van een eerlijk speelveld is nodig omdat andere mondiale spelers er niet voor terugdeinzen het gelijke speelveld te ondermijnen om geopolitieke doelstellingen te realiseren. Binnen deze inzet past ook dat de EU strategischer kijkt naar de geopolitieke implicaties van handels- en investeringsovereenkomsten met derde landen.
De uitdagingen zijn geen reden ons te laten verlammen. Nederland is het zesde meest innovatieve land, de derde investeerder, de vierde exportmacht, het zevende donorland en hoort bij de grootste 20 economieën ter wereld. Onze samenleving en bedrijfsleven zijn sterk internationaal georiënteerd. We behoren met onze deelname aan de euro en Schengen tot de kopgroep in de EU. We zijn een actieve NAVO-partner. Europa beschikt nog steeds over een grote normatieve macht en aantrekkingskracht. Er is daarmee genoeg potentieel en doorzettingsvermogen aanwezig om met kracht en overtuiging invulling te geven aan een ambitieuze agenda, in 2023 en daarna.

Europese samenwerking
Een assertieve opstelling van de EU is nodig om mondiale uitdagingen zoals klimaatverandering het hoofd te bieden en om impact te bereiken in landen buiten Europa. Om belangrijke maatschappelijke uitdagingen aan te gaan en weerbaar te zijn tegen de verschuivingen in het internationale speelveld zet het kabinet in op het versterken en eerlijker maken van de interne markt en het versnellen van de groene en digitale transities (de dubbele transitie). De basis om deze uitdagingen het hoofd te bieden is: weerbare lidstaten die zich blijven versterken door middel van het doorvoeren van structurele hervormingen en voldoende investeringen van hoge kwaliteit met houdbare publieke overheidsfinanciën. Nederland staat constructief tegenover de modernisering van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) wanneer deze is gericht op de houdbaarheid van de schulden en gezamenlijke economische groei. Effectieve handhaving is hierbij een vereiste. De interne markt is de grootste afzetmarkt van de wereld. Een sterke interne markt is de basis van de economische groei en concurrentievermogen van de EU. Om een sterk vestigingsklimaat voor internationale bedrijven, start-ups en scale-ups te behouden zet Nederland zich er voor in dat de EU een aantrekkelijke markt blijft voor (innovatieve) technologieën, producten en diensten. Deze opwaartse sociale en economische convergentie is van belang zodat lidstaten buffers opbouwen om ook in tijden van crisis te kunnen blijven investeren in zaken die bijdragen aan de welvaart van de EU, zoals de dubbele transitie of nieuwe uitdagingen op veiligheidsgebied. De economische weerbaarheid van de Unie staat opnieuw voor een grote uitdaging als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Het kabinet wil een voortrekkersrol nemen in de EU waarbij we samenwerken met andere lidstaten en internationale partners om bij te dragen aan een slagvaardige, economisch sterke, weerbare en concurrerende Unie.

Rechtsstatelijkheid
De Unie is sterk als de fundamenten van goed bestuur en de democratische rechtsstaat stevig zijn verankerd in de lidstaten en de instellingen, en lidstaten gemaakte afspraken nakomen. Dit maakt dat de Unie effectief en efficiënt kan opereren. Door de aanhoudende zorgen over de staat van de rechtsstaat in verschillende EU-lidstaten komen deze fundamenten van de Europese samenwerking onder druk te staan. Het kabinet blijft er in 2023 samen met gelijkgezinde lidstaten op aandringen dat de EU proactief, consequent en daadkrachtig optreedt om de Uniewaarden te beschermen. Daarbij is het van belang dat het EU-rechtsstaatinstrumentarium, waaronder het rechtsstaatsrapport van de Commissie en de MFK-rechtsstaatsverordening, zo volledig en adequaat mogelijk wordt ingezet.

Bilaterale relaties
Samenwerking begint bij onze buurlanden België en Duitsland, die als gevolg van de COVID-19 crisis verder is geïntensiveerd met een verhoogde aandacht voor het wegnemen van grensknelpunten voor burgers en bedrijven. Na de verkiezingen in Nederland, Duitsland en Frankrijk worden de vriendschapsbanden hernieuwd. Nederland zal die waardevolle bondgenoten blijven opzoeken en de samenwerking door middel van kennisuitwisseling en consultaties intensiveren onder andere als voorzitter van de Benelux in 2023. Mede om effectieve en tijdige beleidsbeïnvloeding te bewerkstelligen op Europees en internationaal vlak zal Nederland op onderwerpen van strategisch belang, zoals veiligheid en defensie, zo veel mogelijk aansluiting zoeken bij de Frans-Duitse as. Het versterken van de bilaterale contacten met landen als Spanje en Italië, maar ook bijvoorbeeld Slowakije en Tsjechië, is cruciaal om ook in Europees en breder multilateraal verband zo veel mogelijk op specifieke thema’s waarop we belangen of standpunten delen samen te werken en coalities te versterken.

Het kabinet blijft zich in 2023 inzetten voor een goede bilaterale relatie met buurland VK en voor een positief partnerschap tussen de EU en het VK. Inclusief de volledige implementatie van de afspraken uit het Terugtrekkingsakkoord en Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het VK, ondanks bestaande knelpunten zoals de implementatie van het Protocol Ierland/Noord-Ierland.

Klimaat, energie en digitalisering
We zijn het aan huidige en volgende generaties verplicht om een klimaatneutraal, fossielvrij en circulair Nederland over te dragen. Dit is ook de basis van de kabinetsinzet t.a.v. de Europese Green Deal. Het kabinet zet in op spoedige afronding van onderhandelingen met het Europees Parlement over het wetgevende Fit-for-55 pakket, met behoud van ambitie, zodat 2023 in het teken kan staan van start van de implementatie. De oorlog in Oekraïne maakt glashelder dat de EU zo snel mogelijk onafhankelijk moet worden van Russische fossiele brandstoffen én vaart moet maken met ambitieus klimaat- en energiebeleid. Dit vraagt om verdere intensivering om het aandeel hernieuwbare energie en energie-efficiëntie te verbeteren, en tevens om de Europese interne energiemarkt verder te versterken. De voorstellen uit het Fit-for-55 en REPowerEU pakket vormen de basis van deze hervormingen.

De Commissie voert een ambitieuze beleidsagenda om de digitale transitie verder vorm te geven met veel impactvolle wetgevingsvoorstellen, zoals de AI act, Data Act, Digital Market Act en Digital Services Act en de EU Chips Act. Het kabinet wil een voortrekkersrol nemen in de vormgeving van de Europese digitale agenda en zet in op digitaal en technologisch leiderschap van de EU.

Sancties
Nederland is voorstander van de versterking van het Europese sanctie-instrumentarium en draagt daaraan bij door de versterking van de sanctiecapaciteit op het Ministerie van Buitenlandse Zaken, zowel voor het ontwikkelen van nieuwe restrictieve maatregelen als voor de implementatie en naleving ervan in Nederland en de EU. Deze extra capaciteit biedt Nederland de mogelijkheid meer invloed uit te oefenen op een effectiever gebruik van het EU sanctie-instrumentarium als belangrijke pijler van het Europese buitenlandbeleid. Ook onderzoekt het kabinet de mogelijkheden om EU-sancties meer extraterritoriaal in te zetten en om secundaire sancties aan te nemen. Tot slot blijft het kabinet zich onverminderd inzetten voor frequenter gebruik van gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming (QMV) binnen het GBVB op onder andere het terrein van sancties.

Migratie
Ook in 2023 wordt ingezet op voortgang op het migratiepact. Prioriteiten voor het kabinet zijn betere screening en registratie aan de EU-buitengrenzen, het herstellen van het functioneren van het Dublinsysteem, en verbetering van het terugkeerbeleid. Lidstaten in crisissituaties moeten kunnen rekenen op een solidariteitsmechanisme dat een eerlijke verdeling van solidariteit en verantwoordelijkheid tussen lidstaten garandeert, waar herplaatsing onderdeel van is. Daarnaast steunt het kabinet de EU-gecoördineerde aanpak richting (prioritaire) landen van herkomst en transit om migratiesamenwerking te verstevigen. Het kabinet kiest voor een integrale aanpak en zet daarbij ook in op de mogelijkheden van handel, hulp, steun bij opvang, tijdelijke legale en circulaire arbeidsmigratie en het visuminstrument om migratiesamenwerking te verbeteren.

Westelijke Balkan
Behoud van stabiliteit en ondersteuning van de hervormingsagenda in het kader van het EU-toetredingsproces staan centraal in het beleid ten aanzien van de Westelijke Balkan. De oorlog in Oekraïne kan tot extra spanningen in de regio leiden. Russische invloed in de regio is met name aanwezig in Servië en in de Bosnische deelstaat Republika Srpska. Het kabinet zal de aansluiting van de kandidaat-lidstaten bij EU-beleid nauwgezet volgen. Het kabinet zet in op grotere betrokkenheid bij Europese initiatieven die gericht zijn op regionale samenwerking en verzoening. Voor wat betreft EU-uitbreiding, blijft Nederland strikt, fair en betrokken. Het kabinet zal de inzet op conditionaliteit verstevigen, zowel t.a.v. het toetredingsproces als EU-bestedingen in de regio. Conditionaliteit kan worden ondersteund met meer Nederlandse expertise in de regio. De eerste Intergouvernementele Conferenties met Albanië en Noord-Macedonië hebben in juli plaatsgevonden. Het kabinet is daar verheugd over en blijft gecommitteerd om beide landen te ondersteunen op hun weg richting de EU.

Oostelijk Nabuurschap
De EU heeft hechte en vergaande relaties met de oostelijke buurlanden Oekraïne, Moldavië en Georgië. De associatie- en vrijhandelsakkoorden met deze landen zijn veelomvattend. Als gevolg van de oorlog in Oekraïne acht het kabinet het noodzakelijk dat de samenwerking met deze landen verder wordt versterkt. In eerste instantie ligt de prioriteit bij het blijven bieden van concrete steun aan Oekraïne. Een andere belangrijke prioriteit voor Nederland blijft de implementatie van hervormingen door de partnerlanden op diverse terreinen, zoals rechtsstaat, mensenrechten, corruptiebestrijding en fundamentele vrijheden. In het licht van de toekenning van EU-perspectief aan Oekraïne, Moldavië en Georgië en kandidaat-lidstaat-status aan Oekraïne en Moldavië zal het kabinet erop toezien dat het toetredingsproces gebaseerd blijft op vaststaande criteria en condities waarbij voortgang in het proces gebaseerd is op de individuele merites van de landen1. Het kabinet erkent dat het perspectief op EU-lidmaatschap ook gevolgen heeft voor de absorptiecapaciteit en de toekomst van de Unie zelf (bestuurlijk, financieel, interne markt) waarop nader dient te worden gereflecteerd.

Oekraïne
Oekraïne strijdt voor eigen vrijheid en onze waarden. Nederland blijft Oekraïne steunen met wapens, militaire en humanitaire hulp zolang als dat nodig is. Nederland zet zich daarnaast in voor waarheidsvinding en gerechtigheid, dit is belangrijk voor de toekomst van Oekraïne maar is ook een signaal aan anderen dat straffeloosheid niet bestaat. Ook zal Nederland Oekraïne steunen bij wederopbouw; de EU en internationale financiële instellingen nemen het voortouw. Op basis van een behoefte beoordeling bekijkt Nederland hoe bij te dragen aan de wederopbouw van Oekraïne.

Turkije
Het kabinet ondersteunt de hernieuwde dialoog van de EU met Turkije op migratie, volksgezondheid, klimaat, terrorismebestrijding en regionale vraagstukken. Dit past in de bredere relatie tussen Nederland, de EU en Turkije waarin ruimte is voor samenwerking op terreinen van gemeenschappelijk belang, maar waar ook een dialoog over mensenrechten en de rechtsstaat integraal onderdeel van is. Nederland en de EU zullen de Turkse verkiezingen in 2023 volgen. Nederland waardeert de constructieve en belangrijke rol die NAVO-bondgenoot Turkije tot nu heeft gespeeld t.a.v. de oorlog in Oekraïne.

Zuidelijk Nabuurschap
Het waarborgen van de veiligheid, welvaart en stabiliteit van de aan de Europese Unie grenzende regio’s is in het directe belang van Nederland. Het komende jaar zal verder vorm gegeven worden aan het hernieuwd partnerschap met het Zuidelijk Nabuurschap, onder meer door versterkte politieke dialoog. Daarbij is het met name van belang om respect voor mensenrechten, rechtsstaat, democratie, goed bestuur en gendergelijkheid te bevorderen. Ook zal samenwerking op het gebied private sector ontwikkeling, veiligheid, klimaat en migratie verder versterkt worden.

Veiligheid: vrede, veiligheid en defensie
De inzet van het kabinet is gebaseerd op de noodzaak en ambitie om onze vrijheid, veiligheid en welvaart actiever te beschermen in een wereld met veranderende machtsverhoudingen en instabiliteit rond Europa. Het kabinet investeert de komende jaren daarom ook in de krijgsmacht. Dat is nodig om bij te kunnen dragen aan de verhoogde waakzaamheid, versterkte verdediging en bondgenootschappelijke afschrikking als gevolg van de huidige Russische agressie. Het kabinet verwelkomt ook de verhoging van defensiebudgetten in andere Europese lidstaten, dit versterkt onze gezamenlijke positie. Meer Europese slagkracht zorgt bovendien voor een gelijkwaardiger samenwerking binnen NAVO en maakt het bondgenootschap toekomstbestendiger.

Investeren in een veilige wereld
Deze nieuwe veiligheidsomgeving vergt een EU die in staat is als geopolitieke speler snel en daadkrachtig op ontwikkelingen in de wereld te kunnen reageren. De situatie in Oekraïne maakt duidelijk hoe groot die noodzaak is. Het kabinet investeert daarom ook in een toename van het militaire vermogen van de EU en de versterking van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB). In 2023 staat de implementatie van het in maart 2022 aangenomen EU Strategisch Kompas hoog op de agenda. Daarnaast intensiveert Nederland de samenwerking bij de ontwikkeling en aanschaf van Europese defensiecapaciteiten, harmonisatie van het EU wapenexportbeleid, en op het gebied van verbeterde militaire mobiliteit.

De Russische inval in Oekraïne onderstreept tegelijkertijd eens te meer het elementaire belang van de NAVO en de trans-Atlantische relatie voor onze veiligheid. Europese veiligheid is onlosmakelijk verbonden met onze trans-Atlantische eenheid. De NAVO is en blijft de hoeksteen van onze collectieve verdediging en de basis voor ons integrale veiligheidsbeleid. Nederland blijft zich dan ook inzetten voor een effectief functionerende NAVO die in nauwe samenwerking met partners de veiligheid van het Euro-Atlantisch gebied weet te borgen. Zo verwelkomt het kabinet de NAVO-lidmaatschapsaanvraag van Finland en Zweden. Nederland heeft de nationale ratificatieprocedures met spoed doorlopen.

In juni 2022 is het nieuwe Strategisch Concept aangenomen dat het politieke kader biedt voor het optreden van de NAVO de komende jaren. In 2023 zal ook relatief veel aandacht uitgaan naar het agressieve handelen van Rusland en wat dat betekent voor de toekomstige verhouding tot de NAVO. China vormt op een aantal vlakken een uitdaging voor de NAVO en tegelijkertijd mag dat engagement met China niet in de weg staan. Het kabinet zal zich ook in 2023 onverminderd inzetten voor een sterke EU-NAVO samenwerking op politiek en praktisch vlak. De oorlog in Oekraïne heeft die ontwikkeling versneld: de EU en NAVO bleken in staat tot een eensgezind optreden en vulden elkaar aan. Het is van belang dat ook in 2023 voort te zetten, zowel op praktisch als op politiek vlak.

Non-proliferatie, wapenbeheersing en ontwapening
De Russische inval in Oekraïne heeft de omstandigheden voor nucleaire ontwapening verder bemoeilijkt. De geldende afspraken binnen het Non-Proliferatieverdrag zijn door de inval bovendien op de proef gesteld. Nederland blijft zich op termijn inzetten voor wapenbeheersing en blijft een voortrekkersrol spelen voor het doel van een kernwapenvrije wereld, met inachtneming van de veranderde context. Ontwapening, maar ook risicobeperking staan daarbij centraal. Het kabinet zet zich binnen bestaande conventies in voor het tegengaan van de verspreiding van massavernietigingswapens, maar doet dit ook via allerlei ad hoc coalities. In 2022 hebben de uitgestelde toetsingsconferenties van het Non-Proliferatieverdrag en het Biologisch Wapenverdrag plaatsgevonden; in 2023 zal de toetsingsconferentie plaats vinden van het Chemisch Wapenverdrag, waarvan Nederland voorzitter is.

Toepassingen van nieuwe technologieën bieden mogelijkheden maar leiden ook tot belangrijke uitdagingen in het veiligheidsdomein. In februari 2023 zal Nederland een internationale conferentie organiseren over de verantwoorde toepassing van kunstmatige intelligente (AI) in het militaire domein. Daarnaast zal het kabinet bijdragen aan het verder ontwikkelen van het internationale ruimteveiligheidsbeleid, zowel in VN als in EU verband. Nederland zal tevens mogelijkheden verkennen om zijn beleid op het gebied van Unmanned Areal Vehicles (UAVs) verder te verdiepen.

Nederland zal zich tot slot, in lijn met aanbevelingen uit recent AIV/CAVV-advies en initiatiefnota Belhaj, in internationaal verband sterk maken voor de verantwoorde ontwikkeling en gebruik van autonome wapensystemen. En zich inzetten voor een expliciet verbod op wapensystemen waar het oordeelsvermogen van de mens onvoldoende aan te pas komt en die daarom niet conform het internationaal recht gebruikt kunnen worden.

Missies en operaties
Het is evident dat in de komende periode veel nadruk zal liggen op bescherming van het nationale en het bondgenootschappelijk grondgebied (hoofdtaak 1) vanwege de situatie aan de Oostflank. Het stimuleren van de veiligheid en stabiliteit in regio’s rondom Europa in het kader van de bescherming en bevordering van de internationale rechtsorde (hoofdtaak 2), naast de Oostflank, in het bijzonder in het Midden-Oosten en in de Sahel, is eveneens in het veiligheidsbelang van Europa en Nederland. Dit is een vorm van vooruitgeschoven verdediging. Het kabinet streeft er zodoende naar om zowel bij te dragen aan de NAVO-inzet in het kader van de bescherming van het bondgenootschappelijk grondgebied, als aan civiele en militaire missies en operaties. Voor civiele en militaire inzet in missies en operaties geldt dat gestreefd wordt naar een geïntegreerde benadering, dat wil zeggen naar samenhang van de inzet met Nederlandse of internationale diplomatieke initiatieven en inspanningen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.

Nederlandse inzet in militaire verbanden, missies en operaties geschiedt in gezamenlijkheid en nauwe afstemming met internationale partners. De bijdrage is daarbij ook in de bredere diplomatieke relaties met onze internationale partners van belang. Naast grotere bijdragen aan taken of missies in delen van de wereld waar Nederlandse (veiligheids-)belangen op het spel staan, zijn ook kleinere (civiele en militaire) bijdragen een wezenlijk instrument van de wereldwijde Nederlandse diplomatieke en veiligheidsinzet. Dergelijke bijdragen aan missies vergroten de Nederlandse strategische informatiepositie en invloed, en geven concrete invulling aan diverse Nederlandse beleidsprioriteiten.

Tegen deze achtergrond kiest het kabinet voor een koers waarin continuering van versterking aan de Oostflank van het NAVO-verdragsgebied zoveel als mogelijk hand in hand gaat met civiele en militaire inzet in missies in regio’s waar onze veiligheidsbelangen op het spel staan.

Een gecoördineerde inzet voor een weerbaar Koninkrijk
De groeiende verwevenheid tussen interne en externe veiligheid, vereist een gecoördineerde inzet. Deze wordt onder andere vormgegeven in de overkoepelende Rijksbrede Veiligheidsstrategie, die eind 2022 wordt afgerond. De basis voor deze strategie ligt in een Rijksbrede risicoanalyse, die alle relevante ‘safety’ en ‘security’ dreigingen in binnen- en buitenland in een totaalbeeld meeneemt. De verbondenheid tussen intern en extern krijgt ook concreet vorm in praktische samenwerking, waaronder op het gebied van grensoverschrijdende criminaliteit en terrorismebestrijding. Nederland streeft bij terrorismebestrijding naar een gebalanceerde aanpak en spreekt zich in internationaal verband expliciet uit voor het waarborgen van mensenrechten in de aanpak van terrorisme en de inclusie van lokale, maatschappelijke organisaties. In 2023 zal Nederland samenwerken met VN-instellingen en maatschappelijk middenveld om structurele betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld als onderdeel van terrorisme interventies door VN-instellingen te bewerkstelligen. Via het netwerk van regionale veiligheidscoördinatoren zet het ministerie van Buitenlandse Zaken zich ook in derde landen in om veiligheidsontwikkelingen te monitoren en lokale overheden en organisaties te ondersteunen in het voorkomen en bestrijden van radicalisering en gewelddadig extremisme.

Conform het regeerakkoord zet Nederland zich in voor een versterkte aanpak van grensoverschrijdende en ondermijnende criminaliteit. Gezien de link tussen interne en externe veiligheid die inherent verbonden is met grensoverschrijdende criminaliteit en om bij te dragen aan deze aanpak, maakt het kabinet extra capaciteit vrij in Den Haag en op de posten om de inzet van interdepartementale partners op dit thema te faciliteren, kansen voor die inzet te identificeren en hen te informeren over relevante ontwikkelingen in het buitenland.

Nederland en zijn bondgenoten zien zich steeds meer geconfronteerd met hybride vormen van conflictvoering en deze trend zal zich het komende jaar en daarna doorzetten. Om de politieke en economische vrijheden van Nederland adequaat te kunnen beschermen, blijft het kabinet zich in EU- en NAVO-kader inspannen voor versterking van de weerbaarheid en respons tegen hybride bedreigingen en daarnaast investeert het kabinet in nieuwe coalities. Naast aansluiting bij de Europese ‘Open Strategische Autonomie-agenda’, kijkt het daarvoor ook naar landen die vergelijkbare dreiging ondervinden dan wel vergelijkbare belangen hebben.

Cyberdiplomatie als prioriteit
Het belang van cyberdiplomatie is naar aanleiding van de COVID-19 pandemie en door de toegenomen geopolitieke strijd alleen maar toegenomen. De dreigingen voor burgers, bedrijven en staten nemen toe. Na de zomer van 2022 zal het kabinet een nieuwe Internationale Cyberstrategie presenteren. Deze heeft als doel de geopolitieke cyberdreigingen te verminderen door onder meer te komen tot een normatief kader voor verantwoord statelijk gedrag in het cyberdomein, afspraken te maken over maatregelen die ingezet kunnen worden tegen landen die deze normen overtreden en kwetsbare derde landen te ondersteunen in de opbouw van hun cyberweerbaarheid. Aandacht voor mensenrechten en rechtsstaat staat hierbij centraal.

Betrekkingen met landen en regio’s
Het leiderschap van de Verenigde Staten is gedurende de Oekraïne crisis van onmisbaar belang gebleken. Met hun leiderschapsrol bij de ondersteuning van Oekraïne, in nauwe samenwerking met Europese en andere gelijkgezinde landen, laten de VS zien hoe gecommitteerd zij zijn aan de internationale rechtsorde en het verdedigen van Europese veiligheid. Hierin ziet het kabinet een herbevestiging van het belang van het trans-Atlantisch bondgenootschap. Het kabinet zal zich dan ook het komende jaar inzetten voor verdere verdieping van de veiligheidssamenwerking met de VS, zowel in NAVO- en EU-verband. De VS is Nederlands belangrijkste niet-Europese handelspartner en Nederland en de VS zijn belangrijke investeerders in elkaars economieën. Ook op onderzoeks- en innovatieterrein zijn de betrekkingen hecht. Het kabinet zal zich er voor inspannen om de economische samenwerking met de VS, bilateraal en in EU-verband, verder te versterken. NL zal zijn steun aan en betrokkenheid bij de EU-US Trade and Technology Council voortzetten. Met Canada is de samenwerking geïntensiveerd en zullen in 2023 voor het eerst regeringsconsultaties gehouden worden.

Ook zal het kabinet nauw met de VS, Canada, Japan en andere gelijkgezinden partners optrekken voor een fit for purpose multilateraal stelsel ter bescherming van de gekoesterde internationale normen en waarden. Het kabinet zal later dit jaar daarom met een multilateralisme strategie komen. Nederland zal internationaal pal voor de mensenrechten blijven staan. Het kabinet stelt dan ook extra geld beschikbaar om de Nederlandse inzet voor mensenrechten meer slagkracht te geven. De mensenrechtennota later dit jaar zal hier nadere invulling aan geven.
De Russische regering heeft met de gewelddadige en illegale inval in Oekraïne de weg van agressie, verdere escalatie en isolement gekozen. Alvorens ruimte voor diplomatie en dialoog ontstaat, kan het antwoord dan ook niet anders zijn dan begrenzing en afschrikking voor zolang als nodig is en verhoging van de weerbaarheid, van Nederland, bondgenoten en partners. Daarnaast worden de kosten voor de Russische regering van deze agressie structureel en langdurig verhoogd door verschillende maatregelen, zoals het diplomatiek isoleren van de Russische Federatie, gerichte schade toebrengen aan de Russische economie en aan de kring van machthebbers in het Kremlin en het steunen van onder andere maatschappelijke organisaties en vrije media in de Russische samenleving. Dat laatste ondersteunt de belangrijke kanttekening dat Nederland geen geschil heeft met de Russische bevolking. Het Kremlin neemt op de koop toe dat de Russische bevolking de maatschappelijke en economische consequenties draagt van deze aanvalsoorlog.

De Indo-Pacific regio is niet alleen de grootste mondiale groeiregio maar ook geopolitiek steeds relevanter. Nu de verhoudingen in de wereld nog complexer zijn geworden door de Russische inval in Oekraïne is het des te belangrijker geworden om bilateraal en via de EU met gelijkgezinde landen in de Aziatische regio te engageren en samen te werken aan bescherming van de internationale rechtsorde, stabiliteit en veiligheid. De EU-strategie voor de Indo-Pacific biedt een goede basis voor verdere en intensievere samenwerking op economisch, politiek en veiligheidsgebied met landen in Azië. Bilateraal wil het kabinet samenwerking aangaan op een brede veiligheidsagenda; onder meer capaciteitsopbouw in Vietnam, samenwerking op zeerecht met Australië, Japan en Singapore en kennisuitwisseling met India op het gebied van zeerecht en maritieme veiligheid.

In de betrekkingen met China ligt steeds meer nadruk op het beschermen van onze waarden en belangen, onze veiligheid en statelijke dreigingsaspecten. De afgelopen twee jaar heeft de EU meerdere maatregelen genomen om de eigen economische weerbaarheid te vergroten en meer reciprociteit te bewerkstelligen in de economische relatie met China. Het in kaart brengen, en waar nodig mitigeren, van strategische afhankelijkheden maakt daar onderdeel van uit. Nauwe samenwerking en coördinatie met de VS en gelijkgezinde Indo-Pacific partners is daarbij eveneens van belang. Daarbij blijven de Nederlandse economische belangen in China groot en is samenwerking onmisbaar bij het aanpakken van grote mondiale uitdagingen op het gebied van bijvoorbeeld klimaat en duurzaamheid. De verwachting is dat in 2023 China de strenge COVID-maatregelen geleidelijk zal loslaten waardoor weer meer contacten op hoog niveau mogelijk zullen zijn. De mensenrechtensituatie in China blijft zorgwekkend en Nederland zal, zowel bilateraal als in EU-verband, dit punt blijven adresseren. De onderdrukking van de Oeigoeren in Xinjiang en het steeds verder inperken van burgerlijke vrijheden in Hongkong vragen daarbij blijvend bijzondere aandacht.

Het Koninkrijk hecht veel waarde aan goede banden met Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. Een regio die op veel gebieden gelijkgezind is met het Koninkrijk en de EU, zoals ook blijkt uit de brede veroordeling van de Russische oorlog in Oekraïne. Die gelijkgezindheid maakt het Koninkrijk en de EU natuurlijke partners, nog meer in een periode van verschuivende geopolitieke panelen, en (toenemende) beïnvloeding door China en Rusland. Door samen met landen in de LAC-regio de mondiale uitdagingen aan te gaan worden de banden met deze regio bestendigd. Daartoe werken het Koninkrijk en de EU actief samen met de regio op het gebied van klimaat, duurzaamheid, digitalisering, rechtsstaat en democratisering. Ook samenwerking in de bestrijding van grensoverschrijdende ondermijnende (drugs)criminaliteit en versterking van de regionale veiligheid krijgt in 2023 prioriteit, gezien de impact ervan op de veiligheid en stabiliteit van de LAC-regio en ons gehele Koninkrijk.

De politieke, economische en humanitaire crisis in buurland Venezuela, blijft uiterst zorgwekkend. Uitgangspunt is het bevorderen van de terugkeer naar een stabiel, rechtsstatelijk en democratisch Venezuela. Het Koninkrijk blijft komend jaar inzetten op een constructieve en gelijkwaardige relatie met Suriname, een land dat voor complexe sociaal-economische en politieke uitdagingen staat. Overheidssamenwerking via het Makandra-programma draagt bij aan sociaaleconomische ontwikkeling en goed bestuur in diverse sectoren en wordt zoveel mogelijk afgestemd op de inspanningen van het IMF in Suriname. Nederland en Suriname trekken ook samen op om grensoverschrijdende georganiseerde misdaad aan te pakken.
Nederland zal zich blijven inzetten om de bevolking van Afghanistan te steunen. Om de Nederlandse belangen en de rechten van de Afghaanse bevolking te behartigen heeft Nederland samen met gelijkgezinde landen operationeel contact met vertegenwoordigers van de de-facto Taliban regering. Daarbij blijven de prioriteiten zoals weergegeven in de EU Raadsconclusies van september 2021 leidend: veilige doorgang voor diegenen die Afghanistan willen verlaten; bescherming van alle mensenrechten en de rechten van name vrouwen en meisjes; ongehinderde humanitaire toegang; voorkomen dat Afghanistan een uitvalsbasis wordt voor internationaal terrorisme; en het creëren van een inclusieve regering. Omdat dat de ontwikkelingen in het land niet gunstig stemmen, is het kabinet van mening dat het van belang is om druk op het regime te houden om hen aan hun verplichtingen, zowel internationaal als richting de eigen bevolking, te houden.

Het strategisch belang van de Sahel en Hoorn van Afrika, beide instabiele regio’s aan de rand van Europa, blijft groot en het kabinet blijft zich onverminderd inzetten voor verbetering van de situatie aldaar2. Tegelijkertijd vraagt de spill-over problematiek van instabiliteit en onveiligheid vanuit de Sahel naar de West-Afrikaanse kustlanden steeds meer aandacht. Nederland zal gezamenlijk met West-Afrikaanse kuststaten en EU-partners de mogelijkheden voor het tegengaan van deze spillover onderzoeken. Daarnaast zal het kabinet in 2023 ook de mogelijke bilaterale inzet op grondoorzaken van deze spill-over, met name in Benin, verder uitwerken. Ook zet in 2023 het kabinet zich in voor actieve uitvoering van de in de slotverklaring van de EU-AU top vastgelegde afspraken en voor verdere verdieping van het EU-AU partnerschap op onder andere migratie en multilaterale samenwerking. De strategische visie van de inzet van Nederland in Afrika zal uitgewerkt worden in de Afrikanotitie die eind dit jaar naar de Tweede Kamer gaat.

Het kabinet blijft zich in het kader van het Midden-Oosten Vredesproces inzetten voor de twee-statenoplossing. Hoewel de trilaterale samenwerking om via een niet-politieke uitwisseling de partijen nader tot elkaar te brengen meerdere keren is uitgesteld, blijft Nederland de partijen benaderen om met elkaar in gesprek te blijven. Dit moet enerzijds leiden tot praktische oplossingen voor bestaande problemen (zoals het uitvoeren van Palestijnse goederen), en anderzijds tot een vruchtbaar klimaat waarin vredesonderhandelingen weer mogelijk worden. De periodieke trilaterale expert-werkgroepen over energie, water en handel en de verzoeningsprojecten waarmee jonge Palestijnen en Israëliërs nader tot elkaar worden gebracht, zijn hier belangrijke middelen toe. Het kabinet zet in op het organiseren van een plenaire bijeenkomst van de drie groepen in Den Haag.

Nederland blijft inzetten op het onderhouden en verstevigen van de relaties met Noord-Afrika, een regio die voor vele uitdagingen staat zoals economische onzekerheid, klimaatverandering, irreguliere migratie en instabiliteit. Nederland acht een brede en stevige bilaterale relatie met Marokko van groot belang. De wederzijdse bezoeken van de ministers van buitenlandse zaken onderstrepen deze ambitie. In 2023 voorziet het kabinet versterking van de samenwerking op thema’s zoals op migratie, justitie en politie, handel en cultuur.

In een aanhoudende politieke, humanitaire en economische crisis in Syrië, leeft 97% van de Syrische bevolking onder de armoedegrens. Nederland blijft inzetten op een politieke oplossing van het conflict, met bijzondere aandacht voor accountability. Het kabinet wil dat de zwaarste misdaden niet ongestraft blijven en stelde Syrië in 2020 aansprakelijk voor het schenden van mensenrechten. Intussen maken meerdere landen gebruik van universele jurisdictie om daders niet ongestraft te laten. In Irak blijft Nederland inzetten op de geïntegreerde benadering, inclusief de multilaterale inzet (VN, NAVO, EU), om grondoorzaken van (hernieuwd) conflict aan te pakken en een bijdrage te leveren aan het creëren van duurzame en legitieme stabiliteit in Irak en de autonome Koerdische regio. Hierbij is er specifiek aandacht voor het waarborgen van accountability, mensenrechten, klimaat (water) en Private Sector Ontwikkeling (PSD).

Ook voor het conflict in Jemen is een duurzame en inclusieve vrede als uitgangspunt. Na een succesvolle gezamenlijke conferentie in mei jl. waar Nederland samen met de VN co-host was, blijft het kabinet zich ook in 2023 inspannen voor het vinden van een oplossing voor de Safer-tanker, die door het conflict verworden is tot een tikkende tijdbom met een grote ecologische, economische en humanitaire ramp tot gevolg. De opstelling van Iran op het nucleaire dossier en voor de veiligheid in de regio blijft om meerdere redenen voor de internationale gemeenschap zorgelijk. De terugkeer van de VS en Iran naar het JCPOA is onontbeerlijk. Het kabinet zet zich dan ook maximaal in om dit te kunnen bewerkstellingen door steun aan de inzet van de EU en E3. Nederland is onlangs een strategisch partnership aangegaan met landen in de Golf gericht op klimaat en energietransitie, regionale veiligheid en mensenrechten. Komend jaar staat in het teken van verdere verdieping van samenwerking, met dit partnerschap als leidend kader.

Waarden, democratie en internationale rechtsorde
Veranderingen in het systeem van multilaterale samenwerking zijn, meer dan 75 jaar na de oprichting van de VN, onvermijdelijk. De krachtsverhoudingen zijn veranderd, de mondiale uitdagingen evenzeer. De regie over veranderingen mag echter niet alleen in de handen worden gelegd van landen die onze waarden en belangen niet delen. Het Koninkrijk zal zelf, samen met traditionele (EU-) en niet-traditionele gelijkgezinde landen de regie moeten pakken over het veranderingsproces, waar dat kan en noodzakelijk is. De nieuwe multilateralismenota, die in het derde kwartaal van 2022 aan de Kamer wordt aangebonden, biedt de basis voor de inzet van het kabinet op dit terrein. Dit vraagt om intensivering van onze relatie met landen buiten onze traditionele partnerschappen als de EU en de NAVO, die onze waarden op het terrein van rechtstaat en democratie delen en die belang hechten aan een toekomstbestendig en eerlijk multilateraal systeem. Dat 141 landen binnen de Algemene Vergadering van de VN de Russische agressie tegen Oekraïne afkeurden laat zien hoeveel landen hechten aan de internationale rechtsorde. Het is zaak om zo veel mogelijk met deze landen samen te werken en waar mogelijk deze groep landen verder uit te breiden. Ook is het belangrijker dan ooit, dat de dialoog met de 35 landen die zich onthielden van stemming, gevoerd blijft worden.

De toenemende assertiviteit van autocratische staten en het krimpen van de democratische ruimte leidt tot verdere druk op de naleving van de mensenrechten en heeft een negatieve invloed op het functioneren van de internationale rechtsorde. In de tweede helft van 2022 zal een nota inzake Mensenrechten, Internationale rechtsorde en Democratie aan de Kamer worden aangeboden. De nota gaat uit van de sterke samenhang tussen deze drie thema’s. Mediavrijheid (online en offline), gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, het beschermen van minderheden (bijvoorbeeld religie en LHBTIQ+) en het tegengaan en vervolgen van de meest ernstige mensenrechtenschending en van corruptie vormen de ruggengraat. Toenemende veiligheidsrisico’s van journalisten en mensenrechtenverdedigers vragen om extra aandacht. Een belangrijke deel van de intensiveringsmiddelen voor mensenrechten zal in 2023 bestemd zijn voor het tegengaan van deze trend.

Mediavrijheid en corruptie zullen ook in het vervolg van de door de VS geïnitieerde Summit for Democracy een belangrijke plek krijgen. Nederland speelt op deze beide onderdelen een leidende rol. Ook in andere internationale samenwerkingsverbanden zal het kabinet zich sterk blijven maken voor het bevorderen en naleven van mensenrechten, zoals in de Equal Rights Coalition, de Freedom Online Coalition, de Media Freedom Coalition en de International Religious Freedom Alliance. Ook blijft de inzet via het postennetwerk, zowel diplomatiek als via het mensenrechtenfonds, een belangrijk instrument om mensenrechten te bevorderen, misstanden aan te kaarten en directe hulp te bieden aan mensenrechtenverdedigers in nood.

Binnen de VN en de verschillende ontwikkelingsbanken pleit Nederland voor institutionele verankering van de mensenrechtenbenadering. Daartoe zet Nederland in op adequate financiering van de mensenrechtenpijler van de VN, waarbij de implementatie van de VN Agenda 2030/Duurzame Ontwikkelingsdoelen wordt betrokken. Het werk van de VN op het gebied van mensenrechten neemt verder toe, terwijl de financiering terugloopt. Nederland blijft daarom ook pleiten tegen bezuinigen van posities die cruciaal zijn voor het VN mensenrechtenwerk.

Om de ontwikkeling van de internationale rechtsorde conform artikel 90 van onze grondwet zo goed mogelijk te bevorderen, richt dit kabinet zich op naleving en waar nodig aanvulling van de internationale wet en regelgeving. Gerechtigheid voor slachtoffers van de meest ernstige misdrijven, het afschrikken van potentiële daders en het bevestigen van fundamentele normen is essentieel voor duurzame stabiliteit, vrede en veiligheid. Daarom zet kabinet dan ook onverminderd in op het tegengaan van straffeloosheid voor de meest ernstige mensenrechtenschendingen en de preventie van deze schendingen, en de versterking van internationale hoven en tribunalen zoals het Internationaal Strafhof. Hierbij zal Nederland zich in het bijzonder richten op gerechtigheid voor slachtoffers van de Russische agressie in Oekraïne.

Daarnaast vormen in steeds meer landen georganiseerde en individuele vormen van corruptie een directe bedreiging voor stabiliteit, welvaart en veiligheid. We zien dat dit onderwerp aan relevantie heeft gewonnen, ook in het licht van discussies die binnen de EU worden gevoerd. Om die reden zet het kabinet zich met gelijkgezinde partners in voor het versterken van de internationale rechtsorde door het oprichten van een anti-corruptie hof. Het kabinet is zich ervan bewust dat dit een langdurige en vasthoudende inzet vergt om daar voldoende steun voor te vergaren.

Nederland behoort tot de groep aanjagers van internationale verdragen en afspraken over gelijke kansen voor vrouwen en meisjes, gendergelijkheid en antidiscriminatie. Het kabinet geeft de komende periode nadere invulling aan een feministisch buitenlandbeleid.

Nederlanders wereldwijd, consulaire zaken en visumbeleid
Crisissituaties zoals Afghanistan, Oekraïne en de COVID-19 pandemie, hebben de noodzaak van goede en moderne consulaire dienstverlening onderstreept. Het Ministerie blijft daarom werken aan het verbeteren van de consulaire dienstverlening aan Nederlandse reizigers en vakantiegangers, Nederlanders in nood en Nederlanders die buiten Nederland (gaan) wonen.

Nederlanders in het buitenland worden geconfronteerd met nieuwe veiligheidsrisico’s en regels rondom het internationale reisverkeer zijn aan veranderingen onderhevig. Dat zorgt voor een forse stijging van burgervragen en een veranderende informatiebehoefte. Ook in 2023 zullen de effecten hiervan nog steeds zichtbaar zijn. Ook al wordt er weer meer gereisd worden, sommige landen zullen reisrestricties blijven opleggen zolang de COVID-19 pandemie niet overal ter wereld onder controle is. In de reisadviezen wordt verwezen naar de overheidswebsite van het land zelf voor de meest actuele informatie. Samen met andere EU-lidstaten wordt gewerkt aan meer eenheid in de reisadviezen. Daarnaast zal het Ministerie, gezien de grote impact van de pandemie en meerdere crises, de kwaliteit, helderheid en vindbaarheid van de reisadviezen verbeteren.

In 2023 zijn de consulaire crisisprotocollen, de -infrastructuur en het evacuatiebeleid aangescherpt op basis van inzichten vanuit intern en extern uitgevoerde evaluaties. Zo werkt het Ministerie naar een consulaire crisisorganisatie zodat Nederlanders snel en efficiënt de hulp en informatie krijgen die ze nodig hebben. In 2023 is een kernteam opgeleid en zijn mensen getraind voor het geval een nieuwe crisis uitbreekt. Ook op dit vlak wordt ingezet op samenwerking met andere EU-lidstaten.

Conform het regeerakkoord Rutte IV zal de dienstverlening aan Nederlanders in het buitenland verbeterd worden. Zo wordt het mogelijk om op meer locaties via een externe dienstverleners een paspoort aan te kunnen vragen zodat minder ver gereisd hoeft te worden, en zal het project Loket Buitenland, waarbij zo’n 60 overheidsdiensten online of telefonisch kunnen worden geleverd, in 2023 een permanente plek krijgen via Nederlandwereldwijd. Verder zal in lijn met de stijging van het aantal wereldwijde reisbewegingen de hoeveelheid visumaanvragen toenemen. De moderniserings- en centraliseringsprojecten van de consulaire dienstverlening gaat onverminderd door; de modernisering van het consulaire Front- en Backoffice (FOBO) zal in 2023 volledig ingevoerd zijn.

Cultuur
Kunst en cultuur geven betekenis aan onze relaties; ze zorgen voor onderlinge verbondenheid en kweken goodwill. Met het vierjarig kader internationaal cultuurbeleid (ICB 2021-2024) wordt dit met name gezocht in de relaties met Europese landen, grensoverschrijdende samenwerking en een aantal voor Nederland belangwekkende landen in de rest van de wereld. Hiermee worden onder meer de (economische) belangen van de kunstensector en de creatieve industrie in het buitenland behartigd. Daarnaast speelt de internationale culturele samenwerking een rol ter bevordering van de SDG’s, versteviging van bilaterale relaties (mede in het kader van de teruggave van koloniaal erfgoed), alsmede andere prioriteiten van buitenlandbeleid.

Postennet
Om in de komende kabinetsperiode de belangen van Nederland, Nederlandse burgers en ondernemers wereldwijd nog beter te bevorderen, is een veilig en sterk postennet noodzakelijk. Wij kijken daarbij naar de hele internationale keten: van posten tot aan de ankerpunten en ondersteuning bij Buitenlandse Zaken en rijksbreed. Dit vertaalt zich in prioritaire thema’s waarop personele versterking vanuit de coalitiemiddelen nodig is, binnen de posten in de EU-landen, in de ring rondom Europa, op de samenwerking met de VS maar ook in relatie tot China.

Het kabinet zet in op uitbreiding van de capaciteit op de posten en in het ministerie langs de lijn van de belangrijke thema’s uit het coalitieakkoord: mensenrechten, veiligheid (cybersecurity, economische veiligheid, ondermijnende georganiseerde criminaliteit), consulaire dienstverlening, economische diplomatie (internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen; IMVO en duurzaam internationaal verdienvermogen) en een focus op migratie, klimaat en Global Health. De extra capaciteit creëren we binnen het postennet maar ook bij directies. Bij de invulling wordt nadrukkelijk ook de behoefte, expertise en beschikbaarheid van de andere departementen op deze prioriteiten betrokken. Verder is besloten om het ambassadekantoor in Chisinau, Moldavië op te waarderen naar een ambassade.

Op het gebied van crisisbeheersing heeft Nederland de afgelopen jaren internationaal voor een aantal grote uitdagingen gestaan, zoals de oorlog in Oekraïne (2022), de machtsovername door de Taliban in Afghanistan (2021), de explosie in de haven in Beiroet (2021) en de Covid-19 pandemie. Dat heeft geresulteerd in stappen gericht op een structurele versterking van de crisisorganisatie, zoals de oprichting van een Departementaal Crisis Centrum (DCC) met een vaste bezetting onder leiding van een vrijgestelde centrale crisiscoördinator en extra capaciteit die flexibel ingezet kan worden in het geval van een internationale crisis, en versterking van de capaciteit voor de consulaire dienstverlening. In 2023 zal de crisisgereedstelling van Buitenlandse Zaken verder zijn versterkt door middel van een uitgebreider opleidings-, trainings- en oefenaanbod voor de posten en het departement, extra aandacht voor (worst case) scenario-exercities, crisis-evaluaties en de verwerking van geleerde lessen in de handboeken en protocollen.

Het ministerie versterkt bestaande posten door investeringen in informatiebeveiliging en cybersecurity, extra fysieke beveiligingsmaatregelen, meer capaciteit voor het ICT netwerk, ook bij uitval van reguliere verbindingen, meer aandacht voor informatiemanagement en meer beheer- en uitvoeringscapaciteit op de posten. Een sterker postennet is onlosmakelijk verbonden met de (beleids)ondersteuning vanuit Den Haag en heeft hier een sterk anker nodig. Dat betekent capaciteitsversterking voor een aantal directies voor een sterkere diplomatieke gereedstelling en bedrijfsvoeringsdirecties die ondersteunende diensten verlenen aan de posten.

2.2 Belangrijkste beleidsmatige mutaties

Stand ontwerpbegroting 2022 11 747 800 11 794 479 12 152 385 12 550 441 12 723 623
Belangrijkste mutaties
1. Bescherming en bevordering van mensenrechten 1.2 6 000 3 900 3 900 3 900 3 900
2. Afdrachten aan de Europese Unie 3.1 1 175 964 1 104 797 1 278 346 1 384 102 1 481 674
3. Apparaat 7.1 133 071 69 276 103 000 80 000 80 000
Overige mutaties 49 134 36 878 ‒ 19 696 ‒ 42 797 ‒ 21 337
Stand ontwerpbegroting 2023 13 111 969 13 009 330 13 517 935 13 975 646 14 267 860 14 662 835

Toelichting

Artikel 1.2
Deze mutatie betreft voornamelijk de structurele verhoging van EUR 4 miljoen vanuit de coalitieakkoordmiddelen voor het thema mensenrechten. Daarnaast wordt in 2022 EUR 2 miljoen aan Oekraïne-gerelateerde uitgaven generaal gecompenseerd.

Artikel 3.1
Bij de eerste suppletoire begroting 2022 is het budgettaire effect van de zesde aanvullende EU-begroting uit 2021 (Draft Amending Budget (DAB) 6), de nacalculatie en het surplus verwerkt. De betalingen uit DAB6 2021 zijn over de jaargrens heen geschoven waardoor het budgettaire kaseffect niet in 2021 maar in 2022 neerslaat. In DAB6 wordt de raming van plasticafdracht van een aantal EU-lidstaten geactualiseerd. Voor Nederland leidt dit tot een meerjarige stijging van de BNI-afdracht (sluitstuk EU-begroting) van EUR 0,1 miljoen. Daarnaast is het resultaat van de nacalculatie over de periode 2017-2020 verwerkt, wat voor Nederland leidt tot een nabetaling van EUR 87 miljoen in 2022. Het overgebleven surplus op de Europese begroting in 2021 leidt tot een meevaller op de Nederlandse BNI-afdrachten van EUR 189,9 miljoen. Om te corrigeren voor het onbedoelde saldo-effect bij de invoerrechtenraming is deze geactualiseerd naar EUR 1,1 miljard in 2022. Tot slot zijn er twee nabetalingen (in totaal EUR 18,2 miljoen) geweest voor de invoerrechten.

Technische aanpassing

De jaarlijkse technische aanpassing door de Commissie heeft enkele gevolgen voor de raming van de Nederlandse EU-afdrachten. Eén van de elementen van de technische aanpassing is de inzet van het Single Margin Instrument, waarmee de betalingenplafonds van het MFK worden gewijzigd. Betalingen onder het plafond van 2021 die niet zijn ingezet en in dat jaar dus ook niet tot afdrachten van de lidstaten hebben geleid, worden toegevoegd aan de plafonds voor 2022 en 2023. Dit leidt tot een opwaartse bijstelling van de BNI-raming van respectievelijk EUR 79 en EUR 81 miljoen. Een tweede element is de actualisatie van de inzet van de speciale instrumenten (een opwaartse bijstelling van EUR 15 miljoen in 2023) als gevolg van het overhevelen van onbenutte middelen in 2021 naar 2022. Een derde element is een actualisatie van de boeteopbrengsten van de EU, hetgeen leidt tot een neerwaartse bijstelling van de BNI-raming van EUR 26 miljoen in 2023. Per saldo leidt de technische aanpassing tot een hogere raming voor de BNI-afdracht van EUR 94 miljoen in 2022 en EUR 55 miljoen in 2023.

In de Europese ontwerpbegroting voor 2023 wordt de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk (VK) uit hoofde van het terugtrekkingsakkoord geactualiseerd. De verwachte bijdrage van het VK is hoger dan waar in de raming van de Nederlandse EU-afdrachten rekening mee werd gehouden. Aangezien de VK-bijdrage onder overige ontvangsten valt, betekent dit dat er een lagere bni-afdracht benodigd is. De raming van de BNI-afdracht in 2023 wordt hierdoor met EUR 122 miljoen neerwaarts bijgesteld.

Nabetaling TEM

Naar aanleiding van een recente controle van de TEM-boekhouding (Traditionele Eigen Middelen) bij de Douane heeft de Commissie verzocht om een nabetaling van TEM. Voor Nederland heeft dit een bruto nabetaling van EUR 122 miljoen (waarvan EUR 76,3 miljoen onder voorbehoud) tot gevolg (netto komt dit bedrag uit op EUR 97 miljoen door de in te houden perceptiekostenvergoeding, nader toegelicht bij Artikel 3.10).

Vierde aanvullende Europese begroting

In DAB4 2022 actualiseert de Commissie de begroting op basis van de meest recente economische ramingen voor de eigen middelen, op basis van de Lenteraming en de cijfers die zijn vastgesteld in het Advisory Committee on Own Resources (ACOR). Dit heeft een effect op de raming van de invoerrechten en de plastic-, btw- en BNI-afdracht.

De raming van de BNI-afdracht daalt met EUR 184 miljoen in 2022 en EUR 221 miljoen in 2023. Dit komt doordat op Europees niveau meer btw-opbrengsten en invoerrechten zijn opgehaald ten opzichte van de raming van vorig jaar. Dit leidt tot minder BNI-afdrachten (sluitstuk van de Europese begroting). De raming van de btw-afdracht stijgt met EUR 130 miljoen in 2022 en EUR 133 miljoen in 2023. De raming van de plastic-afdracht daalt met EUR 36 miljoen in 2022 en EUR 38 miljoen in 2023. Zoals toegelicht bij 1e suppletoire begroting 2022 treedt er bij de invoerrechten gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op, omdat aan de inkomsten- en uitgavenkant een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect. De laatste correctie heeft plaatsgevonden na de publicatie van de Macro-economische Verkenning van 2022. Deze betreft de jaren 2022 tot en met 2027.

De Commissie actualiseert in DAB4 ook de bijdrage van het VK aan de Europese begroting 2022 uit hoofde van het terugtrekkingsakkoord en de overige ontvangsten van de EU-begroting 2022. De overige ontvangsten bestaan voornamelijk uit de inkomsten door mededingingsboetes. De VK-bijdrage is lager uitvallen dan waarmee rekening is gehouden in de raming van de Nederlandse EU-afdrachten, en de boeteontvangsten hoger. Per saldo leidt dit tot een neerwaarts effect van de Nederlandse BNI-afdracht van EUR 29 miljoen in 2022.

Artikel 7.1
De uitgaven voor het apparaat nemen meerjarig toe. De belangrijkste meerjarige mutaties zijn:

  1. In het coalitieakkoord zijn middelen vrijgemaakt ter versterking van het postennet. Hierdoor nemen de budgetten op het apparaatsartikel toe door de toevoeging van de intensiveringsmiddelen met EUR 17 miljoen in 2022, EUR 29 miljoen in 2023, EUR 40 miljoen in 2024 en EUR 52 miljoen vanaf 2025.
  2. De budgetten stijgen door de loon- en prijsontwikkeling, waardoor het budget zowel voor het personeel in Nederland als op de posten stijgt. Deze uitgaven worden vanuit de voorziening binnen de HGIS gefinancierd. In totaal stijgen de budgetten hierdoor met ongeveer EUR 28 miljoen per jaar.
  3. De eindejaarsmarge 2021 wordt in 2022, 2023 en 2024 weer opnieuw ingezet. Het grootste deel hiervan betreft de uitgaven ten aanzien van de veiligheid op hoog-risico posten (EUR 18 miljoen totaal).
  4. Met de eerste incidentele suppletoire begroting is het uitgavenbudget in 2022 met EUR 60 miljoen verhoogd voor de aankoop van de kanselarij voor de PV EU en de post in Brussel. In 2024 wordt het uitgavenbudget met EUR 35 miljoen verhoogd. Hier staat een verwachte ontvangst in 2024 tegenover.
  5. Tot slot wordt er middels de middelenafspraak uitgavenbudget ten aanzien van de realisatie van de huisvestingsstrategie EUR 33,7 miljoen toegevoegd in 2022.
Stand ontwerpbegroting 2022 965 770 963 344 1 004 963 1 029 182 1 047 619
Belangrijkste mutaties
1. Diverse ontvangsten EU 3.10 319 221 322 671 349 160 375 544 400 258
2. Europees herstelfonds 3.11 1 500 000 1 350 000 750 000 1 100 000
3. Diverse ontvangsten 7.10 95 000
Overige mutaties 591 ‒ 609 ‒ 2 609 1 391 ‒ 3 709
Stand ontwerpbegroting 2023 1 285 582 2 785 406 2 796 514 2 156 117 2 544 168 1 488 753

Toelichting

Artikel 3.10
Nederland ontvangt EUR 3,6 miljoen aan perceptiekostenvergoeding die gepaard gaat met de onder artikel 3.1 genoemde nabetalingen van douanerechten. Nederland mag 25% houden van de afdracht van invoerrechten aan de EU, ter dekking van de kosten die de Douane maakt; dit heet de perceptiekostenvergoeding, en deze geldt ook voor eventuele nabetalingen. Ook de perceptiekostenvergoeding wordt geactualiseerd om het onbedoelde saldo-effect tegen te gaan. De laatste correctie heeft plaatsgevonden na de publicatie van de Macro-economische Verkenning van 2022. Deze betreft de jaren 2022 tot en met 2027. Ten slotte draagt Nederland naar aanleiding van een onderzoek door de Europese Commissie een TEM-hoofdsom van EUR 122 miljoen af (waarvan EUR 76,3 miljoen onder voorbehoud). Conform de TEM-systematiek ontvangt Nederland een perceptiekostenvergoeding over deze afdracht. De perceptiekostenvergoeding bedraagt EUR 25,1 miljoen. Hierdoor bedraagt de betaling netto EUR 96,9 miljoen.

Artikel 3.11
De te verwachten ontvangsten voor Nederland uit het Europees herstel fonds (Recovery and Resilience Facility, RRF) worden, conform het coalitie akkoord, verwerkt in de begroting. Het gaat om EUR 4,7 miljard in de periode 2023 tot en met 2026. De middelen uit het Europees herstelfonds worden ingezet om reeds begrote en nieuwe uitgaven uit het coalitieakkoord te financieren. Op basis van een eerste inventarisatie is het waarschijnlijk dat de reeks een zwaartepunt in 2023 en 2024 heeft. De reeks is nog veranderlijk, omdat het herstelplan nog niet definitief is vastgesteld.

Artikel 7.10
In 2024 wordt een ontvangst geraamd van EUR 95 miljoen. Dit heeft te maken met de realisering van de huisvestingsstrategie en de aankoop van een nieuwe kanselarij in Brussel, zoals gemeld in de eerste incidentele suppletoire begroting 2022.

2.3 Openbaarheidsparagraaf

In de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ heeft het kabinet onder andere maatregelen aangekondigd gericht op actieve openbaarmaking van informatie en op verbetering van de informatiehuishouding bij de ministeries (‘Open op orde’). Ook het ministerie van Buitenlandse Zaken werkt aan een continue verbetering van de informatiehuishouding en grotere transparantie van overheidsinformatie richting burger en parlement. In lijn met rijksbrede afspraken heeft BZ hiertoe een actieplan opgesteld en is de uitvoering daarvan gestart. Inzet is de professionele ondersteuning binnen de informatiehuishouding te versterken, de informatiestromen meer onder controle te brengen, onder andere via archivering van e-mailberichten en het veiligstellen van appberichten. Parallel hieraan is de transparantie verder versterkt door de openbaarmaking vanaf 1 juli 2021 van de beslisnota's bij enkele categorieën kamerstukken richting Tweede Kamer en per 20 september 2022 zal bij ieder Kamerstuk de onderliggende beslisnota openbaar worden gemaakt. Ook worden BZ-archieven zoveel mogelijk vervroegd overgebracht naar het Nationaal Archief om deze publieke toegankelijk te maken. De archivering van publiek toegankelijke websites is in 2021 afgerond. Voor het veiligstellen van appberichten, verbeteren van zoekmogelijkheden binnen de BZ-systemen en centrale opslag van e-mail zijn projecten gestart die in 2022 moeten resulteren in besluitvorming op business cases (appberichten, zoek en vind) of aansluiting op rijksbrede voorzieningen.

2.4 Planning Strategische Evaluatie Agenda

Versterkte internationale rechtsorde Periodieke rapportage 2024 Periodieke rapportage van het beleid op artikel 1 op basis van onderliggende studies BZ art 1.1, 1.2. 1.3
Veiligheid en stabiliteit Periodieke rapportage 2023 Periodieke rapportage van het beleid op artikel 2 op basis van onderliggende studies BZ art 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5
Effectieve Europese samenwerking Periodieke rapportage 2024 Periodieke rapportage van het beleid op artikel 3 op basis van onderliggende studies BZ art 3.1, 3.2, 3.3, 3.4
Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden Dit thema is nog niet uitgewerkt

Voor een uitgebreide uitwerking van de Strategische Evaluatie Agenda, zie «Bijlage 4: Strategische Evaluatie Agenda» van deze begroting.

Voor het meest recente overzicht van de uitvoering van de Strategische Evaluatie Agenda tot nu toe, zie de «Tabel realisatie Strategische Evaluatieagenda» uit het jaarverslag 2021.

Voor het meest recente overzicht van de realisatie van beleidsdoorlichtingen en Periodieke Rapportages bij de Rijksoverheid, klik op deze link: Ingepland en uitgevoerd onderzoek.

2.5 Overzicht risicoregelingen

3. Effectieve Europese samenwerking Raad van Europa 176.743 0 0 176.743 0 0 176.743 0 176.743
Totaal 176.743 0 0 176.743 0 0 176.743 0 176.743
3. Effectieve Europese samenwerking Raad van Europa 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

3. Beleidsartikelen

Artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde

A. Algemene doelstelling

Het bevorderen van een goed functionerende internationale rechtsorde inclusief gastlandbeleid, met een blijvende inzet op mensenrechten, als integraal onderdeel van het buitenlandbeleid.

Een sterke internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten maken de wereld stabieler, veiliger, vrijer en welvarender. Dit vereist goed functionerende internationale instellingen en organisaties met een breed draagvlak, naleving en waar nodig aanvulling van de internationale wet en regelgeving en voortdurende inzet tegen straffeloosheid voor de meest grove mensenrechtenschendingen en het voorkomen van deze schendingen. Omdat de mensenrechten het best worden gewaarborgd in goed functionerende democratieën, zet Nederland zich in om het krimpen van de democratische ruimte wereldwijd tegen te gaan De positie van Nederland als gastland voor Internationale Organisaties (IO’s) en diplomatieke missies, in het bijzonder organisaties met een mandaat op het gebied van vrede en recht, biedt een goed uitgangspunt voor de bevordering van de ontwikkeling van internationale rechtsorde. Deze rechtsorde is onlosmakelijk verbonden met universele mensenrechten. De bevordering van mensenrechten is een kernelement van het Nederlands buitenlandbeleid.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De regering zet zich concreet in voor de volgende prioritaire thema’s: vrijheid van meningsuiting (off- en online), de vrijheid van religie en levensovertuiging, gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgender, intersekse en queer personen, en de strijd tegen straffeloosheid voor de meest grove mensenrechtenschendingen. Daarnaast heeft Nederland de verantwoordelijkheid de in Nederland gevestigde instellingen te ondersteunen opdat deze onafhankelijk, veilig en efficiënt kunnen functioneren.

De Minister is verantwoordelijk voor:

Stimuleren

  1. Van een effectief stelsel van internationale organisaties, inclusief financiële bijdrage, om een stabiele internationale omgeving te scheppen en de internationale rechtsorde te versterken.
  2. Van naleving van internationale wet en regelgeving, en het waar nodig aanvullen van deze wet en regelgeving.
  3. Van het tegengaan van straffeloosheid voor de meest grove mensenrechtenschendingen en het voorkomen van deze schendingen.
  4. Van het tegengaan van de krimpende democratische ruimte.
  5. Van een betere mensenrechtensituatie mede door het financieren en uitvoeren van projecten via bilaterale en multilaterale kanalen ter bevordering van prioritaire mensenrechtenthema’s.
  6. Van de internationaal toonaangevende positie van Nederland als gastland voor IO’s door het bijdragen aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor IO’s alsmede voor het gastlandbeleid ten aanzien van in Nederland gevestigde diplomatieke missies.

Regisseren

  1. Interdepartementale coördinatie ten behoeve van een coherente en consistente Nederlandse inzet in internationale organisaties ter bevordering van de internationale rechtsorde en mensenrechten.
  2. Waarborgen van nauwe rijksbrede samenwerking bij de uitvoering van gastlandbeleid, inclusief de uitvoering van zetelverdragen; waarborgen van eenduidige en heldere communicatie vanuit de Rijksoverheid met IO’s en diplomatieke missies.

Financieren

  1. Bijdragen ten behoeve van goed functionerende internationale instellingen.
  2. Bijdragen ter bescherming en bevordering van mensenrechten.
  3. Bijdragen ten behoeve van goed functioneren van in Nederland gevestigde IO’s en diplomatieke missies en aan de internationale zichtbaarheid van Nederland als gastland van IO’s.

C. Beleidswijzigingen

Mensenrechten, de internationale rechtsorde en democratie

Mensenrechten, de internationale rechtsorde en democratie zijn nauw aan elkaar verbonden en vormen een belangrijk fundament van stabiele en welvarende samenlevingen. Het bevorderen hiervan is niet alleen een moreel imperatief, maar leidt ook tot een voor Nederland meer voorspelbare en veilige internationale omgeving. De bevordering van mensenrechten, de internationale rechtsorde en democratie in een geïntegreerde benadering vormt daarom de basis van de Nederlandse inzet. Met de middelen uit het coalitieakkoord kunnen wij onze inzet hierop intensiveren.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 113 861 176 534 104 118 110 710 138 761 114 261 106 260
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 126 399 140 509 130 845 128 021 126 972 126 972 126 972
1.1 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 51 060 54 942 49 305 49 265 49 345 49 345 49 345
Subsidies (regelingen)
Internationaal recht 3 894 750 750 750 750 750 750
Opdrachten
Verenigde Naties 1 034 0 0 0 0 0 0
Internationaal recht 5 677
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Verenigde Naties 34 065 33 525 33 525 33 525 33 525 33 525 33 525
OESO 7 423 7 535 7 535 7 535 7 535 7 535 7 535
Internationaal Strafhof 4 644 3 870 3 910 3 870 3 950 3 950 3 950
Internationaal recht 3 585 3 585 3 585 3 585 3 585 3 585
1.2 Bescherming en bevordering van mensenrechten 62 853 69 902 67 402 67 402 67 402 67 402 67 402
Subsidies (regelingen)
Mensenrechtenfonds 19 788 21 561 20 390 20 165 20 165 20 165 20 165
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Mensenrechtenfonds 29 560 36 691 37 362 37 587 37 587 37 587 37 587
Mensenrechten multilateraal 13 505 11 650 9 650 9 650 9 650 9 650 9 650
1.3 Gastlandbeleid internationale organisaties 12 486 15 665 14 138 11 354 10 225 10 225 10 225
Subsidies (regelingen)
Carnegiestichting 7 313 4 780 4 400 4 400 4 400 4 400 4 400
Bijdrage aan agentschappen
Vredespaleis 1 356 6 750 6 750 5 448 4 550 4 550 4 550
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Internationaal Strafhof 988 925 858 796 725 725 725
Speciaal Tribunaal Libanon 2 330 2 000 1 500 0 0 0 0
Nederland Gastland 499 1 210 630 710 550 550 550

Budgetflexibiliteit

Juridisch verplicht 85%
Bestuurlijk gebonden 7%
Beleidsmatig gereserveerd 8%
Nog niet ingevuld / vrij te besteden 0%

De uitgaven voor het artikelonderdeel 'goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak' zijn vrijwel volledig vastgelegd. De bijdragen aan internationale organisaties (verdragscontributies) zijn juridisch verplicht. Subsidies aan initiatieven in het kader van internationaal recht zijn voor 97% juridisch verplicht. Voor het resterende deel zullen in 2023 verplichtingen worden aangegaan. De programma’s van het artikelonderdeel 'bescherming en bevordering van mensenrechten' kennen een juridisch verplicht percentage van 87%. Door meerjarige committering van de bijdragen aan de Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR) en het in 2022 afronden van een subsidietender voor 5 jaar voor het centrale Mensenrechten Fonds zijn de uitgaven grotendeels juridisch vastgelegd.
Voor het artikelonderdeel 'gastlandbeleid internationale organisaties' is circa 18% van het geraamde budget juridisch verplicht. Het betreft met name de gastlanduitgaven voor het Internationaal Strafhof en het Speciaal Tribunaal Libanon.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Artikel 1.1: Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

  1. Verplichte bijdragen (verdragscontributies) aan de VN waarin de afdrachten aan het Restmechanisme voor Internationale Strafhoven (MICT) zijn inbegrepen.
  2. Bijdragen aan de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en het Internationaal Strafhof (ICC).
  3. Jaarlijkse huurbijdrage aan het Permanente Hof van Arbitrage.
  4. Bijdragen voor diverse initiatieven op het gebied van draagvlakversterking voor het Internationaal Strafhof en andere kleinschalige initiatieven gericht op de strijd tegen straffeloosheid en ter bevordering van de ontwikkeling van de internationale rechtsorde.

Artikel 1.2: Bescherming en bevordering van mensenrechten

  1. Mensenrechtenfonds: inzet van het mensenrechtenfonds ter ondersteuning van de volgende prioritaire thema’s: vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid, vrijheid van religie en levensovertuiging, gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgender, intersekse en queer personen (LHBTIQ+) en bevordering internationale rechtsorde/strijd tegen straffeloosheid. Er is een verdeling tussen de financiële instrumenten subsidies en bijdragen aan (inter)nationale organisaties. Subsidies zijn bedoeld voor inzet van het mensenrechtenfonds binnen Europa en bijdragen aan (inter)nationale organisaties zijn bedoeld voor inzet van het mensenrechtenfonds buiten Europa.
  2. Mensenrechten multilateraal: bijdragen aan internationale organisaties ten behoeve van verdere bescherming en bevordering van mensenrechten, met name de jaarlijkse bijdrage aan de Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR) van de VN waarbij tevens specifiek wordt ingezet op de ondersteuning van de speciale procedures en verdragscomités en prioriteiten van het Nederlands mensenrechtenbeleid.

Artikel 1.3: Gastlandbeleid internationale organisaties

  1. Bijdrage aan huisvesting van Internationale Organisaties (IO’s) zoals het Speciaal Tribunaal voor Libanon, Het Internationaal Strafhof, het Internationaal Gerechtshof en het Permanente Hof van Arbitrage.
  2. Bijdragen aan campagnes en lobby-activiteiten bij acquisitie van IO’s.
  3. Bijdragen aan bijeenkomsten van in Nederland gevestigde IO’s en aan bezoeken van hoge functionarissen, voor zover die de internationale zichtbaarheid van Nederland als gastland van IO’s bevorderen.
  4. Financiering van activiteiten met als doel dat de in Nederland gevestigde IO’s en diplomatieke missies goed kunnen functioneren binnen de kaders van de Weense verdragen en zetelovereenkomsten, alsmede de toepasselijke Nederlandse wet- en regelgeving.
  5. Bijdrage aan de renovatie van het Vredespaleis.

Artikel 2 Veiligheid en stabiliteit

A. Algemene doelstelling

Het bevorderen van de Nederlandse en internationale veiligheid en stabiliteit door doelgerichte bilaterale en multilaterale samenwerking en het bevorderen van democratische transitie in prioritaire gebieden, vooral in de ring rond Europa. Veiligheid is geen vanzelfsprekendheid. De internationale omgeving verandert snel en ingrijpend. Wat er in de wereld om ons heen gebeurt, heeft direct gevolgen voor onze eigen veiligheid en voor onze welvaart. Veel van de grensoverschrijdende dreigingen waaraan Nederland blootstaat, zijn van een dusdanige omvang en complexiteit dat een geïntegreerde aanpak en samenwerking in internationaal verband geboden is. Voorbeelden zijn de proliferatie van massavernietigingswapens, terrorisme en gewelddadig extremisme, ongewenste buitenlandse inmenging door statelijke actoren, grensoverschrijdende criminaliteit en cyberdreigingen.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De basis voor de inzet van het kabinet op internationaal veiligheidsbeleid lag tot dusver besloten in de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie (GBVS) die in het voorjaar van 2018 aan de Tweede en Eerste Kamer is aangeboden en in 2020 is geactualiseerd. Op dit moment wordt gewerkt aan een nieuwe veiligheidsstrategie. De GBVS aanpak beschrijft drie pijlers: onveiligheid voorkomen waar mogelijk, verdedigen tegen urgente dreigingen waar noodzakelijk en het versterken van ons veiligheidsfundament. Om de daarbij benoemde 13 doelen te behalen is de samenhangende inzet nodig van defensie, diplomatie, economie, ontwikkelingssamenwerking, politie, inlichtingendiensten, en justitie. Dit onderwerp strekt zich dus uit naar andere begrotingen, zoals Defensie, Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking, Justitie en Veiligheid, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Economische Zaken en Klimaat. Onze veiligheidsbelangen vergen een wereldwijde inzet voor de veiligheid van Nederlanders, Nederland en het Koninkrijk.

De minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor:

Stimuleren

Bevorderen en bewaken van de coherentie en consistentie van de Nederlandse inzet in bilateraal en multilateraal verband gericht op grotere veiligheid en duurzame stabiliteit, onder andere door:

  1. Nederlandse bijdragen in het kader van de EU, de VN, de NAVO en de OVSE.
  2. Deelname aan ad hoc coalities zoals het Non-Proliferation and Disarmament Initiative (NPDI) en de Friends of the CTBT (Alomvattend Kernstopverdrag).
  3. Een vooraanstaande rol te spelen op het gebied van de versterking van het internationaalrechtelijk en normatief kader betreffende cyberspace door middel van activiteiten gericht op zowel capaciteitsopbouw als op internationale consultatie.
  4. De Nederlandse actieve rol binnen het Global Counter Terrorist Forum en de Global Coalition to Counter/Defeat ISIS.
  5. Preventie aan de bron, door in risicolanden samenwerking te zoeken om de dreiging van radicalisering, gewelddadig extremisme en terrorisme te verminderen.
  6. Grote inzet op fysieke veiligheid van burgers via het Nederlandse humanitair ontmijnen en cluster munitie programma.
  7. Actieve betrokkenheid bij de rijksbrede aanpak van grensoverschrijdende en ondermijnende criminaliteit.
  8. De veiligheidsbehoeftes van de bevolking centraal te stellen o.a. door conflictpreventie-benadering (Early Warning & Early Action), en het benadrukken van accountability en good governance via Security Sector Reform (SSR) programma’s.
  9. Deelname aan (crisisbeheersings)operaties en capaciteitsopbouwmissies in multilateraal verband en inzet voor verbetering van de effectiviteit van deze missies en operaties.
  10. Het versterken van bestaande coalities (incl. EU, NAVO) en bouwen aan nieuwe internationale coalities om de economische veiligheid van Nederland te versterken.

Regisseren

  1. Artikel 100-procedures ter voorbereiding van besluitvorming betreffende wereldwijde inzet van de krijgsmacht in (crisisbeheersings)operaties conform het Toetsingskader 2014, in nauwe afstemming met de minister van Defensie, de minister voor Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking en de minister van Justitie & Veiligheid.
  2. De toepassing van terrorismesancties/Sanctieregeling 2007 als onderdeel van het sanctiebeleid, uitgevoerd in overeenstemming met de ministers van Financiën en Justitie & Veiligheid.
  3. In het kader van een zorgvuldig en transparant wapenexportbeleid draagt de minister van Buitenlandse Zaken verantwoordelijkheid voor de buitenlandpolitieke toetsing van Nederlandse vergunningaanvragen voor wapenexporten. De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is eindverantwoordelijk voor het afgeven van de wapenexportvergunningen.

Financieren

  1. Bijdragen aan goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid, waaronder aan de NAVO.
  2. Bijdragen ter bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit, waaronder aan het International Centre for Counter-Terrorism, het Global Counter Terrorism Forum en de Regionale Veiligheidscoördinatoren binnen het BZpostennet.
  3. Bijdragen ter bevordering van ontwapening en wapenbeheersing en bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens, waaronder aan het IAEA en de OPCW.
  4. Bijdragen ter bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband vanuit het Budget Internationale Veiligheid, in samenspraak met de minister van Defensie, de minister van Justitie en Veiligheid en de Minister voor BHOS, waaronder bijdragen aan missies en operaties van de VN, de EU, de NAVO en de OVSE en flankerende activiteiten gefinancierd uit het Stabiliteitsfonds.
  5. Bijdragen ter bevordering van transitie in prioritaire gebieden, met name in de ring rond Europa via het in 2016 ingestelde Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP). Het NFRP bestaat uit het programma voor Maatschappelijke Transformatie (Matra), gericht op (Zuid)Oost-Europa, en het Shiraka-programma, gericht op de Arabische regio. Ook vanuit het Stabiliteitsfonds worden programma’s in een aantal landen in deze regio’s gefinancierd.
  6. Bijdragen aan conflictpreventie via uitvoering Early Warning & Early Action beleid, mede gefinancierd vanuit het Stabiliteitsfonds.
  7. Bijdragen aan normstelling en internationaal recht, bevordering van mensenrechten en capaciteitsopbouw in cyber space.
  8. Bijdrage aan de fysieke veiligheid van mensen via meerjarig humanitair ontmijnen en cluster munitie programma.
  9. Bijdragen aan Security Sector Reform (SSR) programma’s ter bevordering van effectiviteit, legitimiteit, oversight en accountability van veiligheidsactoren vanuit het Stabiliteitsfonds.
  10. Bijdragen aan (NGO/ATT) programma’s, die regulering en transparantie van de internationale wapenhandel bevorderen.

C. Beleidswijzigingen

Rijksbrede Veiligheidsstrategie
De inzet van het kabinet is gebaseerd op de noodzaak onze vrijheid, veiligheid en welvaart actiever te beschermen in een wereld met veranderende machtsverhoudingen en instabiliteit rond Europa.

De Russische invasie van Oekraïne op 24 februari 2022 markeerde een geopolitiek kantelpunt. Dat heeft consequenties voor ons buitenlands beleid, in het bijzonder op het terrein van veiligheid.

Het kabinet investeert de komende jaren daarom extra in de krijgsmacht, zal zich actief inzetten voor een daadkrachtige EU als geopolitieke speler en een robuuste NAVO die in staat is het eigen grondgebied te beschermen.

De Rijksbrede Veiligheidsstrategie die naar verwachting eind 2022 wordt afgerond, zal het uitgangspunt vormen voor het veiligheidsbeleid vanaf 2023.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 220 289 252 969 289 455 274 880 274 564 270 283 270 610
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 226 178 268 229 283 496 282 818 284 803 284 578 284 906
2.1 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 13 504 15 810 15 455 15 455 15 230 15 140 15 140
Subsidies (regelingen)
Atlantische Commissie 563 565 565 565 690 600 600
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
NAVO 8 714 9 650 9 650 9 650 9 650 9 650 9 650
WEU 651 690 690 690 690 690 690
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid 2 136 2 600 2 700 2 700 2 700 2 700 2 700
Veiligheidsfonds 1 440 2 305 1 850 1 850 1 500 1 500 1 500
2.2 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 12 135 15 250 15 400 14 755 13 950 13 251 13 451
Subsidies (regelingen)
Anti-terrorisme instituut 877 700 650 630 500 551 551
Contra-terrorisme 4 991 5 650 7 720 7 420 7 420 7 420 7 420
Cyber security 1 497 3 030 3 580 3 580 3 580 3 080 3 280
Opdrachten
Global Forum on Cyber Expertise 1 018 1 250 1 250 925 250 0 0
Contra-terrorisme 73 500 0 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Contra-terrorisme 2 650 2 800 880 880 880 880 880
Cyber security 1 029 1 320 1 320 1 320 1 320 1 320 1 320
2.3 Wapenbeheersing 9 199 18 471 11 022 10 982 10 794 10 794 10 794
Opdrachten
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties 368 465 465 197 197 197
Conferentie New Tech 2022 5 900 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
IAEA 6 281 7 317 7 317 7 317 7 317 7 317 7 317
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties 1 334 1 377 1 320 1 280 1 360 1 360 1 360
CTBTO 1 584 3 509 1 920 1 920 1 920 1 920 1 920
2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 164 903 188 644 211 797 211 804 215 007 215 571 215 699
Subsidies (regelingen)
Nederland Helsinki Comité 28 28 28 28 28 28 28
Stabiliteitsfonds 32 818 25 000 25 000 25 000 25 000 25 000 25 000
Training buitenlandse diplomaten 1 400 3 850 2 500 2 500 2 500 2 500 2 500
Opdrachten
Makandra 585 1 565 1 370 1 370 685 0 0
Bijdrage aan agentschappen
Makandra 131 164 170 177 80 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
OVSE 5 466 9 880 9 880 9 880 9 880 6 000 6 000
Stabiliteitsfonds 51 815 52 840 52 770 52 770 57 520 61 900 61 900
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties 72 660 95 317 94 849 94 849 93 734 94 563 94 690
Overige 0 0 0 0 350 350 351
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Inzet hoog-risico posten 0 0 25 230 25 230 25 230 25 230 25 230
2.5 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 26 437 30 054 29 822 29 822 29 822 29 822 29 822
Subsidies (regelingen)
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA 11 225 12 622 11 822 11 822 11 822 11 822 11 822
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 4 796 2 547 4 507 4 593 4 818 7 404 7 604
Opdrachten
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 3 134 5 452 4 463 4 563 4 305 2 143 2 143
Bijdrage aan agentschappen
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 449 600 630 648 681 257 257
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 6 833 8 833 8 400 8 196 8 196 8 196 7 996
Ontvangsten 0 1 000 1 000 1 000 1 242 1 242 1 242
2.10 Doorberekening Defensie diversen 0 0 0 0 242 242 242
2.40 Restituties programma's 0 1 000 1 000 1 000 1 000 1 000 1 000

Budgetflexibiliteit

Juridisch verplicht 76%
Bestuurlijk gebonden 4%
Beleidsmatig gereserveerd 20%
Nog niet ingevuld / vrij te besteden 0%

Binnen het artikelonderdeel «Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid» is ruim 87% juridisch verplicht. Volledig juridisch verplicht zijn de uitgaven voor de NAVO, Atlantische Commissie en verplichtingen richting de (inmiddels opgeheven) West-Europese Unie (WEU). Uitzonderingen hierop zijn het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) en het Veiligheidsfonds waarvan respectievelijk 49% en 68% juridisch is verplicht; dit zijn flexibele fondsen ter ondersteuning van het Nederlandse veiligheidsbeleid. Binnen het artikel «Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme» is het budget voor contra-terrorisme voor 14% juridisch verplicht en het budget voor cyberveiligheid 65%. Voor het niet-juridisch verplichte deel van dit subartikel zullen in 2023 nog een aantal contracten worden aangegaan, zowel op het gebied van Contra-terrorisme als op het gebied van Cyberveiligheid. Het artikelonderdeel «Wapenbeheersing» is bijna volledig juridisch verplicht. Het betreft verdragsrechtelijke contributies en een kleine variabiliteit. Binnen het artikelonderdeel «Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband» is het stabiliteitsfonds voor ongeveer de helft van het budget juridisch verplicht. Dit betreft voor de subsidies voornamelijk de toekenningen uit hoofde van het subsidiebeleidskader Mine Action en Cluster Munitie Programma 2020–2024. Voor de bijdragen betreft het onder meer projectaanvragen die in 2022 zijn ingediend vanuit de posten en directies bij het stabiliteitsfonds. Verdragscontributies aan de VN-crisisbeheersingsoperaties (vredesmissies) en beveiliging hoog-risico posten zijn volledig juridisch verplicht. Op het artikelonderdeel «Bevordering van transitie in prioritaire gebieden» zijn de voorziene uitgaven voor de programma's Matra en Shiraka voor respectievelijk ongeveer driekwart en voor de helft juridisch verplicht en zullen in de loop van het jaar verder worden ingevuld.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Artikel 2.1: Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

  1. Jaarlijkse verplichte bijdrage aan de NAVO.
  2. Jaarlijkse bijdrage aan het EU-Satellietcentrum en het Institute for Security Studies ten behoeve van de financiële verplichtingen (uitkering pensioengelden ex-WEU personeel) van de in juli 2011 opgeheven West Europese Unie (WEU).
  3. Jaarlijkse subsidie aan de Atlantische Commissie, ter ondersteuning van het maatschappelijk debat over de nationale en bondgenootschappelijke veiligheid.
  4. Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) en Veiligheidsfonds, voor kleinschalige activiteiten met een katalyserende werking die het Nederlandse veiligheidsbeleid ondersteunen

Artikel 2.2: Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme

  1. Jaarlijkse bijdrage aan het in Den Haag gevestigde onafhankelijke International Centre for Counter-Terrorism (ICCT).
  2. Nederlandse inspanningen in multilateraal verband, onder andere als lid van het Global Counterterrorism Forum en de Global Coalition to Counter/Defeat ISIS. De projecten en programma’s op dit artikelonderdeel zijn gericht op de versterking van capaciteit in voor Nederland prioritaire regio’s om terrorisme, gewelddadig extremisme en radicalisering te voorkomen en te bestrijden.
  3. Het bevorderen van een normatief internationaal kader voor cyberactiviteiten en versterking van de kennispositie van de medewerkers op het gebied van cyber.
  4. Capaciteitsopbouw op het gebied van cyber security, cyber crime, data protectie en e-governance door middel van financiering van Nederlandse initiatieven onder het Global Forum on Cyber Expertise.

Artikel 2.3: Wapenbeheersing

  1. Jaarlijkse bijdragen aan het IAEA, de OPCW en de CTBTO.
  2. Ondersteuning van kleinschalige initiatieven gericht op uitvoering van het Biologische en Toxische Wapens Verdrag (BTWC), Non-Proliferatie Verdrag (NPV) en de Ottawa Conventie.
  3. Organisatie van een tweedaagse ministeriële conferentie over verantwoordelijke militaire toepassing van Artificial Intelligence, ter uitvoering van motie Koopmans c.s. uit april 2019 (motie 33694, nr. 43).

Artikel 2.4: Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

  1. Verdragscontributies aan de VN-crisisbeheersingsoperaties (vredesmissies).
  2. Bijdragen uit het Stabiliteitsfonds voor de inzet op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling. Het fonds spitst zich toe op een select aantal thema’s en landen en kan o.a. worden ingezet om activiteiten te financieren op het gebied van preventie van gewelddadig extremisme, ontmijning en early warning, early action. Daarnaast worden een aantal lopende activiteiten uit het fonds gefinancierd, zoals het uitzenden van experts via de civiele missiepool (CMV), training voor Afrikaanse peacekeepers (GPOI), en bijdragen aan de VN op specifieke thema’s.
  3. Het Makandra-programma is naar aanleiding van het amendement van het lid Sjoerdsma c.s., het amendement van het lid Van Helvert c.s. en een hoogambtelijke interdepartementale missie gestart (zoals geïntroduceerd in Kamerstuk 20 361, nr. 194 ). Dit programma is gericht op technische assistentie aan Suriname met als doel het versterken van de rechtsstaat, het verbeteren van goed bestuur en het ondersteunen van de Surinaamse overheid en overheids-agentschappen bij het opstellen van de juiste kaders en randvoorwaarden voor duurzame ontwikkeling en economische groei.
  4. Er is structureel EUR 25 miljoen beschikbaar voor de beveiliging van diplomaten en ambassades in gebieden met een hoog-risicoprofiel. Deze taken worden grotendeels uitgevoerd door Defensie. Daarom worden deze middelen jaarlijks overgeheveld naar de Defensie-begroting.
  5. Bijdragen ten behoeve van de trainingen van buitenlandse diplomaten in Nederland.

Artikel 2.5: Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

  1. Het Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP) wordt gebruikt om organisaties en mensen te ondersteunen bij het verbeteren en versterken van democratische processen, institutionele capaciteit en de rechtsstaat. Het NFRP bestaat uit het Matra programma (Matra: maatschappelijke transformatie) gericht op het Oostelijk Partnerschap en Pre-accessie regio (de Westelijke Balkan en Turkije) en het Shiraka-programma, gericht op het Midden-Oosten en Noord-Afrika, elk met eigen beleidsaccenten.

Artikel 3 Effectieve Europese samenwerking

A. Algemene doelstelling

De algemene doelstelling is een effectieve Europese samenwerking om bij te dragen aan een slagvaardige, economisch sterke, weerbare en concurrerende Unie, want Europa is essentieel voor onze welvaart, vrijheid en veiligheid. Een proactieve en constructieve voortrekkersrol van Nederland, waarbij we samenwerken met andere lidstaten en internationale partners, is hierbij nodig. Door consequent en constructief optreden kan Nederland zijn invloed binnen de Europese Unie vergroten. Zo kan Nederland mede vorm geven aan ontwikkelingen in Europa die direct van invloed zijn op onze economische, sociale en politieke toekomst.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Binnen de Europese Unie wordt ingezet op drie dwarsdoorsnijdende thema’s voor het versterken van de Unie tot een sterke Unie van sterke lidstaten: rechtsstatelijkheid en goed bestuur, opwaartse sociale en economische convergentie en de Unie als geopolitieke speler. Daarbij zullen de gevolgen van de oorlog in Oekraïne, de groene en digitale transities, het versterken van de open strategische autonomie, de Europese migratieproblematiek en de uitvoering van het EU meerjarig financieel kader de aandacht vragen. Tot slot zet Nederland zich in voor een slagvaardiger gemeenschappelijk buitenland- en veiligheidsbeleid (GBVB) en een versterking van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB).

De jaarlijkse Staat van de Unie bevat de geïntegreerde visie van de regering op de Europese samenwerking en de rol van Nederland daarbij.

De minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor:

Regisseren

  1. Het bevorderen en bewaken van de coherentie en de consistentie van het Nederlandse Europabeleid, inclusief de voorbereiding van de Europese Raad en horizontale dossiers.
  2. Het interdepartementaal afstemmen van de Nederlandse inzet in de verschillende, afzonderlijke Raadsformaties.
  3. Het vormgeven van het Europese externe beleid ten opzichte van derde landen en het geopolitieke handelingsvermogen van de Unie inclusief de reactie op de oorlog in Oekraïne, uitbreiding van de EU, uittreding uit de EU, regio’s en ontwikkelingslanden.
  4. De gedachtenvorming over de institutionele structuur van de EU, inclusief de opvolging van de Conferentie over de toekomst van Europa.
  5. Informatievoorzienig over EU-besluitvorming aan het parlement en de totstandkoming van de Europawet.
  6. Het onderhouden en intensiveren van de bilaterale relaties met andere Europese landen teneinde het draagvlak voor de Nederlandse ideeën en standpunten over Europees beleid te vergroten en een Europese waardengemeenschap te bevorderen.

Financieren

  1. Nederlandse afdrachten aan de Europese begroting en aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF).
  2. Bijdragen aan een hechtere Europese waardengemeenschap middels een bijdrage aan de Raad van Europa.
  3. Bijdragen ter versterking van de Nederlandse positie in de Unie van 27, waaronder aan de Benelux.
  4. Bijdragen aan de Europese Vredesfaciliteit (European Peace Facility, EPF) voor de financiering van EU-bijdragen aan vredesoperaties en militaire capaciteitsopbouw in derde landen.

C. Beleidswijzigingen

Europawet

Door middel van een Europawet zal het kabinet zich inspannen om besluitvorming in de EU transparanter te maken voor burgers en nationale parlementen en resultaten en toegevoegde waarde van EU-beleid zichtbaarder te maken.

Conferentie van de Toekomst van Europa

Het kabinet staat open voor een verdragswijziging, als gevolg van de uitkomsten van de Conferentie van de Toekomst van Europa als dit in het Nederlands en Europees belang is.

Secundaire sancties

Het kabinet zal de mogelijkheden tot het instellen van secundaire sancties binnen de mogelijkheden van het internationaal recht onderzoeken, waarmee conform het coalitieakkoord de economische macht van de EU strategisch kan worden ingezet en sanctie-ontwijking door derde landen kan worden tegengaan.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 10 702 585 11 448 312 11 452 496 11 945 904 12 425 408 12 674 925 13 078 490
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 10 885 024 11 583 737 11 557 597 12 019 675 12 473 427 12 754 523 13 124 088
3.1 Afdrachten aan de Europese Unie 10 677 438 11 405 809 11 409 093 11 877 028 12 370 349 12 618 966 13 018 748
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
BNI-afdrachten 5 531 713 5 206 638 5 117 680 5 368 560 5 641 950 5 679 575 5 861 487
BTW-afdrachten 1 049 051 1 245 232 1 276 364 1 313 378 1 351 467 1 390 658 1 430 987
Invoerrechten 3 891 582 4 776 592 4 834 846 5 011 684 5 189 522 5 362 123 5 540 465
Plastic-grondslag 205 092 177 347 180 203 183 406 187 410 186 610 185 809
3.2 Europees Ontwikkelingsfonds 179 482 131 506 100 313 85 983 43 421 75 000 41 000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Europees Ontwikkelingsfonds 179 482 131 506 100 313 85 983 43 421 75 000 41 000
3.3 Een hechtere Europese waardengemeenschap 10 899 11 000 11 000 11 000 11 000 11 000 11 000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Raad van Europa 10 899 11 000 11 000 11 000 11 000 11 000 11 000
3.4 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 4 511 4 993 4 788 5 168 4 598 4 598 4 598
Subsidies (regelingen)
EIPA 279 348 348 348 348 348 348
Opdrachten
Programmatische ondersteuning: CECP 8 0 0 0 0 0 0
Europa College beurzenprogamma 0 190 190 570 0 0 0
Programmatische ondersteuning: Taskforce Verenigd Koninkrijk 120 205 0 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Benelux bijdrage 4 104 4 250 4 250 4 250 4 250 4 250 4 250
3.5 Europese Vredesfaciliteit 12 694 30 429 32 403 40 496 44 059 44 959 48 742
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Europese Vredesfaciliteit 12 694 30 429 32 403 40 496 44 059 44 959 48 742
Ontvangsten 909 424 1 188 137 2 708 961 2 603 169 2 047 630 2 440 781 1 385 366
3.10 Diverse ontvangsten EU 909 228 1 187 887 1 208 711 1 252 919 1 297 380 1 340 531 1 385 116
Invoerrechten 909 228 1 187 887 1 208 711 1 252 919 1 297 380 1 340 531 1 385 116
Overige ontvangsten EU 0 0 0 0 0 0 0
3.11 Europees herstelfonds 0 0 1 500 000 1 350 000 750 000 1 100 000 0
3.30 Restitutie Raad van Europa 196 250 250 250 250 250 250

Budgetflexibiliteit

Juridisch verplicht 100%
Bestuurlijk gebonden 0%
Beleidsmatig gereserveerd 0%
Nog niet ingevuld / vrij te besteden 0%

De uitgaven op dit artikel zijn volledig juridisch verplicht. De belangrijkste uitgaven betreffen de afdracht aan de EU, de Nederlandse bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), bijdragen aan de Benelux en Raad van Europa en de Europese Vredesfaciliteit.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Artikel 3.1: Afdrachten aan de Europese Unie
De EU-begroting wordt grotendeels gefinancierd door eigen middelen in de vorm van afdrachten van lidstaten (op basis van BNI, btw en een grondslag op basis van niet-gerecycled plasticafval) en de traditionele eigen middelen (invoerrechten). Daarnaast ontvangt de EU overige inkomsten, zoals bijdragen van derden, rente- en boete-inkomsten. De afdrachten van de lidstaten zijn vastgelegd in het Eigenmiddelenbesluit (EMB).3 In het EMB zijn ook een aantal kortingen op de afdrachten opgenomen en de zogenoemde perceptiekostenvergoeding – dit is de vergoeding voor de kosten aan de lidstaten voor het innen van de invoerrechten.

Het uitgangspunt voor de vaststelling van de raming van de Nederlandse afdrachten is de omvang van het jaarlijkse uitgavenplafond uit het Meerjarig Financieel Kader 2021-2027 (MFK) plus de speciale instrumenten die boven dit plafond worden gefinancierd4 en die bedoeld zijn om snel te kunnen reageren op onvoorziene omstandigheden. De invoerrechten die door de Nederlandse douane worden geïnd, de nationale btw-afdracht, de nationale afdracht op basis van niet-gerecycled plasticafval en de nationale BNI-afdracht zijn opgenomen op artikel 3.1, de perceptiekostenvergoeding op artikel 3.10.

Om zeker te stellen dat de Europese Unie in staat is om aan al haar financiële verplichtingen te voldoen, wordt in het EMB een jaarlijks maximum vastgelegd voor de eigen middelen5 die de Unie op mag vragen bij de lidstaten, dat hoger ligt dan het hiervoor beschreven maximale jaarlijkse uitgavenplafond uit het MFK vermeerderd met de speciale instrumenten. De marge tussen het uitgavenplafond en het eigenmiddelenplafond dient voornamelijk als zekerheid voor de aflossings- en renteverplichtingen op leningen die de Unie aan kan gaan. De risico’s voor de Nederlandse afdrachten aan de EU die daardoor ontstaan worden als garantieverplichting op de begroting van het ministerie van Financiën onder artikel 4 (Internationale financiële betrekkingen) verantwoord, uitgesplitst naar de specifieke instrumenten die de Europese Commissie machtigen om namens de Unie middelen te lenen.

De omvang van de Nederlandse afdrachten aan de EU komt als volgt tot stand:

  1. Alle invoerrechten die door de lidstaten worden geheven op producten die afkomstig zijn van landen buiten de EU, worden na aftrek van de vergoeding voor de inningskosten (25%) afgedragen aan de EU. Deze invoerrechten worden ook wel de Traditionele Eigen Middelen (TEM) genoemd en zijn onlosmakelijk verbonden met de douane-unie. Bij de invoerrechten treedt er gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op, omdat aan de inkomsten- en uitgavenkant van de Rijksbegroting een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect.
  1. De btw-afdracht bedraagt een uniform heffingspercentage van 0,3% op de geharmoniseerde btw-grondslag van alle EU-lidstaten6.
  1. Een afdracht op basis van een grondslag voor niet-gerecycled plasticafval. Voor deze grondslag geldt een tarief van 0,80 eurocent per kilogram niet-gerecycled plasticafval. Ook is er een compensatiemechanisme voor minder welvarende lidstaten.
  1. De BNI-afdracht is het sluitstuk van de financiering van de EU-begroting. Het deel van de Europese uitgaven dat niet gefinancierd kan worden door de overige inkomsten, invoerrechten, de btw-afdracht en de grondslag op basis van niet-gerecycled plasticafval wordt gefinancierd door BNI-afdrachten (BNI = bruto nationaal inkomen) van de lidstaten. De totale BNI-afdracht van de lidstaten wordt bepaald door de bovengenoemde inkomsten in mindering te brengen op het totaal aan benodigde middelen voor de EU-begroting. Het aandeel van een lidstaat hierin wordt vervolgens bepaald op basis van het eigen BNI ten opzichte van het BNI van de EU als geheel. Nederland ontvangt op haar BNI-afdracht tot en met 2027 een jaarlijkse bruto lumpsum korting van EUR 1.921 miljoen (prijzen 2020).

Vanwege de oorlog in Oekraïne, de gevolgen van de COVID-19-crisis en de economische omstandigheden o.a. door hoge energieprijzen zijn de afdrachtenramingen voor 2023 met onzekerheid omgeven. De uiteindelijke hoogtes van de invoerheffingen, de btw-grondslag en de relatieve omvang van het BNI van de lidstaten kunnen afwijken van eerdere verwachtingen. Derhalve kunnen er verschuivingen optreden tussen de verschillende afdrachten en tussen de lidstaten. Twee vaste momenten waarop dit gebeurt is bij de aanvullende EU-begroting n.a.v. de Lenteraming die normaliter in juni gepubliceerd wordt en bij de nacalculatie die normaliter eind januari gepubliceerd wordt.

Daarnaast hebben de verwerking van het jaarlijkse surplus van de EU-begroting en de jaarlijkse technische aanpassing effect op de raming van de Nederlandse afdrachten. Bij het surplus (publicatie normaliter medio april) worden onbenutte middelen uit het voorgaande EU-begrotingsjaar verwerkt in het lopende begrotingsjaar. Dit wordt verrekend door een verlaging van de BNI-afdracht van de lidstaten. Bij de jaarlijkse technische aanpassing (publicatie normaliter juni) worden, conform artikel 4 van de MFK-verordening7, de MFK-plafonds op een aantal punten aangepast. Ten eerste wordt jaarlijks een bedrag gelijk aan de opbrengsten uit mededingingsboetes van het jaar t-2 toegevoegd aan de uitgavenplafonds, voor een totaalbedrag van EUR 11 miljard (in prijzen 2018) over de gehele periode van het MFK. Voor 2022-2026 geldt hierbij een minimum van EUR 1,5 miljard (prijzen 2018) en een maximum van EUR 2 miljard (prijzen 2018) per jaar. Deze afspraak is in 2021 meerjarig verwerkt in de raming van de EU-afdrachten.8 Afhankelijk van de daadwerkelijke boete-opbrengsten bij technische aanpassing wordt de raming van de Nederlandse afdrachten hier op aangepast. Ten tweede wordt bij technische aanpassing het enkelvoudige marge-instrument (Single Margin Instrument; SMI) geactualiseerd. Met dit instrument kunnen onbenutte middelen onder het MFK-plafond uit het vorige begrotingsjaar worden toegevoegd aan de plafonds voor de resterende MFK-jaren (2022-2027). Het gaat hierbij dus niet om extra EU-middelen maar een verschuiving van afdrachten over de jaren. Een deel van de onbenutte middelen leidt via het hierboven beschreven surplus immers tot lagere afdrachten terwijl het doorschuiven naar volgende jaren leidt tot een verhoging van raming van de afdrachten. Ten derde worden bij technische aanpassing voor een aantal van de speciale instrumenten onbenutte middelen uit het voorgaande begrotingsjaar overgeheveld naar het lopende begrotingsjaar, wat tot een soortgelijke verschuiving van de (raming van de) afdrachten over de jaren zorgt.

De Kamer zal op bovengenoemde momenten en wanneer nog meer van toepassing, zoals gebruikelijk hierover worden geïnformeerd evenals op het moment van verwerking in de nationale begroting.

Zoals toegelicht bij Ontwerpbegroting 2021 maakt het herstelinstrument «Next Generation EU’’ (NGEU) onderdeel uit van de afspraken over het huidige MFK. Het budgettaire effect van het subsidiedeel van NGEU (EUR 390 miljard in prijzen 2018) slaat voor het overgrote deel neer in de raming van de Nederlandse afdrachten vanaf 2028. Voor het leningenonderdeel van NGEU (EUR 360 miljard in prijzen 2018) is een garantieverplichting opgenomen onder artikel 4 van de begroting van het ministerie van Financiën.

Artikel 3.2: Europees Ontwikkelingsfonds

  1. Bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). Dit is het instrument waarmee de Europese Unie de ontwikkelingssamenwerking met landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) en de Landen en Gebieden Overzee (LGO) uitvoerde tot 2021. Het grootste deel van het EOF was bestemd voor de financiering van de steun aan nationale, regionale en lokale projecten en programma’s gericht op de economische en sociale ontwikkeling van die gebieden. Met ingang van 2021 wordt de steun aan landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan gefinancierd uit het instrument voor het Nabuurschap, Ontwikkeling en Internationale Samenwerking (NDICI) dat onder de EU-begroting valt. Voor de financiering van programma’s in LGO is met ingang van 2021 een apart budget voorzien onder de EU-begroting. De aflopende bijdragen aan het EOF in 2022 en de jaren daarna betreffen betalingen op reeds aangegane verplichtingen vanuit het 10e en 11e EOF.

Artikel 3.3: Een hechtere Europese waardengemeenschap

  1. Raad van Europa: Nederland beschouwt de Raad van Europa als een belangrijke hoeder van mensenrechten, democratie en rechtsstaat in heel Europa. Ook wil Nederland bijdragen aan verdergaande hervorming van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en aan een zorgvuldig voorbereide toetreding van de EU tot het EVRM. De Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging in Straatsburg speelt daarbij een centrale rol door goede betrekkingen en, indien opportuun, regelmatig overleg met het secretariaat van de Raad van Europa, permanente vertegenwoordigingen van andere lidstaten en met de Nederlandse delegatie in de Parlementaire Assemblee (PACE) van de Raad van Europa.

Artikel 3.4: Versterkte Nederlandse positie in de Unie

  1. Jaarlijkse bijdrage aan de Benelux Unie. De Benelux Unie dient twee doelen: het vervullen van een voortrekkersrol binnen de Europese Unie en grensoverschrijdende samenwerking, vooral op het gebied van economie, duurzame ontwikkeling en justitie/binnenlandse zaken. Daarnaast werkt Nederland in Benelux-verband ook samen op buitenlandspolitiek terrein.
  2. Subsidie aan European Institute for Public Administration (EIPA). Het EIPA heeft als doel het ontwikkelen van de capaciteiten van ambtenaren in het omgaan met EU-aangelegenheden.

Artikel 3.5: Europese Vredesfaciliteit

  1. Bijdrage aan de Europese Vredesfaciliteit (EPF) voor de financiering van de gemeenschappelijke kosten van EU-missies en operaties, EU-bijdragen aan vredesoperaties en militaire capaciteitsopbouw in derde landen. De faciliteit dient ter versterking van het EU extern optreden en, conform de Nederlandse inzet, een bijdrage te leveren aan een meer geïntegreerde benadering van conflicten en crises binnen het EU-buitenlandbeleid.

Artikel 3.10: Diverse ontvangsten EU

  1. De ontvangsten onder dit beleidsartikel betreffen de zogenaamde perceptiekostenvergoeding die Nederland ontvangt voor de kosten die gemaakt worden bij de inning van de douanerechten. De perceptiekostenvergoeding is 25% van de geïnde douanerechten. Deze ontvangsten zijn begrotingstechnisch niet gekoppeld aan de begroting van de Nederlandse Douane.

Artikel 3.11: Europees herstelfonds

  1. Nederland maakt voor EUR 4,7 miljard aanspraak op middelen vanuit de Europese Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF). De middelen vanuit de faciliteit komen als ontvangsten binnen via het subartikelonderdeel 3.11. De middelen worden uitgekeerd bij (jaarlijkse) betalingsverzoeken waarbij aangetoond moet worden dat er voldoende voortgang is geboekt op de in het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan vastgelegde mijlpalen en doelstellingen. Dit moet worden aangetoond door middel van rapportages en verificatiemechanisme. De exacte kasreeks is daarmee moeilijk te ramen en is afhankelijk van de Operationale Overeenkomst die met de Europese Commissie wordt gemaakt. Het niet behalen van mijlpalen en doelstellingen zou kunnen leiden tot budgettaire tegenvallers die binnen de vastgelegde uitgavenplafonds gedekt moeten worden.

Artikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

A. Algemene doelstelling

Het verlenen van goede consulaire diensten aan Nederlanders in nood in het buitenland, evenals het verstrekken van reisdocumenten aan Nederlanders in het buitenland. Daarnaast levert het Kabinet een bijdrage aan een gereguleerd personenverkeer door de Nederlandse inbreng in het Europese visumbeleid en is verantwoordelijk voor de visumverlening kort verblijf.

Het versterken van de Nederlandse cultuursector door internationale uitwisseling en presentatie; verbindingen leggen met economische diplomatie en andere prioriteiten van geïntegreerd buitenlandbeleid, zoals het mensenrechtenbeleid en veiligheidsbeleid.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor:

Consulaire dienstverlening

Uitvoeren

  1. Visumbeleid kort verblijf van het Koninkrijk der Nederlanden.
  2. Afgifte van machtigingen voorlopig verblijf (MVV’s) op de posten.
  3. Afname van inburgeringsexamens buitenland.
  4. Orange Carpet-beleid, ter bevordering van het Nederlandse bedrijfsleven.
  5. Bijstand aan Nederlanders in nood in het buitenland.
  6. Begeleiding van Nederlanders die in het buitenland gedetineerd zijn.
  7. Uitbrengen van reisadviezen.
  8. Crisisrespons.
  9. Afgifte van Nederlandse reisdocumenten in het buitenland en van diplomatieke en dienstpaspoorten.
  10. Afgifte van consulaire verklaringen en legalisaties.

Indicator als uitvoeringsverantwoordelijke: Visumbeleid kort verblijf van het Koninkrijk der Nederlanden

Doorlooptijden visumaanvragen: percentage visumaanvragen kort verblijf dat binnen 15 dagen wordt afgehandeld.

Indicator Streefwaarde 2022 Streefwaarde 2023
Percentage visumaanvragen kort verblijf dat binnen 15 dagen wordt afgehandeld 85% 85%

Bron: Ministerie van Buitenlandse Zaken

De norm voor de doorlooptijd van visumaanvragen (Schengen) bedraagt 15 dagen conform de EU Visumcode (in werking getreden per 2.2.2020). Deze periode kan in bijzondere gevallen worden verlengd tot 45 dagen.

NB: De doorlooptijd is het aantal dagen dat zit tussen het indienen van een ontvankelijke visumaanvraag tot aan het moment van bekendmaken of uitreiken van de beslissing op de aanvraag.

Regisseren

  1. Europees visum- en migratiebeleid en Caraïbisch visumbeleid.
  2. Bilaterale dimensie van visum- en migratiebeleid.

Nederlandse cultuur en publieksdiplomatie

De uitvoering van het Internationaal Cultuurbeleid (ICB) is een gedeelde verantwoordelijkheid van de Minister van Buitenlandse Zaken (bij wie ook de coördinatie ligt), de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Het beleidskader voor het ICB wordt steeds voor een periode van vier jaar vastgesteld (beleidskader internationaal cultuurbeleid 2021-2024). De inzet op het gebied van Publieksdiplomatie valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Buitenlandse Zaken.

Stimuleren

  1. Promotie van Nederlandse kunst en cultuur in het buitenland en identificatie van internationale kansen en ontwikkelingen voor de Nederlandse culturele sector en creatieve industrie.
  2. Behoud, beheer en ontsluiting van gedeeld cultureel erfgoed.
  3. Buitenlandse bezoekersprogramma’s.
  4. Het inzetten van publieksdiplomatie door het postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen.

Regisseren

  1. Beleidsvorming en uitvoering van het Internationaal Cultuurbeleid.
  2. Afstemming met culturele fondsen en ondersteunende instellingen over internationale activiteiten.
  3. Ondersteuning van het buitenlandpolitieke- en economische beleid door publieksdiplomatie en cultuur in te zetten, bijvoorbeeld als instrument in de dialoog over mensenrechten.

Financieren

  1. Ondersteuning van culturele fondsen, instellingen en activiteiten binnen het beleidskader Internationaal Cultuurbeleid (2017–2020).
  2. Nederlands-Vlaamse samenwerking (via ondersteuning van Huis DeBuren in Brussel).
  3. Bezoekersprogramma’s.
  4. Gedelegeerde activiteiten Publieksdiplomatie en Cultuur door Nederlandse ambassades.
  5. Subsidieregeling voor programma’s gericht op jeugd en sociale innovatie in de ring van landen grenzend aan de EU.
  6. Het ondersteunen van projecten die de museale samenwerking met herkomstlanden van cultuurobjecten uit een koloniale context bevorderen, ter ondersteuning van het restitutiebeleid.

C. Beleidswijzigingen

POBB COVID

POBB COVID zal worden stopgezet in 2023 vanwege een veranderde epidemiologische situatie t.a.v. COVID-19.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 72 089 62 676 51 845 57 434 50 256 50 256 50 928
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 66 116 71 044 54 978 55 917 54 789 54 789 55 353
4.1 Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland 17 974 14 792 9 223 12 723 12 823 12 823 12 823
Subsidies (regelingen)
Gedetineerdenbegeleiding 2 324 1 560 1 560 1 560 1 560 1 560 1 560
Inkomensoverdrachten
Gedetineerdenbegeleiding 261 540 540 540 540 540 540
Opdrachten
Consulaire bijstand 3 498 409 409 409 409 409 409
Reisdocumenten en verkiezingen 1 933 2 550 2 550 5 350 5 350 5 350 5 350
Consulaire opleidingen 10 400 400 400 400 400 400
Consulaire informatiesystemen 2 486 4 650 3 298 3 998 4 098 4 098 4 098
Loket buitenland 7 400 4 683 466 466 466 466 466
Bijdrage aan agentschappen
Loket buitenland 62 0 0 0 0 0 0
4.2 Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren 19 762 26 392 18 170 16 034 15 262 15 262 15 934
Opdrachten
Ambtsberichtenonderzoek 99 150 150 150 150 150 150
Visumverlening 1 746 3 058 2 858 2 858 2 858 2 858 2 858
Legalisatie en verificatie 42 80 80 80 80 80 80
Consulaire informatiesystemen 16 858 22 076 14 054 11 918 11 146 11 146 11 818
Informatie ondersteunend beslissen 88 0 0 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Bijdragen asiel en migratie 929 1 028 1 028 1 028 1 028 1 028 1 028
4.3 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 6 496 6 975 7 475 7 500 8 794 8 794 8 794
Subsidies (regelingen)
Internationaal cultuurbeleid 4 234 4 112 5 154 5 340 8 794 8 794 8 794
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Internationaal cultuurbeleid 2 262 2 863 2 321 2 160 0 0 0
4.4 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 21 884 22 885 20 110 19 660 17 910 17 910 17 802
Subsidies (regelingen)
Instituut Clingendael 800 813 800 2 800 2 800 2 800 2 800
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid 4 777 4 245 3 058 3 058 3 058 3 058 3 058
Internationale manifestaties en diverse bijdragen 95 49 49 49 49 49 49
Publieksdiplomatie 1 969 2 240 2 229 2 229 2 229 2 229 2 229
Onderzoeksprogramma 247 75 50 50 50 50 50
Academische Leerstoel Anton de Kom 143 143 143 143 143 35
Opdrachten
Adviesraad Internationale Vraagstukken 392 525 525 525 525 525 525
Instituut Clingendael 2 965 3 049 2 573 150 0 0 0
Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties 202 1 000 1 000 1 000 1 000 1 000 1 000
Algemene voorlichting 917 1 540 2 790 2 790 2 790 2 790 2 790
Koninklijk Huis - inkomende en uitgaande bezoeken, officiële ontvangsten 811 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000
China-strategie 34 126 27 0 0 0 0
Onderzoeksprogramma 158 1 890 1 820 1 820 220 220 220
Programma ondersteuning buitenlands beleid 3 417 1 000 0 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen
Algemene voorlichting 827 1 200 0 0 0 0 0
Verkeersnotificaties 259 400 400 400 400 400 400
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Europese bewustwording 334 250 250 250 250 250 250
Publieksdiplomatie 1 839 2 340 2 396 2 396 2 396 2 396 2 396
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid 1 841 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 28 082 46 974 43 774 67 674 73 574 73 574 73 574
4.10 Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland 13 975 9 200 9 200 21 000 21 000 21 000 21 000
4.20 Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen 13 768 37 500 34 300 45 600 51 500 51 500 51 500
4.40 Doorberekening Defensie diversen 74 74 74 874 874 874 874
4.41 Ontvangsten verkeersnotificaties 265 200 200 200 200 200 200

Budgetflexibiliteit

Juridisch verplicht 63%
Bestuurlijk gebonden 14%
Beleidsmatig gereserveerd 23%
Nog niet ingevuld / vrij te besteden 0%

Van de uitgaven van subsidies en inkomensoverdrachten voor gedetineerdenbegeleiding en overige consulaire dienstverlening, op basis van eigen verantwoordelijkheid van Nederlanders in het buitenland, zijn alleen de subsidies voor gedetineerdenbegeleiding volledig juridisch verplicht. De investeringen in de consulaire informatiesystemen en loket buitenland zijn volledig juridisch verplicht.

De inkoop van de te verstrekken reisdocumenten alsmede de geplande uitgaven voor het samen met (keten-)partners reguleren van het personenverkeer zijn voor het merendeel juridisch verplicht en worden aan de hand van de afgifte van paspoorten en visa bepaald. Hiervoor worden gedurende het begrotingsjaar verplichtingen aangegaan.

Binnen het artikelonderdeel grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur, Internationaal cultuurbeleid 2021-2024, zijn de uitgaven voor de specifieke landenprogramma’s en de cultuurmanifestaties voor 17% juridisch verplicht. Het restant is beleidsmatig gereserveerd, hiervoor worden verplichtingen in het begrotingsjaar zelf aangegaan.

Voor het inzetten van publieksdiplomatie om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen door het postennetwerk en het ministerie zelf zijn ramingen opgenomen die vooralsnog voor 32% juridisch vastliggen. De budgetten voor publieksdiplomatie worden ingezet voor activiteiten op het gebied van de positionering van Nederland in het buitenland, landenprogramma’s ter ondersteuning van de beleidsdoelstellingen, bezoeken van beïnvloeders en journalisten en uitgaven voor programma’s met in Nederland gevestigde partners zoals internationale organisaties.

Het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) is volledig juridisch verplicht en richt zich op financiering van activiteiten die de doelstelling van het Nederlands buitenland beleid ondersteunen. Dit kunnen lange termijn beleidsdoelstellingen zijn alsook activiteiten gerelateerd aan actuele ontwikkelingen.

De subsidie voor Clingendael en de onderzoeksprogramma's zijn juridisch vastgelegd. Dat betreffen subsidies voor Progress en opdrachten voor het China Kennisnetwerk en het Oost-Europa/Rusland Kennisplatform.

De uitgaven ten behoeve van het Koninklijk Huis worden in de loop van 2023 ingevuld.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Artikel 4.1: Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland

  1. Verlenen van financiële- en niet financiële consulaire bijstand aan Nederlanders in nood en/of schrijnende gevallen;
  2. (Stille) diplomatie met oog op eerlijke rechtsgang voor Nederlandse gedetineerden;
  3. Verstrekken van reisadviezen;
  4. Bijstaan van Nederlanders in geval van crises; als dat noodzakelijk en mogelijk is, organiseren, waar mogelijk met partnerlanden, van evacuaties;
  5. Verstrekken van reisdocumenten en opmaken van consulaire akten en verklaringen;
  6. Adviseren en ondersteunen van Nederlandse gedetineerden door gedifferentieerde bezoekfrequentie, in bepaalde landen maandelijkse giften aan gedetineerden, en subsidies ten behoeve van resocialisatie, extra zorg en juridisch advies;
  7. Consulaire informatiesystemen om de primaire consulaire processen te kunnen afhandelen;
  8. Organiseren van opleidingen gericht op optimalisatie van consulaire werkprocessen.
  9. Loket buitenland: opzetten van een one-stop shop voor overheid gerelateerde zaken voor Nederlanders die in het buitenland verblijven.

Artikel 4.2: Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren

  1. Behandelen van aanvragen voor visa kort verblijf en het beleid op dit terrein;
  2. Inname van aanvragen voor MVV’s;
  3. Afnemen van inburgeringsexamens;
  4. Verrichten van legalisaties en uitvoeren van verificatieonderzoeken;
  5. Consulaire informatiesystemen om de primaire consulaire processen te kunnen afhandelen;
  6. Op verzoek van het Ministerie van Justitie en Veiligheid worden algemene en individuele ambtsberichten opgesteld, waarop door J&V mede het toelatings- en terugkeerbeleid wordt gebaseerd;
  7. Diplomatie voor het bemiddelen bij terugkeer van vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf;
  8. Samenwerking met instanties in en buiten Nederland, de EU en internationale organisaties;
  9. In het kader van versterkte Europese samenwerking maken van afspraken over wederzijdse visumvertegenwoordiging.
  10. Voor het beschermen van de mensenrechten van migranten, het voorkomen van irreguliere migratie, het tegengaan van mensensmokkel en -handel en het bevorderen van terugkeer en herintegratie is Nederland actief in onder meer de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM).

Artikel 4.3: Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

  1. Subsidieverlening via de posten aan Nederlandse cultuurmakers.
  2. Subsidieverlening aan (Nederlandse) culturele instellingen ten behoeve van activiteiten en (bezoekers)programma’s.

Artikel 4.4: Uitdragen Nederlandse waarden en belangen

  1. Via publieksdiplomatie verstevigt Buitenlandse Zaken het netwerk van beleidsbeinvloeders die de besluitvorming op voor Nederland relevante beleidsterreinen kunnen beïnvloeden. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor de media, maatschappelijk middenveld en persoonlijke contacten via bijeenkomsten en andere activiteiten. Daarbij worden online kanalen ingezet voor engagement, zoals de website Netherlands and You, het NL platform, Facebook, Twitter en Instagram.
  2. De strategische inzet van Publieksdiplomatie door het postennetwerk en BZ versterkt de reputatie van Nederland bij een buitenlands publiek en daarmee de politieke- en economische positie. Zo waarborgen we de Nederlandse belangen en kunnen we ons waardenstelsel uitdragen.
  3. Met de bijdrage aan publieksdiplomatie kunnen Nederlandse ambassades activiteiten ondersteunen of opstarten op het gebied strategische beleidscommunicatie en beeldvorming over Nederland.
  4. Subsidie ten behoeve van Instituut Clingendael voor trilateraal onderzoeksprogramma met Defensie en JenV. Daarnaast ook een opdracht ter ondersteuning van het China Kennisnetwerk en het Oost-Europa/Rusland Kennisplatform.
  5. Vanuit het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) worden eenmalige katalyserende activiteiten gefinancierd ter ondersteuning van de doelstellingen van het Nederlandse buitenlandbeleid. Dat kunnen ook activiteiten zijn voor COVID-19 ondersteuning.
  6. Voor bezoeken, ontvangsten en overige uitgaven hoogwaardigheidsbekleders, Corps Diplomatique en internationale organisaties wordt EUR 1 miljoen geraamd.
  7. Voor uitgaven ten behoeve van staatsbezoeken, officiële bezoeken en werkbezoeken van het Koninklijk Huis wordt EUR 2 miljoen geraamd.
  8. Opdrachtverlening aan CJIB voor verkeersnotificaties (vrijwillige bijdrage) na overtredingen buitenlandse diplomaten in Nederland.

Ontvangsten

  1. De ontvangsten onder dit artikel bestaan hoofdzakelijk uit leges voor de afgifte van reisdocumenten, visa en de legalisatie van documenten. Een deel van de consulaire ontvangsten wordt ingezet om een bijdrage te leveren aan de kosten van het consulaire werkproces.
  2. Ontvangsten voor verkeersnotificaties, vrijwillige bijdragen van buitenlandse diplomaten in Nederland.

4. Niet-beleidsartikelen

Artikel 5 Geheim

A. Budgettaire gevolgen

Verplichtingen 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 0 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0
5.10 Geheim 0 0 0 0 0 0 0

Op dit artikel worden geheime uitgaven, verplichtingen en ontvangsten verantwoord.

Artikel 6 Nog onverdeeld (HGIS)

A. Budgettaire gevolgen

Verplichtingen 0 13 668 60 465 59 964 86 246 101 947 127 228
Uitgaven:
Uitgaven totaal 0 13 668 60 465 59 964 86 246 101 947 127 228
6.1 Nog onverdeeld (HGIS) 0 13 668 60 465 59 964 86 246 101 947 127 228

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Op dit artikel worden uitgaven verantwoord die samenhangen met de HGIS-indexering en HGIS-besluitvorming bij Voorjaarsnota. Op basis van de prijsontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product (BBP) wordt het HGIS non-ODA budget geïndexeerd. De indexatie wordt verwerkt op dit artikel. Het geraamde budget op dit artikel is met name bedoeld voor het uitkeren van loon- en prijsbijstelling binnen de HGIS en voor incidentele initiatieven of tegenvallers binnen de HGIS.

Artikel 7 Apparaat

A. Personele en materiële uitgaven

Dit artikel betreft de apparaatsuitgaven van zowel het postennetwerk in het buitenland als het departement in Den Haag, exclusief de personele uitgaven voor de politieke leiding en attachés van andere ministeries. Het omvat de verplichtingen voor en uitgaven aan het ambtelijk personeel, de overige personele uitgaven en het materieel.

Personeel:

De uitgaven voor eigen personeel vallen uiteen in de volgende categorieën: (1) Uitgaven voor het ambtelijk personeel; dit betreft de algemene ambtelijke leiding van het departement (met uitzondering van de secretaris-generaal, plaatsvervangend secretaris-generaal en directeuren-generaal9), de beleidsdirecties en de ondersteunende diensten. (2) Uitgaven voor het uitgezonden personeel op de ambassades (zoals salaris, vergoedingen en dienstreizen). (3) Uitgaven voor het lokaal aangenomen personeel op de buitenlandse vertegenwoordigingen van Nederland.

Materieel:

De materiële uitgaven hebben betrekking op de uitgaven voor de exploitatie van en investeringen in het departement in Den Haag en de vertegenwoordigingen in het buitenland. Hieronder vallen onder andere de verplichtingen en uitgaven voor: (1) Huisvesting zoals huur van kanselarijen, residenties, personeelswoningen en het kantoor in Den Haag, klein onderhoud en bouwkundige projecten, (2) Beveiligingsmaatregelen, (3) ICT uitgaven zoals automatisering en communicatiemiddelen en (4) Bedrijfsvoeringsuitgaven. Specifiek wordt van de materiële uitgaven aangegeven welk deel hiervan betrekking heeft op ICT-uitgaven en hoeveel van de uitgaven via een Rijksbrede shared service organisatie (SSO) worden verricht. De ICT uitgaven die door een SSO worden verricht staan opgenomen onder de categorie «bijdragen aan SSO’s».

Verplichtingen 822 922 1 069 782 921 949 936 540 949 409 945 051 944 288
Uitgaven 822 922 1 034 782 921 949 971 540 949 409 945 051 944 288
7.1.13 Personele uitgaven 543 541 609 918 617 182 623 310 630 298 630 206 628 765
7.1.13.1 Eigen personeel 450 293 597 918 605 182 611 310 618 298 618 206 616 765
7.1.13.2 Inhuur extern 32 390 12 000 12 000 12 000 12 000 12 000 12 000
7.1.13.3 Overige personele uitgaven 60 858 0 0 0 0 0 0
7.1.14 Materiele uitgaven 271 769 424 864 304 767 348 230 319 111 314 845 315 523
7.1.14.1 ICT 50 749 66 554 67 711 66 936 66 085 66 085 66 085
7.1.14.2 Bijdragen aan SSO's 49 699 49 106 49 347 49 347 49 347 49 347 49 347
7.1.14.3 Overige materieel 171 321 309 204 187 709 231 947 203 679 199 413 200 091
7.2 Koersverschillen 7 612 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 56 147 49 471 31 671 124 671 33 671 28 571 28 571
7.10 Diverse ontvangsten 56 147 49 471 31 671 124 671 33 671 28 571 28 571
7.11 Koersverschillen 0 0 0 0 0 0 0

B. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten

Totaal apparaatsuitgaven ministerie 822 922 1 034 782 921 949 971 540 949 409 945 051 944 288
Kerndepartement 822 922 1 034 782 921 949 971 540 949 409 945 051 944 288

Buitenlandse Zaken heeft geen baten-lastendienst of ZBO.

C. Verdeling apparaatsuitgaven naar beleid

De Minister van Financiën heeft de Kamer, in het kader van ‘verantwoord begroten’, toegezegd de apparaatsuitgaven indicatief te verdelen over de beleidsartikelen. Omdat de apparaatsuitgaven niet specifiek toe te rekenen zijn aan beleidsartikelen, kiest Buitenlandse Zaken ervoor een splitsing te maken naar uitgaven op het kerndepartement en op de posten. Daarbij geldt ook dat voor sommige onderdelen (zoals met name ICT-uitgaven) de exacte verdeling niet te geven is. Het ministerie (postennet en kerndepartement) werken als één geheel. Van de totale apparaatskosten van EUR 921 miljoen in 2023 kan circa EUR 318 miljoen (circa 35%) worden toegerekend aan het kerndepartement. Bij de verdeling van de kosten hieronder is het aantal fte’s per directoraat generaal als uitgangspunt genomen. Het restant (EUR 603 miljoen, circa 65%) zijn uitgaven die toegerekend worden aan het postennetwerk. Verder is op basis van een inventarisatie van de thematische invulling van de personele inzet in het postennetwerk een schatting gegeven van de kosten op een aantal terreinen. Deze terreinen zijn: economische diplomatie, cultuur, politiek, ontwikkelingssamenwerking, management, consulair en beheer, waarbij de categorieën beheer en management uiteindelijk ingezet worden voor de vijf overige thema’s. In onderstaande overzichten is de verdeling schematisch opgenomen.

Figuur 3 Verdeling apparaatskosten kernministerie EUR 318 miljoen

Figuur 4 Verdeling apparaatskosten posten EUR 603 miljoen

D. Actuele ontwikkelingen

Informatiebeveiliging en Privacy

Informatie- en toegangsbeveiliging is van cruciaal belang voor het ministerie van Buitenlandse Zaken, mede door de toename van cyberdreigingen wereldwijd. Het is om die reden van belang om beveiligingsmaatregelen te treffen gericht op techniek, gebouw, organisatie én medewerkers en de controle hierop te versterken. Ook in 2023 zal BZ hiermee verder aan de slag gaan en met de tekortkomingen die de Algemene Rekenkamer en de Autoriteit Persoonsgegevens constateren. BZ zal zich derhalve blijven inzetten om duurzaam en vertrouwd om te gaan met (persoons)gegevens.

Informatiehuishouding

In vervolg op de kabinetsreactie op het rapport van de parlementaire onderzoekscommissie kinderopvangtoeslag werkt BZ aan een actieplan voor de verbetering van de informatiehuishouding. In 2023 zal een geactualiseerd actieplan worden aangeboden aan BZK.

Doorontwikkeling digitalisering

In 2022 wordt de digitaliseringsvisie van het ministerie vernieuwd. Deze nieuwe digitaliseringsvisie zet de koers op het gebied van informatievoorziening en communicatie (ICT) en is daarmee het kader voor alle BZ-projecten met een informatiecomponent, experimenten en innovaties met digitale technologie en digitaliseringsactiviteiten van BZ. Om de in de visie geformuleerde doelstellingen te realiseren zullen vanaf 2023 diverse activiteiten worden uitgevoerd.

Veiligheid posten

De instabiliteit in een aantal regio’s blijft onverminderd aanwezig en is in voorgaande maanden aan de oostflank van Europa toegenomen. Met extra middelen vanuit het Coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ is daarom ingezet op de fysieke beveiliging van de in voornoemde regio’s gelegen posten, zodat de veiligheid van de medewerkers op deze posten gegarandeerd kan worden. Vanuit het Coalitieakkoord worden ook middelen ingezet voor persoonsbeveiliging en statische beveiliging van kanselarijen, residenties en dienstwoningen om veiligheid van diplomaten in het buitenland te garanderen alsmede voor extra investeringen in ICT voorzieningen vanwege toenemende Intel dreiging in diverse regio’s.

Hybride werken

Sinds de versoepelingen van het thuiswerkadvies in maart zijn bij het ministerie van Buitenlandse Zaken experimenten gestart op de drie samenhangende domeinen: de sociale, digitale en fysieke werkomgeving. In de sociale werkomgeving ontwikkelen we begeleiding van teamgesprekken en hulpmiddelen voor de leidinggevenden allemaal aangeboden op het interactief platform op 24/7. Voor de digitale werkomgeving plaatsen we bij BZ 200 videoschermen in Den Haag en op de posten om hybride vergaderen zo goed mogelijk te ondersteunen. Hoewel de ontwikkelingen in de fysieke werkomgeving op de Rijnstraat moeilijker zijn dan op de posten zijn er afgelopen maanden 22 belcellen geplaatst die ruimte bieden voor medewerkers om zich af te zonderen voor een (video)call. Verder vormen drie directies en drie posten binnen het ministerie een kopgroep die testen welke zaken zij nog meer nodig hebben om met elkaar hybride te kunnen werken én vergaderen. Hybride werken blijft maatwerk binnen teamverband, maar we kunnen wel met en van elkaar op deze zoektocht leren. Dit alles met als doel om meer keuzevrijheid voor de medewerker te realiseren binnen de mogelijkheden van de Rijksbrede opgave waarbij we grenzeloos kunnen samenwerken met onze posten en andere departementen.

Rijnstraat 8

Voor de noodzakelijke aanpassingen om het gebouw Rijnstraat 8 geschikt te maken voor het ministerie van BZ, heeft een projectteam vanuit het ministerie van BZK een aantal scenario’s uitgewerkt. Deze richten zich op een verbetering van de (informatie-)beveiliging van het gebouw op de korte en middellange termijn. Het blijft daarnaast de inzet van BZ om op termijn met heel BZ in een eigen gebouw te kunnen werken, in tegenstelling tot de huidige drie locaties, nabij het centrum van Den Haag, met de functionaliteit en beveiliging die daarvoor nodig is. BZK steunt BZ in dat streven.

Middelenafspraak

Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de afspraak met het ministerie van Financiën gemaakt dat BZ ontvangsten uit verkoop van vastgoed over meerdere jaren gespreid kan investeren in de rationalisering van de vastgoedportefeuille. Tweemaal per jaar, bij de begroting en het jaarverslag, wordt de middelenafspraak toegelicht.

Tabel 14 Overzicht middelenafspraak (bedragen x EUR 1 miljoen)
2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Stand begin jaar 24,4 11,6 3,6 26 4,2 33,7 21,3
Opbrengsten uit verkoop 0,4 6 37,8 5,4 34,7 17,9 9
Investeringen in onroerend goed 13,2 25,4 15,4 27,2 5,2 30,3 43,5
Stand eind jaar 11,6 3,6 26 4,2 33,7 21,3 ‒ 13,1

Hieronder volgt per jaar nog een toelichting waaruit de inkomsten en uitgaven bestaan:

2017: Inkomsten uit verkoop van pand in Harare. Investeringen in o.a. Ankara, Paramaribo, Peking, Hong Kong en Jakarta.

2018: Inkomsten uit verkoop van panden in Bogota, Port of Spain en Rabat. Investeringen in o.a. Bamako, Kaboel, Djoeba en Tunis.

2019: Gerealiseerde verkopen en uitgaven in diverse panden conform Meerjarenprogrammering: verkopen in o.a. Londen, Khartoem en uitgaven ten behoeve van huisvesting in Jakarta, Djoeba, Bagdad en Kaboel.

2020: Gerealiseerde verkopen en geraamde investeringen in diverse panden conform Meerjarenprogrammering. Verwachte verkopen o.a. Lima en Kiev. Investering o.a. Washington, Bagdad en Nairobi.

2021: Gerealiseerde verkopen en uitgaven in diverse panden conform de Meerjarenprogrammering: verkoop in Seoul. Investeringen o.a. in Sydney, Caracas, Atlanta, Bangalore en wereldwijd veiligheidsproject.

2022* Geraamde verkopen en geraamde investeringen in diverse panden conform Meerjarenprogrammering. Verwachte verkopen in o.a. Ankara, Santiago de Chili en Lagos . Investeringen in o.a. Beirut en Washington. Daarnaast bestaan de investeringen uit een deel van de koop van een nieuw kantoorpand in Brussel. Deze extra uitgaven worden gedekt door een kasschuif waar tegenover verwachte meer-ontvangsten in latere jaren staan.

2023* Geraamde verkopen en geraamde investeringen in diverse panden conform Meerjarenprogrammering. Verkopen in o.a. Dublin en Rio. Investeringen in o.a. Nairobi, Dakar, Parijs en Dublin. Daarnaast bestaan de investeringen uit een deel van de koop van een nieuw kantoorpand in Brussel. Deze extra uitgaven worden gedekt door een kasschuif waar tegenover verwachte meer-ontvangsten in latere jaren staan.

*Het bovenstaande overzicht is, zoals aan de Kamer toegezegd, op hoofdlijnen om de onderhandelingspositie bij aankoop en verkoop niet te schaden. Met name over 2022 en 2023 kan vanwege de onderhandelings­positie geen, of slechts in beperkte mate over individuele transacties informatie worden verschaft.

5. Bijlagen

Bijlage 1: Verdiepingshoofdstuk

Stand ontwerpbegroting 2022 123 322 122 855 122 293 122 222 122 222
Mutatie Nota van wijziging 2022 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2022 500 0 0 0 0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 11 010 8 090 5 828 4 850 4 850
Nieuwe mutaties 5 677 ‒ 100 ‒ 100 ‒ 100 ‒ 100
Stand ontwerpbegroting 2023 126 399 140 509 130 845 128 021 126 972 126 972 126 972

De nieuwe mutatie in 2022 van EUR 5,7 miljoen op beleidsartikel 1 ‘Versterkte internationale rechtsorde’ is het gevolg van de inzet van extra middelen voor het organiseren van de Oekraïne Accountability Conferentie in juli 2022 in Den Haag. Voor de jaren 2023 en verder is geen sprake van opmerkelijke nieuwe mutaties.

Stand ontwerpbegroting 2022 283 996 282 978 281 843 286 933 286 584
Mutatie Nota van wijziging 2022 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2022 ‒ 1 500 0 0 0 0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 ‒ 14 072 518 975 ‒ 2 130 ‒ 2 006
Nieuwe mutaties ‒ 195 0 0 0 0
Stand ontwerpbegroting 2023 226 178 268 229 283 496 282 818 284 803 284 578 284 906

Geen opmerkelijke nieuwe mutaties.

Stand ontwerpbegroting 2022 1 000 1 000 1 000 1 242 1 242
Mutatie Nota van wijziging 2022 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2022 0 0 0 0 0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 0 0 0 0 0
Nieuwe mutaties 0 0 0 0 0
Stand ontwerpbegroting 2023 0 1 000 1 000 1 000 1 242 1 242 1 242

Geen opmerkelijke nieuwe mutaties.

Stand ontwerpbegroting 2022 10 402 889 10 452 266 10 754 432 11 120 404 11 272 349
Mutatie Nota van wijziging 2022 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2022 0 0 0 0 0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 1 020 753 1 223 989 1 356 601 1 464 452 1 559 426
Nieuwe mutaties 160 095 ‒ 118 658 ‒ 91 358 ‒ 111 429 ‒ 77 252
Stand ontwerpbegroting 2023 10 885 024 11 583 737 11 557 597 12 019 675 12 473 427 12 754 523 13 124 088

Technische aanpassing

De jaarlijkse technische aanpassing door de Commissie heeft enkele gevolgen voor de raming van de Nederlandse EU-afdrachten. Eén van de elementen van de technische aanpassing is de inzet van het Single Margin Instrument, waarmee de betalingenplafonds van het MFK worden gewijzigd. Betalingen onder het plafond van 2021 die niet zijn ingezet en in dat jaar dus ook niet tot afdrachten van de lidstaten hebben geleid, worden toegevoegd aan de plafonds voor 2022 en 2023. Dit leidt tot een opwaartse bijstelling van de BNI-raming van respectievelijk EUR 79 en EUR 81 miljoen. Een tweede element is de actualisatie van de inzet van de speciale instrumenten (een opwaartse bijstelling van EUR 15 miljoen in 2023) als gevolg van het overhevelen van onbenutte middelen in 2021 naar 2022. Een derde element is een actualisatie van de boeteopbrengsten van de EU, hetgeen leidt tot een neerwaartse bijstelling van de BNI-raming van EUR 26 miljoen in 2023. Per saldo leidt de technische aanpassing tot een hogere raming voor de BNI-afdracht van EUR 94 miljoen in 2022 en EUR 55 miljoen in 2023.

In de Europese ontwerpbegroting voor 2023 wordt de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk (VK) uit hoofde van het terugtrekkingsakkoord geactualiseerd. De verwachte bijdrage van het VK is hoger dan waar in de raming van de Nederlandse EU-afdrachten rekening mee werd gehouden. Aangezien de VK-bijdrage onder overige ontvangsten valt, betekent dit dat er een lagere bni-afdracht benodigd is. De raming van de BNI-afdracht in 2023 wordt hierdoor met EUR 122 miljoen neerwaarts bijgesteld.

Nabetaling TEM

Naar aanleiding van een recente controle van de TEM-boekhouding (Traditionele Eigen Middelen) bij de Douane heeft de Commissie verzocht om een nabetaling van TEM. Voor Nederland heeft dit een bruto nabetaling van EUR 122 miljoen (waarvan EUR 76,3 miljoen onder voorbehoud) tot gevolg (netto komt dit bedrag uit op EUR 97 miljoen door de in te houden perceptiekostenvergoeding, nader toegelicht bij Artikel 3.10).

Vierde aanvullende Europese begroting

In DAB4 2022 actualiseert de Commissie de begroting op basis van de meest recente economische ramingen voor de eigen middelen, op basis van de Lenteraming en de cijfers die zijn vastgesteld in het Advisory Committee on Own Resources (ACOR). Dit heeft een effect op de raming van de invoerrechten en de plastic-, btw- en BNI-afdracht.

De raming van de BNI-afdracht daalt met EUR 184 miljoen in 2022 en EUR 221 miljoen in 2023. Dit komt doordat op Europees niveau meer btw-opbrengsten en invoerrechten zijn opgehaald ten opzichte van de raming van vorig jaar. Dit leidt tot minder BNI-afdrachten (sluitstuk van de Europese begroting). De raming van de btw-afdracht stijgt met EUR 130 miljoen in 2022 en EUR 133 miljoen in 2023. De raming van de plastic-afdracht daalt met EUR 36 miljoen in 2022 en EUR 38 miljoen in 2023. Zoals toegelicht bij 1e suppletoire begroting 2022 treedt er bij de invoerrechten gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op, omdat aan de inkomsten- en uitgavenkant een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect. De laatste correctie heeft plaatsgevonden na de publicatie van de Macro-economische Verkenning van 2022. Deze betreft de jaren 2022 tot en met 2027.

De Commissie actualiseert in DAB4 ook de bijdrage van het VK aan de Europese begroting 2022 uit hoofde van het terugtrekkingsakkoord en de overige ontvangsten van de EU-begroting 2022. De overige ontvangsten bestaan voornamelijk uit de inkomsten door mededingingsboetes. De VK-bijdrage is lager uitvallen dan waarmee rekening is gehouden in de raming van de Nederlandse EU-afdrachten, en de boeteontvangsten hoger. Per saldo leidt dit tot een neerwaarts effect van de Nederlandse BNI-afdracht van EUR 29 miljoen in 2022.

Stand ontwerpbegroting 2022 868 916 886 290 904 009 922 086 940 523
Mutatie Nota van wijziging 2022 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2022 0 0 0 0 0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 278 467 1 804 210 1 690 739 1 122 164 1 487 977
Nieuwe mutaties 40 754 18 461 8 421 3 380 12 281
Stand ontwerpbegroting 2023 909 424 1 188 137 2 708 961 2 603 169 2 047 630 2 440 781 1 385 366

Perceptiekostenvergoeding nabetaling TEM

Nederland draagt naar aanleiding van een onderzoek door de Europese Commissie een TEM-hoofdsom van EUR 122 miljoen af (waarvan EUR 76,3 miljoen onder voorbehoud). Conform de TEM-systematiek ontvangt Nederland een perceptiekostenvergoeding over deze afdracht. De perceptiekostenvergoeding bedraagt EUR 25,1 miljoen. Hierdoor bedraagt de betaling netto EUR 96,9 miljoen.

Perceptiekostenvergoeding actualisatie MEV

Naar aanleiding van de Macro-economische Verkenning van 2022 is ook de raming van de perceptiekostenvergoeding geactualiseerd. Deze actualisatie betreft de jaren 2022 tot en met 2027.

Stand ontwerpbegroting 2022 53 484 52 962 53 601 54 223 54 223
Mutatie Nota van wijziging 2022 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2022 0 0 0 0 0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 17 987 2 016 2 316 566 566
Nieuwe mutaties ‒ 427 0 0 0 0
Stand ontwerpbegroting 2023 66 116 71 044 54 978 55 917 54 789 54 789 55 353

Geen opmerkelijke nieuwe mutaties.

Stand ontwerpbegroting 2022 32 674 43 774 67 674 73 574 73 574
Mutatie Nota van wijziging 2022 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2022 0 0 0 0 0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 14 300 0 0 0 0
Nieuwe mutaties 0 0 0 0 0
Stand ontwerpbegroting 2023 28 082 46 974 43 774 67 674 73 574 73 574 73 574

Geen opmerkelijke nieuwe mutaties.

Stand ontwerpbegroting 2022 0 0 0 0 0
Mutatie Nota van wijziging 2022 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2022
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 0 0 0 0 0
Nieuwe mutaties
Stand ontwerpbegroting 2023 0 0 0 0 0 0 0

Geen opmerkelijke nieuwe mutaties.

Stand ontwerpbegroting 2022 0 0 0 0 0
Mutatie Nota van wijziging 2022 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2022 0 0 0 0 0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 0 0 0 0 0
Nieuwe mutaties 0 0 0 0 0
Stand ontwerpbegroting 2023 0 0 0 0 0 0 0

Geen opmerkelijke nieuwe mutaties.

Stand ontwerpbegroting 2022 2 868 40 523 76 317 101 557 122 401
Mutatie Nota van wijziging 2022 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2022 0 0 0 0 0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 ‒ 1 544 ‒ 10 122 ‒ 17 007 ‒ 15 723 ‒ 20 671
Nieuwe mutaties 12 344 30 064 654 412 217
Stand ontwerpbegroting 2023 0 13 668 60 465 59 964 86 246 101 947 127 228

Geen opmerkelijke nieuwe mutaties.

Stand ontwerpbegroting 2022 881 241 842 895 863 899 865 102 865 844
Mutatie Nota van wijziging 2022 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2022 1 000 0 0 0 0
Mutatie incidentele 1e suppletoire begroting 2022 60 000 0 35 000 0 0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 96 878 78 672 72 468 84 067 78 967
Nieuwe mutaties ‒ 4 337 382 173 240 240
Stand ontwerpbegroting 2023 822 922 1 034 782 921 949 971 540 949 409 945 051 944 288

De nieuwe mutatie in 2022 van ‒ EUR 4,3 miljoen op artikel 7 ‘Apparaat’ wordt voornamelijk veroorzaakt door een overheveling naar beleidsartikel 1 ‘Versterkte internationale rechtsorde’ ten behoeve van de organisatie van de Oekraïne Accountability Conferentie in juli 2022 in Den Haag. Voor de jaren 2023 en verder is geen sprake van opmerkelijke nieuwe mutaties.

Stand ontwerpbegroting 2022 63 180 32 280 32 280 32 280 32 280
Mutatie Nota van wijziging 2022 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2022 0 0 0 0 0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 ‒ 13 780 ‒ 680 92 320 1 320 ‒ 3 780
Nieuwe mutaties 71 71 71 71 71
Stand ontwerpbegroting 2023 56 147 49 471 31 671 124 671 33 671 28 571 28 571

Geen opmerkelijke nieuwe mutaties.

Bijlage 2: Moties en toezeggingen

6-7-2021 Motie 29 754, nr. 597 - Michon-Derkzen/Bikker over de Tweede Kamer twee keer per jaar integraal informeren over uitreizigers Debat over het terug naar Nederland halen van IS vrouwen en hun kinderen d.d. 1 juli 2021 In behandeling
6-7-2021 Motie 29 754, nr. 598 - Michon-Derkzen/Van der Staaij over onderzoek naar een alternatieve wijze om het recht op een eerlijk proces te eerbiedigen Debat over het terug naar Nederland halen van IS vrouwen en hun kinderen d.d. 1 juli 2021 In behandeling
6-7-2021 Motie 29 754, nr. 600 - Van der Werf/Koekkoek over een maximale inspanning zodat terrorismeverdachten hun straf niet ontlopen Debat over het terug naar Nederland halen van IS vrouwen en hun kinderen d.d. 1 juli 2021 In behandeling
6-7-2021 Motie 29 754, nr. 602 - Bikker c.s. over het voortzetten van de steun aan SEED Debat over het terug naar Nederland halen van IS vrouwen en hun kinderen d.d. 1 juli 2021 Aan voldaan per brief uitgestuurd door minJenV d.d. 29 september 2021
6-7-2021 Motie 29 754, nr. 603 - Van der Staaij c.s. over maximaal inzetten op het intrekken van het Nederlanderschap van IS-gangers Debat over het terug naar Nederland halen van IS vrouwen en hun kinderen d.d. 1 juli 2021 In behandeling
6-7-2021 Motie 29 754, nr. 604 - Kuzu over blijvend inzetten op alle mogelijkheden van berechting in de regio Debat over het terug naar Nederland halen van IS vrouwen en hun kinderen d.d. 1 juli 2021 Brief JenV 29 september 2021 en brief JenV 13 april 2022
6-7-2021 Motie 29 754, nr. 609 - Kuik c.s. over inzetten op lokale berechting Debat over het terug naar Nederland halen van IS vrouwen en hun kinderen d.d. 1 juli 2021 Aan voldaan per brief uitgestuurd door minJenV d.d. 29 september 2021 en brief JenV 13 april 2022
6-7-2021 Motie 25 295, nr. 1336 - Kuzu over het geldig verklaren van het Digital Corona Certificate voor landen als Turkije, Marokko en de Verenigde Staten Debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus d.d. 24 juni 2021 In behandeling
8-7-2021 Motie 21 501-02 nr. 2362 (gewijzigd) – Piri en Van der Lee over minstens vijftig studiebeurzen ter beschikking te stellen voor Belarussische studenten in Nederland Tweeminutendebat Raad Algemene Zaken van de leden Piri en Van der Lee d.d. 17 juni 2021 In behandeling
8-7-2021 Motie 21 501-02 nr. 2379 – Jasper van Dijk over het terugtrekken van investeringen van Nederlandse pensioenfondsen in bezet Palestijns gebied Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 8 juli 2021 Aan voldaan per brief d.d. 1 oktober 2021
8-7-2021 Motie 21 501-02 nr. 2380 – Jasper van Dijk over EU-maatregelen tegen de inzet van honger als wapen in Jemen Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 8 juli 2021 Aan voldaan per brief d.d. 23 november 2021
8-7-2021 Motie 21 501-02 nr. 2381- Kuzu en Piri over internationale sancties tegen economische entiteiten die gelieerd zijn aan het Myanmarese leger Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 8 juli 2021 Aan voldaan per brief d.d. 16 juli 2022
8-7-2021 Motie 21 501-02 nr. 2382 – Kuzu over een strategie tegen de vaccinatiediplomatie van Rusland en China Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 8 juli 2021 Aan voldaan in brieven d.d. 16 juli 2021 en 19 augustus 2021
8-7-2021 Motie 21 501-02 nr. 2383 – Brekelmans over een snellere afname van strategische afhankelijkheden van China Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 8 juli 2021 Aan voldaan per brief d.d. 22 november 2021
8-7-2021 Motie 21 501-02 nr. 2387 – Brekelmans en Agnes Mulder over maatregelen tegen ransomwareaanvallen van hackergroepen Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 8 juli 2021 Aan voldaan per brief d.d. 6 oktober 2021
8-7-2021 Motie 21 501-02 nr. 2385 – Brekelmans over aanvullende sancties tegen Wit-Rusland voorbereiden Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 8 juli 2021 In behandeling
8-7-2021 Motie 21 501-02 nr. 2386 – Piri c.s. over zo snel mogelijk reisvisums verstrekken aan Afghaanse tolken Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 8 juli 2021 In behandeling
18-8-2021 Motie 27 925 nr. 788 - Motie Belhaj c.s. over over aanpassing van het beschermingsbeleid voor personeel dat voor de Nederlandse missie heeft gewerkt en over snelle evacuatie dan wel aanmerking als risicogroep bij de asielaanvraag Tweeminutendebat over de meest recente situatie in Afghanistan d.d. 18 augustus 2021 In behandelingOpgenomen in brief d.d. 18 augustus 2021
18-8-2021 Motie 27 925 nr. 792 - Bromet c.s. over in samenspraak met de andere betrokken NAVO-landen een crisisplan formuleren Tweeminutendebat over de meest recente situatie in Afghanistan d.d. 18 augustus 2021 In behandeling
18-8-2021 Motie 27 925 nr. 795 – Simons over alle Afghanen die door de Taliban als vijand worden beschouwd onmiddellijk en zonder bureaucratische belemmeringen ondersteunen naar veiligheid Tweeminutendebat over de meest recente situatie in Afghanistan d.d. 18 augustus 2021 In behandeling
18-8-2021 Motie 27 925 nr. 797 - Dassen c.s. over een voorstel voor een mandaat voor de European External Action Service om een Europees noodplan op te stellen Tweeminutendebat over de meest recente situatie in Afghanistan d.d. 18 augustus 2021 In behandeling
18-8-2021 Motie 27 925 nr. 798 – Ephraim en Eerdmans over een uitgebreide analyse en risico-inschatting voorafgaand aan militaire missies en een evaluatie na afloop Tweeminutendebat over de meest recente situatie in Afghanistan d.d. 18 augustus 2021 In behandeling
18-8-2021 Motie 27 925 nr. 799 - Ephraim/Eerdmans over bij de screening van alle Afghaanse asielzoekers de veiligheid van de Nederlandse staat en zijn burgers voorop stellen Tweeminutendebat over de meest recente situatie in Afghanistan d.d. 18 augustus 2021 In behandeling
18-8-2021 Motie 27 925 nr. 801 - Ceder c.s. over kijken naar tijdelijke evacuatiealternatieven in buur- of derde landen, een internationale conferentie over Afghanistan en de inzet voor een resolutie in de VN-Veiligheidsraad Tweeminutendebat over de meest recente situatie in Afghanistan d.d. 18 augustus 2021 In behandeling
18-8-2021 Motie 27 925 nr. 802 - Ceder c.s. over uitspreken dat de informatievoorziening van het kabinet aan de Kamer in het Afghanistandossier de afgelopen maanden gebrekkig is geweest Tweeminutendebat over de meest recente situatie in Afghanistan d.d. 18 augustus 2021 Afgesloten, geen actie nodig
16-9-2021 Motie 27 925 nr.  816 – Kuzu c.s. over scenario’s uitwerken waarbij ngo’s die in Afghanistan actief zijn ondersteund blijven Debat over de situatie in Afghanistan d.d. 16 september 2021 Aan voldaan per brief d.d. 7 januari 2022
16-9-2021 Motie 27 925 nr. 817 – Kuzu/Simons over concrete verbeterpunten in de kennis- en informatiecirculatie vaststellen Debat over de situatie in Afghanistan d.d. 16 september 2021 In behandeling
16-9-2021 Motie 27 925 nr. 818 – Van Wijngaarden c.s. over een vergelijking tussen de planning en uitvoering van evacuaties door verschillende landen Debat over de situatie in Afghanistan d.d. 16 september 2021 In behandeling
16-9-2021 Motie 27 925 nr. 819 – Van Wijngaarden c.s. over het opstellen van een verbeterplan Debat over de situatie in Afghanistan d.d. 16 september 2021 In behandeling
16-9-2021 Motie 27 925 nr. 820 – Van Wijngaarden c.s.  over onderzoeken hoe Nederlanders en statushouders gewaarschuwd kunnen worden bij het afreizen naar zeer onveilig gebied Debat over de situatie in Afghanistan d.d. 16 september 2021 In behandeling
16-9-2021 Motie 27 925 nr. 824 – Van Haga over naar alle ambassades communiceren dat ambassades altijd open moeten blijven tot het laatst mogelijke moment Debat over de situatie in Afghanistan d.d. 16 september 2021 In behandeling
16-9-2021 Motie 27 925 nr. 825 – Van Haga over actief inzetten op opvang van Afghaanse vluchtelingen in de eigen regio Debat over de situatie in Afghanistan d.d. 16 september 2021 Aan voldaan per brief d.d. 16 november 2021
16-9-2021 Motie 27 925 nr. 826 (gewijzigd) – Boswijk c.s. over een onderzoek door een onafhankelijke externe commissie Debat over de situatie in Afghanistan d.d. 16 september 2021 Aan voldaan per brief d.d. 29 oktober 2021
16-9-2021 Motie 27 925 nr. 836 – De Roon over de taliban niet als legitieme vertegenwoordiger van Afghanistan beschouwen Debat over de situatie in Afghanistan d.d. 16 september 2021 In behandeling
23-9-2021 Motie 35 925 nr. 44 – Eerdmans over per direct maatregelen treffen om de druk op tegenwerkende herkomstlanden op te voeren Algemene Politieke Beschouwingen d.d. 23 september 2021 Aan voldaan per brief uitgestuurd door JenV d.d. 16 november 2021
6-10-2021 Motie 32 317 nr 711 - Van Dijk en Podt over lidstaat Polen oproepen hulp toe te laten tot het grensgebied met Wit-Rusland Tweeminutendebat Formele JBZ-Raad op 7 en 8 oktober 2021 d.d. 6 oktober 2021 In behandeling
6-10-2021 Motie 32 317 nr 716 - Valstar c.s. over bezien of kan worden aangesloten bij het Franse initiatief om visummaatregelen te nemen tegen landen die terugkeer tegenwerken Tweeminutendebat Formele JBZ-Raad op 7 en 8 oktober 2021 d.d. 6 oktober 2021 In behandeling
7-10-2021 Motie 21 501-31 nr. 628 – Paternotte c.s. over de reisadviezen met spoed herijken Tweeminutendebat Informele EU-gezondheidsraad van 12 oktober 2021 In behandeling
12-10-2021 Motie 32 735 nr. 325 - Brekelmans over buitenlandse bedreiging van de diaspora in Nederland als expliciet onderdeel van het mensenrechtenbeleid Notaoverleg Mensenrechten d.d. 4 oktober 2021 In behandeling
12-10-2021 Motie 32 735 nr. 328 - Sjoerdsma over mogelijk maken dat slachtoffers van mensenrechtenschendingen namen van mensenrechtenschenders aandragen bij de regering Notaoverleg Mensenrechten d.d. 4 oktober 2021 Aan voldaan met brief verzonden d.d. 16 november 2021
12-10-2021 Motie 32 735 nr. 330 - Sjoerdsma over de verantwoordelijken voor de dood van Sergej Magnitsky op de Europese sanctielijst laten plaatsen Notaoverleg Mensenrechten d.d. 4 oktober 2021 In behandeling
14-10-2021 Motie 21 501-20 nr. 1728 -Sjoerdsma c.s. over de Commissie oproepen om het Herstelfondsplan niet voor te leggen aan de lidstaten Debat over de Europese Top van 21 en 22 oktober d.d. 12 oktober 2021 In behandeling
14-10-2021 Motie 21 501-20 nr. 1732-Jasper van Dijk over een nauwkeurig overzicht van de defensie-uitgaven in de EU-meerjarenbegroting Debat over de Europese Top van 21 en 22 oktober d.d. 12 oktober 2021 Aan voldaan per brief d.d. 29 oktober 2021
14-10-2021 Motie (gewijzigd) 21 501-20 nr. 1734 -Ploumen c.s. over onderzoeken of Europese fondsen aangehouden kunnen worden Debat over de Europese Top van 21 en 22 oktober d.d. 12 oktober 2021 In behandeling
14-10-2021 Motie 21 501-20 nr. 1736 -Eppink over de verslechterende mensenrechtensituatie in Azerbeidzjan aankaarten op de Europese top Debat over de Europese Top van 21 en 22 oktober d.d. 12 oktober 2021 In behandeling
14-10-2021 Motie 27 925 nr. 844 - Jasper van Dijk Dijk c.s. over uitspreken dat de nieuwe criteria niet van toepassing zijn op mensen die reeds een toezegging kregen inzake evacuatie Tweeminutendebat Stand van zaken Afghanistan (CD 13/10) d.d. 14 oktober 2021 Aan voldaan per brief d.d. 16 november 2021 en dd. 30 maart 2022
14-10-2021 Motie 27 925 nr. 851 - Simons over onderzoek naar de aanpak van het evacuatieproces van het Verenigd Koninkrijk Tweeminutendebat Stand van zaken Afghanistan (CD 13/10) d.d. 14 oktober 2021 Aan voldaan per brief d.d. 16 december 2021 en 30 maart 2022
14-10-2021 Motie 27 925 nr. 854 - Dassen c.s. over pleiten voor een TeamEuropa aanpak in onderhandelingen met de Taliban over veilige doorgang voor evacués Tweeminutendebat Stand van zaken Afghanistan (CD 13/10) d.d. 14 oktober 2021 Aan voldaan met de brief verstuurd d.d. 25 oktober 2021
14-10-2021 Motie 27 925 nr. 855 - Ceder c.s. over regelmatig contact met betrokken organisaties over Afghaanse medewerkers die in aanmerking komen om naar Nederland overgebracht te worden Tweeminutendebat Stand van zaken Afghanistan (CD 13/10) d.d. 14 oktober 2021 Aan voldaan per brief d.d. 16 november 2021
26-10-2021 Motie 35 925-IV nr. 22 - Koekkoek c.s. over binnen twee maanden een schriftelijke reactie op de bevindingen uit het rapport van Amnesty International Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2022 d.d. 14 oktober 2021 Aan voldaan per brief door StasBZK d.d. 16 november 2021 en d.d. 6 januari 2022
28-10-2021 Motie 29 521 nr. 429 - Sjoerdsma over Wagner Group MINUSMA 2MD Artikel 100-bijdrage aan VN-missie MINUSMA in Mali d.d. 28 oktober 2021 In behandeling
17-11-2021 Motie van het lid Belhaj cs over kaders voor de inzet van lokale medewerkers bij toekomstige militaire missies en op Nederlandse ambassades en consulaten Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2022 d.d. 11 november 2021 In behandeling
23-11-2021 Motie 35 925-V nr. 19 - De Roon over het zoeken van draagvlak voor sancties tegen Iraans dronebeleid Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 In behandeling
23-11-2021 Motie 35 925-V nr. 20 - Brekelmans c.s. over sancties tegen Belavia en organisaties die zakendoen met Belavia Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 In behandeling
23-11-2021 Motie 35 925-V nr. 21 (gewijzigd) - Brekelmans c.s. over een draaiboek in verband met cyberaanvallen en voor een gemeenschappelijke reactie Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 In behandeling
23-11-2021 Motie 35 925-V nr. 22 - Brekelmans c.s. over een plan om te voorkomen dat Afghanistan een uitvalsbasis wordt voor internationaal terrorisme Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 In behandeling
23-11-2021 Motie 35 925-V nr. 23 (gewijzigd) - Brekelmans over aangeven of en hoe een openbaar register voor «agents of foreign influence» ook in Nederland mogelijk is Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 In behandeling
23-11-2021 Motie 35 925-V nr. 27 - Sjoerdsma over middelen voor lhbti- en vrouwenrechten in het Mensenrechtenfonds Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 In behandeling
23-11-2021 Motie 35 925-V nr. 28 - Sjoerdsma over een Europees wapenembargo instellen voor Ethiopië Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 In behandeling
23-11-2021 Motie 35 925-V nr. 29 - Piri c.s. over een bewijzenbank inzake mensenrechtenschendingen in Afghanistan Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 In behandeling
23-11-2021 Motie 35 925-V nr. 31 - Piri c.s. over een diplomatiek offensief starten voor de Istanbulconventie Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 In behandeling
23-11-2021 Motie 35 925-V nr. 32 - Piri c.s. over artikel 42.7 VEU ook van toepassing verklaren op hybride dreigingen Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 Aan voldaan per brief d.d. 10 december 2021
23-11-2021 Motie 35 925-V nr. 33 - Agnes Mulder c.s. over het ondersteunen van de Belarussische oppositie in de Baltische staten Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 In behandeling
23-11-2021 Motie 35 925-V nr. 34 - Van der Lee/Piri over organisaties die opkomen voor de rechtsstaat financieel ondersteunen in lidstaten waar de rechtsstaat onder druk staat Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 In behandeling
23-11-2021 Motie 35 925-V nr. 37 - Ceder c.s. over een onafhankelijk onderzoek naar de feiten in het conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 In behandeling
23-11-2021 Motie 35 925-V nr. 38 - Ceder/Van der Staaij over consequenties verbinden aan de mensenrechtensituatie in Azerbeidzjan Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 In behandeling
23-11-2021 Motie 35 925-V nr. 43 - Eppink over het uitspreken van steun aan de Poolse regering ten aanzien van de migratiecrisis aan de Pools-Wit-Russische grens Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 In behandeling
23-11-2021 Motie 35 925-V nr. 44 - Van der Staaij/Ceder over zich in internationaal verband inspannen om mensenrechtenschendingen in Noord-Korea tegen te gaan Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 In behandeling
23-11-2021 Motie 35 925-V nr. 45 - Van der Staaij/Agnes Mulder over het verkennen van mogelijkheden om steun te verlenen aan het verzoek van Taiwan om waarnemer te zijn bij de Algemene Vergadering en deel te nemen aan vergaderingen en trainingsprogramma’s van Interpol Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 In behandeling
23-11-2021 Motie 35 925-V nr. 46 - Kuzu c.s. over het vasthouden aan democratische en rechtstatelijke uitgangspunten bij ondersteuning en financiering van humanitaire en mensenrechtenorganisaties in Israël Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 In behandeling
23-11-2021 Motie 35 925-V nr. 47 - Kuzu c.s. over een sanctiepakket dat direct gericht is op Milorad Dodik en zijn machtskring Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 In behandeling
25-11-2021 Motie 28 676 nr. 380 - Brekelmans over talibanafgevaardigden niet namens Afghanistan laten deelnemen aan bijeenkomsten van multilaterale organisaties 2MD NAVO/OVSE d.d. 24 november 2021 In behandeling
30-11-2021 Motie 35 925-V nr. 54 - Brekelmans/Sjoerdsma over nieuwe mogelijkheden voor digitalisering van producten en diensten voor Nederlanders in het buitenland 2MD Consulaire Zaken d.d. 24 november 2021 Aan voldaan per brief d.d. 16 december 2021
30-11-2021 Motie 35 925-V nr. 55 - Sjoerdsma/Brekelmans over volledige digitalisering van de consulaire documentverstrekking 2MD Consulaire Zaken d.d. 24 november 2021 Aan voldaan per brief d.d. 16 december 2021
30-11-2021 Motie 35 925-V nr. 56 - Sjoerdsma over de financiering van de beveiliging van het postennetwerk 2MD Consulaire Zaken d.d. 24 november 2021 In behandeling
30-11-2021 Motie 35 925-V nr. 57 - De Roon over Nederlanders oproepen om Ethiopië onverwijld te verlaten 2MD Consulaire Zaken d.d. 24 november 2021 Aan voldaan per brief d.d. 16 december 2021
30-11-2021 Motie 35 207 nr. 46 - De Roon over uitdragen dat eenzijdige stappen met betrekking tot de status van Taiwan onaanvaardbaar zijn 2MD China d.d. 24 november 2021 In behandeling
30-11-2021 Motie 35 207 nr. 47 - Kuzu over het verminderen van de afhankelijkheid van Nederlandse consumenten en producenten van China 2MD China d.d. 24 november 2021 Aan voldaan per brief d.d. 30 november 2021 en d.d. 1 april 2022
30-11-2021 Motie 35 207 nr. 48 - Kuzu over scenario's voor maatregelen tegen China om de genocide op Oeigoeren een halt toe te roepen 2MD China d.d. 24 november 2021 Aan voldaan per brief d.d. 1 april 2022
30-11-2021 Motie 35 207 nr. 50 - Kerseboom/Kuzu over een onderzoek naar de onderlinge relaties van gemeenten en provincies met China en Chinese entiteiten 2MD China d.d. 24 november 2021 In behandeling
30-11-2021 Motie 35 207 nr. 51 - Brekelmans/Agnes Mulder over meer onderzoek naar de invloed van Chinese (staats)bedrijven in Nederlandse bedrijven 2MD China d.d. 24 november 2021 In behandeling
30-11-2021 Motie 35 207 nr. 52 - Brekelmans/Agnes Mulder over steun voor Litouwen na de Chinese diplomatieke reactie op het openen van het «Taiwanese Representative Office» 2MD China d.d. 24 november 2021 In behandeling
30-11-2021 Motie 35 207 nr. 53 - Piri/Jasper van Dijk over in Xinjiang actieve Nederlandse ondernemingen informeren over de mensenrechtenschendingen 2MD China d.d. 24 november 2021 Aan voldaan per brief d.d. 1 april 2022
30-11-2021 Motie 35 925-V nr. 48 - Kuzu over maatregelen tegen bedrijven die producten en diensten leveren die direct of indirect verband houden met het uitvoeren van etnische zuiveringen op Oeigoeren Debat Begroting BZ 2e termijn d.d. 18 november 2021 Aan voldaan per brief d.d. 30 november 2021 en d.d. 1 april 2022
9-12-2021 Motie 21 501-02 nr. 2433 - Brekelmans c.s. over een actievere rol van de EU in de dialoog met Rusland om te komen tot de-escalatie Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 9 december 2021 In behandeling
14-12-2021 Motie 21 501-20 nr 1747 - Van der Plas over een Europees kader om gelijktijdig reisrestricties op te leggen aan landen waar zich in hoog tempo nieuw covidvarianten voordoen Debat over de Europese Top van 16 en 17 december d.d. 9 december 2021 Aan voldaan per brief d.d. 15 februari 2022
14-12-2021 Motie 21 501-20 nr. 1749 - Piri c.s. over het opnemen van bestaande handelscontracten in Europese sanctiepakketten tegen Belarus Debat over de Europese Top van 16 en 17 december d.d. 9 december 2021 Aan voldaan per brief d.d. 8 februari 2022
14-12-2021 Motie 21 501-20 nr. 1752 - Maeijer/Agema over kenbaar maken dat het voeren van een debat over verplichte vaccinatie aan de soevereine landen is Debat over de Europese Top van 16 en 17 december d.d. 9 december 2021 Aan voldaan per brief d.d. 20 december 2021
14-12-2021 Motie 21 501-20 nr. 1753 - Van Houwelingen over zich uitspreken tegen de vorming van een Europees leger Debat over de Europese Top van 16 en 17 december d.d. 9 december 2021 Aan voldaan per brief d.d. 18 januari 2022 en d.d. 19 januari 2022
1-2-2022 Motie 35 925-V, nr 36 - Ceder c.s. over Indonesië oproepen om een bezoek van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten aan West-Papoea te faciliteren Begrotingsdebat BZ 2e termijn  d.d. 18 november 2021 Aan voldaan per brief op 6 mei 2022
2-2-2022 Motie 32 317 nr. 743 - Ceder over niet instemmen met toetreding van Kroatië tot de Schengenzone tenzij wordt toegezien op de naleving van fundamentele mensrechten 2MD JBZ-Raad d.d. 2 februari 2022 In behandeling
8-2-2022 Motie 35 925-V nr. 67 - Ephraim over geen Nederlandse militairen uitzenden naar Oekraïne indien dit om gevechtshandelingen zou gaan INCLUIS brief Debat over de situatie in Oekraine d.d. 3 februari 2022 Aan voldaan per brief d.d. 18 februari 2022
8-2-2022 Motie 35 925-V nr. 69 - Jasper van Dijk c.s. over voorstellen om de OVSE te versterken Debat over de situatie in Oekraine d.d. 3 februari 2022 Aan voldaan per brief d.d. 16 februari 2022
8-2-2022 Motie 35 925-V nr. 71 - Sjoerdsma c.s. over grootschalige corruptie als overtreding toevoegen aan de EU-Magnitskywetgeving Debat over de situatie in Oekraine d.d. 3 februari 2022 Aan voldaan per brief d.d. 16 februari en 26 februari 2022
8-2-2022 Motie 35 925-V nr. 75 - Van der Plas over de omvang van de bezittingen van de Russische elite rond Poetin in Nederland in kaart brengen Debat over de situatie in Oekraine d.d. 3 februari 2022 Aan voldaan per brief d.d. 10 maart 2022
17-2-2022 Motie 21 501-02 nr 2452 Kamminga over geen nieuwe stappen in het toetredingsproces van Servië indien er geen of onvoldoende voortgang is op het gebied van de rechtsstaat 2MD RAZ d.d.17 februari 2022 In behandeling
22-2-2022 Motie 22 112 nr 3289 Koekkoek over het invoeren van een EU-monitor voor alle Europese wetgeving en beleid 2MD EU-Informatievoorziening d.d. 17 februari 2022 In behandeling
28-2-2022 Motie 36 045 nr. 7 - Van Haga over de Russische bevolking ontzien bij het uitvoeren van sancties Debat over de situatie in Oekraïne d.d. 28 februari 2022 Aan voldaan per brief d.d. 21 maart 2022
28-2-2022 Motie 36 045 nr. 13 - Kuzu/Sjoerdsma over met gelijkgezinde landen sturen op mechanismen voor bewijsvergaring van internationale misdrijven Debat over de situatie in Oekraïne d.d. 28 februari 2022 In behandeling
28-2-2022 Motie 36 045 nr. 15 - Agnes Mulder c.s. over binnen de EU pleiten de reikwijdte van het sanctiepakket uit te breiden Debat over de situatie in Oekraïne d.d. 28 februari 2022 In behandeling
15-3-2022 Motie 36 045 nr. 22 - Brekelmans c.s. over maatregelen voorbereiden voor het geval dat Rusland biologische of chemische wapens gebruikt Debat over de actuele ontwikkelingen in Oekraïne d.d. 10 maart 2022 Aan voldaan per brief d.d. 31 maart 2022
15-3-2022 Motie 36 045 nr. 32 - Agnes Mulder c.s. over aandringen op het toelaten van waarnemingsmissies van experts tot de Oekraïense kerncentrales Debat over de actuele ontwikkelingen in Oekraïne d.d. 10 maart 2022 Aan voldaan per brief d.d. 18 maart 2022
15-3-2022 Motie 36 045 nr. 33 - Van der Plas/Kuzu over bezien hoe initiatieven kunnen worden ondersteund om Russen te voorzien van informatie vanuit een ander perspectief Debat over de actuele ontwikkelingen in Oekraïne d.d. 10 maart 2022 In behandeling
15-3-2022 Motie 36 045 nr. 35 - Van Houwelingen over het uitsluiten van de oprichting van een Europees leger Debat over de actuele ontwikkelingen in Oekraïne d.d. 10 maart 2022 Aan voldaan per brief door MinDef d.d. 30 maart 2022
15-3-2022 Motie 36 045 nr. 37 - Van Houwelingen over aansturen op vrede Debat over de actuele ontwikkelingen in Oekraïne d.d. 10 maart 2022 In behandeling
24-3-2022 Motie 21 501-20 nr. 1763 - Sjoerdsma c.s. over op korte termijn doorlichten van de sanctiewetgeving Debat over de Europese top van 24 en 25 maart 2022 en over de ingelaste NAVO-top van 24 maart 2022  d.d. 23 maart 2022 In behandeling
24-3-2022 Motie 21 501-20 nr. 1764 - Sjoerdsma c.s. over een doorbraak forceren op het gezamenlijke Europees asielbeleid Debat over de Europese top van 24 en 25 maart 2022 en over de ingelaste NAVO-top van 24 maart 2022  d.d. 23 maart 2022 In behandeling
24-3-2022 Motie 21 501-20 nr. 1768 - Amhaouch c.s. over een Europees herstelprogramma gericht op het herstel en de wederopbouw van Oekraïne Debat over de Europese top van 24 en 25 maart 2022 en over de ingelaste NAVO-top van 24 maart 2022  d.d. 23 maart 2022 In behandeling
24-3-2022 Motie 21 501-20 nr. 1770 - Van der Lee/Piri over aan de lijst van gesanctioneerde Russen ook hun directe gezinsleden toevoegen Debat over de Europese top van 24 en 25 maart 2022 en over de ingelaste NAVO-top van 24 maart 2022  d.d. 23 maart 2022 In behandeling
24-3-2022 Motie 21 501-20 nr. 1775 - Piri c.s. over zich in Europees verband inzetten voor een middel om de Russische olie-inkomsten af te knijpen Debat over de Europese top van 24 en 25 maart 2022 en over de ingelaste NAVO-top van 24 maart 2022  d.d. 23 maart 2022 In behandeling
24-3-2022 Motie 21 501-20 nr. 1777 - Koekkoek c.s. over onafhankelijke monitoring van de Europese fondsen Debat over de Europese top van 24 en 25 maart 2022 en over de ingelaste NAVO-top van 24 maart 2022  d.d. 23 maart 2022 Aan voldaan per brief uitgestuurd door EZK d.d. 4 april 2022
24-3-2022 Motie 21 501-20 nr. 1779 - Van Haga c.s. over vasthouden aan de plafondbedragen van de Europese vredesfaciliteit Debat over de Europese top van 24 en 25 maart 2022 en over de ingelaste NAVO-top van 24 maart 2022  d.d. 23 maart 2022 In behandeling
24-3-2022 Motie 21 501-20 nr. 1782 - Van Haga/Smolders over de Kamer tweejaarlijks informeren over de voortgang van het pandemieverdrag Debat over de Europese top van 24 en 25 maart 2022 en over de ingelaste NAVO-top van 24 maart 2022  d.d. 23 maart 2022 In behandeling
24-3-2022 Motie 21 501-20 nr. 1785 - Van der Graaf c.s. over voedselzekerheid, voedselprijzen en de mogelijke rol van VN-instellingen agenderen tijdens de Europese top Debat over de Europese top van 24 en 25 maart 2022 en over de ingelaste NAVO-top van 24 maart 2022  d.d. 23 maart 2022 Aan voldaan per brief d.d. 13 mei 2022
24-3-2022 Motie 21 501-20 nr. 1786 - Van der Graaf c.s. over aandringen op een gecoördineerde aanpak Debat over de Europese top van 24 en 25 maart 2022 en over de ingelaste NAVO-top van 24 maart 2022  d.d. 23 maart 2022 Aan voldaan per brief d.d. 31 maart 2022
24-3-2022 Motie 21 501-20 nr. 1787 - Eppink c.s. over de Rapid Deployment Force geen opmaat laten zijn voor een Europees leger Debat over de Europese top van 24 en 25 maart 2022 en over de ingelaste NAVO-top van 24 maart 2022  d.d. 23 maart 2022 Aan voldaan per brief d.d. 15 april 2022
24-3-2022 Motie 21 501-20 nr. 1788 - Omtzigt c.s. over fiscale gegevens beschikbaar maken voor alle autoriteiten die toezicht houden op naleving van de sancties Debat over de Europese top van 24 en 25 maart 2022 en over de ingelaste NAVO-top van 24 maart 2022  d.d. 23 maart 2022 In behandeling
24-3-2022 Motie 21 501-20 nr. 1789 - Van Houwelingen over uitspreken dat Nederland beslist over de militaire inzet in Europees verband Debat over de Europese top van 24 en 25 maart 2022 en over de ingelaste NAVO-top van 24 maart 2022  d.d. 23 maart 2022 In behandeling
24-3-2022 Motie 21 501-20 nr. 1790 - Van Houwelingen over geen vaccinatieverplichting voor Nederland op grond van het WGO-pandemieverdrag Debat over de Europese top van 24 en 25 maart 2022 en over de ingelaste NAVO-top van 24 maart 2022  d.d. 23 maart 2022 In behandeling
24-3-2022 Motie 21 501-31 nr. 659 - Omtzigt over de resultaten van de publieke consultatie  over het Europese coronatoegangs-bewijs zo spoedig mogelijk aan de Kamer doen toekomen Tweeminutendebat EU-Gezondheidsraad d.d. 29 maart 2022 In behandeling
31-3-2022 Motie 28 676 nr. 397 – Van Haga over vasthouden aan het niet instellen van een no-flyzone Tweeminutendebat NAVO d.d. 31 maart 2022 Aan voldaan per brief d.d. 14 april 2022
31-3-2022 Motie 28 676 nr. 399 – Van Haga over benadrukken dat het Nederlandse parlement zich heeft uitgesproken tegen het vormen van een EU-leger Tweeminutendebat NAVO d.d. 31 maart 2022 Aan voldaan per brief d.d. 14 april 2022
4-5-2022 Motie 27 925 nr. 893 - Piri/Valstar over de Aghaanse oud-medewerkers uit dankbaarheid voor bewezen diensten op passende wijze eren Debat over de stand van zaken rondom de evacuatie in Afghanistan d.d. 31 maart 2022 In behandeling
4-5-2022 Motie 36 045 nr. 46 (gewijzigd) - Ploumen/Klaver over het bevriezen en waar mogelijk confisqueren van bezittingen en tegoeden van op sanctielijsten geplaatste Russen Debat over de toespraak van de Oekraïense president Zelenski d.d. 31 maart 2022 In behandeling
4-5-2022 Motie 36 045 nr. 49 - Dassen over aansluiten bij de Transatlantic Taskforce Debat over de toespraak van de Oekraïense president Zelenski d.d. 31 maart 2022 In behandeling
4-5-2022 Motie 36 045 nr. 53 - Kuzu over plannen voorbereiden voor een bijdrage aan de wederopbouw van een Oekraïense stad na de oorlog Debat over de toespraak van de Oekraïense president Zelenski d.d. 31 maart 2022 In behandeling
12-4-2022 Motie 19 637 nr. 2848 -  Ceder over intensief diplomatiek contact met Marokko over terugname van onderdanen 2MD Vreemdelingen- en Asielbeleid van 5 april 2022 In behandeling (gerappelleerd)
14-6-2022 EK motie 35.982, G - Koole (PvdA) c.s. over een meerjarig plan om Nederlandse burgers actief en evenwichtig te informeren over de Europese Unie Algemene Europese Beschouwingen d.d. 7 juni 2022 In behandeling
16-6-2022 Motie 21 501-02, nr. 2497 - Jasper van Dijk en Sjoerdsma over regeringsaanwezigheid bij de vergadering van het Verdrag inzake het verbod op kernwapens 2MD Raad Buitenlandse Zaken d.d. 15 juni 2022 In behandeling
16-6-2022 Motie 21 501-02, nr. 2498 - Jasper van Dijk en Ceder over hervatting van het VN-onderzoek naar oorlogsmisdaden in Jemen 2MD Raad Buitenlandse Zaken d.d. 15 juni 2022 In behandeling
16-6-2022 Motie 21 501-02, nr. 2499 - Sjoerdsma c.s. over het op zeer korte termijn opschroeven van de militaire steun aan Oekraïne 2MD Raad Buitenlandse Zaken d.d. 15 juni 2022 In behandeling
22-6-2022 Motie 21 501-20 nr. 1809 - Piri c.s. over zich committeren aan het verlenen van kandidaat-lidmaatschap aan Georgië zodra is voldaan aan de gestelde criteria Debat over de Europese top van 23 en 24 juni 2022 d.d. 22 juni 2022 In behandeling
22-6-2022 Motie 21 501-20 nr. 1810 - Piri c.s. over op zeer korte termijn een afweging maken over visumliberalisatie voor Kosovo Debat over de Europese top van 23 en 24 juni 2022 d.d. 22 juni 2022 In behandeling
22-6-2022 Motie 21 501-20 nr. 1822 - Stoffer/Omtzigt over de toekenning van de status van kandidaat-lidstaat aan Oekraïne en Moldavië Debat over de Europese top van 23 en 24 juni 2022 d.d. 22 juni 2022 In behandeling
22-6-2022 Motie 21 501-33 nr. 942 - Van Wijngaarden/Bontenbal over alleen instemmen met een nieuw voorstel voor de EU taxonomie indien kernenergie hierin wordt meegenomen 2MD Energieraad d.d. 22 juni 2022 In behandeling
Datum Titel Herkomst Stand van Zaken
16-6-2021 Toezegging: komt met een schriftelijke reactie op het artikel in Trouw over Turkije CD RBZ d.d. 16 juni 2021 Aan voldaan per brief d.d. 24 juni 2021
16-6-2021 Toezegging: zal in haar gesprek met haar Iraakse collega het verdwijnen van jongeren in Fallujah aan de orde stellen CD RBZ d.d. 16 juni 2021 Aan voldaan per brief d.d. 24 juni 2021
16-6-2021 Toezegging: zal onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor internationaal onderzoek naar de schending van mensenrechten en oorlogsrecht bij conflict Armenië en Azerbeidzjan CD RBZ d.d. 16 juni 2021 Aan voldaan per brief d.d. 7 juli 2021
16-6-2021 Toezegging: komt terug op de vraag over capaciteit om sancties te stellen CD RBZ op 16 juni 2021 Aan voldaan per brief d.d. 16 november 2021
2-7-2021 Toezegging: Kabinetsreactie op het Ongevraagd advies van de Afdeling advisering van de Raad van State, verdragen en het Unierecht Ongevraagd advies over het Koninkrijk, verdragen en het Unierecht d.d. 2 juli 2021 In behandeling
8-7-2021 Toezegging: om de Engelse vertaling van de regeling voor Afghaanse tolken die voor Nederland hebben gewerkt online te zetten CD missies & operaties d.d. 8 juli 2021 Aan voldaan per brief d.d. 7 september 2021
17-8-2021 Toezegging: FvD vraagt naar visie kabinet op houding RF en CHI richting Taliban CD Afghanistan d.d. 17 augustus 2021 Aan voldaan per brief d.d. 24 augustus 2021
17-8-2021 Toezegging:inDEF om feitenrelaas met overzicht over de afgelopen periode CD Afghanistan d.d. 17 augustus 2021 Aan voldaan met brief d.d. 14 september 2021
17-8-2021 Toezegging: om te trachten mensen die in zichtbare posities een band hebben gehad met NL, binnen de grenzen van het mogelijke een plek te geven op evacuatievluchten/in veiligheid brengen CD Afghanistan d.d. 17 augustus 2021 Aan voldaan per brief d.d. 24 augustus 2021
18-8-2021 Toezegging: Het kabinet zal op korte termijn een nadere brief sturen om in te gaan op de consequenties van de recente ontwikkelingen Beantwoording KV Afghaanse tolken Aan voldaan per brief d.d. 24 augustus 2021
14-9-2021 Toezegging: informeert de Kamer via een brief nader over de inzet in de AVVN omtrent het conflict in Nagorno-Karabach en de uitvoering van aangenomen Kamermoties omtrent dit conflict CD AVVN d.d. 14 september 2021 Aan voldaan per brief d.d. 14 oktober 2021
14-9-2021 Toezegging: informeert de Kamer via een brief nader over de situatie in Irak omtrent berechting van IS-strijders CD AVVN d.d. 14 september 2021 Aan voldaan per brief d.d. 29 september 2021 en 13 april 2022
4-10-2021 Toezegging: zal de Kamer voorafgaande aan het commissiedebat RBZ op 14 oktober informeren over de veroordeling van de Marokkaanse journalist Omar Radi Notaoverleg Mensenrechten d.d. 4 oktober 2021 Aan voldaan per brief d.d. 14 oktober 2021
4-10-2021 Toezegging: de reeds toegezegde brief over Marokko komt z.s.m. na de consultaties naar de Kamer en in de brief wordt ook ingegaan op de Hirak-activisten Notaoverleg Mensenrechten d.d. 4 oktober 2021 Aan voldaan per brief d.d. 14 december 2021
4-10-2021 Toezegging: voor het eind van dit jaar wordt de Kamer geïnformeerd over de ratificatie van het verdrag van de Raad van Europa over orgaanhandel Notaoverleg Mensenrechten d.d. 4 oktober 2021 Aan voldaan per brief door StasVWS d.d. 13 december 2021
4-10-2021 Toezegging: de brief over de uitwerking van de motie van het lid Jasper van Dijk over een onderzoek naar de inzet in Afghanistan komt de Kamer zo snel als mogelijk is toe Notaoverleg Mensenrechten d.d. 4 oktober 2021 Aan voldaan per brief d.d. 17 juni 2022
4-10-2021 Toezegging: om alle informatie die de Kamer heeft gevraagd over de situatie in Afghanistan uiterlijk eind deze week aan de Kamer toe te sturen Notaoverleg Mensenrechten d.d. 4 oktober 2021 Aan voldaan per brief d.d. 11 oktober 2021
4-10-2021 Toezegging: zal de Kamer informeren over het onderzoek naar het onder exportcontrole brengen van bepaalde cybersurveillance technologiën Notaoverleg Mensenrechten d.d. 4 oktober 2021 Aan voldaan per brief d.d. 6 oktober 2021
4-10-2021 Toezegging: komt binnen een week terug op de vraag over de precieze bijdrage van Nederland aan het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en de aanvullende verzoeken die zijn gedaan Notaoverleg Mensenrechten d.d. 4 oktober 2021 Aan voldaan per brief d.d. 11 oktober 2021
4-10-2021 Toezegging: om de kosten voor het opzetten van een Sanctie-taskforce in kaart te brengen en dit voor de begrotingsbehandeling aan de Kamer te communiceren Notaoverleg Mensenrechten d.d. 4 oktober 2021 Aan voldaan per brief d.d. 16 november 2021
12-10-2021 EK - Toezegging: om in het kader van de uitvoering van de motie-Koole (EK 35403, G) in maart 2022 met een opzet te komen voor wat betreft vervolgstappen in het verlengde van de Kijk op Europacampagne Mondeling overleg over uitvoering van de motie Koole c.s. over een publieksdiscussie over de toekomst van Europa d.d. 12 oktober 2021 In behandeling
12-10-2021 EK - Toezegging: om telkens een geactualiseerde lijst van publieksactiviteiten in het kader van de Conferentie over de Toekomst van Europa toe te sturen Mondeling overleg over uitvoering van de motie Koole c.s. over een publieksdiscussie over de toekomst van Europa d.d. 12 oktober 2021 In behandeling (1 brief verstuurd)
14-10-2021 Toezegging: De kamer ontvangt een update over de laatste stand van zaken omtrent Afghanistan voor kerst 2MD Stand van zaken Afghanistan (CD 13/10) d.d. 14 oktober 2021 Aan voldaan per brief d.d. 16 november 2021
14-10-2021 Toezegging: De kamer ontvangt een brief zodra er meer duidelijkheid is over het bericht dat een EUPOL-tolk die op de NL lijst zou hebben gestaan zou zijn vermoord 2MD Stand van zaken Afghanistan (CD 13/10) d.d. 14 oktober 2021 Aan voldaan per brief uitgestuurd door JenV d.d. 27 oktober 2021
14-10-2021 Toezegging: In verslag RBZ komt antwoord op vraag over verkiezingsmissie EU in Venezuela CD RBZ d.d. 14 oktober 2021 Aan voldaan per brief d.d. 25 oktober 2021
14-10-2021 Toezegging: de kamer ontvangt een update over alle moties inzake conflict Nagorno Karabach in de brief over de Oostelijk Partnerschap Top CD RBZ d.d. 14 oktober 2021 Aan voldaan per brief d.d. 4 november 2021
27-10-2021 Toezegging: over dat de Kamer wordt geïnformeerd als hij aanwijzingen heeft dat de Wagner-groep actief is in Mali, inclusief een duiding daarover CD MINUSMA d.d. 27 oktober 2021 ; Herhaald: CD RBZ d.d. 20 januari 2022 In behandeling
28-10-2021 Toezegging: om bij een volgende discussie over Mali en de omgeving de discussie verder te laten reiken dan het discours over stabiliteit versus terrorisme en in te gaan op de rol van andere elementen zoals grondstoffen 2MD MINUSMA d.d. 28 oktober 2021 In behandeling
28-10-2021 Toezegging: overlegt met de partners van de EU-trainingsmissie in Mali over hoe gezamenlijk om te gaan met staatsgrepen en door het Malinese leger gepleegde mensenrechtenschendingen 2MD MINUSMA d.d. 28 oktober 2021 In behandeling
2-11-2021 Toezegging:inJenV zal in reguliere rapportage informatie geven over het gebruik van het noodhulpfonds voor slachtofferhulp CD Consulaire Zaken d.d. 2 november 2021 In behandeling
2-11-2021 Toezegging: komt terug op de financieringssystematiek van de beveiliging op de posten CD Consulaire Zaken d.d. 2 november 2021 Dossier afgesloten. Zie opvolging motie 35 925-V nr. 56.
2-11-2021 Toezegging: bekijkt opnieuw de voor- en nadelen van eventuele wetgeving voor consulaire dienstverlening CD Consulaire Zaken d.d. 2 november 2021 Aan voldaan per brief d.d. 16 december 2021
2-11-2021 Toezegging: informeert de Kamer over welke andere EU-landen de mogelijkheid toestaan van het hebben van een dubbele nationaliteit CD Consulaire Zaken d.d. 2 november 2021 Aan voldaan per brief d.d. 16 december 2021
2-11-2021 Toezegging: informeert de Kamer over verdere mogelijkheden van digitalisering van producten en diensten die via Nederlandwereldwijd worden aangeboden, waaronder reisdocumenten CD Consulaire Zaken d.d. 2 november 2021 Aan voldaan per brief d.d. 16 december 2021
2-11-2021 Toezegging: gaat, in overleg met MinBZK na, of het mogelijk is dat Nederlanders die in het buitenland per post hebben gestemd een ontvangstbevestiging van hun stem kunnen ontvangen CD Consulaire Zaken d.d. 2 november 2021 Aan voldaan per brief d.d. 16 december 2021
2-11-2021 Toezegging: inzake financiële bijdrage van Nederlanders die zijn afgereisd naar gebieden waarvoor een negatief reisadvies geldt en die gebruik maken van repatriëring en de mogelijkheden voor het verplichten van registratie CD Consulaire Zaken d.d. 2 november 2021 In behandeling
3-11-2021 Toezegging: inzake technische briefing over cybersurveillance CD Wapenexportbeleid d.d. 3 november 2021 Afgesloten met TB
4-11-2021 Toezegging: de Kamer ontvangt een nadere analyse inzake toepassing van artikel 2 uit het genocideverdrag CD China d.d. 4 november 2021 Aan voldaan per brief d.d. 17 november 2021
4-11-2021 Toezegging: informeert de Kamer indien hij nadere informatie heeft over orgaanhandel CD China d.d. 4 november 2021 In behandeling
4-11-2021 Toezegging: gaat na of er een uitnodiging voor de Olympische Spelen is verstuurd door China aan voormalig IOC-leden CD China d.d. 4 november 2021 In behandeling
4-11-2021 Toezegging: legt de vraag van het lid Mulder over lezen van info Xiaomi-telefoon door China in Litouwen voor aan de diensten CD China d.d. 4 november 2021 Aan voldaan per brief d.d. 14 april 2022
8-11-2021 Toezegging: 2. De Kamer ontvangt nadere informatie over welke sectoren onderdeel uitmaken van de handel van Belarus met Nederland CD RBZ d.d. 8 november 2021 Aan voldaan per brief d.d. 7 december 2021
16-11-2021 Toezegging: stuurt uiterlijk 17 december 2021 de appreciatie van het Strategisch Kompas aan de Kamer CD RAZ d.d. 23 november 2021 op 16 november 2021 Aan voldaan per brief door MinDef d.d. 10 december 2021
16-11-2021 Toezegging: komt binnen twee weken schriftelijk terug op de rechtsstatelijke principes voor wat betreft de situatie in Letland waar het parlement de regels heeft aangescherpt voor ongevaccineerde parlementariërs CD RAZ d.d. 23 november 2021 op 16 november 2021 Aan voldaan per brief d.d. 23 november 2021
16-12-2021 Toezegging: De Kamer wordt geïnformeerd als er een nieuwe Iraakse coalitie is en duidelijk is wat dat betekent voor de internationale inzet CD Anti-ISIS en brede veiligheidsinzet Irak in 2022 d.d. 16 december 2021 In behandeling
20-1-2022 Toezegging: zal in het verslag van de RBZ terugkomen op de vraag van het lid Piri over de route van de wapentransporten uit Groot-Brittannië aan Oekraïne door de lucht CD RBZ d.d. 20 januari 2022 Aan voldaan per brief d.d. 27 januari 2022
20-1-2022 Toezegging: zal de Kamer een verslag doen toekomen van het bezoek aan Kiev CD RBZ d.d. 20 januari 2022 Aan voldaan per brief d.d. 3 februari 2022
20-1-2022 Toezegging: zal in het verslag van de RBZ terugkomen op de vraag van het lid Agnes Mulder over het draagvlak onder de Russische bevolking voor het voeren van een oorlog met Oekraïne CD RBZ d.d. 20 januari 2022 Aan voldaan per brief d.d. 27 januari 2022
20-1-2022 Toezegging: brengt het verzoek om een uitgebreide brief over de scenario’s/opties voor de toekomstige levering van energie i.h.k.v. de geopolitieke ontwikkelingen over aan het kabinet CD RBZ d.d. 20 januari 2022 Aan voldaan per brief door MinEZK d.d. 18 maart 2022
20-1-2022 Toezegging: De Kamer wordt geïnformeerd over eventuele belangrijke wijzigingen in het reisadvies voor Oekraïne, en in het verslag RBZ wordt teruggekomen op het huidige reisadvies CD RBZ d.d. 20 januari 2022 Aan voldaan per brief d.d. 3 februari 2022
27-1-2022 Toezegging: informeert de Kamer voor de zomer over de langetermijnvisie van het kabinet op de inzet in Afghanistan CD Toekomstige inzet en hulp aan Afghanistan d.d. 27 januari 2022 Aan voldaan per brief d.d. 7 juli 2022
27-1-2022 Toezegging: informeert de Kamer voor de zomer over de implementatie van het Verbeterplan n.a.v. de evacuatie-operatie uit Afghanistan CD Toekomstige inzet en hulp aan Afghanistan d.d. 27 januari 2022 Aan voldaan per brief d.d. 7 juli 2022
27-1-2022 Toezegging: informeert de Kamer over de voortgang van het NIOD-onderzoek naar de operaties in Afghanistan, zodra daarover meer duidelijkheid bestaat CD Toekomstige inzet en hulp aan Afghanistan d.d. 27 januari 2022 Aan voldaan per brief d.d. 17 juni 2022
27-1-2022 Toezegging: informeert de Kamer nader over de situatie van Afghanen die via Pakistan naar Nederland willen komen in het plenaire debat over de stand van zaken rondom de evacuatie uit Afghanistan CD Toekomstige inzet en hulp aan Afghanistan d.d. 27 januari 2022 Aan voldaan per brief d.d. 30 maart 2022
27-1-2022 Toezegging: informeert de Kamer binnen twee weken per brief over de uitwerking in het coalitie-akkoord van de afspraak over de hervestiging van Afghaanse vluchtelingen in Nederland in de context van de UNHCR-lijst CD Toekomstige inzet en hulp aan Afghanistan d.d. 27 januari 2022 Aan voldaan per brief d.d. 21 februari 2022
27-1-2022 Toezegging: informeert de Kamer binnen enkele weken over de voortgang van het onafhankelijke onderzoek naar de evacuatie-operatie uit Afghanistan CD Toekomstige inzet en hulp aan Afghanistan d.d. 27 januari 2022 Aan voldaan per brief d.d. 4 februari 2022
3-2-2022 Toezegging: om in overleg met MinKE en n.a.v. de Kamerbrief «Naar een nationaal plan voor het energiesysteem richting 2050» (17 december jl.) in een brief in te gaan op de consequenties voor het huidige gasbeleid Debat over de situatie in Oekraïne d.d. 3 februari 2022 Aan voldaan per brief door MinEZK d.d. 18 maart 2022
3-2-2022 Toezegging: om contact te onderhouden met Tichanovskaja Debat over de situatie in Oekraïne d.d. 3 februari 2022 Aan voldaan per brief door MinEZK d.d. 18 maart 2022
3-2-2022 Toezegging: over de veiligheid van het luchtruim voor burgerluchtvaart boven Oost-Oekraïne en Rusland Debat over de situatie in Oekraïne d.d. 3 februari 2022 Toezegging achterhaald, dossier gesloten
3-2-2022 Toezegging: om in de beleidsbrief buitenlandbeleid een expliciete blauwdruk mee te nemen over hoe er op Europees niveau beter om kan worden gegaan met toekomstige situaties zoals in Oekraïne Debat over de situatie in Oekraïne d.d. 3 februari 2022 Aan voldaan per brief d.d. 8 maart 2022
3-2-2022 Toezegging: inzake het registreren van contactgegevens van reizigers door de ambassade in Oekraïne Debat over de situatie in Oekraïne d.d. 3 februari 2022 Aan voldaan per brief d.d. 26 februari 2022
10-2-2022 Toezegging: om de nadere gedachtevorming welke instrumenten het Europees Parlement tot zijn beschikking moet hebben met de Kamer te delen CD EU-Informatievoorziening d.d. 10 februari 2022 In behandeling
10-2-2022 Toezegging: komt schriftelijk terug op de comitologie bij het coronatoegangsbewijs inzake de geldigheidsduur CD EU-Informatievoorziening d.d. 10 februari 2022 Aan voldaan per brief door MinVWS d.d. 3 maart 2022
10-2-2022 Toezegging: Kamer een hoofdlijnenbrief en een tijdspad van de Europawet CD EU-Informatievoorziening d.d. 10 februari 2022 Aan voldaan per brief d.d. 3 juni 2022
28-2-2022 Toezegging: reisadvies voor Rusland bekijken Debat over de situatie in Oekraïne d.d. 28 februari 2022 Aan voldaan per brief d.d. 4 maart 2022
28-2-2022 Toezegging: zegt toe de inzet ten aanzien van lopende contracten met Rusland in te brengen in een volgende Europese vergadering Debat over de situatie in Oekraïne d.d. 28 februari 2022 In behandeling
28-2-2022 Toezegging: om te kijken wat we in Europees verband kunnen doen op gebied van uitsluiten van energiebedrijven van SWIFT Debat over de situatie in Oekraïne d.d. 28 februari 2022 In behandeling
10-3-2022 Toezegging:P vraagt tijdens de ER aandacht voor toegang waarnemers tot kerncentrales Debat over de actuele ontwikkelingen in Oekraïne d.d. 10 maart 2022 Aan voldaan per brief d.d. 18 maart 2022
10-3-2022 Toezegging: om de Kamer schriftelijk te informeren over steun aan Moldavië (vóór het Commissiedebat RBZ) Debat over de actuele ontwikkelingen in Oekraïne d.d. 10 maart 2022 Aan voldaan per brief d.d. 18 maart 2022
17-3-2022 Toezegging: om in het verslag van de Raad Algemene Zaken dd 22 maart terug te komen op de nadere interpretatie van de richtsnoeren inzake het rechtsstaatmechanisme CD Raad Algemene Zaken dd 22 maart / Brexit en Nieuwe relatie Verenigd Koninkrijk  d.d. 17 maart 2022 Aan voldaan per brief d.d. 25 maart 2022
17-3-2022 Toezegging: om dat als er nieuwe informatie is inzake verstoringen in de Yamalpijplijn daarover de Kamer te informeren CD Raad Algemene Zaken dd 22 maart / Brexit en Nieuwe relatie Verenigd Koninkrijk  d.d. 17 maart 2022 In behandeling
17-3-2022 Toezegging: om de Kamer nader te informeren over de kabinetspositie inzake de transnationale lijsten CD Raad Algemene Zaken dd 22 maart / Brexit en Nieuwe relatie Verenigd Koninkrijk  d.d. 17 maart 2022 Aan voldaan per brief door BZK d.d. 17 juni 2022
17-3-2022 Toezegging: om aan de minister van EZK te verzoeken om de Kamer nader te informeren of, en zo ja welke, informatie beschikbaar is over bedrijven die vanuit Nederland na de Brexit naar het Verenigd Koninkrijk zijn vertrokken CD Raad Algemene Zaken dd 22 maart / Brexit en Nieuwe relatie Verenigd Koninkrijk  d.d. 17 maart 2022 Overgenomen door EZK
17-3-2022 Toezegging: om in Europees verband te gaan overleggen over scenario’s voor de lange termijn relatie met Rusland en de Kamer daarover nader te informeren over de Nederlandse inzet en perspectief hierbij CD Raad Algemene Zaken dd 22 maart / Brexit en Nieuwe relatie Verenigd Koninkrijk  d.d. 17 maart 2022 In behandeling
31-3-2022 Toezegging: om schriftelijk terug te komen op de uitspraak in een kortgeding rondom de Afghaanse fixers Debat Afghanistan d.d. 31 maart 2022 Aan voldaan per brief d.d. 29 april 2022
31-3-2022 Toezegging: om schriftelijk terug te komen op motie Piri 27 925 nr 894 Debat Afghanistan d.d. 31 maart 2022 Aan voldaan per brief d.d. 29 april 2022
31-3-2022 Toezegging: om binnen een maand een schriftelijke toelichting te zullen sturen over mogelijkheden afgifte LPs voor ongedocumenteerden in Pakistan Debat Afghanistan d.d. 31 maart 2022 Aan voldaan per brief d.d. 29 april 2022
31-3-2022 Toezegging: Voornemen over eventuele einddatum aan de Kamer communiceren Debat Afghanistan d.d. 31 maart 2022 In behandeling
31-3-2022 Toezegging: om Commissie Ruijs te vragen te kijken naar besluitvorming rondom PIA vlucht Debat Afghanistan d.d. 31 maart 2022 Aan voldaan per brief d.d. 29 april 2022
31-3-2022 Toezegging: om expliciet te kijken naar veiligheidsafweging bij evacuatie/overbrengingen Debat Afghanistan d.d. 31 maart 2022 Aan voldaan per brief d.d. 29 april 2022
13-4-2022 Toezegging: Tecnische briefing over de Internationale Cyberstrategie (ICS2) CD Internationale Cyberveiligheid d.d. 13 april 2022 In behandeling
13-4-2022 Toezegging: De Kamer ontvangt de geïntegreerde cyberstrategie kort na het zomerreces CD Internationale Cyberveiligheid d.d. 13 april 2022 In behandeling
13-4-2022 Toezegging: komt schriftelijk terug op de vraag van het lid Sjoerdsma of en hoe er is gereageerd op het cyberincident dat de haven van Rotterdam en andere Europese havens heeft geraakt CD Internationale Cyberveiligheid d.d. 13 april 2022 Aan voldaan per brief d.d. 6 mei 20223
19-4-2022 Toezegging:inVWS inzake reactie BZ op lockdown Shanghai minVWS bij CD Goedkeuringswet vijfde verlenging geldingsduur Tijdelijke wet maatregelen covid-19 In behandeling
12-5-2022 Toezegging: om in het verslag van de RBZ te informeren over de stand van zaken in het harmoniseren van de sancties tegen Belarus en Rusland CD RBZ d.d. 12 mei 2022 In behandeling
12-5-2022 Toezegging: om voor het zomerreces een brief sturen over de Nederlandse inzet ten aanzien van de Sahelregio CD RBZ d.d. 12 mei 2022 In behandeling
12-5-2022 Toezegging: om in het verslag van de RBZ ingaan op zijn besprekingen van de mogelijkheden die er zijn ten aanzien van het opleggen van secundaire sancties en een nieuw team opdracht geven die alles gereed maakt om deze desgewenst in te stellen CD RBZ d.d. 12 mei 2022 Aan voldaan per brief d.d. 16 mei 2022
12-5-2022 Toezegging: om een nadere reactie sturen op het idee van importtarieven CD RBZ d.d. 12 mei 2022 Aan voldaan per brief d.d. 16 mei 2022
12-5-2022 Toezegging: om een brief te sturen over de brede steun aan en opvang van (vrouwelijke) slachtoffers van oorlogsmisdaden in Oekraïne CD RBZ d.d. 12 mei 2022 Aan per brief voldaan op 2 juni 2022
31-5-2022 Toezegging:P om in de volgende voortgangsbrief over sanctienaleving en handhaving in te gaan op confiscatie, flowchart en corruptie MP in notaoverleg Europese Raad d.d. 30-31 mei 2022 In behandeling
31-5-2022 Toezegging:P om de guidance van de Europese Commissie ten aanzien van de betaling voor Russisch gas aan de Kamer toe te zenden MP in notaoverleg Europese Raad d.d. 30-31 mei 2022 In behandeling
31-5-2022 Toezegging: stuurt brief over de opvang en begeleiding bij het vinden van huisvesting en werk voor de lokale oud-medewerkers van BZ/Ambassade Kaboel 2MD Toekomstige inzet en hulp aan Afghanistan d.d. 31 mei 2022 In behandeling
31-5-2022 Toezegging: stuurt stavaza brief over de vorderingen op het gebied van het aantal over te brengen mensen uit Afghanistan 2MD Toekomstige inzet en hulp aan Afghanistan d.d. 31 mei 2022 In behandeling
14-6-2022 Toezegging: om voor de begrotingsbehandeling te informeren over de stand van zaken ten aanzien van de erkenning van de Armeense genocide in EU-verband CD Hoofdlijnen BZ d.d. 14 juni 2022 In behandeling
14-6-2022 Toezegging: om een brief te sturen over beïnvloeding vanuit het buitenland door landen, waarvan veel burgers met een dubbele nationaliteit in Nederland wonen CD Hoofdlijnen BZ d.d. 14 juni 2022 In behandeling
14-6-2022 Toezegging: om een brief te sturen over het verminderen van de strategische afhankelijkheid van grondstoffen CD Hoofdlijnen BZ d.d. 14 juni 2022 In behandeling
14-6-2022 Toezegging: komt schriftelijk terug op een geschikte planning voor bespreking van de uitkomsten van de Conferentie over de toekomst van Europa en een eventueel besluit in de EU om een Conventie tot verdragswijziging uit te schrijven CD RAZ d.d. 14 juni 2022 In behandeling
16-6-2022 Toezegging: Appreciatie opinies CIE over KLS OEK/MOL/GEO komt voor ER-debat CD RBZ d.d. 16 juni 2022 Aan voldaan per brief d.d. 20 juni 2022
16-6-2022 Toezegging: om in verslag RBZ terugkomen op stellen condities op het gebied van migratie (opvang in de regio) aan visumliberalisatie als onderdeel strategisch partnerschap Golfregio CD RBZ d.d. 16 juni 2022 Aan voldaan per brief d.d. 24 juni 2022
16-6-2022 Toezegging: om in het verslag RBZ terug te komen op versterken van EU defensie technologische en industriële basis CD RBZ d.d. 16 juni 2022 Aan voldaan per brief d.d. 24 juni 2022
16-6-2022 Toezegging: om in het verslag RBZ uiteen te zetten hoe EPF wordt gefinancierd CD RBZ d.d. 16 juni 2022 Aan voldaan per brief d.d. 24 juni 2022
16-6-2022 Toezegging: Brief sanctie implementatie komt voor zomerreces CD RBZ d.d. 16 juni 2022 Aan voldaan per brief d.d. 6 juli 2022
23-6-2022 Toezegging: In het verslag NAVO-Top in Madrid wordt meegenomen aan welke criteria Georgië nog moet voldoen om het Membership Action Plan-status in de NAVO te krijgen CD NAVO d.d. 23 juni 2022 In behandeling
23-6-2022 Toezegging: Voor begrotingsdebat brief over het bevorderen van mediavrijheid in Rusland en het tegengaan van Russische desinformatie in kwetsbare landen CD NAVO d.d. 23 juni 2022 In behandeling

Bijlage 3: Subsidieoverzicht

Bedragen zijn gebaseerd op de kasramingen per individuele verplichting geregistreerd in het managementinformatiesysteem per 1 juli 2022. De toerekening van de geregistreerde subsidieverplichtingen aan de relevante subsidieregelingen is handmatig tot stand gekomen. Er wordt een voorbehoud gemaakt omtrent de juistheid en volledigheid van de gegevens opgenomen in onderstaand subsidieoverzicht.

1.1 Subsidieregeling BZ 2006 1.331 692 0 15 0 0 0 2017 2022 2022
1.2 Mensenrechtenfonds 2017- 2020 400 309 89 0 0 0 0 2023 2021
1.2 Mensenrechtenfonds 2019-2021 3.691 1.684 691 281 0 30 0 2023 2022
1.2 Subsidieregeling BZ 2006 11.478 8.813 4.504 1.587 188 0 0 2017 2022 2022
1.3 Subsidieregeling BZ 2006 7.260 0 440 0 0 0 0 2017 2022 2022
2.1 Subsidieregeling BZ 2006 1.956 1.947 1.328 748 161 0 0 2017 2022 2022
2.2 Subsidieregeling BZ 2006 7.749 6.933 3.638 2.658 994 263 0 2017 2022 2022
2.3 Subsidieregeling BZ 2006 51 0 0 0 0 0 0 2017 2022 2022
2.4 Mine Action en Clustermunitie Programma 2020-2024 21.092 9.280 6.516 2.856 1.362 0 0 2025 2024
2.4 Subsidieregeling BZ 2006 17.718 14.874 12.154 5.039 246 102 36 2017 2022 2022
2.5 Matra 2017-2020 762 202 312 0 0 0 0 2019 2024 2020
2.5 Matra ‘overheid tot overheid’ 2020–2024 2.145 3.062 1.157 346 762 0 0 2024 2024
2.5 NFRP Politieke Partijen Programma 2018 0 1.846 80 0 0 0 0 2020 2018
2.5 Subsidieregeling BZ 2006 3.815 2.473 1.184 329 135 0 0 2017 2022 2022
3.4 Subsidieregeling BZ 2006 278 418 348 348 278 70 0 2017 2022 2022
4.1 Gedetineerdenbegeleiding buitenland 2020-2023 2.324 775 775 777 0 0 0 2017 2022 2022
4.3 Subsidieregeling BZ 2006 1.584 941 677 0 75 0 0 2017 2022 2022
4.4 Subsidieregeling BZ 2006 3.852 2.992 2.099 1.298 145 0 0 2017 2022 2022
7.1 Subsidieregeling BZ 2006 25 0 0 0 0 0 0 2017 2022 2022
Totaal Subsidieregelingen 87.513 57.241 35.992 16.281 4.347 465 36

Bijlage 4: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda

Versterkte internationale rechtsorde Versterkte internationale rechtsorde: alle sub-thema’s Periodieke rapportage Versterkte internationale rechtsorde 2024 Periodieke rapportage van het beleid op artikel 1 op basis van onderliggende studies BZ art 1.1, 1.2. 1.3
Goed functionerende internationale instellingen Beleidsevaluatie 2022 Bevordering internationale rechtsorde 1.1
Mensenrechten Beleidsevaluatie 2023 Evaluatie mensenrechtenbeleid en mensenrechtenfonds 1.2
Gastlandbeleid internationale organisaties Beleidsevaluatie * 2018 Nederland gastland 1.3
Veiligheid en stabiliteit Veiligheid en stabiliteit: alle sub-thema’s Periodieke rapportage Veiligheid en stabiliteit 2023 Periodieke rapportage van het beleid op artikel 2 op basis van onderliggende studies BZ art 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5
Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme Evaluatie van een missie 2022 Eindevaluatie Nederlandse bijdrage MINUSMA 2.4
Evaluatie van een missie 2022 Eindevaluatie Nederlandse deelname EMASoH 2.4
Evaluatie van een missie 2023 Eindevaluatie Nederlandse bijdrage aan Resolute Support 2.4
Beleidsevaluatie 2022 Nederlandse inzet op stabiliteit in fragiele context 2.5 en BHOS art. 4.3
Bevordering transitie in prioritaire gebieden Effectenonderzoek 2022 Shiraka overheids-samenwerking 2.5
Effectieve Europese samenwerking Effectieve Europese Samenwerking: alle sub-thema’s Periodieke rapportage Effectieve Europese samenwerking 2024 Periodieke rapportage van het beleid op artikel 3 op basis van onderliggende studies BZ art 3.1, 3.2, 3.3, 3.4
Versterkte Nederlandse positie in de Unie Beleidsevaluatie 2023 Evaluatie beïnvloeding EU-besluitvorming aan de hand van cases 3.1, 3.4
Beleidsevaluatie 2021 Evaluatie coördinatie Nederlands EU beleid 3.1, 3.4
Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden Nog niet uitgewerkt, zie toelichting

* De evaluatie Gastlandbeleid is ook meegenomen als onderliggend onderzoek in de Beleidsdoorlichting Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden in 2019. Tot 2019 maakte Gastlandbeleid onderdeel uit van begrotingsartikel 4.

Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda

Bij het ministerie van Buitenlandse Zaken zijn beleidsdirecties zelf verantwoordelijk voor het (laten) uitvoeren van regulier ex ante onderzoek, mid-term reviews en methodologisch minder complexe ex post evaluaties. Ex ante onderzoek betreft in de regel geen grote, aanbestede studies en rapporten voor het parlement, maar kleinere onderzoeksanalyses, waarmee directies flexibel, inspelend op de actualiteit en beschikbare kennis het beleid kunnen (bij)sturen. Dergelijke analyses kunnen in beperkte mate jaren vooruit gepland worden. Directies laten ook regelmatig mid-term reviews en ex durante studies uitvoeren in de vorm van reguliere rapportages aan het parlement, zoals de Staat van het Consulaire en de Voortgangsbrief Gemeenschappelijke Buitenland- en Veiligheidsstrategie.

In de regel is bij Buitenlandse Zaken de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie IOB verantwoordelijk voor het verrichten van de methodologisch complexere ex post evaluaties en omvangrijke synthesestudies, waaronder ook de periodieke rapportages. Beleidsdirecties en IOB overleggen welke strategische vragen daarbij relevant zijn in aanvulling op de vaste set vragen uit de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE)10. Het uitgangspunt van deze overleggen is (1) optimaal eigenaarschap van de directies over de onderbouwing van en verantwoording over het beleid en de uitvoering en tegelijkertijd (2) borging van de onafhankelijke werkwijze en inhoudelijke oordeelsvorming van IOB tijdens het onderzoekproces. Zowel tijdens de voorbereiding als de uitvoering van het evaluatieonderzoek is er op belangrijke momenten interactie met relevante betrokken partijen. Dit betreft de fasen van het opstellen van startnotities, het bepalen van de voorlopige centrale vraagstelling en de Terms of Reference en de tussentijdse conceptteksten van het onderzoek in de speciaal voor elke evaluatie samen te stellen referentiegroep. Deze laatste bestaat uit vertegenwoordigers van de betrokken (beleids-)directies, (veelal wetenschappelijke) externe, onafhankelijke deskundigen en IOB-onderzoekers. De laatste jaren is het de praktijk om de referentiegroepen voor complexere evaluaties breed samen te stellen. Ook wordt steeds vaker een bredere groep stakeholders daarbuiten geconsulteerd en bij het evaluatieproces betrokken.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken hanteert verschillende manieren om in haar inzicht- en kennisbehoeften te voorzien. Naast de evaluaties door IOB en de directies zelf, wordt er regelmatig nauw samengewerkt met externe kennisinstellingen om beleidsonderzoek uit laten voeren. Voor deze meerjarige onderzoeksprogramma’s wordt zowel direct samengewerkt met universiteiten en denktanks, zoals Clingendael en Wageningen University & Research, maar ook indirect, via NWO en zogenaamde kennisplatforms. Daarnaast voorziet het Ministerie in haar leerbehoefte door tevens advies in te winnen bij de adviesraden die aan het Ministerie gekoppeld zijn, te weten de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) en de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV). De Eerste en Twee Kamer wordt separaat ingelicht over de (meerjarige) werkprogramma’s van deze adviesraden.

Onder ‘Overig onderzoek’ zijn enkele onderzoeksthema’s opgenomen waar komende jaren aandacht naar uitgaat.

In de loop van 2023 wordt voor de Strategische Evaluatie Agenda in de begroting van BZ een nieuwe indeling in thema’s en bijbehorende inzichtbehoeften geformuleerd, op basis van de bevindingen van de Periodieke Rapportages en Beleidsdoorlichtingen van de afgelopen periode en rekening houdend met de intensiveringsplannen uit het Regeerakkoord. Deze worden uitgewerkt in de volgende SEA en opgenomen in de begroting voor 2024.

Thema: Versterkte internationale rechtsorde

Het Nederlandse beleid onder het thema versterkte internationale rechtsorde zet zich in op het bevorderen van een goed functionerende internationale rechtsorde inclusief gastlandbeleid, met focus op de bescherming van mensenrechten en het voorkomen van mensenrechtenschendingen. Verantwoording afleggen en het bestrijden van straffeloosheid voor internationale misdrijven zijn belangrijke onderdelen van deze rechtsorde. De Nederlandse inzet sluit aan bij de Nederlandse reputatie op het gebied van gerechtigheid en bij het profiel van Den Haag als stad van vrede en recht, de thuisbasis van internationale hoven en tribunalen. Het thema kent drie sub-thema’s: goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak; bescherming en bevordering van mensenrechten; en gastlandbeleid internationale organisaties.

Subthema goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

Nederland zet zich in voor goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak ter bevordering van vrede, veiligheid, mensenrechten en de internationale rechtsorde. Dit houdt onder meer in onafhankelijke en effectieve internationale hoven en tribunalen en een adequaat gefinancierd, effectief netwerk van relevante internationale organisaties. Nederland blijft zich ook onverminderd hardmaken voor de versterking van het Internationaal Strafhof.

Subthema bescherming en bevordering van mensenrechten

Het kabinet staat voor een pragmatische en effectieve manier om bij te dragen aan verbetering van de naleving van de rechten van de mens, juist ook in het licht van de coronacrisis. Het mensenrechtenbeleid van het kabinet blijft zich inzetten voor zes prioriteiten: vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid, vrijheid van religie en levensovertuiging, gelijke rechten voor LHBTI’s, mensenrechtenverdedigers en versterking van het maatschappelijk middenveld, gelijke rechten voor vrouwen en meisjes en de strijd tegen straffeloosheid van de meest ernstige misdrijven (accountability). Dit doet Nederland in zowel bilaterale contacten als in multilateraal verband: ons land zet zich met verschillende instrumenten en acties in voor het behoud en versterking van de instellingen die de universele mensenrechten bevorderen.

Subthema gastlandbeleid internationale organisaties.

Dit sub-thema is in 2018 geëvalueerd (link). De uitkomsten zijn meegenomen in de beleidsdoorlichting Consulaire Waarden en uitdragen Nederlandse waarden in 2020 (link). Tot 2019 maakte gastlandbeleid onderdeel uit van begrotingsartikel 4.

Toelichting onderzoeksagenda

Gezien de overgangsfase naar de SEA, zal voor dit thema de reeds geplande periodieke rapportage gehandhaafd blijven. Oplevering hiervan is voorzien voor de eerste helft van 2024. Genoemde onderzoeken vormen de basis voor deze periodieke rapportage (zie tabel), en de inzichtbehoefte is weergegeven in de onderstaande bouwstenen. In deze rapportage zal ook nader worden gekeken naar de coherentie en samenhang van het beleid tussen de verschillende sub-thema’s. De inzichtbehoefte zal verder worden uitgewerkt in de Terms of Reference voor de periodieke rapportage.

Via een brief is de Tweede Kamer in 2022 geïnformeerd over de opzet van de periodieke rapportage.

Nieuwe inzichtbehoeften worden geformuleerd op basis van de bevindingen van de periodieke rapportage en genoemde kennisvragen. Deze worden uitgewerkt in een daaropvolgende SEA en onderzoeksagenda.

Bouwstenen periodieke rapportage 2024

IOB voert momenteel onderzoeken en evaluaties uit die als bouwstenen dienen voor de periodieke rapportage Versterkte Internationale Rechtsorde die in 2023 en 2024 zal worden uitgevoerd. De opzet en vraagstelling van de verschillende onderzoeken zijn in samenspraak met de beleidsdirecties opgesteld. Hieronder volgen puntsgewijs de evaluaties die momenteel als bouwstenen uitgevoerd (gaan) worden.

  1. IOB voert een evaluatie uit op het terrein van de versterking van de internationale rechtsorde. Bevordering van de internationale rechtsorde is verankerd in de Nederlandse grondwet. De evaluatie zoomt in op de belangrijkste thema’s van het beleid: het tegengaan van straffeloosheid van internationale misdrijven, vreedzame geschillenbeslechting en de (verdere) ontwikkeling van het internationaal recht. De vraag die in de evaluatie centraal staat is wat er kan worden gezegd over de ontwikkeling en de uitvoering van het beleid tussen 2015 en 2021 en welke lessen hieruit kunnen worden getrokken voor het formuleren en implementeren van toekomstig beleid. Onderdeel van de evaluatie zijn vier case studies en een literatuurstudie die zal ingaan op de veranderende multilaterale context en de gevolgen die dit heeft voor het functioneren van internationale (juridische) instellingen als de VN-Veiligheidsraad, de VN-Mensenrechtenraad, het Internationaal Strafhof en het Internationaal Gerechtshof.
  2. IOB voert ook (sinds eind 2021) een evaluatie uit van het Nederlandse mensenrechtenbeleid. Mensenrechten staan wereldwijd onder druk en dit maakt het Nederlandse mensenrechtenbeleid, en de uitvoering van een evaluatie van dit beleid des te relevanter. Nadruk binnen de evaluatie zal liggen op de prioritaire thema’s die vanuit het mensenrechtenfonds vanaf 2018 extra budget hebben gekregen: de positie van LHBTI’s, vrijheid van religie en levensovertuiging en vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid. De evaluatie bekijkt voor deze thema’s welke resultaten er zijn bereikt met de verschillende instrumenten die zijn ingezet (zoals het mensenrechtenfonds en diplomatieke inzet via de EU, de VN-mensenrechtenraad en de OHCHR) en welke lessen er te leren zijn voor het formuleren en implementeren van toekomstig beleid.
  3. IOB heeft ook een evaluatie uitgevoerd van het Nederlandse internationale Cybersecuritybeleid. Deze evaluatie is onderdeel van de Strategische Evaluatie Agenda voor BZ artikel 2 Veiligheid en Stabiliteit, maar heeft ook raakvlakken met internationale rechtsorde en mensenrechten. Relevante bevindingen zullen worden meegenomen in de periodieke rapportage Versterkte internationale rechtsorde.
  1. Ditzelfde geldt voor de evaluatie van de Nederlandse inzet op stabiliteit in fragiele contexten. Deze evaluatie beoogt de effecten te analyseren van alle instrumenten die in fragiele contexten zijn gebruikt op het gebied van stabiliteit, veiligheid en rechtsstaat en maakt onderdeel uit van de Strategische Evaluatie Agenda voor BZ artikel 2 Veiligheid en Stabiliteit. Het onderwerp heeft echter ook raakvlakken met internationale rechtsorde en relevante bevindingen zullen worden meegenomen in de periodieke rapportage Versterkte internationale rechtsorde.

Met bovengenoemde evaluaties heeft IOB de belangrijkste bouwstenen in handen om de voor 2024 geplande periodieke rapportage uit te kunnen voeren. Mogelijk komt er nog een tussentijds onderwerp op voor 2023, dan kan dit in de SEA van 2024 worden opgenomen.

Thema: veiligheid en stabiliteit

Het Nederlandse beleid onder het thema veiligheid en stabiliteit kent vijf sub-thema’s: goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid; bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme; wapenbeheersing; bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband; en bevordering van transitie in prioritaire gebieden.

Veiligheid is geen vanzelfsprekendheid. De internationale omgeving verandert snel en ingrijpend. Wat er in de wereld om ons heen gebeurt, heeft direct gevolgen voor onze eigen veiligheid en voor onze welvaart. Veel van de grensoverschrijdende dreigingen waaraan Nederland bloot staat, zijn van een dusdanige omvang en complexiteit dat een geïntegreerde aanpak en samenwerking in internationaal verband geboden is.

Sub-thema goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

Nederland investeert fors meer via mensen en middelen in de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid. Nederland doet dit structureel in allianties en in militaire capaciteiten die agressie kunnen afschrikken en desnoods beantwoorden. De NAVO blijft de hoeksteen van de verdediging van Nederlanders en ons grondgebied. Een sterke en verenigde NAVO waar alle bondgenoten de schouders onder zetten, is daarom voor Nederland van essentieel belang.

Sub-thema bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme

Nederland zet in op aanpak van grondoorzaken en voedingsbodems van gewelddadig extremisme. Dankzij een diplomatiek netwerk van veiligheidscoördinatoren investeert Nederland in Early Warning & Early Action, dialoog met lokale veiligheidsautoriteiten en een projectportfolio van kleinschalige projecten gericht op specifieke kwetsbare groepen. Hierdoor draagt Nederland effectief bij aan het tegengaan van gewelddadig extremisme. Daarbij zet NL in multilateraal kader in op CT-beleid met bijzondere aandacht voor mensenrechten en het maatschappelijk middenveld. Ook spant NL zich nationaal en in Europees kader in voor effectieve terrorisme sancties. In geval van Nederlandse Syrië-gangers die zich bij een diplomatieke vertegenwoordiging in de regio melden, werkt BZ samen met partners uit de CT keten aan gecontroleerde terugkeer, met het oog op vervolging en berechting om straffeloosheid tegen te gaan. BZ speelt een coördinerende rol met betrekking tot de Nederlandse inspanningen om grensoverschrijdende criminaliteit effectief aan te pakken.

Sub-thema wapenbeheersing

Nederland staat een gebalanceerde aanpak voor als het gaat om nucleaire ontwapening, wapenbeheersing en non-proliferatie. Het uiteindelijke doel blijft een wereld zonder kernwapens. Hoewel de huidige geopolitieke verhoudingen geen aanleiding geven voor optimisme, ziet Nederland het als een plicht om in te blijven zetten op het maken, verbeteren én afdwingen van internationale afspraken. En van politiek-juridische kaders over bezit, gebruik en verspreiding van conventionele en massavernietigingswapens. Nederland komt op voor belangrijke verdragen in dit kader die sterk onder druk staan in een steeds meer gepolariseerd internationaal speelveld. Illegale wapenhandel in met name kleine en lichte wapens is een groeiend mondiaal probleem. Zo worden ze gebruikt bij terroristische aanslagen binnen en buiten Europa en verergeren ze gewapende conflicten in Afrika en het Midden-Oosten. Daar waar internationale afspraken onvoldoende functioneren of bij de tijd zijn, zet Nederland zich in voor betere toepassing en vernieuwing van de internationaal rechtelijke en politieke kaders. De ontwikkelingen op het gebied van synthetische biologie, kunstmatige intelligentie en de toename van autonomie in wapensystemen vragen om een kritische houding en een doorlopend internationaal debat. Ook noopt de toegenomen inzet van bewapende onbemande vliegtuigen tot het maken van aanvullende internationale afspraken.

Sub-thema bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

Door de druk op de internationale rechtsorde en de instabiliteit in de regio’s rondom Europa, investeert het kabinet in vredesmissies en (crisisbeheersings)operaties, als vorm van vooruitgeschoven verdediging. Het stimuleren van veiligheid en stabiliteit in landen als Mali en Irak is in het veiligheidsbelang van Europa. Waar mogelijk maakt de inzet van de krijgsmacht deel uit van een geïntegreerde aanpak. Daarnaast vergt het bestendigen van stabiliteit een lange adem. Waar nodig en mogelijk zet Nederland bij inzet van de krijgsmacht daarom in op meerjarige betrokkenheid. In een pre- of post-conflictfase vormt een zwakke veiligheidssector vaak een risico voor gewelddadige escalatie, omdat de instituties (leger, politie, etc.) niet in staat zijn om voor een veilige situatie te zorgen. Of juist geweld aanwakkeren door een verkeerde wijze van optreden. Advies, training of andere vormen van capaciteitsopbouw binnen de krijgsmacht of de strafrechtketen kunnen de situatie dan helpen verbeteren. Voorbeelden van dergelijke missies waar Nederland de afgelopen jaren een bijdrage aan heeft geleverd, zijn de NAVO-missies in Afghanistan (Resolute Support) en Irak (NMI), de VN-missie in Mali en de verschillende EU-missies in de Sahel.

Sub-thema bevordering van transitie in prioritaire gebieden

Nederland zet middels het Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP) in op het leveren van een bijdrage aan het op duurzame wijze vergroten van maatschappelijke veerkracht en stabiliteit in de ring rond Europa. Het NFRP bestaat uit het Matra-programma voor de landen van het Oostelijk Partnerschap (OP) en de pre-accessieregio en het Shiraka-programma dat zich richt op landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Met behulp van Matra-financiering wordt ingezet op rechtsstaatsontwikkeling, goed bestuur en democratisering in de landen van het Oostelijk Partnerschap en de EU pre-accessieregio. De activiteiten komen tot stand in nauwe samenwerking met Nederlandse ngo’s, het maatschappelijk middenveld en overheden in de doellanden. De inzet met Shiraka financiering in landen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika heeft naast rechtsstaatsontwikkeling, goed bestuur en democratisering ook betrekking op het scheppen van voorwaarden voor economische ontwikkeling, met name gericht op werkgelegenheid en het bieden van perspectief aan jongeren. Met het NFRP Shiraka-programma worden activiteiten ondersteund die zich richten op versterking van overheden, waaronder korte opleidingen voor ambtenaren en ondersteuning van maatschappelijke initiatieven. Nederland ondersteunt met bovengenoemde programma’s de veranderende relatie tussen burger en overheid in de voor Nederland prioritaire regio rondom de Europese Unie, waarbij overheden meer verantwoording afleggen en burgers meer betrokken worden bij het bestuur.

Toelichting onderzoeksagenda Veiligheid en stabiliteit

Gezien de overgangsfase naar de SEA, geldt voor dit thema:

  1. De reeds geplande periodieke rapportage zal gehandhaafd blijven. Oplevering hiervan is voorzien voor 2023. Genoemde onderzoeken vormen de basis voor deze periodieke rapportage (zie tabel), en de inzichtbehoefte is weergegeven in de onderstaande onderzoeksvragen. In deze rapportage zal ook nader worden gekeken naar de coherentie en samenhang van het beleid tussen de verschillende sub-thema’s. De inzichtbehoefte zal verder worden uitgewerkt in de Terms of Reference voor de periodieke rapportage.
  2. Via een brief is de Tweede Kamer in de zomer 2022 geïnformeerd over de opzet van de periodieke rapportage en krijgt het de kans om hierop te reageren.
  3. Nieuwe inzichtbehoeften worden geformuleerd, op basis van de bevindingen van de periodieke rapportage en genoemde kennisvragen. Deze worden uitgewerkt in een daaropvolgende SEA en onderzoeksagenda (vanaf 2024).

Bouwstenen periodieke rapportage 2023

IOB voert sinds 2018 onderzoeken en evaluaties uit die als bouwstenen dienen voor de periodieke rapportage Veiligheid en Stabiliteit die in 2023 zal worden afgerond. De onderzoeksagenda en de opzet en vraagstelling van de verschillende onderzoeken zijn in samenspraak met de beleidsdirecties opgesteld.

In de periode 2018-2021 heeft IOB de volgende onderzoeken uitgevoerd die als bouwstenen dienen voor de periodieke rapportage voor het thema Veiligheid en Stabiliteit:

  1. Beleidsdoorlichting van BZ artikel 2.311 (2018);
  2. Beleidsevaluatie van de Nederlandse inzet t.a.v. het Gemeenschappelijk Veiligheid en Defensie beleid (GVDB)12 (2020);
  3. Post-missiebeoordeling geïntegreerde politietrainingsmissie Kunduz13 (2020);
  4. Beleidsevaluatie buitenlands beleid contra-terrorisme14 (2021);
  5. Beleidsevaluatie Nederlands internationale Cybersecuritybeleid15 (2021).

Daarnaast worden op dit moment een aantal evaluaties door IOB uitgevoerd die als bouwstenen zullen dienen voor de periodieke rapportage Veiligheid en Stabiliteit. Het betreft:

  1. De evaluaties van de Nederlandse bijdrage aan de VN-missie in Mali MINUSMA en van de Nederlandse bijdrage aan de Resolute Support missie in Afghanistan. Voor Nederlandse bijdragen aan artikel-100 missies geldt een verplichting om de inzet na beëindiging te evalueren.16 IOB voert deze evaluaties uit naar aanleiding van de motie-Bosman, waarin de regering werd gevraagd een onafhankelijke partij te betrekken bij de uitvoering van eindevaluaties.17 Het doel van de evaluaties is te onderzoeken in hoeverre de doelen van de Nederlandse bijdragen aan MINUSMA en Resolute Support zijn bereikt en welke lessen daaruit kunnen worden getrokken voor de besluitvorming over en opzet en uitvoering van toekomstige missies.18
  1. De IOB-evaluatie van de Nederlandse inzet op stabiliteit in fragiele contexten. Deze evaluatie beoogt de effecten te analyseren van alle instrumenten die in fragiele contexten zijn gebruikt op het gebied van stabiliteit, veiligheid en rechtsstaat. Daarbij wil IOB de afzonderlijke interventies die door BZ zijn gedaan overstijgen. Dit biedt namelijk de kans om rekening te houden met mogelijke synergiën tussen diplomatieke inspanningen, projecten en programma’s, zowel uit gedelegeerde fondsen als uit directe financiering vanuit Den Haag. De evaluatie kijkt tevens naar de samenhang met beleidsgebieden en projecten die ook de grondoorzaken van conflict en instabiliteit aanpakken (bv. voedselzekerheid, werkgelegenheid). Daarnaast kijkt de evaluatie ook naar interventies op het gebied van instabiliteit (humanitaire hulp) of die door instabiliteit (migratie) zijn getroffen. Om de effectiviteit van het Nederlandse beleid te operationaliseren en de evaluatie beheersbaar te maken is gekozen voor drie landenstudies (case study), te weten Afghanistan, Mali en Zuid-Soedan. Deze evaluatie wordt in 2023 afgerond.
  1. IOB voert eveneens een evaluatie uit van het Nederlandse beleid ten aanzien van de bevordering van internationale rechtsorde. Deze evaluatie is onderdeel van de Strategische Evaluatie Agenda voor BZ artikel 1 Versterkte Internationale Rechtsorde, maar heeft ook raakvlakken met veiligheid en stabiliteit. Relevante bevindingen zullen worden meegenomen in de periodieke rapportage Veiligheid en Stabiliteit.

Met bovengenoemde evaluaties heeft IOB de belangrijkste bouwstenen in handen om de voor 2023 geplande periodieke rapportage uit te kunnen voeren. Onder het veiligheids- en stabiliteitsbeleid vallen budgettair ook een aantal zaken waar IOB geen onderzoek naar heeft gedaan. Deze evaluaties zijn of worden onder verantwoordelijkheid van de beleidsdirecties zelf uitgevoerd.

  1. Een evaluatie van het ‘Mine Action and Cluster Munitions Programme’ van Nederland dat in oktober 2019 is gepubliceerd.19
  2. Een evaluatie van de Atlantische Commissie20, een organisatie die subsidie heeft ontvangen vanuit de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie.
  3. Een effectenonderzoek naar het NFRP politieke partijen programma21 is in november 2020 afgerond en op 21 april 2021 middels een bijgaande kamerbrief en kabinetsreactie gedeeld met de Tweede Kamer.22
  4. In 2022 wordt een effectenonderzoek van de Shiraka-programma’s gericht op overheidssamenwerking uitgevoerd. 23
  5. In 2024 zal een evaluatie worden uitgevoerd van de programma’s Matra en Shiraka, die beide onderdeel zijn van het NFRP.

Thema: Effectieve Europese samenwerking

Via de Europese Unie wordt op dit moment de koers voor de grote transities bepaald. Denk aan klimaatverandering, digitalisering, economisch herstel, migratie en onze veiligheid. Op vrijwel alle vraagstukken waar Nederland in de komende periode voor staat, speelt de Europese bestuurslaag een invloedrijke en instrumentele rol.

Het thema Effectieve Europese samenwerking valt samen met begrotingsartikel 3, dat is opgebouwd uit de volgende sub-artikelen:

Sub-artikel Begroting 2018 Begroting 2019/2020/2021*
3.1 Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt Afdrachten aan de Europese Unie
3.2 Een effectief, efficiënt en coherent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio’s, inclusief ontwikkelingslanden Europees Ontwikkelingsfonds (EOF)
3.3 Een hechtere Europese waardengemeenschap Idem
3.4 Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 28 Versterkte positie van Nederland in de Unie
  1. * Vanaf 2021 bestaat het Europese Vredesfaciliteit (EVF), (sub-art. 3.5): een nieuw instrument voor de financiering van de gemeenschappelijke kosten van EU-missies en operaties, EU-bijdragen aan vredesoperaties en militaire capaciteitsopbouw in derde landen.

De uitgaven onder sub-artikel 3.1 (afdrachten aan de EU) weerspiegelen het grote belang van de Europese samenwerking voor Nederland, maar hebben geen één-op-één relatie met het Nederlandse Europabeleid. De geplande periodieke rapportage zal dan ook niet primair gericht zijn op het verantwoorden van deze uitgaven. De besteding van de EU-middelen wordt door de Commissie geëvalueerd en door de Europese Rekenkamer doorgelicht. Bovendien behoort het beleid achter deze uitgaven (o.a. landbouwbeleid, structuurfondsen) grotendeels tot de verantwoordelijkheid van vakdepartementen.

De volgende onderwerpen zijn reeds gedekt met evaluatieonderzoek:

Afgerond onderzoek

  1. De Nederlandse bijdrage aan het Europees nabuurschapsbeleid 2011-2017 (3.2 oud en 3.1 EU-buitenlanduitgaven): Beleidsdoorlichting afgerond 2019 (IOB).
  2. De EU-externe instrumenten en het Europees Ontwikkelingsfonds in Sub-Sahara Afrika (3.2 EOF en 3.1 EU-buitenlanduitgaven): Literatuur onderzoek afgerond 2020 (decentraal)
  3. Verdragsmatige Benelux-samenwerking (Benelux Unie) (3.4): Evaluatie afgerond 2020 (decentraal).
  4. Coördinatie van de Nederlandse EU-standpuntbepaling (3.1 en 3.4): beleidsevaluatie afgerond 2021 (IOB)

Lopend onderzoek

  1. De Rijksbrede inspanningen op Brexit (decentraal). Op 19 november 2021 is de uitvoering gestart van een onafhankelijke externe evaluatie van de Rijksbrede Brexit-inspanningen van de Nederlandse overheid, zoals toegezegd aan de Kamer. Het eindrapport zal in 2022 aan de Kamer worden aangeboden.
  2. Evaluatie van de Nederlandse beïnvloeding van de EU-besluitvorming (sub-artikel 3.1 en 3.4). Deze evaluatie wordt verwacht in 2023 en wordt uitgevoerd door IOB.

Periodieke rapportage begrotingsartikel 3 BZ begroting 2024

Gezien de overgangsfase naar de SEA, geldt voor dit begrotingsartikel dat de reeds geplande beleidsdoorlichting als periodieke rapportage gehandhaafd zal blijven. Oplevering hiervan is voorzien voor 2024. De hierboven genoemde evaluatieonderzoeken vormen de basis voor deze periodieke rapportage. De inzichtbehoefte zal verder worden uitgewerkt in de Terms of Reference voor deze periodieke rapportage, waar onder meer aandacht zal zijn voor de coherentie en samenhang van het beleid tussen de verschillende sub-thema’s.

Thema: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

De Beleidsdoorlichting van begrotingsartikel 4 ‘Consulaire Dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden’ is in 2019 afgerond en gepubliceerd24. In juni 2022 is de beleidsevaluatie van het Internationaal Cultuurbeleid 2017-2020 afgerond en gepubliceerd25.

In de loop van 2023 zullen nieuwe inzichtbehoeften worden geformuleerd, op basis van de bevindingen van de beleidsdoorlichting en rekening houdend met de intensiveringsplannen uit het Regeerakkoord. Deze worden uitgewerkt in de SEA en worden opgenomen in de begroting voor 2024.

Overig onderzoek

Voor het thema Versterkte internationale Rechtsorde is een adviesaanvraag verstuurd aan de Adviesraad Internationale Vraagstukken over mensenrechten in een veranderende wereld en de randvoorwaarden voor een effectief beleid en nieuw narratief.

Binnen het thema Effectieve Europese samenwerking initieert BZ de komende jaren onderzoek op de volgende thema’s:

  1. Vertrouwen en rechtsstaat in de EU;
  2. Convergentie tussen EU lidstaten naar het hoogste niveau van welvaart;
  3. Geopolitiek optreden door de EU.
  4. Turkije in de MENA-regio en de Kaukasus vis-a-vis andere regionale spelers;
  5. Gevolgen van integratie Belarus en Rusland tot Unistaat voor de EU en NAVO
  6. De EU als bevorderaar van democratie of ‘stabilitocracy’.
  7. De toekomst(en) van Rusland en Europese invloed

Voor het thema Effectieve Europese Samenwerking heeft het CPB naar aanleiding van de motie Bakker in 2022 onderzoek gedaan naar de handelsbaten van de EU en de Interne Markt voor Nederland26.

In het kader van de Conferentie over de Toekomst van Europa is onderzoek gedaan naar wat de Nederlandse burger wil van de Europese Unie27.

De Algemene Rekenkamer is bezig met een onderzoek naar de uitvoering van het EU-beleid door Nederland.

Binnen het thema Effectieve Europese Samenwerking initieert BZ de komende jaren onderzoek op de volgende thema’s:

  1. Open strategische autonomie van de EU;
  2. Convergentie tussen EU lidstaten naar het hoogste niveau van welvaart;
  3. Het Meerjarig Financiële Kader van de EU

Bijlage 5: Afkortingenlijst

3W Wereld Wijd Werken
ACOR Advisory Committee on Own Resources
ACS Afrika, het Carïbisch gebied en de Stille Oceaan
AIV Adviesraad Internationale Vraagstukken
ATT Arms Trade Treaty
AU African Union
BBP Bruto Binnenlands Product
Benelux België, Nederland en Luxemburg
BHOS Ministerie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
BNI Bruto Nationaal Inkomen
Brexit Uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie
BTW Omzetbelasting
BTWC Biologisch en Toxische Wapens Verdrag
BZ Ministerie van Buitenlandse Zaken
BZK Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
CAVV Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken
CD Corps Diplomatique
CECP Coördinatie-Eenheid Contingency planning en Preparedness
CJIB Centraal Justitieel Incassobureau
CMV Civiele Missies en Verkiezingswaarneming
COVID-19 Coronavirus Disease 2019
CPB Centraal Planbureau
CT Contra-Terrorisme
CTBT(O) Comprehensive Nuclear Test-Ban Treaty (Organization)
DAB Draft Amending Budget
DCC Departementaal Crisis Centrum
DG Directoraat-generaal
DGBEB Directoraat-generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen
E3 Frankrijk, Duitsland en Italië
EIPA European Institute of Public Administration
EMASOH European-led Maritime Awareness in the Strait of Hormuz
EMB Eigen Middelen Besluit
EOF Europees Ontwikkelingsfonds
EU Europese Unie
EUR Euro
Euratom European Atomic Energy Community
EVF Europese Vredesfaciliteit
EVRM Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens
FOBO Front- en Backoffice
FTE Fulltime-equivalent
GBVS Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie
GPOI Global Peace Operations Initiative
GVDB Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid
HGIS Homogene Groep Internationale Samenwerking
HVF Europese Herstel- en Veerkrachtfaciliteit
IAEA International Atomic and Energy Agency
ICB Internationaal Cultuurbeleid
ICC International Criminal Court
ICT Informatie- en Communicatietechnologie
ICCT International Centre for Counter-Terrorism
IO’s Internationale Organisaties
IOB Directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie
IOM Internationale Organisatie voor Migratie
IS Islamitic State
ISIS Islamitic State of Iraq and Syria
JCPOA Joint Comprehensive Plan of Action (Iran Nuclear Deal)
J&V Het Ministerie van Justitie en Veiligheid
LGO Landen en Gebieden Overzee
LHBTIQ+ Lesbiennes, Homo’s, Bi- en Transseksuelen, Interseksuelen, Queer +
M Minister van Buitenlandse Zaken
MATRA Maatschappelijke Transformatie
MENA Midden-Oosten en Noord-Afrika
MFK Meerjarig Financieel Kader
MICT Restmechanisme voor Internationale Strafhoven
MINUSMA Multidimensional Integrated Stabilisation Mission in Mali
Mln. Miljoen
MVV Machtiging tot Voorlopig Verblijf
NAVO Noord-Atlantische Verdrags Organisatie
NDICI Neighbourhood, Development and International Cooperation Instrument
NFRP Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen
NGEU Next Generation EU
NGO Non-Gouvernementele Organisatie
NL Nederland
NMI NAVO-missie in Irak
NPDI Non-proliferation and Disarment Initiative
NPV Non-Proliferatie Verdrag
NWO Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
ODA Official Development Assistance (officiële ontwikkelingshulp)
OESO Organisatie Economische Samenwerking en Ontwikkeling
OHCHR Office of the High Commissioner for Human Rights (Hoge commissaris voor de Rechten van de Mens)
OP Oostelijk Partnerschap
OS Ontwikkelingssamenwerking
OVSE Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa
OPCW Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons
PACE Parliamentary Assembly of the Council of Europe
POBB Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid
PSD Private Sector Ontwikkeling
PV Permanente Vertegenwoordiging
QMV Qualified majority voting
RPE Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek
RRF Recovery and Resilience Facility, Europees herstelfonds
SDG’s Sustainable Development Goals
SEA Strategische Evaluatie Agenda
SEED Social, Educational and Economic Development
SGP Stabiliteits- en Groeipact
Shiraka Partnerschappen voor ondersteuning democratische transitie in de Arabische regio
SMI Single Margin Instrument
SSO Shared Service Organisatie
SSR Security Sector Reform
TEM Traditionele Eigen Middelen
UAV Unmanned Aerial Vehicles
VEU Verdrag betreffende de Europese Unie
VIP Very Important Person
VK Verenigd Koninkrijk
VN Verenigde Naties
VS Verenigde Staten
WEU West-Europese Unie
WGP Wereldgezondheidsorganisatie
Woo Wet open overheid
ZBO Zelfstandig Bestuursorgaan

  1. __https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2022/06/20/kabinetsappreciatie-van-de-opinie-van-de-europese-commissie-over-oekraine-moldavie-en-georgie↩︎

  2. __https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2022Z14937&did=2022D30854↩︎

  3. __Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie↩︎

  4. __Het Globaliseringsfonds, het Solidariteits- en noodhulpinstrument, het nieuwe Brexit fonds en het Flexibiliteitsinstrument.↩︎

  5. __Dit plafond wordt het eigenmiddelenplafond genoemd.↩︎

  6. __Omdat de btw-tarieven en grondslagen verschillen tussen afzonderlijke lidstaten wordt een geharmoniseerde grondslag vastgesteld, waarover de lidstaten een gelijkwaardige afdracht betalen.↩︎

  7. __Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027↩︎

  8. __Kamerstukken II 2020-2021, 21 501-03, nr. 159.↩︎

  9. __Deze uitgaven staan opgenomen op de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties↩︎

  10. __Zie Kamerbrief 31865-203.↩︎

  11. __‘Bevordering van ontwapening en bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid↩︎

  12. __Evaluatie Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid – Pragmatisme voorbij.↩︎

  13. __Zie Kamerstuk 2020D03557 en IOB website.↩︎

  14. __Zie Kamerstuk 2021D38975 en IOB website.↩︎

  15. __Zie Kamerstuk 2021D35862 en IOB website.↩︎

  16. __Zie Kamerbrief over de werking van de artikel 100-procedure en het Toetsingskader, Kamerstuk 29521, nr. 226, 22 januari 2014: «Na beëindiging van de Nederlandse inzet wordt een eindevaluatie opgesteld waarin zowel de militaire als de politieke aspecten aan de orde komen.»↩︎

  17. __Kamerstuk 27925, nr. 699, 6 februari 2020.↩︎

  18. __De Nederlandse bijdrage aan de missie EMASoH is uitgevoerd door HCSS en in december 2021 gepubliceerd. Deze evaluatie geldt ook als bouwsteen voor de Periodieke Rapportage Veiligheid en Stabiliteit. Zie: Detail 2021D48196 | Tweede Kamer der Staten-Generaal. ↩︎

  19. __Zie Evaluation of the Mine Action and Cluster Munitions Programme of the Netherlands 2016-2020 – Final Report | Report | Government.nl↩︎

  20. __Zie Evaluation of the Netherlands Atlantic Association | Report | Government.nl↩︎

  21. __Het NFRP MATRA en Shiraka vallen onder BZ sub-artikel 2.5 ‘Bevordering van transitie in prioritaire gebieden’ zie Kamerstuk 35 570 V nr. 2, 15 september 2020. ↩︎

  22. __https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2021Z06689&did=2021D14810↩︎

  23. __Kamerstuk 35 570 V nr.12, 2 november 2020. Publicatie wordt medio 2022 verwacht. ↩︎

  24. __Zie Kamerstuk 31271-33. ↩︎

  25. __Zie Kamerstuk 2022Z12137.↩︎

  26. __Notitie «Handelsbaten van de EU en de interne markt» | CPB.nl↩︎

  27. __Verwachtingen en beeld van de Europese Unie: het Nederlandse burgerperspectief | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎