Voorstel van wet
Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2023
Voorstel van wet
Nummer: 2022D34530, datum: 2022-09-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-I-1).
Onderdeel van kamerstukdossier 36200 I-1 Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2023.
Onderdeel van zaak 2022Z16135:
- Indiener: M. Rutte, minister van Algemene Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-09-20 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-09-21 15:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-09-26 12:00: Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2023 (TK 36200-I) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-10-06 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-10-11 16:00: Begroting Algemene Zaken (36200-III) + Koning (36200-I) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2022-12-08 15:05: Aanvang middagvergadering: STEMMINGEN (over alle begrotingen en over moties ingediend bij het Tweeminutendebat Landbouw- en visserijraad 11 en 12 december 2022) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022–2023 |
36 200I | Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning voor het jaar 2023 |
Nr. 1 |
Ontvangen 20 september 2022 |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld en dat artikel 2.1 van de Comptabiliteitswet 2016 bepaalt welke begrotingen tot de rijksbegroting behoren;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
De bij deze wet behorende begrotingsstaat voor het jaar 2023 wordt vastgesteld.
Artikel 2
De vaststelling van de begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro’s.
Artikel 3
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken
Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | ||
Totaal | 50.169 | 50.169 | 1.727 | |
Niet-beleidsartikelen | ||||
1 | Grondwettelijke uitkering aan leden van het Koninklijk Huis | 10.985 | 10.985 | 1.727 |
2 | Functionele uitgaven van de Koning | 32.188 | 32.188 | 0 |
3 | Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen | 6.996 | 6.996 | 0 |