[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg het onderzoek naar het halen in 2030 van de WHO- advieswaarden voor luchtkwaliteit (Kamerstuk 30175-415)

Luchtkwaliteit

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2022D34539, datum: 2022-09-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D34539).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z13818:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2022D34539 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de brief Onderzoek naar het halen in 2030 van de WHO- advieswaarden voor luchtkwaliteit (Kamerstuk 30 175, nr. 415).

De voorzitter van de commissie,
Tjeerd de Groot

De griffier van de commissie,
Rijkers

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Inhoudsopgave blz.
Inleiding 2
VVD-fractie 3
D66-fractie 4
GroenLinks-fractie 5
Partij voor de Dieren-fractie 6
ChristenUnie-fractie 7
BBB-fractie 8

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris van 1 juli 2022 over de uitkomsten van het onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheiden Milieu (RIVM) naar de maatregelen die nodig zouden zijn om in 2030 aan de nieuwe advieswaarden van de World Health Organization (WHO) voor luchtkwaliteit te voldoen (hierna: de brief). Deze leden vinden schone lucht een belangrijke voorwaarde voor onze leefomgeving. Deze leden hebben over de brief en de inventarisatie de volgende vragen.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief. Schone lucht is een basisbehoefte van ons allemaal. Vooral kwetsbare groepen, zoals mensen met longaandoeningen maar ook andere kwetsbare groepen zoals kinderen en ouderen kunnen veel last hebben van een slechte luchtkwaliteit. De Staatssecretaris heeft ervoor gekozen om pas eind 2023 te komen met een verdere uitwerking hoe toe te werken naar de nieuwe WHO-advieswaarden voor luchtkwaliteit. Daarom hebben de leden van de D66-fractie een aantal vragen over deze keuze.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met veel zorg kennisgenomen van het RIVM-onderzoek naar het aanvullend beleid dat nodig zou zijn om de WHO-normen voor luchtkwaliteit te behalen. Bijna één miljoen mensen met een longziekte in Nederland ervaren gezondheidsproblemen door luchtvervuiling. En nog altijd sterven er jaarlijks bijna 12.000 mensen aan de gevolgen van een slechte luchtkwaliteit. De leden van de GroenLinks-fractie vinden het daarom van groot belang dat de overheid met het oog op haar zorgplicht zo snel mogelijk toewerkt naar de normen die de WHO verantwoord acht. Zij vinden het daarom zeer teleurstellend dat het RIVM-onderzoek niet direct tot aanvullende maatregelen leidt. Deze leden vinden de magere inzet van het kabinet teleurstellend en hebben hier meerdere vragen over.

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het voorliggende onderzoek naar het in 2030 halen van de WHO-normen voor luchtkwaliteit en hebben hierbij nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de brief. Zij zijn blij te lezen dat uit de voortgangsmeting van het RIVM blijkt dat we met het SLA op koers liggen om de doelen te halen. Zij hebben nog enkele vragen.

Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de brief en wil de Staatssecretaris danken voor de heldere brief. Het lid van de BBB-fractie heeft nog wel een aantal vragen.

VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie lezen in de brief dat de nieuwe WHO-advieswaarden alleen met bijzonder ingrijpende maatregelen behaald kunnen worden, zowel in Nederland als in de ons omringende landen. Daarnaast lezen deze leden dat de gezondheidswinst ten opzichte van de reeds lopende maatregelen binnen het Schone Lucht Akkoord (SLA) gemiddeld twee maanden extra is. In hoeverre is de beperkte gezondheidswinst nog in verhouding met de verstrekkende en ingrijpende maatregelen? Kan de Staatssecretaris toelichten waarom zulke verstrekkende maatregelen moeten worden genomen voor een zeer beperkte gezondheidswinst?

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Europese Commissie in 2023 spreekt over de herziening van de luchtkwaliteitsrichtlijn en dat we dan beter kunnen inschatten hoe de luchtkwaliteit zich ontwikkelt na 2030. Deze leden lezen dat de Staatssecretaris daarom eind 2023 bij het vaststellen van de SLA-uitvoeringsagenda 2024–2030 wil opnemen in welk tempo, en met welke tussenstappen, Nederland toe kan werken naar de WHO-advieswaarden. Is de Staatssecretaris het ermee eens dat het besluit om toe te werken naar de WHO-advieswaarden vooralsnog niet genomen is?

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Staatssecretaris om tot dit besluit te komen inzet op aanscherping van de Europese luchtkwaliteitsrichtlijn. Welk besluit bedoelt zij daarmee? Als het gaat om het vaststellen van de SLA-uitvoeringsagenda 2024–2030 lezen deze leden dat de Staatssecretaris juist Europees onderzoek afwacht. Is het dan niet voorbarig om vooruitlopend op dat onderzoek al aan te sturen op aanscherping van de Europese richtlijn luchtkwaliteit? Welke aanscherpingen stelt de Staatssecretaris dan concreet voor?

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Staatssecretaris wil verkennen welke aanvullende gezondheidswinst nog kan worden gerealiseerd met het SLA. Hoe is zij voornemens die verkenning uit te voeren en welk resultaat verwacht zij daarvan? Op welke wijze verwacht zij dat deze verkenning afwijkt van de inventarisatie die het RIVM heeft uitgevoerd?

De leden van de VVD-fractie lezen dat er voor gezondheidseffecten twee factoren van belang zijn (deeltjesgrootte en chemische samenstelling), maar dat er nog relatief weinig bekend is over het verschil in schadelijkheid tussen de verschillende typen fijnstof. Deze leden wachten met belangstelling de onderzoeksresultaten van onder andere TNO en RIVM op dit onderwerp af. Kan de Staatssecretaris aangeven met welke opdracht beide organisaties het onderzoek uitvoeren? Kan zij aangeven welke onderzoeksinstituten nog meer gevraagd zijn onderzoek uit te voeren naar de relatie tussen de chemische samenstelling van fijnstof en gezondheidseffecten? Kan zij aangeven wanneer de resultaten uit die onderzoeken verwacht worden? Is zij bereid deze resultaten te delen met de Kamer. Is de Staatssecretaris het ermee eens dat het verstandig zou zijn geen bijzonder ingrijpende maatregelen te nemen voordat de resultaten van deze onderzoeken bekend zijn?

De leden van de VVD-fractie lezen in het rapport van het RIVM dat voor de aanpak is uitgegaan van de strikte interpretatie dat de advieswaarden werkelijk overal zouden moeten gelden en dat wanneer het zou gaan om een gemiddelde blootstelling van de bevolking in een stad of wijk (zoals in het SLA) de WHO-advieswaarden gemakkelijker te realiseren zouden zijn. Kan de Staatssecretaris aangeven hoeveel gemakkelijker? Kan de Staatssecretaris aangeven welke gezondheidswinst behaald zou kunnen worden wanneer het RIVM de minder strikte interpretatie van de advieswaarde zou volgen?

De leden van de VVD-fractie lezen dat impliciet is verondersteld dat de onderzochte beleidspakketten de samenstelling van het fijnstofmengsel niet sterk zullen beïnvloeden en dat bij emissiereductie de schadelijkheid evenredig afneemt. Kan de Staatssecretaris toelichten waarom de gezondheidswinst dan niet evenredig toeneemt en maar zeer beperkt is, zelfs bij het nemen van zeer ingrijpende maatregelen?

D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben over de keuze van de Staatssecretaris de volgende vragen: is de Staatssecretaris het ermee eens dat de advieswaarden van de WHO op het gebied van luchtkwaliteit zo snel mogelijk moeten worden behaald, vooral ook gezien de urgentie voor kwetsbare groepen?

Welke extra stappen zullen er worden gezet om de doelen voor 2030 ook daadwerkelijk dichterbij te brengen en de luchtkwaliteit sneller dan in het SLA te verbeteren?

Waarom is er gekozen om te wachten met actie tot eind 2023? Is de Staatssecretaris het ermee eens dat het uitstellen tot eind 2023 van het verder uitwerken van een uitvoeringsagenda de haalbaarheid van de doelen voor 2030 alleen maar verder onder druk zet? Is de Staatssecretaris bereid om nog in 2022 inzicht te geven in de eerste stappen om de WHO-advieswaarden in het SLA te implementeren?

Welke stappen heeft de Staatssecretaris al extra gezet sinds de publicatie van de nieuwe WHO-advieswaarden? Kan de Staatssecretaris op korte termijn extra stappen zetten om de luchtkwaliteit te verbeteren? Bij welke uitstootbronnen verwacht het kabinet op korte termijn de meeste gezondheidswinst te kunnen boeken? De aanpak van welke uitstootbronnen van fijnstof, ultrafijnstof en stikstofdioxide hebben voor de Staatssecretaris prioriteit?

De leden van de D66-fractie merken op dat de advieswaarden voor luchtkwaliteit van de WHO uiteraard niet alleen voor Nederland gelden maar ook voor de rest van de EU-lidstaten. Ook luchtvervuiling die wordt veroorzaakt in buurlanden heeft een effect op de luchtkwaliteit in Nederland. Deze leden zien dan ook graag dat de Staatssecretaris haar EU-collega’s aanmoedigt om aan deze aangescherpte advieswaardes opvolging te geven. Hierover hebben deze leden nog een aantal vragen: zijn er EU-lidstaten die reeds aan de slag zijn gegaan met een plan van aanpak voor het behalen van de nieuwe WHO-advieswaarden? Zo ja, welke landen zijn dit en welke maatregelen zijn zij van plan door te voeren? Klopt het dat de Europese Commissie naar verwachting eind 2022 zal komen met een wetsvoorstel voor strengere normen op het gebied van luchtkwaliteit? Wat zal hierbij de inzet zijn van Nederland? Is de Staatssecretaris het met de leden van de D66-fractie eens dat ook op Europees niveau een plan van aanpak moet komen voor het structureel toewerken naar de aangescherpte advieswaarden van de WHO op het gebied van luchtkwaliteit?

De leden van de D66-fractie verwijzen naar de motie-Hagen (Kamerstuk 30 175, nr. 404) om in lijn met het advies van de gezondheidsraad ultrafijnstof op te nemen in het landelijk meetnetwerk luchtkwaliteit. Deze motie is aangehouden op verzoek van de Staatssecretaris, aangezien zij een advies hierover had gevraagd bij het RIVM. Hierover hebben de leden van de D66-fractie een tweetal vragen: heeft de Staatssecretaris inmiddels advies ontvangen van het RIVM over het toevoegen van ultrafijnstofmetingen aan het landelijk meetnetwerk luchtkwaliteit? Zo nee, wanneer verwacht zij dit advies te ontvangen?

De leden van de GroenLinks-fractie wijzen erop dat de Kamer zich via de motie-Bouchallikh (Kamerstuk 30 175, nr. 408) heeft uitgesproken dat de WHO-advieswaarden voor luchtkwaliteit leidend moeten zijn in het huidige en toekomstige luchtkwaliteitsbeleid. Deze ambitie zien deze leden onvoldoende terug in de reactie van de Staatssecretaris op het onderzoek van het RIVM. Hierin schrijft de Staatssecretaris dat de waarden «uiteindelijk» leidend moeten zijn en dat zij hier stapsgewijs naar toe wil werken. Welke stappen heeft de Staatssecretaris gezet sinds de nieuwe WHO-advieswaarden bekend werden in september 2021? Waarom wordt het nemen van aanvullende maatregelen nu weer uitgesteld tot eind 2023? Deze leden verwachten echt meer ambitie van de Staatssecretaris gezien de grote gevolgen voor de gezondheid. Wanneer worden de WHO-advieswaarden behaald met het huidige pakket aan maatregelen? Waarom stelt de Staatssecretaris zich geen doel per wanneer de WHO-normen gerealiseerd moeten zijn in heel Nederland? Gaat de Staatssecretaris nog in 2022 een plan opstellen om de WHO-advieswaarden te implementeren in het SLA, inclusief aanvullende maatregelen?

De leden van de GroenLinks-fractie lezen in het RIVM-onderzoek dat de WHO-normen alleen nog met zeer ingrijpende maatregelen behaald kunnen worden. Zo zouden een volledig verbod op houtstook, minder veehouderij en minder vliegverkeer nodig zijn. In grote steden zouden alleen nog elektrische auto’s en vrachtwagens mogen rijden. Kan de Staatssecretaris reflecteren op elk van deze maatregelen? Welke aanvullende stappen zijn er mogelijk in de tussentijd? Werkt zij voldoende samen met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat om de gezondheid te verbeteren? Bij welke uitstootbronnen denkt de Staatssecretaris op korte termijn de meeste gezondheidswinst te kunnen boeken? Bovendien schrijft het RIVM dat bestaande industriële bedrijven moeten overschakelen op de schoonste technologie. Maar moet de industrie niet nu al voldoen aan de best beschikbare technieken (BBT)? Welke stappen heeft de Staatssecretaris recent genomen om de handhaving van BBT te verbeteren? Hoewel deze leden zich realiseren dat er ingrijpende maatregelen nodig zijn om de WHO-normen te behalen, zijn zij van mening dat mensen met een longziekte recht hebben op een stevigere inzet op het behalen van de normen. Deelt de Staatssecretaris deze opvatting?

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het RIVM een volledig verbod op houtstook noodzakelijk acht om de WHO-advieswaarden te behalen. Tegelijkertijd wordt er aankomende winter juist een flinke toename van houtstook verwacht door de hoge energieprijzen. Hoe wordt er met dit scenario omgegaan? Welke maatregelen neemt de Staatssecretaris om houtstook zoveel mogelijk te beperken? Ziet de Staatssecretaris een publiekscampagne voor zich om de gezondheidseffecten van houtstook uit te lichten? Is de Staatssecretaris van mening dat het stookalert voldoende wordt nageleefd? Kunnen aan gemeenten meer mogelijkheden worden geboden om op te treden wanneer het stookalert niet wordt nageleefd?

De leden van de GroenLinks-fractie kijken uit naar de herziening van de Europese luchtkwaliteitsrichtlijn en hopen dat hierin concreet wordt gemaakt per wanneer er in heel Europa aan de WHO-advieswaarden moet worden voldaan. Wat is de inzet van de Staatssecretaris op dit vlak? Wanneer worden de WHO-advieswaarden in de richtlijn opgenomen en per wanneer? En wat is de positie van andere EU-lidstaten?

Partij voor de Dieren-fractie

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zijn allereerst blij dat dit onderzoek van het RIVM er nu ligt, waardoor duidelijk is welke maatregelen genomen moeten worden om te komen tot een luchtkwaliteit die voldoet aan de aangescherpte WHO-normen. Een betere luchtkwaliteit is belangrijk, omdat bijna één miljoen mensen met een longziekte kampen met gezondheidsproblemen door het inademen van vervuilde lucht en mensen een verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van longziekten als gevolg van een slechte luchtkwaliteit. Daarnaast leidt luchtverontreiniging elk jaar tot 12.000 vroegtijdige sterfgevallen. Daarom vinden deze leden het onbevredigend dat de Staatssecretaris niet bereid is om nu ook daadwerkelijk maatregelen te nemen om de luchtkwaliteit te verbeteren, maar in plaats daarvan pas eind 2023 gaat kijken in welk tempo en met welke tussenstappen er kan worden toegewerkt naar de WHO-normen. Ziet de Staatssecretaris in dat het behalen van de aangescherpte WHO-normen een urgente kwestie is, aangezien de WHO stelt dat luchtvervuiling een van de ernstigste bedreigingen is van de menselijke gezondheid door het milieu en dat er geen veilige concentratie luchtvervuiling bestaat waarbij er geen gezondheidsrisico’s zijn? Zo ja, dan moet de Staatssecretaris het met deze leden eens zijn dat «eind 2023 het tempo en de tussenstappen vaststellen» getuigt van weinig ambitie om de gezondheidsschade door luchtvervuiling nu tegen te gaan. Is de Staatssecretaris van plan om de WHO-normen wettelijk te verankeren, aangezien de huidige EU-normen voor luchtkwaliteit niet voldoende zijn om onze gezondheid te beschermen? Is de Staatssecretaris van plan om in de aanloop naar eind 2023 alvast maatregelen te nemen? Zo nee, waarom niet? Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat het van weinig doorzettingsmacht getuigt als zij aan de ene kant aangeeft dat ze gaat verkennen welke aanvullende gezondheidswinst nog met het SLA kan worden gerealiseerd en aan de andere kant aangeeft dat wijzigingen in het SLA alleen mogelijk zijn met instemming van de deelnemers? Hoe kansrijk acht de Staatssecretaris de (hoognodige) poging om het SLA ambitieuzer te maken?

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen dat om de aangescherpte WHO-normen in 2030 te behalen, onder andere een volledig verbod op houtstook nodig is. Hoe kijkt de Staatssecretaris naar een volledig verbod op houtstook? Gaat de Staatssecretaris in het kader van deze constatering door het RIVM een plan maken om houtstook uit te faseren, aangezien hierdoor snel resultaat kan worden geboekt? Op welke termijn acht de Staatssecretaris dit haalbaar? Is de Staatssecretaris vooruitlopend op het uitfaseren van houtkachels ook van plan om houtstook niet toe te staan bij ongunstige weersomstandigheden en hierop te laten handhaven? Zo nee, waarom niet? Deelt de Staatssecretaris de mening dat de manier waarop er nu wordt ingezet op voorlichting en ecodesign-kachels onvoldoende bijdraagt aan het behalen van de WHO-normen? Gaat de Staatssecretaris ervoor zorgen dat in de voorlichting over houtstook de focus nu wel wordt gelegd op ontmoediging? Wat gaat de Staatssecretaris doen om te voorkomen dat aankomende herfst en winter de luchtkwaliteit verslechtert door de toegenomen verkoop van hout- en pelletkachels en haardhout?

Ook lezen de leden van de Partij voor de Dieren-fractie dat om de aangescherpte WHO-normen in 2030 te behalen krimp van de luchtvaart nodig is. Deelt de Staatssecretaris de mening dat het verbeteren van de luchtkwaliteit een andere dwingende reden is waarom krimp van de luchtvaart noodzakelijk is? Zo nee, waarom niet? Is zij van plan dit bij haar collega, de Minister van IenW, te benadrukken? Zo nee, waarom niet?

Daarnaast lezen de leden van de Partij voor de Dieren-fractie dat uit het onderzoek blijkt dat de stikstofemissies nog veel verder naar beneden moeten dan in het coalitieakkoord is afgesproken: niet 50%, maar 70% reductie in 2030, om de WHO-normen te halen. Erkent de Staatssecretaris dat het stikstofprobleem ook een luchtkwaliteits- en daarmee een gezondheidsprobleem is? Is de Staatssecretaris betrokken bij de gebiedsgerichte stikstofaanpak? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet? De leden van de Partij voor de Dieren-fractie wijzen erop dat het, naast het verbeteren van de luchtkwaliteit, óók in het kader van natuurbescherming noodzakelijk is om per 2030 de stikstofemissies met 70% te reduceren. Hierop wijst ook ecologisch onderzoek. Deelt de Staatssecretaris het inzicht dat, nu er een stikstofaanpak uitgewerkt wordt, dit meteen goed gedaan zou moeten worden, zodat het niet alleen ten goede komt aan de natuur, maar ook aan de volksgezondheid? Zo nee, waarom niet? Hoe wordt geborgd dat bij de plannen die worden uitgewerkt in de gebiedsprocessen voldoende oog is voor de effecten op de luchtkwaliteit? En op welke manier zal hierbij worden gemonitord of de WHO-normen voor luchtkwaliteit worden behaald? Gaat de Staatssecretaris hierover in gesprek met de Minister voor Natuur en Stikstof? Zo nee, waarom niet?

Tot slot lezen de leden van de Partij voor de Dieren-fractie dat sommige van de maatregelen die nodig zijn om de WHO-normen in 2030 te behalen kunnen stuiten op «weerstand van belanghebbenden». Ook zouden de maatregelen vanwege een gebrek aan financiële middelen of vakmensen niet allemaal uitvoerbaar zijn. Is de Staatssecretaris het ermee eens dat «weerstand van belanghebbenden» geen reden kan zijn om de gezondheid van burgers niet te beschermen? En wat gaat de Staatssecretaris doen om ervoor te zorgen dat er wel genoeg financiële middelen en vakmensen beschikbaar komen om de maatregelen uit te voeren die nodig zijn om de WHO-normen te halen? Is de Staatssecretaris hier binnen het kabinet over in gesprek?

ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen in hoeverre de afspraken omtrent luchtkwaliteit aansluiten en meegenomen worden in het plan voor stikstofemissievermindering van de mobiliteitssector. Zij vrezen dat, zoals eerder met de A15 en het tracébesluit voor de A27/A12 Ring Utrecht, extra NOx-uitstoot mogelijk wordt gemaakt door het opkopen van NH3-uitstootruimte uit de agrarische sector. Alhoewel dit allebei stikstofverbindingen zijn, gaat de NOx-uitstoot gepaard met veel fijnstof, die schadelijk is voor de volksgezondheid. Hoe voorkomt de Staatssecretaris dat deze inwisseling van NH3 voor NOx de doelen van het SLA in de weg gaat zitten? Deze leden vragen waarom luchtkwaliteit en volksgezondheid niet direct meegenomen worden in de stikstofopgave. Wil de Staatssecretaris zich inzetten voor een schot in het extern salderen tussen NOx en NH3 om deze reden? Zo nee, waarom niet?

De leden van de ChristenUnie-fractie snappen dat de aangescherpte advieswaarden van de WHO niet direct en eenzijdig in het SLA kunnen worden doorgevoerd. Zij zien echter wel dat de wetenschap voortschrijdend inzicht kent, en dat een gezonde leefomgeving leidend zou moeten zijn voor beleid. Zij willen de Staatssecretaris herinneren aan het UNICEF-rapport, waarbij Nederland op een zeer slechte 12e plek staat wanneer het gaat om het bieden van een gezonde leefomgeving voor kinderen. Deze leden zijn blij dat de Staatssecretaris stappen zet in de richting van de nieuwe WHO-normen, maar zij zouden graag een plan zien om op korte termijn bij te sturen naar de nieuwe, strengere normen en deze te halen in 2030. Wat zou daar concreet voor nodig zijn, en waarom wordt daar niet op ingezet? In 2030 staan ook ambitieuze klimaatdoelen, en hoewel er nog veel moet gebeuren, gaan verduurzaming en het schoner maken van emissiepunten vaak hand in hand. Is de Staatssecretaris bereid om een nieuw SLA te verkennen op basis van de nieuwe inzichten van de WHO?

Tot slot vragen de leden van de ChristenUnie-fractie of alle emissiepunten van schadelijke stoffen wel voldoende in beeld zijn. Recente berichten over jarenlange, illegale uitstoot door Tata Steel, of het onveilig verklaren van moestuinen in de omgeving van Chemours in Dordrecht geven deze leden geen zekerheid over het voldoende en adequaat monitoren van uitstoot van zware industrie. Zo worden wellicht vervuilingswaarden zoals gemeten door het RIVM onterecht toegewezen aan het buitenland, terwijl er concrete mogelijkheden gemist worden voor handhaving en vermindering van uitstoot door bedrijven in Nederland. Welke stappen zet de Staatssecretaris op het gebied van betere monitoring en handhaving van zware industrie, en welke extra acties heeft zij ondernomen naar aanleiding van de recent naar buiten gekomen berichten over Tata Steel of Chemours?

BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie leest in de toelichting op het onderzoek dat er is gekeken naar verschillende pakketten met aanvullende maatregelen waarmee de nieuwe WHO-advieswaarden in 2030 gerealiseerd kunnen worden. Daarbij is gekeken naar de advieswaarden voor fijnstof en stikstofdioxide. Het onderzoek gaat uit van vergelijkbare inspanningen door onze buurlanden. Kan de Staatssecretaris aangeven waaruit blijkt dat onze buurlanden vergelijkbare, grote inspanningen gaan leveren om de WHO- advieswaarden te halen en om welke inspanningen dit gaat of zal gaan?

Het lid van de BBB-fractie ziet dat de resultaten van de analyses laten zien dat de nieuwe WHO-advieswaarden alleen met «bijzonder ingrijpende maatregelen» gehaald kunnen worden, waarbij het RIVM twijfels heeft over de maatschappelijke, technische en financiële haalbaarheid. Daarom is er besloten om «stapsgewijs» toe te werken naar de nieuwe advieswaarden, waarbij er geen zicht is wanneer deze gehaald kunnen worden en welke tussenstappen mogelijk en effectief zijn. Hierbij zijn twee sporen van belang; het SLA en de aanscherping van de Europese luchtkwaliteitsrichtlijn. In welke hoedanigheid wordt de maatschappelijke, technische en financiële impact meegewogen bij zowel het SLA als de Europese luchtkwaliteitsrichtlijn?