[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Homogene Groep Internationale samenwerking 2023 (HGIS-nota 2023)

Homogene Groep Internationale samenwerking 2023 (HGIS-nota 2023)

Brief regering

Nummer: 2022D34545, datum: 2022-09-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36201-1).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36201 -1 Homogene Groep Internationale samenwerking 2023 (HGIS-nota 2023).

Onderdeel van zaak 2022Z16333:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022–2023
36 201 Homogene Groep Internationale Samenwerking 2023 (HGIS-nota 2023)
Nr. 1

HGIS nota 2023

Ontvangen 20 september 2022

Inhoudsopgave

Leeswijzer
Inleiding: Nederland en de wereld in 2023
HGIS 2023 naar beleidsthema's
Beleidsthema 1: Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid
Beleidsthema 2: Vrede, veiligheid en stabiliteit
Beleidsthema 3: Effectieve Europese samenwerking
Beleidsthema 4: Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
Beleidsthema 5: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
Beleidsthema 6: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
Beleidsthema 7: Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)
Beleidsthema 8: Versterkte kaders voor ontwikkeling
Beleidsthema 9: Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven
Bijlagen
Bijlage 1: De HGIS verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2022
Bijlage 2a: De HGIS uitgaven horizontaal: meerjarencijfers per begroting
Bijlage 2b: De HGIS ontvangsten horizontaal: meerjarencijfers per begroting
Bijlage 3: De non-ODA uitgaven naar beleidsthema
Bijlage 4: De ODA-uitgaven naar beleidsthema
Bijlage 5: De geplande ODA-uitgaven binnen de BHOS-begroting per regio in 2023
Bijlage 6: Berekening ODA-plafond 2022-2027, realisatie ODA-prestatie 2021 en raming ODA-prestatie 2022-2027
Bijlage 7: Internationale klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2023
Bijlage 8: Internationale inspanningen voor migratie in 2023

Brief van de Minister van Buitenlandse Zaken





Geachte voorzitter,

Graag bied ik u de HGIS-nota 2023 aan. In de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) worden de uitgaven van de verschillende ministeries op het gebied van het buitenlandbeleid gebundeld, waarmee de onderlinge samenhang geïllustreerd wordt. Het uitgangspunt van de HGIS is het bevorderen van de samenwerking en de afstemming tussen de betrokken ministeries op het terrein van internationale samenwerking. De HGIS is daarmee een belangrijk instrument voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid.


De Minister van Buitenlandse Zaken

W.B.Hoekstra

Leeswijzer

Wat is de HGIS?

De Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) is sinds 1997 een budgettaire constructie binnen de rijksbegroting. In de HGIS worden de uitgaven van de verschillende ministeries op het gebied van het buitenlandbeleid gebundeld, waarmee de onderlinge samenhang geïllustreerd wordt. Dit bevordert de samenwerking en de afstemming tussen de betrokken ministeries. De HGIS vormt daarmee een belangrijk instrument voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid. Binnen de HGIS worden de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking die voldoen aan de criteria voor officiële ontwikkelingssamenwerking (Official Development Assistance, ODA) expliciet zichtbaar gemaakt.

De minister van Buitenlandse Zaken coördineert het Nederlandse buitenlandbeleid en daarmee de HGIS. De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een coördinerende bevoegdheid voor de uitgaven aan ODA binnen de HGIS.

Twee keer per jaar wordt het parlement geïnformeerd over de ontwikkelingen binnen de HGIS. Op Prinsjesdag wordt de HGIS-nota aangeboden en op Verantwoordingsdag wordt het HGIS-jaarverslag aangeboden aan de Staten-Generaal. Deze documenten geven een integraal overzicht van alle uitgaven op het terrein van internationale samenwerking, die op de verschillende departementale begrotingen staan.

Buitenlandse betrekkingen zijn een zaak van het Koninkrijk der Nederlanden: Nederland in Europa, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten, alsmede de Nederlandse openbare lichamen in het Caribisch gebied (Bonaire, Sint-Eustatius en Saba). Waar de HGIS-nota spreekt over ‘Nederland’ of ‘Nederlands’ wordt daarmee bedoeld: ‘(van) het Koninkrijk der Nederlanden’, tenzij het gaat om zaken die specifiek het land Nederland betreffen, zoals het EU-lidmaatschap en ontwikkelingssamenwerking.

Opzet HGIS-nota 2023

HGIS-Beleidskader

De HGIS-nota 2023 geeft inzicht in de begrote middelen voor internationale samenwerking in 2023. De HGIS is ingericht langs negen beleidsthema’s. Deze indeling is gebaseerd op de begrotingen van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de internationale paragrafen van overige begrotingen. De toelichtende teksten zijn ontleend aan de Memories van Toelichting bij de begrotingen voor 2023 van de verschillende ministeries en geven een overzicht in vogelvlucht.

Meer uitgebreide toelichtingen worden in de begrotingen van de betrokken departementen weergegeven.

In de nota wordt eerst een aantal kaders geschetst ten aanzien van het buitenlandbeleid. Vervolgens wordt per beleidsthema de algemene beleidsdoelstelling gememoreerd en wordt op hoofdlijnen verder ingegaan op de geplande beleidsinzet in 2023 voor dit specifieke thema. Deze inzet is ontleend uit de beleidsagenda’s van de departementale begrotingen zoals deze tijdens Prinsjesdag 2022 zijn gepresenteerd. Een drietal onderwerpen wordt specifiek toegelicht, namelijk de oorlog in Oekraïne, voedselzekerheid en sancties. Omdat de beleidsinzet meestal gepaard gaat met een financiële inspanning, wordt dit in een tabel weergegeven waarbij de ODA-component specifiek wordt benoemd. Deze tabel geeft inzicht in de realisatiecijfers van 2021 en de ramingen voor 2022 en 2023. Ten slotte volgt een toelichting op de instrumenten zoals weergegeven in de tabel.

Bijlagen

Na de beleidsthema’s volgen acht bijlagen. In deze bijlagen worden gegevens, die verspreid staan over verschillende departementale begrotingen, gebundeld tot een overzichtelijk geheel:

Bijlage 1 Deze geeft een overzicht van de begrotingsontwikkelingen binnen de HGIS tussen de HGIS nota 2022 en HGIS nota 2023.
Bijlagen 2a en 2b Hierin worden alle buitenlanduitgaven en -ontvangsten gepresenteerd per departement.
Bijlage 3 Een overzicht van de non-ODA uitgaven per beleidsthema.
Bijlagen 4 en 5 Hierin wordt een totaaloverzicht gegeven van de buitenlanduitgaven die als officiële ontwikkelingshulp (ODA) kwalificeren, respectievelijk per beleidsthema en per regio.
Bijlage 6 Geeft een berekening van het ODA-plafond voor de periode 2022-2027.
Bijlage 7 Hierin wordt een raming van de verwachte publieke klimaatuitgaven voor ontwikkelingslanden in 2023 gepresenteerd.
Bijlage 8 Betreft een uiteenzetting van de internationale inspanningen in 2023 op het terrein van migratie.

Landen-bijlage (bijlage 5): De HGIS-nota toont de allocatie van het gedelegeerde budget naar landen. Daarbij is de ordening op thema gehandhaafd, in lijn met het thematische karakter van de BHOS-begroting. De landen zijn ingedeeld in de prioritaire focusregio’s en overige regio’s. De focusregio’s zijn West-Afrika/Sahel, Hoorn van Afrika, Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA). Het centrale budget is ter illustratie per regio toegevoegd.

Inleiding: Nederland en de wereld in 2023

Nederland en de wereld in 2023

Op 24 februari 2022 viel Rusland Oekraïne binnen. Het was het begin van een grootschalig conventioneel conflict waarin een militaire grootmacht met bruut geweld probeert een ander land in Europa zijn wil op te leggen. De oorlog in Oekraïne vergroot de toch al grote instabiliteit in de ring rondom Europa. De ontwikkelingen in Oekraïne kunnen zich in spanningen op de Westelijke Balkan vertalen. In delen van Noord-Afrika en het Midden-Oosten is de situatie fragiel en dreigen voedseltekorten. Klimaatverandering draagt verder bij aan instabiliteit en migratie, met name in Sub-Sahara Afrika waar negen van de tien meest kwetsbare landen voor klimaatverandering liggen. In de Hoorn en de Sahel dreigt de situatie zich verder te destabiliseren. China en Rusland maken gebruik van die instabiliteit door hun invloed in die landen verder uit te breiden. Ondanks diverse beloften, perken in Afghanistan de Taliban de mensenrechten, met name van vrouwen en meisjes, steeds verder in en zijn duurzame oplossingen voor de conflicten in Libië, Syrië en Jemen nog niet in beeld.

Tegelijkertijd voelt de internationale gemeenschap nog de naweeën van een pandemie die fundamentele economische schade toebracht en mondiale spanningen vergrootte, tegen de achtergrond van een verschuivende machtsbalans waar het Westen zich toe heeft te verhouden. Westerse normen en waarden staan al langer onder druk.

Deze uitdagingen kunnen alleen het hoofd geboden worden via nauwe samenwerking met partners en bondgenoten en Europese samenwerking. Er rust een steeds grotere verantwoordelijkheid op Europese schouders om bij te dragen aan de veiligheid van onze burgers. Daarom heeft het kabinet zich ten volste ingezet voor daadkrachtige maatregelen van de EU in reactie op de Russische agressie, variërend van de gezamenlijke financiering van wapenleveranties, tot verregaande economische sancties. Deze maatregelen illustreren het potentieel van het Europees handelingsvermogen en sluiten aan bij de ambitie van het kabinet om een voortrekkersrol te spelen binnen de Europese Unie. Trans-Atlantische eenheid en samenwerking is en blijft cruciaal voor de veiligheid op het Europese continent. EU-NAVO samenwerking is essentieel gebleken in deze oorlog, waarin beide organisaties aan dezelfde dreigingen worden blootgesteld.

Het is in het belang van Nederland dat de EU zich verder ontwikkelt tot een geopolitieke speler die in de wereld zijn belangen kan behartigen. Zoals ook omschreven in de beleidsbrief van 8 maart jl. ziet het kabinet de EU als primair handelingspodium voor het buitenlandbeleid. Om sterker uit deze crisis te komen zullen de Unie en de lidstaten meer verantwoordelijkheid moeten nemen voor de Europese veiligheid. Nederland levert daar zijn bijdrage aan door de defensie-uitgaven voor 2023 te verhogen tot uiteindelijk de 2 procent NAVO-norm voor 2024 en 2025. Naast investeringen is het ook nodig de synergie tussen de krijgsmachten van de lidstaten te vergroten, alsook werk te maken van samenwerking tussen de EU en de NAVO.

Een geopolitieke rol van betekenis vraagt ook dat de EU haar weerbaarheid over de gehele breedte van de beleidsdossiers versterkt. Op die manier kan invulling worden gegeven aan het streven naar meer open strategische autonomie. Dat doen we door risicovolle strategische afhankelijkheden te verminderen en het groei- en investeringsmodel te versterken, uitgaande van de eigen sterktes van de Unie. Het is nodig de Unie slagvaardiger, economisch sterker, groener en veiliger te maken. Daarbij is een leidende rol van Nederland niet alleen passend, maar ook nodig.

Hulp en handel

In de BHOS-nota ‘Doen waar Nederland goed in is’, brengt het kabinet meer focus aan in het BHOS-beleid op het gebied van de synergie tussen hulp en handel. Concreet betekent dit dat het kabinet 14 landen heeft gekozen waarin een combinatie van Nederlandse ontwikkelingssamenwerking, handel en investeringen grote kansen biedt.

In verschillende lage- en middeninkomenslanden liggen kansen op het snijvlak van handel, investeringen en ontwikkelingssamenwerking om in samenwerking met het Nederlandse bedrijfsleven mondiale uitdagingen aan te pakken. De focus van Nederland komt hierbij te liggen op veertien - vooral - opkomende markten: acht in Afrika (Egypte, Marokko, Senegal, Ivoorkust, Ghana, Nigeria, Zuid-Afrika en Kenia) en zes daarbuiten (Vietnam, Bangladesh, India, Indonesië en Colombia, Oekraïne). In deze landen wordt publiek-private samenwerking met het Nederlandse en lokale bedrijfsleven geïntensiveerd.

De samenwerking richt zich op de verbetering van het ondernemingsklimaat in de meest kansrijke sectoren waar duidelijk is dat het Nederlandse bedrijfsleven ook actief wil en kan zijn.

Het kabinet richt zich daarbij op de twee transities van verduurzaming en digitalisering. Bij de verduurzamingstransitie wordt onder andere ingezet op hernieuwbare energie, schoon transport, vergroenen van de agri-foodsector, stimuleren van de circulaire economie, verduurzamen van handelsketens en versnellen van klimaatadaptatie. Voor digitalisering wordt onder andere ingezet op handelsmissies gericht op kansen voor Nederlandse en lokale bedrijven in tech sectoren als fintech, agritech, smart logistics, cyber/e-commerce, digitale gezondheidszorg en het bevorderen van banen in de digitale economie.

Klimaat, energie en digitalisering

We zijn het aan volgende generaties verplicht om een klimaatneutraal, fossielvrij en circulair Nederland over te dragen. Dit is ook de basis van de kabinetsinzet t.a.v. de Europese Green Deal. Het kabinet zet in op spoedige afronding van onderhandelingen met het Europees Parlement over het wetgevende Fit-for-55 pakket, met behoud van ambitie, zodat 2023 in het teken kan staan van start van de implementatie. De oorlog in Oekraïne maakt glashelder dat de EU zo snel mogelijk onafhankelijk moet worden van Russische fossiele brandstoffen én vaart moet maken met ambitieus klimaat- en energiebeleid. Dit vraagt om verdere intensivering om het aandeel hernieuwbare energie en energie-efficiëntie te verbeteren, en tevens om de Europese interne energiemarkt verder te versterken. De voorstellen uit het Fit-for-55 en REPowerEU pakket vormen de basis van deze hervormingen.

De Commissie voert een ambitieuze beleidsagenda om de digitale transitie verder vorm te geven met veel impactvolle wetgevingsvoorstellen, zoals de AI act, Data Act, Digital Market Act en Digital Services Act en de EU Chips Act. Het kabinet wil een voortrekkersrol te nemen in de vormgeving van de Europese digitale agenda en zet in op digitaal en technologisch leiderschap van de EU.

HGIS 2023 naar beleidsthema's

De HGIS is ingedeeld langs een 9-tal beleidsthema’s (incl. een categorie apparaatskosten en overige uitgaven, waarbij ook de kosten voor het postennet zijn opgenomen). Het totale HGIS-budget voor 2023 komt uit op omstreeks EUR 7,8 miljard. Hiervan kwalificeert ongeveer EUR 6,1 miljard als Official Development Assistance (ODA). In onderstaande overzichten zijn de totale uitgaven per beleidsthema schematisch weergegeven voor de totale HGIS, voor de ODA uitgaven specifiek en tenslotte voor de non-ODA uitgaven.

Figuur 1 HGIS totaal per thema

Figuur 2 HGIS ODA per thema

Figuur 3 HGIS non-ODA per thema

Per beleidsthema wordt hierna specifiek ingegaan op de algemene doelstelling, de beleidsinzet voor 2023, de budgettaire gevolgen en een korte toelichting op de tabellen. Per onderdeel is expliciet het ODA-aandeel in de uitgaven inzichtelijk gemaakt. In bijlage 2 van deze nota is een totaaloverzicht opgenomen waarin per departement aangegeven is welk deel van de uitgaven en inkomsten ODA en non-ODA betreft.

Beleidsthema 1: Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid

Algemeen

Het bevorderen van een goed functionerende internationale rechtsorde inclusief gastlandbeleid, met een blijvende inzet op mensenrechten, als integraal onderdeel van het buitenlandbeleid.

Een sterke internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten maken de wereld stabieler, veiliger, vrijer en welvarender. Dit vereist goed functionerende internationale instellingen en organisaties met een breed draagvlak, naleving en waar nodig aanvulling van de internationale wet- en regelgeving en voortdurende inzet tegen straffeloosheid voor de meest grove mensenrechtenschendingen en het voorkomen van deze schendingen. Omdat de mensenrechten het best worden gewaarborgd in goed functionerende democratieën, zet Nederland zich in om het krimpen van de democratische ruimte wereldwijd tegen te gaan De positie van Nederland als gastland voor Internationale Organisaties (IO’s) en diplomatieke missies, in het bijzonder organisaties met een mandaat op het gebied van vrede en recht, biedt een goed uitgangspunt voor de bevordering van de ontwikkeling van internationale rechtsorde. Deze rechtsorde is onlosmakelijk verbonden met universele mensenrechten. De bevordering van mensenrechten is een kernelement van het Nederlands buitenlandbeleid.

Beleidsinzet toegelicht

Mensenrechten, de internationale rechtsorde en democratie

Mensenrechten, de internationale rechtsorde en democratie zijn nauw aan elkaar verbonden en vormen een belangrijk fundament van stabiele en welvarende samenlevingen. Het bevorderen hiervan is niet alleen een moreel imperatief, maar leidt ook tot een voor Nederland meer voorspelbare en veilige internationale omgeving. De bevordering van mensenrechten, de internationale rechtsorde en democratie in een geïntegreerde benadering vormt daarom de basis van de Nederlandse inzet.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ
01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 51.060 17.316 54.942 16.889 49.305 16.889
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten 62.853 36.202 69.902 37.555 67.402 37.555
01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties 12.486 0 15.665 0 14.138 0
Algemeen
55.02 Reservering Vredespaleis 0 0 0 0 0 0
JenV
33.03.01 Opsporing en vervolging; NFI 802 0 821 0 821 0
33.03.03 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname 5 5 200 200 200 200
91.01.02 WIPO 231 0 386 0 386 0
91.01.02 Europol en Eurojust 14.027 0 23.237 0 23.237 0
Financiën
02.00.44 Financiële markten; opdrachten 0 0 850 0 0 0
IenW
17.01 Luchtvaart (ICAO) 1.454 0 1.311 0 1.311 0
18.01 Scheepvaart en havens (CCR) 1.079 0 1.081 0 1.081 0
SZW
02.24 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS 7 0 9 0 9 0
VWS
02.10 Curatieve zorg; Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg 2.166 0 657 0 0 0
04.40 Zorgbreed beleid; inrichten uitvoeringsactiviteiten 0 0 0 0 0 0
Totaal 146.170 53.523 169.061 54.644 157.890 54.644

Financiële instrumenten

BZ

  1. Verplichte bijdragen (verdragscontributies) aan de VN waarin de afdrachten aan het Restmechanisme voor Internationale Strafhoven (MICT) zijn inbegrepen.
  2. Bijdragen aan de OESO en het Internationaal Strafhof (ICC).
  3. Jaarlijkse huurbijdrage aan het Permanente Hof van Arbitrage.
  4. Bijdragen voor diverse initiatieven op het gebied van draagvlakversterking voor het Internationaal Strafhof en andere kleinschalige initiatieven gericht op de strijd tegen straffeloosheid en ter bevordering van de ontwikkeling van de internationale rechtsorde.
  5. Mensenrechtenfonds: inzet van het mensenrechtenfonds ter ondersteuning van de volgende prioritaire thema’s: vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid, vrijheid van religie en levensovertuiging, gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgender, intersekse en queer personen (LHBTIQ+) en bevordering internationale rechtsorde/strijd tegen straffeloosheid. Er is een verdeling tussen de financiële instrumenten subsidies en bijdragen aan (inter)nationale organisaties. Subsidies zijn bedoeld voor inzet van het mensenrechtenfonds binnen Europa en bijdragen aan (inter)nationale organisaties zijn bedoeld voor inzet van het mensenrechtenfonds buiten Europa.
  6. Mensenrechten multilateraal: bijdragen aan internationale organisaties ten behoeve van verdere bescherming en bevordering van mensenrechten, met name de jaarlijkse bijdrage aan de Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR) van de VN waarbij tevens specifiek wordt ingezet op de ondersteuning van de speciale procedures en verdragscomités en prioriteiten van het Nederlands mensenrechtenbeleid.
  7. Bijdrage aan huisvesting van Internationale Organisaties (IO’s) zoals het Speciaal Tribunaal voor Libanon, Het Internationaal Strafhof, het Internationaal Gerechtshof en het Permanente Hof van Arbitrage.
  8. Bijdragen aan campagnes en lobbyactiviteiten bij acquisitie van IO’s.
  9. Bijdragen aan bijeenkomsten van in Nederland gevestigde IO’s en aan bezoeken van hoge functionarissen, voor zover die de internationale zichtbaarheid van Nederland als gastland van IO’s bevorderen.
  10. Financiering van activiteiten met als doel dat de in Nederland gevestigde IO’s en diplomatieke missies goed kunnen functioneren binnen de kaders van de Weense verdragen en zetelovereenkomsten, alsmede de toepasselijke Nederlandse wet- en regelgeving.
  11. Bijdrage aan de renovatie van het Vredespaleis.

JenV

  1. Contributie aan de World Intellectual Property Organization (WIPO).
  2. Bijdrage aan opsporing en vervolging Nederlands Forensisch Instituut (NFI).
  3. Bijdrage aan opsporing en vervolging drugbestrijding Suriname.
  4. Bijdrage aan de huisvestingskosten van Europol en Eurojust.

IenW

  1. Contributies en bijdragen aan diverse internationale organisaties mede gericht op de versterking van de Nederlandse handels- en ondernemingspositie voor lucht- en scheepvaart:
  1. Contributie aan International Civil Aviation Organization (ICAO).
  2. Contributie aan de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR).
  3. Contributie aan de International Maritime Organization (IMO).
  4. Bijdrage aan de International Association of Marine Aids to Navigation and Lighthouse Authorities (IALA)
  5. Bijdrage aan de Donaucommissie
  6. Bijdrage aan de North Atlantic Ice Patrol.

SZW

  1. Bijdrage aan het Administratief Centrum voor de Sociale Zekerheid voor de Rijnvarenden (CASS).

VWS

  1. Bijdrage aan het aCBG voor het bij de komst van de EMA afgesloten Memorandum of Understanding & de EU grondstoffendatabase voor geneesmiddelen, het zogenaamde European Substance Registration System (EU-SRS).

Beleidsthema 2: Vrede, veiligheid en stabiliteit

Algemeen

Het bevorderen van de Nederlandse en internationale veiligheid en stabiliteit door doelgerichte bilaterale en multilaterale samenwerking en het bevorderen van democratische transitie in prioritaire gebieden, vooral in de ring rond Europa. Veiligheid is geen vanzelfsprekendheid. De internationale omgeving verandert snel en ingrijpend. Wat er in de wereld om ons heen gebeurt, heeft direct gevolgen voor onze eigen veiligheid en voor onze welvaart. Veel van de grensoverschrijdende dreigingen waaraan Nederland bloot staat, zijn van een dusdanige omvang en complexiteit dat een geïntegreerde aanpak en samenwerking in internationaal verband geboden is. Voorbeelden zijn de proliferatie van massavernietigingswapens, terrorisme en gewelddadig extremisme, ongewenste buitenlandse inmenging door statelijke actoren, grensoverschrijdende criminaliteit en cyberdreigingen.

Beleidsinzet toegelicht

GBVS

De basis voor de inzet van het kabinet op internationaal veiligheidsbeleid lag tot dusver besloten in de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie (GBVS) die in het voorjaar van 2018 aan de Tweede en Eerste Kamer is aangeboden en in 2020 is geactualiseerd. Op dit moment wordt gewerkt aan een nieuwe rijksbrede veiligheidsstrategie. De GBVS-aanpak beschrijft drie pijlers: onveiligheid voorkomen waar mogelijk, verdedigen tegen urgente dreigingen waar noodzakelijk en het versterken van ons veiligheidsfundament. Om de daarbij benoemde 13 doelen te behalen is de samenhangende inzet nodig van defensie, diplomatie, economie, ontwikkelingssamenwerking, politie, inlichtingendiensten, en justitie. Dit onderwerp strekt zich dus uit naar andere beleidsterreinen, zoals Defensie, Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking, Justitie en Veiligheid, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Economische Zaken en Klimaat. Onze veiligheidsbelangen vergen een wereldwijde inzet voor de veiligheid van Nederlanders, Nederland en het Koninkrijk.

Cyberdiplomatie als prioriteit

Het belang van cyberdiplomatie is naar aanleiding van de COVID-19 pandemie en door de toegenomen geopolitieke strijd alleen maar toegenomen. De dreigingen voor burgers, bedrijven en staten nemen toe. Na de zomer van 2022 zal het kabinet een nieuwe Internationale Cyberstrategie presenteren. Deze heeft als doel de geopolitieke cyberdreigingen te verminderen door onder meer te komen tot een normatief kader voor verantwoord statelijk gedrag in het cyberdomein, afspraken te maken over maatregelen die ingezet kunnen worden tegen landen die deze normen overtreden en kwetsbare derde landen te ondersteunen in de opbouw van hun cyberweerbaarheid. Aandacht voor mensenrechten en rechtsstaat staat hierbij centraal.

Oekraïne
Oekraïne strijdt voor eigen vrijheid en onze waarden. Nederland blijft Oekraïne steunen met wapens, militaire en humanitaire hulp zolang als dat nodig is. Nederland zet zich daarnaast in voor waarheidsvinding en gerechtigheid, dit is belangrijk voor de toekomst van Oekraïne maar is ook een signaal aan anderen dat straffeloosheid niet bestaat. Ook zal Nederland Oekraïne steunen bij wederopbouw; de EU en internationale financiële instellingen nemen het voortouw. Op basis van een behoefte beoordeling bekijkt Nederland hoe bij te dragen aan de wederopbouw van Oekraïne.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ
02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 13.504 0 15.810 0 15.455 0
02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 12.135 0 15.250 0 15.400 0
02.03 Wapenbeheersing 9.199 2.869 18.471 3.252 11.022 3.252
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 164.903 72.643 188.644 70.463 211.797 70.167
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 26.437 10.575 30.054 11.929 29.822 11.929
BHOS
04.01 Humanitaire hulp 431.360 427.918 512.279 511.262 554.017 553.000
04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 174.060 174.060 219.000 219.000 304.000 304.000
04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling 179.102 179.097 220.635 220.635 215.695 215.695
JenV
31.03.02 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties 7.501 7.501 8.600 8.600 8.600 8.600
33.01.01 Apparaat Openbaar ministerie 0 0 0 0 0 0
36.02.05 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding 0 0 423 0 423 0
Defensie
01.01.23 Internationale inzet (BIV) 149.442 3.000 275.610 0 202.751 0
09 Algemeen; Civielrechtelijke regeling Srebrenica 2020 10.726 0 31.140 0 300 0
Totaal 1.178.369 877.663 1.535.916 1.045.141 1.569.282 1.166.643

Financiële instrumenten

BZ

  1. Jaarlijkse verplichte bijdrage aan de NAVO.
  2. Jaarlijkse bijdrage aan het EU-Satellietcentrum en het Institute for Security Studies ten behoeve van de financiële verplichtingen (uitkering pensioengelden ex-WEU personeel) van de in juli 2011 opgeheven West Europese Unie (WEU).
  3. Jaarlijkse subsidie aan de Atlantische Commissie, ter ondersteuning van het maatschappelijk debat over de nationale en bondgenootschappelijke veiligheid.
  4. Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) en Veiligheidsfonds, voor kleinschalige activiteiten met een katalyserende werking die het Nederlandse veiligheidsbeleid ondersteunen.
  5. Jaarlijkse bijdrage aan het in Den Haag gevestigde onafhankelijke International Centre for Counter-Terrorism (ICCT).
  6. Nederlandse inspanningen in multilateraal verband, onder andere als lid van het Global Counterterrorism Forum en de Global Coalition to Counter/Defeat ISIS. De projecten en programma’s op dit artikelonderdeel zijn gericht op de versterking van capaciteit in voor Nederland prioritaire regio’s om terrorisme, gewelddadig extremisme en radicalisering te voorkomen en te bestrijden.
  7. Het bevorderen van een normatief internationaal kader voor cyberactiviteiten en versterking van de kennispositie van de medewerkers op het gebied van cyber.
  8. Capaciteitsopbouw op het gebied van cyber security, cyber crime, data protectie en e-governance door middel van financiering van Nederlandse initiatieven onder het Global Forum on Cyber Expertise.
  9. Jaarlijkse bijdragen aan het IAEA, de OPCW en de CTBTO.
  10. Ondersteuning van kleinschalige initiatieven gericht op uitvoering van het Biologische en Toxische Wapens Verdrag (BTWC), Non-Proliferatie Verdrag (NPV) en de Ottawa Conventie.
  11. Organisatie van een tweedaagse ministeriële conferentie over verantwoordelijke militaire toepassing van Artificial Intelligence, ter uitvoering van motie Koopmans c.s. uit april 2019 (motie 33694, nr. 43).
  12. Verdragscontributies aan de VN-crisisbeheersingsoperaties (vredesmissies).
  13. Bijdragen uit het Stabiliteitsfonds voor de inzet op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling. Het fonds spitst zich toe op een select aantal thema’s en landen en kan o.a. worden ingezet om activiteiten te financieren op het gebied van preventie van gewelddadig extremisme, ontmijning en early warning, early action. Daarnaast worden een aantal lopende activiteiten uit het fonds gefinancierd, zoals het uitzenden van experts via de civiele missiepool (CMV), training voor Afrikaanse peacekeepers (GPOI), en bijdragen aan de VN op specifieke thema’s.
  14. Het Makandra-programma is naar aanleiding van het amendement van het lid Sjoerdsma c.s., het amendement van het lid Van Helvert c.s. en een hoogambtelijke interdepartementale missie gestart (zoals geïntroduceerd in Kamerstuk 20 361, nr. 194 ). Dit programma is gericht op technische assistentie aan Suriname met als doel het versterken van de rechtsstaat, het verbeteren van goed bestuur en het ondersteunen van de Surinaamse overheid en overheids-agentschappen bij het opstellen van de juiste kaders en randvoorwaarden voor duurzame ontwikkeling en economische groei.
  15. Er is structureel EUR 25 miljoen beschikbaar voor de beveiliging van diplomaten en ambassades in gebieden met een hoog-risicoprofiel. Deze taken worden grotendeels uitgevoerd door Defensie. Daarom worden deze middelen jaarlijks overgeheveld naar de Defensie-begroting.
  16. Bijdragen ten behoeve van de trainingen van buitenlandse diplomaten in Nederland.
  17. Het Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP) wordt gebruikt om organisaties en mensen te ondersteunen bij het verbeteren en versterken van democratische processen, institutionele capaciteit en de rechtsstaat. Het NFRP bestaat uit het Matra programma (Matra: maatschappelijke transformatie) gericht op het Oostelijk Partnerschap en Pre-accessie regio (de Westelijke Balkan en Turkije) en het Shiraka-programma, gericht op het Midden-Oosten en Noord-Afrika, elk met eigen beleidsaccenten.

BHOS

  1. Ongeoormerkte bijdragen aan het wereldwijde VN-noodhulpfonds Central Emergency Response Fund (CERF), UN-OCHA en het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) ten behoeve van de snelle beschikbaarheid en flexibiliteit van de humanitaire hulp.
  2. Ongeoormerkte bijdragen aan UNHCR, UNRWA, UNICEF, WHO en WFP, eveneens ten behoeve van snelle beschikbaarheid en flexibiliteit.
  3. Crisisspecifieke bijdragen aan VN-organisaties, het Internationale Rode Kruis en subsidies aan Nederlandse NGO’s (Dutch Relief Alliance-DRA).
  4. Bijdragen ten behoeve van versterking van de responscapaciteit van lokale actoren en innovatie van het humanitaire systeem.
  5. Bijdragen ten behoeve van de integratie van specifieke thema’s in humanitaire hulp, zoals -geestelijke gezondheid en psychosociale steun en onderwijs.
  6. Bijdragen ten behoeve van de hervorming van het systeem voor internationale humanitaire hulpverlening.
  7. Bijdragen aan van programma’s voor migratie en ontwikkeling van IOM en maatschappelijke organisaties in Nederland ter bevordering van vrijwillige terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers uit ontwikkelingslanden.
  8. Bevorderen van dataverzameling –analyse inzake migratiestromen.
  9. Nederland subsidieert activiteiten gericht op migratiesamenwerking.
  10. Bijdragen aan een partnerschap met Wereldbank/IFC/ILO/UNICEF/UNHCR in een strategisch samenwerkingskader waarbinnen landen specifieke programma’s worden uitgewerkt, met de focus op onderwijs en werk voor vluchtelingen en kwetsbare lokale bevolking. Het partnerschap voorziet eveneens in een meer strategische beleidsdialoog met deze organisaties die een voortrekkersrol spelen bij de transformatie van een humanitaire naar een ontwikkelingsaanpak in landen die veel vluchtelingen opvangen. De bijdrage wordt in 2023 vernieuwd.
  11. Nederland werkt met ngo’s gericht op opvang en bescherming in de regio.

JenV

  1. In opdracht van het kabinet voert de politie activiteiten uit in het kader van internationale politiesamenwerking en de uitzending van politiefunctionarissen naar internationale (civiele) missies en operaties. Die activiteiten zijn voor een groot deel gebaseerd op de visie internationale politiesamenwerking en de bijbehorende strategische agenda. De politie zet hiervoor verschillende instrumenten in.

Defensie

  1. Voor een overzicht van de missies en operaties wordt verwezen naar de begroting van het ministerie van Defensie.

Beleidsthema 3: Effectieve Europese samenwerking

Algemeen

De algemene doelstelling is een effectieve Europese samenwerking om bij te dragen aan een slagvaardige, economisch sterke, weerbare en concurrerende Unie, want Europa is essentieel voor onze welvaart, vrijheid en veiligheid. Een proactieve en constructieve voortrekkersrol van Nederland, waarbij we samenwerken met andere lidstaten en internationale partners, is hierbij nodig. Door consequent en constructief optreden kan Nederland zijn invloed binnen de Europese Unie vergroten. Zo kan Nederland mede vorm geven aan ontwikkelingen in Europa die direct van invloed zijn op onze economische, sociale en politieke toekomst.

Beleidsinzet toegelicht

Europese samenwerking

Een assertieve opstelling van de EU is nodig om mondiale uitdagingen zoals klimaatverandering het hoofd te bieden en om impact te bereiken in landen buiten Europa. Om belangrijke maatschappelijke uitdagingen aan te gaan en weerbaar te zijn tegen de verschuivingen in het internationale speelveld zet het kabinet in op het versterken en eerlijker maken van de interne markt en het versnellen van de groene en digitale transities. De basis om deze uitdagingen het hoofd te bieden is: weerbare lidstaten die zich blijven versterken door middel van het doorvoeren van structurele hervormingen en voldoende investeringen van hoge kwaliteit met houdbare publieke overheidsfinanciën. Nederland staat constructief tegenover de modernisering van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) wanneer deze is gericht op de houdbaarheid van de schulden en gezamenlijke economische groei. Effectieve handhaving is hierbij een vereiste. De interne markt is de grootste afzetmarkt van de wereld. Een sterke interne markt is de basis van de economische groei en concurrentievermogen van de EU Met de interne markt als grootste afzetmarkt van de wereld is het de motor van de economische groei en concurrentievermogen van de EU. Om een sterk vestigingsklimaat voor internationale bedrijven, start-ups en scale-ups te behouden zet Nederland zich er voor in dat de EU een aantrekkelijke markt blijft voor (innovatieve) technologieën, producten en diensten. Deze opwaartse sociale en economische convergentie is van belang zodat lidstaten buffers opbouwen om ook in tijden van crisis te kunnen blijven investeren in zaken die bijdragen aan de welvaart van de EU, zoals de dubbele transitie of nieuwe uitdagingen op veiligheidsgebied. De economische weerbaarheid van de Unie staat opnieuw voor een grote uitdaging als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Het kabinet wil een voortrekkersrol nemen in de EU waarbij we samenwerken met andere lidstaten en internationale partners om bij te dragen aan een slagvaardige, economisch sterke, weerbare en concurrerende Unie.

Sancties

Nederland is voorstander van de versterking van het Europese sanctie-instrumentarium en draagt daaraan bij door de versterking van de sanctiecapaciteit op het Ministerie van Buitenlandse Zaken, zowel voor het ontwikkelen van nieuwe restrictieve maatregelen als voor de implementatie en naleving ervan in Nederland en de EU. Deze extra capaciteit biedt Nederland de mogelijkheid meer invloed uit te oefenen op een effectiever gebruik van het EU sanctie-instrumentarium als belangrijke pijler van het Europese buitenlandbeleid. Ook onderzoekt het kabinet de mogelijkheden om EU-sancties meer extraterritoriaal in te zetten en om secundaire sancties aan te nemen. Tot slot blijft het kabinet zich onverminderd inzetten voor frequenter gebruik van gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming (QMV) binnen het GBVB op onder andere het terrein van sancties.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ
03.01 Afdrachten aan de Europese Unie (HGIS-toerekening) 0 0 938.733 863.000 938.733 863.000
03.02 Europees ontwikkelingsfonds 179.482 179.482 131.506 131.506 100.313 100.313
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap 10.899 4.360 11.000 4.400 11.000 4.400
03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 4.511 0 4.993 0 4.788 0
03.05 Europese vredesfaciliteit 12.694 0 30.429 0 32.403 0
Toerekeningen
EU-begroting 421.305 357.212 0 0 0 0
Totaal 628.891 541.054 1.116.661 998.906 1.087.237 967.713

Financiële instrumenten

Toerekening EU afdrachten aan HGIS

  1. De EU-toerekening betreft het aan de HGIS toegeschreven "Nederlandse aandeel" van de begroting van de Europese Commissie. Hiervan worden diverse programma’s van de EU voor internationale samenwerking gefinancierd, waaronder het Nabuurschapsbeleid, het instrument voor Ontwikkelingssamenwerking, het budget voor Gemeenschappelijk Buitenland en Veiligheidsbeleid (GBVB) en Humanitaire hulp. Een deel van de uitgaven valt onder de ODA-criteria.

BZ

  1. Bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). Dit fonds is het instrument waarmee de Europese Unie de ontwikkelingssamenwerking met de landen in Afrika, het Carïbisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) en de landen en gebieden overzee (LGO) uitvoert, tot 2021. Het grootste deel van het EOF is bestemd voor de financiering van de steun aan nationale, regionale en lokale projecten en programma’s gericht op de economische en sociale ontwikkeling van die gebieden. Voor de financiering van programma’s in LGO is met ingang van 2021 een apart budget voorzien onder de EU-begroting. De aflopende bijdragen aan het EOF in 2022 en de jaren daarna betreffen betalingen op reeds aangegane verplichtingen vanuit het 10e en 11e EOF.
  2. Raad van Europa: Nederland beschouwt de Raad van Europa als een belangrijke hoeder van mensenrechten, democratie en rechtsstaat in heel Europa. Ook wil Nederland bijdragen aan verdergaande hervorming van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en aan een zorgvuldig voorbereide toetreding van de EU tot het EVRM. De Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging in Straatsburg speelt daarbij een centrale rol door goede betrekkingen en, indien opportuun, regelmatig overleg met het secretariaat van de Raad van Europa, permanente vertegenwoordigingen van andere lidstaten en met de Nederlandse delegatie in de Parlementaire Assemblee (PACE) van de Raad van Europa.
  3. Jaarlijkse bijdrage aan de Benelux Unie. De Benelux Unie dient twee doelen: het vervullen van een voortrekkersrol binnen de Europese Unie en grensoverschrijdende samenwerking, vooral op het gebied van economie, duurzame ontwikkeling en justitie/binnenlandse zaken. Daarnaast werkt Nederland in Benelux-verband ook samen op buitenlandpolitiek terrein.
  4. Subsidie aan European Institute for Public Administration (EIPA). Het EIPA heeft als doel het ontwikkelen van de capaciteiten van ambtenaren in het omgaan met EU-aangelegenheden.
  5. Bijdrage aan de Europese Vredesfaciliteit (EVF) voor de financiering van de gemeenschappelijke kosten van EU-missies en operaties, EU-bijdragen aan vredesoperaties en militaire capaciteitsopbouw in derde landen. De faciliteit dient ter versterking van het EU extern optreden en, conform de Nederlandse inzet, een bijdrage te leveren aan een meer geïntegreerde benadering van conflicten en crises binnen het EU-buitenlandbeleid.

Beleidsthema 4: Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

Algemeen

Het verlenen van goede consulaire diensten aan Nederlanders in nood in het buitenland, evenals het verstrekken van reisdocumenten aan Nederlanders in het buitenland. Daarnaast levert het kabinet een bijdrage aan een gereguleerd personenverkeer door de Nederlandse inbreng in het Europese visumbeleid en is het kabinet verantwoordelijk voor de visumverlening kort verblijf.

Het versterken van de Nederlandse cultuursector door internationale uitwisseling en presentatie; verbindingen leggen met economische diplomatie en andere prioriteiten van geïntegreerd buitenlandbeleid, zoals het mensenrechtenbeleid en veiligheidsbeleid.

Beleidsinzet toegelicht

Consulaire dienstverlening

Crisissituaties zoals Afghanistan, Oekraïne en de COVID-19 pandemie, hebben de noodzaak van goede en moderne consulaire dienstverlening onderstreept. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken blijft daarom werken aan het verbeteren van de consulaire dienstverlening aan Nederlandse reizigers en vakantiegangers, Nederlanders in nood en Nederlanders die buiten Nederland (gaan) wonen.

Nederlanders in het buitenland worden geconfronteerd met nieuwe veiligheidsrisico’s en regels rondom het internationale reisverkeer zijn aan veranderingen onderhevig. Dat zorgt voor een forse stijging van burgervragen en een veranderende informatiebehoefte. Ook in 2023 zullen de effecten hiervan nog steeds zichtbaar zijn. Ook al wordt er weer meer gereisd worden, sommige landen zullen reisrestricties blijven opleggen zolang de COVID-19 pandemie niet overal ter wereld onder controle is. In de reisadviezen wordt verwezen naar de overheidswebsite van het land zelf voor de meest actuele informatie. Samen met andere EU-lidstaten wordt gewerkt aan meer eenheid in de reisadviezen. Daarnaast zal het Ministerie van Buitenlandse zaken, gezien de grote impact van de pandemie en meerdere crises, de kwaliteit, helderheid en vindbaarheid van de reisadviezen verbeteren.

In 2023 worden de crisisprotocollen, de -infrastructuur en het evacuatiebeleid aangescherpt op basis van inzichten vanuit intern en extern uitgevoerde evaluaties. Zo werkt het Ministerie van Buitenlandse Zaken naar een crisisorganisatie zodat Nederlanders snel en efficiënt de hulp en informatie krijgen die ze nodig hebben. In 2023 wordt een kernteam opgeleid en zijn mensen getraind voor het geval een nieuwe crisis uitbreekt. Ook op dit vlak wordt ingezet op samenwerking met andere EU-lidstaten.

Cultuur

Kunst en cultuur geven betekenis aan onze internationale relaties; ze zorgen voor onderlinge verbondenheid en kweken goodwill. Met het vierjarig kader internationaal cultuurbeleid wordt dit gezocht in de (samenwerkings)relaties met Europese landen, grensoverschrijdende samenwerking en een aantal voor Nederland prioritaire landen in de rest van de wereld. Hiermee worden onder meer de (economische) belangen van de kunstensector en de creatieve industrie in het buitenland behartigd. Daarnaast speelt de internationale culturele samenwerking een rol ter bevordering van de SDG’s, versteviging van bilaterale relaties (mede in het kader van het restitutiebeleid ten aanzien van collecties met een koloniale context), alsmede andere prioriteiten van buitenlandbeleid.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ
04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland 17.974 0 14.792 0 9.223 0
04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren 19.762 0 26.392 0 18.170 0
04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 6.496 0 6.975 0 7.475 0
04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 21.884 1.943 22.885 136 20.110 136
OCW
08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken 480 0 480 0 480 0
14.71/76 Cultuur; subsidies 5.934 0 6.017 0 5.523 0
Totaal 72.530 1.943 77.541 136 60.981 136

Financiële instrumenten

BZ

  1. Verlenen van financiële- en niet financiële consulaire bijstand aan Nederlanders in nood en/of schrijnende gevallen.
  2. (Stille) diplomatie met oog op eerlijke rechtsgang voor Nederlandse gedetineerden en het adviseren en ondersteunen van Nederlandse gedetineerden door gedifferentieerde bezoekfrequentie.
  3. Verstrekken van reisadviezen en het bijstaan van Nederlanders in geval van crises; als dat noodzakelijk en mogelijk is, organiseren, waar mogelijk met partnerlanden, van evacuaties.
  4. Verstrekken van reisdocumenten en opmaken van consulaire akten en verklaringen.
  5. Consulaire informatiesystemen om de primaire consulaire processen te kunnen afhandelen.
  6. Loket buitenland: opzetten van een one-stop shop voor overheid gerelateerde zaken voor Nederlanders die in het buitenland verblijven.
  7. Behandelen van aanvragen voor visa kort verblijf en het beleid op dit terrein waaronder de inname van aanvragen voor MVV’s en het afnemen van inburgeringsexamens.
  8. Verrichten van legalisaties en uitvoeren van verificatieonderzoeken.
  9. Op verzoek van het Ministerie van Justitie en Veiligheid worden algemene en individuele ambtsberichten opgesteld, waarop door J&V mede het toelatings- en terugkeerbeleid wordt gebaseerd.
  10. Samenwerking met instanties in en buiten Nederland, de EU en internationale organisaties over o.a. wederzijdse visumvertegenwoordiging.
  11. Voor het beschermen van de mensenrechten van migranten, het voorkomen van irreguliere migratie, het tegengaan van mensensmokkel en -handel en het bevorderen van terugkeer en herintegratie is Nederland actief in onder meer de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM).
  12. Subsidieverlening via de posten aan Nederlandse cultuurmakers en -instellingen.
  13. Via publieksdiplomatie verstevigt Buitenlandse Zaken het netwerk van beleidsbeinvloeders die de besluitvorming op voor Nederland relevante beleidsterreinen kunnen beïnvloeden.
  14. De strategische inzet van Publieksdiplomatie door het postennetwerk en BZ versterkt de reputatie van Nederland bij een buitenlands publiek en daarmee de politieke- en economische positie. Zo waarborgen we de Nederlandse belangen en kunnen we ons waardenstelsel uitdragen.
  15. Subsidie ten behoeve van Instituut Clingendael voor trilateraal onderzoeksprogramma met Defensie en JenV. Daarnaast ook een opdracht ter ondersteuning van het China Kennisnetwerk en het Oost-Europa/Rusland Kennisplatform.
  16. Vanuit het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) worden eenmalige katalyserende activiteiten gefinancierd ter ondersteuning van de doelstellingen van het Nederlandse buitenlandbeleid. Dat kunnen ook activiteiten zijn voor COVID-19 ondersteuning.
  17. Voor bezoeken, ontvangsten en overige uitgaven hoogwaardigheidsbekleders, Corps Diplomatique en internationale organisaties wordt EUR 1 miljoen geraamd.
  18. Voor uitgaven ten behoeve van staatsbezoeken, officiële bezoeken en werkbezoeken van het Koninklijk Huis wordt EUR 2 miljoen geraamd.
  19. Opdrachtverlening aan CJIB voor verkeersnotificaties (vrijwillige bijdrage) na overtredingen buitenlandse diplomaten in Nederland.

OCW

  1. Het internationaal cultuurbeleid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de bewindspersonen van OCW en Buitenlandse Zaken. In de periode 2021-2024 gelden voor het internationaal cultuurbeleid drie doelen:

    1. een sterke positie van de Nederlandse culturele sector in het buitenland door zichtbaarheid, uitwisseling en duurzame samenwerking;
    2. het met Nederlandse cultuuruitingen ondersteunen van de bilaterale relaties met andere landen;
    3. het benutten van de kracht van de culturele sector en creatieve industrie voor de Sustainable Development Goals (SDG’s), met name in de verbinding met de BHOS-agenda in de focusregio’s.
  2. Voor de verwezenlijking van bovenstaande doelen wordt gekozen voor een meerjarige strategische inzet op 23 landen. Per land worden nadere afspraken gemaakt tussen betrokken spelers (o.a. diplomatieke posten, fondsen en Dutch Culture) over samenwerking en uitvoering. Door maatwerk per land worden cultuur en buitenlandprioriteiten met elkaar verbonden.

Beleidsthema 5: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

Algemeen

Versterken van het internationaal verdienvermogen van Nederland, nu en in de toekomst, verminderen van armoede en maatschappelijke ongelijkheid, bevorderen van duurzame inclusieve groei wereldwijd, waarbij wordt ingespeeld op mondiale transities. Nederland werkt aan een toekomstbestendig handels- en investeringssysteem, gebaseerd op hoge standaarden, Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO), vergroening van het handelsinstrumentarium, bevordering van de economische weerbaarheid en versterking van de private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden.

Beleidsinzet toegelicht

Investeren in een toekomstbestendig handels- en investeringssysteem

De nasleep van de COVID-pandemie en de invasie van Rusland in Oekraïne leiden tot negatieve economische gevolgen en zetten wereldwijd leveringsketens onder druk. Daarnaast blijft de EU en dus Nederland zich gesteld zien voor langetermijn-uitdagingen op handelspolitiek terrein. Nederland zal zich bilateraal, in EU-verband, plurilateraal en multilateraal blijven inzetten voor versterking van het op regels gebaseerde internationale handelssysteem, onder meer via hervorming van de WTO. In onze handelspolitieke inzet in 2023 hebben we aandacht voor het gelijke speelveld, open markten en open strategische autonomie. Daarbij hebben we ook oog voor twee transities (digitalisering en vergroening) die de potentie hebben om de wereldhandel de komende jaren stevig te veranderen.

Verdienvermogen en kracht van NL: verdienkansen nu en in de toekomst

Onze economische diplomatie en ons open handelsbeleid zorgen voor een krachtige economie, waarin een derde van ons BBP wordt verdiend aan de uitvoer van goederen en diensten. Om zo effectief mogelijk te zijn met onze publieke inzet leggen we de focus op 25 prioritaire markten met het meeste potentieel voor internationale handel. Daarbinnen hebben we extra aandacht voor kansen voor het midden en kleinbedrijf (MKB), startups/scale-ups en vrouwelijke ondernemers. Duurzaamheid en digitalisering zijn leidende thema’s in onze economische diplomatie en handelsinstrumentarium. Beide transities hebben de potentie om de wereldhandel en de concurrentiepositie van Nederland in de komende jaren stevig te beïnvloeden. Door met name hierop in te spelen kunnen we internationaal kansen ontwikkelen voor het Nederlandse verdienvermogen van overmorgen. De Nederlandse handelsinzet wordt duurzamer en toekomstgerichter. Zo worden exportkredieten voor fossiele energieprojecten in internationaal verband uitgefaseerd en wordt het handelsinstrumentarium vergroend. Innovatie, digitalisering en verduurzaming zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en vormen een integraal onderdeel van de handelsinzet van BHOS, in nauwe samenwerking met EZK, LNV en IenW. In de uitvoering zijn de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor handelsbevordering (RVO), Invest International en Atradius Dutch State Business voor internationale financiering en verzekering belangrijke partners voor het internationale bedrijfsleven. Bij de ontwikkeling en uitvoering van ons beleid werken we samen met partners uit het bedrijfsleven, binnen een geoptimaliseerd systeem van Publiek-Private Samenwerking op basis van een recent uitgevoerde evaluatie van het publiek-private landschap.

Budgettaire gevolgen van beleid

BHOS
01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 28.939 20.968 31.669 21.425 35.089 23.175
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie 105.214 0 93.567 0 86.665 0
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 415.502 413.504 430.509 428.229 517.910 515.630
EZK
1.55 Opdrachten 12 0 167 0 167 0
1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 2.481 0 2.848 0 2.835 0
2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen 0 0 0 0 0 0
2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 1.900 0 2.657 0 1.426 0
Totaal 554.048 434.472 561.417 449.654 644.092 538.805

Financiële instrumenten

BHOS

  1. Contributies aan internationale organisaties zoals OESO en WTO.
  2. Programma's ter bevordering van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
  3. Bijdragen aan beleidsondersteuning en –onderzoek en -evaluatie, alsmede incidentele projecten.
  4. Via verschillende kanalen wordt bijgedragen aan de bestrijding van kinderarbeid.
  5. Uitgaven ten behoeve van de bestrijding kinderarbeid vallen onder MVO en beleidsondersteuning ODA. Er wordt ingezet op drie terreinen: Een bijdrage aan de International Labour Organisation; subsidies via het door RVO uitgevoerde Fonds Bestrijding Kinderarbeid en een subsidie aan de Alliantie Stop Kinderarbeid.
  6. De regeling Starters International Business (SIB) bestaat uit individuele coaching-, missie- en kennisvouchers voor startende mkb-ondernemingen die de stap willen maken naar buitenlandse markten.
  7. Het Programma Strategische Beurzen voor steun aan collectieve promotionele activiteiten voor een succesvolle positionering van Nederlandse topsectoren en clusters in buitenlandse markten.
  8. Het instrument Partners for International Business (PIB) ondersteunt de structurele positionering van clusters van Nederlandse bedrijven, met name uit topsectoren, op voor Nederland kansrijke markten.
  9. Het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) biedt financiering voor investeringen en export van MKB en grote bedrijven, indien banken en andere financiële instellingen deze financiering niet bieden en er voldaan wordt aan de criteria die gelden voor publieke interventie.
  10. Het structurele budget voor projectontwikkeling van Invest International wordt gebruikt voor een subsidie aan Invest International. Via Invest International wordt DRIVE en haar voorganger ORIO ondersteund.
  11. Inzet op het terrein van (jeugd)werkgelegenheid met als hoofddoel het

    creëren van toekomstperspectief, middels fatsoenlijk werk en inkomen,

    voor 200.000 jongeren in het Midden-Oosten, Noord-Afrika, West-

    Afrika/Sahel en de Hoorn van Afrika. In lijn hiermee is het subsidieprogramma LEAD (Local Employment in Africa for Development) verlengd.

  12. Bijdrage aan het Dutch Good Growth Fund (DGGF) welke een revolverend fonds is, dat financiering verschaft voor ontwikkelingsrelevante en risicodragende investeringen en exporttransacties.

EZK

  1. Bijdragen aan internationale organisaties zoals de Universal Postal Union (UPU), de International Telecommunications Union (ITU) en de internationale organisaties Metrologie. Deze internationale organisaties hebben betrekking op postovergangen, radiofrequenties en metrologie.
  1. Bijdrage aan het permanente ondersteunende bureau van European Conference of Postal and Telecommunications Administrations (CEPT).
  1. Een jaarlijkse donatie aan het secretariaat van het Internet Governance Forum (IGF). Dit forum is een uitvloeisel van het VN-top World Summit on Information Society in 2005.
  1. Bijdragen aan internationale organisaties zoals de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en de World Intellectual Property Organization (WIPO).

Beleidsthema 6: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat

Algemeen

Verminderen armoede, duurzame ontwikkeling en het nakomen van de klimaatafspraken door: Toegenomen landbouwproductie en voedselzekerheid; Verbeterd waterbeheer, toegang tot veilig drinkwater en sanitatie; Ondersteunen klimaatacties ontwikkelingslanden: groene doorstart, energietransitie; verbeterde toegang tot energie en voorkomen ontbossing; Klimaatdiplomatie: verhogen mondiale ambities en versnellen acties; Verbeteren duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen

Beleidsinzet toegelicht

Internationale klimaatactie

Klimaatverandering vergt een mondiale aanpak. Daarom heeft Nederland een internationale klimaatstrategie als actieplan om de uitvoering van het Akkoord van Parijs te versnellen. De nadruk ligt op terreinen waar Nederland relatief het grootste verschil kan maken, zoals klimaatweerbaarheid in Afrika, de energietransitie in Afrika en Azië en bosbehoud in de tropen.

De klimaatcrisis raakt ontwikkelingslanden het hardst. Extra investeringen in klimaatbestendige en koolstofarme ontwikkeling zijn dan ook noodzakelijk. Daarom zet Nederland internationaal in op het mobiliseren van private klimaatfinanciering, op vergroening van het beleid van multilaterale banken en op meer financiering voor klimaatadaptatie. Nederland financiert klimaatprojecten in de armste en meest kwetsbare landen, bijv. via het Groene Klimaatfonds (GCF) en het nationale klimaatfonds (DFCD). Versterking van weerbaarheid tegen de gevolgen van klimaatverandering, het tegengaan van ontbossing en verbetering van toegang tot hernieuwbare energie zijn prioritair.

Voedselzekerheid en landbouw

Door klimaatverandering, conflict en COVID-19 zijn de doelen van SDG 2 (Zero Hunger) steeds verder uit zicht geraakt. Stijgende prijzen van voedsel, brandstof en kunstmest versterkten vanaf 2020 die trend. De oorlog in Oekraïne leidt tot verdere prijsstijgingen. Opvolging van de VN-voedseltop, met nadruk op een transitie naar meer duurzame voedselsystemen, is daarmee urgenter dan ooit.

Budgettaire gevolgen van beleid

BHOS
02.01 Voedselzekerheid 328.812 328.812 328.672 328.672 403.554 403.554
02.02 Water 189.997 189.997 187.619 187.619 201.367 201.367
02.03 Klimaat 238.681 237.402 290.269 288.439 308.589 306.994
IenW
11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water/Blue Deal) 11.575 0 24.447 0 18.697 0
14.01/03 Wegen en verkeersveiligheid 954 0 100 0 0 0
19.02 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal 6.371 0 3.469 0 3.602 0
23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF) 5.251 35 3.992 35 4.090 35
EZK
4.55 Opdrachten 156 0 840 0 297 0
4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 1.484 0 1.925 0 1.681 0
LNV
21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP) 10.850 4.333 11.686 7.544 11.486 7.544
22.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 1.740 0 1.934 0 1.774 0
23.75 Wageningen Research 0 0 3.704 0 3.304 0
Totaal 795.871 760.579 858.657 812.309 958.441 919.494

Financiële instrumenten

BHOS

  1. Via de bilaterale programma’s wordt door ambassades en hun publieke, private en maatschappelijke partners geïnvesteerd in de verduurzaming van de voedselproductie.
  2. Belangrijke activiteiten zijn het SNV-programma Climate Resilient Agriculture For Tomorrow, CRAFT (subsidie), het Pro-ARIDES Programma in West-Afrika (subsidie) en twee regionale programma’s van resp. IFAD en Wereldbank
  3. Via diverse internationale NGO’s worden programma’s gesteund die werken aan landbouwontwikkeling in meerdere landen, zoals het 2-Scale programma dat geleid wordt door het International Fertilizer Development Center (IFDC).
  4. Er wordt geïnvesteerd in samenwerkingsverbanden die kennis en kunde van de Nederlandse private sector, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties koppelen aan capaciteitsversterking in lage inkomenslanden, zoals via het kennisprogramma van het Netherlands Food Partnership en het door RVO uitgevoerde Land@scale programma.
  5. Met de bijdrage aan de Consultative Group on International Agricultural Research (CGIAR) wordt internationaal landbouwkundig- en voedingsonderzoek uitgevoerd.
  6. Via delegated cooperation worden EU-middelen (Desira) gecombineerd met Nederlandse middelen verstrekt aan WUR en World Vegetable Center voor onderzoek naar verbeterde groententeelt.
  7. Via de bilaterale programma’s in de focuslanden wordt door ambassades met subsidies en bijdragen aan publieke, private en maatschappelijke partners geïnvesteerd in vergroting van toegang tot gezond en nutriëntenrijk voedsel. Zo worden bijvoorbeeld in Benin en Burundi schoolkinderen dagelijks van gezonde maaltijden voorzien die geleverd worden door lokale boer(inn)en.
  8. Met de Global Alliance for Improved Nutrition (GAIN) en CARE (subsidies) wordt in Benin, Nigeria, Uganda, Kenia, Ethiopië en Mozambique ingezet op het substantieel vergroten van het aantal kwetsbare consumenten dat het gehele jaar door gezonde diëten kan consumeren.
  9. Met UNICEF (bijdrage) wordt in Niger, Burkina Faso, Sudan en Burundi gewerkt aan betere voeding voor jonge kinderen en hun moeders.
  10. Samenwerking met andere donoren en versterken van lokaal beleid wordt gestimuleerd door een Nederlandse bijdrage aan de Scaling Up Nutrition (SUN) movement.
  11. Met het nieuwe programma Reversing the Flow is een instrument ontwikkeld om de waterveiligheid van gemeenschappen in kwetsbare situaties te versterken. Activiteiten die door deze gemeenschappen zelf worden ontwikkeld, zullen in 2022 zijn gericht op het vergroten van weerbaarheid, incl. ‘bouwen met de natuur’.
  12. Het Wereldbank Global Water and Sanitation Partnership blijft in de huidige COVID-19 crisis een belangrijke speler bij het mobiliseren van kennis om de water- en sanitatie respons binnen de WB emergency respons (USD 14 miljard) en de daarop volgende recovery (USD 160 miljard) vorm te geven en lopende programma’s te herstructureren. Dit programma is binnen de WB ook van groot belang bij het adresseren van de water- en sanitatie- problematiek in de post-COVID-19 crisis.
  13. Binnen de Nederlandse inzet om klimaatverandering tegen te gaan staan adaptatie en weerbaarheid voorop. Hiervoor worden onder andere bijdrages gedaan aan programma's op het gebied van water, voedselzekerheid en ontbossing.
  14. Het blijft ook nodig kennis te ontwikkelen over de relatie tussen klimaatverandering, ontwikkelingssamenwerking en armoede. Daartoe wordt onder andere samengewerkt met WRI, PBL en de Commissie MER.
  15. Het nationale klimaatfonds Dutch Fund for Climate and Development (DFCD) versterkt de weerbaarheid van ontwikkelingslanden tegen klimaatverandering en draagt bij aan emissiereductie.
  16. Om klimaatdiplomatie te ondersteunen doet Nederland een bijdrage aan de Global Environment Facility, het Groene Klimaatfonds en de Climate Investment Funds. Nederland draagt voorts bij aan UN Environment (UNEP).
  17. Nederland benadrukt het belang van de transitie naar een circulaire economie voor het behalen van de klimaatdoelen.
  18. Nederland zet in op internationale multi-stakeholder partnerschappen om verantwoorde grondstoffenwinning in ontwikkelingslanden te vergroten en de klimaat-impact ervan te verkleinen.

IenW

  1. Uitvoering van Partners voor Water ten behoeve van het vergroten van waterveiligheid en waterzekerheid in de wereld met accent op negen deltalanden.
  2. Uitvoering Blue Deal, een internationaal programma van 21 waterschappen. Het doel van het programma Blue Deal heeft als doel: 20 miljoen mensen in 40 stroomgebieden wereldwijd helpen aan schoon, voldoende en veilig water. De focus ligt op het bieden van hulp, maar ook op het creëren van kansen voor het bedrijfsleven en leren van andere landen om het eigen werk in Nederland te blijven verbeteren.
  3. In het kader van de transities Circulaire Economie, Slimme en Duurzame Mobiliteit en Klimaatadaptatie draagt IenW op grond van internationale verdragen of andere internationale afspraken bij aan internationale organisaties, zoals aan UNEP, UNECE, het International Resource Panel (IRP) en het International Transport Forum (ITF). Tevens zijn er middelen gereserveerd voor de Nederlandse bijdrage in de gebruiksvergoeding van het Estec / Galileo Reference Center (GRC).
  4. Op grond van wet- en regelgeving en internationale afspraken betaalt Nederland contributiegelden aan de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) en het European Centre for Medium-Range Weather Forecasts (ECMWF). Deze intergouvernementele organisaties zijn van groot belang voor internationale samenwerking op het gebied van weer, klimaat, modelontwikkeling en data.

EZK

  1. Opdrachten rondom mondiale klimaatprojecten, zoals de jaarlijkse Conference of Parties (COP).
  2. Bijdragen en contributies aan internationale organisaties waardoor Nederland een actieve participatie heeft in diverse internationale energie- en klimaatgerelateerde organisaties en netwerken.

LNV

  1. Er zijn middelen gereserveerd ten behoeve van de jaarlijkse contributies voor internationale organisaties. De grootste contributie die hieruit bekostigd wordt, is die aan de Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO). Daarnaast zijn er middelen gereserveerd voor kleinere contributies aan verschillende internationale organisaties, zoals het United Nations Environment Program (UNEP).

Beleidsthema 7: Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)

Algemeen

Menselijke ontplooiing en het bevorderen van sociale gelijkheid en inclusieve ontwikkeling, door: het bijdragen aan seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) voor iedereen en een halt toe te roepen aan de verspreiding van hiv/aids; het versterken van primaire gezondheidssystemen voor betere toegang tot essentiële dienstverlening en weerbaarheid tegen pandemieën; het verbeteren van betaalbaarheid en toegankelijkheid van primaire gezondheidszorg; het bevorderen van vrouwenrechten en gendergelijkheid; versterking van het maatschappelijk middenveld en bevordering en bescherming van de politieke ruimte voor maatschappelijke organisaties; versterken van de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen, zodat zij hun stem kunnen laten horen; versterken van het onderwijs en daarmee bijdragen aan het vergroten van kansen en perspectieven voor jongeren; een toename van het aantal goed opgeleide professionals, versterking van beroeps en hoger onderwijs en het bevorderen van beleidsrelevant onderzoek.

Beleidsinzet toegelicht

Mondiale Gezondheid en SRGR

Het kabinet zet op het terrein van mondiale gezondheid extra in op Seksuele & Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR), het verbeteren van betaalbaarheid en toegankelijkheid van primaire gezondheidszorg. Dit wordt nader uitgewerkt in een Nederlandse Global Health Strategie. Vooruitgang, internationale verworvenheden en financiering op het terrein van SRGR inclusief hiv/aids, staan onder grote druk. Nederland blijft een donor met durf en zet nog sterker in op thema’s en doelgroepen die cruciaal zijn maar voor anderen vaak (te) gevoelig liggen, zoals veilige abortus, seksuele voorlichting en risicogroepen zoals LHBTIQ+-personen. Dit doen we door het financieren van (internationale) ngo’s en VN-organisaties als UNFPA en UNAIDS, die zich wereldwijd inzetten voor keuzevrijheid en via SRGR-partnerschappen (2021-2025). Er wordt naar mogelijkheden gekeken om impactvolle SRGR programma’s die in focuslanden en -regio’s worden uitgevoerd op te schalen.

Het kabinet combineert de extra financiële inzet met diplomatieke en politieke actie in EU, VN en op landenniveau. Voor versterking van veerkrachtige primaire gezondheidssystemen onderzoeken we hoe Nederland meer kan samenwerken met het bedrijfsleven, en investeren in innovatieve oplossingen. Het kabinet intensiveert in dat kader de samenwerking met de Global Financing Facility for Every Woman, Every Child (GFF) Ook zal het kabinet extra bijdragen aan versterking van de WHO, opdat die haar coördinerende rol binnen de mondiale gezondheidsarchitectuur beter kan vervullen. Middels inzet op versterking van gezondheidssystemen, draagt het kabinet ook bij aan pandemieparaatheid en -respons.

Gendergelijkheid en empowerment van vrouwen en meisjes

Het Nederlands buitenlands beleid kiest met het feministisch buitenlandbeleid voor gendergelijkheid gericht op 4 R’en: rechten (het beschermen van vrouwenrechten), resources (fondsen moeten ook vrouwen ten goede komen), representation (vrouwen moeten actief betrokken worden bij beleidsvorming en -uitvoering) en reality check (er zijn geen onverhoopte negatieve gevolgen voor vrouwen). Vrouwenrechten zijn mensenrechten. Daarom zorgen we ook voor een genderlens in programma’s die niet specifiek gericht zijn op vrouwen (gendermainstreaming). Daarnaast wordt ingezet op het bevorderen van kansen voor LHBTIQ+ groepen.

Budgettaire gevolgen van beleid

BHOS
03.01 Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten 533.472 532.047 579.119 577.508 530.578 528.967
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 52.077 52.077 51.643 51.643 51.667 51.667
03.03 Maatschappelijk middenveld 165.842 165.842 205.144 205.144 197.242 197.242
03.04 Onderwijs 74.042 74.042 69.550 69.550 69.550 69.550
OCW
06.70 Hoger beroepsonderwijs 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873
07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs 55.289 47.953 55.737 49.570 54.837 49.570
08.71 Internationaal onderwijs; Subsidies 235 0 342 0 342 0
08.76 Internationaal onderwijs; Bijdragen (inter)nationale organisaties: overige 0 0 0 0 0 0
16.70 Onderzoek en wetenschappen; NOW 454 454 454 454 454 454
VWS
09.10 Algemeen; Internationale samenwerking 3.868 0 3.868 0 3.868 0
Totaal 888.152 875.288 968.730 956.742 911.411 900.323

Financiële instrumenten

BHOS

  1. Een aantal internationale organisaties met mandaat op het gebied van gezondheid krijgt algemene vrijwillige en/of geoormerkte bijdragen (WHO, UNFPA, UNAIDS, GFATM, UNICEF, GAVI, GFF/WB).
  2. Onder subsidies wordt via het SRGR-partnerschappen programma gedurende de periode 2021-2025 zeven partnerschappen ondersteund, bestaande uit het Nederlands en zuidelijk maatschappelijk middenveld. Deze partnerschappen zijn gericht op capaciteitsversterking, waarbij de nadruk ligt op pleitbezorging voor het vergroten van kennis en toegang tot SRGR voor jongeren alsmede op meer respect voor SRGR van mensen aan wie deze nog wordt onthouden.
  3. Nederland blijft in ieder geval op korte termijn bijdragen aan het indammen van de COVID-19 pandemie via de Access to COVID-19 Tools Accelerator (ACT-A) en draagt bij aan het verbeteren van pandemieparaatheid en preventie.
  4. In 2021 zijn onder het SDG5 fonds (2021 ‒ 2025) drie nieuwe programma’s van start gegaan die zich specifiek richten op vrouwenrechten en gendergelijkheid: Leading from the South (LFS) II, Power of Women (POW) en Women, Peace and Security (WPS).
  1. Het POW programma is de opvolging van Funding Leadership Opportunities for Women (FLOW) II en wordt uitgevoerd door zes consortia van vrouwenrechtenorganisaties.
  2. Via het Accountability fonds worden lokale partners direct gesteund. Het Voice-fonds, geeft de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen een stem in tien geselecteerde landen en ondersteunt leeftijd-gediscrimineerde groepen.
  3. Het WPS programma is de opvolger van het Nationaal Actieplan 1325 (NAP)-programma en wordt uitgevoerd door consortia van NGO’s in het kader van het vierde Nationaal Actieplan 1325 (2021 ‒ 2025).
  4. De Nederlandse onderwijsinzet krijgt een verscherpte focus op beroeps- en hoger onderwijs. In 2023 wordt een nieuw, meerjarig beroeps- en hoger onderwijsprogramma gestart, gericht op de groei van een ondernemende, jonge en weerbare generatie met meer perspectief op de arbeidsmarkt en in de samenleving.
  5. Via het Global Partnership for Education (GPE) steunt Nederland onderwijsbeleid en structurele veranderingen in ontwikkelingslanden.
  6. Het Orange Knowledge Programme (OKP) wordt in 2023 afgerond.
  7. De Nederlandse bijdrage aan het Global Partnership for Education (GPE) wordt na afloop van het lopende contract (in 2025) beëindigd.

OCW

  1. Bijdragen aan internationale onderwijsinstellingen en organisaties ten behoeve van internationaal wetenschappelijk onderwijs en onderzoek.
  2. Bijdrage aan internationaal programma Wageningen UR International Soil and information Centre (ISRIC); Deze middelen zijn bij de start van het kabinet Rutte III overgeheveld vanuit het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

VWS

  1. In 2019 is door VWS een meerjarig partnerschap programma met de

    WHO gestart met als doel om samenwerking op de vraagstukken van

    antimicrobiële resistentie, grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen,

    niet-overdraagbare ziekten (NCDs), veiligheid van geneesmiddelen

    en medische hulpmiddelen en effectieve gezondheidssystemen

    te bevorderen.

Beleidsthema 8: Versterkte kaders voor ontwikkeling

Algemeen

Multilaterale samenwerking en inclusieve groei door versterkte multilaterale betrokkenheid en overige inzet; de inzet van cultuur en sport in ontwikkelingslanden om een sociale en kansrijke samenleving te stimuleren en het bevorderen van maatschappelijke betrokkenheid in Nederland. Tevens zetten we in op het bevorderen van migratiesamenwerking, het verbeteren van de perspectieven van vluchtelingen en gastgemeenschappen (met focus op bescherming, onderwijs en werk) en het verlenen van noodhulp ter leniging van humanitaire nood wereldwijd, via internationale en nationale partners.

Beleidsinzet toegelicht

Internationale Financiële Instellingen

Nederland draagt via algemene bijdragen aan multilaterale ontwikkelingsbanken en ontwikkelingsfondsen bij aan ontwikkelingssamenwerking.

Budgettaire gevolgen van beleid

BHOS
05.01 Multilaterale samenwerking 178.163 178.163 155.090 155.090 214.972 214.972
05.02 Overig armoedebeleid 93.067 87.495 135.470 124.696 98.100 94.447
05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen 0 0 43.972 43.972 72.917 72.917
Financiën
04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank) 0 0 22.287 22.287 22.022 22.022
04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank) 0 0 19.917 19.917 19.679 19.679
04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank) 44.200 44.200 219.550 219.550 266.480 266.480
04.52.01 Technische assistentie 1.133 0 1.881 0 1.881 0
Eerstejaarsopvang asielzoekers
Eerstejaarsopvang asielzoekers (toerekening) 0 0 0 0 0 0
37.02.20 COA (Eerstejaarsopvang asielzoekers) 302.637 302.637 699.570 699.570 590.320 590.320
01.70/01.75 Primair onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) 31.773 31.773 29.781 29.781 28.213 28.213
03.70 Voortgezet onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) 10.297 10.297 9.592 9.592 9.087 9.087
Totaal 661.270 654.565 1.337.110 1.324.455 1.323.671 1.318.137

Financiële instrumenten

BHOS

  1. Bijdragen aan VN-instellingen, zoals UNDP, UNICEF en UNIDO.
  2. Bijdragen aan de begrotingen van Internationale Financiële Instellingen (IFI's), waaronder regionale ontwikkelingsbanken zoals de African Development Bank (AfDB) en fondsen via middelenaanvullingen en kapitaalverhogingen.
  3. Bijdragen aan specifieke programma's, assistent deskundigenprogramma's en trustfondsen.
  4. Compensatie van de Wereldbank (IDA) en de regionale ontwikkelingsbanken voor schuldverlichting geeft ontwikkelingslanden de financiële ruimte om een sterker eigen armoedebeleid te voeren.
  5. Middelen die, in het licht van het AIV-advies (Sociale Bescherming in Afrika), zijn bedoeld voor het opzetten van een duurzaam programma omtrent cash transfers.
  6. Het ODA-budget wordt gecorrigeerd voor ontwikkelingen van het BNI. In het kader van behoedzaamheid en stabiliteit in de begroting worden groei en krimp niet direct vertaald in de OS-programmalijnen. Deze zogeheten BNI-ruimte kan immers weer toenemen of afnemen als in de loop van het jaar de raming wordt bijgesteld.

Financiën

  1. Bijdragen aan de begroting van de Internationale Financiële Instellingen (IFI’s) via middelen aanvulling, kapitaalverhogingen en specifieke programma’s of trustfondsen ter bestrijding van armoede in ontwikkelingslanden over een breed spectrum aan sectoren, o.a. op terrein van economische en sociale sectoren.
  2. Nederland ondersteunt een aantal multilaterale systeemorganisaties die, behalve dat zij direct werkzaam zijn op het terrein van armoedebestrijding, ook van groot belang zijn voor het effectief functioneren van het multilaterale kanaal en het versterken van armoedebeleid in ontwikkelingslanden. Het betreft de Wereldbank, UNDP en UNICEF.
  3. Daarnaast verleent het Ministerie van Financiën technische assistentie aan haar counterparts in de landen die behoren tot de Nederlandse kiesgroeplanden bij IMF, Wereldbank en European Bank for Reconstruction and Development (EBRD).

Eerstejaarsopvang asielzoekers

  1. Dit betreft de kosten van de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen, die aan het ODA-budget worden toegeschreven. De uitgaven worden verantwoord op de begrotingen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Met ingang van 2021 is de toerekening zichtbaar bij JenV en OCW.

Beleidsthema 9: Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven

Algemeen

Onder overige uitgaven zijn de uitgaven gegroepeerd die niet onder één van de beleidsinhoudelijke hoofdstukken kunnen worden ondergebracht. Dit betreft vooral de apparaatsuitgaven voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken waarbij het merendeel van de uitgaven bestemd is voor het postennet en de uitgaven voor attachés, die vanuit de verschillende vakdepartementen worden uitgezonden naar de Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland om met hun specifieke kennis mede invulling te geven aan het buitenlands beleid.

Beleidsinzet toegelicht

Postennet

Om in de komende kabinetsperiode de belangen van Nederland, Nederlandse burgers en ondernemers wereldwijd nog beter te bevorderen, is een veilig en sterk postennet noodzakelijk. Wij kijken daarbij naar de hele internationale keten: van posten tot aan de ankerpunten en ondersteuning bij Buitenlandse Zaken en rijksbreed. Dit vertaalt zich in prioritaire thema’s waarop personele versterking vanuit de coalitiemiddelen nodig is, binnen de posten in de EU-landen, in de ring rondom Europa, op de samenwerking met de VS maar ook in relatie tot China.

Het kabinet zet in op uitbreiding van de capaciteit op de posten en in het Ministerie van Buitenlandse Zaken langs de lijn van de belangrijke thema’s uit het coalitieakkoord: mensenrechten, veiligheid (cybersecurity, economische veiligheid), consulaire dienstverlening, economische diplomatie (internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen; IMVO en duurzaam internationaal verdienvermogen) en een focus op migratie, klimaat en Global Health. De extra capaciteit creëren we binnen het postennet maar ook bij directies. Bij de invulling wordt nadrukkelijk ook de behoefte, expertise en beschikbaarheid van de andere departementen op deze prioriteiten betrokken. Verder is besloten om het ambassadekantoor in Chisinau, Moldavië op te waarderen naar een ambassade.

Nederland heeft de afgelopen jaren internationaal voor grote uitdagingen gestaan. Dat vraagt om een permanente crisisstructuur, extra capaciteit die flexibel ingezet kan worden in het geval van een internationale crisis en versterking van de capaciteit voor de consulaire dienstverlening. De inrichting van een adequaat bemenst Departementaal Crisis Centrum, dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken op dit moment niet heeft, zorgt samen met een flexibele schil van medewerkers voor hogere gereedheid en paraatheid bij crises.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken versterkt bestaande posten door investeringen in informatiebeveiliging en cybersecurity, extra fysieke beveiligingsmaatregelen, meer capaciteit voor het ICT netwerk, ook bij uitval van reguliere verbindingen, meer aandacht voor informatiemanagement en meer beheer- en uitvoeringscapaciteit op de posten. Een sterker postennet is onlosmakelijk verbonden met de (beleids)ondersteuning vanuit Den Haag en heeft hier een sterk anker nodig. Dat betekent capaciteitsversterking voor een aantal directies voor een sterkere diplomatieke gereedstelling en bedrijfsvoeringsdirecties die ondersteunende diensten verlenen aan de posten.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ
05.01 Geheim 0 0 0 0 0 0
06.01 Nog onverdeeld (HGIS; reservering loon- en prijsbijstelling) 0 0 13.668 0 60.465 0
07.01 Apparaat (personeel en materieel) 822.922 298.286 1.034.782 314.908 921.949 314.908
JenV
91.01.01 Eigen personeel/attachés 2.165 0 2.095 0 2.095 0
BZK
02.01 Nationale veiligheid 314 0 433 0 541 0
11.01 Centraal apparaat (attachés) 209 0 216 0 216 0
OCW
95.01 Eigen personeel/attachés 589 0 2.405 0 3.305 0
FIN
01.03.03 Belastingdienst; eigen personeel (attachés) 1.152 0 1.192 0 1.192 0
01.04.04 Belastingdienst; ICT materieel (attachés) 371 0 384 0 384 0
21.01.01 Centraal apparaat (attachés) 1.167 0 1.208 0 1.208 0
DEF
08.02.11/12 Apparaatsuitgaven; Attachés 18.009 0 22.347 0 23.139 0
10 Centraal apparaat 0 0 0 0 0 0
11 Geheim 4.459 0 5.000 0 5.000 0
IenW
98.01 Apparaatsuitgaven (attachés personeel en materieel) 2.515 0 3.502 0 2.972 0
EZK
2.65 Baten- en lastendiensten (attachés innovatie) 7.057 0 10.617 0 9.808 0
2.65 Baten- en lastendiensten (attachés NFIA) 13.004 0 13.967 0 13.176 0
LNV
21.65 Bijdragen aan baten-lastendiensten (attachés) 0 0 0 0 0 0
24.65 Bijdrage aan agentschappen (attachés) 12.842 0 20.310 0 19.232 0
50 Apparaat (attachés) 5.652 0 2.237 0 2.237 0
SZW
96.20 Apparaatsuitgaven 543 0 809 0 809 0
VWS
10.30.21 Apparaatsuitgaven; Personele uitgaven (attachés) 1.367 0 1.520 0 1.720 0
10.30.22 Apparaatsuitgaven; Materiele uitgaven 1 0 250 0 1.000 0
Totaal 895.398 298.286 1.136.942 314.908 1.070.448 314.908

Financiële instrumenten

BZ

  1. Betreft de uitgaven die samenhangen met de HGIS-indexering en onvoorziene uitgaven.
  2. De apparaatsuitgaven van zowel het postennetwerk in het buitenland als het departement in Den Haag, exclusief de personele uitgaven voor de politieke leiding en vak-attachés van andere ministeries zijn hierin opgenomen. Het omvat de verplichtingen voor en uitgaven aan het ambtelijk personeel, de overige personele uitgaven en het materieel.

Diverse ministeries

  1. Uitgaven ten behoeve van attachés van verschillende ministeries. Het attaché-netwerk biedt Nederland permanente aanwezigheid in de wereld waarin attachés kansen identificeren en creëren, voorzien in informatie en kennis, relaties onderhouden en bouwen met verschillende partners, en de belangen van Nederland behartigen. Diverse ministeries zijn via vak-attachés vertegenwoordigd in het buitenland.
  1. Gezamenlijke aansturing van het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) door EZK en BHOS. De NFIA helpt en adviseert bedrijven uit het buitenland bij het opzetten, uitrollen en/of uitbreiden van hun internationale activiteiten in Nederland. De NFIA focust daarbij op het aantrekken van buitenlandse investeringen die bijdragen aan bestaande Nederlandse ecosystemen en clusters. De NFIA richt zich daarnaast op de promotie van Nederland in het buitenland als een land met een aantrekkelijk investerings- en vestigingsklimaat en speelt een actieve rol bij het in stand houden daarvan.

Bijlagen

Bijlage 1: De HGIS verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2022

HGIS-uitgaven
Stand Miljoenennota 2022 6.286,8 6.607,6 6.792,4 7.052,8 7.285,0 0,0
Macrobijstellingen (BNI/BBP-mutaties) 268,7 489,5 568,7 675,1 726,8 787,2
Eindejaarsmarge 169,5 30,7 15,0 0,0 0,0 0,0
Overboekingen van/naar HGIS 855,9 782,5 795,8 1.191,6 1.190,7 8.464,41
Intertemporele kasschuiven 178,9 ‒ 128,0 ‒ 82,0 0,0 31,1 0,0
Desalderingen 2,3 1,1 94,1 3,1 ‒ 3,7 ‒ 3,7
Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2023 (1) 7.762,0 7.783,5 8.184,1 8.922,6 9.229,9 9.247,9
HGIS-ontvangsten
Stand Miljoenennota 2022 152,1 129,1 151,4 152,9 149,5 0,0
Desalderingen en overboekingen 2,2 1,0 94,1 3,1 36,2 141,71
Totaal ontvangsten stand Miljoenennota 2023 (2) 154,3 130,1 245,4 156,0 185,8 141,8
Saldo HGIS-uitgaven en ontvangsten (1-2) 7.607,7 7.653,3 7.938,6 8.766,6 9.044,1 9.106,1
  1. Inclusief extrapolatie van het voorgaande jaar.

Bijlage 2a: De HGIS uitgaven horizontaal: meerjarencijfers per begroting

V Buitenlandse Zaken
01 Versterkte internationale rechtsorde
01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 51.060 17.316 54.942 16.889 49.305 16.889 49.265 16.889 49.345 16.889 49.345 16.889 49.345 16.889
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten 62.853 36.202 69.902 37.555 67.402 37.555 67.402 37.555 67.402 37.555 67.402 37.555 67.402 37.555
01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties 12.486 15.665 14.138 11.354 10.225 10.225 10.225
02 Veiligheid en stabiliteit
02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 13.504 15.810 15.455 15.455 15.230 15.140 15.140
02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 12.135 15.250 15.400 14.755 13.950 13.251 13.451
02.03 Wapenbeheersing 9.199 2.869 18.471 3.252 11.022 3.252 10.982 3.252 10.794 3.252 10.794 3.252 10.794 3.252
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 164.903 72.643 188.644 70.463 211.797 70.167 211.804 70.167 215.007 73.500 215.571 73.624 215.699 73.644
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 26.437 10.575 30.054 11.929 29.822 11.929 29.822 11.929 29.822 11.929 29.822 11.929 29.822 11.929
03 Effectieve Europese samenwerking
03.01 Afdrachten aan de Europese Unie (HGIS-toerekening) 938.733 863.000 938.733 863.000 938.733 863.000 938.733 863.000 938.733 863.000 938.733 863.000
03.02 Europees ontwikkelingsfonds 179.482 179.482 131.506 131.506 100.313 100.313 85.983 85.983 43.421 43.421 75.000 75.000 41.000 41.000
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap 10.899 4.360 11.000 4.400 11.000 4.400 11.000 4.400 11.000 4.400 11.000 4.400 11.000 4.400
03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 4.511 4.993 4.788 5.168 4.598 4.598 4.598
03.05 Europese vredesfaciliteit 12.694 30.429 32.403 40.496 44.059 44.959 48.742
04 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden
04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland 17.974 14.792 9.223 12.723 12.823 12.823 12.823
04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren 19.762 26.392 18.170 16.034 15.262 15.262 15.934
04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 6.496 6.975 7.475 7.500 8.794 8.794 8.794
04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 21.884 1.943 22.885 136 20.110 136 19.660 136 17.910 136 17.910 136 17.802 136
05.01 Geheim 0 0 0 0 0 0 0
06.01 Nog onverdeeld (HGIS; reservering loon- en prijsbijstelling) 0 13.668 60.465 59.964 86.246 101.947 127.228
07.01 Apparaat (personeel en materieel) 822.922 298.286 1.034.782 314.908 921.949 314.908 971.540 314.908 949.409 310.408 945.051 310.408 944.288 310.408
Totaal 1.449.201 623.676 2.644.893 1.454.038 2.538.970 1.422.549 2.579.640 1.408.219 2.544.030 1.364.490 2.587.627 1.396.193 2.582.820 1.362.213
VI Justitie en Veiligheid
31 Nationale politie
31.03.02 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties 7.501 7.501 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600
33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding
33.03.01 Opsporing en vervolging; NFI 802 821 821 821 821 821 821
33.03.03 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname 5 5 200 200 200 200 200 200 200 200 200 200 200 200
36 Contraterrorisme en Nationaal veiligheidsbeleid
36.02.05 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding 0 423 423
37 Migratie
37.02.20 COA (Eerstejaarsopvang asielzoekers) 302.637 302.637 699.570 699.570 590.320 590.320 595.802 595.802 595.040 595.040 600.443 600.443 608.518 608.518
91 Apparaatsuitgaven kerndepartement
91.01.02 Europol en Eurojust 14.027 23.237 23.237 23.237 23.237 23.237 23.237
91.01.02 WIPO 231 386 386 386 386 386 386
91.01.01 Eigen personeel/attachés 2.165 2.095 2.095 2.095 2.095 2.095 2.095
Totaal 327.368 310.143 735.332 708.370 626.082 599.120 631.141 604.602 630.379 603.840 635.782 609.243 643.857 617.318
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
02.01 Nationale veiligheid 314 433 541
11.01 Centraal apparaat (attachés) 209 216 216 216 216 216 216
Totaal 523 0 649 0 757 0 216 0 216 0 216 0 216 0
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
01 Primair onderwijs
01.70/01.75 Primair onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) 31.773 31.773 29.781 29.781 28.213 28.213 27.429 27.429 27.429 27.429 27.429 27.429 27.429 27.429
03 Voortgezet onderwijs
03.70 Voortgezet onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) 10.297 10.297 9.592 9.592 9.087 9.087 8.835 8.835 8.835 8.835 8.835 8.835 8.835 8.835
06 Hoger Beroepsonderwijs
06.70 Hoger beroepsonderwijs 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873
07 Wetenschappelijk Onderwijs
07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs 55.289 47.953 55.737 49.570 54.837 49.570 53.918 49.570 53.918 49.570 53.918 49.570 53.918 49.570
08 Internationaal onderwijsbeleid
08.71 Internationaal onderwijs; Subsidies 235 342 342 342 342 342 342
08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken 480 480 480 480 480 480 480
14.71/76 Cultuur; subsidies 5.934 6.017 5.523 6.511 4.617 4.617 4.617
16 Onderzoek en wetenschappen
16.70 Onderzoek en wetenschappen; NOW 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454
95 Apparaatskosten
95.01 Eigen personeel/attachés 589 2.405 3.305 3.957 3.957 3.957 3.957
Totaal 107.924 93.350 107.681 92.270 105.114 90.197 104.799 89.161 102.905 89.161 102.905 89.161 102.905 89.161
IXB Financiën
01 Belastingen
01.03.03 Belastingdienst; eigen personeel (attachés) 1.152 1.192 1.192 1.192 1.192 1.192 1.192
01.04.04 Belastingdienst; ICT materieel (attachés) 371 384 384 384 384 384 384
02 Financiële markten
02.00.44 Financiële markten; opdrachten 850
04 Internationale financiële betrekkingen
04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank) 0 0 22.287 22.287 22.022 22.022 0 0 0 0 0 0 0 0
04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank) 0 0 19.917 19.917 19.679 19.679 19.080 19.080 0 0 0 0
04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank) 44.200 44.200 219.550 219.550 266.480 266.480 315.290 315.290 361.080 361.080 359.438 359.438 270.894 270.894
04.52.01 Technische assistentie 1.133 1.881 1.881 1.881 1.881 1.881 1.881
21.01.01 Centraal apparaat (attachés) 1.167 1.208 1.208 1.208 1.208 1.208 1.208
Totaal 48.023 44.200 267.269 261.754 312.846 308.181 339.035 334.370 365.745 361.080 364.103 359.438 275.559 270.894
X Defensie
01 Opdracht inzet
01.01.23 Internationale inzet (BIV) 149.442 3.000 275.610 202.751 209.163 413.412 443.857 189.488
08 Defensie Ondersteuningscommando
08.02.11/12 Apparaatsuitgaven; Attachés 18.009 22.347 23.139 21.482 21.506 21.448 21.448
09 Algemeen; Civielrechtelijke regeling Srebrenica 2020 10.726 31.140 300 300 300 300 300
11 Geheim 4.459 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000
Totaal 182.636 3.000 334.097 0 231.190 0 235.945 0 440.218 0 470.605 0 216.236 0
XII Infrastructuur en Waterstaat
11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water/Blue Deal) 11.575 24.447 18.697 14.452 13.452 13.252 13.252
14.01/03 Wegen en verkeersveiligheid 954 100
17.01 Luchtvaart (ICAO) 1.454 1.311 1.311 1.311 1.311 1.311 1.311
18.01 Scheepvaart en havens (CCR) 1.079 1.081 1.081 1.081 1.081 1.081 1.081
19.02 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal 6.371 3.469 3.602 4.344 4.344 4.344 4.344
23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF) 5.251 35 3.992 35 4.090 35 4.087 35 4.087 35 3.387 35 3.387 35
98.01 Apparaatsuitgaven (attachés personeel en materieel) 2.515 3.502 2.972 2.264 2.264 2.264 2.264
Totaal 29.199 35 37.902 35 31.753 35 27.539 35 26.539 35 25.639 35 25.639 35
XIII Economische Zaken en Klimaat
1 Goed functionerende economie en markten
1.55 Opdrachten 12 167 167 167 167 167 167
1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 2.481 2.848 2.835 2.835 2.849 2.849 2.849
2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen
2.65 Baten- en lastendiensten (attachés innovatie) 7.057 10.617 9.808 9.340 9.235 9.235 9.235
2.65 Baten- en lastendiensten (attachés NFIA) 13.004 13.967 13.176 11.700 11.380 11.380 11.380
2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 1.900 2.657 1.426 1.426 1.426 1.426 1.426
4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening
4.55 Opdrachten 156 840 297 347 347 347 347
4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 1.484 1.925 1.681 1.681 1.681 1.681 1.681
40 Apparaat (attachés) 1.060
Totaal 27.154 0 33.021 0 29.390 0 27.496 0 27.085 0 27.085 0 27.085 0
XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
21 Land- en tuinbouw
21.65 Bijdragen aan baten-lastendiensten (attachés)
21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP) 10.850 4.333 11.686 7.544 11.486 7.544 11.486 7.544 11.486 7.544 11.486 7.544 11.486 7.544
22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken
22.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 1.740 1.934 1.774 1.774 1.774 1.774 1.774
23 Kennis en Innovatie
23.75 Wageningen Research 3.704 3.304 3.704 3.704 3.704 3.704
24 Uitvoering en toezicht
24.65 Bijdrage aan agentschappen (attachés) 12.842 20.310 19.232 19.232 19.263 19.324 19.324
50 Apparaat (attachés) 5.652 2.237 2.237 2.237 2.237 2.237 2.237
Totaal 31.084 4.333 39.871 7.544 38.033 7.544 38.433 7.544 38.464 7.544 38.525 7.544 38.525 7.544
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid
02.24 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS 7 9 9 9 9 9 9
96.20 Apparaatsuitgaven 543 809 809 809 556 556 556
Totaal 550 0 818 0 818 0 818 0 565 0 565 0 565 0
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport
02.10 Curatieve zorg; Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg 2.166 657
09.10 Algemeen; Internationale samenwerking 3.868 3.868 3.868 3.868 3.868 3.868 3.868
10.30.21 Apparaatsuitgaven; Personele uitgaven (attachés) 1.367 1.520 1.720 1.720 1.320 1.320 1.320
10.30.22 Apparaatsuitgaven; Materiele uitgaven 1 250 1.000
Totaal 7.402 0 6.295 0 6.588 0 5.588 0 5.188 0 5.188 0 5.188 0
XVII Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking
01 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 28.939 20.968 31.669 21.425 35.089 23.175 34.874 23.175 32.904 23.175 33.139 23.175 33.356 23.175
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie 105.214 93.567 86.665 86.165 86.165 86.165 86.165
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 415.502 413.504 430.509 428.229 517.910 515.630 482.357 480.077 504.850 502.570 561.350 559.070 571.350 569.070
02 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
02.01 Voedselzekerheid 328.812 328.812 328.672 328.672 403.554 403.554 404.688 404.688 439.295 439.295 439.295 439.295 439.295 439.295
02.02 Water 189.997 189.997 187.619 187.619 201.367 201.367 207.026 207.026 223.014 223.014 233.714 233.714 233.714 233.714
02.03 Klimaat 238.681 237.402 290.269 288.439 308.589 306.994 338.755 336.755 459.088 457.318 483.873 482.318 470.873 469.318
03 Sociale vooruitgang
03.01 Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten 533.472 532.047 579.119 577.508 530.578 528.967 536.899 535.288 561.784 560.173 551.784 550.173 556.784 555.173
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 52.077 52.077 51.643 51.643 51.667 51.667 51.743 51.743 52.439 52.439 52.439 52.439 52.439 52.439
03.03 Maatschappelijk middenveld 165.842 165.842 205.144 205.144 197.242 197.242 197.434 197.434 199.206 199.206 219.206 219.206 219.206 219.206
03.04 Onderwijs 74.042 74.042 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550
04 Vrede, veiligheid, en duurzame ontwikkeling
04.01 Humanitaire hulp 431.360 427.918 512.279 511.262 554.017 553.000 520.017 519.000 520.017 519.000 520.017 519.000 520.017 519.000
04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 174.060 174.060 219.000 219.000 304.000 304.000 304.000 304.000 354.000 354.000 357.000 357.000 357.000 357.000
04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling 179.102 179.097 220.635 220.635 215.695 215.695 218.295 218.295 240.443 240.443 235.243 235.243 235.243 235.243
05 Multilaterale samenwerking en overige inzet
05.01 Multilaterale samenwerking 178.163 178.163 155.090 155.090 214.972 214.972 223.585 223.585 234.751 234.751 234.751 234.751 234.751 234.751
05.02 Overig armoedebeleid 93.067 87.495 135.470 124.696 98.100 94.447 114.329 108.693 114.545 107.664 113.001 107.635 112.972 107.606
05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen 0 0 43.972 43.972 72.917 72.917 350.683 350.683 649.169 649.169 781.118 781.118 1.136.543 1.136.543
Totaal 3.188.330 3.061.424 3.554.207 3.432.884 3.861.912 3.753.177 4.140.400 4.029.992 4.741.220 4.631.767 4.971.645 4.863.687 5.329.258 5.221.083
LXXXVI Algemeen
55.02 Reservering Vredespaleis 53.000
55.02 Reservering kasschuif IDA
Totaal 53.000
Toerekeningen
EU-begroting 421.305 357.212
Eerstejaarsopvang asielzoekers (toerekening)
Totaal 421.305 357.212 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
TOTAAL UITGAVEN 5.820.699 4.497.373 7.762.035 5.956.895 7.783.453 6.180.803 8.184.050 6.473.923 8.922.554 7.057.917 9.229.885 7.325.301 9.247.853 7.568.248

Bijlage 2b: De HGIS ontvangsten horizontaal: meerjarencijfers per begroting

V Buitenlandse Zaken
2 Veiligheid en stabiliteit
10 Doorberekening Defensie diversen 242 242 242
40 Restituties contributies 0 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
3 Europese samenwerking
30 Restitutie Raad van Europa 196 250 250 250 250 250 250
4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
10 Consulaire dienstverlening aan Nederlanders 13.975 9.200 9.200 21.000 21.000 21.000 21.000
20 Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen 13.768 37.500 34.300 45.600 51.500 51.500 51.500
40 Doorberekening Defensie diversen 74 74 74 874 874 874 874
41 Ontvangsten verkeersnotificaties 265 200 200 200 200 200 200
5 Geheim
10 Geheim
7 Apparaat
10 Diverse ontvangsten 56.147 49.471 31.671 124.671 33.671 28.571 28.571
11 Koersverschillen
Totaal 84.425 97.695 76.695 193.595 108.737 103.637 103.637
IXB Financiën
04.50.03 Ontvangsten IFI's 2.387 1.998 1.954 1.876 1.719 1.639 1.639
Totaal 2.387 1.998 1.954 1.876 1.719 1.639 1.639
X Defensie
01.01.01 Internationale inzet/BIV 5.476 1.407 1.407 1.407 1.407 54.407 1.408
Totaal 5.476 1.407 1.407 1.407 1.407 54.407 1.408
XIII Economische Zaken en Klimaat
01 goed functionerende markten/04 Een doelmatige energievoorziening 39
Totaal 39 0 0 0 0 0 0
XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
11 Voedselzekerheid 1
Totaal 1 0 0 0 0 0 0
XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
1 Duurzame economische ontwikkeling, handel en ontwikkeling
1.10 ontvangsten internationaal ondernemen 10.176 3.264 3.264 3.264 3.264 3.264 3.264
1.30/40 ontvangsten DGGF 9.054 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000
5 Multilaterale samenwerking en overige inzet
5.20 Ontvangsten en restituties m.b.t. leningen 25.019 24.134 20.960 16.174 15.002 11.712 7.658
5.21 Ontvangsten OS 16.028 21.176 21.176 24.426 21.176 21.176 21.176
5.22 koersverschillen
5,23 Diverse ontvangsten non-ODA 1.723 1.730 1.730 1.730 1.730
Totaal 62.000 53.304 50.130 48.594 44.172 39.152 35.098
TOTAAL ONTVANGSTEN 154.328 154.404 130.186 245.472 156.035 198.835 141.782

Bijlage 3: De non-ODA uitgaven naar beleidsthema

1. Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid
BZ 01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 33.744 38.053 32.416 V-01.01
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten 26.651 32.347 29.847 V-01.02
01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties 12.486 15.665 14.138 V-01.03
Algemeen 55.02 Reservering Vredespaleis 0 0 0 LXXXVI-55.02
JenV 33.03.01 Opsporing en vervolging; NFI 802 821 821 VI-33.03.10
91.01.02 WIPO 231 231 386 VI-91.01.09
91.01.02 Europol en Eurojust 14.027 23.237 23.237 VI-91.01.07
Financiën 02.00.44 Financiële markten; opdrachten 0 850 0 IX-02.00.44
IenW 17.01 Luchtvaart (ICAO) 1.454 1.311 1.311 XII-17.01
18.01 Scheepvaart en havens (CCR) 1.079 1.081 1.081 XII-18.01
SZW 02.24 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS 7 9 9 XV-02.24
VWS 02.10 Curatieve zorg; Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg 2.166 657 0 XVI-02.11
04.40 Zorgbreed beleid; inrichten uitvoeringsactiviteiten 0 0 0 XVI-04.40
Subtotaal 92.647 114.262 103.246
2. Vrede, veiligheid en stabiliteit
BZ 02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 13.504 15.810 15.455 V-02.01
02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 12.135 15.250 15.400 V-02.02
02.03 Wapenbeheersing 6.330 15.219 7.770 V-02.03
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 92.260 118.181 141.630 V-02.04
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 15.862 18.125 17.893 V-02.05
BHOS 04.01 Humanitaire hulp 3.442 1.017 1.017 XVII-04.01
JenV 33.01.01 Apparaat Openbaar ministerie 0 0 0 VI-31.02.21
36.02.05 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding 0 423 423 VI-36.02.58
Defensie 01.01.23 Internationale inzet (BIV) 146.442 275.610 202.751 X-01.01.01
09 Algemeen; Civielrechtelijke regeling Srebrenica 2020 10.726 31.140 300 X-09.01
Subtotaal 300.701 490.775 402.639
3. Effectieve Europese samenwerking
BZ 03.01 Afdrachten aan de Europese Unie (HGIS-toerekening) 0 75.733 75.733
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap 6.539 6.600 6.600 V-03.03
03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 4.511 4.993 4.788 V-03.04
03.05 Europese vredesfaciliteit 12.694 30.429 32.403 V-03.05
Toerek. EU-begroting 64.093 0 0 Toerekening
Subtotaal 87.837 117.755 119.524
4. Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
BZ 04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland 17.974 14.792 9.223 V-04.01
04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren 19.762 26.392 18.170 V-04.02
04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 6.496 6.975 7.475 V-04.03
04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 19.941 22.749 19.974 V-04.04
OCW 08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken 480 480 480 XIII-08.77
14.71/76 Cultuur; subsidies 5.934 6.017 5.523 XIII-14.71
Subtotaal 70.587 77.405 60.845
5. Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
BHOS 01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 7.971 10.244 11.914 XVII-01.01
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie 105.214 93.567 86.665 XVII-01.02
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 1.998 2.280 2.280 XVII-01.03
EZK 1.55 Opdrachten 12 167 167 XIII-11.55
1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 2.481 2.848 2.835 XIII-11.95
2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 1.900 2.657 1.426 XIII-13.95
Subtotaal 119.576 111.763 105.287
6. Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
BHOS 02.03 Klimaat 1.279 1.830 1.595 XVII-02.03
IenW 11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water/Blue Deal) 11.575 24.447 18.697 XII-11.01
19.02 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal 6.371 3.469 3.602 XII-19.02
23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF) 5.216 3.957 4.055 XII-23.01
14.01/03 Wegen en verkeersveiligheid 954 100 0
EZK 4.55 Opdrachten 156 840 297 XIII-04.55
4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 1.484 1.925 1.681 XIII-04.95
LNV 21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP) 6.517 4.142 3.942 XIV-21.95
22.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 1.740 1.934 1.774 XIV-22.95
23.75 Wageningen Research 0 3.704 3.304 XIV-23.75
Subtotaal 35.292 46.348 38.947
7. Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)
BHOS 03.01 Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten 1.425 1.611 1.611 XVII-03.01
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 0 0 0
03.04 Onderwijs 0 0 0 XVII-03.04
OCW 07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs 7.336 6.167 5.267 VIII-07.70/76
08.71 Internationaal onderwijs; Subsidies 235 342 342 VIII-08.71
VWS 09.10 Algemeen; Internationale samenwerking 3.868 3.868 3.868 XVI-09.12.10
Subtotaal 12.864 11.988 11.088
8. Versterkte kaders voor ontwikkeling
BHOS 05.02 Overig armoedebeleid 5.572 10.774 3.653 XVII-05.02
Financiën 04.52.01 Technische assistentie 1.133 1.881 1.881 IX-04.52.01
Subtotaal 6.705 12.655 5.534
9. Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven
BZ 05 Geheim 0 0 0 V-05.01
06 Nominaal en onvoorzien 0 13.668 60.465 V-06.01
07 Apparaat 524.636 719.874 607.041 V-07.01
Div. dept. Attachés 72.476 88.492 88.034 Div. Begrotingen
Subtotaal 597.112 822.034 755.540
Totaal non-ODA 1.323.321 1.804.985 1.602.650

Bijlage 4: De ODA-uitgaven naar beleidsthema

1. Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid
BZ 01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 17.316 16.889 16.889 V-01.01
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten 36.202 37.555 37.555 V-01.02
JenV 33.03.03 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname 5 200 200 VI-33.03.39
Subtotaal 53.523 54.644 54.644
2. Vrede, veiligheid en stabiliteit
BZ 02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 0 0 0 V-02-01
02.03 Wapenbeheersing 2.869 3.252 3.252 V-02.03
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 72.643 70.463 70.167 V-02.04
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 10.575 11.929 11.929 V-02.05
BHOS 04.01 Humanitaire hulp 427.918 511.262 553.000 XVII-04.01
04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 174.060 219.000 304.000 XVII-04.02
04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling 179.097 220.635 215.695 XVII-04.03
04.04 Noodhulpfonds 0 0 0 XVII-04.04
JenV 31.03.02 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties 7.501 8.600 8.600 VI-31.03.21
Defensie 01.01.23 Internationale inzet (BIV) 3.000 0 0 X-01.01.23
Subtotaal 877.663 1.045.141 1.166.643
3. Effectieve Europese samenwerking
BZ 03.01 Afdrachten aan de Europese Unie (HGIS-toerekening) 0 863.000 863.000 V-03.01
03.02 Europees ontwikkelingsfonds 179.482 131.506 100.313 V-03.02
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap 4.360 4.400 4.400 V-03.03
Toerek. EU-begroting 357.212 0 0 Toerekening
Subtotaal 541.054 998.906 967.713
4. Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
BZ 04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 1.943 136 136 V-04.04
Subtotaal 1.943 136 136
5. Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
BHOS 01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 20.968 21.425 23.175 XVII-01.01
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie 0 0 0 XVII-01.02
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 413.504 428.229 515.630 XVII-01.03
Subtotaal 434.472 449.654 538.805
6. Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
BHOS 02.01 Voedselzekerheid 328.812 328.672 403.554 XVII-02.01
02.02 Water 189.997 187.619 201.367 XVII-02.02
02.03 Klimaat 237.402 288.439 306.994 XVII-02.03
IenW 23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF) 35 35 35 XII-23.01
LNV 21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP) 4.333 7.544 7.544 XIV-21.95
Subtotaal 760.579 812.309 919.494
7. Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)
BHOS 03.01 Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten 532.047 577.508 528.967 XVII-03.01
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 52.077 51.643 51.667 XVII-03.02
03.03 Maatschappelijk middenveld 165.842 205.144 197.242 XVII-03.03
03.04 Onderwijs 74.042 69.550 69.550 XVII-03.04
OCW 06.70 Hoger beroepsonderwijs 2.873 2.873 2.873 VIII-06.70
07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs 47.953 49.570 49.570 VIII-07.70/76
16.70 Onderzoek en wetenschappen; NOW 454 454 454 VIII-16.70
Subtotaal 875.288 956.742 900.323
8. Versterkte kaders voor ontwikkeling
BHOS 05.01 Multilaterale samenwerking 178.163 155.090 214.972 XVII-05.01
05.02 Overig armoedebeleid 87.495 124.696 94.447 XVII-05.02
05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen 0 43.972 72.917 XVII-05.04
Financiën 04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank) 0 22.287 22.022 IXB-04.50.07
04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank) 0 19.917 19.679 IXB-04.50.08
04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank) 44.200 219.550 266.480 IXB-04.50.09
Toerek. Eerstejaarsopvang asielzoekers (toerekening) 0 0 0 Toerekening
37.02.20 COA (Eerstejaarsopvang asielzoekers) 302.637 699.570 590.320 VI-37.02.20
01.70/01.75 Primair onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) 31.773 29.781 28.213 VIII-01.70/75
03.70 Voortgezet onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) 10.297 9.592 9.087 VIII-03.70
Subtotaal 654.565 1.324.455 1.318.137
9. Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven
BZ 07.01 Apparaat (personeel en materieel) 298.286 314.908 314.908 V-07.01
Subtotaal 298.286 314.908 314.908
Totaal ODA binnen HGIS 4.497.373 5.956.895 6.180.803
ODA buiten HGIS
TOTAAL ODA 4.497.373 5.956.895 6.180.803

Bijlage 5: De geplande ODA-uitgaven binnen de BHOS-begroting per regio in 2023

Zoals aangekondigd in de BHOS-beleidsnota 2022 ‘Doen waar Nederland goed in is’, blijft het kabinet zich de komende periode richten op de drie focusregio’s: Sahel, Hoorn van Afrika, en Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA). Binnen deze regio’s gaat bijzondere aandacht uit naar de meest fragiele en arme landen. Deze HGIS-bijlage geeft jaarlijks een overzicht van de thematische gedelegeerde budgetten per land en van de toegerekende verwachte centrale bestedingen per regio, uitgesplitst naar de beleidsthema’s van de BHOS-begroting.

De tabel toont bij elke regio eerst de landen waar sprake is van een naar de ambassade te delegeren thematisch landenbudget (en soms ook een gedelegeerd regionaal budget). Vervolgens worden voor de hele regio per thema de verwachte centrale bestedingen aangegeven. Naast uitgaven in de focusregio’s, zijn de gedelegeerde middelen en de verwachte centrale bestedingen opgenomen voor «Overig Afrika», «Overig Azië» en «Overige landen». Aangevuld met de categorie «Wereldwijd/niet gespecificeerd» omvat de tabel het totaal van de ODA-uitgaven binnen de BHOS-begroting.

De in de tabel opgenomen inzet van centrale middelen in de regio’s moet gezien worden als een indicatie. Deze beperking heeft te maken met de aard van de bestedingen. Centrale thematische programma’s zijn doorgaans niet op één land of regio gericht (in tegenstelling tot de gedelegeerde middelen) en hebben meestal een meerjarig karakter. Veel programma’s werken met een landenlijst waarbij vooraf niet vast staat in welke landen van de lijst deze middelen zullen worden benut.

De toerekening aan regio’s van centrale bestedingen is op basis van de samenstelling van het huidige portfolio van projecten en programma’s. Er is geen rekening gehouden met eventuele nieuwe initiatieven naar aanleiding van bijvoorbeeld de BHOS-beleidsnota 2022 in de focusregio’s die in de loop van 2022 en in 2023 worden gestart. Om in deze situatie toch een realistische inschatting te maken, is voor elke lopende activiteit van meer dan EUR 1 miljoen de huidige geografische verdeling nagegaan1, rekening houdend met zowel gerealiseerde en lopende uitgaven als verwachte uitgaven in de pijplijn. Deze indicatieve verdeling over landen en regio’s van de huidige portefeuille is vervolgens toegepast op de betreffende centrale thematische budgetten voor 2023.

Een belangrijk deel van de centrale middelen wordt ingezet voor programma’s en organisaties waarbij de geografische focus vanwege de aard van het werk niet (vooraf) is vastgesteld. Deze thematische inzet is in de tabel opgenomen onder de categorie Wereldwijd/niet gespecificeerd. Binnen deze categorie vormt humanitaire hulp de grootste post; besteding hiervan is flexibel en gebeurt in principe waar dit in de loop van het jaar het hardst nodig blijkt te zijn. Andere voorbeelden van bestedingen in deze categorie zijn de bijdragen aan het vaccinatiefonds GAVI, het Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis and Malaria, de multilaterale klimaatfondsen en bijdragen aan multilaterale organisaties

Bij de berekening is geen rekening gehouden met nieuwe initiatieven in de focusregio’s die nog in de loop van 2021 en in 2022 worden ontwikkeld. Daardoor is een zekere onderschatting van de verschuiving naar de focusregio’s mogelijk; deze beweging is nog in volle gang en krijgt met name bij nieuwe programma’s en nieuwe fases van bestaande programma’s z’n beslag.

Focusregio Sahel Burkina Faso 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 5.800
2.1 Voedselzekerheid 6.500
2.2 Water 5.000
3.1 SRGR en HIV/aids 6.900
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 7.500
Totaal 31.700
Mali 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 4.500
2.1 Voedselzekerheid 5.500
2.2 Water 8.000
3.1 SRGR en HIV/aids 17.700
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 16.000
Totaal 51.700
Niger 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 5.000
2.1 Voedselzekerheid 11.000
2.2 Water 5.000
3.1 SRGR en HIV/aids 8.900
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 4.950
Totaal 34.850
Nigeria 2.1 Voedselzekerheid 4.700
Totaal 4.700
Senegal 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 1.000
Totaal 1.000
Inzet in deze regio vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 2.203
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 12.663
2.1 Voedselzekerheid 32.128
2.2 Water 14.885
2.3 Klimaat 21.532
3.1 SRGR en HIV/aids 22.350
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 753
3.3 Maatschappelijk middenveld 19.165
3.4 Onderwijs 5.638
4.2 Opvang en bescherming in de regio 8.429
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 2.734
Totaal 142.479
Regio totaal 266.429
Focusregio Hoorn van Afrika Ethiopië 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 5.500
2.1 Voedselzekerheid 40.000
2.2 Water 16.600
3.1 SRGR en HIV/aids 21.000
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 1.500
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 3.500
Totaal 88.100
Kenia 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 1.000
2.1 Voedselzekerheid 1.850
2.2 Water 2.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 1.250
Totaal 6.100
Oeganda 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 1.000
2.1 Voedselzekerheid 18.000
3.1 SRGR en HIV/aids 10.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 10.000
Totaal 39.000
Regionaal Hoorn van Afrika 4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 2.000
Totaal 2.000
Soedan 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 2.000
2.1 Voedselzekerheid 7.750
Totaal 9.750
Somalië 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 2.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 12.500
Totaal 14.500
Zuid-Soedan 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 2.000
2.1 Voedselzekerheid 9.000
2.2 Water 9.500
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 7.500
Totaal 28.000
Inzet in deze regio vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 1.535
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 21.717
2.1 Voedselzekerheid 41.374
2.2 Water 15.297
2.3 Klimaat 11.274
3.1 SRGR en HIV/aids 51.062
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 7.374
3.3 Maatschappelijk middenveld 36.887
3.4 Onderwijs 11.475
4.2 Opvang en bescherming in de regio 76.334
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 4.927
Totaal 279.255
Regio totaal 466.705
Focusregio's Midden-Oosten & Noord-Afrika Egypte 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 600
2.1 Voedselzekerheid 4.000
2.2 Water 4.000
3.1 SRGR en HIV/aids 1.900
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 1.500
Totaal 12.000
Jemen 2.2 Water 3.800
3.1 SRGR en HIV/aids 10.000
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 1.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 5.000
Totaal 19.800
Jordanië 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 5.000
2.1 Voedselzekerheid 1.500
2.2 Water 1.500
Totaal 8.000
Libanon 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 5.500
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 1.000
Totaal 6.500
Palestijnse Gebieden 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 2.000
2.2 Water 10.500
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 6.475
Totaal 18.975
Tunesië 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 4.730
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 7.500
Totaal 12.230
Inzet in deze regio vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 1.370
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 9.820
2.1 Voedselzekerheid 6.403
2.2 Water 4.215
2.3 Klimaat 9.838
3.1 SRGR en HIV/aids 21.890
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 6.723
3.3 Maatschappelijk middenveld 15.450
3.4 Onderwijs 3.366
4.2 Opvang en bescherming in de regio 155.225
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 6.025
Totaal 240.326
Regio totaal 317.831
Overig Afrika Benin 2.1 Voedselzekerheid 12.000
3.1 SRGR en HIV/aids 8.000
Totaal 20.000
Burundi 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 1.200
2.1 Voedselzekerheid 18.100
3.1 SRGR en HIV/aids 5.400
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 3.000
Totaal 27.700
Democratische Republiek Congo 3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 800
Totaal 800
Ghana 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 2.000
Totaal 2.000
Mozambique 2.1 Voedselzekerheid 6.500
2.2 Water 10.100
Totaal 16.600
Regionaal Afrika 3.1 SRGR en HIV/aids 10.000
Totaal 10.000
Regionaal Grote Meren 2.1 Voedselzekerheid 10.500
2.2 Water 5.500
2.3 Klimaat 3.500
3.1 SRGR en HIV/aids 4.500
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 8.200
Totaal 32.200
Rwanda 2.1 Voedselzekerheid 850
2.2 Water 500
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 425
Totaal 1.775
Inzet vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 2.204
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 37.525
2.1 Voedselzekerheid 23.892
2.2 Water 20.082
2.3 Klimaat 14.271
3.1 SRGR en HIV/aids 61.309
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 5.141
3.3 Maatschappelijk middenveld 24.732
3.4 Onderwijs 15.767
4.2 Opvang en bescherming in de regio 981
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 961
5.1 Multilaterale samenwerking 2.896
Totaal 209.760
Regio totaal 320.835
Overig Azië Afghanistan 4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 30.000
Totaal 30.000
Bangladesh 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 3.000
2.1 Voedselzekerheid 650
2.2 Water 16.177
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 2.500
Totaal 22.327
Indonesië 2.3 Klimaat 1.390
3.4 Onderwijs 165
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 500
Totaal 2.055
Inzet vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 1.349
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 25.671
2.1 Voedselzekerheid 6.623
2.2 Water 12.097
2.3 Klimaat 6.880
3.1 SRGR en HIV/aids 22.001
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 9.139
3.3 Maatschappelijk middenveld 30.175
3.4 Onderwijs 11.806
4.2 Opvang en bescherming in de regio 3.258
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 1.936
5.1 Multilaterale samenwerking 384
Totaal 131.319
Regio totaal 185.701
Overige landen Suriname 3.3 Maatschappelijk middenveld 700
5.2 Overig armoedebeleid 435
Totaal 1.135
Inzet vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 110
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 13.802
2.1 Voedselzekerheid 307
2.2 Water 1.632
2.3 Klimaat 5.396
3.1 SRGR en HIV/aids 7.561
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 3.940
3.3 Maatschappelijk middenveld 11.264
3.4 Onderwijs 3.190
4.2 Opvang en bescherming in de regio 18.475
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 108
Totaal 65.787
Regio totaal 66.922
Niet gespecificeerd Wereldwijd Inzet vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 14.404
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 290.602
2.1 Voedselzekerheid 109.428
2.2 Water 34.982
2.3 Klimaat 232.912
3.1 SRGR en HIV/aids 238.494
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 10.296
3.3 Maatschappelijk middenveld 58.868
3.4 Onderwijs 18.143
4.1 Humanitaire Hulp 519.000
4.2 Opvang en bescherming in de regio 41.298
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 72.704
5.1 Multilaterale samenwerking 211.693
5.2 Overig armoedebeleid 94.012
5.4 Nog te verdelen BNI en/of toerekeningen 8.989
Totaal 1.955.825
Regio totaal 1.955.825
Totaal generaal 3.580.249

Bijlage 6: Berekening ODA-plafond 2022-2027, realisatie ODA-prestatie 2021 en raming ODA-prestatie 2022-2027

Berekening ODA-plafond 2022-2027 (bedragen in miljoenen EUR)
2022 2023 2024 2025 2026 2027
Raming BNI 928.184 988.520 1.033.808 1.077.901 1.116.110 1.155.673
OESO-richtlijn: 0,7% BNI 6.497 6.920 7.237 7.545 7.813 8.090
A: Maatregelen vorige kabinetten ‒ 1.502 ‒ 1.434 ‒ 1.457 ‒ 1.434 ‒ 1.434 ‒ 1.434
B: geraamde aflossingen op ODA-leningen en ontvangsten OS 46 46 46 45 45 45
C: Intensivering ODA Rutte IV 300 300 300 500 500 500
D: Actualisatie EU-toerekening Rutte IV 470 427 426 401 401 367
E: Kasschuif t.b.v. Oekraïne 150 ‒ 75 ‒ 75
F: Voorjaarsbesluitvorming ‒ 4 ‒ 2 ‒ 2
G: ODA-plafond 2022-2027 5.957 6.181 6.474 7.058 7.325 7.568
Realisatie netto ODA prestatie 2021 en Raming netto ODA-prestatie 2022-2027 (bedragen in miljoenen EUR)
2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027
Bruto ODA-totaal 4.497 5.957 6.181 6.474 7.058 7.325 7.568
Af: geraamde ontvangsten OS ‒ 26 ‒ 26 ‒ 26 ‒ 26 ‒ 26 ‒ 26 ‒ 26
Netto ODA / ODA Grand Equivalent (in miljoenen euro) 4.472 5.931 6.155 6.448 7.032 7.299 7.542
Raming BNI (in miljarden euro) 853,8 928,2 988,5 1.033,8 1.077,9 1.116,1 1.155,7
Netto ODA in % van het BNI 0,52 0,64 0,62 0,62 0,65 0,65 0,65

In bovenstaande tabel wordt een overzicht gepresenteerd van de opbouw van het ODA-budget en de hieraan gekoppelde ODA-prestatie. Hieronder volgt een toelichting op de onderdelen, die gezamenlijk de omvang van het totale ODA-budget bepalen, waarbij wordt gerekend vanuit de OESO-richtlijn:

  1. Som van incidentele en structurele maatregelen van voorgaande kabinetten op het ODA-plafond.
  2. Aflossingen op ODA-leningen en overige ontvangsten worden aan het ODA-plafond toegevoegd. Deze worden jaarlijks bijgesteld. Het gaat daarbij om structureel ca. EUR 46 miljoen per jaar.
  3. Het kabinet Rutte IV heeft structureel middelen aan het ODA-plafond toegevoegd, oplopend tot EUR 500 miljoen per jaar.
  4. Het kabinet Rutte IV heeft de ODA toerekening van de EU-afdrachten geactualiseerd, wat resulteert in een hoger ODA-plafond. Aangezien dit een toerekening van bestaande uitgaven betreft, zijn deze middelen niet vrij te besteden.
  5. ODA draagt in 2022 eenmalig EUR 150 miljoen bij om de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne te bekostigen. Dit wordt gefinancierd middels een kasschuif, waarmee middelen uit 2023 en 2024 naar voren worden gehaald.
  6. Vanwege de effecten van de voorjaarsbesluitvorming wordt het ODA-plafond licht verlaagd.
  7. Bovenstaande resulteert in de raming van het ODA-plafond 2022 - 2027.

Bijlage 7: Internationale klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2023

Internationale klimaatfinanciering richt zich op het helpen van ontwikkelingslanden met de transitie naar koolstofarme, klimaatweerbare ontwikkelingspaden. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen vergroting van de weerbaarheid van mensen en gemeenschappen tegen de gevolgen van klimaatverandering (klimaatadaptatie) en het tegengaan van klimaatverandering en voorkomen van emissies (klimaatmitigatie).

In 2009 hebben de ontwikkelde landen in Kopenhagen toegezegd om vanaf 2020 USD 100 miljard per jaar te mobiliseren uit publieke en private bronnen om ontwikkelingslanden te ondersteunen bij klimaatadaptatie en klimaatmitigatie. Deze afspraak werd bij de Klimaattop in Parijs in 2015 herbevestigd en is belangrijk voor de wereldwijde commitment aan de klimaatdoelen van het Parijsakkoord. Daarbij is afgesproken dat de ontwikkelde landen geleidelijk naar dit bedrag zouden toewerken en dat vanaf 2025 een nader te bepalen, hoger doel zal gelden.

Op basis van deze afspraken heeft Nederland sinds 2010 gewerkt aan een stijging van zijn publieke en private klimaatfinanciering. In 2021 bedroeg de Nederlandse klimaatfinanciering in totaal EUR 1.258 miljoen.

Tijdens de VN-klimaattop in Glasgow in november 2021 werd (op basis van 2019 cijfers) duidelijk dat het 100 miljard doel in 2020 hoogstwaarschijnlijk niet gehaald is en hebben ontwikkelde landen een plan gepubliceerd hoe het doel alsnog zo snel mogelijk te halen2. Ook werd afgesproken dat ontwikkelde landen financiering voor klimaatadaptatie collectief gaan verdubbelen per 2025 ten opzichte van 20193. In Glasgow werd tevens een begin gemaakt met de besprekingen over een nieuw lange termijn klimaatfinancieringsdoel per 2025.

Mede in het licht van deze laatste ontwikkelingen heeft de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in haar beleid (de beleidsnotitie «Doen waar Nederland goed in is») de inzet op vergroening en klimaatfinanciering een extra impuls gegeven. Nederland wil hiermee een betekenisvolle bijdrage leveren aan het klimaatfinancieringsdoel én concrete ontwikkelingsresultaten bereiken in ontwikkelingslanden, die ook ten goede komen van de armste en meest kwetsbare landen, in lijn met motie van der Lee4. De beleidsnotitie beschrijft de doorvertaling van deze ambitie in het brede BHOS beleid.

Het streven is om in 2025 ten minste EUR 1.800 miljoen klimaatfinanciering te genereren aan publieke klimaatfinanciering en met publieke middelen gemobiliseerde private klimaatfinanciering. Voor dit streven worden de klimaatrelevante budgetten binnen ontwikkelingssamenwerking verhoogd en de integratie van klimaat binnen ontwikkelingssamenwerking verder versterkt. Hierbij wordt door Nederland samengewerkt met het bedrijfs­leven, ngo’s, kennisinstellingen, FMO, multilaterale klimaatfondsen en multilaterale ontwikkelingsbanken. Wanneer in door Nederland gefinancierde projecten met publieke middelen private financie­ring wordt gemobiliseerd, mogen deze private investeringen worden meegeteld als Nederlandse klimaatfinanciering. Een sterkere inzet op deze mobilisatie moet ook bijdragen aan het nagestreefde totaalbedrag aan klimaatfinanciering. Om de omvang van die gemobiliseerde financiering te berekenen past Nederland een in OESO-verband ontwikkelde methode toe5.

De verwachting is dat Nederland in 2023 EUR 750 miljoen aan publieke klimaat­financiering zal realiseren. Deze verwachting ligt ruim EUR 100 miljoen boven de laatste realisatie ad EUR 638 miljoen in 2021 en is daarmee een eerste stap naar het streven voor 2025. Daarnaast zal naar schatting EUR 640 miljoen aan private klimaat­financiering worden gemobiliseerd met een deel van de publieke inzet. Deze inschatting is hoger dan de laatste realisatie ad EUR 620 miljoen in 2021. De totale Nederlandse klimaatfinanciering in 2023 zou hiermee op EUR 1.390 miljoen komen, afgerond EUR 130 miljoen meer dan wat in 2021 werd gerealiseerd.

Binnen artikel 1 duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen levert een deel van het bedrijfsleveninstrumentarium een bijdrage aan de vermindering van broeikasgasemissies en aan de versterking van weerbaarheid tegen de gevolgen van klimaatverandering, bijvoorbeeld door het gebruik van hernieuwbare energie, het tegengaan van ontbossing, het aanbieden van verzekeringen tegen de risico’s van klimaatverandering en de bevordering van innovatie. Conform motie Van der Lee6 wordt actief ingezet op verdere vergroening van de programma’s binnen dit begrotingsartikel. Dit gebeurt op diverse manieren, waaronder:

  1. Programma’s die zich richten op financiële inclusie, gaan intensiever inzetten op klimaatadaptatie en/of -mitigatie, onder meer door te sturen op het vergroten van de financiële weerbaarheid van het micro-, midden- en kleinbedrijf tegen de gevolgen van klimaatverandering. Daarbij is onder andere aandacht voor de weerbaarheid van kleinschalige boeren en bedrijven in rurale gebieden: deze kan bijvoorbeeld worden vergroot door het aanbieden van klimaatverzekeringen. 
  2. De bilaterale infrastructuurprogramma’s DRIVE en D2B gaan verder vergroenen door onder meer in de ontwerpfase explicieter duurzame, groene varianten te laten onderzoeken en door aanvullende financieringsopties te bieden om bij te dragen aan de eventuele meerkosten van de meest duurzame alternatieven. Building with nature zal hier nadrukkelijker een rol bij gaan spelen.
  3. Programma’s die gericht zijn op duurzame economische ontwikkeling, zoals het Challenge Fund for Youth Employment, zullen doelgerichter gaan sturen op het creëren van ‘groene banen’ en het ondersteunen van een rechtvaardige energietransitie in de allerarmste landen.

Voor een deel van de programma’s binnen artikel 1 vertaalt een verdere vergroening zich vanwege de systematiek van de berekening van de klimaatfinanciering met klimaatmarkers overigens niet of niet direct in een toegenomen percentage klimaatrelevantie7.

Artikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat bestaat uit 3 sub-artikelen. Vanuit sub-artikel 2.3 (klimaat) zet Nederland in op ondersteuning van internationale klimaat­fondsen zoals het Green Climate Fund (GCF), bevordering van toegang tot hernieuw­bare energie, tegengaan van ontbossing en landdegradatie, en versterken van kennis, capaciteit en beleidsontwikkeling over de relatie tussen klimaat en ontwikkel­ing. Ook worden publieke middelen ter beschikking gesteld aan fondsen zoals bijvoorbeeld het Dutch Fund for Climate and Development (DFCD) om private investeringen te bevorderen. De intensivering van dit sub-artikel loopt op tot EUR 290 miljoen in 2027 en zijn beschreven in de bijlage van de beleidsnotitie8.

Binnen het thema Voedselzekerheid (sub-artikel 2.1) zet Nederland in op duurzame productiviteitsverhoging en verster­­­king van weerbaarheid en adaptatie. Aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering staat ook centraal binnen het thema Water (sub-artikel 2.2) met aan­­dacht voor verhoogde waterproductiviteit in de landbouw, verbeterd stroomgebiedbeheer en veilige delta’s, en klimaatbestendige toegang tot drinkwater en sanitaire voorzieningen.

Enkele van de vanuit artikel 3 gefinancierde Strategische Partnerschappen met het maatschappelijk middenveld dragen bij aan klimaatmitigatie en/of klimaatadaptatie, met name door te lobbyen voor beter beleid en betere beleidsuitvoering, waarbij de belangen van de meest kwetsbare mensen voorop staan.

Daarnaast zijn ook bijdragen aan organisaties die zich op humanitaire hulp richten en sommige door Nederland gefinancierde projecten voor opvang van vluchtelingen in de regio klimaatrelevant (artikel 4).

VN-instellingen als UNDP, UN Environment, WFP en UNICEF ontplooien in hun programma’s klimaatrelevante activiteiten die Nederland vanuit artikel 5 met ongeoormerkte financiële bijdra­gen ondersteunt. Het kabinet blijft zich ook inzetten voor verhoging van de klimaatrelevantie van deze bijdragen en van de bijdragen van het ministerie van Financiën en het ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aan multilaterale ontwikkelingsbanken. Zo heeft mede dankzij druk van Nederland de Wereldbankgroep haar klimaatdoel verhoogd tot 35% over de periode 2021-2025, waarvan minimaal de helft voor klimaatadaptatie en heeft het IMF de Resilience and Sustainability Trust (RST) ingericht, onder andere voor het doorlenen van Special Drawing Rights aan kwetsbare lage-middeninkomenslanden die hun economieën beter bestand maken tegen de gevolgen van klimaatverandering.

In onderstaande tabel wordt op hoofdlijnen een indicatie gegeven van de publieke en met publieke middelen gemobiliseerde private klimaatfinanciering die in 2023 zal worden gerealiseerd.

Voor de publieke klimaatfinanciering wordt per beleidsartikel van de BHOS-begroting aangegeven welk deel van de totale middelen naar verwachting publieke klimaatfinanciering betreft. Berekend volgens de systematiek van de drie thematische klimaatmarkers (mitigatie, adaptatie, cross-cutting) zal naar verwachting circa 50 procent van de publieke klimaatfinanciering worden uitgegeven aan aanpassing aan klimaatverandering (adaptatie) en ongeveer 22 procent aan het tegengaan van klimaatverandering (mitigatie) en de overige uitgaven, voornamelijk klimaatfinanciering via multilaterale instellingen, worden door hun klimaatmarker cross-cutting niet gespecificeerd naar deze doelstellingen. Circa een-derde van de publieke klimaatfinanciering zal worden gerealiseerd in activiteiten die klimaat als hoofddoelstelling hebben. De overige financiering zal worden gerealiseerd in activiteiten die klimaat als nevendoelstelling hebben.

Begroting Begrotingsartikel Indicatie klimaat­uitgaven 2023 Indicatie klimaat­relevantie van begrotings­artikel (percentage)
BHOS 1.Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen 80 13%
2.1 Voedselzekerheid 140 35%
2.2 Water 90 45%
2.3 Klimaat1 280 91%
3. Sociale vooruitgang 50 6%
4. Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling 50 5%
5. Multilaterale samenwerking en overige inzet 25 8%
Totaal voor BHOS 715 19%
Financiën IDA en IBRD 35
Totale publieke klimaatfinanciering 750
Prognose gemobiliseerde private financiering
Indicatie private financiering 2023
Nederlandse klimaatfondsen en programma’s 80
Multilaterale ontwikkelingsbanken 320
FMO-A 130
Overige instrumenten en multidonorprogramma’s 110
Totale gemobiliseerde private financiering 640
  1. Dit begrotingsartikel omvat tevens duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen.

In het HGIS-jaarverslag over 2023 zal in een bijlage worden gerapporteerd over de werkelijk gerealiseerde klimaatuitgaven ten behoeve van ontwikkelingslanden. Daarbij zullen zich ongetwijfeld verschillen voordoen ten opzichte van de hierboven genoemde geschatte bedragen, zeker bij gemobiliseerde private klimaatfinanciering. De schommelingen en onzekerheid bij gemobiliseerde private investeringen zijn veel groter dan bij publieke klimaatfinanciering, zeker uitgedrukt in jaarschijven. Dit komt onder andere door de sterke invloed van wijzigende marktomstandigheden en doordat de tijdsduur van het sluiten van transacties met commerciële partijen bij elke deal anders is en de hoogte van de private investeringen vooraf niet bekend is. Vanwege de aanmerkelijke jaarlijkse schommelingen wordt een gemiddelde over de laatste 4 jaar voor de inschatting van de gemobiliseerde private klimaatfinanciering voor 2023 gebruikt.

Bijlage 8: Internationale inspanningen voor migratie in 2023

In deze bijlage worden de HGIS-uitgaven in 2023 op het gebied van (het tegengaan van irreguliere) migratie, asielopvang en humanitaire hulp toegelicht. Eerst wordt per begrotingsartikel een overzicht gegeven van de financiële inspanningen die volledig gericht zijn op de eerste twee onderwerpen. Vervolgens wordt stilgestaan bij instrumenten en programma’s die gedeeltelijk aan vluchtelingen of het tegengaan van irreguliere migratie gerelateerd zijn.

1. Begrotingsartikelen die volledig gericht zijn op eerstejaaropvang van asielzoekers uit DAC-landen, (irreguliere) migratie en opvang in de regio

Artikel Budget 2023
Totaal Wv. ODA
6.37.02 JenV begroting: toerekening eerstejaars-opvangkosten asiel 590 590
08.03.01 OCW toerekening: eerstejaarsopvangkosten asiel (primair en secundair onderwijs) 37 37
17.04.02 Migratiesamenwerking en ontwikkeling 34 34
Opvang in de regio 270 270

Asieltoerekening: eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen in Nederland.

De eerstejaarsopvang van asielzoekers in Nederland wordt conform richtlijnen van de OESO Development Assistance Committee (DAC) deels uit ODA-middelen gefinancierd. Deze uitgaven op de JenV- en de OCW-begroting worden aan ODA toegerekend. Wijzigingen van de hoogte van de toerekening lopen via het verdeelartikel op begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS). Het betreft uitgaven voor asielzoekers die afkomstig zijn uit landen die volgens de OESO-DAC gelden als ontwikkelingslanden (de zogenaamde DAC-landen). De asieltoerekening is gesplitst in een JenV-deel en een OCW-deel.

  1. JenV-begroting: In de begroting van Justitie en Veiligheid staan de uitgaven voor opvang van asielzoekers en alleenstaande minderjarige vreemdelingen door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en Stichting Nidos. Daarnaast worden ook kosten voor tolken bij de IND, voorlichting van Vluchtelingenwerk Nederland en rechtsbijstandskosten deels toegerekend. In de JenV-begroting is aangegeven welk deel wordt toegerekend aan ODA. Voor 2023 houdt het kabinet rekening met een totale instroom in het COA van 38,600 (afkomstig uit DAC-landen en niet-DAC-landen), resulterend in een aan ODA toe te rekenen gemiddelde bezetting van 23,500 (uit DAC-landen) bij het COA. De aan ODA toegerekende kosten worden onder andere berekend op basis van de kostprijzen van het COA en Nidos, het verwachte aantal asielzoekers uit DAC-landen en de verwachte verblijfsduur. In 2024 zal een nacalculatie plaatshebben op basis van de in 2022 in werkelijkheid gerealiseerde cijfers.
  2. OCW-begroting: De geschatte uitgaven voor (primair en voortgezet) onderwijs zijn gebaseerd op in Nederland leerplichtige asielzoekers afkomstig uit DAC-landen tijdens de eerstejaarsopvang.

Opvang en bescherming in de regio

Wereldwijd blijf het aantal vluchtelingen en intern ontheemden stijgen, inmiddels gaat het om meer dan 100 miljoen mensen. Het kabinet heeft speciale aandacht voor het duurzaam opvangen van mensen die langdurig van huis zijn. Extra middelen worden vrijgemaakt voor versterkte inzet op sociaaleconomische integratie van ontheemden en steun aan kwetsbare gastgemeenschappen ter bevordering van hun perspectieven en zelfredzaamheid. Onderdak en basisvoorzieningen vormen waar nodig ook onderdeel van de hulp. Dat gebeurt in de Syrië-regio en de Hoorn van Afrika o.a. via het Prospects partnerschap met UNHCR, ILO, UNICEF, IFC, en de Wereldbank. Mede op basis van de tussentijdse evaluatie in 2022 worden in 2023 waar nodig aanpassingen in programmering gemaakt en zal een vervolg op dit partnerschap worden vormgegeven.

Nederland zal in 2023 actief bijdragen aan het tweede Global Refugee Forum dat beoogt om de implementatie van het VN Global Compact on Refugees (2018) kracht bij te zetten en onder meer beloftes voor steun aan vluchtelingen en opvanglanden te monitoren. Nederland zal ervaringen en resultaten van het Prospects Partnerschap delen en aandacht vragen voor de aanbevelingen van de door Nederland in 2019 georganiseerde conferentie over Geestelijke Gezondheid en Psychosociale Steun in crisis situaties (Mental Health and Psychosocial Support (MHPSS)).

Migratiesamenwerking

Het kabinet zet zich extra in voor versterken van migratiesamenwerking met landen van herkomst en transit. Doel is om mensenhandel en –smokkel tegen te gaan en terugkeer en herintegratie te bevorderen. Hiertoe worden meer bilaterale middelen vrijgemaakt en de bilaterale samenwerking met relevante landen geïntensiveerd. Daarnaast zal meer aansluiting worden gezocht bij beleid, initiatieven en programma’s van de EU, in het bijzonder bij de versterkte samenwerking binnen de EU-brede migratiepartnerschappen zoals geformuleerd in het EU Migratie Pact. Dit alles met het oog op vergroting van slagkracht en verbetering van coördinatie en coherentie waarbij het bereiken van resultaten centraal staat.

Daarnaast werkt het kabinet de inzet op legale en circulaire migratie uit, conform het coalitieakkoord. Dit is ook een wens van de belangrijkste landen van herkomst en transit en dient te worden gezien in het kader van het opzetten van brede – bilaterale en Europese - migratiepartnerschappen.

Uit de middelen voor opvang in de regio en migratiesamenwerking worden zowel inspanningen binnen als buiten Nederland gefinancierd:

  1. Nederland financiert het Prospects Partnerschap met Wereldbank/IFC/ILO/UNICEF/UNHCR. In dit strategisch samenwerkingskader worden landspecifieke programma’s uitgewerkt, met de focus op onderwijs en werk, en waar nodig onderdak en basisvoorzieningen, voor vluchtelingen en kwetsbare lokale bevolking. Het partnerschap voorziet eveneens in een meer strategische beleidsdialoog met deze organisaties die een voortrekkersrol spelen bij de transformatie van een humanitaire naar een ontwikkelingsaanpak in landen die veel vluchtelingen opvangen.
  2. Nederland steunt via subsidies (internationale en lokale) NGO’s die tevens gericht zijn op een ontwikkelingsgerichte aanpak van langdurige ontheemding in de beide focusregio’s.
  3. Bijdragen aan programma’s voor migratie en ontwikkeling van IOM en maatschappelijke organisaties in Nederland ter bevordering van vrijwillige terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers uit ontwikkelingslanden. Aanscherping van de ODA regels hebben ertoe geleid dat activiteiten ten behoeve aan vertrek en re-integratie buiten de EU (alleen DAC-landen) niet meer als ODA worden geclassificeerd.
  4. Het ondersteunen van brede partnerschappen op migratieterrein met prioritaire herkomst-, transit- en opvanglanden, door financiering van activiteiten die belangrijk zijn voor betrokken ontwikkelingslanden en die bijdragen aan beter migratiemanagement, betere bescherming en perspectieven voor vluchtelingen en gastgemeenschappen, tegengaan van uitbuiting en mishandeling van migranten, bestrijding mensensmokkel/-handel, datacollectie en onderzoek, voorkomen van irreguliere migratie en het bevorderen van terugkeer en herintegratie.
  5. Bevorderen van dataverzameling
  6. Analyse inzake migratiestromen.

2. Begrotingsartikelen die deels aan vluchtelingen of migratie gerelateerd zijn

Naast bovengenoemde middelen kan humanitaire hulp ingezet worden ten behoeve van vluchtelingen die besluiten hun land te verlaten wegens conflict of onveiligheid. Het is op voorhand niet aan te geven welke bedragen voor vluchtelingen zullen worden ingezet. Daarom wordt in plaats van de specifieke uitgaven voor vluchtelingen de begrotingsstand van het artikel genoemd.

Artikel Budget 2023
Totaal Wv. ODA
17.04.01 Humanitaire hulp, inclusief bijdragen aan UNHCR, UNWRA en WFP 520 519

Noodhulp en humanitaire diplomatie

Het aantal crises en de omvang van humanitaire noden neemt toe, de kosten van noodhulp stijgen en de omgeving waarin humanitaire hulp wordt geboden, wordt complexer. Mensen wereldwijd ondervinden de gevolgen van de stijgende kosten voor onder meer voedsel, energie en kunstmest, met grote gevolgen voor mensen in nood, in een wereld die ook getekend wordt door (de gevolgen van) de COVID-19 pandemie en klimaatverandering. Daarom zal het kabinet extra middelen beschikbaar maken voor humanitaire hulp. Net als voorheen spant Nederland zich er daarbij internationaal voor in dat de effectiviteit en efficiëntie van hulp wordt versterkt, met aandacht voor preventie en paraatheid, en dat getroffen mensen en gemeenschappen veerkracht behouden en daardoor mogelijkheden aan kunnen grijpen om een zelfstandig leven te hervatten (o.m. door integratie van psychosociale steun te faciliteren).

Helaas is er ook een trend waarbij staten en niet-statelijke actoren het internationaal humanitair oorlogsrecht en de humanitaire principes steeds vaker schenden. De Nederlandse diplomatieke inspanningen blijven daarom gericht op eerbiediging van het internationale humanitaire recht rond humanitaire crises, de bescherming van burgers en ongehinderde toegang voor hulpverlening. Tevens besteedt Nederland bijzondere aandacht aan lokalisering, integratie van MHPSS in crisisrespons en het tegengaan van seksuele exploitatie, misbruik en gender-based violence.


  1. __Voor activiteiten met budget kleiner dan EUR 1 miljoen is uitgegaan van een evenredige verdeling over de landen waarvoor de activiteit open staat↩︎

  2. __Zie ook Climate Finance Delivery Plan: ‘Meeting the 100 billion goal’.↩︎

  3. __Zie ook Glasgow Climate Pact↩︎

  4. __Kamerstuk 35925XVII.36 d.d. 25 november 2021↩︎

  5. __Zie rapport: ‘Mobilised private climate & biodiversity finance: 2021’↩︎

  6. __Kamerstuk 35 830-XVII-6 d.d. 24 juni 2021 ↩︎

  7. __Dat programma’s klimaatrelevanter worden terwijl het percentage klimaatrelevantie van het artikel niet of niet direct stijgt, heeft meerdere redenen. Zo kennen de klimaatmarkers waarop de berekeningssystematiek is gebaseerd slechts 2 gradaties: significant en principal, wat inhoudt dat programma’s ofwel het (bijdragen aan het) bereiken van de klimaatdoelen als nevendoelstelling hebben ofwel als hoofddoelstelling. Indien een programma al een marker significant heeft en verder vergroent, betekent dit in de meeste gevallen niet dat het bijdragen aan het bereiken van de klimaatdoelen de hoofddoelstelling van het programma wordt. Hierdoor zullen de uitgaven van dit programma niet zwaarder meetellen in de berekening van publieke klimaatfinanciering terwijl er wel een grotere bijdrage wordt geleverd. Ten tweede wordt de bijdrage aan klimaatfinanciering (pas) zichtbaar in het jaar dat de uitgaven daadwerkelijk worden gedaan door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Vooral bij de infrastructuurprogramma’s betekent dit dat beleid fors vooruit loopt op de realisatie, tot wel enkele jaren.  ↩︎

  8. __De beleidsnotitie «Doen waar Nederland goed in is» pagina 54 (kamerstuk: 2022Z13168 brief regering d.d. 24 juni 2022).↩︎