Reactie op verzoek commissie over een burgerbrief m.b.t. schuldhulpverlening
Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting
Brief regering
Nummer: 2022D35181, datum: 2022-09-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24515-647).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 24515 -647 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting.
Onderdeel van zaak 2022Z16729:
- Indiener: C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-09-14 13:23: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-09-27 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-10-06 13:45: Armoede- en schuldenbeleid (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-12-22 14:14: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting
Nr. 647 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 september 2022
Op 4 april jl. heeft mevrouw E.W. per mail contact opgenomen met de vaste commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid van uw Kamer. Op 19 april heeft de commissie besloten een reactie van mij op deze brief te willen ontvangen. Met deze brief kom ik tegemoet aan dat verzoek.
Mevrouw E.W. schetst in haar brief de situatie waarin zij verkeert. Uit de brief blijkt dat mevrouw al geruime tijd te maken heeft met geldzorgen. Dat is geen makkelijke situatie voor mevrouw, het is goed dat ze hier aandacht voor vraagt. Hoewel ik geen uitspraken kan doen over individuele situatie, zal ik in zijn algemeenheid op enkele punten uit de brief ingaan.
Wanneer iemand in gemeenschap van goederen gehuwd is, vallen in principe de bezittingen en schulden van de gehuwde personen in de gemeenschap, ook als deze bezittingen en schulden persoonlijk zijn of zijn opgebouwd voor het huwelijk. In een echtscheidingsconvenant kunnen gezamenlijke afspraken worden gemaakt over het onderbrengen van een schuld onder één van beide ex-echtelieden. Dit kan alleen met goedkeuring van de schuldeiser. In zeer uitzonderlijke gevallen is het mogelijk om een schuld aan te merken als verknocht aan een van de ex-echtelieden. Het gaat hierbij om schulden met een hoogstpersoonlijk karakter, waarbij kan worden bepaald dat deze niet in de gemeenschap vallen, maar volledig moeten worden gedragen door degene aan wie de schuld is verknocht. In de praktijk komt dit nauwelijks voor. Een voorbeeld van een verknochte schuld is bijvoorbeeld een schadevergoeding bij een ernstig misdrijf. Boetes en fraudeschulden zijn geen verknochte schulden en vallen daarmee in de gemeenschap van goederen.
Het gedurende langere tijd moeten terugbetalen van een schuld aan een schuldeiser kan voor iemand heel belastend of ingrijpend zijn, maar is niet onmogelijk of onrechtmatig. De schuldeiser is namelijk geen partij in de echtscheiding en de verdeling van de schulden; die afspraken betreffen alleen de twee ex-echtelieden. Zij zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden (dus ieder afzonderlijk voor het geheel). Op basis van een echtscheidingsconvenant kan er door de één wel worden verhaald op de ander.
Wanneer iemand in een minnelijk schuldhulpverleningstraject of in een wettelijk schuldsaneringstraject zit, komen de inkomsten, met uitzondering van het vrij te laten bedrag, toe aan de boedel voor de schuldeisers. Ook eenmalige uitkeringen zoals vakantiegeld vallen in principe onder de boedel, maar via een eenmalige correctie op het vrij te laten bedrag in de maand mei of juni kan een deel van het vakantiegeld buiten de boedel worden gehouden.
Ambtenaren van mijn ministerie hebben recent contact opgenomen met mevrouw E.W. naar aanleiding van haar brief. In dit gesprek heeft mevrouw haar situatie verder toegelicht en aangegeven dat zij hierbij ondersteuning krijgt van haar bewindvoerder en dat er contact is met de gemeente. Ook heeft zij enkele aandachtspunten voor beleid op het gebied van schuldhulpverlening meegegeven. Er is afgesproken dat het ministerie over enige tijd opnieuw contact met haar opneemt over de voortgang van haar situatie.
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,
C.J. Schouten