Vervallen Tijdelijke wet notificatieapplicatie covid-19
Infectieziektenbestrijding
Brief regering
Nummer: 2022D35372, datum: 2022-09-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-25295-1940).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 25295 -1940 Infectieziektenbestrijding.
Onderdeel van zaak 2022Z16812:
- Indiener: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2022-09-15 13:05: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-09-29 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-09-04 12:15: Aanvang middagvergadering Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2021-2022 |
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 1940 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 september 2022
Op 10 oktober 2022 vervalt de Tijdelijke wet notificatieapplicatie covid-19 waarin de inzet van CoronaMelder is geregeld. Hierbij informeer ik uw Kamer over het feit dat ik geen nieuwe verlenging van deze tijdelijke wet in procedure zal brengen.
Zoals toegelicht bij brief van 19 april 2022 is de inzet van CoronaMelder per 22 april 2022 reeds stopgezet.1 Gelet op het op dat moment nog onduidelijke epidemiologische beeld voor het najaar is er in juli 2022 wel voor gekozen de wet nog te verlengen tot 10 oktober 2022.2
Op dit moment is het epidemiologisch beeld gunstig: het aantal besmettingen is relatief laag en er zijn weinig nieuwe opnames in de ziekenhuizen en op de IC’s. Daarom is verdere verlenging van de wet niet noodzakelijk.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers